T el. 14, Stad a. 't Hari ngvliet e Middelharnis EERSTE BLAD SUPERBE CORSETBAND Tl Gimborn's Studie Waterverf SjÉi Gij voelt II een ander mensch! BE PIUS Kade Middelharnis awwerktulgen - Motoren WE REPARATIE-INRICHTING v. v|h G. Delwei, Wassenaar), sinds vele jaren gedrukt ter te laten verzorgen? f h- 0,07s VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1934 MOTTEN. FIRMA'S D. inke slavinnen gdurig onder- landelaren in /elke geduren- en heeft ge- s aan de ijve- vvist te ont- n hoofdkwar- one, is thans ju werk van iblissementen ie ontdekking ensche firma, ioneel ontslag en, die steeds aren. Later is achtoffer wa- andelaren in meisjes zijn lotland Yard hetgeen aan- ellen van een litenland. De ledegedeeld, nde te Parijs Ie is bekend, nden onder bij de agen- adden aange- interessante, SDAM. ig meisje am het atofr meisje Sonja iet, de vorige man op gri> ;ebracht, op s Diemen ter t plaats heb- an het ïfed. sgracht, uit- :.Doch reeds publieke be. t de politie, A, Kater, de ok eommis- vnd. hoofd man, waren kten wjj nog opper-rabbyn A. S. Onderwyzer, rabbyn L. H, Sarlouis, rechercheur J, Potting (die het kindje heeft opgespoord), en den telepaath Maloitz, die eveneens by de nasporingen zyn hulp had verleend, onder de belangstellen den op. De stoet, die uit tien auto's bestond, werd voorafgegaan door een open wagen, die ge heel met een pracht van bloemen was ge vuld. Daaronder bevond zich een krans van het politiepersoneel van het bureau J. D. Meyerplein en verder van buurt- en oud- buurtbewoners, van personeel en kinderen der school, die het meisje had bezocht, van marktkooplieden, van familie en kennissen. Langs den weg, dien de stoet gevolgd heeft, stond vry wel overal een dicht aaneengesloten menschenmenigte, die allen hun medeleven met dit droevige geval toonen wilden. Het aantal belangstellenden kan op een paar duizend worden geschat. Velen hunner waren merkbaar diep onder den indruk. In het bedehuis op de begraafplaats te Diemen heeft rabbyn L. H. Sarlouis, nadat familie en kennissen, zich rond de baar had den opgesteld, een woord van troost tot de diep getroffen familieleden gesproken. Daarna heeft de teraardebestelling, volgens Joodsch gebruik, plaats gehad. VERKOOPINGEN. Op DONDERDAG 6 SEPTEMBER, 's nam 2 uur, (z.tzal te Middelharnis ten ver« zoeke van de erven B. Boomsma, om contant geld worden verkocht: Meubilaire en Huishoudelijke goederen waaronder: schrijfbureau, kasten, theetafel, stoelen, kleeden, loopers, kachels, bedden, matras sen, ledikant, dekens, vloerzeil, glas- en aardewerk, fornuis, enz. Te bezichtigen een uur voor de verkooping. Notaris VAN BUUREN. DE BESTE HERBOREN LEVENSLUST EN KRACHT GEEFT U DE 'iekL Het Corset dat U goed kleedt en toch alle organen op hun plaats laat. SUPERBE CORSETBANDEN steunen de buikspieren, geven een heerlijken steun in den rug, kleeden af en geven een goed figuur de elastieken hoekstukken, die het verschuiven beletten WACHT U VOOR NAMAAK Prijzen vanaf f 3,90 tot f 11,50 Verkrijgbaar bij den meest uitgebrelden zin. nieuwste en het beste vindt bij zen 't concurreerendst Uw overcomplete werktuigen bij aan- euwe, voor hun volle gebruikswaarde Prijs per kwartaal Losse nummers 1,20 0,20 ADVERTENTIËN van 16 regels Elke regel meer Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f \tper plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdagmorgen en Vrijdagavond. