A
«iag voorbij.Midden in de donkere dagen voor
Kerstmis viel de avond vroeg en ieder zocht een
zo goed mogelijke slaapplaats. Niet te nauw kijken,
want je was onderduiker, armoelijer, genoegen
nemen met dat wat er was. Ondanks dat bleven
we optimist, want We waren immers nog vrij.
De slaap bracht rust. Neen, niet allen sliepen.
De kou drong door tot in landhokjes en stro-schel
ven en weerde de slaap. En de nacht duurde lang,
erg langDiezelfde avond tekenden zich tegen de
hemel een rode gloed af. Brand! Hoe en wat?
Ieder gistte en bracht het in verband met het
schrikbewind van den gehaten mof. De volgende
dag zouden de verhalen, die hierover de ronde
deden, met slechts eeu kern van waarheid, velen
de moed benemen langer onderduiker te blijven.
Die volgende dag. Berichten werden binnen
gebracht, gedrukt op een vodje papier, rondge
strooid door den mof, want- de buit was al té
gering; melden moest men; nogmaals werd „groot
moedig" de gelegenheid geboden, vrijwillig te
komen; moord en brand zouden 't gevolg zijn van
wegblijven. Velen gingen - aangespoord door
familie, klein gemaakt door de bedreiging; ze
verlieten schuilplaats en vrienden, die ondanks
dat alles durfden doorzetten, hoewel er angst was
in ieders hart. De meedogenloze durfde immers
z'n bedreiging ten uitvoer te brengen!
Die dag! Moeilijkheden en spanning. Hoeveel
hadden er een goede schuilplaats? Waar men zich
gisteren veilig waande, durfde men vandaag niet
blijven, nu nogmaals, het wzaard van de drijfjacht
boven 't hoofd hing. Anderen hadden aan den lijve
ondervonden, in de voorbijgegane slapeloze nacht,
dat in dit jaargetij het open veld niet geschikt
was voor langer verblijf.
Nog anderen werden gedwongen van onderko
men te veranderen, daar zij, die het hun verschaf
ten, bang werden voor have en goed, zelf „melden"
gingen, beducht voor 't nieuwe gevaar.
Grote woorden, felle bedreiging brachten den
den vijand het gevvenste resultaat. Dat was ons
lichtpuntje. Na enige tijd konden we ons vrijer
bewegen, durfden op straat te verschijnen, met
valse ausweisz of afkeuringsbewijs, dat evenmin
in orde was. Spanning bleef er. Vele oorzaken
konden ons alsnog ten val brengen. Tot... de
capitulatie ons de begeerde volledige vrijheid
bracht. Dank aan allen die ons voorzagen van al
't nodige, die ons herbergden. Dank bovenal aan
God, in Wiens schuilplaats wij waren gezeten!
Ook dit nemen we zoals het is, het wordt wel beter.
In Kampen kotnt de verlossing. Het is al weer
morgen, le Kerstdag.
FlakkeeKampen.
„Voorzichtig, joh, anders ga je". Zwevend in het
pikdonker tussen wal en en schip, klauter ik met
pakken beladen het smalle laddertje af. Gelukkig,
wij zijn behouden in het ruim aangekomen. En nu
zoeken naar een fijn plaatsje, waar we ons heerlijk
kunnen neervlijen. Die illusie wordt ons echter
spoedig ontnomen. In de verte zien we het licht
van een kaarsje. Automatisch gaan we daar op af.
Licht.gezelligheid, rust. Schuifelende gaan we
verder. We zien niet veel, maar wat we kunnen
onderscheiden, doet ons niet opwekkend aan.
„Trappelende" mannen, die hun verkleumde voe
ten op deze manier trachten te verwarmen. De
betonnen vloer doet dan ook je" botten tot in het
merg verstenen. Hier en daar zitten enkelen in
elkaar gehurkt op hun pakkage, diep weggedoken
onder een deken. Welterusten! Moeten we hier
blijven? Geen banken, geen stro! Voorwaar geen
aantrekkelijk schouwspel. Sommigen zoeken een
steuntje tegen de wand. Ze komen er ech'er spoe
dig op terug, want door modderig, kleverig kolen
stof, veranderen ze gauw in een zwarte piet. Bij
het kaarslicht gekomen, hebben we geluk. Achter
een stapel munitiekisten liggen enkele planken,
die nog niet ontdekt zijn door de andere vrienden.
Vlug zijn ze veroverd. Het is wel een nauw hokje,
maar we kunnen er net met zijn drieën in. Lenend
tegen elkaar, de dekens om de benen, zijn we wat
blij met ons plaatsje.
Lieverlee verstommen de gesprekken, alleen het
eentonig getrappel blijft de hele nacht doorgaan.
In gedachten verzonken denken we aan thuis. We
hadden gemopperd over het „drijvertje" en de
kachel, die zo vroeg in de avond uit moest. En nu
Och, we nemen het zoals het is. De zorgen over
vrouw en kinderen zijn groter. In de verte horen
we zingen. Dromen we? Horen we in gedachten
de gezellige klanken uit de huiskamer? Neen, van
het schip naast ons, klinken zware mannenstem-1
men. „Ere zij God in den hoge, vrede op aarde.
In deze ellende God loven. Het is wonderlijk.
Allen ontroeren, allen zingen mee. Het troost en
brengt een warme sfeer in onze kille ellende. De
nacht gaat voorbij en als de eerste zonnestralen
onze verblijfplaats gaan verlichten, zijn we al
voorbij Rotterdam.
Het is prachtig weer, koud, maar zonnig. Ieder
moet nodig „wat" doen. Een uitkomst zoiets,
want dan mag je even op dek. In een rij wachten
we bij de ladder op onze beurt. Er is één grote
W.C. en dat is de Lek, hangend over de reling.
Koud, maar je geniet van het prachtige, rustige
landschap.
Vreeswijk, we zijn dicht bij het front. Een
ogenblik ondervinden we het. Vliegtuigen ronken
hoog in de lucht. Het afweergeschut van de boo:
komt in actie. Het heerlijke plaatsje achter de
munitiekisten wordt even onbehaaglijk. Gelukkig
is het spoedig weer voorbij, 's Avonds laat komen
we in A'dam aan. In een grote loods worden we
gebracht. Honderden mannen liggen te slapen.
