A «iag voorbij.Midden in de donkere dagen voor Kerstmis viel de avond vroeg en ieder zocht een zo goed mogelijke slaapplaats. Niet te nauw kijken, want je was onderduiker, armoelijer, genoegen nemen met dat wat er was. Ondanks dat bleven we optimist, want We waren immers nog vrij. De slaap bracht rust. Neen, niet allen sliepen. De kou drong door tot in landhokjes en stro-schel ven en weerde de slaap. En de nacht duurde lang, erg langDiezelfde avond tekenden zich tegen de hemel een rode gloed af. Brand! Hoe en wat? Ieder gistte en bracht het in verband met het schrikbewind van den gehaten mof. De volgende dag zouden de verhalen, die hierover de ronde deden, met slechts eeu kern van waarheid, velen de moed benemen langer onderduiker te blijven. Die volgende dag. Berichten werden binnen gebracht, gedrukt op een vodje papier, rondge strooid door den mof, want- de buit was al té gering; melden moest men; nogmaals werd „groot moedig" de gelegenheid geboden, vrijwillig te komen; moord en brand zouden 't gevolg zijn van wegblijven. Velen gingen - aangespoord door familie, klein gemaakt door de bedreiging; ze verlieten schuilplaats en vrienden, die ondanks dat alles durfden doorzetten, hoewel er angst was in ieders hart. De meedogenloze durfde immers z'n bedreiging ten uitvoer te brengen! Die dag! Moeilijkheden en spanning. Hoeveel hadden er een goede schuilplaats? Waar men zich gisteren veilig waande, durfde men vandaag niet blijven, nu nogmaals, het wzaard van de drijfjacht boven 't hoofd hing. Anderen hadden aan den lijve ondervonden, in de voorbijgegane slapeloze nacht, dat in dit jaargetij het open veld niet geschikt was voor langer verblijf. Nog anderen werden gedwongen van onderko men te veranderen, daar zij, die het hun verschaf ten, bang werden voor have en goed, zelf „melden" gingen, beducht voor 't nieuwe gevaar. Grote woorden, felle bedreiging brachten den den vijand het gevvenste resultaat. Dat was ons lichtpuntje. Na enige tijd konden we ons vrijer bewegen, durfden op straat te verschijnen, met valse ausweisz of afkeuringsbewijs, dat evenmin in orde was. Spanning bleef er. Vele oorzaken konden ons alsnog ten val brengen. Tot... de capitulatie ons de begeerde volledige vrijheid bracht. Dank aan allen die ons voorzagen van al 't nodige, die ons herbergden. Dank bovenal aan God, in Wiens schuilplaats wij waren gezeten! Ook dit nemen we zoals het is, het wordt wel beter. In Kampen kotnt de verlossing. Het is al weer morgen, le Kerstdag. FlakkeeKampen. „Voorzichtig, joh, anders ga je". Zwevend in het pikdonker tussen wal en en schip, klauter ik met pakken beladen het smalle laddertje af. Gelukkig, wij zijn behouden in het ruim aangekomen. En nu zoeken naar een fijn plaatsje, waar we ons heerlijk kunnen neervlijen. Die illusie wordt ons echter spoedig ontnomen. In de verte zien we het licht van een kaarsje. Automatisch gaan we daar op af. Licht.gezelligheid, rust. Schuifelende gaan we verder. We zien niet veel, maar wat we kunnen onderscheiden, doet ons niet opwekkend aan. „Trappelende" mannen, die hun verkleumde voe ten op deze manier trachten te verwarmen. De betonnen vloer doet dan ook je" botten tot in het merg verstenen. Hier en daar zitten enkelen in elkaar gehurkt op hun pakkage, diep weggedoken onder een deken. Welterusten! Moeten we hier blijven? Geen banken, geen stro! Voorwaar geen aantrekkelijk schouwspel. Sommigen zoeken een steuntje tegen de wand. Ze komen er ech'er spoe dig op terug, want door modderig, kleverig kolen stof, veranderen ze gauw in een zwarte piet. Bij het kaarslicht gekomen, hebben we geluk. Achter een stapel munitiekisten liggen enkele planken, die nog niet ontdekt zijn door de andere vrienden. Vlug zijn ze veroverd. Het is wel een nauw hokje, maar we kunnen er net met zijn drieën in. Lenend tegen elkaar, de dekens om de benen, zijn we wat blij met ons plaatsje. Lieverlee verstommen de gesprekken, alleen het eentonig getrappel blijft de hele nacht doorgaan. In gedachten verzonken denken we aan thuis. We hadden gemopperd over het „drijvertje" en de kachel, die zo vroeg in de avond uit moest. En nu Och, we nemen het zoals het is. De zorgen over vrouw en kinderen zijn groter. In de verte horen we zingen. Dromen we? Horen we in gedachten de gezellige klanken uit de huiskamer? Neen, van het schip naast ons, klinken zware mannenstem-1 men. „Ere zij God in den hoge, vrede op aarde. In deze ellende God loven. Het is wonderlijk. Allen ontroeren, allen zingen mee. Het troost en brengt een warme sfeer in onze kille ellende. De nacht gaat voorbij en als de eerste zonnestralen onze verblijfplaats gaan verlichten, zijn we al voorbij Rotterdam. Het is prachtig weer, koud, maar zonnig. Ieder moet nodig „wat" doen. Een uitkomst zoiets, want dan mag je even op dek. In een rij wachten we bij de ladder op onze beurt. Er is één grote W.C. en dat is de Lek, hangend over de reling. Koud, maar je geniet van het prachtige, rustige landschap. Vreeswijk, we zijn dicht bij het front. Een ogenblik ondervinden we het. Vliegtuigen