St
RAZZIA ALS SYMPTOOM.
Weest op uw hoedel
ur,
dijk
944.
UW ORGEL
itcmd. Wij doen dit zeer cc
llllken prijs. Tevens een Or^cl
d a ui tan t.
P. SLUIJ D1RKSLAND.
Ruilen.
uilt fietsbanden
i Heeren Costiuiui vui
leeftijd 15 of Ui ja.
li. InliclUiiiKcn bij i
handel. Ouddorp.
BOTH, Nieuwe-
Stevige Jou^eiislaarzcn,
maat 38, voor
lui. ER. VVIT-
ijk 591, DirksUuid.
bevr. FR. WIT-
Ecu ui ^oedc staat zijnde Heren garbadlnc
jr|jze Jas, voor 2 pers. Ledikant. Te bevragen
N. WITVLIET, Üelderacticiidijk 591, D'l.utd.
Werklaarzcn m. 43, voor jongensschocnen
Wie ruilt ecu in goede staat zijnde Keuken-
kachel, wit emnille, voor een Vera kachel.
Een paar sterke werkschoenen maat 44
voor maat 47. Molenlaan B 273, Som mei sd ijk.
Een beste leren Jekker gewone maat, voor
een donkere Gabardinejas of donkere jekker.
Een donker Jongenspakje, een Trui en twee
broekjes voor leeftijd van 12 jaar, voor een
overjas of pakje voor een Jongen van lö Jaar.
C. BERKHOE F, Molendijk 35, den Bommel.
Wie ruilt mijn z.g.a.n. Imitatie Bontmantel,
bruine kleur, 2. w agger tnaat 42, voor lap stof
voor Japon,Idem Babydoek z.g.a.n. voor lakens
of tatcllakens. Inlichtingen bij G. VAN KOP
PEN, Boekhandel, Ouddorp.
Een Winterjas o.kw. tnaat 54, voor dito
maat 46 nieuw.
Een paar dameslaarsjes m. 37 voor m. 40.
Een nieuwe Damesmantel, zw. o.kw. voor
zw. japon of overjas m. 44.
Een Overall ui 54, voor 2 broeken m. 104
alles nieuw.
K- GROEN, D. Bosstraat 307, Middelharnis
Een Trapnaaimachine als nieuw, voor prima
radio lichtnet of voor orgel. Voorstraat 15,
Middelharnis.
Een paar z.g.i
voor een paas
inaat 30 of 40. C
Oude Tonge.
n. Heerenlaarzen maat 43,
amesschüenen, platte hak,
HARTOG, Nleuwstraat 82,
Te koop aangeboden
Een staande schemerlamp, een fototoestel
6' 11, een gramatoon met platen, een gas
brander met glazen kap (hanghcht), twee wit
glazen bollen voor staand licht.
TE KOOP GEVRAAGD:
EEN DIVAN.
Adres: Gel. Cornelissestraat 275, Middelharnis
100 pak GESTESTROO
Te bieden prijs binnen een week schriftelijk
aan JOH. GROENENDIJK, Dijkstraat B 380,
Sommelsdijk.
Een paar prima
KUNSTRIJ SCHAATSEN.
Merk Niva Escha, bij THOMAS DE VOGEL,
Scheerhoek, Ouddorp.
2 8 Meter in goeden staat zijnde
IJZEREN BRUGLEUNING
JEL1ER, Stellendam.
Een paar prima stalen KUNSTSCHAATSEN,
maat 31, Gloria Blitz, als nieuw. Inlichtingen
bij C. DE MOOU, Boekhandel, Ouddorp.
TE HUUR:
2.40 H-A. LAND VOOR VLAS,
gelegen in polder Dirksland. Inl. FR-. WIT
VLIET, Gelderschendijk 591, Dirksland.
Verloren.
DOUBLE DAMESPOLSHORLOGE
met doublé schakelarmband, in het Korte-
weegje, Nieuwe Tonge, op Maandag 3 Decem
ber IJ. Terug te bezorgen bij A. v. HEEMST,
Korteweegje A 38 te Nieuwe Tonge tegen
beloning.
Tandarts SYPKENS
is ZATERDAG 15 DECEMBER
AFWEZIG.
Personeel gevraagd.
DAMES SLIS. Kade 336, Middelharnis
vragen zoo spoedig mogelijk
FLINKE DIENSTBODE,
liefst voor dag en nacht, juffrouw voor de huis
houding aanwezig. Vrijdag werkster, wasch
buitenshuis.
Mevrouw ARENDS, Voorstraat, Middel
harnis, vraagt
EEN FLINKE DIENSTBODE
voor dag of dag en nacht, tegen half Januari.
Terstond gevraagd
NET DAGMEISJE
M. v. d. DOEL, v. Aertsenstr. 159, Sommelsdijk
Weeen Huwelijk der tegenwoordige gevraagd
FLINKE HULP
in de huishouding te Middelharnis. Loon ƒ30,
per maand, goede kost en behandeling. Adres
bevragen bij Boekh. L. VROEG1NDEWEIJ Wz
Middelharnis.
