St RAZZIA ALS SYMPTOOM. Weest op uw hoedel ur, dijk 944. UW ORGEL itcmd. Wij doen dit zeer cc llllken prijs. Tevens een Or^cl d a ui tan t. P. SLUIJ D1RKSLAND. Ruilen. uilt fietsbanden i Heeren Costiuiui vui leeftijd 15 of Ui ja. li. InliclUiiiKcn bij i handel. Ouddorp. BOTH, Nieuwe- Stevige Jou^eiislaarzcn, maat 38, voor lui. ER. VVIT- ijk 591, DirksUuid. bevr. FR. WIT- Ecu ui ^oedc staat zijnde Heren garbadlnc jr|jze Jas, voor 2 pers. Ledikant. Te bevragen N. WITVLIET, Üelderacticiidijk 591, D'l.utd. Werklaarzcn m. 43, voor jongensschocnen Wie ruilt ecu in goede staat zijnde Keuken- kachel, wit emnille, voor een Vera kachel. Een paar sterke werkschoenen maat 44 voor maat 47. Molenlaan B 273, Som mei sd ijk. Een beste leren Jekker gewone maat, voor een donkere Gabardinejas of donkere jekker. Een donker Jongenspakje, een Trui en twee broekjes voor leeftijd van 12 jaar, voor een overjas of pakje voor een Jongen van lö Jaar. C. BERKHOE F, Molendijk 35, den Bommel. Wie ruilt mijn z.g.a.n. Imitatie Bontmantel, bruine kleur, 2. w agger tnaat 42, voor lap stof voor Japon,Idem Babydoek z.g.a.n. voor lakens of tatcllakens. Inlichtingen bij G. VAN KOP PEN, Boekhandel, Ouddorp. Een Winterjas o.kw. tnaat 54, voor dito maat 46 nieuw. Een paar dameslaarsjes m. 37 voor m. 40. Een nieuwe Damesmantel, zw. o.kw. voor zw. japon of overjas m. 44. Een Overall ui 54, voor 2 broeken m. 104 alles nieuw. K- GROEN, D. Bosstraat 307, Middelharnis Een Trapnaaimachine als nieuw, voor prima radio lichtnet of voor orgel. Voorstraat 15, Middelharnis. Een paar z.g.i voor een paas inaat 30 of 40. C Oude Tonge. n. Heerenlaarzen maat 43, amesschüenen, platte hak, HARTOG, Nleuwstraat 82, Te koop aangeboden Een staande schemerlamp, een fototoestel 6' 11, een gramatoon met platen, een gas brander met glazen kap (hanghcht), twee wit glazen bollen voor staand licht. TE KOOP GEVRAAGD: EEN DIVAN. Adres: Gel. Cornelissestraat 275, Middelharnis 100 pak GESTESTROO Te bieden prijs binnen een week schriftelijk aan JOH. GROENENDIJK, Dijkstraat B 380, Sommelsdijk. Een paar prima KUNSTRIJ SCHAATSEN. Merk Niva Escha, bij THOMAS DE VOGEL, Scheerhoek, Ouddorp. 2 8 Meter in goeden staat zijnde IJZEREN BRUGLEUNING JEL1ER, Stellendam. Een paar prima stalen KUNSTSCHAATSEN, maat 31, Gloria Blitz, als nieuw. Inlichtingen bij C. DE MOOU, Boekhandel, Ouddorp. TE HUUR: 2.40 H-A. LAND VOOR VLAS, gelegen in polder Dirksland. Inl. FR-. WIT VLIET, Gelderschendijk 591, Dirksland. Verloren. DOUBLE DAMESPOLSHORLOGE met doublé schakelarmband, in het Korte- weegje, Nieuwe Tonge, op Maandag 3 Decem ber IJ. Terug te bezorgen bij A. v. HEEMST, Korteweegje A 38 te Nieuwe Tonge tegen beloning. Tandarts SYPKENS is ZATERDAG 15 DECEMBER AFWEZIG. Personeel gevraagd. DAMES SLIS. Kade 336, Middelharnis vragen zoo spoedig mogelijk FLINKE DIENSTBODE, liefst voor dag en nacht, juffrouw voor de huis houding aanwezig. Vrijdag werkster, wasch buitenshuis. Mevrouw ARENDS, Voorstraat, Middel harnis, vraagt EEN FLINKE DIENSTBODE voor dag of dag en nacht, tegen half Januari. Terstond gevraagd NET DAGMEISJE M. v. d. DOEL, v. Aertsenstr. 159, Sommelsdijk Weeen Huwelijk der tegenwoordige gevraagd FLINKE HULP in de huishouding te Middelharnis. Loon ƒ30, per maand, goede kost en behandeling. Adres bevragen bij Boekh. L. VROEG1NDEWEIJ Wz Middelharnis. Gevraagd EEN WERKSTER voor I of 2 dagen per week. J. VERBIEST Binnenweg B 87, Sommelsdijk. NET MEISJE voor dag en nacht gevraagd in gezin met twee kinderen. Mevr. G. SCHOORL, Boreelstraat 53a, Rotterdam. Zoo spoedig mogelijk gevraagd FLINKE DIENSTBODE D. H. ISRAEL, Melissant. Boekhouding. Belastingen Administratie en Accountantskantoor W. A. DE BAKKER, Lid N. I.v.B. OUDDORP. (Voor het geheele eiland te ontbieden). BEHANG. Zij üie üoor oorlogsschade behang nodig hebben, kunnen dit voor 1 kamer krijgen. Zendt daarvoor: le. de maat der kamer, lengte» breedte en hoogte. 2e. opgaaf der reden waarom wordt aangevraagd. 