ïïi
ilW*
WOENSDAG
17 OCTOBER 1934
16E JAARGANG. - N°. 97
Gemeenteraad Nieuwe Tonge.
MOTTEN
Geeft U op als Abonné.
INGEZONDEN STUKKEN.
Leest„Onze Eilanden"
V.
EREN. De Koningin-wed uw*
Peter, Tomislav «n Andriea
iwee oudste zonen van Koning
spelend op een zandhoop.
lexander op bezoek bij Koning
lia in Roemenië.
van Joego-Slavië in geaprck
na bij ztin bezoek aan Turkije,
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f 1,-
0,07s
Dit blad verschijnt iederen
Woensdagmorgen en Vrijdagavond.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f 1
0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent»
Dit blad verschijnt iederen
Woensdagmorgen en Vrijdagavond.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Vrijdagmiddag te twee uur kwam de raad
dezer gemeente in vergadering byeen.
Voorzitter Burgemeester Sterk.
Alle leden tegenwoordig.
1 vacature.
De Voorzitter opent de vergadering met
gebed, waarna de notulen der laatste ver
gadering werden gelezen en onveranderd
vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Een schrijven van den heer L. Nelisse
waarin deze ontslag vroeg als lid van den
Raad tegen 13 October a.s.
De Voorzitter: Het is een behoefte bij de
behandeling van dit schrijven even stil te
staan. Het is nu geachte heer Nelisse circa
25 jaar geleden dat ge üw intrede deedtin
den raad dezer gemeente. In dien tyd is er
al heel wat gebeurd en vele mutaties heb
ben plaats gehad in de samenstelling van
den Raad, en van Voorzitter is ook menig
maal gewijzigd. Veel heeft U voor de ge
meente tot stand helpen brengen, ik noem
slechts den bouw van het nieuwe gemeente
huis, steeds waren Uw voorstellen weldoor
dacht en tot verheffing van het A.R streven.
Ik dank U namens de gemeente voor den
langen tyd dat ge Uw krachten in dienst
der gemeenschap heeft gesteld en hoop dat
ge vele gelukkige jaren in Uw nieuwe woon
plaats naoogt beleven.
Nelisse dankte den Voorzitter voor de
goede woorden tot hem gericht. Inderdaad
is het een heele tyd dat ik hier zitting heb
gehad ik heb in dien tijd vier Voorzitters ge
kend doch mag getuigen dat ik met allen
zonder onderscheid goed heb kunnen opschie
ten. Het is thans de laatste keer dat ik met
U kan aanzitten wegens mijn vertrek naar
Middelharnis, doch ik hoop dat de belangen
van de gemeente in goede handen zullen
blijven en wensch het beste voor de ge
meente.
Van Ged. Staten was ingekomen een ver
zoek om in het reglement van het Armbe
stuur op te nemen een bepaling dat B. en W.
drie-maandelyks de kas van den boekhouder
zullen opnemen, dat door deze borg gesteld
zal moeten worden en dat ook Ged. Staten
het recht zullen krijgen de kas op te nemen.
B. en W. stelden voor aan dit verzoek te
voldoen, waartoe werd besloten.
De goedkeuring van Ged. Staten over en
kele genomen raadsbesluiten.
Procesverbaal van de kasopname by den
gemeente-ontvanger waaruit bleek dat in kas
was een bedrag van 2784,14 overeenkom
stig boeken en bescheiden.
Een verzoek van den A.N.W.B.en K.A.C.
om een verordening vast te stellen waarby
het niet noodzakelijk wordt geacht datpar-
keerende auto's verlicht moeten zyn, zooals
in de gewijzigde Motor- en Rtjwielwet is
vastgesteld.
B. en W. waren van oordeel dat verlichting
beter is en stelden voor hierop afwijzend te
beschikken. Daarna werd alzoo besloten.
Vervolgens bodeD B. en "W. aan de Ge
meente-begrooting dienst 1935.