Gevraagd EEN WERKSTER
voor I of 2 dagen per week. J. VERBIEST
Binnenweg B 87, Sommelsdijk.
NET MEISJE
voor dag en nacht gevraagd in gezin met twee
kinderen. Mevr. G. SCHOORL, Boreelstraat
53a, Rotterdam.
Zoo spoedig mogelijk gevraagd
FLINKE DIENSTBODE
D. H. ISRAEL, Melissant.
Boekhouding. Belastingen
Administratie en Accountantskantoor
W. A. DE BAKKER, Lid N. I.v.B.
OUDDORP. (Voor het geheele eiland
te ontbieden).
BEHANG.
Zij üie üoor oorlogsschade behang
nodig hebben, kunnen dit voor 1 kamer
krijgen. Zendt daarvoor:
le. de maat der kamer, lengte»
breedte en hoogte.
2e. opgaaf der reden waarom wordt
aangevraagd.
3e. Duidelijk en volledig adres.
Schriftelijk en vooral VOLLEDIG boven
genoemde vragen beantwoorden.
Fa. CAMPFENS
Woninginrichting - Middelharnis
KLOMPEN.
Vanaf heden kan door ons geen hout
om klompen van Ie maken meer worden
aangenomen. Binnenkort hopen wij U
op uw bonnen te kunnen bedienen.
Wed. A. MANS, Klompenmakerij
DUBBELE RINü SOMMELSDIJK
VRIJDAG 21 DECEMBER 1945
Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers (0,15.
Advertentieprijs H cent per mm.
Bij contract aanzienlijke korting.
OPBOUW
Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee
EERSTE JAARGANG - No. 34
Adres der Redactie en Administratie:
ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS
Dit blad verschijnt iederen Vrijdag
Elders in het blad van deze week kunt u lezen
hoe een rj:zu er uitziet, en om dat te weten,
behoeft u dat niet eens te lezen, omdat dat ons
in die verschrikkelijke week van het vorige jaar
direct of indirect aan den lijve duidelijk is ge-
anaakt.
Razzia is iets afschuwelijks, het is iets onmense
lijks - daarom is het iets beestachtigs.
Razzia is een klopjacht, zooals men dieren op
drijft in het veld, her is mensenroof zonder meer,
van hei begin tot het einde - want we moeten
daarbij niet alleen kijken naar het huisarrest, naar
de mitrailleurs in de straten, maar ook naar de
wijze van wegvoering, naar de hondse ver
scheping.
Waarom die woorden: afschuwelijk, beestachtig,
klopjacht, mensenroof, honds?
Omdat deze woorden ons wijzen in de richting
van de verklaring der woorden: „razzia als symp
toom".
Want dat het er zoo naar toe moest tenslotte,
met deze middelen, met deze niets-ontziende
(rücksichtlose) middelen, met deze wanhoops-
sprongen, dat was een heel duidelijk symptoom
hiervan, dat de Duitser het ging verliezen, of
eigenlijk nog beter gezegd: dat de Nationaal-
Sociahst het ging verliezen. „De Nationaal-
Socialist" - want hiermee is nog lang en lang niet
alles gezegd over „razzia als symptoom"-; zolang
we de razzia alleen nog maar zagen als symptoom
van het naderende einde der nazi's, dan hebben
we den Nationaal-Socialist nooit „door" gehad,
maar dan hebben we de rezzia zelf ook nooit
„door" gehad, want „de razzia was symptoom van
het naiionaal-socialistisch systeem zelf."
Maar hoe dan?
Wanneer we met aandacht het proces van Neu
renberg hebben gevolgd, kan ons dat duidelijk
zijn. Wat komt er nu als slotsamenvatting van alles
wat die verderfelijke kliek gebrouwen heeft, uit
dit proces aan den dag?
Dit (en dat is, zoals „Trouw" enige weken ge
leden schreef, de geschiedenisles van Neuren
berg), dat het Nationaal-Socialistisch systeem één
gro'ot raderwerk is, waarvan ieder onderdeeltje
meedraait in het grote geheel, en waaraan dus
ieder onderdeeltje een schakel is tot en meewerkt
aan het éne grote doel: om het Nationaal-Socialis-
me met zijn antichristelijke levens- en wereld
beschouwing tot overwinning te brengen. En in
dat raderwerk draait ook mee de razzia - want
het gaat om het doel en voor dat doel moet alles
wijken - daar moet als het nodig is (en het was
nodig!) de Bijbei voor wijken, de christelijke
ethiek, ieder gevoel van menselijkheid (Joden,
concentratiekampen) het rechtsbesef, daarvoor
moet alles wijken, want het doel heiligt de middelen
(Macchiavelli).
