ïïi ilW* WOENSDAG 17 OCTOBER 1934 16E JAARGANG. - N°. 97 Gemeenteraad Nieuwe Tonge. MOTTEN Geeft U op als Abonné. INGEZONDEN STUKKEN. Leest„Onze Eilanden" V. EREN. De Koningin-wed uw* Peter, Tomislav «n Andriea iwee oudste zonen van Koning spelend op een zandhoop. lexander op bezoek bij Koning lia in Roemenië. van Joego-Slavië in geaprck na bij ztin bezoek aan Turkije, Prijs per kwartaal Losse nummers f 1,- 0,07s Dit blad verschijnt iederen Woensdagmorgen en Vrijdagavond. Prijs per kwartaal Losse nummers f 1 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent» Dit blad verschijnt iederen Woensdagmorgen en Vrijdagavond. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Vrijdagmiddag te twee uur kwam de raad dezer gemeente in vergadering byeen. Voorzitter Burgemeester Sterk. Alle leden tegenwoordig. 1 vacature. De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gadering werden gelezen en onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken: Een schrijven van den heer L. Nelisse waarin deze ontslag vroeg als lid van den Raad tegen 13 October a.s. De Voorzitter: Het is een behoefte bij de behandeling van dit schrijven even stil te staan. Het is nu geachte heer Nelisse circa 25 jaar geleden dat ge üw intrede deedtin den raad dezer gemeente. In dien tyd is er al heel wat gebeurd en vele mutaties heb ben plaats gehad in de samenstelling van den Raad, en van Voorzitter is ook menig maal gewijzigd. Veel heeft U voor de ge meente tot stand helpen brengen, ik noem slechts den bouw van het nieuwe gemeente huis, steeds waren Uw voorstellen weldoor dacht en tot verheffing van het A.R streven. Ik dank U namens de gemeente voor den langen tyd dat ge Uw krachten in dienst der gemeenschap heeft gesteld en hoop dat ge vele gelukkige jaren in Uw nieuwe woon plaats naoogt beleven. Nelisse dankte den Voorzitter voor de goede woorden tot hem gericht. Inderdaad is het een heele tyd dat ik hier zitting heb gehad ik heb in dien tijd vier Voorzitters ge kend doch mag getuigen dat ik met allen zonder onderscheid goed heb kunnen opschie ten. Het is thans de laatste keer dat ik met U kan aanzitten wegens mijn vertrek naar Middelharnis, doch ik hoop dat de belangen van de gemeente in goede handen zullen blijven en wensch het beste voor de ge meente. Van Ged. Staten was ingekomen een ver zoek om in het reglement van het Armbe stuur op te nemen een bepaling dat B. en W. drie-maandelyks de kas van den boekhouder zullen opnemen, dat door deze borg gesteld zal moeten worden en dat ook Ged. Staten het recht zullen krijgen de kas op te nemen. B. en W. stelden voor aan dit verzoek te voldoen, waartoe werd besloten. De goedkeuring van Ged. Staten over en kele genomen raadsbesluiten. Procesverbaal van de kasopname by den gemeente-ontvanger waaruit bleek dat in kas was een bedrag van 2784,14 overeenkom stig boeken en bescheiden. Een verzoek van den A.N.W.B.en K.A.C. om een verordening vast te stellen waarby het niet noodzakelijk wordt geacht datpar- keerende auto's verlicht moeten zyn, zooals in de gewijzigde Motor- en Rtjwielwet is vastgesteld. B. en W. waren van oordeel dat verlichting beter is en stelden voor hierop afwijzend te beschikken. Daarna werd alzoo besloten. Vervolgens bodeD B. en "W. aan de Ge meente-begrooting dienst 1935. De Voorzitter deelde mede dat deze eerst in ontwerp opgezonden moet worden ter fine van onderzoek naar Ged. Staten alvorens deze in den raad wordt vastgesteld. Nadat deze begrooting ingezonden is ge weest kreeg men van Ged. Staten bericht dat een wijziging was gebracht indefinan- tieele verhouding tusschen Ryk en Gemeente. Hadden' wy oorspronkelijk de begrooting sluitend zonder belasting verhooging, na deze wyziging moeten wy helaas voorstel len doen, althans in het ontwerp begrooting. rekening houden met een belangrijke