Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee STOEP Zegels. eopend ON Pz. Sommelsdijk verloren Ie Jaargang - No. 5 E KEURINGDIENST enge ter kennis van be en scamslaboonen. uien. slechts toegestaan is ctiebedrijven (en tevens j het Bedrijfsschap voor genoemde bedrijven op rmaliteiten en financieele ot den N.A.K.G. wordt .A.K.G. voor het eiland eg B 2101. Sommelsdijk: e teelt verplicht is, zij de keurmeesters. -anzien van de teelt van e voorloopig op eigen niet ingedeeld zijn in K.G. en hieruit groote moei en,of contractfirma, tten kan geschieden tot meer ter keuring aange- ns den N.A.K.G. C. VERBIEST, Sommelsdijk. OPIËERINRICHTING ORBOEKHANDEL EDIG OP ALLE MA NNEN. aangeslotenen nogmaals eid een door ons gelegd en of verbreken, een geschieden door het perceel de electriciteits- erzegeld zijn. Indien dit ng daarvan onmiddelijk 'egenwoordiger van ons stroom afneemt zonder e zijn, dan zullen wij een -rwijl U tevens voor den an ons net. "triciteits-Maatschappij eeOverflakkee' esloten is geweest, n mijn vader voort het geacht publiek h uitsprekende dat _CHWAREN zal d, SOMMELSDIJK 10' "ocrende Goederen erkoop, huur- en ver- bezorgen van eerste n successie-memories en nalatenschappen eren en hypotheken onoodig het indienen de Pachtkamer, enz. een donker blauw yehaaktc HAND SCHOEN tusschen Melissant en Oud dorp Adres: Mei- M WITTE. Weitjes weg A 516, Ouddorp. Door Duitsers bij mij achter gelaten-' 1 Off. Siersabel, j 1 Geel koperen benzine Brandlamp l vermoedelijk van een schilder) beiden at konisttg uit Oude Tongc Kunnen tegen vergoeding v. d. kosten dezes wordeu afgehaald. Adres: JAC. v. d WENDE. Dorps weg B 227. Sommelsdijk. VERMIST. een lichtbruine staande Duitse HOND (Teef). Opgave: MASTENBROEK. Stad aan 't Haringvliet Verloren: gaande van Sluishaven naar Middelharnis zak met kleeren. Vinder wordt verzocht kennis te geven aan K. V. OTZEL. Nieuwe Tonge. Wie helpt gedupeerd gezin t. b. aan een dressoir, rondtafeltje, lin nenkast en 2 peroons ledikant. Brieven onder no. 25, Bureau v. d blad. Een platte boerenwagen t© koop bi] L. A. BU1JS. Vroonweg onder Middelharnis. Mevr. PENNING te Dirksland vraagt eea nette dienstbode. Werkster aanwezig. B&* Degene die verleden week Woens dag per abuis ©en verkeerd© zak bagage heeft meegenomen, wordt verzocht deze tegen beloning terug te bezorgen bij A HUMAN. Molenkade 195 Stellendam. Zo niet genegen hierop in te gaan, stuur dan het dagboek, brieven en foto's op, daar dit voor een ander geen waarde heeft. Gevraagd voor terstond bij man alleen een nette Huishoudster leeftijd 30—40 jaar. Brieven onder no. 3 - Bureau Opbouw Middelharnis. Voor een goede OPBOUW van Uw zaak of bedrijf is noodig een overzichte lijke boekhouding. Daarom voor de INRICHTING en BIJHOUDING van Uw boeken naar M. DE GROOT Waterweg E 44, Middelharnis WEER AF TE GEVEN: TABAKSPLANTEN, in de soorten Slits No. 25 en Amers- foortsche. Ook Roode en Savoye Koolplanten, bij: GEBR. BAL. Oudel.indschendijk en Oudeweiweg 716, DIRKSLAND. GEVRAAGD een dienstbode voor dag of dag en nacht G. OPSTELTEN Boerenleenbank NIEUWE TONGE. H. H. Landbouwers I Straks komt de tijd weer om te DRAINEEREN. Wij kunnen U weer zoo als voorheen alle soorten draineeren leveren. JAN v. d. VELDE Wz. Gelein Cornêlissestraat C 267, Middelharnis. LANGS dezen weg betuig ik namens mijn vrouw en kinderen, groten dank aan al degenen die hun „tijdens mijn verblijf in Duitschland" gesteund en ge holpen hebben. Bijzonderen dank aan Mej K. LODDER en Mevr. de Wed. DE fAEGER-HOLLAER voor de liefdevolle behandeling mijn vrouw en kinderen, tijdens hun evacuatie aldaar, bewezen. Tevens maak ik langs dezen weg bekend dat DE ZAAK Maandag 4 Juni weer HEROPEND wordt- Hopende al mijn diëntèle weer als voorheen correct te bedienen. Uit aller naam en beleefd aanbevelend, C. REINHOUD