3e. Duidelijk en volledig adres. Schriftelijk en vooral VOLLEDIG boven genoemde vragen beantwoorden. Fa. CAMPFENS Woninginrichting - Middelharnis KLOMPEN. Vanaf heden kan door ons geen hout om klompen van Ie maken meer worden aangenomen. Binnenkort hopen wij U op uw bonnen te kunnen bedienen. Wed. A. MANS, Klompenmakerij DUBBELE RINü SOMMELSDIJK VRIJDAG 21 DECEMBER 1945 Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers (0,15. Advertentieprijs H cent per mm. Bij contract aanzienlijke korting. OPBOUW Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee EERSTE JAARGANG - No. 34 Adres der Redactie en Administratie: ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS Dit blad verschijnt iederen Vrijdag Elders in het blad van deze week kunt u lezen hoe een rj:zu er uitziet, en om dat te weten, behoeft u dat niet eens te lezen, omdat dat ons in die verschrikkelijke week van het vorige jaar direct of indirect aan den lijve duidelijk is ge- anaakt. Razzia is iets afschuwelijks, het is iets onmense lijks - daarom is het iets beestachtigs. Razzia is een klopjacht, zooals men dieren op drijft in het veld, her is mensenroof zonder meer, van hei begin tot het einde - want we moeten daarbij niet alleen kijken naar het huisarrest, naar de mitrailleurs in de straten, maar ook naar de wijze van wegvoering, naar de hondse ver scheping. Waarom die woorden: afschuwelijk, beestachtig, klopjacht, mensenroof, honds? Omdat deze woorden ons wijzen in de richting van de verklaring der woorden: „razzia als symp toom". Want dat het er zoo naar toe moest tenslotte, met deze middelen, met deze niets-ontziende (rücksichtlose) middelen, met deze wanhoops- sprongen, dat was een heel duidelijk symptoom hiervan, dat de Duitser het ging verliezen, of eigenlijk nog beter gezegd: dat de Nationaal- Sociahst het ging verliezen. „De Nationaal- Socialist" - want hiermee is nog lang en lang niet alles gezegd over „razzia als symptoom"-; zolang we de razzia alleen nog maar zagen als symptoom van het naderende einde der nazi's, dan hebben we den Nationaal-Socialist nooit „door" gehad, maar dan hebben we de rezzia zelf ook nooit „door" gehad, want „de razzia was symptoom van het naiionaal-socialistisch systeem zelf." Maar hoe dan? Wanneer we met aandacht het proces van Neu renberg hebben gevolgd, kan ons dat duidelijk zijn. Wat komt er nu als slotsamenvatting van alles wat die verderfelijke kliek gebrouwen heeft, uit dit proces aan den dag? Dit (en dat is, zoals „Trouw" enige weken ge leden schreef, de geschiedenisles van Neuren berg), dat het Nationaal-Socialistisch systeem één gro'ot raderwerk is, waarvan ieder onderdeeltje meedraait in het grote geheel, en waaraan dus ieder onderdeeltje een schakel is tot en meewerkt aan het éne grote doel: om het Nationaal-Socialis- me met zijn antichristelijke levens- en wereld beschouwing tot overwinning te brengen. En in dat raderwerk draait ook mee de razzia - want het gaat om het doel en voor dat doel moet alles wijken - daar moet als het nodig is (en het was nodig!) de Bijbei voor wijken, de christelijke ethiek, ieder gevoel van menselijkheid (Joden, concentratiekampen) het rechtsbesef, daarvoor moet alles wijken, want het doel heiligt de middelen (Macchiavelli). Een tastbaar voorbeeld daarvan is de uitspraak vap een der leidende Nazi's: „wanneer er in Rus land een Duitsche tankval gegraven moet worden en daar komen 2000 Russische vrouwen bij om, dan interesseren mij die Russische vrouwen hele maal niet, als onze tankval er maar komt." Een tastbaar voorbeeld is ook de razzia: wan neer het blijkt dat er op een critiek moment enkele honderdduizenden Nederlandse arbeiders nodig zijn, dan zullen die arbeiders er ook komen - of ze gevangen moeten worden door het middel van het burgerlijk bevolkingsregister of op een drijf jacht met het geweer in den aanslag op huis zoeking, of het, bij gebrek aan behoorlijk vervoer middel in een soort veetransport moet geschieden, of er een bepaald percentage onherstelbaar ziek wordt of bezwijkt, dat doet er niet toe - die arbei ders zullen er komen, want het gaat om het éne doel. Razzia, symptoom