Heerlijk, stro! Als ratten hollen we naar een open
plaats, schrapen wat stro bij elkaar, al is het door
het vele gebruik nog slechts kortsel, en dan...
maffen. Warmte! al trok een ijskoude tocht langs
de vloer- De andere morgen. Zondag. Heerlijk
blijven liggen? Het mocht, maar nu waren we vies
van het bedje, waar we gisteren zo blij mee waren.
We wandelden door de grote bananenloods. Tel
kens zien we kennissen. Het doet ons goed, het
brengt een vertrouwelijker sfeer. Het is een be
trekkelijk gezellige ZondagWe worden met rust
gelaten en krijgen zowaar nog een warm hapje
eten. Het meest treft ons echter de kerkdienst.
Katholieken in de ene en de Protestanten in de
andere hoek. Voor ons spreekt een Hervormd
predikant uit Amsterdam. Wat was hij ontroerd.
In een doodse stilte lazen we zijn woorden van
troost en bemoediging van de lippen. Een goede
herder en een warm vaderlander. Bij zijn afscheid
zei hij: „Jullie werken toch zeker niet hè?"
's Avonds aantreden, wachten één uur, wachten
twee uren. Eindelijk, daar gaan we naar een schip,
iets vreselijks in onze gedachten. Tot onze ver
wondering brengen onze beschermers echter stro,
het kostbaarste ter aarde. Heerlijk, we hebben een
best plaatsje, languit liggend. Zo gaat het best.
Er worden echter steeds meer mannen het ladder
tje afgeduwd. Onze lighouding wordt zithouding
en deze tenslotte hurkhouding. Onze protesten
helpen natuurlijk niets. Nog meer er bij. In een
hartbeklemmende houding hangen we tegen el
kaar. Ik ben blijven zitten, maar 2 man hangen op
mijn benen, een koffer drukt in mijn lenden.
De dikke rug van de ene en de magere van een
andere: collega, leunen tegen mijn armen. Geluk
kig, mijn hoofd is nog vrij. ik kan nog lucht happen
al is het dan lucht dat al zoveel keren door een
ander naar binnen is gehapt. En, o wee, als er
iemand naar boven moet, aan wordt ook nog het
vrije gedeelte van je lichaam voor een ogenblik
bedekt. Rollend over de hoofden, wordt dan de
persoon in kwestie naar het laddertje voortgeduwd, i
De Van Heutzkazerne.
Tot in de nok zu dit oude gebouw vol, zelfs
de paardenstallen krioelen de mannen door elkaar.
Het is geen slechte verblijfplaats, voldoende stro
en binnen de omheining zijn we vrij. Duitsers zijn
er met veel, behalve de wachten, die rondom de
kazerne lopen, zie je er zo nu en dan een op de
binnenplaats. De W.C.'s waren zoals overal, de
bron van ergenis. Op je tenen wadend om geen
al te natte voeten te krijgen, tracht je een plaatsje
te veroveren. Je moet dan nog goed uitkijken,
waar je je voeten neerzet. En de rest - een boven
menselijke taak om geen ongelukken te maken.
We begrijpen wel dat Kampen de laatste pleis
terplaats in Holland zal zijn. Willen we nog ont
vluchten, dan moet het hier gebeuren. Velen lopen
met deze plannen rond. De grote vraag is echter:
„Hoe, waar en wanneer?" Enkele mannen kunnen
na lang gepeuter een deur open maken. Volgens
hun berekening moet deze deur uitkomen op de
straat achter de kazerne. En jawel, het is zo.
In één blik zien zij dat de kust vrij is en rttss daar
vliegen ze de vrijheid in. Als een lopend vuurtje
gaat dit nieuwtje van mond tot mond. Het geeft
den burger moed. Ook vrij? Dit gaatje is echter
spoedig gedicht. De wacht, die zeker een slippertje
had gemaakt, loopr weer regelmatig heen en weer.
Toch geven we de moed niet op. Een enkele glipt,
als de man met de spuit voorbij is, het deurtje uit,
de straat over en vindt in de huizen aan de over
kant een veilige haven. Die Kampenaars hebben
ons schitterend geholpen. Klaas zal het ook pro
beren. Als hij echter een stap buiten de poert
doet, ziet hij direct een spuit op zich gericht.
„Verloren", denkt hij. Met een meewarig gezicht
gaat hij aan het vertellen van vrouw en kinderen
en weet den soldaat een beetje teder te stemmen.
„Laat me doorgaan?" vraagt hij, „dan krijg je een
worst van me". De mof, in gedachten reeds smul
lend van een lekker Hollands worstje laat zich
omkopen. Nu gaat het echter niet, want geen
burger mag meer op straat, maar morgenochtend
Zal hij hem doorlaten.
Het Rode Kruis van Kampen mag de zieken
onder ons verplegen. Zij die niet „transportfahig"
zijn, worden naar een ziekenhuisje buiten de
kazerne gebracht. Wat hebben die doktoren het
druk. Een kriebeling in de keel is dyphterie, een
puistje een negenoog, een huidstoornis de besmet-
telijkste huidziekte. Als we afgekeurd worden, dan
mogen we misschien naar huis. Ontvluchting langs
deze weg zou echter laf zijn, want de doktoren
zijn persoonlijk aansprakelijk voor het aantal
Zieken. Niet één mag op het appèl ontbreken.
Toch hebben ook zij geholpen.
's Nachts word ik uit een heerlijke droom wak
ker geschud. Luister, morgenavond zal iemand
komen en je naam afroepen. Volg hem en doe „wat
hij zegt". Weg is „hij" weer, ik droom verder,
's Morgens herinner ik me de woorden nog vaag.
Het was zo wonderlijk, och een droom natuurlijk.
De dag brengen we weer slenterend door. Ieder
raam, iedere deur wordt bekeken of ze ons geen
redding kan brengen. Helaas vruchteloos, 's Avond
kruip ik maar vroeg onder mijn deken. Het is het
enige ogenblik, dat je even tot jezelf kan komen,
denkend aan thuis. Weemoedig verlangen. Plotse
ling word ik opgeschrikt, want wat hoor ik daar?
Mijn naamIn één sprong ben ik bij de deur, een
onbekende man drukt me een band van 't Rode
Kruis in de hand. „Volg me op een afstand. Word
je gepakt, dan ken je me niet". Met een kloppend
hart blijf ik op een afstand van den „onbekende".