belas- tingverhooging. B. en W. stelden mitsdien voor de opcen ten op de gemeentefondsbelasting te ver- hoogen van 75 op 80, de opcenten op de vermogensbelasting staan op het maximum t.w. 40, de opcenten op de personeele be lasting te verhoogen van 70-90 op van 90 tot 170 opcenten. Wy hebben gemeeDd de progressie te behouden om de beter gesitu eerden iets zwaarder te belasten. Met deze voorstellen zal het echter nog de vraag zyn of Ged. Staten zich daarmede kunnen vereenigen. Doch wij zullen het beste er van hopen. Deze verhoogingen zijn noodzakelijk ge worden ondaDks dat wij nog een voordeelig saldo van 6200,— in die begrooting heb ben kunnen verwerken. Besloten werd deze voorstellen zij het dan ook noode voorloopig te accepteeren. Vaststelling gemeenterekeningdienst 1933. De commissie van onderzoek rapporteerde bij monde van den heer Tljl dat deze in orde was bevonden en tot goedkeuring kan worden overgegaan. De commissie merkte wel op dat de ver lichting en verwarming van het gemeente huis en de school zooveel kost en vroeg of daarin geen verandering verkregen kan wor den door de kachels in den namiddag te doven en 's morgens eerst weer aan te maken. Voorzitter zeide dat dit inderdaad ook de aandacht van B. en W. niet was ontgaan. Dat intusschen voor het gemeentehuis reeds aan de gascommissie was gevraagd om een billijke regeling. Hierop is echter nog geen beslissing gevallen. Ter zake van de schoolverwarming zullen B. en W. met het schoolhoofd overleg plegen. De commissie merkte verder op dat een extra belooning is uitbetaald aan den gemeen teopzichter. Voorzitter zeide dat dit is geweest voor dagelijksch toezicht bij den aanleg van den speeltuin. Tljl vroeg of al uitvoering was gegeven aan het besluit, waarbij is bepaald dat alleen lid van de gascommissie kan zijn een raadslid. Voorzitter zeide dat dat daaraan vaat zit Tijl: Het is besloten en ook gewenscht, dan kan men direct eenige inlichting ver- kiygen, nu moeten de raadsleden bij buiten staanders gaan informeeren. Breesnee zeide dat die bepaling ook be zwaren had. Men zal daardoor een sterkere wisseling in de gascommissie krygen en zijn de leden minder ingewerkt. TijlDat kan ook zpn voordeel hebben. Nu bl(Jft er soms wat op een sleur hangen en komen er weer nieuwe krachten in, dan kunnen die wat activiteit ontplooien. Van Alphen vroeg hoe lang het zittende lid zyn functie nog kan vervullen. 1 Voorzitter zeide dit niet te weten met zekerheid doch meende van 1935 uit. Dan kunnen wy daarna met de benoemiDg reke ning met onze verlangens houden en is geen wijziging noodig. Daarna werd de rekening vastgesteld met in gewonen dienst 'n ontvang van ƒ72.775,22, uitgaaf 66 569,03, alzoo een batig slot van 6206,19 In kapitaaldienst met een ontvang FEUILLETON. OUÏDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 64) Hij was de Haroun al Raschid van de kermis te Trouville, en het goud stroomde in zijne chatkist door de toovermacht van zijn naam en zijne stem, het aanstekelijke van zijn lach en zijne vroolijkheid. Maar geen enkele maal kwam hij in de nabijheid van Prinses Zouroffen niemand zou vermoed hebben, terwijl hij daar rondliep, met zijne kleine vereerders om zich heen, en schoonc vrouwen uit eene kom water haar lot voorspelde, dat hij gedurig bij zichzeiven zeide: .,0, mijne wilde witte roos! Waarom heb ik u niet geplukt en be houden toen ik het in mijne macht had? Gij zijt nu eene groote dame en allen benijden u, en in tusschen wordt gij beleedigd en verguisd!" Vere zat in hare hemelsblauwe tent en zag er meer uit als eene koningin bij een riddertournooi dan als een verkoopster in een bazar. Zij kocht de meeste van hare artikelen zelf en gaf ze aan de kinderen. De zon scheen helder en brandend heet; zij kreeg hoofdpijn van het gedruisch en gewoel, cn de