De Voorzitter deelde mede dat deze eerst
in ontwerp opgezonden moet worden ter
fine van onderzoek naar Ged. Staten alvorens
deze in den raad wordt vastgesteld.
Nadat deze begrooting ingezonden is ge
weest kreeg men van Ged. Staten bericht
dat een wijziging was gebracht indefinan-
tieele verhouding tusschen Ryk en Gemeente.
Hadden' wy oorspronkelijk de begrooting
sluitend zonder belasting verhooging, na
deze wyziging moeten wy helaas voorstel
len doen, althans in het ontwerp begrooting.
rekening houden met een belangrijke belas-
tingverhooging.
B. en W. stelden mitsdien voor de opcen
ten op de gemeentefondsbelasting te ver-
hoogen van 75 op 80, de opcenten op de
vermogensbelasting staan op het maximum
t.w. 40, de opcenten op de personeele be
lasting te verhoogen van 70-90 op van 90
tot 170 opcenten. Wy hebben gemeeDd de
progressie te behouden om de beter gesitu
eerden iets zwaarder te belasten.
Met deze voorstellen zal het echter nog
de vraag zyn of Ged. Staten zich daarmede
kunnen vereenigen. Doch wij zullen het beste
er van hopen.
Deze verhoogingen zijn noodzakelijk ge
worden ondaDks dat wij nog een voordeelig
saldo van 6200,— in die begrooting heb
ben kunnen verwerken.
Besloten werd deze voorstellen zij het dan
ook noode voorloopig te accepteeren.
Vaststelling gemeenterekeningdienst 1933.
De commissie van onderzoek rapporteerde
bij monde van den heer Tljl dat deze in
orde was bevonden en tot goedkeuring kan
worden overgegaan.
De commissie merkte wel op dat de ver
lichting en verwarming van het gemeente
huis en de school zooveel kost en vroeg of
daarin geen verandering verkregen kan wor
den door de kachels in den namiddag te
doven en 's morgens eerst weer aan te maken.
Voorzitter zeide dat dit inderdaad ook de
aandacht van B. en W. niet was ontgaan.
Dat intusschen voor het gemeentehuis reeds
aan de gascommissie was gevraagd om een
billijke regeling. Hierop is echter nog geen
beslissing gevallen.
Ter zake van de schoolverwarming zullen
B. en W. met het schoolhoofd overleg plegen.
De commissie merkte verder op dat een
extra belooning is uitbetaald aan den gemeen
teopzichter.
Voorzitter zeide dat dit is geweest voor
dagelijksch toezicht bij den aanleg van den
speeltuin.
Tljl vroeg of al uitvoering was gegeven
aan het besluit, waarbij is bepaald dat alleen
lid van de gascommissie kan zijn een raadslid.
Voorzitter zeide dat dat daaraan vaat zit
Tijl: Het is besloten en ook gewenscht,
dan kan men direct eenige inlichting ver-
kiygen, nu moeten de raadsleden bij buiten
staanders gaan informeeren.
Breesnee zeide dat die bepaling ook be
zwaren had. Men zal daardoor een sterkere
wisseling in de gascommissie krygen en zijn
de leden minder ingewerkt.
TijlDat kan ook zpn voordeel hebben.
Nu bl(Jft er soms wat op een sleur hangen
en komen er weer nieuwe krachten in, dan
kunnen die wat activiteit ontplooien.
Van Alphen vroeg hoe lang het zittende
lid zyn functie nog kan vervullen.
1 Voorzitter zeide dit niet te weten met
zekerheid doch meende van 1935 uit. Dan
kunnen wy daarna met de benoemiDg reke
ning met onze verlangens houden en is geen
wijziging noodig.
Daarna werd de rekening vastgesteld met
in gewonen dienst 'n ontvang van ƒ72.775,22,
uitgaaf 66 569,03, alzoo een batig slot van
6206,19 In kapitaaldienst met een ontvang
FEUILLETON.