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 86 De Middenstand geslagen, doch niet verslagen. HOOP OP EEN BETERE TOEKOMST. Niet den gouden standaard verlaten en ook niet langer experimenteeren. AMSTERDAM, 5 Sept. Invoerverboden, hooge tolmuren en contingenteeringen met werkloosheid tot gevolg, dalende koopkracht en drukkende sociale lasten doen de kaars aan beide zijden opbranden. De handeldrijvende zoowel als de industrieele middenstand is door de algeheele verarming zoodanig getroffen, dat tal van bedrijven een kwijnend bestaan leiden en teren op de in gunstige jaren gekweekte reserve. Met deze woorden ving de heer Ed. G. Schiirmann, voorzitter van den Kon. Ned. Middenstandsbond, zijn rede aan bij de ope ning hedenmorgen in „Krasnapolsky" van het 31 e Middenstandscongres. Slechter dan ooit noemde spreker in het al gemeen den hudigen toestand van den midden stand. Hij sprak van „onbelemmerd ondermij nen" door het groot-winkelbedrijf, de filiaal zaken, het cadeaustelsel, het overdreven uit verkoopwezen en de verbruikscoöperatie. Dat zij, die als gelegenheidswinkelier optreden, weder even spoedig verdwijnen, oordeelde spreker een geluk voor hen zelf, voor de leve ranciers en voor de vakgenooten. Tal van maatregelen werden in den loop der jaren van regeeringswege genomen om den nood te lenigen, doch het zijn slechts lap middelen geweest, al werden deze ook in het belang van het gansche volk getroffen. De groote beteekenis van den handeldrij- venden en van den industrieelen middenstand voor de gansche samenleving ligt in liet schep pen van'werkgelegenheid door eigen initiatief, door energie en durf, om zonder steun van anderen iets op te bouwen. Wij kunnen, ging de heer Schürmann voort, de regeering voor een groot deel dankbaar zijn voor hetgeen zij gedurende den crisistijd in het belang van den middenstand verricht heeft, doch wij moeten er wel op bedacht zijn, dat geen regeering in staat is met verlies wer kende bedrijven op den duur in het leven te houden. Wanneer de regeeringen internatio nale verwikkelingen weten te voorkomen, door goede handelsverdragen de mogelijkheid tot expor.eeren weten te bewerken, dan ligt het zakelijk deel op het terrein van den zakenman en niet op dat van den politicus of ambtenaar. Er moet een eind komen aan al het expert- menteeren der laatste jaren. De eene autoriteit zegt, dat de mensch zoo weinig mogelijk moet uitgeven en dat daar het herstel ligt. Neen, zegt een ander, het geld moet rollen. Wij moeten den gouden standaard verlaten, beweren sommigen en velen zeggen het na. Men behoeft slechts naar andere landen te kijken om van de onjuistheid dezer theorie te worden overtuigd. Geen ontmoediging. Zeker is het, zoo ging de voorzitter voort, dat de gelederen van den handeMrijvenden en industrieelen middenstand deerlijk gehavend uit den strijd zullen komen. Vele bedrijven zullen voor goed zijn verdwenen, terwijl ook vele andere bedrijven in den eersten tijd met groote moeilijkheden te kampen zullen hebben. Echter tot ontmoediging, tot indolentie mag dit niet leiden. in de toekomst zal er plaats zijn voor een krachtigen, doelbewusten middenstand. De zelfstandige ondernemer, toegerust met vak- en warenkennis, energie en werkkracht, zal steeds zijn bestaan kunnen vinden, zoodra de kunstmatige belemmeringen zullen zijn op geheven. In het bijzonder sprak de heer Schürmann nog een welkomstwoord toe den lieer F. K. J. Heringa, vertegenwoordiger van den minister van Économische Zaken en tot Dr. I. H. J. Vos, ten congresse aanwezig namens het Am- sterdamsche gemeentebestuur en Mr. Cort van der Linden, afgevaardigde van het Verbond van Ned. Werkgevers. Nadat onder applaus besloten was een tele gram van hulde aan