ronken hoog in de lucht. Het afweergeschut van de boo: komt in actie. Het heerlijke plaatsje achter de munitiekisten wordt even onbehaaglijk. Gelukkig is het spoedig weer voorbij, 's Avonds laat komen we in A'dam aan. In een grote loods worden we gebracht. Honderden mannen liggen te slapen. Heerlijk, stro! Als ratten hollen we naar een open plaats, schrapen wat stro bij elkaar, al is het door het vele gebruik nog slechts kortsel, en dan... maffen. Warmte! al trok een ijskoude tocht langs de vloer- De andere morgen. Zondag. Heerlijk blijven liggen? Het mocht, maar nu waren we vies van het bedje, waar we gisteren zo blij mee waren. We wandelden door de grote bananenloods. Tel kens zien we kennissen. Het doet ons goed, het brengt een vertrouwelijker sfeer. Het is een be trekkelijk gezellige ZondagWe worden met rust gelaten en krijgen zowaar nog een warm hapje eten. Het meest treft ons echter de kerkdienst. Katholieken in de ene en de Protestanten in de andere hoek. Voor ons spreekt een Hervormd predikant uit Amsterdam. Wat was hij ontroerd. In een doodse stilte lazen we zijn woorden van troost en bemoediging van de lippen. Een goede herder en een warm vaderlander. Bij zijn afscheid zei hij: „Jullie werken toch zeker niet hè?" 's Avonds aantreden, wachten één uur, wachten twee uren. Eindelijk, daar gaan we naar een schip, iets vreselijks in onze gedachten. Tot onze ver wondering brengen onze beschermers echter stro, het kostbaarste ter aarde. Heerlijk, we hebben een best plaatsje, languit liggend. Zo gaat het best. Er worden echter steeds meer mannen het ladder tje afgeduwd. Onze lighouding wordt zithouding en deze tenslotte hurkhouding. Onze protesten helpen natuurlijk niets. Nog meer er bij. In een hartbeklemmende houding hangen we tegen el kaar. Ik ben blijven zitten, maar 2 man hangen op mijn benen, een koffer drukt in mijn lenden. De dikke rug van de ene en de magere van een andere: collega, leunen tegen mijn armen. Geluk kig, mijn hoofd is nog vrij. ik kan nog lucht happen al is het dan lucht dat al zoveel keren door een ander naar binnen is gehapt. En, o wee, als er iemand naar boven moet, aan wordt ook nog het vrije gedeelte van je lichaam voor een ogenblik bedekt. Rollend over de hoofden, wordt dan de persoon in kwestie naar het laddertje voortgeduwd, i De Van Heutzkazerne. Tot in de nok zu dit oude gebouw vol, zelfs de paardenstallen krioelen de mannen door elkaar. Het is geen slechte verblijfplaats, voldoende stro en binnen de omheining zijn we vrij. Duitsers zijn er met veel, behalve de wachten, die rondom de kazerne lopen, zie je er zo nu en dan een op de binnenplaats. De W.C.'s waren zoals overal, de bron van ergenis. Op je tenen wadend om geen al te natte voeten te krijgen, tracht je een plaatsje te veroveren. Je moet dan nog goed uitkijken, waar je je voeten neerzet. En de rest - een boven menselijke taak om geen ongelukken te maken. We begrijpen wel dat Kampen de laatste pleis terplaats in Holland zal zijn. Willen we nog ont vluchten, dan moet het hier gebeuren. Velen lopen met deze plannen rond. De grote vraag is echter: „Hoe, waar en wanneer?" Enkele mannen kunnen na lang gepeuter een deur open maken. Volgens hun berekening moet deze deur uitkomen op de straat achter de kazerne. En jawel, het is zo. In één blik zien zij dat de kust vrij is en rttss daar vliegen ze de vrijheid in. Als een lopend vuurtje gaat dit nieuwtje van mond tot mond. Het geeft den burger moed. Ook vrij? Dit gaatje is echter spoedig gedicht. De wacht, die zeker een slippertje had gemaakt, loopr weer regelmatig heen en weer. Toch geven we de moed niet op. Een enkele glipt, als de man met de spuit voorbij is, het deurtje uit, de straat over en vindt in de huizen aan de over kant een veilige haven. Die Kampenaars hebben ons schitterend geholpen. Klaas zal het ook pro beren. Als hij echter een stap buiten de poert doet, ziet hij direct een spuit op zich gericht. „Verloren", denkt hij. Met een meewarig gezicht gaat hij aan het vertellen van vrouw en kinderen en weet den soldaat een beetje teder te stemmen. „Laat me doorgaan?" vraagt hij, „dan krijg je een worst van me". De mof, in gedachten reeds smul lend van een lekker Hollands worstje laat zich omkopen. Nu gaat het echter niet, want geen burger mag meer op straat, maar morgenochtend Zal hij hem doorlaten. Het Rode Kruis van Kampen mag de zieken onder ons verplegen. Zij die niet „transportfahig" zijn, worden naar een ziekenhuisje buiten de kazerne gebracht. Wat hebben die doktoren het druk. Een kriebeling in de keel is dyphterie, een puistje een negenoog, een huidstoornis de besmet- telijkste huidziekte. Als we afgekeurd worden, dan mogen we misschien naar huis. Ontvluchting langs deze weg zou echter laf zijn, want de doktoren zijn persoonlijk aansprakelijk voor het aantal Zieken. Niet één mag op het appèl ontbreken. Toch hebben ook zij geholpen. 