van het systeem zelfl Nu moeten we nog eens even heel nadrukkelijk bij de hoofdgedachte van het hiervoor gezegde stilstaan: „het Nationaal-Socialistisch systeem is één groot raderwerk, waarvan ieder onderdeeltje meedraait in het grote geheel" - Zie, het doet er niet toe of dat nu een politiek tandwiel is, of een religieus, een militair, een economisch, een sociaal tandwiel, en of het nu ligt op het gebied van de razzia of van willekeurige vernieling - het draait alles voor het éne verderfelijke doel! - Dit heeft enkele zeer belangrijke gevolgen. Ten eerste dit: dat de gedachte of de uitspraak, (zoals die door vele mensen werd gedaan) als zou de Nazi (en daar hadden we mee te maken bij de macht die ons bezette), toch nog wel iets goeds hebben, volkomen ontoelaatbaar is!! Ten tweede dit: dat ieder die ook maar één tandwieltje van dat grote raderwerk aanraakt, direct te maken heeft met het gehele systeem - laten we het even anders zeggen: wie zich inliet met één van die onderdelen, liet zich in met het hele systeem, met die misdadige doelstelling, of hij nu (let wel) vrijwillig een bunker bouwde voor de Wehrmacht "of een Abort of ook wel wanneer hij de bezetters „spekte" om „gespekt" te worden, zeer zeker wanneer hij niet de enig mogelijke houding ten opzichte van de bezetters wist te vinden, zeer zeker wanneer hij met nazikrantjes -heeft geleurd, wanneer hij mensen verraden heeft tijdens de razzia of anderszins, wanneer hij onder duikers heeft aangebracht; zeer zeker wanneer hij sytnphatiserend hd of lid van de N.S.B. is ge weest. dit heeft weer heel belangrijke gevolgen het oog op de politieke gevangenen. Zeer r, in het licht van het hierboven opgesomde bestaat er een veel groteren kring van schuldigen en zou er betreffende de arrestaties misschien wel ruimte voor critiek komen, maar (over schuldigen gesproken!) voelen die politieke gevangenen zelf zich wel schuldig, aan de speciale schuld dat zij, hoe dan ook, min of meer hun vingers in dat raderwerk hebben gestoken. Naar wij menen, op een enkele uitzondering na, op ons eiland geen enkele En dit wijst, dunkt ons, wel in een zeer belang rijke richting: dat de kampen in dezen zin op voedend moeten zijn, dat aan de gevangenen (juist ook in deze verhoudingen) schuldbewustzijn moet worden bijgebracht. Want al staan zij per soonlijk niet aan het ergste schuldig (en we zijn blij als we dat geloven mogen) al staan ze niet schuldig aan moord en brandstichting en mensen roof en Jodenvervolging - de razzia is maar een symptoom Dit alles zeggen wij niet uit farizeïsme, maar uit noodzaak. Want of de geïnterneerden nu drie maanden of drie jaren in de kampen zitten, wan neer ze er uit komen zoals ze er in gegaan zijn, dan zijn we nog geen stap verder gekomen 1 Over farizeïsme gesproken - in het gezinsblad van de Ned. Herv. Kerk stond onlangs een ar tikel: „wat zullen de N.S.B.-ers straks in ons .terugvinden: farizeërs of christenen?" en dit artikel belicht zeer zeker een heel belangrijke kant van de zaak: wij hebben hen niet met een grote stinkende hooghartigheid in de samen leving terug te ontvangen, maar we1 zullen ver gevingsbereid moeten zijn, doch dan zal er toch ook eens die andere vraag gesteld moeten worden: „wat zullen wij in de vrijgekomen politieke ge vangenen terugvinden?" Want als zij terugkeren zonder te weten wat zij misdaan hebben (en betreffende onschuldig gevangenen zullen de in stance's openlijk hun fout moeten bekennen), wanneer zij terugkeren zonder te weten wat zij misdaan hebben, met het air van niets misdreven te hebben, („we hebben toch dit en dat en dat niet gedaan!" - razzia is slechts symptoom'.), wanneer zij terugkeren met die oude onhebbelijke en-gevaarlijke N.S.B.