Kapoer - OUDDORP AANGEBODEN: Tomatenplanten, Koolplanten, Tabaksplanten, na 20 Mei. A8terplanten. roegtijdig op. i Wed.D.BIJLEVELD,Sommelsdijk Prijs per kwartaal f 1,50 Losse nummers 0,15 Advertentiën van 1 5 regels f 1,— Elke regel meer 0,25 Bij contract aanzienlijk korting. ZATERDAG 2 JUNI 1945 OPBOUW Dit blad verschijnt iederen ZATERDAG ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE: Zandpad B 281, Middelharnis Blijvende waakzaamheid noodig Door de vernietigende nederlagen, die Duitschland en Italië hebben geleden, is meteen de macht en zelfs de invloed van het Nationaal-Socialisme en Fascisme to taal gebroken. Zelfs in japan is de fas cistische partij door den keizer ontbonden. Het N.S.B-blad „Volk en Vaderland" moge nu, naar beweerd wordt, nog onder gronds ais „illegaal" blad blijven verschij nen, we kunnen dat veilig beschouwen als een der laatste stuiptrekkingen van het Nationaal-Socialisme in Nederland. Eenig gevaar is van die zijde niet meer te duchten. Zoo kan dus het leven van land en volk, van kerk en school, van organisatie op elk gebied zich weer gaan ontplooien. De duivelsche aanslag die erop werd ge pleegd door het Nationaal-Socialisme is Gode zij dank verijdeld. De taak van de wederopbouw, hoe moeilijk ook, mag wor den aangevat. Een aanlokkelijke taakGod dienen in vrijheid, naar Zijn Woord! Maar laat ons niet meenen, dat nu alle dreigingen voorloopig zijn weggevallen, Naar de waarschuwing der Heilige Schrift werkt de geest van den Antichrist alle eeuwen door. In telkens nieuwe vormen openbaart zich die geest uit de afgrond om het rijk van Christus in deze wereld te bestoken. Want de strijd, in het para dijs afgekondigd tusschen het zaad der vrouw en het zaad der slang, kent geen wapenstilstand, weet- van geen pauzen. Zoo dan, nu wij het beleven mochten, dat één antichristelijke macht definitief werd neergeworpen en verslagen, is er zeker veel reden tot groote dankbaarheid en vreugde voor allen die de naam en de zaak van Christus liefhebben. Maar wel zeer zouden we ons vergissen, als we zouden meenen nu verder onbedreigd te zijn. Het roepen der zorgeloosheid „Vrede, vrede, en geen gevaar!" past ons chris tenen, ook na 5 Mei 1945, zeker niet. Neen waakzaamheid blijft geboden. Waak zaamheid om toe te zien langs welke wegen nieuwe antichristelijke machten ons en onze kinderen, ons volk bedreigen. De partij-vorming op politiek gebied is thans in volle gang. Het zal wel spoedig blijken welke groepen straks zullen op treden om de kiezers tot zich te trekken. Maar ongetwijfeld zal in de tijd, die voor ons ligt, onze nauwlettende opmerkzaam heid zich moeten bezighouden met het gevaar, dat ons volk bedreigt van de zij de van het Communisme. En het is noodig, dat heel ons volk doordrongen zij van dit ernstige gevaar. Van meet af dient daarop de aandacht te worden gevestigd. Immers een gewaarschuwd man geldt voor twee Dat hier inderdaad van een gevaar gesproken moet worden, is duidelijk. Im mers, het Communistische Rusland heeft fel gestreden tegen het Nationaal-socia- listische Duitschland. En de geweldige militaire prestaties van Rusland hebben zeer veel bijgedragen tot de vernietiging van Hitler-Duitschland. Rusland stond tegenover dezelfde vijand als wij, wij waren daardoor bondgenooten. Maar laat ons niet vergeten, dat het Communisme vooral niet minder anti-christelijk is dan het ver slagen Nationaal-socialisme. Veeleer moe ten we inzien, dat het Communisme nog gevaarlijker is, omdat het naar karakter en beginsel nog veel meer een wereld- beweging is, die ook doelbewust streeft naar de wereldheerschappij. De Komintern (de van Moskou uit geleide organisatie voor de propageering van het communisme onder alle volken) is indertijd wel opge heven volgens berichten uit Moskou, maar het zou wel zeer onnoozel zijn te