's Nachts word ik uit een heerlijke droom wak ker geschud. Luister, morgenavond zal iemand komen en je naam afroepen. Volg hem en doe „wat hij zegt". Weg is „hij" weer, ik droom verder, 's Morgens herinner ik me de woorden nog vaag. Het was zo wonderlijk, och een droom natuurlijk. De dag brengen we weer slenterend door. Ieder raam, iedere deur wordt bekeken of ze ons geen redding kan brengen. Helaas vruchteloos, 's Avond kruip ik maar vroeg onder mijn deken. Het is het enige ogenblik, dat je even tot jezelf kan komen, denkend aan thuis. Weemoedig verlangen. Plotse ling word ik opgeschrikt, want wat hoor ik daar? Mijn naamIn één sprong ben ik bij de deur, een onbekende man drukt me een band van 't Rode Kruis in de hand. „Volg me op een afstand. Word je gepakt, dan ken je me niet". Met een kloppend hart blijf ik op een afstand van den „onbekende". Hij verdwijnt door een deur. Rap volg ik hem en daar zijn wij bij het hek. In het halfduister zie ik een dikke Duitser staan. Mijn voorganger passeert hem en mompelt iets van „ziekenverzorger". Nu ik. Kalm blijven en als het licht van een zaklantaarn me beschijnt, laat ik goed mijn armband zien en kakelt iets als „verband halen, kom zo terug" en daar gaat ie. Het jubelt in me, het is gelukt. Vrijheid. Mijn onbekende vriend heeft er flink de kuiten in gezet, bang met mij gepakt te worden. In een sTaatje verderop wacht hij op mij. Ik kan hem alleen de hand drukken. Dank. Van Kampen naar de onderwereld. Kerstnacht. Half vier. Een strak-blauwe vries- hemel. Schemerduister. Wij staan in Kampen op de perrons en wachtenOnze stemming is, evenals de temperatuur, ver beneden het vriespunt. Midden in onze eerste normale nachtrust op di* ellendige transport zijn we opgeschrikt, overeind gebulderd, buiten in de felle vorst gezet, al meer dan een uur nu. Wij laten met ons doen, zijn murw na dagenlang gebrek aan rust, aan voedsel, aan enige zekerheid. Gelaten wachten we. Nu en dan klinkt langs de donkere mensenrijen een lied, uitdagend, een laatste machteloos verzet. Het vindt geen weerklank. Het kerstlied, dat ons steunde in de rijnaken, klinkt hier troosteloos. We mompelen, zwijgen, wachten.uren.We zijn reeds lang koud tot op 't gebeente. Dan, eindelijk, komt er een trein. Gelukkig, geen vee wagens, gaat het door me heen. We moeten instap pen, er in klimmen, natuurlijk net langs de ver keerde kant. De coupée's, grauw en verveloos, worden met veel snauwen en vloeken volgepropt. De trein is even koud als de perrons, de ruiten zijn dik bevroren. Ik zit gedoken in twee jassen, deken om de benen, deken voor het tochtende portiertje. Het helpt niets. Kort voor de dageraad komt de trein in bewe ging. Waarheen? - „De streep over" - weten we zeker. Onze schaarse humor krijgt een bittere bijsmaak. Eén onzer noteert stationsnamen voor zijn dagboek. Hij ontdooit een stukje bevroren ruit en ziet langs de spoorlijn bomgaten. Zwolle! We .stoppen een tijd... rijden weer. We gaan eten, kauwen traag het oudbakken brood, drinken een slok water. Mijn voeten worden gevoelloos. We passeren Heine en later Raalte. In Nijverdal zien we mensen naar de kerk gaan. O ja, 't is van daag Kerstfeest. Het troost ons niet, maakt ons ook niet bitter. In ons hoofd zoemt nog slechts één onuitgesproken gedachte: De grens over, Duitsland in. En dan Niets, een zwarte leegte. De trein stopt. Waar? Net Wierden voorbij, zegt de dagboekschrijver. Wierden, dat zegt ons niks. We staan stil. Waarom? Die vraag laat ons koud. Een kwartier langer in Holland, dat is het enige voordeel. Een schrale troost. Plots een luid geroep. Iemand holt voorbij. „Er gaat er één vandoor" zegt een onzer en rukt het raampje neer. Een ogenblik steekt hij zijn hoofd buiten de trein. „We worden beschoten.We schrikken op. Motorgeronk. Ik trap de dekens van me af, ruk aan de knop, ben het eerst buiten. Als een flits zie ik een vliegtuig in scheervlucht langs de locomotief draaien. De mitrailleur ratelt. Ik druk me op de grond, spring over een sloot en ren, spring over prikkeldraad. Weer de mitrail leur. Ik duik, trek als bescherming een zak over de draad naar me toe. Achter me kreunt iemand. Aangeschoten? Ik boJ verder. Er klinken geweer schoten in de verte. Wij vluchten tussen een paar boerderijtjes- En nu? Terug... of weg? M'n gedachten beginnen weer normaal te functioneren. Ik aarzel en weeg m'n kansen. Achter me heel in de verte de trein. Terug? Neen. Iemand zegt tegen ons: Hier kun je wel duiken. Iedereen zal je voorthelpen. M'n laatste aarzeling is weg. Vreemd kalm wandelen we een bospad af en ik geniet van het prachtig sneeuwlandschap. Vrij. We zijn met drie man. Een jonge boerenvrouw neemt ons in huis. De kachel.voor 't eerst worden we warm. Dan wassen, scheren, eten. We vertellen, worden voortgeholpen, van boer tot boer. In Daarle vinden we voorlopig een veilig onderkomen, achteraf in het heideland, 's Avonds ongeveer 7 uur haalt een jonge man ons zwijgend af. Hij heeft plaatsen voor ons. Dat is de ondergrondse, die helpt, zwijgend, als vanzelfsprekend. Half acht ben ik in een boe rengezin met zeven kinderen opgenomen als oudste zoon. Die nacht slaap ik veilig, „ondergedoken" in het hooi op de hooizolder. Een wondere eerste