Een tastbaar voorbeeld daarvan is de uitspraak
vap een der leidende Nazi's: „wanneer er in Rus
land een Duitsche tankval gegraven moet worden
en daar komen 2000 Russische vrouwen bij om,
dan interesseren mij die Russische vrouwen hele
maal niet, als onze tankval er maar komt."
Een tastbaar voorbeeld is ook de razzia: wan
neer het blijkt dat er op een critiek moment enkele
honderdduizenden Nederlandse arbeiders nodig
zijn, dan zullen die arbeiders er ook komen - of
ze gevangen moeten worden door het middel van
het burgerlijk bevolkingsregister of op een drijf
jacht met het geweer in den aanslag op huis
zoeking, of het, bij gebrek aan behoorlijk vervoer
middel in een soort veetransport moet geschieden,
of er een bepaald percentage onherstelbaar ziek
wordt of bezwijkt, dat doet er niet toe - die arbei
ders zullen er komen, want het gaat om het éne
doel.
Razzia, symptoom van het systeem zelfl
Nu moeten we nog eens even heel nadrukkelijk
bij de hoofdgedachte van het hiervoor gezegde
stilstaan: „het Nationaal-Socialistisch systeem is
één groot raderwerk, waarvan ieder onderdeeltje
meedraait in het grote geheel" - Zie, het doet er
niet toe of dat nu een politiek tandwiel is, of een
religieus, een militair, een economisch, een sociaal
tandwiel, en of het nu ligt op het gebied van de
razzia of van willekeurige vernieling - het draait
alles voor het éne verderfelijke doel! -
Dit heeft enkele zeer belangrijke gevolgen.
Ten eerste dit: dat de gedachte of de uitspraak,
(zoals die door vele mensen werd gedaan) als zou
de Nazi (en daar hadden we mee te maken bij
de macht die ons bezette), toch nog wel iets goeds
hebben, volkomen ontoelaatbaar is!!
Ten tweede dit: dat ieder die ook maar één
tandwieltje van dat grote raderwerk aanraakt,
direct te maken heeft met het gehele systeem -
laten we het even anders zeggen: wie zich inliet
met één van die onderdelen, liet zich in met het
hele systeem, met die misdadige doelstelling, of
hij nu (let wel) vrijwillig een bunker bouwde voor
de Wehrmacht "of een Abort of ook wel wanneer
hij de bezetters „spekte" om „gespekt" te worden,
zeer zeker wanneer hij niet de enig mogelijke
houding ten opzichte van de bezetters wist te
vinden, zeer zeker wanneer hij met nazikrantjes
-heeft geleurd, wanneer hij mensen verraden heeft
tijdens de razzia of anderszins, wanneer hij onder
duikers heeft aangebracht; zeer zeker wanneer hij
sytnphatiserend hd of lid van de N.S.B. is ge
weest.
dit heeft weer heel belangrijke gevolgen
het oog op de politieke gevangenen. Zeer
r, in het licht van het hierboven opgesomde
bestaat er een veel groteren kring van schuldigen
en zou er betreffende de arrestaties misschien wel
ruimte voor critiek komen, maar (over schuldigen
gesproken!) voelen die politieke gevangenen zelf
zich wel schuldig, aan de speciale schuld dat zij,
hoe dan ook, min of meer hun vingers in dat
raderwerk hebben gestoken. Naar wij menen, op
een enkele uitzondering na, op ons eiland geen
enkele
En dit wijst, dunkt ons, wel in een zeer belang
rijke richting: dat de kampen in dezen zin op
voedend moeten zijn, dat aan de gevangenen
(juist ook in deze verhoudingen) schuldbewustzijn
moet worden bijgebracht. Want al staan zij per
soonlijk niet aan het ergste schuldig (en we zijn
blij als we dat geloven mogen) al staan ze niet
schuldig aan moord en brandstichting en mensen
roof en Jodenvervolging - de razzia is maar een
symptoom
Dit alles zeggen wij niet uit farizeïsme, maar uit
noodzaak. Want of de geïnterneerden nu drie
maanden of drie jaren in de kampen zitten, wan
neer ze er uit komen zoals ze er in gegaan zijn,
dan zijn we nog geen stap verder gekomen 1
Over farizeïsme gesproken - in het gezinsblad
van de Ned. Herv. Kerk stond onlangs een ar
tikel: „wat zullen de N.S.B.-ers straks in ons
.terugvinden: farizeërs of christenen?" en dit
artikel belicht zeer zeker een heel belangrijke
kant van de zaak: wij hebben hen niet met een
grote stinkende hooghartigheid in de samen
leving terug te ontvangen, maar we1 zullen ver
gevingsbereid moeten zijn, doch dan zal er toch
ook eens die andere vraag gesteld moeten worden:
„wat zullen wij in de vrijgekomen politieke ge
vangenen terugvinden?" Want als zij terugkeren
zonder te weten wat zij misdaan hebben (en
betreffende onschuldig gevangenen zullen de in
stance's openlijk hun fout moeten bekennen),
wanneer zij terugkeren zonder te weten wat zij
misdaan hebben, met het air van niets misdreven
te hebben, („we hebben toch dit en dat en dat
niet gedaan!" - razzia is slechts symptoom'.),
wanneer zij terugkeren met die oude onhebbelijke
en-gevaarlijke N.S.B.-allures, dan kan het bij alle
vergevingsbereidheid, tot de daad der vergeving
niet komen, ook niet in het licht van de razzia.