OUÏDA
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
64)
Hij was de Haroun al Raschid van de kermis
te Trouville, en het goud stroomde in zijne
chatkist door de toovermacht van zijn naam
en zijne stem, het aanstekelijke van zijn lach en
zijne vroolijkheid. Maar geen enkele maal kwam
hij in de nabijheid van Prinses Zouroffen niemand
zou vermoed hebben, terwijl hij daar rondliep,
met zijne kleine vereerders om zich heen, en schoonc
vrouwen uit eene kom water haar lot voorspelde,
dat hij gedurig bij zichzeiven zeide: .,0, mijne wilde
witte roos! Waarom heb ik u niet geplukt en be
houden toen ik het in mijne macht had? Gij zijt
nu eene groote dame en allen benijden u, en in
tusschen wordt gij beleedigd en verguisd!"
Vere zat in hare hemelsblauwe tent en zag er
meer uit als eene koningin bij een riddertournooi
dan als een verkoopster in een bazar. Zij kocht de
meeste van hare artikelen zelf en gaf ze aan de
kinderen.
De zon scheen helder en brandend heet; zij kreeg
hoofdpijn van het gedruisch en gewoel, cn de
regenboogklcurige halve cirkel van tenten en de
wemelcndc bonte menigte draaiden haar soms als
in een nevel voor de oogen.
Zou hij het wel geweest zijn, die haar gewaar
schuwd had? zoo btgon zij tc twijfelen. Het was
eigenlijk te onwaarschijnlijk. Wat kon het hem
schelen? Zij moest haar vermoeden voor dwaas
houden. Wat kon er hem aan gelegen liggen?
Ongetwijfeld was hij daar in de tent, waar Noi
sette geweest zou zijn, alleen uit kameraadschap
omdat zij eeuc actrice was; daarom vervulde hij
hare plaats. Wat zou het anders zijn?
Zij zag hem zijn speelgoed verkoopen; zij kon
het trillen van zijne gitaar, de klank van zijne stem,
het gejuich van de kinderen, het gelach, waarmee
de vrouwen hem met bloemen bestrooiden, als in
den Carnavalstijd, hooren; zij kon hem bijna den
geheelen dag zien, als hij onder Noisette's rozen-
guirlandes stond of vol grappen en complimenten
o\er de kermis liep. Tegen zonsondergang miste zij
hem. De vlag met den Amor, wiens vleugelen in
de dorens van de rozenstruik gevangen waren, was
neergehaald; een neger stond als een standbeeld
tusschen de rose gordijnen van Noisette's tent.
Het was een slaaf van Soudan, die hij reeds lang
als een rij man in zijn dienst had gehad: eene
schilderachtige figuur, te Parijs welbekend. Hij
sprak niet, maar hij had een papier in de hand,
waarop geschreven stond: „Désolê de vous quitter,
mais un pauvrc lattier n'cst pas maitre de soi-
müme."
,,'t Was allerliefst van Corrèze," zeide Madame
de Sonnaz. Allerliefst. Hij had maar vicr-en-
twintig uren te missen tusschen zijn laatsten avond
in Covent Garden en de feesten te Brussel. En die
vier-en-twintig uren heeft hij besteed om aan mijn
verzoek te voldoen en tot onze kermis het zijne
bij te dragen. Hij is van avond naar België gegaan,
't Was werkelijk allerliefst. En wat is bij ons van
van 5187,84, uitgaaf 3779,71, alzoo een
batig saldo van 1408,13.
De commissie van onderzoek adviseerde
ook de rekeniDg van het armbestuur 1933
vast te stellen. Ontvang 5294,95, uitgaaf
5013,76, alzoo een voordeelig slot van
281,19.
De begrooting dienst 1935 sloot in ontvang
en uitgaaf met ƒ5380,75, deze werden zon
der discussie vastgesteld.