Kerstdag. In Duitsland. Aankomst in Bennungen. Oudejaar 1944. Alles ligt onder de sneeuw. We stappen uit de trein in Bennungen, een dorpje in Midden-Duitsland. En vijf minuten later zitten we in de gemeente-herberg, waar ons „lager" gevestigd is. We zitten weer op stoelen, bij een brandende kachel. En er is electrisch licht. Alles ongekende weelde. Ons bed kunnen we nog niet opzoeken. Ze hadden nog niet op ons gerekend. De volgende dag moeten we zelf de „bedden" vullen met houtwol. Nu slapen we van Oud op Nieuw met ons hoofd op de armen. Als we wakker worden, stijf van de gedwongen houding, is het 1945. En we denken aan thuis. Naar de Bahn. Na een korte periode van werken in Wickerode, een dorpje vlak bij B., moeten we naar de „Bahn". De Bahn is het station in Nordhausen. In 't pikkedonker uit de (hout)wol, want de trein gaat om 5 uur. Een kattewasje onder de pomp, een slok koffiesurrogaat en daar gaat de stoet. Slof, slof, gaan onze klompschoenen. Deze krijgen later heel lelijke namen. Want ze maken je hielen kapot -je sokken zijn het allang - en die gaan dan zweren. We zijn gauw bij het station. Pas op die sloot! Laatst is er iemand in het donker ingelopen. Maar dat was ook een schoolmeester en dat zijn niet van de handigsten, zegt men. Resultaat: kletsnat, bril kwijt en hoed kwijt. Wie gaat er nu ook met een hoed op naar Moftrika! Moet je schoolmeester voor wezen. Enfin - hij had een paar dagen vrij. En dat is ook wat waard. Want je werkt er wel niet hard, maar je bent meer dan het wijzertje rond op de been. En in de kouWant de wind heeft er vrij spel. Hij buldert er soms net zo hard als Fuhrmann. Fuhrmann is onze „opperbaas". Het is een brulaap. Dat zeg ik nu niet, om hier nu eens ongestraft een Mof uit te schelden. Nee, het is inderdaad een brulaap; „Hoch, rück!"... We moeten tegen rails aanslaan met een ram. We moeten grind laden en lossen. We moeten grind op een vork schudden, zodat de kleine steentjes er tussendoor vallen. We moeten een „Winde holen". We moeten een dun laagje sneeuw weg scheppen, voordat de zon het doet wegsmelten. We moeten dit en we moeten dat. En - we doèn t ch zo'n miserabel klein beetje. We rusten toch zo dikwijls. We begrijpen de edele Germanentaal vaak zo slecht, al worden we nog zo aangeblaft. We zeggen wel: Ja, ja, maar we snappen toch zo weinig. We gaan wel vaak naar de W.C. Dat is eens wat anders. En die is altijd bezet! Dan sta je soms met drie man te wachten. O wee, als Fuhr mann dan komt. Berg je. Dan is hij net wild. Eens vraagt hij de naam van één, die staat te wachten op z'n beurt. Die zegt: „Janus Tulp!" En we lachen, we lachen, als hij noteert: „Janus Tulp", 's Middags probeer je een snee droog brood te roosteren of een schijf rauwe aardappel te bakken op het gammele fornuis in de keet. We zijn blij als het luchtalarm is. In een oog wenk zijn we allen van het werk weg, het veld in. De bazen lopen het hardst. Die „Tiefflieger" zijn gemene dingen. Onverwachts duiken ze neer en flitsen hun mitrailleurkogels. Tot op een dag, 3 April, het plotseling menens is. Weer alarm. Weg! Vlug! Brandbommen vallen. Andere bom men. Mitrailleurs knetteren. Motoren loeien laag. We liggen tussen de bommen. En als het voorbij is, ben je vuil, bemodderd. Je bril is weg, je horlo ge, je dagboek, dat je altijd bij je draagt, je bent versuft. Maar - je leeft! Goddank, je leeft! Nu, maanden nadien, denken we terug aan degenen, die niet meer leefden na deze aanval en na zoveel andere bombardementen. Die hun leven lieten in het verre land. Ze liggen daar begraven, in den vreemde. Ook jongens van Flakkee. Som migen hebben zelfs geen graf misschien. En je denkt: „Waarom heeft God mij gespaard?" Op het dorp. 's Zondags zingen we een psalm en we gaan wel eens naar de Lutherse kerk in B. waar het verschrikkelijk koud is en.leeg. Je bent „thuis" en je zit op je krib en je leest voor de zoveelste keer een brief van thuis (als je zo gelukkig was er een te krijgenen je zit te kijken naar de foto van vrouw en kind. Maar dat is een kwaad werk. Of je gaat het dorp in: bietsen, d.w.z. je bedelt: brood en koeken en aardappels. Sommigen kunnen het goed. Je zegt: „Bitte" tegen de moffen, als je honger hebt - en als ze je dreigen met de hond of de S.S., dan zeg je wat anders, maar zachtjes. Ja, ja, zo is het leven.Tot - kort na 3 April - we vrij zijn! We hebben buiten geslapen, in de bergen, de nacht voor de Amerikanen komen. Want we zouden op 't laatste ogenblik nog ver voerd worden naar hét Oosten. Maar dan komen de Yankee's. Ze razen met hun machtige tanks door de Harz. Je rookt met z'n vijven of zessen samen de eerste Chesterfield! Je bent vrij! Nog een paar weken wachten, ongeduldig wachten, waarin we vaak het Wilhelmus zingen en Sarie Marijs en Aan het strand stil en verlaten, weken, waarin we telkens méér gaan verlangen en niets meer zien van de schitterende omgeving, maar terug willen naar Flakkee, naar ons geïnun deerd Flakkee, waar de bomen dood zijn en het land grauw en grijs, maar.waar toch ons hart naar uitgaat! En dan