Aan alle posten
Het was niet het eerste alarm-sein, dat door
gegeven werd. De gang der Duitsers werd steeds
nauwkeurig nagegaan. Men had hen zien gaan naar
de Gemeentehuizen en vlug wist men, wat zij
daar uitgespookt hadden. De bevolkingsregisters
werden opgeeist, in elk geval moesten ze een volle
dige lijst van de bevolking hebben.
Natuurlijk was dit niet voor de aardigheid of uit
hartelijke belangstelling naar de Flakkeese mensen.
Ze hadden er iets mee voor. Zou men hier hetzelfde
krijgen als in Rotterdam?
Optimisten geloofden het niet. Het kan toch
niet, zeiden ze. Er kunnen geen mensen gemist
worden voor de landbouw. Als ze dat doen loopt
alles in de knoei. Dat gaat toch tegen hun eigen
belangen in.
aan het raam en hoorde tegelijk luide stemmen,
die spraken over moffen en die vertelden wat er
bij de buren gebeurd was. Als onze beschermers
luidruchtig zo betiteld werden, dan was het wel
veilig, dus stapte ik binnen en hoorde mee het
verhaal aan.
Na droge kleren aangetrokken te hebben, gingen
we nog een poosje terug naar bed om weer wat
warm te worden. We waren nu echter volkomen
overtuigd, dat het komen zou en besloten daarom
veiligheid in de4 polder te zoeken.
Na ongeveer een uur, we waren weer wat bijge
komen, verlieten we voor de tweede maal het
behaaglijke bed, kleedden ons aan en begonnen
aan een stevig maal. We moesten er tegen kunnen.
Tegen 6 uur werd ons een grauw papiertje
bezorgd, waarop bovenaan met dikke letters stond:
„Stellings-bevel" en daaronder „De oorlogsituatie
maakt het noodig, dat alle in den leeftijd van
17—40 jaren geëvacueerd worden". Ze komen aan
een andere plaats tot arbeidsinzet. Alle mannen,
geboren in de jaren 1904-1927 gaan DIRECT in
een bij de woonplaats vlakbij gelegen lager.
Zulke lagers zijn in
1. Middelharnis (Hotel Meijer);
2. Dirksland (O.T.-lager);
3i Stellendam.
Over vrijstelling van mannen in een voor de
oorlogsvoering gewichtige bedrijven zal door
vrijstellings-officieren beslist worden.
Aan deze bevel is op 20 Dec. 1944 uiterlijk
10 uur voormiddags te voldoen. NIET NAKO
MING AAN DEZE BEVEL TREKT DE
ZWAARSTE STRAFFEN NA ZICH.
O.U. 20 December 1944.
Der Inselkommandant,
von Alvensleben, Oberstleutnant.
Bijzondere condities:
Mede te brengen zijn: mondvoorraad voor 2
dagen eetgerei, een deken, aan bagage mag alleen
zooveel mede genomen worden als in een kleine
koffer gedragen kan worden.
Verboden is: dat
a. vrouwen hun mannen vergezellen,
b. vergeten bagage in het lager gebracht kan
worden,
De nuchteren dachten anders. Zij vreesden
razzia. En gedachtig aan het spreekwoord: „Een
gewaarschuwd man geldt voor twee", werd van
plaats tot plaats doorgegeven: Pas op, binnenkort
gaat er wat gebeuren.
En.het gebeurde. Dinsdag 19 December in
de namiddag kwam het groot-alarm-sein: „Aan
alle posten: Weest op uw hoede".
Nog zagen velen het niet zo donker in. Er werd
nog eens nauwkeurig geinformeerd, doch het eerste
bericht werd bevestigd.
Zo stapten we Dinsdagavond in bed met de
overtuiging: morgen hebben we de poppen (de
moffen) aan 't dansen, maar toch nog met een
kleine hoop in ons hart, misschien is het loos-alarm.
Onze kleren legden we uiterst nauwkeurig naast
ons bed, we prentten goed in onze hersens hoe ze
lagen, want het kon nodig zijn ze met een V 2
snelheid aan te trekken.
Het zal tegen vier uur geweest zijn, toen we
wakker schrokken. Onze gastvrouw wekte ons en
zei gejaagd: „Er houdt een auto stil. Het zullen
wel moffen zijn, want wie kun je anders op deze
tijd verwachten".