H. M. de Koningin te zenden, werd dadelijk overgegaan tot bespre king van het eenige onderwerp voor dit con gres: De toekomstige middenstandspolitiek. Aangaande dit vraagstuk waren inleidende beschouwingen geleverd door prof. dr. J. G. Cli. Volmer (algemeen economisch gedeelte), prof. mr. C. W. de Vries (staatsrechtelijk ge deelte), prof. dr. J. A. Veraart (voorstander van publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie), dr. E. J. Tobi (ordening bedrijfsverhoudingen), L. de Groot en F. L. van der Leeuw (practised en organisatorisch gedeelte). Wij vermeldden reeds een en ander Uit de prae-adviezen, welke thans door de genoemde inleiders ook niet nader toegelicht werden. Bij het dadelijk geopende debat verklaarde de heer Koopmeiners uit Rotterdam, dat de meeningen nog zóó zeer uiteenloopen, dat in zake de toekomstige middenstandspolitiek z.i. thans geen gedragslijn is vast te stellen. Er dient te worden afgewacht, hoe de economische toestanden zich ontwikkelen. De voorzitter van de Alg. Winkeliers-Ver- eeniging te Amsterdam, de heer J. J. Korff, stelde namens deze organisatie vervolgens voor de volgende uitspraak te doen: de wet ver- leene aan den Middenstandsraad verordenende bevoegdheid, ten einde dit college in staat te stellen, bepaalde maatregelen ten bate van het middenstandsbedrijfsleven te treffen. De A. W. V. te Amsterdam meent, dat nu de tijd rijp is om den Middenstandsraad te be lasten met de verantwoordelijkheid van de verordenende bevoegdheid, welke bevoegdheid, naar de heer Korff zeide, niet aan de Kamers van Koophandel gegeven dient te worden. De heer Vos Uit 's-Gravenhage hield ver volgens een rede om te betoogen, dat het cor poratieve stelsel niet in het belang van de aige- meene economische ontwikkeling geacht kan worden, ook dus niet in liet belang van den middenstand. Spreker was het eens met prof. mr. C. W. de Vries, dat, wanneer de midden stand een eigen groep wil vormen, wier belan gen bij de regeering moeten worden voorge staan, maar wier zelfstandigheid angstvallig moet worden beschermd, niet nieuwe publieke bevoegdheden uit de handen van het staats- gezag aanvaard moeten worden. Vestigingsejschen? De heer M. Kropveld uit Den Haag ver- klaarde zich niet tegen inmenging van het staatsgezag in het middenstandsleven. Het dis tributie-apparaat is overbezet, waarom spr. zich niet kon verzetten tegen een eventueel vestigingsverbod voor alle of bepaalde takken van het middenstandsbedrijf, een spertijd of een zoogenaamde tijdelijke bevriezing van den detailhandel. Namens de Alg. Winkeliersvereeniging te Amsterdam verdedigde de heer De Vries ver volgens ook invoering voor verschillende tak ken van het middenstandsbedrijf van vesti- FEUILLETON. OUÏDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 53) De armen van Parijs zijn achterdochtig, kwalijk- nemend en tot wrevel geneigd; maar zij zijn ook ernstig en schrander, gevoelig en opgeruimd. Aan sommigen hunner besteedde zij veel zorg, en velen konden het haar vergeven dat zij eene aristocraat was, en begroetten haar korrtst met blijdschap om hare vriendelijkheid en haar medegevoel. Wat haar betrof, zij gevoelde soms dat het eenige ware leven voor haar was, naar die vochtige, kille zolder kamertjes re klimmen en met hen te spreken, die het brood der smarte aten en den bitteren beker dronken. Haar echtgenoot zeide haar, met eenige verachting, dat zij eene tweede Elisabeth van Thu ringen werd, maar verbood haar niet te doen zooals zij verkoos. Als zij maar op haar tijd gereed was om In het Bois te