komen op een goede dag zware vrachtauto's met Neger-Amerikanen aan het stuur en ze rijden ons in razende snelheid naar Holland, naar huis! Onderstaand gedicht ontvingen we van Mevr. VINK—OUWENS te KAMPEN, met de vraag of het geplaatst kon worden. Gaarne willen we aan haar verzoek voldoen, Mevr. Vink-Ouwens heeft verscheidene ontvluch te Flakkeese mannen geherbergd. O.a. ook Piet Slis en Willem Vis van Heemst, die toch nog dooi de Duitse terreur gevallen zijn. Een en twintig December 1944. Was 't een droeve dag voor heel Flakkee Toen klonk het ruw bevel der moffen Alle mannen moeten met ons mee Van zeventien tot veertig jaren Staan 10 uur met pak en zak op straat De vrouwen moeten binnen blijven Ieder sprak er van en vroeg om raad Niet melden,,., laten wij onderduiken Men wist het niet - goede raad was duur Toch de tijd verstreek.en niemand ging er Zoo stond de mof omstreeks 10 uur Toen kwamen er andere bevelen Er werd gedreigd met brand en moord Toen gingen de Flakkeesche jongens Als vee in schepen droef aan boord Die narigheid een ieder weet het En nooit vergeten zij dien tocht Over 't IJselmeer naar 't stadje Kampen Voor hen werd Heutzkazerne uitgezocht Vol met geweren rondom wachten Een snauw, een grauw en veel geweld Bij een enkele mof kon je soms ontvluchten Voor polshorloges en veel geld De eerste groep bleef er slechts üren Werd toen vervoerd naar Moffrika Het was toen 1ste Kerstdag 's morgens Allen zongen „Vrede op aard" op de IJselka Bij Almelo het dorpje Wierden Werd er geschoten op den trein 3 jongens lieten toen hun leven En vele gewond vol smart en pijn De andere dag kwam er in Kampen Een auto met heeren van Flakkee Zij brachten, 't was haast niet te gelooven 200 ausweisen voor ze mee De jongens, die zoo'n briefje kregen Gingen opgewekt en blij naar huis Weg van kazerne, vol ellende Weg van het brute mofgespuis De andere moesten verder trekken Ja sommige heel ver Duitsland in Toch lieten zij den moed niet zakken Want jammeren had nu toch geen zin Ruim een half jaar lang moesten zij daar blijven Eer Duitsland was gecaputaleerd Ieder was in spanning bij hun thuiskomst Wie, ach zeg, wie is niet terug gekeerd? Helaas, veel lieve goede vrienden Keerden niet terug naar huis en haard Stierven ginder ver weg in den vreemde God den Vader nam hen bij zich thuis Wil dankbaar en tevreden wezen Gij, die gespaard bleef en gezond Hoevelen?.ze zijn niet te tellen Werden geestelijk ziek en erg gewond Een en twintig December 1945 Leven wij allen in gedachten mee Een jaar terug... alles vol ellende De razzia van Goeree en Overflakkee. Mevr. VINK-OUWENS. beschadigde opstallen te herstellen in den toestand, waarin zij vóór de beschadiging verkeerden on-j beantwoord blijven. Teneinde te voorkomen, dat bij die opname schadegevallen worden vergeten, dienen belang hebbenden zich in verbinding te stellen met den Burgemeester van de plaats hunner inwoning. Degene, die reeds eerder het formulier A1 heeft ingezonden en als antwoord daarop een inschrij vingsnummer ontving, behoeft deze aangifte niet te herhalen. De aandacht wordt erop gevestigd, dat vorenbedoelde aangifte van de schade voor 1 Januari 1946 moet zijn geschied op straffe van het verbeuren van het recht op schade vergoeding. Het Hoofd Streekbureau voornoemd, G. TERLUIN. LANDBOUW» BOUWPLANNEN. De geïnundeerde landbouwers, die na daartoe tweemaal bezocht te zijn, hun bouwplannen nog niet overhandigden, kunnen deze plannen alsnog ter beoordeeling inzenden. Inzending dient te geschieden voor 1 Janu ari 1946 van beide bouwplannen, voorzien van onderteekening voor Goeree en Over flakkee bij den Heer J. L. Koert, kantoor Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst, Voorstr, A 253, Middelharnis. Na genoemden datum worden geen bouwplan nen meer ter behandeling aangenomen. De aan dacht van belanghebbenden wordt er op geves tigd, dat men slechts in aanmerking komt voor eventueele vergoedingen bij ondervonden teleur stellingen, indien gehandeld werd overeenkomstig de adviezen van den Rijkslandbouwvoorlichtings- dienst. Deze adviezen worden gegeven .door mid del van bovengenoemde bouwplannen. Door niet inleveren of tijdig inzenden kunnen geen adviezen worden verstrekt en aanvaardt men bijgevolg het financieel risico aan inzaaien verbonden. De Rijkslandbouwconsulent, Ir. C. W. C. VAN BEEKOM. AANPLANT VAN AARDBEIEN 1945. Destijds werd door ons in dit blad mededeling gedaan, dat het uitplanten van aardbeien in het najaar 1945 vrij kon geschieden, iniis de teler, zodra de aanplant had plaats gevonden, hiervan opgave deed aan de veiling, onder vermelding van de uitgeplante oppervlakte. Er kwamen slechts twee opgaven binnen. Naar wij vermoeden, dat meerderen tot aan plant van aardbeien zijn overgegaan en het in de bedoeling ligt, dat voor deze aardbeienteelt een teeltvergunning zal worden uitgereikt, wijzen wij belanghebbenden erop, dat de opgaven onder vermelding van de uitgeplante oppervlakte en volledige naam, adres en org.nummer van den teler vóór 28 December 1945 in ons bezit moeten zijn. Aan