Versuft nog van de slaap sprongen we uit bed,
trokken de hoogst nodige kleren aan, namen de
rest onder de arm en gleden geruisloos door het
raam, dat onze gastvrouw inmiddels open getrok
ken had. We stonden buiten. Het was zo snel
gegaan, dat de „heren" met de auto juist uitgestapt
waren, we hoorden de harde m off entaal klinken en
hadden dus zekerheid, dat het moffen waren.
Op sokje, de schoenen hadden we nog niet
aangetrokken, vlogen we van het raam vandaan in
de tegenovergestelde richting van de moffen, ieder
zijn weg zoekende. Het was donker, pikdonker.
Ik sprong over een heg.midden in een sloot,
welke ik in mijn haast en door de duisternis niet
gezien had. Zowel mijn lichaam als mijn geest
bekoelde aanmerkelijk.
Weer op de kant geklauterd, liep ik nog een
eindje het land in, dat achter de sloot gelegen
was en zette mij 50 meter verder neer bij een
bietenput. Ik luisterde scherp of ik uit de geluiden
kon opmaken wat er gebeurde en trok de rest
van mijn kleren aan, welke gelukkig droog geble
ven waren. Ik wachtte toen maar op de dingen, die
komen zouden.
Uit het beuken op ramen en deuren en het
gebral en het antwoord daarop door een bekende
stem, begreep ik, dat ze binnen moesten zijn,
maar... bij onze buren, die ook verschillende
gasten herbergden. Zouden zij op tijd hebben
kunnen weg komen? Neen, het was hen onmoge
lijk geweest goed heen te komen. Ze hadden zich
nog wel op het dak kunnen werken. Daar zaten
ze te verkleumen in hun nachtgewaad. Noch aan
lokkelijk, noch safe.
Doch het werd geen huiszoeking. Ze moesten
de baas hebben. Uit hoofde van zijn functie moest
hij mee, met nog anderen, voor een bespreking.
Och, niets bijzonders. Hij kwam zó terug. Men
vond dus een bespreking, midden in de nacht,
waarvoor je uit je bed gehaald werd, niets bijzon
ders.
Toen de auto vertrok, ging ik vocftzichtig terug,
goed kijkende of er soms nog moffen achtergeble
ven waren. Ik had niet het voorrecht er een op
mijn terugweg te ontmoeten. Ik tikte voorzichtig
c. sterke drank medegebracht wordt.
Verboden is iedere verkeer op straat vanaf 20
December 1944 voormiddags 10 uur tot nader
order.
De burgemeesters en directeuren van levens-
wichtige bedrijven hebben op 20 December 1944
's middags 14 uur in het Ziekenhuis te verschijnen,
teneinde de verdere doorvoering van bedrijven te
bespreken.
Wie in het bezit van wapenen aangetroffen
wordt, wordt ter dood veroordeeld. -
O.U. 20 December 1944.
Der Inselkommandant,
von Alvensleben, Oberstleutnant.
We wisten het nu precies. We hadden twee din
gen te doen, n.l. zoveel mogelijk mensen waar
schuwen en zelf zorgen een goed heenkomen te
vinden.
Even later trokken van alle kanten de mensen
het dorp uit. De meesten wisten nog wel niet wat
er precies gaande was, maar toen men naar het
werk ging, bleek, dat het dorp afgezet door groen
geüniformeerde lieden en dat was duidelijk genoeg.
Het dorp stroomde dan ook finaal leeg. De mist
maakte het mogelijk ongezien de polders in te
komen.
Niet in alle dorpen ging dit zo gemakkelijk.
Inundaties en mijnenvelden maakten het soms
bijkans onmogelijk. In deze dorpen was de vangst
voor de moffen dan ook groter.
Zeer velen echter, meer dan de helft, ontspron
gen de eerste dag de dans.
Bij het doorploeteren der drassige polders zag
men overal schimmen in de mist opduiken, die,
wanneer ze andere schimmen zagen, stilstonden
en scherp keken of het soms schimmen met uni
formen waren.
Zo ging de Woensdag voorbij. In de dorpen
werden mannen meegenomen, gingen mannen,
geen uitkomst ziende, zich melden. Anderen
brachten de dag door onder 't hooi in hun schuurt
je of andere schuilplaatsen, die ze geïmproviseerd
hadden. In de polders liepen clubjes mannen in
de koude mist, waarvoor ze toch dankbaar waren,
te turen naar onraad dat komen kon. Zorgvuldig
werden openbare wegén gemeden eh voorzichtig,
heel voorzichtig informeerde men op een boerderij
of men iets wist. Al huiszoeking gehad? Neen.
Vanmiddag komen de krengen buiten dorp, zegt
men. Dan maar weer de polder in...
Zo brak de avond aan.
Druk werd er beraadslaagd. Open en bloot in
de polder kon men de nacht niet doorbrengen.
Zou men het wagen naar huis te gaan? Velen de
den het. Verschillenden bleven uiterst voorzichtig
en in de polder, zochten keten op of gingen in een
boerenschuur op of tussen het hooi slapen.