regenboogklcurige halve cirkel van tenten en de wemelcndc bonte menigte draaiden haar soms als in een nevel voor de oogen. Zou hij het wel geweest zijn, die haar gewaar schuwd had? zoo btgon zij tc twijfelen. Het was eigenlijk te onwaarschijnlijk. Wat kon het hem schelen? Zij moest haar vermoeden voor dwaas houden. Wat kon er hem aan gelegen liggen? Ongetwijfeld was hij daar in de tent, waar Noi sette geweest zou zijn, alleen uit kameraadschap omdat zij eeuc actrice was; daarom vervulde hij hare plaats. Wat zou het anders zijn? Zij zag hem zijn speelgoed verkoopen; zij kon het trillen van zijne gitaar, de klank van zijne stem, het gejuich van de kinderen, het gelach, waarmee de vrouwen hem met bloemen bestrooiden, als in den Carnavalstijd, hooren; zij kon hem bijna den geheelen dag zien, als hij onder Noisette's rozen- guirlandes stond of vol grappen en complimenten o\er de kermis liep. Tegen zonsondergang miste zij hem. De vlag met den Amor, wiens vleugelen in de dorens van de rozenstruik gevangen waren, was neergehaald; een neger stond als een standbeeld tusschen de rose gordijnen van Noisette's tent. Het was een slaaf van Soudan, die hij reeds lang als een rij man in zijn dienst had gehad: eene schilderachtige figuur, te Parijs welbekend. Hij sprak niet, maar hij had een papier in de hand, waarop geschreven stond: „Désolê de vous quitter, mais un pauvrc lattier n'cst pas maitre de soi- müme." ,,'t Was allerliefst van Corrèze," zeide Madame de Sonnaz. Allerliefst. Hij had maar vicr-en- twintig uren te missen tusschen zijn laatsten avond in Covent Garden en de feesten te Brussel. En die vier-en-twintig uren heeft hij besteed om aan mijn verzoek te voldoen en tot onze kermis het zijne bij te dragen. Hij is van avond naar België gegaan, 't Was werkelijk allerliefst. En wat is bij ons van van 5187,84, uitgaaf 3779,71, alzoo een batig saldo van 1408,13. De commissie van onderzoek adviseerde ook de rekeniDg van het armbestuur 1933 vast te stellen. Ontvang 5294,95, uitgaaf 5013,76, alzoo een voordeelig slot van 281,19. De begrooting dienst 1935 sloot in ontvang en uitgaaf met ƒ5380,75, deze werden zon der discussie vastgesteld. Verbetering van den Molendyk. Overeenkomstig besluit van den Raad heb ben B. en W. onderzocht hoe tot verbetering te geraken. B. en .W. hebben zich daartoe in verbinding gesteld met den gemeenteopzich ter van Middelharnis, Ir. Snelleman, deze is bereid gevonden voor een bedrag van ƒ100,— een volledig rapport uit te brengen. Voor eventueel toezicht op de uitvoering van het werk zou een bedrag gevoteerd moeten wor den van 75,tot 125, Echter kan dit jaar daarvan niets meer komen, aangezien de temperatuur zich niet leent om te teeren. De Voorzitter zeide dat hij persoonlijk overtuigd was dat een teerlaag aanbrengen een afdoend mooi werk zal zijn wat zyn rente wel zal opbrengen. Als wtj eens zien hoe het Zandpad te Middelharnis eruitziet dan mogen wy daarover tevreden zyn. B. en W. stelden dan ook voor den heer Snelleman een onderzoek op te dragen en daarna te zien of uitvoering mogeiyk is. Alzoo werd besloten. Tijl vroeg of dit niet in werkverschaffing kon geschieden dan betaalt bet Ryk er ook nog iets aan. Voorzitter zegt, dat dit niet gaan zal daar het productief werk is. Verder werd besloten op voorstel van B en W. een strook grond aan te koopen van de Diaconie voor een bedrag van 30,— ter uitbreiding van de gemeente. Vaststelling verordening regelende de werk zaamheden van den Burgerlijken Stand. Hierby werd bepaald dat de Burgemeester de huwelyken zal sluiten, van der Wende de verantwoording heeft over het admini stratieve gedeelte waarvoor een belooning van 142,50 zal worden gegeven en wethouder Visbeen als plaatsvervanger zal optreden. Op voorstel van Ged. Staten werd besloten het ambtenaren-reglement te wyzigen