Verbetering van den Molendyk.
Overeenkomstig besluit van den Raad heb
ben B. en W. onderzocht hoe tot verbetering
te geraken. B. en .W. hebben zich daartoe in
verbinding gesteld met den gemeenteopzich
ter van Middelharnis, Ir. Snelleman, deze is
bereid gevonden voor een bedrag van ƒ100,—
een volledig rapport uit te brengen. Voor
eventueel toezicht op de uitvoering van het
werk zou een bedrag gevoteerd moeten wor
den van 75,tot 125, Echter kan
dit jaar daarvan niets meer komen, aangezien
de temperatuur zich niet leent om te teeren.
De Voorzitter zeide dat hij persoonlijk
overtuigd was dat een teerlaag aanbrengen
een afdoend mooi werk zal zijn wat zyn
rente wel zal opbrengen. Als wtj eens zien
hoe het Zandpad te Middelharnis eruitziet
dan mogen wy daarover tevreden zyn.
B. en W. stelden dan ook voor den heer
Snelleman een onderzoek op te dragen en
daarna te zien of uitvoering mogeiyk is.
Alzoo werd besloten.
Tijl vroeg of dit niet in werkverschaffing
kon geschieden dan betaalt bet Ryk er ook
nog iets aan.
Voorzitter zegt, dat dit niet gaan zal daar
het productief werk is.
Verder werd besloten op voorstel van B
en W. een strook grond aan te koopen van
de Diaconie voor een bedrag van 30,—
ter uitbreiding van de gemeente.
Vaststelling verordening regelende de werk
zaamheden van den Burgerlijken Stand.
Hierby werd bepaald dat de Burgemeester
de huwelyken zal sluiten, van der Wende
de verantwoording heeft over het admini
stratieve gedeelte waarvoor een belooning van
142,50 zal worden gegeven en wethouder
Visbeen als plaatsvervanger zal optreden.
Op voorstel van Ged. Staten werd besloten
het ambtenaren-reglement te wyzigen met
de bepalingen dat een ambtenaar zich niet
mag tooien met insignes van revolutionaire
vereenigiDgen enz. By* huweipk van een
vrouweiyke ambtenaar beneden den leeftijd
van 45 jaar automatisch ontslag ingaat, en
het den ambtenaar is verboden in concubi
naat te leven.
De gemeentebegrooting dienst 1934 werd
met af- en overschry viDg gewyzigd.
Rondvraag:
W. A. van Alphen vroeg of het.'mogeiyk
zou zyn het schoolgeld weer op de ouder-
wetsche manier per week te innen in de
school. Het schoolgeld kan moeilijk worden
opgebracht en enkele centen per week gaat
gemakkelijker dan een paar gulden geiyk.
Voorzitter zeide dat dit te overwegen was.
A. van Alphen meende dat dit stelsel ook
wel wat tegen had en verwachtte er niet
veel heil van.
Voorzitter zeide toe dit punt met den
gemeenteontvanger te zullen bespreken.
Daarna sluiting.
nut geweest! Wat heeft hij er een leven in gebracht!
en wat heeft hij ons veel geld bezorgd! Ik zal hem
er altijd dankbaar voor zijn!"
Terwijl zij dit zeide, dacht zij echter: ,,'t Is op
merkelijk d?t hij in 't geheel niet bij haar is geweest.
Zoo al, dan moeten zij elkaar zeer goed verstaan.
Hij heeft al die moeite niet voor niets gedaan, en
geen toeval kon zoo juist van pas komen."
De gasten en de gastheer van Félicité dineerden
dien avond te tien uur bij haar in de Chalet Ludoff.
Vcrc wendde zware vermoeidheid voor en reed
bij het bleeke schijnsel der maan naar huis, in de
koele avondlucht, vervuld van de geuren der
boomgaarden en van de frissche zeekoelte. Madame
Nelaguine vergezelde haar; zij spraken geen van
beiden.