Hij verdwijnt door een deur. Rap volg ik hem en
daar zijn wij bij het hek. In het halfduister zie ik
een dikke Duitser staan. Mijn voorganger passeert
hem en mompelt iets van „ziekenverzorger". Nu
ik. Kalm blijven en als het licht van een zaklantaarn
me beschijnt, laat ik goed mijn armband zien en
kakelt iets als „verband halen, kom zo terug" en
daar gaat ie. Het jubelt in me, het is gelukt.
Vrijheid. Mijn onbekende vriend heeft er flink
de kuiten in gezet, bang met mij gepakt te worden.
In een sTaatje verderop wacht hij op mij. Ik kan
hem alleen de hand drukken. Dank.
Van Kampen
naar de onderwereld.
Kerstnacht. Half vier. Een strak-blauwe vries-
hemel. Schemerduister. Wij staan in Kampen op
de perrons en wachtenOnze stemming is,
evenals de temperatuur, ver beneden het vriespunt.
Midden in onze eerste normale nachtrust op di*
ellendige transport zijn we opgeschrikt, overeind
gebulderd, buiten in de felle vorst gezet, al meer
dan een uur nu. Wij laten met ons doen, zijn murw
na dagenlang gebrek aan rust, aan voedsel, aan
enige zekerheid. Gelaten wachten we. Nu en dan
klinkt langs de donkere mensenrijen een lied,
uitdagend, een laatste machteloos verzet. Het
vindt geen weerklank. Het kerstlied, dat ons
steunde in de rijnaken, klinkt hier troosteloos.
We mompelen, zwijgen, wachten.uren.We
zijn reeds lang koud tot op 't gebeente. Dan,
eindelijk, komt er een trein. Gelukkig, geen vee
wagens, gaat het door me heen. We moeten instap
pen, er in klimmen, natuurlijk net langs de ver
keerde kant. De coupée's, grauw en verveloos,
worden met veel snauwen en vloeken volgepropt.
De trein is even koud als de perrons, de ruiten zijn
dik bevroren. Ik zit gedoken in twee jassen, deken
om de benen, deken voor het tochtende portiertje.
Het helpt niets.
Kort voor de dageraad komt de trein in bewe
ging. Waarheen? - „De streep over" - weten we
zeker. Onze schaarse humor krijgt een bittere
bijsmaak. Eén onzer noteert stationsnamen voor
zijn dagboek. Hij ontdooit een stukje bevroren
ruit en ziet langs de spoorlijn bomgaten. Zwolle!
We .stoppen een tijd... rijden weer. We gaan
eten, kauwen traag het oudbakken brood, drinken
een slok water. Mijn voeten worden gevoelloos.
We passeren Heine en later Raalte. In Nijverdal
zien we mensen naar de kerk gaan. O ja, 't is van
daag Kerstfeest. Het troost ons niet, maakt ons
ook niet bitter. In ons hoofd zoemt nog slechts
één onuitgesproken gedachte: De grens over,
Duitsland in. En dan Niets, een zwarte leegte.
De trein stopt. Waar? Net Wierden voorbij,
zegt de dagboekschrijver. Wierden, dat zegt ons
niks. We staan stil. Waarom? Die vraag laat ons
koud. Een kwartier langer in Holland, dat is het
enige voordeel. Een schrale troost.
Plots een luid geroep. Iemand holt voorbij.
„Er gaat er één vandoor" zegt een onzer en rukt
het raampje neer. Een ogenblik steekt hij zijn hoofd
buiten de trein. „We worden beschoten.We
schrikken op. Motorgeronk. Ik trap de dekens van
me af, ruk aan de knop, ben het eerst buiten.
Als een flits zie ik een vliegtuig in scheervlucht
langs de locomotief draaien. De mitrailleur ratelt.
Ik druk me op de grond, spring over een sloot en
ren, spring over prikkeldraad. Weer de mitrail
leur. Ik duik, trek als bescherming een zak over
de draad naar me toe. Achter me kreunt iemand.
Aangeschoten? Ik boJ verder. Er klinken geweer
schoten in de verte. Wij vluchten tussen een paar
boerderijtjes- En nu? Terug... of weg? M'n
gedachten beginnen weer normaal te functioneren.
Ik aarzel en weeg m'n kansen. Achter me heel in
de verte de trein. Terug? Neen. Iemand zegt
tegen ons: Hier kun je wel duiken. Iedereen zal je
voorthelpen. M'n laatste aarzeling is weg. Vreemd
kalm wandelen we een bospad af en ik geniet van
het prachtig sneeuwlandschap. Vrij. We zijn met
drie man. Een jonge boerenvrouw neemt ons in
huis. De kachel.voor 't eerst worden we warm.
Dan wassen, scheren, eten. We vertellen, worden
voortgeholpen, van boer tot boer. In Daarle vinden
we voorlopig een veilig onderkomen, achteraf in
het heideland, 's Avonds ongeveer 7 uur haalt een
jonge man ons zwijgend af. Hij heeft plaatsen voor
ons. Dat is de ondergrondse, die helpt, zwijgend,
als vanzelfsprekend. Half acht ben ik in een boe
rengezin met zeven kinderen opgenomen als
oudste zoon.
Die nacht slaap ik veilig, „ondergedoken" in
het hooi op de hooizolder.
Een wondere eerste Kerstdag.
In Duitsland.
Aankomst in Bennungen.
Oudejaar 1944. Alles ligt onder de sneeuw. We
stappen uit de trein in Bennungen, een dorpje in
Midden-Duitsland. En vijf minuten later zitten
we in de gemeente-herberg, waar ons „lager"
gevestigd is. We zitten weer op stoelen, bij een
brandende kachel. En er is electrisch licht. Alles
ongekende weelde. Ons bed kunnen we nog niet
opzoeken. Ze hadden nog niet op ons gerekend.
De volgende dag moeten we zelf de „bedden"
vullen met houtwol. Nu slapen we van Oud op
Nieuw met ons hoofd op de armen. Als we wakker
worden, stijf van de gedwongen houding, is het
1945. En we denken aan thuis.
Naar de Bahn.
Na een korte periode van werken in Wickerode,
een dorpje vlak bij B., moeten we naar de „Bahn".