hen, die aardbeien uitgeplant hebben en daarvan geen opgave doen, zal geen teeltvergun ning worden uitgereikt, wat moeilijkheden ten gevolge kan hebben. Centrale Veiling Middelharnis Aanmeldingsbureau Oorlogs vrijwilligers Middelharnis. Ik verwijs naar den oproep van den Minister van Oorlog o.m. gepubliceerd in „Trouw" van Zaterdag, 15 December. Hieruit blijkt, dat alle geregistreerde Oorlogs vrijwilligers, ook' zij die geboren zijn in 1925, 1926 en 1927, alsnog in de gelegenheid worden gesteld - mits niet afgevoerd wegens afkeuring of politieke onbetrouwbaarheid - van eerste voor keur te veranderen, teneinde te worden uitge zonden naar Indië. Ook bestaat de mogelijkheid over te gaan naai de Gezagstroepen, die een taak hebben te ver vullen in Europa. Opgemerkt dient te worden, dat bij Lucht macht, Marine en Mariniers geen kans voor plaatsing is. Daar een en ander zijn beslag moet hebben gekregen op 29 December a.s., dienen gegadigden zich te melden vóór die datum. Mijn Bureau is daartoe alle werkdagen ge opend van 9-12 en 2-5 en 2e Kerstdag van 9-12. Het Hoofd A.O. Middelharnis, De Majoor, A. FOPMA. RECTIFICATIE. PUBLICATIE VAN HET STREEKBUREAU VOOR DEN WEDEROPBOUW VAN GOEREE/OVERFLAKKEE Ieder, die schade geleden heeft aan onroerende goederen tengevolge van oorlogsgeweld, van han delingen of maatregelen van den vijand of van oorlogsomstandigheden, is verplicht daarvan aan-1 gifte te doen door middel van het Enquête-formu- j lier A\ hetwelk verkrijgbaar is op elke gemeente- secretarie op het eiland. Het formulier moet na invulling worden inge- zonden bij de Schadc-Enquêtc-Commissie te Rotterdam, Schiedamschesingel 48. Aangezien de geleden schade wordt opgenomen vanwege het Streekbureau voornoemd kan beant woording van vraag No. 17 van het formulier (dit is het opgeven van de noodzakelijke kosten oni de PLAATSELIJK NIEUWS. MIDDELHARNIS. Veilingberichten. Telersprijzen met ingang van Dinsdag 18 Dec. 1945. Andijvie (glas) f 25; Boerenkool f 7,50; Kroten f 3,50-6; Roode kool f 9,50; Savoye kool (geel) f 9,50; Savoye kool (groen) f 9,50; Witte kool f 6; Peen zonder lof f 5-12,50; Postelein (glas) f 32,50; Prei f 10-13; Schorseneeren f 15-22; Spruitkool f 26; Uien f 9,50; Witlof f 40; Sjalotten f 14; Ramenas f 4; Koolrapen f 4; Veldsla f 24; Fruit: Appelen f 17-69; Valappelen f 5-12; Drui ven f 130-200; Peren f 17-64; Kroet- en valperen f 5; alles per 100 Kg. Bosselderij (glas) f 8,50; Glaspeterselie f 9,50; Alles per 100 bos. Knolselderij f 3-11,50 per 100 stuks. Vrijdag, 21 December om 7 uur, hoopt in de Ger. Gemeente voor te gaan Ds. Ligtenberg van Vlaardingen. In een vergadering van alle onderwijskrach ten van Goeree-Overflakkee werd besloten om zo mogelijk in Februari een paedagogische conferen tie te houden. Ds. de Jong van 's Gravenhage werd be roepen als predikant in de Chr. Geref. Kerk, al hier. A.s. Zaterdag zal in de Consistorie-kamer der Hervormde Kerk een streek verga dering ge houden worden van de Bond van Ned. Herv. Knapenverenigingen op Ger. Grondslag. J.l. Maandag sprak in Hotel Meijer voor het Wetenschappelijk Genootschap Dr. Ir. F. Bakker Schut, van V Gravenhage over het Annexatie probleem. Helaas kan het verslag wegens plaatsgebrek in dit nummer niet worden opgenomen. Burgerlijke Stand. Ondertrouwd: Frederik Wervers, 32 j. en Dina de Korte, 27 j.; Klaas Mulder, 23 j., te Sommelsdijk en Wilhelnuna Peeman, 28 j.; Johannis Dubbeld, 26 j. en Francina Driesse, 25 j.; Leendert Bakker, 27 j., te Dirksland. en Maria Geluk, 23 j. Gehuwd: Frederik Wervers, 32 j. en Dina de Korte, 27 j.; Deszö Bund, 39 j. en Leendrina Johanna van der Est, 23 j.; Klaas Mulder, 28 j., te Sommelsdijk en Wilhelmina Peeman, 28 j. Overleden: Johannis Vroegindeweij, 1 j., z. v„ Dammis Vroegindeweij en Laurina Los; Glijn Cornells van den Hoek, 68 j„ echtg. van Adriana Cornelia van den Hoek; Janna Hanson, 71 j„ wed. van Pieter Cornells Appel; Marinus de Waard, 6 j., z. v. Jacob de Waard en Pietertje de Bruin; Wouterdina Severon, 70 j., wed. van Halle Wer vers; Dirk van Baaien, 91 j„ wedn. van Maria Kanaar; Leendert Osseweijer, 69 j„ echtg. van Cornelia Oudzegel. SOMMELSDIJK. Onze dorpsgenoot, de Res. Kapitein, A. Fopma, is bevorderd tot Res. Majoor. VERSLAG van dc vergaderingvan den Raad der gemeente SOMMELSDIJK, op Dinsdag l Decem ber 1945, des middags to drie cn een. half uur. (Slot). De Raad spreekt zich uit voor een algolieelc wijziging van het rlolccringsstclscl. Een crediet wordt verleend van 80.000,Nadere plannen zullen worden overgelegd. Een geldlconlng zal worden aangegaan. De Raad verleent machtiging aan Burgemeester c» Wethouders op gelijke wijze als onder punt 2 is verleend. 