Op hetzelfde uur kwam Mademoiselle Noisette,
woedend dat zij Trouville had moeten verlaten,
en blakend van wraakzucht, te Parijs aan, en
stormde de rustige wijkplaats binnen, waar haar
directeur zijne vrije uren sleet. Daar vernam zij
dat er geen nieuwe pensionnaire was, die Julie
Malmaison zou spelen; dat haar grootheid nog
even onaangevochten was als op den dag van haar
début; dat haar directeur en het publiek nog hare
getrouwe en gehoorzame slaven waren; kortom,
dat zij voor den gek was gehouden.
„Qui done a voulu me mystifier!" schreeuwde
zij honderde malen, en zij verdiepte zich in allerlei
gissingen cn werd slechts tot bedaren gebracht
door beloften van den Chef de Sureté en zijne
trawanten. Maar een half uur lang raasde en
tierde, vloekte, weende en schuimbekte zij van
woede, cn toen vergat zij den Prefect van Poli
tic en liet zich naar Enghien-les-Bains, juist bij
tijds voor het diner, medenemen door een Duit-
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Ooltgensplaat, 13 October 1934.
Aan de Redactie van Ome Eilanden
Middelharnis.
Mijne Heeren,
Beleefd verzoek ik U plaatsing voor het
onderstaande
Voorop gesteld, dat ik Burgemeester Don
kersloot hoogacht en wij reeds vele jaren
zeer vriendschappeiyk met elkaar omgaan,
lees ik nu met verwondering het verslag
van de Vergadering van den Raad van Oolt
gensplaat op Maandag 8 0ctoberj.l.enkomt
by my de vraag naar voren, of Ooltgensplaat
er voor den Burgemeester is of de Burge
meester er voor Ooltgensplaat? De Burge
meester wist van my persooniyk, dat de beide
Zaadbandels een request zouden indienen
by den Gemeenteraad en keurde dit goed,
maar stelde voor om buiten ons nog een
paar andere belanghebbenden te laten teeke
nen. Hiertoe ontbrak mij echter de tijd, daar
ik op reis moest. Verwachten deed ik niets
van dit request, maar myn bedoeling was
om andere belanghebbenden eventueel naar
voren te doen komen.
Wat my bijzonder frappeert is wel, dat
onze Burgemeester het persooniyk betwyfelt
of een goede verbinding voor deze gemeente
wel een levensbehoefte is.... Hoe heb ik
het nu? De belangen van onze Zaadbandels
zal ik begrypeiyk niet publiceeren, ze zyn
echter zeer belangryk. Een levensbehoefte
is al heel sterk uitgedrukt, maar ieder zal
een goede verbinding toch wel een eisch van
den tyd noemen?! Elk Zeeuwsch eiland is
goed en praktisch verbonden met den vasten
wal en hoe is het nog steeds met Flakkee?
De verbinding Middeiharnis-haven Helle-
voetsluis is voor vervoer van auto's totaal
ongeschikt en veel te duur. Zeer vele bezit
ters van een auto hunkeren reeds lang naar
een doelmatige verbinding met den vasten
wal en ook velen, die buiten ons eiland
wonen.
Een paar jaar geleden werd ook ik meer
malen door Burgemeester Donkersloot uit-
genoodigd toch vooral mede te werken voor
het verkrijgen van een betere verbindiDg.