met de bepalingen dat een ambtenaar zich niet mag tooien met insignes van revolutionaire vereenigiDgen enz. By* huweipk van een vrouweiyke ambtenaar beneden den leeftijd van 45 jaar automatisch ontslag ingaat, en het den ambtenaar is verboden in concubi naat te leven. De gemeentebegrooting dienst 1934 werd met af- en overschry viDg gewyzigd. Rondvraag: W. A. van Alphen vroeg of het.'mogeiyk zou zyn het schoolgeld weer op de ouder- wetsche manier per week te innen in de school. Het schoolgeld kan moeilijk worden opgebracht en enkele centen per week gaat gemakkelijker dan een paar gulden geiyk. Voorzitter zeide dat dit te overwegen was. A. van Alphen meende dat dit stelsel ook wel wat tegen had en verwachtte er niet veel heil van. Voorzitter zeide toe dit punt met den gemeenteontvanger te zullen bespreken. Daarna sluiting. nut geweest! Wat heeft hij er een leven in gebracht! en wat heeft hij ons veel geld bezorgd! Ik zal hem er altijd dankbaar voor zijn!" Terwijl zij dit zeide, dacht zij echter: ,,'t Is op merkelijk d?t hij in 't geheel niet bij haar is geweest. Zoo al, dan moeten zij elkaar zeer goed verstaan. Hij heeft al die moeite niet voor niets gedaan, en geen toeval kon zoo juist van pas komen." De gasten en de gastheer van Félicité dineerden dien avond te tien uur bij haar in de Chalet Ludoff. Vcrc wendde zware vermoeidheid voor en reed bij het bleeke schijnsel der maan naar huis, in de koele avondlucht, vervuld van de geuren der boomgaarden en van de frissche zeekoelte. Madame Nelaguine vergezelde haar; zij spraken geen van beiden. Op hetzelfde uur kwam Mademoiselle Noisette, woedend dat zij Trouville had moeten verlaten, en blakend van wraakzucht, te Parijs aan, en stormde de rustige wijkplaats binnen, waar haar directeur zijne vrije uren sleet. Daar vernam zij dat er geen nieuwe pensionnaire was, die Julie Malmaison zou spelen; dat haar grootheid nog even onaangevochten was als op den dag van haar début; dat haar directeur en het publiek nog hare getrouwe en gehoorzame slaven waren; kortom, dat zij voor den gek was gehouden. „Qui done a voulu me mystifier!" schreeuwde zij honderde malen, en zij verdiepte zich in allerlei gissingen cn werd slechts tot bedaren gebracht door beloften van den Chef de Sureté en zijne trawanten. Maar een half uur lang raasde en tierde, vloekte, weende en schuimbekte zij van woede, cn toen vergat zij den Prefect van Poli tic en liet zich naar Enghien-les-Bains, juist bij tijds voor het diner, medenemen door een Duit- (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Ooltgensplaat, 13 October 1934. Aan de Redactie van Ome Eilanden Middelharnis. Mijne Heeren, Beleefd verzoek ik U plaatsing voor het onderstaande Voorop gesteld, dat ik Burgemeester Don kersloot hoogacht en wij reeds vele jaren zeer vriendschappeiyk met elkaar omgaan, lees ik nu met verwondering het verslag van de Vergadering van den Raad van Oolt gensplaat op Maandag 8 0ctoberj.l.enkomt by my de vraag naar voren, of Ooltgensplaat er voor den Burgemeester is of de Burge meester er voor Ooltgensplaat? De Burge meester wist van my persooniyk, dat de beide Zaadbandels een request zouden indienen by den Gemeenteraad en keurde dit goed, maar stelde voor om buiten ons nog een paar andere belanghebbenden te laten teeke nen. Hiertoe ontbrak mij echter de tijd, daar ik op reis moest. Verwachten deed ik niets van dit request, maar myn bedoeling was om andere belanghebbenden eventueel naar voren te doen komen. Wat my bijzonder frappeert is wel, dat onze Burgemeester het persooniyk betwyfelt of een goede verbinding voor deze gemeente wel een levensbehoefte is.... Hoe heb ik het nu? De belangen van onze Zaadbandels zal ik begrypeiyk niet publiceeren, ze zyn echter zeer belangryk. Een levensbehoefte is al heel sterk uitgedrukt, maar ieder