meenen, dat nu die propaganda stopgezet zou zijn. Nooit mag ons volk vergeten dat de Communisten in Nederland, hoe fel en dapper ze ook hebben gestreden tegen de N. S. B. in de oorlogsjaren in allerlei ver zetswerk, toch met dat verzetswerk pas zijn begonnen toen Rusland in de oorlog betrokken werd. Dus niet in Mei 1940, maar pas in Juni 1941. Deze dingen moeten ons voor de aan dacht staan. Immers, het Communisme heeft op het oogenblik zooveel mee. De geweldige Russische overwinningen hebben vele uienschen onder den indruk gebracht. Krachtsbetoon imponeert nu eenmaal. De gemeenschappelijke strijd tegen denzelfden vijand, die ons zoo onuitsprekelijk veel ellende heeft aangedaan, het nationaal- socialistische Duitschland, werkt allicht sympathie in de hand. Daarbij komt nog, dat juist de komende tijden velen ontvanke lijk zullen maken voor de communistische propaganda en invloed. Want zeer zeker zullen zich groote moeilijkheden voordoen bij den wederopbouw van ons uitgeplun derde en verarmde vaderland. Moeilijk heden, die onze regeering zullen dwingen tot harde en ingrijpende maatregelen, waar door groote kans bestaat op ontevreden heid bij velen. En de jarenlange routine der communistische propaganda zal zeker niet nalaten, dat alles straks uit te buiten, om groote kringen onder ons volk in zijn greep te krijgen. Zoo is er alle reden om op onze hoede te zijn. Hoe moeten we nu die waakzaamheid betoonen? Natuurlijk allereerst door op geen enkele wijze mede te werken aan de communistische actie. Er wordt hard ge werkt om lezers te werven voor het communistische blad „de Waarheid". Elk abonnement daarop is steun aan het com munisme. En bovendien zet ge daardoor Uw gezin open voor den gedurigen invloed van communistische voorlichting en pro paganda. Maar voorts moet onze waakzaamheid ook hierin blijken, dat we ons wachten voor het zaaien van ontevredenheid over regeeringsdaden, het ondermijnen van het gezag der overheden. En ook uit dit oogpunt is het zoo uiter mate belangrijk, dat de christenen van allerlei schakeering zich nauw aaneen sluiten en eendrachtig samenwerken ook op politiek gebied. Verdeeldheid maakt zwak, maar eendracht maakt macht. Getrouwe beleving van waarachtig christendom, dat is de roeping die op ons allen ligt. Daarin vooral moeten we onze kracht zoeken in het waken voor het heil van ons volk, en in den strijd tegen anti christelijke machten. God heeft ons uitgered. Hij heeft de strik, de knellende band gebroken. Hij heeft ons vaderland verlost. Maar waakzaamheid blijft noodig. Vooral ook tegenover het gevaar van het Communisme. Want Niet om hun erf te wezen Heeft God het ons bevrijd! Uit oude papieren. in.1) Moeilijkheden met het beroepen van een predikant te Middelharnis. In het jaar 1718 was Ds. Nicolaas Ma- gerus, sedert 1683 predikant in de Her vormde Kerk te Middelharnis, overleden. Er moest dus een nieuwe herder beroepen worden. De ambachtsheeren en -vrouwen van de Heerlijkheid Middelharnis hadden op het stellen van candidaten groote in vloed. Over de meerdere of mindere in vloed dezer personen, die voor een groot gedeelte Roomsch-Katholiek waren, op de benoeming van diverse functionarissen, was reeds lange tijd verschil van meening ont staan. In een officieel stuk werd in dit verband zelfs geschreven, „datter al een groote opstand geweest was in het Dorp van Middelharnis". In kerkelijke kringen wenschte men Ds. Gellius Aytema, predikant te Brouwers haven, te beroepen. Van deze wensch werd melding gemaakt aan de meest in vloedrijke der Halsheeren, Johan Frangois Otgens. Deze ging accoord met het voor stel en gaf volmacht aan Abraham Kip, baljuw, en Bilderbeek, president-schepen te Middelharnis om naar den Haag te gaan teneinde de overige Halsheeren en -vrouwen of hun vertegenwoordigers op de hoogte te stellen