Op zekeren keer, toen te Middelharnis weer
een vergadering voor dit doel werd gehouden,
drong hy ten zeerste aan, dat ook ik op die
vergadering myne belangen naar voren zoude
brengen. Ik had geen gelegenheid er heen
te gaan en verzocht toen de Burgemeester
my dan maar iets te schry ven voor die com
missie, welk epistel hy dan wel zou voor
lezen. Vorigen winter deelde de Burgemees
ter my spontaan mede, dat Kraak een veer
dienst op Brabant zou beginnen en dat nu
verbetering op til was, al deed Kraak dan
voorloopig alles nog maar op eigen initiatief
en zonder eenigen steun. In Maart van dit
jaar was er een openbare vergadering op ons
Gemeentehuis, welker besluiten dadeiyk na
afloop overal bekend waren en besproken
werden, dus ook aan ons bekend en als ik
nu lees, dat de Burgemeester zou willen
opmerken, dat iemand die niets heeft ge
geven, allerminst gerechtigd is aanmerkin
gen te maken enz., dan is mijn antwoord,
dat ik geen tyd had die vergadering by te
wonen, Ik kan in die dagen onmogeiyk mijn
zaken in den steek laten en geef de belangen
daar behandeid, gaarne en met alle vertrou
wen over aan H.H. leden van Gemeente
raden, Polderbesturen, enz. Heb ik me ooit
afzydig getoond, als het er om ging iets by
te dragen ten algemeenen nutte?
Burgemeester Donkersloot, men braeht
niet 1000 gulden byeen, maar ongeveer
2500 gulden, wyi toezeggiDg even goed is
als dadeiyk betalen en had men dadelijk na
die vergadering belanghebbenden bezocht of
opgeroepen, men bad nog een groot bedrag
by dit bedrag opgedaan; alles door zeer
levendige belangstelling in een verbinding
met Brabant, zy het dan voorloopig nog maar
primitief. Of nu op die vergadering besloten
werd dit geld pas DAN te besteden als het
„groote plan" voor elkaar was, laat ik ter
beoordeeling der aanwezigen op die vergade
ring over. My komt het voor, dat velen
meenden, dat dit geld dadeiyk zou worden
gebruikt om het allernoodzakeiykste aan de
Sluishaven te verbeteren voor een zoogoed
mogeiyke in- en uitvaart van de boot van
Kraak.
Inzake Uw antwoord op de vraag van den
heer Van Es, (een vraag, welke ik ten zeerste
apprecieer), doet het mij onaangenaam aan,
als de Burgemeester spreekt over „ruzie"
met mijn zoon Ary Hobbel. Waarom een
particulier onderhoud by my aan huis zoo
breed uitgemeten?
Toen ik onlangs met de auto wilde ver
trekken, via die dichtgespykerde haven van
Ooltgensplaat, (waarover ik een artikel las
in de Telegraaf, toen ik in Hilversum ver
bleef) heb ik den Burgemeester te voren
gevraagd of dat mogelijk was. Het antwoord
is den Burgemeester we) bekend en ben ik
met Kraak meegevaren. By myn thuiskomst
weer dézelfde evolutie, echter, ik had per
missie, de auto kwam van de booten
nu lees ik tot myn verbazing, dat de Burge
meester het ten zeerste betreurt, dat inge
zetenen van onze gemeente die schutting
hebben afgebroken....?? Of de Burgemees
ter het recht heeft de gansche haven af te
zetten, dan wel alleen de gevaariyke laad-
en losplaatsen en over de rest den geheelen
gemeenteraad te raadplegen, kan ik niet
beoordeelen. Ik wil verder in 't minst niet
oordeelen over te nemen maatregelen door
Rijk, Provincie, Gemeente, Stichting, enz.
en hoop en wensch met velen, dat er spoe
dig een goede verbinding met den vasten
wal tot stand mag komen. Alleen kon ik na
lezing van genoemd verslag niet nalaten de
tegenstrydigbeden uitgesproken in de ver
gadering van den Raad van Ooltgensplaat
op 8 October j.l. hiermede te demonstreeren.