De Bahn is het station in Nordhausen. In 't
pikkedonker uit de (hout)wol, want de trein gaat
om 5 uur. Een kattewasje onder de pomp, een
slok koffiesurrogaat en daar gaat de stoet. Slof,
slof, gaan onze klompschoenen. Deze krijgen later
heel lelijke namen. Want ze maken je hielen kapot
-je sokken zijn het allang - en die gaan dan zweren.
We zijn gauw bij het station. Pas op die sloot!
Laatst is er iemand in het donker ingelopen. Maar
dat was ook een schoolmeester en dat zijn niet
van de handigsten, zegt men. Resultaat: kletsnat,
bril kwijt en hoed kwijt. Wie gaat er nu ook met
een hoed op naar Moftrika! Moet je schoolmeester
voor wezen. Enfin - hij had een paar dagen vrij.
En dat is ook wat waard. Want je werkt er wel niet
hard, maar je bent meer dan het wijzertje rond
op de been. En in de kouWant de wind heeft er
vrij spel. Hij buldert er soms net zo hard als
Fuhrmann. Fuhrmann is onze „opperbaas". Het
is een brulaap. Dat zeg ik nu niet, om hier nu eens
ongestraft een Mof uit te schelden. Nee, het is
inderdaad een brulaap; „Hoch, rück!"... We
moeten tegen rails aanslaan met een ram. We
moeten grind laden en lossen. We moeten grind
op een vork schudden, zodat de kleine steentjes
er tussendoor vallen. We moeten een „Winde
holen". We moeten een dun laagje sneeuw weg
scheppen, voordat de zon het doet wegsmelten.
We moeten dit en we moeten dat. En - we doèn
t ch zo'n miserabel klein beetje. We rusten toch
zo dikwijls. We begrijpen de edele Germanentaal
vaak zo slecht, al worden we nog zo aangeblaft.
We zeggen wel: Ja, ja, maar we snappen toch zo
weinig. We gaan wel vaak naar de W.C. Dat is
eens wat anders. En die is altijd bezet! Dan sta je
soms met drie man te wachten. O wee, als Fuhr
mann dan komt. Berg je. Dan is hij net wild.
Eens vraagt hij de naam van één, die staat te
wachten op z'n beurt. Die zegt: „Janus Tulp!"
En we lachen, we lachen, als hij noteert: „Janus
Tulp", 's Middags probeer je een snee droog
brood te roosteren of een schijf rauwe aardappel
te bakken op het gammele fornuis in de keet.
We zijn blij als het luchtalarm is. In een oog
wenk zijn we allen van het werk weg, het veld in.
De bazen lopen het hardst. Die „Tiefflieger" zijn
gemene dingen. Onverwachts duiken ze neer en
flitsen hun mitrailleurkogels. Tot op een dag,
3 April, het plotseling menens is. Weer alarm.
Weg! Vlug! Brandbommen vallen. Andere bom
men. Mitrailleurs knetteren. Motoren loeien laag.
We liggen tussen de bommen. En als het voorbij
is, ben je vuil, bemodderd. Je bril is weg, je horlo
ge, je dagboek, dat je altijd bij je draagt, je bent
versuft. Maar - je leeft! Goddank, je leeft!
Nu, maanden nadien, denken we terug aan
degenen, die niet meer leefden na deze aanval en
na zoveel andere bombardementen. Die hun leven
lieten in het verre land. Ze liggen daar begraven,
in den vreemde. Ook jongens van Flakkee. Som
migen hebben zelfs geen graf misschien. En je
denkt: „Waarom heeft God mij gespaard?"
Op het dorp.
's Zondags zingen we een psalm en we gaan
wel eens naar de Lutherse kerk in B. waar het
verschrikkelijk koud is en.leeg. Je bent „thuis"
en je zit op je krib en je leest voor de zoveelste
keer een brief van thuis (als je zo gelukkig was
er een te krijgenen je zit te kijken naar de foto
van vrouw en kind. Maar dat is een kwaad werk.
Of je gaat het dorp in: bietsen, d.w.z. je bedelt:
brood en koeken en aardappels. Sommigen kunnen
het goed. Je zegt: „Bitte" tegen de moffen, als
je honger hebt - en als ze je dreigen met de hond
of de S.S., dan zeg je wat anders, maar zachtjes.
Ja, ja, zo is het leven.Tot - kort na 3 April -
we vrij zijn! We hebben buiten geslapen, in de
bergen, de nacht voor de Amerikanen komen.
Want we zouden op 't laatste ogenblik nog ver
voerd worden naar hét Oosten.
Maar dan komen de Yankee's. Ze razen met
hun machtige tanks door de Harz. Je rookt met
z'n vijven of zessen samen de eerste Chesterfield!
Je bent vrij!
Nog een paar weken wachten, ongeduldig
wachten, waarin we vaak het Wilhelmus zingen
en Sarie Marijs en Aan het strand stil en verlaten,
weken, waarin we telkens méér gaan verlangen en
niets meer zien van de schitterende omgeving,
maar terug willen naar Flakkee, naar ons geïnun
deerd Flakkee, waar de bomen dood zijn en het
land grauw en grijs, maar.waar toch ons hart
naar uitgaat! En dan komen op een goede dag
zware vrachtauto's met Neger-Amerikanen aan
het stuur en ze rijden ons in razende snelheid
naar Holland, naar huis!
Onderstaand gedicht ontvingen we van Mevr.
VINK—OUWENS te KAMPEN, met de vraag
of het geplaatst kon worden.
Gaarne willen we aan haar verzoek voldoen,
Mevr. Vink-Ouwens heeft verscheidene ontvluch
te Flakkeese mannen geherbergd. O.a. ook Piet
Slis en Willem Vis van Heemst, die toch nog dooi
de Duitse terreur gevallen zijn.
Een en twintig December 1944.