4. Bespreking Ifcbouwingsregeling bebouwde kom der gemeente Sommelsdijk. Dc Voorzitter wijst op de noodzakelijkheid, dat er een plan komt waaraan men zich kan houden bij eventueele verbouw In «Ie gemeente. De Meer Blok acht dc regeling veel te ingrijpend. Hij wijst b.v. op dc plannen met betrekking tot tie Weeshuis- straat en dc Nleuwstraat. De lieer Ie Comte is bet daarmede eens, hij wil het plan maar Ineens van dc baan doen, liet ruikt naar de studeer kamer. De Heer Snellcman geeft verschillende technische toe lichtingen. De bezworen van de iiecrcn Wok en le Comte worden door een overgangsbepaling ondervangen. Voor liet geval een woning inoclit worden verwoest door brand of anderszins in een rij woningen, die volgens <le regeling moeten komen tc vervallen, dan zal onder bepaalde voor- Waarden toch herbouw mogelijk zijn. Na uitvoerige bespreking wordt besloten, dat liet plan kan worden vastgesteld zooals bet Is ingediend, except dc Vastgestelde breedte van den Enkelen Ring bij de wagen- boour". zulkl in verband met dr tegenwoordige duurte. Dc rekening wordt goedgekeurd. 7. Begroot mg Burgerlijk Armbestuur en Weeshuis 1940. De Heer van Nimwegcu adviseert namens de Commissie van onderzoek lot vaHMeHing. Hij wijst er op, dat dc cijfers erg krap genomen zijn, bij dc bedeeling ware rekening te houden met den verhoogden Icvenstandaard. Dc bcgrooting wordt goedgekeurd. 8. Begrooting üusjabrlek Ï946. De Heer Butli adviseert namens de Commissie van onderzoek tot goedkeuring. Enkele inlichtingen worden gevraagd, welke door wethouder Dijkers worden verstrekt, De begrooting wordt goedgekeurd, y. Wijziging gemeente-begroot ing J943. In verband met een brief van den Commissaris der Provincie d.d. 12/15 October l'J43, waarbij dc bcgrooting 1913 met opmerkingen wordt teruggezonden, bieden Burgemeester en Wethouders een ontwerp-bcsluit aan tot wijziging van die bcgrooting. De Voorzitter licht toe, dat geleidelijk aan de financièelc achterstand zal worden ingehaald. De aandacht moet voor namelijk gevestigd zijn op de rekeningen. Er komt aardig schot in bet werk, maar wij zijn nog lang niet waar wc wezen moeten. Wat dit besluit betreft: deze zaak had reeds lang kunnen en moeten zijn afgedaan. Dan hadden wij ook niet meer gestaan voor bet feit, dat wij nu een besluit moeten nemen tot wijziging van een begrooting, waarvoor wij goen verantwoording kunnen dragen. De Heer Blok wijst er op, dat deze wijziging geen ver band houdt met ccnig raadsbesluit. Ze is door den Burge meester indertijd onder eigen verantwoordelijkheid vast gesteld. Er zijn principiecle zaken in bet geding, waaraan hij a/s raadslid nooit zou li/oben medegewerkt. Hij noemt als voorbeeld dc belooning-politiek, die gevoerd is. De benoeming van een N.S.B.-er tot tweede gemeente-werk man. Wanneer hij dan ook zijn stem aan dit wijzigings- bcsluit zal geven, dan wil dit volstrekt niet zeggen, dat bij met deze en dergelijke dingen instemt of daarvoor eenigerlei verantwoordelijkheid aanvaardt. De Voorzitter zegt, dat de begrooting 1943 is vast gesteld door den Burgemeester. Hij wil deze wijziging uit sluitend zien aJs een formeele zaak om tot een afwikkeling van zaken le komen. Wethouders Dijkers wijst er op, dat Burgemeester en Wethouders nog dieper de bezwaren hebben gevoeld, welke door den Heer Blok naar voren zijn gebracht. Nimmer zijn ze gedurende den bezettingstijd door den Burgemeester geraadpleegd geworden in zaken van het bestuur der gemeente. Het besluit wordt vastgesteld. 10. Benoeming lid Commissie van Beheer Gasfabriek in vacature ontstaan door het overlijden van den heer M. Joppe Jzn De Heer le Comte wordt benoemd met 7 stemmen, op den Heer Grootenboer worden uitgebracht 3 stemmen, 1 stem blanco. De Heer le Comte neemt de benoeming aan. 11Benoeming plaatsvervangend lid Commissie van Beheer Gasfabriek in vacature ontstaan door de benoeming van den Heer J. le Comte tot iid der Commissie. De Heer J. Blok Mzn. wordt als zoodanig benoemd met 6 stemmen. De Heer Grootenboer verkrijgt 3 stemmen, de Heer van Guiik 1 stem en de Heer van den Doel 1 stem. De Heer Blok neemt zijn benoeming aan. 12. Vaststelling verordening tot heffing van haven- en kaaigetd. Burgemeester en Wethouders bieden deze verordening opnieuw ter vaststelling aan. Ze is gelijkluidend aan de vorige, waarvan de goedkeuring met ingang van 1 Januari 1945 is afgeloopen, except artikel 6 der oude verordening, waarvan de inhoud kon vervallen, omdat het faciliteiten toekende aan schepen van dc Duitsche Weermacht. De verordening wordt vastgesteld. 13. Benoeming onderwijzers aan de Opcnb. lagere school. De Voorzitter deelt mede, dat er een paar sollicitanten zijn voor onderwijzers aan de Openbare lagere school. Burgemeester en Wethouders vragen machtiging om over te gaan tot benoemingen opdat vooral geen enkele kans verloren ga, zulks behoudens nadere bekrachtiging door den Raad. De Heer van Gulik informeert naar de mogelijkheid om een woning toe te wijzen voor een gehuwden onderwijzer. De Voorzitter vindt het bezwaarlijk om een huis te vorderen. Overigens heeft die zaak zijn aandacht. De Heer Knape spreekt over de kolentoewijzing voor de Openbare lagere school. De Voorzitter geeft enkele inlichtingen. 