-allures, dan kan het bij alle vergevingsbereidheid, tot de daad der vergeving niet komen, ook niet in het licht van de razzia. Aan alle posten Het was niet het eerste alarm-sein, dat door gegeven werd. De gang der Duitsers werd steeds nauwkeurig nagegaan. Men had hen zien gaan naar de Gemeentehuizen en vlug wist men, wat zij daar uitgespookt hadden. De bevolkingsregisters werden opgeeist, in elk geval moesten ze een volle dige lijst van de bevolking hebben. Natuurlijk was dit niet voor de aardigheid of uit hartelijke belangstelling naar de Flakkeese mensen. Ze hadden er iets mee voor. Zou men hier hetzelfde krijgen als in Rotterdam? Optimisten geloofden het niet. Het kan toch niet, zeiden ze. Er kunnen geen mensen gemist worden voor de landbouw. Als ze dat doen loopt alles in de knoei. Dat gaat toch tegen hun eigen belangen in. aan het raam en hoorde tegelijk luide stemmen, die spraken over moffen en die vertelden wat er bij de buren gebeurd was. Als onze beschermers luidruchtig zo betiteld werden, dan was het wel veilig, dus stapte ik binnen en hoorde mee het verhaal aan. Na droge kleren aangetrokken te hebben, gingen we nog een poosje terug naar bed om weer wat warm te worden. We waren nu echter volkomen overtuigd, dat het komen zou en besloten daarom veiligheid in de4 polder te zoeken. Na ongeveer een uur, we waren weer wat bijge komen, verlieten we voor de tweede maal het behaaglijke bed, kleedden ons aan en begonnen aan een stevig maal. We moesten er tegen kunnen. Tegen 6 uur werd ons een grauw papiertje bezorgd, waarop bovenaan met dikke letters stond: „Stellings-bevel" en daaronder „De oorlogsituatie maakt het noodig, dat alle in den leeftijd van 17—40 jaren geëvacueerd worden". Ze komen aan een andere plaats tot arbeidsinzet. Alle mannen, geboren in de jaren 1904-1927 gaan DIRECT in een bij de woonplaats vlakbij gelegen lager. Zulke lagers zijn in 1. Middelharnis (Hotel Meijer); 2. Dirksland (O.T.-lager); 3i Stellendam. Over vrijstelling van mannen in een voor de oorlogsvoering gewichtige bedrijven zal door vrijstellings-officieren beslist worden. Aan deze bevel is op 20 Dec. 1944 uiterlijk 10 uur voormiddags te voldoen. NIET NAKO MING AAN DEZE BEVEL TREKT DE ZWAARSTE STRAFFEN NA ZICH. O.U. 20 December 1944. Der Inselkommandant, von Alvensleben, Oberstleutnant. Bijzondere condities: Mede te brengen zijn: mondvoorraad voor 2 dagen eetgerei, een deken, aan bagage mag alleen zooveel mede genomen worden als in een kleine koffer gedragen kan worden. Verboden is: dat a. vrouwen hun mannen vergezellen, b. vergeten bagage in het lager gebracht kan worden, De nuchteren dachten anders. Zij vreesden razzia. En gedachtig aan het spreekwoord: „Een gewaarschuwd man geldt voor twee", werd van plaats tot plaats doorgegeven: Pas op, binnenkort gaat er wat gebeuren. En.het gebeurde. Dinsdag 19 December in de namiddag kwam het groot-alarm-sein: „Aan alle posten: Weest op uw hoede". Nog zagen velen het niet zo donker in. Er werd nog eens nauwkeurig geinformeerd, doch het eerste bericht werd bevestigd. Zo stapten we Dinsdagavond in bed met de overtuiging: morgen hebben we de poppen (de moffen) aan 't dansen, maar toch nog met een kleine hoop in ons hart, misschien is het loos-alarm. Onze kleren legden we uiterst nauwkeurig naast ons bed, we prentten goed in onze hersens hoe ze lagen, want het kon nodig zijn ze met een V 2 snelheid aan te trekken. Het zal tegen vier uur geweest zijn, toen we wakker schrokken. Onze gastvrouw wekte ons en zei gejaagd: „Er houdt een auto stil. Het zullen wel moffen zijn, want wie kun je anders op deze tijd verwachten". Versuft nog van de slaap sprongen we uit bed, trokken de hoogst nodige kleren aan, namen de rest onder de arm en gleden geruisloos door het raam, dat onze gastvrouw inmiddels open getrok ken had. We stonden buiten. Het was zo snel gegaan, dat de „heren" met de auto juist uitgestapt waren, we hoorden de harde m off entaal klinken en hadden dus zekerheid, dat het moffen waren. Op sokje, de schoenen hadden we nog niet aangetrokken, vlogen we van het raam vandaan in de tegenovergestelde richting van de moffen, ieder zijn weg zoekende. Het was donker, pikdonker. Ik sprong over een heg.midden in een sloot, welke ik in mijn haast en door de duisternis niet gezien had. Zowel mijn lichaam als mijn geest bekoelde aanmerkelijk. Weer op de kant