zal een goede verbinding toch wel een eisch van den tyd noemen?! Elk Zeeuwsch eiland is goed en praktisch verbonden met den vasten wal en hoe is het nog steeds met Flakkee? De verbinding Middeiharnis-haven Helle- voetsluis is voor vervoer van auto's totaal ongeschikt en veel te duur. Zeer vele bezit ters van een auto hunkeren reeds lang naar een doelmatige verbinding met den vasten wal en ook velen, die buiten ons eiland wonen. Een paar jaar geleden werd ook ik meer malen door Burgemeester Donkersloot uit- genoodigd toch vooral mede te werken voor het verkrijgen van een betere verbindiDg. Op zekeren keer, toen te Middelharnis weer een vergadering voor dit doel werd gehouden, drong hy ten zeerste aan, dat ook ik op die vergadering myne belangen naar voren zoude brengen. Ik had geen gelegenheid er heen te gaan en verzocht toen de Burgemeester my dan maar iets te schry ven voor die com missie, welk epistel hy dan wel zou voor lezen. Vorigen winter deelde de Burgemees ter my spontaan mede, dat Kraak een veer dienst op Brabant zou beginnen en dat nu verbetering op til was, al deed Kraak dan voorloopig alles nog maar op eigen initiatief en zonder eenigen steun. In Maart van dit jaar was er een openbare vergadering op ons Gemeentehuis, welker besluiten dadeiyk na afloop overal bekend waren en besproken werden, dus ook aan ons bekend en als ik nu lees, dat de Burgemeester zou willen opmerken, dat iemand die niets heeft ge geven, allerminst gerechtigd is aanmerkin gen te maken enz., dan is mijn antwoord, dat ik geen tyd had die vergadering by te wonen, Ik kan in die dagen onmogeiyk mijn zaken in den steek laten en geef de belangen daar behandeid, gaarne en met alle vertrou wen over aan H.H. leden van Gemeente raden, Polderbesturen, enz. Heb ik me ooit afzydig getoond, als het er om ging iets by te dragen ten algemeenen nutte? Burgemeester Donkersloot, men braeht niet 1000 gulden byeen, maar ongeveer 2500 gulden, wyi toezeggiDg even goed is als dadeiyk betalen en had men dadelijk na die vergadering belanghebbenden bezocht of opgeroepen, men bad nog een groot bedrag by dit bedrag opgedaan; alles door zeer levendige belangstelling in een verbinding met Brabant, zy het dan voorloopig nog maar primitief. Of nu op die vergadering besloten werd dit geld pas DAN te besteden als het „groote plan" voor elkaar was, laat ik ter beoordeeling der aanwezigen op die vergade ring over. My komt het voor, dat velen meenden, dat dit geld dadeiyk zou worden gebruikt om het allernoodzakeiykste aan de Sluishaven te verbeteren voor een zoogoed mogeiyke in- en uitvaart van de boot van Kraak. Inzake Uw antwoord op de vraag van den heer Van Es, (een vraag, welke ik ten zeerste apprecieer), doet het mij onaangenaam aan, als de Burgemeester spreekt over „ruzie" met mijn zoon Ary Hobbel. Waarom een particulier onderhoud by my aan huis zoo breed uitgemeten? Toen ik onlangs met de auto wilde ver trekken, via die dichtgespykerde haven van Ooltgensplaat, (waarover ik een artikel las in de Telegraaf, toen ik in Hilversum ver bleef) heb ik den Burgemeester te voren gevraagd of dat mogelijk was. Het antwoord is den Burgemeester we) bekend en ben ik met Kraak meegevaren. By myn thuiskomst weer dézelfde evolutie, echter, ik had per missie, de auto kwam van de booten nu lees ik tot myn verbazing, dat de Burge meester het ten zeerste betreurt, dat inge zetenen van onze gemeente die schutting hebben afgebroken....?? Of de Burgemees ter het recht heeft de gansche haven af te zetten, dan wel alleen de gevaariyke laad- en losplaatsen en over de rest den geheelen gemeenteraad te raadplegen, kan ik niet beoordeelen. Ik wil verder in 't minst niet oordeelen over te nemen maatregelen door Rijk, Provincie, Gemeente, Stichting, enz. en hoop en wensch met velen, dat er spoe dig een