14. Aangaan kasgeldlcening. Wethouders Dijkers licht het voorstel van Burgemeester en Wethouders t»e om een kasgeldleenlng te sluiten. Noodig is een kasgeldleening van plm. 50.000,in DIRKSLAND. Kies Orai: I Partij in oils volksleven". Hierna t van het onderwerp cn rondvraag Aan de Chr. ScllOoJ, aJhici 1946 benoemd: voor vast Mej. voor lijdelijk de heer L. de Bit HERKINdEN. Tot ond School, alhier, is benoemd de h: van Heinkenszand in de plaai wien ziekteverlof is verleenc Het ligt in het voornemen i der zalen van de oude pastori op te richten onder leiding van onderwijzer aan de Hervormde Ter kennis van diegenen, goeding voor ontruimde woninj wordt betaald, wordt gebracht, bezit te worden gesteld van deze tarie schriftelijk opgave moeten bankrelatie of gironummer December a.s. Er zit schot in. Naar veri deze gemeente voorzien worden ding door middel van autobus de gemeente Middelharnis, he gemeente een ware uitkomst zal dig de eerste rit gemaakt word MELISSANT. Dinsdagava Zangvereeniging „Con Amori eert. De opbrengst van deze goede aan „Het Groene Kruis' De aloude Kerstliederen zooaL „Nu zijt wellecome", „De ruischt langs de wolken" werd- gevoerd. Vioolsolo's met orgelb den de zang af; zij werdpn goe Juffrouw Carrière las enkele De tot slot uitgevoerde Kerst waardig slot van dezen avond. S;' orgelbegeleiding wedijverden het beste te geven; de bassen w; De Voorzitter dankt de aanw groote aandacht, terwijl dc dires doet op de aanwezigen om als Namens „het Groene Kruis" Huisman in hartelijke bewoord „Con Amore" dezen avond ten had: kunst die op zeer hoog pe de steun die de kas der vereemg; ving. Voldaan keerden aileti hui schoone avond. Voetbal. Ondanks hei de v.v. „Melissant" Zaterdagmi 't veld; ons 1ste toog naar G.S.V en won met 5-3; het 2de spé „Prins Bemhard 2" en won n verloor van Dirksland 3 met f Zaterdagmiddag 22 Dec. spr tegen D.V.V. 2. Aanvang 2 uu 2de Kerstdag vinden op Me: strijden plaats, waaraan 4 c!ub: De Heer en Mevrouw BLAMAART-DE JAGER geven met blijdschap kennis van de geboorte van hun Zoon BOUDEWIJN ADRIAAN AREN. OUDELANDE (Z.), 6 Dec. 1945. De Heer en Mevrouw VAN DER PLOEG DE JAGER geven met blijdschap kennis van de geboorte van hun Zoon RICHARD. SWAKOPMUNT, S.W.A., 19 Aug. 1945. Met dank aan God geven wij door deze kennis van de geboorte onzer Dochter LENA ARENTJE (Lca) C. v. d. LAAN J. v. d. LAAN-DE VOS. SOMMELSDIJK, 14 Dcc. 1945. Ringstraat B 249. Met groote blijdschap geven wij U kennis van de geboorte van onze Dochter NEELTJE (Nellie) P. KOSTEN C. KOSTEN-KORV1NK. OUDE TONGE, 6 December 1945. le KERSTDAG 1945 VERLOVEN; CORRIE BARNAT en JAAP VAN LOON OUDE TONGE, Julianastraat 02 Kerkring 4 (tijdelijk Hoofdstr. 108, Driebergen) Thuis: le Kerstdag2.304.30 u. Julianastr.62. VERLOOFD: JO NOORDZIJ en W1M BOEKHOVEN. 1JMU1DEN, Roemerstraat 4. .SOMMELSDIJK, St. Joris Doclstraat A 205. Kerstmis 1945. VERLOOFD: S. M. FLUIT en A. M. BORN OUDE TONGE, Zuiddijk 3 M 21 Dcc. 1945. SOMMELSDUK, Ring A 380 M RIEK KADIJK G. W. H. ESSEL1NK Dzn. BROEK OP LANGEND1JK, 351. MIDDELHARNIS, W. Achterweg A 1S9. 1 Januari 1946. VERLOOFD: WILLY OSSEWEIJER cn ANTON SCHREY OUDE TONGE, Molenweg 30. ROTYERDAiM (Blijdorp), Nobclstraat 112 d. Woensdag 19 December 1945. In plaats vnn kaarten. VERLOOFD: J. MALIEPAARD Jd. cn J. KRANSSE Jz. SOMMELSDUK, 20 Dec. 1945. Met Kerstmis 1945 hopen zich tc verloven: t ET AARTSEN CO BOEKHOVEN DIRKSLAND, Molendijk A 349. MIDDELHARNIS, Langcwcg C 284. DINI VERWATER en GERARD HANSLLAAR TILBURG, Ringbaan Oost 13 G. "I 2de STELLENDAM, Kroningspolder -» Kerstdag. VERLOOFD: GRETHA ZONNEVELD en CHRIS HOEK PERNIS, Aturraystraat 32 A. OUDDORP, Hazersweg 610 A. Kerstmis 26 Dec. 1945. Michael Anthonius Peri Nelly Peeman geven kennis van hun voorgenomen Huwe lijk, waarvan dc voltrekking zal plaats hebben op S Januari 1916. Huwelijksinzegening in de Kerk van Maria ten Hemelopneming. waarna om half tien dc gezongen Huwelijksmis. DANA. Canada MIDDELHARNIS '8 Dcc. 1945. Oost-Havendijk E 22 Toekomstig adres: DANA, Canada. CORNELIS D. PRINS en GEERTRUIDA C. v. d. SLUIJS geven U kennis van hun voorgenomen huwelijk, waarvan de voltrekking D.V. zal plaats hebben op Donderdag 10 Jan.'a.s. Huwelijksbevestiging des nam. 3 uur in de Gercf. Gemeente tc Stad aan 't Haringvliet, door den Weleerw. Heer Ds. Bel van Dirksland. BEUSICHEM, Einde B 147. OUDE TONGE, Kerkring 8. Toekomstig adres: Beuslchem, Einde B 147. ONDERTROUWD: COR VAN HEUKEL1NGEN en LENA KOESE MELISSANT, 19 Dcc. 1945. Achterweg 286. Molendijk 309 A. Huwelijksvoltrekking Woensdag 9 Ja». Toekomstig adres: Molendijk 309 A. GETROUWD: H. J. LYSEN cn ADA VAN OUDGAARDEN De Heer en Mevrouw LYSEN-VAN OUD- GAARDEN zeggen hierbij, mede namens wederz. ouders hartelijk dank voor de vele blijken van belangstelling bij bun huwelijk ondervonden. •s-HERTOGENBOSCh, 20 Dcc. 1945. Ophoviuslaan 12. Tandarts SYPKENS, Middelharnis houdt Donderdag 27 December noch te MIDDELHARNIS. noch te DIRKSLAND spreekuur Met diep leedwezen geven wij kennis van liet overlijden van onze leerlinge NELLIE HAMEETE, in de ouderdom van ruim 7 Jnnr. Troostc God dc diepbedroefde familie. Personeel en teerlingen der Chr. School tc Dirkstand.

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1945 | | pagina 2