geklauterd, liep ik nog een eindje het land in, dat achter de sloot gelegen was en zette mij 50 meter verder neer bij een bietenput. Ik luisterde scherp of ik uit de geluiden kon opmaken wat er gebeurde en trok de rest van mijn kleren aan, welke gelukkig droog geble ven waren. Ik wachtte toen maar op de dingen, die komen zouden. Uit het beuken op ramen en deuren en het gebral en het antwoord daarop door een bekende stem, begreep ik, dat ze binnen moesten zijn, maar... bij onze buren, die ook verschillende gasten herbergden. Zouden zij op tijd hebben kunnen weg komen? Neen, het was hen onmoge lijk geweest goed heen te komen. Ze hadden zich nog wel op het dak kunnen werken. Daar zaten ze te verkleumen in hun nachtgewaad. Noch aan lokkelijk, noch safe. Doch het werd geen huiszoeking. Ze moesten de baas hebben. Uit hoofde van zijn functie moest hij mee, met nog anderen, voor een bespreking. Och, niets bijzonders. Hij kwam zó terug. Men vond dus een bespreking, midden in de nacht, waarvoor je uit je bed gehaald werd, niets bijzon ders. Toen de auto vertrok, ging ik vocftzichtig terug, goed kijkende of er soms nog moffen achtergeble ven waren. Ik had niet het voorrecht er een op mijn terugweg te ontmoeten. Ik tikte voorzichtig c. sterke drank medegebracht wordt. Verboden is iedere verkeer op straat vanaf 20 December 1944 voormiddags 10 uur tot nader order. De burgemeesters en directeuren van levens- wichtige bedrijven hebben op 20 December 1944 's middags 14 uur in het Ziekenhuis te verschijnen, teneinde de verdere doorvoering van bedrijven te bespreken. Wie in het bezit van wapenen aangetroffen wordt, wordt ter dood veroordeeld. - O.U. 20 December 1944. Der Inselkommandant, von Alvensleben, Oberstleutnant. We wisten het nu precies. We hadden twee din gen te doen, n.l. zoveel mogelijk mensen waar schuwen en zelf zorgen een goed heenkomen te vinden. Even later trokken van alle kanten de mensen het dorp uit. De meesten wisten nog wel niet wat er precies gaande was, maar toen men naar het werk ging, bleek, dat het dorp afgezet door groen geüniformeerde lieden en dat was duidelijk genoeg. Het dorp stroomde dan ook finaal leeg. De mist maakte het mogelijk ongezien de polders in te komen. Niet in alle dorpen ging dit zo gemakkelijk. Inundaties en mijnenvelden maakten het soms bijkans onmogelijk. In deze dorpen was de vangst voor de moffen dan ook groter. Zeer velen echter, meer dan de helft, ontspron gen de eerste dag de dans. Bij het doorploeteren der drassige polders zag men overal schimmen in de mist opduiken, die, wanneer ze andere schimmen zagen, stilstonden en scherp keken of het soms schimmen met uni formen waren. Zo ging de Woensdag voorbij. In de dorpen werden mannen meegenomen, gingen mannen, geen uitkomst ziende, zich melden. Anderen brachten de dag door onder 't hooi in hun schuurt je of andere schuilplaatsen, die ze geïmproviseerd hadden. In de polders liepen clubjes mannen in de koude mist, waarvoor ze toch dankbaar waren, te turen naar onraad dat komen kon. Zorgvuldig werden openbare wegén gemeden eh voorzichtig, heel voorzichtig informeerde men op een boerderij of men iets wist. Al huiszoeking gehad? Neen. Vanmiddag komen de krengen buiten dorp, zegt men. Dan maar weer de polder in... Zo brak de avond aan. Druk werd er beraadslaagd. Open en bloot in de polder kon men de nacht niet doorbrengen. Zou men het wagen naar huis te gaan? Velen de den het. Verschillenden bleven uiterst voorzichtig en in de polder, zochten keten op of gingen in een boerenschuur op of tussen het hooi slapen. Ook wij bleven in de polder. Voordat we een nachtverblijf opzochten gingen we eerst hier en daar informeren hoe dc zaken stonden. Waren er veel opgepakt of gegaan? Gelukkig, de vangst was niet groot. Daarna gingen we op zoek. We vonden een keet, die voor paardenstal gebruikt werd. Er lag stro in een hoek. We maakten ons stro-bed keurig op en tegen 12 uur kropen we, niet onder de wol, maar op het stro. Wc hadden een onfrisse slaap plaats, toch was het fris. Eén stond er buiten op SCHRIFTOVERDENKING. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toojn maar een weinig zou ontbranden. Ps. 2 12. Wij staan aan de vooravond van het Kerstfeest, waarop ook nu het komen van Gods Zoon door ons zal worden herdacht. De komst van den Zoon in de wereld, in onze mensenwereld, heeft verstrekkende gevolgen. Kerstfeest is geworden een feest van spargroen, lichtende kaarsen en gezellige familie-ontmoetin gen, maar door dit alles wordt vaak de grote ernst van dit komen weggetoverd. Zijn komen is geen komen om ons een paar gezellige dagen met wat eigengemaakte sfeer te geven, maar in Zijn komen is de groorste veldslag, die hier ooit gevoerd is, ingezet. Hij is tot de strijd - de bange maar noodzakelijke strijd gekomen, opdat Hij overwinnaar zou worden van den men senverleider van den Beginne en in Zijn over winning verlorenen alleen hun redding ontvangen. Maar daarom is de ziel van Kerstfeest ook iets anders dan stemming, dan gevoelige stemming. Het vraagt van ons allen Hein als overwinnaar te huldigen, zó, dat wij alleen in Zijn komen ons behoud, ons enige behoud zoeken. Daartoe roept dit oud-testamentisch psalmwoord u en mij ook dit jaar weer op, want wat is anders Kerstfeest. Het is anders het feest, waarop de kerk herdenkt het kómen van de Koning, Die al Zijn tegenstan ders - ook u en mij - op onze levensweg zal doen omkomen. God geve ons door Zijn genade te knielen, eer biedig te knielen in onze verlorenheid, opdat Hij in Zijn liefde tot zondaren u en mij op onze weg doet delen in Zijn heerlijke overwinning. Ooltgensplaat. A. H. SONNENBERG. wacht. Na twee uren zou hij afgelost worden. Eigenlijk had ik de slaap nog niet goed te pakken of de slaap mij, toen de wacht aan mijn jas trok. „Zeg jóh, kom eens buiten kijken". Ik rekte mijn stijve ledematen en verliet mijn slaapsalon. Buiten was het vrij helder en nog kouder dan binnen. In de verte zagen we geweldige vlammen, die helder in de nachtelijke duisternis afstaken. Waar was het? In of buiten het dorp? Het was moeilijk om de plaats te bepalen. Soms leek het een boerde rij, soms leek het of een hele straat van het dorp in brand stond. Ook de anderen kwamen naar buiten. Tot een oplossing kwamen we niet. Eén ding wisten we wel: het was natuurlijk moffen- werk. Terug naar het stro, daar voelden we niet veel meer voor, daarom zouden we maar op onderzoek uitgaan. Op een andere plaats wisten ze misschien meer of konden we de plaats van de brand beter bepalen. Een paar uur later wisten we het. Het was een boerderij, vol met hooi en stro, die de moffen, zoals ze het zelf zeiden, hadden neergebrand. Twee jongens, die een door de Duitsers achter volgde marechaussee, die door de boer en zijn gezin onder 't hooi gestopt was, kwamen halen om hem op een veiligere plaats door een dokter zijn verwondingen te laten onderzoeken, waren bij hun werk overvallen door de slavenjagers, die huiszoeking kwamen doen. De marechaussee von den ze niet, maar de jongens waren er hopeloos bij. De jongens namen daar echter geen genoegen mee en toen ze tijdens het vervoer hun kans schoon zagen, hadden ze hun begeleider ontwapend en naar het dorp gestuurd, wat deze dan ook onder luid gehuil deed. Zelf namen ze de benen terug naar de boerderij, zetten de marechaussee achter op de fiets en verdwenen. De gevolgen waren echter minder mooi. Een twintigtal moffen kwa men op bezoek, bedreigden de overgeblevenen (de boer was intussen ook gevlogen) met alles en nog wat, sloegen de boel kort en klein, waarna ze huis en schuur in brand staken. Koeien en paarden en enkele werktuigen namen ze mee als overwinnings- trophee. Tegen het aanbreken van de dag vroegen we ons af, wat von Alvensleben met zijn rechterhand Horn, nog verder zou doen. Gezien het betrekke lijk geringe resultaat, zouden ze zeker nog andere maatregelen afkondigen. We overlegden daarom wat ons te doen stond. In de polder blijven rondlopen, was in de winter op de duur onmogelijk. We spraken af, dat we in kleine groepjes een beter en warmer onderkomen zouden zien