goede verbinding met den vasten wal tot stand mag komen. Alleen kon ik na lezing van genoemd verslag niet nalaten de tegenstrydigbeden uitgesproken in de ver gadering van den Raad van Ooltgensplaat op 8 October j.l. hiermede te demonstreeren. Aisjmen, zooals ik, eiken weg in Nederland meermalen berijdt en kent, men overal ziet de prachtige moderne bruggen, veren, pon ten, wegen, enz.' en men komt dan weer naar Dinteloord zakken, van waar men over een smal dykje Dintelsas bereikt, eindelyk langs een grasberm by een bootje komt, waarmede we dan nu Plakkee vlug en goed koop kunnen bereiken, dan staat men wel PAF als men dan allerlaatst nog by een obstakel aankomt, in den vorm van een „dichtgespijkerde haven". C. W. HOBBEL Az. schen markgraaf, dien zij uit vaderlandsliefde plunderde, en met uien zij eene geheele week samenwoonde. Madame Jeanne, hoe vermoeid zij den volgen den dag ook was, gevoelde zich opgeruimd en veer krachtig, toen zij in hare roode en zwarte strepen, en met eene roode muts op, hare kunsten in en later op het water van Trouville vertoonde. Zij had een draad gevonden; nu nog een zwakken ontastbaren draad, maar toch iets, waarvan zij hare web kon spinnen. „Corrèze was de held van het avontuur der verloren schoenen en kousen, en welk avontuur is in het leven eener vrouw ooit zoo zoet als het eerste?" dacht die vrouw van ondervinding, ter wijl zij hare leden op de golven uitstrekte of haar bootje er overheen liet glijden. „Corrèze komt vóór eenige uren hier; dienzelfden dag rijdt zij vroeg uit eer wij op zijn, en doet eene bedevaart naar de plaats, waar de schoenen verloren zijn; als wij haar ondervragen, kleurt zij en wordt boos; hij neemt de tent van Noisette van Noisette, die hij verfoeit dat heb ik honderdmaal van artisten gehoord. Hij zet zijn beste beentje voor, hij is allerliefst, hij is aanbiddelijk; en dat alles zoo kort bij Vere, die hij evenwel niet eens toe spreekt! Daar moet wat achter steken. Zij moeten bij elkander gebracht worden; dan zullen wij het wel zien, dat kan niet missen." En op het zonnige water op haar rug liggende, besloot zij dat tc doen. Wat wilde zij eigelijk? Dat wist zij zelve niet recht. Zij wilde doen wat dc motten met het hermelijn doen. HOOFDSTUK U. De avondschemering begon in het bekoorlijke groene Ischl te vallen. Ischl is, evenals een jong meisje, des ochtends het bevalligst. Het morgenlicht is er glansrijk en liefelijk; van den zonsondergang ziet het weinig of niets, en de avonden zijn er somber; het duurt lang eer de maan boven die hooge pijnbosschen te voorschijn komt, maar vertoont zij zich eenmaal, dan schijnt zij verrukkelijk op de golven van de snel stroomende Traun, waarin het licht van de huizen aan haren oever zich afspiegelt, terwijl het plassen van de veerboot nu en dan de stilte afbreekt. Ischl is kalm en stil, eenvoudig en fatsoenlijk. Ischl heeft niets van de belle petite, zooals Baden, niets van de voorname cocodette, zooals Monaco. Te Ischl wordt niet gespeeld, men is er niet luid ruchtig, er gebeurt niets dols; het is er nog een weinig ouderwets en hoofsch; het heeft bij al zijne elegantie iets landelijks. Te Ischl gaat men vroeg naar bed en staat vroeg op. Op dien Augustusavond heerschte er eene vol komen stilte. Het was er vol, 'twas eene beschaafde en hoogst welvoegelijke menigte. Groepen liepen onder dc hoornen der esplanade in zacht gesprek heen en weder; de muziek had reeds lang opge houden, heeren eti dames zaten op balkons, met flauw verlichte kamers achter zich; maar geen ander geluid deed zich hooren dan het geblaf van een hond, of het gelach van een meisje, of het plassen van een roeiriem in de livier. Eensklaps klonken er hoefslagen, het klappen van zweepen, het geschal van posthorens; en van

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 2