Ook wij bleven in de polder. Voordat we een
nachtverblijf opzochten gingen we eerst hier en
daar informeren hoe dc zaken stonden. Waren er
veel opgepakt of gegaan? Gelukkig, de vangst was
niet groot.
Daarna gingen we op zoek. We vonden een keet,
die voor paardenstal gebruikt werd. Er lag stro
in een hoek. We maakten ons stro-bed keurig op
en tegen 12 uur kropen we, niet onder de wol,
maar op het stro. Wc hadden een onfrisse slaap
plaats, toch was het fris. Eén stond er buiten op
SCHRIFTOVERDENKING.
Kust den Zoon, opdat Hij niet
toorne en gij op den weg vergaat,
wanneer Zijn toojn maar een weinig
zou ontbranden.
Ps. 2 12.
Wij staan aan de vooravond van het Kerstfeest,
waarop ook nu het komen van Gods Zoon door
ons zal worden herdacht.
De komst van den Zoon in de wereld, in onze
mensenwereld, heeft verstrekkende gevolgen.
Kerstfeest is geworden een feest van spargroen,
lichtende kaarsen en gezellige familie-ontmoetin
gen, maar door dit alles wordt vaak de grote ernst
van dit komen weggetoverd.
Zijn komen is geen komen om ons een paar
gezellige dagen met wat eigengemaakte sfeer te
geven, maar in Zijn komen is de groorste veldslag,
die hier ooit gevoerd is, ingezet. Hij is tot de strijd
- de bange maar noodzakelijke strijd gekomen,
opdat Hij overwinnaar zou worden van den men
senverleider van den Beginne en in Zijn over
winning verlorenen alleen hun redding ontvangen.
Maar daarom is de ziel van Kerstfeest ook iets
anders dan stemming, dan gevoelige stemming.
Het vraagt van ons allen Hein als overwinnaar
te huldigen, zó, dat wij alleen in Zijn komen ons
behoud, ons enige behoud zoeken. Daartoe roept
dit oud-testamentisch psalmwoord u en mij ook
dit jaar weer op, want wat is anders Kerstfeest.
Het is anders het feest, waarop de kerk herdenkt
het kómen van de Koning, Die al Zijn tegenstan
ders - ook u en mij - op onze levensweg zal doen
omkomen.
God geve ons door Zijn genade te knielen, eer
biedig te knielen in onze verlorenheid, opdat Hij
in Zijn liefde tot zondaren u en mij op onze weg
doet delen in Zijn heerlijke overwinning.
Ooltgensplaat. A. H. SONNENBERG.
wacht. Na twee uren zou hij afgelost worden.
Eigenlijk had ik de slaap nog niet goed te pakken
of de slaap mij, toen de wacht aan mijn jas trok.
„Zeg jóh, kom eens buiten kijken".
Ik rekte mijn stijve ledematen en verliet mijn
slaapsalon. Buiten was het vrij helder en nog
kouder dan binnen.
In de verte zagen we geweldige vlammen, die
helder in de nachtelijke duisternis afstaken. Waar
was het? In of buiten het dorp? Het was moeilijk
om de plaats te bepalen. Soms leek het een boerde
rij, soms leek het of een hele straat van het dorp
in brand stond. Ook de anderen kwamen naar
buiten. Tot een oplossing kwamen we niet. Eén
ding wisten we wel: het was natuurlijk moffen-
werk.
Terug naar het stro, daar voelden we niet veel
meer voor, daarom zouden we maar op onderzoek
uitgaan. Op een andere plaats wisten ze misschien
meer of konden we de plaats van de brand beter
bepalen.
Een paar uur later wisten we het. Het was een
boerderij, vol met hooi en stro, die de moffen,
zoals ze het zelf zeiden, hadden neergebrand.
Twee jongens, die een door de Duitsers achter
volgde marechaussee, die door de boer en zijn
gezin onder 't hooi gestopt was, kwamen halen
om hem op een veiligere plaats door een dokter
zijn verwondingen te laten onderzoeken, waren bij
hun werk overvallen door de slavenjagers, die
huiszoeking kwamen doen. De marechaussee von
den ze niet, maar de jongens waren er hopeloos bij.
De jongens namen daar echter geen genoegen mee
en toen ze tijdens het vervoer hun kans schoon
zagen, hadden ze hun begeleider ontwapend en
naar het dorp gestuurd, wat deze dan ook onder
luid gehuil deed. Zelf namen ze de benen terug
naar de boerderij, zetten de marechaussee achter
op de fiets en verdwenen. De gevolgen waren
echter minder mooi. Een twintigtal moffen kwa
men op bezoek, bedreigden de overgeblevenen (de
boer was intussen ook gevlogen) met alles en nog
wat, sloegen de boel kort en klein, waarna ze huis
en schuur in brand staken. Koeien en paarden en
enkele werktuigen namen ze mee als overwinnings-
trophee.