van het voorste! om Ds. Aytema naar Middelharnis te be roepen. De beide heeren vertrokken en 20 Juni 1718 werd een acte opgesteld, waarin aan gemeentebestuur en kerkeraad machtiging 1 Gehoorzamen en opmerken, beter dan slachtoffer» Zie. gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Samuël 15 22. In 1 Samuël 15 wordt ons medegedeeld, hoe Saul, de eerste koning in Israël, steeds verder voortgaat op het heillooze pad der eigenzinnigheid. Gods Woord wordt door hem verworpen, niet in de leer maar in de levenspractijk en als hij door den pro feet Samuël daarover bestraft wordt, houdt hij zich leugenachtig vroom, alsof hij be doelde God er in te eeren Op Gods bevel moest Saul Gods oor deel uitvoeren over het volk, de Amale- kieten. God, die een onderdaan oordeelt door de hand van den rechter, die daarin Zijn dienaar is, gebruikt soms het eene volk als Zijn gerechtsdienaar over een ander volk. De oorlog is dan het zwaard van Gods gerechtigheid in de hand van den onderdrukker. In de gerichtsboeken Gods mogen wij niet inziende rechtvaar digheid van Gods oordeel moeten en kun nen wij in volle verzekerdheid des geloofs aanvaarden, temeer daar ons geweten medegetuigt: Wij hebben gedaan dat kwaad is in Uw oog, dies zijn wij Uw gramschap dubbel waardig (Psalm 51). Saul moest het volk en alle bezittingen vernietigen en mocht niets voor zichzelf of voor zijn volk zich toe-eigenen. Dit was hem uitdrukkelijk gezegd. Sauls zonde, reeds in vorige hoofdstukken beschreven, de zonde van het eigenmachtig zich ver heffen boven het Woord en de geboden Gods, woekert echter ook thans voort. Hij Iaat het bevel des Heeren voor wat het is en rooft wel buit. Koning Agag neemt hij mee als krijgsgevangene en al het beste vee neemt hij mede. Saul dwingt zijn volk niet tot deze zonde, neen, samen doen zij hetkoning en volk zijn één in het verachten van den Heere. Als Samuël op Gods bevel den koning hierover aanspreekt en bestraft, zoekt Saul zich te verschuilen achter het volk en be weert tevens, dat het de bedoeling was van dit beste vee den Heere een offer te brengenHet hoofddoel was echter iets anders: lust tot den buit. De ernst van Gods gebod werd niet beseft, daarom heeft men dat ter zijde gelegd en als de her innering aan Gods gebod alles ver nietigen) inwendig onrust verwekte, heeft men de geruststelling bij de hand gehad: Als men het God offerde, deed men toch ook iets goedsDe mensch kronkelt zich zoo vaak in goede bedoelingen die louter strikken zijn. God vraagt niets anders dan gehoorzaamheid, geloofsafhankelijkheid van den Heere. Alle „vrome" bijbedoe lingen, die den waren grond van ons hart moeten verbergen, zijn volkomen waarde loos en verwerpelijk voor den Heere. Als Saul eerlijk geweest was, had hij zijn grondbedoeling (buit rooven) zeker ge proefd en de valschheid van zijn voorne men om te offeren doorziennu zoekt hij zijn kwaad nog een goeden schijn te geven. Arglistig is het hart, meer dan eenig ding, ja doodelijk, wie zal het kennen (Jerem. 17). Een dergelijke valschheid treft men ook wel onder degenen die voor Christenen willen doorgaan. Men leeft met een on waarachtig hart, zonder God. Men leeft in den grond der zaak naar eigen verdor ven wil, maar is te oneerlijk om dit te erkennen. In hun geweten moeten zij wel gevoelen, dat zij niet recht handelen, maar zij luisteren niet naar dat geweten, de stem Gods in ons binnenste I Als zij in het nauw gebracht worden, of ter verantwoording geroepen worden, dan zoeken zij zich te verontschuldigen en wat is de krachtigste verontschuldiging, die duizenden verslaat, maar ook duizenden ergert? Men geeft er een vroom tintje aan en ontziet zich niet, Gods naam nog te gebruiken ook. Hier wortelt de rechtmatige ergernis van zoovelen die Christelijk meer afzijdig staan. Men ergert zich aan het schijn-vrome