Aisjmen, zooals ik, eiken weg in Nederland
meermalen berijdt en kent, men overal ziet
de prachtige moderne bruggen, veren, pon
ten, wegen, enz.' en men komt dan weer
naar Dinteloord zakken, van waar men over
een smal dykje Dintelsas bereikt, eindelyk
langs een grasberm by een bootje komt,
waarmede we dan nu Plakkee vlug en goed
koop kunnen bereiken, dan staat men wel
PAF als men dan allerlaatst nog by een
obstakel aankomt, in den vorm van een
„dichtgespijkerde haven".
C. W. HOBBEL Az.
schen markgraaf, dien zij uit vaderlandsliefde
plunderde, en met uien zij eene geheele week
samenwoonde.
Madame Jeanne, hoe vermoeid zij den volgen
den dag ook was, gevoelde zich opgeruimd en veer
krachtig, toen zij in hare roode en zwarte strepen,
en met eene roode muts op, hare kunsten in en
later op het water van Trouville vertoonde. Zij
had een draad gevonden; nu nog een zwakken
ontastbaren draad, maar toch iets, waarvan zij
hare web kon spinnen.
„Corrèze was de held van het avontuur der
verloren schoenen en kousen, en welk avontuur
is in het leven eener vrouw ooit zoo zoet als het
eerste?" dacht die vrouw van ondervinding, ter
wijl zij hare leden op de golven uitstrekte of haar
bootje er overheen liet glijden. „Corrèze komt
vóór eenige uren hier; dienzelfden dag rijdt zij
vroeg uit eer wij op zijn, en doet eene bedevaart
naar de plaats, waar de schoenen verloren zijn;
als wij haar ondervragen, kleurt zij en wordt boos;
hij neemt de tent van Noisette van Noisette,
die hij verfoeit dat heb ik honderdmaal van
artisten gehoord. Hij zet zijn beste beentje voor,
hij is allerliefst, hij is aanbiddelijk; en dat alles
zoo kort bij Vere, die hij evenwel niet eens toe
spreekt! Daar moet wat achter steken. Zij moeten
bij elkander gebracht worden; dan zullen wij het
wel zien, dat kan niet missen."
En op het zonnige water op haar rug liggende,
besloot zij dat tc doen. Wat wilde zij eigelijk?
Dat wist zij zelve niet recht. Zij wilde doen wat dc
motten met het hermelijn doen.
HOOFDSTUK U.
De avondschemering begon in het bekoorlijke
groene Ischl te vallen.
Ischl is, evenals een jong meisje, des ochtends
het bevalligst. Het morgenlicht is er glansrijk en
liefelijk; van den zonsondergang ziet het weinig
of niets, en de avonden zijn er somber; het duurt
lang eer de maan boven die hooge pijnbosschen te
voorschijn komt, maar vertoont zij zich eenmaal,
dan schijnt zij verrukkelijk op de golven van de
snel stroomende Traun, waarin het licht van de
huizen aan haren oever zich afspiegelt, terwijl het
plassen van de veerboot nu en dan de stilte
afbreekt.
Ischl is kalm en stil, eenvoudig en fatsoenlijk.
Ischl heeft niets van de belle petite, zooals Baden,
niets van de voorname cocodette, zooals Monaco.
Te Ischl wordt niet gespeeld, men is er niet luid
ruchtig, er gebeurt niets dols; het is er nog een
weinig ouderwets en hoofsch; het heeft bij al zijne
elegantie iets landelijks.
Te Ischl gaat men vroeg naar bed en staat
vroeg op.
Op dien Augustusavond heerschte er eene vol
komen stilte. Het was er vol, 'twas eene beschaafde
en hoogst welvoegelijke menigte. Groepen liepen
onder dc hoornen der esplanade in zacht gesprek
heen en weder; de muziek had reeds lang opge
houden, heeren eti dames zaten op balkons, met
flauw verlichte kamers achter zich; maar geen
ander geluid deed zich hooren dan het geblaf van
een hond, of het gelach van een meisje, of het
plassen van een roeiriem in de livier.
Eensklaps klonken er hoefslagen, het klappen
van zweepen, het geschal van posthorens; en van