Was 't een droeve dag voor heel Flakkee
Toen klonk het ruw bevel der moffen
Alle mannen moeten met ons mee
Van zeventien tot veertig jaren
Staan 10 uur met pak en zak op straat
De vrouwen moeten binnen blijven
Ieder sprak er van en vroeg om raad
Niet melden,,., laten wij onderduiken
Men wist het niet - goede raad was duur
Toch de tijd verstreek.en niemand ging er
Zoo stond de mof omstreeks 10 uur
Toen kwamen er andere bevelen
Er werd gedreigd met brand en moord
Toen gingen de Flakkeesche jongens
Als vee in schepen droef aan boord
Die narigheid een ieder weet het
En nooit vergeten zij dien tocht
Over 't IJselmeer naar 't stadje Kampen
Voor hen werd Heutzkazerne uitgezocht
Vol met geweren rondom wachten
Een snauw, een grauw en veel geweld
Bij een enkele mof kon je soms ontvluchten
Voor polshorloges en veel geld
De eerste groep bleef er slechts üren
Werd toen vervoerd naar Moffrika
Het was toen 1ste Kerstdag 's morgens
Allen zongen „Vrede op aard" op de IJselka
Bij Almelo het dorpje Wierden
Werd er geschoten op den trein
3 jongens lieten toen hun leven
En vele gewond vol smart en pijn
De andere dag kwam er in Kampen
Een auto met heeren van Flakkee
Zij brachten, 't was haast niet te gelooven
200 ausweisen voor ze mee
De jongens, die zoo'n briefje kregen
Gingen opgewekt en blij naar huis
Weg van kazerne, vol ellende
Weg van het brute mofgespuis
De andere moesten verder trekken
Ja sommige heel ver Duitsland in
Toch lieten zij den moed niet zakken
Want jammeren had nu toch geen zin
Ruim een half jaar lang moesten zij daar blijven
Eer Duitsland was gecaputaleerd
Ieder was in spanning bij hun thuiskomst
Wie, ach zeg, wie is niet terug gekeerd?
Helaas, veel lieve goede vrienden
Keerden niet terug naar huis en haard
Stierven ginder ver weg in den vreemde
God den Vader nam hen bij zich thuis
Wil dankbaar en tevreden wezen
Gij, die gespaard bleef en gezond
Hoevelen?.ze zijn niet te tellen
Werden geestelijk ziek en erg gewond
Een en twintig December 1945
Leven wij allen in gedachten mee
Een jaar terug... alles vol ellende
De razzia van Goeree en Overflakkee.
Mevr. VINK-OUWENS.
beschadigde opstallen te herstellen in den toestand,
waarin zij vóór de beschadiging verkeerden on-j
beantwoord blijven.
Teneinde te voorkomen, dat bij die opname
schadegevallen worden vergeten, dienen belang
hebbenden zich in verbinding te stellen met den
Burgemeester van de plaats hunner inwoning.
Degene, die reeds eerder het formulier A1 heeft
ingezonden en als antwoord daarop een inschrij
vingsnummer ontving, behoeft deze aangifte niet
te herhalen.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
vorenbedoelde aangifte van de schade voor
1 Januari 1946 moet zijn geschied op straffe
van het verbeuren van het recht op schade
vergoeding.
Het Hoofd Streekbureau voornoemd,
G. TERLUIN.
LANDBOUW»
BOUWPLANNEN.
De geïnundeerde landbouwers, die na daartoe
tweemaal bezocht te zijn, hun bouwplannen nog
niet overhandigden, kunnen deze plannen alsnog
ter beoordeeling inzenden.
Inzending dient te geschieden voor 1 Janu
ari 1946 van beide bouwplannen, voorzien
van onderteekening voor Goeree en Over
flakkee bij den Heer J. L. Koert, kantoor
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst, Voorstr,
A 253, Middelharnis.
Na genoemden datum worden geen bouwplan
nen meer ter behandeling aangenomen. De aan
dacht van belanghebbenden wordt er op geves
tigd, dat men slechts in aanmerking komt voor
eventueele vergoedingen bij ondervonden teleur
stellingen, indien gehandeld werd overeenkomstig
de adviezen van den Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst. Deze adviezen worden gegeven .door mid
del van bovengenoemde bouwplannen. Door niet
inleveren of tijdig inzenden kunnen geen adviezen
worden verstrekt en aanvaardt men bijgevolg het
financieel risico aan inzaaien verbonden.
De Rijkslandbouwconsulent,
Ir. C. W. C. VAN BEEKOM.
AANPLANT VAN AARDBEIEN 1945.
Destijds werd door ons in dit blad mededeling
gedaan, dat het uitplanten van aardbeien in het
najaar 1945 vrij kon geschieden, iniis de teler,
zodra de aanplant had plaats gevonden, hiervan
opgave deed aan de veiling, onder vermelding van
de uitgeplante oppervlakte.
Er kwamen slechts twee opgaven binnen.
Naar wij vermoeden, dat meerderen tot aan
plant van aardbeien zijn overgegaan en het in de
bedoeling ligt, dat voor deze aardbeienteelt een
teeltvergunning zal worden uitgereikt, wijzen wij
belanghebbenden erop, dat de opgaven onder
vermelding van de uitgeplante oppervlakte en
volledige naam, adres en org.nummer van den
teler vóór 28 December 1945 in ons bezit moeten
zijn.
Aan hen, die aardbeien uitgeplant hebben en
daarvan geen opgave doen, zal geen teeltvergun
ning worden uitgereikt, wat moeilijkheden ten
gevolge kan hebben.
Centrale Veiling Middelharnis
Aanmeldingsbureau Oorlogs
vrijwilligers Middelharnis.
Ik verwijs naar den oproep van den Minister
van Oorlog o.m. gepubliceerd in „Trouw" van
Zaterdag, 15 December.
Hieruit blijkt, dat alle geregistreerde Oorlogs
vrijwilligers, ook' zij die geboren zijn in 1925,
1926 en 1927, alsnog in de gelegenheid worden
gesteld - mits niet afgevoerd wegens afkeuring of
politieke onbetrouwbaarheid - van eerste voor
keur te veranderen, teneinde te worden uitge
zonden naar Indië.
Ook bestaat de mogelijkheid over te gaan naai
de Gezagstroepen, die een taak hebben te ver
vullen in Europa.
Opgemerkt dient te worden, dat bij Lucht
macht, Marine en Mariniers geen kans voor
plaatsing is.
Daar een en ander zijn beslag moet hebben
gekregen op 29 December a.s., dienen gegadigden
zich te melden vóór die datum.
Mijn Bureau is daartoe alle werkdagen ge
opend van 9-12 en 2-5 en 2e Kerstdag van 9-12.
Het Hoofd A.O. Middelharnis,
De Majoor,
A. FOPMA.
RECTIFICATIE.