Christendom, dat onvroom leeft en handelt evenals anderen, maar met vrome woorden al die anderen overtreft of zoekt te over treffen. Als er geen beter Christendom was, inderdaad dan zou ik ook alle Chris tendom verfoeien. Gods genade leert en geeft gelukkig een ander Christendom. Zulk Christendom verbittert menschen, maar het is ook bij God voor geen cent in tel. Met zulke vroomheid heeft de Heere niets te maken. Het is een poel van on gerechtigheid voor de oogen van Hem, die eischtzuiverheid en deugddie eischt levende geloofsafhankelijkheid van Zich- zelven, als den alleen Waarachtige. Al die vrome woorden van Saul worden met een veeg weggestrekenZie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen. Opmerken is beter dan het vette der rammen, dat is, beter dan de beste offeran den. Wij leven in een tijd van „offeranden", het is de tijd der dankzeggingen en der lofzangen. Dankwoorden stijgen op uit duizenden monden, de ware dankbaarheid leeft bij velen, die Gods hand opmerkten. Als wij Gods hand niet opmerkten, dan is onze dankbaarheid ijdel vertoon. Blijd schap, uitbundigheid en ware dankbaarheid zijn zeer verschillend. Dankbaarheid ver ootmoedigt door het levende besef van Gods onverdiende goedheid en verbindt ons tot levende toewijding aan den Heere. Wat eischt de Heere van ons Neder- landsche volk, van kerk en overheid? Op merken. Opmerken de hand Gods in onzen druk, de hand Gods in onze verlossing. Een levend besef dat wij zelf Zijn zware gerichten hebben afgebedeld door onze jarenlange zorgeloosheid en minachting van Zijn wegen. Een opmerken, dat Zijn verlossende uitredding ons verplicht tot een verlaten van de vorige zonden en een terug- keeren tot den Heere. Van ieder onzer persoonlijk eischt de Heere dit, anders is al onze dankbaarheid, al ons geoffer valsch. Ook van de kerk en de overheid geldt dit. De kerk staat als een wachtster en leermeesteres in het midden van het volk, die heeft getrouw te zijn in de onvervalsch- te verkondiging en handhaving van het Woord. De overheid staat als dienaresse Gods, om Gods Wil te handhaven, om Gods werk te doen, door de bescherming van hen die goed doen, tot straf van hen die kwaad doen (Rom. 13). De strafoefening komt God toe, maar de Heere verplicht de overheid die straffen rechtvaardig in Zijn Naam uit te voeren. Dit moet dus onder ons gevonden wordeneen levend besef dat terugkeer tot den Heere, een hartelijke onderwerping aan Zijn Wil het eerst en eenig noodige is. Gods goedheid verplicht ons tot dankbaarheid, verplicht ons tot een levend offer. Een levend offer dat is niet de overgave van een offerdier, maar de overgave van ons hart, onzen zin en wil. Wat eischt de Heere van ons? Recht doen, weldadigheid lief hebben en ootmoediglijk te wandelen met onzen God (Micha 6). Leeft dit in ons volk? Die vraag is zeer op haar plaats, maar vraag u eerst af: Leeft dit in uw hart? Doorleeft gij dit oprecht als de plicht van uw hart en leven recht te doen, weldadigheid lief te hebben en in ootmoed met God te wandelen? Dat is het eenige wat Gode welbehagelijk is. Hoe wijd zich dit ook vertakt in alle mogelijke levensuitingen, de grondtoon van al ons doen en laten moet zijnHeere, ik heb lust om Uw wil te doen. Heere, leidt mij Zelf in Uwe wegen. De grondtoon van alles wat de kerk doet, de grondtoon van alles wat de overheid in al haar ge ledingen doet, moet zijn naar Gods eisch, wandelen voor Gods aangezicht, voor God, die oordeelt al ons doen en laten. Die ook ons persoonlijk oordeelt en alleen ver zoening schenkt door de vergiffenis om Christus' wil. L. BLOK. verleend werd om het voorgestelde beroep uit te brengen, Het desbetreffend stuk werd geteekend door Adriana Catharina Otgens, J, Valtensis, Johan Hooft als rent meester van Philip Baron van Spangen en Herent, Jonker Anna