Tegen het aanbreken van de dag vroegen we
ons af, wat von Alvensleben met zijn rechterhand
Horn, nog verder zou doen. Gezien het betrekke
lijk geringe resultaat, zouden ze zeker nog andere
maatregelen afkondigen.
We overlegden daarom wat ons te doen stond.
In de polder blijven rondlopen, was in de winter
op de duur onmogelijk. We spraken af, dat we in
kleine groepjes een beter en warmer onderkomen
zouden zien te vinden.
Met ons beiden gingen we haastig, .voordat het
geheel licht zou zijn, de mist was intussen op
getrokken, op pad.
In de nabijheid van een boerderij liepen we
bijna een boerenzoon, die achter een aardappelput
lag, overhoop. Verwonderd vroegen we hein, wat,
hij buiten deed. In de schuur was toch wel een
betere plaats Dit was evenwel niet het geval, zei
hij. Gezamenlijk gingen wij naar de schuur om de
situatie beter op te nemen. Inderdaad, er was geen
schuilplaats, die veilig was voor serieuse huis- of
schuurzoeking. Die was echter wel te maken. Met
nog enkele anderen gingen we aan 't werk en
tasten enkele duizenden kg. hooi en stro om,
waardoor we een moeilijk te vinden schuilplaats
kregen. Dat was voor elkaar. We konden met tien
man gemakkelijk slapen. Dat was dagen uit te
houden.
Enkele dames stuurden we op nieuws uit. Bij
hun terugkeer brachten ze een vuil in gammele
taal gesteld briefje mee.
Bekendmaking.
Aan het evacuatie-bevel naar de lagers is maar
een klein gedeelte van de jaargangen 1904 tot en
met 1927 nagekomen.
Het bezettingsleger geeft nog een laatste ge
legenheid, die op Donderdag, 21 December,
ONHERROEPELIJK afloopt. Na deze tijd zal de
weermacht liet geheele eiland doorzoeken en zullen
de volgende maatregelen genomen worden:
1. Ieder 10 man, die bij het doorzoeken aan
getroffen wordt, wordt doodgeschoten.
2. Zijn woonhuis zal neergebrand worden.
3. Alle overige mannen worden niet bij de
arbeidsinzet ingeschakeld, deze echter komen in
een concentratiekamp.
Om de welwillende bevolking gelegenheid te
geven de weermacht steunen bij het zoeken en
opsporen van onderduikers, wordt het uitgangs-e
verbod op Donderdag, den 21 December 1944
van 's morgens 6 uur tot 's avonds 18 uur opge
heven. Het bezettingsleger verwacht nu dat geen
verder beroep op de bevolking noodig zal zijn om
een zware moeilijke tijd en veel ellende de bevol
king van de eilanden Goeree en Overflakkee te
besparen.
Der Inselkommandant,
von Alvensleben, Oberstleutnant.
Verwonderen deden we ons niet. Het briefje
was 100 Duits. Dreigingen, aansporing tot
verraad van de onderduikers en tenslotte een
betoning van meegevoel met de bevolking, die ze
gaarne veel ellende wilden besparen.
Het vodje bereikte haar doel. Velen gingen,
gedreven door angst, welke werd aangewakkerd
met Verhalen over Schouwen en de brand van een
boerderij. Anderen gingen omdat ze uit hun
schuilplaats verdreven werden door de eigenaars.
Sommigen gingen omdat ze dachten kans te heb
ben op een ausweis. Slechts een klein percentage
dat volhield. De massa ging.
De mof had het gewonnen.
Mijn kameraad, waarmee ik steeds was samen
geweest, nam gebruik van de mogelijkheid weer
op straat te komen, door even n.jar huis te gaan.
Hij keerde niet terug. Iemand, die voor me ging
informeren, berichtte me, dat hij was gaan melden.
Een heel lelijk en verkeerd woord ontsnapte mijn
lippen.
Gelukkig bleek het later onjuist te zijn. Hij
had een andere goede schuilplaats gevonden.
In een zwaarmoedige bui, onder de indruk van
het vele leed, dat over onze gezinnen gekomen
was en bezield met machteloze haatgevoelens
tegen den vijand, kropen we 's avonds met z'n
achten achter onze berg stro, practisch onvindbaar,
indien er althans nog gezocht zou worden. Wij
sliepen vlug in, vermoeid door de twee onrustige
dagen en de slapeloze nacht, die we hadden gehad.
Het sein bleef: „Weest op uw hoede". Het was
mogelijk dat de slavenjagers Horn en von Alvens
leben nog niet moe waren van hun mensenjacht,
bovendien mocht je je gastheer niet in groter
gevaar brengen dan strikt noodzakelijk was.