PUBLICATIE VAN HET STREEKBUREAU
VOOR DEN WEDEROPBOUW VAN
GOEREE/OVERFLAKKEE
Ieder, die schade geleden heeft aan onroerende
goederen tengevolge van oorlogsgeweld, van han
delingen of maatregelen van den vijand of van
oorlogsomstandigheden, is verplicht daarvan aan-1
gifte te doen door middel van het Enquête-formu- j
lier A\ hetwelk verkrijgbaar is op elke gemeente-
secretarie op het eiland.
Het formulier moet na invulling worden inge-
zonden bij de Schadc-Enquêtc-Commissie te
Rotterdam, Schiedamschesingel 48.
Aangezien de geleden schade wordt opgenomen
vanwege het Streekbureau voornoemd kan beant
woording van vraag No. 17 van het formulier (dit
is het opgeven van de noodzakelijke kosten oni de
PLAATSELIJK NIEUWS.
MIDDELHARNIS. Veilingberichten.
Telersprijzen met ingang van Dinsdag 18 Dec.
1945.
Andijvie (glas) f 25; Boerenkool f 7,50; Kroten
f 3,50-6; Roode kool f 9,50; Savoye kool (geel)
f 9,50; Savoye kool (groen) f 9,50; Witte kool
f 6; Peen zonder lof f 5-12,50; Postelein (glas)
f 32,50; Prei f 10-13; Schorseneeren f 15-22;
Spruitkool f 26; Uien f 9,50; Witlof f 40; Sjalotten
f 14; Ramenas f 4; Koolrapen f 4; Veldsla f 24;
Fruit: Appelen f 17-69; Valappelen f 5-12; Drui
ven f 130-200; Peren f 17-64; Kroet- en valperen
f 5; alles per 100 Kg.
Bosselderij (glas) f 8,50; Glaspeterselie f 9,50;
Alles per 100 bos.
Knolselderij f 3-11,50 per 100 stuks.
Vrijdag, 21 December om 7 uur, hoopt in
de Ger. Gemeente voor te gaan Ds. Ligtenberg
van Vlaardingen.
In een vergadering van alle onderwijskrach
ten van Goeree-Overflakkee werd besloten om zo
mogelijk in Februari een paedagogische conferen
tie te houden.
Ds. de Jong van 's Gravenhage werd be
roepen als predikant in de Chr. Geref. Kerk, al
hier.
A.s. Zaterdag zal in de Consistorie-kamer
der Hervormde Kerk een streek verga dering ge
houden worden van de Bond van Ned. Herv.
Knapenverenigingen op Ger. Grondslag.
J.l. Maandag sprak in Hotel Meijer voor het
Wetenschappelijk Genootschap Dr. Ir. F. Bakker
Schut, van V Gravenhage over het Annexatie
probleem.
Helaas kan het verslag wegens plaatsgebrek in
dit nummer niet worden opgenomen.
Burgerlijke Stand. Ondertrouwd: Frederik
Wervers, 32 j. en Dina de Korte, 27 j.; Klaas
Mulder, 23 j., te Sommelsdijk en Wilhelnuna
Peeman, 28 j.; Johannis Dubbeld, 26 j. en Francina
Driesse, 25 j.; Leendert Bakker, 27 j., te Dirksland.
en Maria Geluk, 23 j.
Gehuwd: Frederik Wervers, 32 j. en Dina de
Korte, 27 j.; Deszö Bund, 39 j. en Leendrina
Johanna van der Est, 23 j.; Klaas Mulder, 28 j.,
te Sommelsdijk en Wilhelmina Peeman, 28 j.
Overleden: Johannis Vroegindeweij, 1 j., z. v„
Dammis Vroegindeweij en Laurina Los; Glijn
Cornells van den Hoek, 68 j„ echtg. van Adriana
Cornelia van den Hoek; Janna Hanson, 71 j„ wed.
van Pieter Cornells Appel; Marinus de Waard,
6 j., z. v. Jacob de Waard en Pietertje de Bruin;
Wouterdina Severon, 70 j., wed. van Halle Wer
vers; Dirk van Baaien, 91 j„ wedn. van Maria
Kanaar; Leendert Osseweijer, 69 j„ echtg. van
Cornelia Oudzegel.
SOMMELSDIJK. Onze dorpsgenoot, de Res.
Kapitein, A. Fopma, is bevorderd tot Res. Majoor.
VERSLAG van dc vergaderingvan den Raad der
gemeente SOMMELSDIJK, op Dinsdag l Decem
ber 1945, des middags to drie cn een. half uur.
(Slot).
De Raad spreekt zich uit voor een algolieelc wijziging
van het rlolccringsstclscl. Een crediet wordt verleend van
80.000,Nadere plannen zullen worden overgelegd.
Een geldlconlng zal worden aangegaan. De Raad verleent
machtiging aan Burgemeester c» Wethouders op gelijke
wijze als onder punt 2 is verleend.
4. Bespreking Ifcbouwingsregeling bebouwde kom der
gemeente Sommelsdijk.
Dc Voorzitter wijst op de noodzakelijkheid, dat er een
plan komt waaraan men zich kan houden bij eventueele
verbouw In «Ie gemeente.
De Meer Blok acht dc regeling veel te ingrijpend. Hij
wijst b.v. op dc plannen met betrekking tot tie Weeshuis-
straat en dc Nleuwstraat.
De lieer Ie Comte is bet daarmede eens, hij wil het plan
maar Ineens van dc baan doen, liet ruikt naar de studeer
kamer.
De Heer Snellcman geeft verschillende technische toe
lichtingen. De bezworen van de iiecrcn Wok en le Comte
worden door een overgangsbepaling ondervangen. Voor
liet geval een woning inoclit worden verwoest door brand
of anderszins in een rij woningen, die volgens <le regeling
moeten komen tc vervallen, dan zal onder bepaalde voor-
Waarden toch herbouw mogelijk zijn.
Na uitvoerige bespreking wordt besloten, dat liet plan
kan worden vastgesteld zooals bet Is ingediend, except dc
Vastgestelde breedte van den Enkelen Ring bij de wagen-
boour". zulkl in verband met dr tegenwoordige duurte.
Dc rekening wordt goedgekeurd.