te vinden. Met ons beiden gingen we haastig, .voordat het geheel licht zou zijn, de mist was intussen op getrokken, op pad. In de nabijheid van een boerderij liepen we bijna een boerenzoon, die achter een aardappelput lag, overhoop. Verwonderd vroegen we hein, wat, hij buiten deed. In de schuur was toch wel een betere plaats Dit was evenwel niet het geval, zei hij. Gezamenlijk gingen wij naar de schuur om de situatie beter op te nemen. Inderdaad, er was geen schuilplaats, die veilig was voor serieuse huis- of schuurzoeking. Die was echter wel te maken. Met nog enkele anderen gingen we aan 't werk en tasten enkele duizenden kg. hooi en stro om, waardoor we een moeilijk te vinden schuilplaats kregen. Dat was voor elkaar. We konden met tien man gemakkelijk slapen. Dat was dagen uit te houden. Enkele dames stuurden we op nieuws uit. Bij hun terugkeer brachten ze een vuil in gammele taal gesteld briefje mee. Bekendmaking. Aan het evacuatie-bevel naar de lagers is maar een klein gedeelte van de jaargangen 1904 tot en met 1927 nagekomen. Het bezettingsleger geeft nog een laatste ge legenheid, die op Donderdag, 21 December, ONHERROEPELIJK afloopt. Na deze tijd zal de weermacht liet geheele eiland doorzoeken en zullen de volgende maatregelen genomen worden: 1. Ieder 10 man, die bij het doorzoeken aan getroffen wordt, wordt doodgeschoten. 2. Zijn woonhuis zal neergebrand worden. 3. Alle overige mannen worden niet bij de arbeidsinzet ingeschakeld, deze echter komen in een concentratiekamp. Om de welwillende bevolking gelegenheid te geven de weermacht steunen bij het zoeken en opsporen van onderduikers, wordt het uitgangs-e verbod op Donderdag, den 21 December 1944 van 's morgens 6 uur tot 's avonds 18 uur opge heven. Het bezettingsleger verwacht nu dat geen verder beroep op de bevolking noodig zal zijn om een zware moeilijke tijd en veel ellende de bevol king van de eilanden Goeree en Overflakkee te besparen. Der Inselkommandant, von Alvensleben, Oberstleutnant. Verwonderen deden we ons niet. Het briefje was 100 Duits. Dreigingen, aansporing tot verraad van de onderduikers en tenslotte een betoning van meegevoel met de bevolking, die ze gaarne veel ellende wilden besparen. Het vodje bereikte haar doel. Velen gingen, gedreven door angst, welke werd aangewakkerd met Verhalen over Schouwen en de brand van een boerderij. Anderen gingen omdat ze uit hun schuilplaats verdreven werden door de eigenaars. Sommigen gingen omdat ze dachten kans te heb ben op een ausweis. Slechts een klein percentage dat volhield. De massa ging. De mof had het gewonnen. Mijn kameraad, waarmee ik steeds was samen geweest, nam gebruik van de mogelijkheid weer op straat te komen, door even n.jar huis te gaan. Hij keerde niet terug. Iemand, die voor me ging informeren, berichtte me, dat hij was gaan melden. Een heel lelijk en verkeerd woord ontsnapte mijn lippen. Gelukkig bleek het later onjuist te zijn. Hij had een andere goede schuilplaats gevonden. In een zwaarmoedige bui, onder de indruk van het vele leed, dat over onze gezinnen gekomen was en bezield met machteloze haatgevoelens tegen den vijand, kropen we 's avonds met z'n achten achter onze berg stro, practisch onvindbaar, indien er althans nog gezocht zou worden. Wij sliepen vlug in, vermoeid door de twee onrustige dagen en de slapeloze nacht, die we hadden gehad. Het sein bleef: „Weest op uw hoede". Het was mogelijk dat de slavenjagers Horn en von Alvens leben nog niet moe waren van hun mensenjacht, bovendien mocht je je gastheer niet in groter gevaar brengen dan strikt noodzakelijk was. Vrijdags bleken velen een ausweis bemachtigd te hebben. Verscheiden bedrijfsleiders en boeren waren vrijgesteld en konden naar huis. Voorts hadden de „heren" het goed gedacht een aantal arbeiders voor de landbouw vrij te geven. Maar wie? Dat ging er zonderling heen. De lucifers kwamen er aan te pas. Door het trekken van een korte of lange lucifer werden verschillende arbei ders een ausweis toegewezen. Later kwamen de mannen met grote gezinnen