Vrijdags bleken velen een ausweis bemachtigd
te hebben. Verscheiden bedrijfsleiders en boeren
waren vrijgesteld en konden naar huis. Voorts
hadden de „heren" het goed gedacht een aantal
arbeiders voor de landbouw vrij te geven. Maar
wie? Dat ging er zonderling heen. De lucifers
kwamen er aan te pas. Door het trekken van een
korte of lange lucifer werden verschillende arbei
ders een ausweis toegewezen. Later kwamen de
mannen met grote gezinnen vrij.
Ausweisen waren er. Dat betekende dat ook de
onderduikers daarvan voorzien moesten worden.
Werk voor de illegaliteit.
Tandenknarsend had de illegaliteit, die machte
loos stond tegen de massa-deportatie, toegezien,
zelf een veilige schuilplaats zoekend. Nu was er
weer wat te doen. Men kon helpen. Tevoorschijn
komen was nog niet gewaagd, daarom brachten
koeriersters de verbindingen tot stand.
De drukker van de ausweisen was zo verstandig
geweest papier achterover te drukken en bleek,
zoals altijd, bereid zijn medewerking te verlenen.
Enkele goede marechaussee's hadden ausweisen
meegepikt bij hun chef. Dat was dus voor elkaar.
Een stempel was echter lastiger. Steaipelmakers
heeft Flakkee niet. Ook nu werd een oplossing
gevonden. Bij de leiding der illegaliteit waren
stempels met een keurige vogel er in, maar het
rondschrift en No. klopte niet. Samenwerking
bracht het gewenste resultaat. De adelaar werd
netjes uitgesneden, de drukker zocht goed gelij
kende letters en No.'s, een eigenaar van een draai
bank draaide een passende huls en het stempel
was compleet en voldeed aan de eisen.
's Zaterdags werden de eerste ausweisen voor
onderduikers uitgeschreven.
Geleidelijk aan werden zo enkele honderden
ausweisen verstrekt. Eerst erg voorzichtig, hater
op ruimere schaal.
Kantoorbedienden, onderwijzers e.d. werden
boer, arbeider of controleur gemaakt door ver
anderingen op hun P.B. of verstrekken van een
nieuw persoonsbewijs. Ook zij werden dan van
ausweisen voorzien. Ter afwisseling werden zie-
kenbriefjes, verstrekt. De ontvluchten werden
voorzien van een marchbevel.
Er kon wat geholpen worden, veel was het niet.
Het leed in de gezinnen bleef. Ook de angst.
De angst om hen, die als slaven weggevoerd
waren om te werken voor degenen, die zich onze
vijanden betoond hadden. Angst, om de mannen
en de zonen, die bloot stonden aan de intense
gevaren van de oorlog, die daar in het vijandige
land met allesverwoestende hevigheid woedde
Angst.totdat na de bevrijding de mannen en
de zonen terugkeerden en zich in blijdschap weer
konden verenigen met hun gezin.
Angst, vrees en leed voor degenen, die tot nu
tevergeefs wachtten op de thuiskomst van hun
geliefden.
Leed, naamloos leed voor hen, die niet meer
kunnen hopen, omdat zij weten.
Trooste hen de Heere. Hij alleen kan hier werke
lijk troosten.
Wij doken onder
Hij komt wel.hij komt niet.'t Hing in de
lucht, het gefluister over de razzia. Al enkele keren
waren we opgeschrikt door loos alarm, totvoor
velen nog onverwachts, het werkelijkheid werd.
Al vroeg in de morgen werden die Woensdag
dijken en wegen afgezet. Gelukkig was bij velen
„het gevreesde" al spoedig bekend en allen die
zich voorgenomen hadden, den vijand niet zo
maar in handen te lopen, zochten in huis of om
geving hun schuilplaats op, of probeerden alsnog
weg te komen, uit de gevaarlijke zóne en zochten
een goed heenkomen, buiten dc bebouwde kom.
Een Engels spreekwoord luidt: Every cloud lias
a silver lining; en vele malen hebben wij onder
duikers de waarheid gevoeld, want bij iedere
moeilijkheid en ze waren vele! - ontdekten we
toch wel een lichtpuntje. Die morgen, toen het
gevaar aan alle zijden loerde, bracht de mist ons
uitkomst. Ongezien konden we wegkomen, het
cordon van schildwachten doorbreken, om straks
bij dc te verwachten huiszoeking - niet thuis te
kunnen melden.
Op dat ogenblik begon het bestaan van onder
duiker, vogelvrij-verklaarde. Jezelf weghouden,
wegschuilen voor ieder die in je nabijheid kwam,
vooralniet bestaan voor den ongewensten
werkgever. Bovendien stond ons te wachten,
armoe en gebrék, door velen geleden, wiens schuil
plaats weinig comfortabel was in deze koude
December-maand.
Immers, icd'ere plaats was goed: als 't maar
veilig was.
Met het voortschrijden van den dag steeg dc
spanning. Verlangend zagen we uit naar ieder
bericht, dat ons nieuws bracht over het gevaar
dat dreigde, maar waarvan we niet wisten in welke
felheid het zou losbarsten. En langzaam kroop d#