7. Begroot mg Burgerlijk Armbestuur en Weeshuis 1940.
De Heer van Nimwegcu adviseert namens de Commissie
van onderzoek lot vaHMeHing. Hij wijst er op, dat dc
cijfers erg krap genomen zijn, bij dc bedeeling ware rekening
te houden met den verhoogden Icvenstandaard.
Dc bcgrooting wordt goedgekeurd.
8. Begrooting üusjabrlek Ï946.
De Heer Butli adviseert namens de Commissie van
onderzoek tot goedkeuring. Enkele inlichtingen worden
gevraagd, welke door wethouder Dijkers worden verstrekt,
De begrooting wordt goedgekeurd,
y. Wijziging gemeente-begroot ing J943.
In verband met een brief van den Commissaris der
Provincie d.d. 12/15 October l'J43, waarbij dc bcgrooting
1913 met opmerkingen wordt teruggezonden, bieden
Burgemeester en Wethouders een ontwerp-bcsluit aan tot
wijziging van die bcgrooting.
De Voorzitter licht toe, dat geleidelijk aan de financièelc
achterstand zal worden ingehaald. De aandacht moet voor
namelijk gevestigd zijn op de rekeningen. Er komt aardig
schot in bet werk, maar wij zijn nog lang niet waar wc
wezen moeten. Wat dit besluit betreft: deze zaak had reeds
lang kunnen en moeten zijn afgedaan. Dan hadden wij ook
niet meer gestaan voor bet feit, dat wij nu een besluit
moeten nemen tot wijziging van een begrooting, waarvoor
wij goen verantwoording kunnen dragen.
De Heer Blok wijst er op, dat deze wijziging geen ver
band houdt met ccnig raadsbesluit. Ze is door den Burge
meester indertijd onder eigen verantwoordelijkheid vast
gesteld. Er zijn principiecle zaken in bet geding, waaraan
hij a/s raadslid nooit zou li/oben medegewerkt. Hij noemt
als voorbeeld dc belooning-politiek, die gevoerd is. De
benoeming van een N.S.B.-er tot tweede gemeente-werk
man. Wanneer hij dan ook zijn stem aan dit wijzigings-
bcsluit zal geven, dan wil dit volstrekt niet zeggen, dat bij
met deze en dergelijke dingen instemt of daarvoor eenigerlei
verantwoordelijkheid aanvaardt.
De Voorzitter zegt, dat de begrooting 1943 is vast
gesteld door den Burgemeester. Hij wil deze wijziging uit
sluitend zien aJs een formeele zaak om tot een afwikkeling
van zaken le komen.
Wethouders Dijkers wijst er op, dat Burgemeester en
Wethouders nog dieper de bezwaren hebben gevoeld, welke
door den Heer Blok naar voren zijn gebracht. Nimmer zijn
ze gedurende den bezettingstijd door den Burgemeester
geraadpleegd geworden in zaken van het bestuur der
gemeente.
Het besluit wordt vastgesteld.
10. Benoeming lid Commissie van Beheer Gasfabriek in
vacature ontstaan door het overlijden van den heer M. Joppe Jzn
De Heer le Comte wordt benoemd met 7 stemmen, op
den Heer Grootenboer worden uitgebracht 3 stemmen,
1 stem blanco.
De Heer le Comte neemt de benoeming aan.
11Benoeming plaatsvervangend lid Commissie van
Beheer Gasfabriek in vacature ontstaan door de benoeming
van den Heer J. le Comte tot iid der Commissie.
De Heer J. Blok Mzn. wordt als zoodanig benoemd met
6 stemmen. De Heer Grootenboer verkrijgt 3 stemmen, de
Heer van Guiik 1 stem en de Heer van den Doel 1 stem.
De Heer Blok neemt zijn benoeming aan.
12. Vaststelling verordening tot heffing van haven- en
kaaigetd.
Burgemeester en Wethouders bieden deze verordening
opnieuw ter vaststelling aan. Ze is gelijkluidend aan de
vorige, waarvan de goedkeuring met ingang van 1 Januari
1945 is afgeloopen, except artikel 6 der oude verordening,
waarvan de inhoud kon vervallen, omdat het faciliteiten
toekende aan schepen van dc Duitsche Weermacht.
De verordening wordt vastgesteld.
13. Benoeming onderwijzers aan de Opcnb. lagere school.
De Voorzitter deelt mede, dat er een paar sollicitanten
zijn voor onderwijzers aan de Openbare lagere school.
Burgemeester en Wethouders vragen machtiging om over
te gaan tot benoemingen opdat vooral geen enkele kans
verloren ga, zulks behoudens nadere bekrachtiging door
den Raad.
De Heer van Gulik informeert naar de mogelijkheid om
een woning toe te wijzen voor een gehuwden onderwijzer.
De Voorzitter vindt het bezwaarlijk om een huis te
vorderen. Overigens heeft die zaak zijn aandacht.
De Heer Knape spreekt over de kolentoewijzing voor de
Openbare lagere school.
De Voorzitter geeft enkele inlichtingen.
14. Aangaan kasgeldlcening.
Wethouders Dijkers licht het voorstel van Burgemeester
en Wethouders t»e om een kasgeldleenlng te sluiten.
Noodig is een kasgeldleening van plm. 50.000,in
DIRKSLAND.
Kies
Orai:
I Partij in oils volksleven". Hierna t
van het onderwerp cn rondvraag
Aan de Chr. ScllOoJ, aJhici
1946 benoemd: voor vast Mej.
voor lijdelijk de heer L. de Bit
HERKINdEN. Tot ond
School, alhier, is benoemd de h:
van Heinkenszand in de plaai
wien ziekteverlof is verleenc
Het ligt in het voornemen i
der zalen van de oude pastori
op te richten onder leiding van
onderwijzer aan de Hervormde
Ter kennis van diegenen,
goeding voor ontruimde woninj
wordt betaald, wordt gebracht,
bezit te worden gesteld van deze
tarie schriftelijk opgave moeten
bankrelatie of gironummer
December a.s.