vrij. Ausweisen waren er. Dat betekende dat ook de onderduikers daarvan voorzien moesten worden. Werk voor de illegaliteit. Tandenknarsend had de illegaliteit, die machte loos stond tegen de massa-deportatie, toegezien, zelf een veilige schuilplaats zoekend. Nu was er weer wat te doen. Men kon helpen. Tevoorschijn komen was nog niet gewaagd, daarom brachten koeriersters de verbindingen tot stand. De drukker van de ausweisen was zo verstandig geweest papier achterover te drukken en bleek, zoals altijd, bereid zijn medewerking te verlenen. Enkele goede marechaussee's hadden ausweisen meegepikt bij hun chef. Dat was dus voor elkaar. Een stempel was echter lastiger. Steaipelmakers heeft Flakkee niet. Ook nu werd een oplossing gevonden. Bij de leiding der illegaliteit waren stempels met een keurige vogel er in, maar het rondschrift en No. klopte niet. Samenwerking bracht het gewenste resultaat. De adelaar werd netjes uitgesneden, de drukker zocht goed gelij kende letters en No.'s, een eigenaar van een draai bank draaide een passende huls en het stempel was compleet en voldeed aan de eisen. 's Zaterdags werden de eerste ausweisen voor onderduikers uitgeschreven. Geleidelijk aan werden zo enkele honderden ausweisen verstrekt. Eerst erg voorzichtig, hater op ruimere schaal. Kantoorbedienden, onderwijzers e.d. werden boer, arbeider of controleur gemaakt door ver anderingen op hun P.B. of verstrekken van een nieuw persoonsbewijs. Ook zij werden dan van ausweisen voorzien. Ter afwisseling werden zie- kenbriefjes, verstrekt. De ontvluchten werden voorzien van een marchbevel. Er kon wat geholpen worden, veel was het niet. Het leed in de gezinnen bleef. Ook de angst. De angst om hen, die als slaven weggevoerd waren om te werken voor degenen, die zich onze vijanden betoond hadden. Angst, om de mannen en de zonen, die bloot stonden aan de intense gevaren van de oorlog, die daar in het vijandige land met allesverwoestende hevigheid woedde Angst.totdat na de bevrijding de mannen en de zonen terugkeerden en zich in blijdschap weer konden verenigen met hun gezin. Angst, vrees en leed voor degenen, die tot nu tevergeefs wachtten op de thuiskomst van hun geliefden. Leed, naamloos leed voor hen, die niet meer kunnen hopen, omdat zij weten. Trooste hen de Heere. Hij alleen kan hier werke lijk troosten. Wij doken onder Hij komt wel.hij komt niet.'t Hing in de lucht, het gefluister over de razzia. Al enkele keren waren we opgeschrikt door loos alarm, totvoor velen nog onverwachts, het werkelijkheid werd. Al vroeg in de morgen werden die Woensdag dijken en wegen afgezet. Gelukkig was bij velen „het gevreesde" al spoedig bekend en allen die zich voorgenomen hadden, den vijand niet zo maar in handen te lopen, zochten in huis of om geving hun schuilplaats op, of probeerden alsnog weg te komen, uit de gevaarlijke zóne en zochten een goed heenkomen, buiten dc bebouwde kom. Een Engels spreekwoord luidt: Every cloud lias a silver lining; en vele malen hebben wij onder duikers de waarheid gevoeld, want bij iedere moeilijkheid en ze waren vele! - ontdekten we toch wel een lichtpuntje. Die morgen, toen het gevaar aan alle zijden loerde, bracht de mist ons uitkomst. Ongezien konden we wegkomen, het cordon van schildwachten doorbreken, om straks bij dc te verwachten huiszoeking - niet thuis te kunnen melden. Op dat ogenblik begon het bestaan van onder duiker, vogelvrij-verklaarde. Jezelf weghouden, wegschuilen voor ieder die in je nabijheid kwam, vooralniet bestaan voor den ongewensten werkgever. Bovendien stond ons te wachten, armoe en gebrék, door velen geleden, wiens schuil plaats weinig comfortabel was in deze koude December-maand. Immers, icd'ere plaats was goed: als 't maar veilig was. Met het voortschrijden van den dag steeg dc spanning. Verlangend zagen we uit naar ieder bericht, dat ons nieuws bracht over het gevaar dat dreigde, maar waarvan we niet wisten in welke felheid het zou losbarsten. En langzaam kroop d#

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1945 | | pagina 1