Tailifer de Moriacq wegens de vroedvrouwe van Renswoude en J. van Santen. Ruim een week later werd door de kerkeraad bericht ontvangen dat ook ge meentebestuur en classicaal bestuur het voorstel konden goedkeuren. Na deze voorbereidende maatregelen werd een ver gadering van de kerkeraad samengeroepen teneinde het beroep uit te brengen. Aan gezien het „nodige is, dat onse Christelijke gemeente, ter eeren Gods en Voortplanting van Sijn saligmakend Woordt, wederom met den aldereersten met een getrouw Herder en leeraar, die hem aan de Woor den des geloofs en Goede Leere, over- eencomende met de gesonde leere, die naar de Godsaligheydt is vasthoud, werde voor- sien" verzocht de vergadering Ds. Aytema de gemeente Middelharnis „met de gesonde leere des Goddelijken woorts, gebruyk der St. Sacramenten, bezoeking der cranken, en wat voorts aan dese geheyligden dienst behoort, te bedienen". De kerkeraad deed van zijn kant de belofte, zich „omtrent Sijn E. met alle Christelijke Eerbiedinge en gehoorzaamheyt te sullen gedragen, mitsgaders alle mogelijke en nodige assis tentie te bewijsen gelijk de Christelijke gemeynte aan „goede en getrouwe predi- canten te doen schuldig is". Deze acte van beroep werd geteekend door de ouderlingen Gerrit Cornelis Coninck, J. Bax en J. Bil- derbeecq en de diakenen Dirk Stoffelss, Mattijs Vink, Willem van den Bos en Pieter den Bout. Het classicaal bestuur bestaande uit de heeren Sigebertus Havercamp, Adam van Halen, Theodorus Texelius en Johan van der Kemp, sanctioneerden de acte. Dit zelf geschiedde door het gemeentebestuur, voor welk lichaam de secretaris, C. Kolff, teekende. Vervolgens werd het document aan Ds. Aytema verzonden. Deze bedankte echter en het werk moest dus opnieuw opgevat worden. Nu hadden de heeren Kip en Bilderbeek reeds rekening gehouden met deze moge lijkheid. In Den Haag hadden zij dan ook reeds twee namen van proponenten ge noemd, n.l. die van Andreas Posthumius t en die van Caspar Philip Duyts, Zij hadden toen de eerstgenoemde aanbevolen. Zij meenden, dat zij door de door den heer Otgens verleende volmacht, ook diens toestemming voor deze candidatuur ver worven hadden. Op den proponent Post humius werd dan ook een beroep gedaan, j De heer Otgens nam hiermee echter geen genoegen. Hi; was van ineening, dat Posthumius in de gemeente Middelharnis! niet algemeen begeerd werd en daarom pleitte hij voor den proponent Duytz. Het belangrijkste waar het voor hem om ging was evenwel, dat hij zich gepasseerd ge voelde en in de brief, waarin hij zijn verzet tegen het beroep Posthumius uit eenzette, wees hij er nadrukkelijk op, dat hij als bezitter van fl/8 van de Heerlijkheid zeker gekend moest worden bij de behan deling van dergelijke belangrijke kwesties. Het geschil liep hoog en er dreigde zelfs een langdurig proces. De kerkeraad hoopte op het bijleggen van de kwestie, want het afwezig zijn van een predikant moest ernstige, nadeelige gevolgen voor de ge meente hebben. Een oplossing scheen onmogelijk te vinden te zijn. In de acte van uitgifte ter bedijking van het Oudeland van/ Middel harnis van 1467 werd gesproken over geschillen die konden ontstaan tusschen de Heeren en Vrouwen onderling. In dat geval zou die partij zijn voorstel kunnen doorzetten, die 2/3 der Heerlijkheid bezat. Aangezien de heer Otgens 5 s der Heer lijkheid in bezit had, ontbrak hem nog 1 24 deel om zijn wil op te kunnen leggen aan de overigen. Ten einde tot een oplossing te geraken werd besloten de Staten van Holland om advies te vragen. Een desbetreffend request werd naar dit college gezonden en Zater dag 1 April 1719 werd het probleem ter tafel gebracht. De vergadering meende dat slechts een proces een einde aan het geschil zou kunnen brengen, maar dit zou

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1945 | | pagina 1