Er zit schot in. Naar veri
deze gemeente voorzien worden
ding door middel van autobus
de gemeente Middelharnis, he
gemeente een ware uitkomst zal
dig de eerste rit gemaakt word
MELISSANT. Dinsdagava
Zangvereeniging „Con Amori
eert. De opbrengst van deze
goede aan „Het Groene Kruis'
De aloude Kerstliederen zooaL
„Nu zijt wellecome", „De
ruischt langs de wolken" werd-
gevoerd. Vioolsolo's met orgelb
den de zang af; zij werdpn goe
Juffrouw Carrière las enkele
De tot slot uitgevoerde Kerst
waardig slot van dezen avond. S;'
orgelbegeleiding wedijverden
het beste te geven; de bassen w;
De Voorzitter dankt de aanw
groote aandacht, terwijl dc dires
doet op de aanwezigen om als
Namens „het Groene Kruis"
Huisman in hartelijke bewoord
„Con Amore" dezen avond ten
had: kunst die op zeer hoog pe
de steun die de kas der vereemg;
ving. Voldaan keerden aileti hui
schoone avond.
Voetbal. Ondanks hei
de v.v. „Melissant" Zaterdagmi
't veld; ons 1ste toog naar G.S.V
en won met 5-3; het 2de spé
„Prins Bemhard 2" en won n
verloor van Dirksland 3 met f
Zaterdagmiddag 22 Dec. spr
tegen D.V.V. 2. Aanvang 2 uu
2de Kerstdag vinden op Me:
strijden plaats, waaraan 4 c!ub:
De Heer en Mevrouw BLAMAART-DE
JAGER geven met blijdschap kennis van de
geboorte van hun Zoon
BOUDEWIJN ADRIAAN AREN.
OUDELANDE (Z.), 6 Dec. 1945.
De Heer en Mevrouw VAN DER PLOEG
DE JAGER geven met blijdschap kennis van
de geboorte van hun Zoon
RICHARD.
SWAKOPMUNT, S.W.A., 19 Aug. 1945.
Met dank aan God geven wij door deze
kennis van de geboorte onzer Dochter
LENA ARENTJE
(Lca)
C. v. d. LAAN
J. v. d. LAAN-DE VOS.
SOMMELSDIJK, 14 Dcc. 1945.
Ringstraat B 249.
Met groote blijdschap geven wij U kennis
van de geboorte van onze Dochter
NEELTJE
(Nellie)
P. KOSTEN
C. KOSTEN-KORV1NK.
OUDE TONGE, 6 December 1945.
le KERSTDAG 1945 VERLOVEN;
CORRIE BARNAT
en
JAAP VAN LOON
OUDE TONGE,
Julianastraat 02
Kerkring 4 (tijdelijk Hoofdstr. 108, Driebergen)
Thuis: le Kerstdag2.304.30 u. Julianastr.62.
VERLOOFD:
JO NOORDZIJ
en
W1M BOEKHOVEN.
1JMU1DEN, Roemerstraat 4.
.SOMMELSDIJK, St. Joris Doclstraat A 205.
Kerstmis 1945.
VERLOOFD:
S. M. FLUIT
en
A. M. BORN
OUDE TONGE, Zuiddijk 3 M 21 Dcc. 1945.
SOMMELSDUK, Ring A 380 M
RIEK KADIJK
G. W. H. ESSEL1NK Dzn.
BROEK OP LANGEND1JK, 351.
MIDDELHARNIS, W. Achterweg A 1S9.
1 Januari 1946.
VERLOOFD:
WILLY OSSEWEIJER
cn
ANTON SCHREY
OUDE TONGE, Molenweg 30.
ROTYERDAiM (Blijdorp), Nobclstraat 112 d.
Woensdag 19 December 1945.
In plaats vnn kaarten.
VERLOOFD:
J. MALIEPAARD Jd.
cn
J. KRANSSE Jz.
SOMMELSDUK, 20 Dec. 1945.
Met Kerstmis 1945 hopen zich tc verloven:
t ET AARTSEN
CO BOEKHOVEN
DIRKSLAND, Molendijk A 349.
MIDDELHARNIS, Langcwcg C 284.
DINI VERWATER
en
GERARD HANSLLAAR
TILBURG, Ringbaan Oost 13 G. "I 2de
STELLENDAM, Kroningspolder -» Kerstdag.
VERLOOFD:
GRETHA ZONNEVELD
en
CHRIS HOEK
PERNIS, Aturraystraat 32 A.
OUDDORP, Hazersweg 610 A.
Kerstmis 26 Dec. 1945.
Michael Anthonius Peri
Nelly Peeman
geven kennis van hun voorgenomen Huwe
lijk, waarvan dc voltrekking zal plaats
hebben op S Januari 1916.
Huwelijksinzegening in de Kerk van
Maria ten Hemelopneming. waarna om
half tien dc gezongen Huwelijksmis.
DANA. Canada
MIDDELHARNIS '8 Dcc. 1945.
Oost-Havendijk E 22
Toekomstig adres: DANA, Canada.
CORNELIS D. PRINS
en
GEERTRUIDA C. v. d. SLUIJS
geven U kennis van hun voorgenomen huwelijk,
waarvan de voltrekking D.V. zal plaats hebben
op Donderdag 10 Jan.'a.s.
Huwelijksbevestiging des nam. 3 uur in de
Gercf. Gemeente tc Stad aan 't Haringvliet,
door den Weleerw. Heer Ds. Bel van Dirksland.
BEUSICHEM, Einde B 147.
OUDE TONGE, Kerkring 8.
Toekomstig adres: Beuslchem, Einde B 147.
ONDERTROUWD:
COR VAN HEUKEL1NGEN
en
LENA KOESE
MELISSANT, 19 Dcc. 1945.
Achterweg 286.
Molendijk 309 A.
Huwelijksvoltrekking Woensdag 9 Ja».
Toekomstig adres: Molendijk 309 A.
GETROUWD:
H. J. LYSEN
cn
ADA VAN OUDGAARDEN
De Heer en Mevrouw LYSEN-VAN OUD-
GAARDEN zeggen hierbij, mede namens
wederz. ouders hartelijk dank voor de vele
blijken van belangstelling bij bun huwelijk
ondervonden.
•s-HERTOGENBOSCh, 20 Dcc. 1945.
Ophoviuslaan 12.
Tandarts SYPKENS, Middelharnis
houdt Donderdag 27 December
noch te MIDDELHARNIS. noch
te DIRKSLAND spreekuur
Met diep leedwezen geven wij kennis
van liet overlijden van onze leerlinge
NELLIE HAMEETE,
in de ouderdom van ruim 7 Jnnr.
Troostc God dc diepbedroefde familie.
Personeel en teerlingen
der Chr. School tc Dirkstand.