rijden, en later aan het diner te komen of naar bals of recepties te gaan, behoefde zij hem geen rekenschap te geven hoe zij hare ochtenden doorbracht. „Gij laat Vera te veel alleen, veel te veel," zeide zijne zuster eens tot hem. Hij zag haar verbaasd aan en lachte. „Alleen? Eene vrouw van haar rang is nooit alleen evenmin als eene koningin." „Ik bedoel dat gij niet bij haar zijt; gij vraagt haar nooit wat zij den geheelen dag zoo al doet." „Ik denk dat zij de eerste uren van haar ochtend- aan hare modiste besteedt, en de latere aan ochtend bezoeken," antwoordde hij geei wend. „Het komt er niet op aan wat zij doet. Zij is in vele opzichten eene zottin, maar zij zal san hare vrijheid geen misbruik maken." Want hoewel hij nooit aan de deugd van vrouwen gingseischen op wettelijken grondslag. De ochtendvergadering werd bijgewoond door mr. D. Fock, oud-voorzitter van den Vrijheidsbond. In de middagvergadering van het congres, o.a. bijgewoond door den voorzitter van den Middenstandraad, mr. A. I. M. J. baron Van Wijnbergen, hield prof. dr. J. A. Veraart een rede om te doen Uitkomen, dat alle bedrijven feitelijk publiekrechtelijke lichamen moeten worden. Zonder publiekrechtelijke organisatie van alle middenstandsbedrijven is z. i. geen oplossing van de economische moeilijkheden te bereiken. Men spreekt nu van vestigingseischen en van zooveel meer, maar hoe zullen deze eischen in vervulling kunnen gaan, wanneer van binnen uit niet elk bijeen behoorend complex van on dernemingen in het middenstandsbedrijf be kleed is met publiekrechtelijke bevoegdheden, welke het in staat stellen de voor elke groep noodige maatregelen met vaste hand te ont werpen en uit te voeren? Het bedrijfsorgani satiestelsel behoedt ons, aldus prof. Veraart, voor staatssocialistische experimenten. De Rotterdamsche hoogleeraar prof. mr. C. W. de Vries betoogde, dat het centrale wet gevende gezag nimmer verbrokkeld mag wor den. Wel is er noodig geordende vrijheid, ordening door de organisaties zelve, met mis schien eventueel staatshulp. Spreker zegt te staan op het standpuntvan den N.S.B., wel te verstaan op het standpuntvan den Ned. Slagershond (vroolijkheid). Deze organisatie wil alle moeilijkheden in eigenboezem oplossen, zoo min mogelijk ge steund door de overheid en zij wenscht vooral geen staatsdwang. Komt er publiek recht in het bedrijfsleven, dan zal ook de middenstand den weg der onzelfstandigheid betreden. De publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zou wel eens een strop voor den middenstand kunnen worden Blijft uit den greep van den Staat, concludeerde spreker. Dr. E. J. Tobi, economisch adviseur van den Kon. Ned. Middenstandsbond, na prof. mr. C. W. de Vries het woord verkrijgende, consta teerde, dat het systeem der ongebreidelde indi-1 vidueele vrijheid op economisch terrein op een fiasco is üitgeloopen. Spreker was van oordeel,1 dat het ontwerp van wet op de verbindende kracht van ondernemersovereenkomsten van een prominent belang is voor de toekomstige middenstandspolitiek. Nadat de heer L. de Groot, secretaris van den Middenstandsbond, nog een waarschuwend woord had laten hooren tegen de publiekrech telijke bedrijfsorganisatie, betoogde de heer F. L. van der Leeuw, dat de middenstand in eigen boezem nog veel verbeteren kan. De middenstand mist z.i. het recht op bescher mende maatregelen van de overheid, zoolang hij in eigen geledingen niet heel veel heeft veranderd. Invoeren van een tijdelijk vesti gingsverbod verwierp spreker. De laatste spreker, prof. dr. J. G. Ch. Vol mer, gaf als zijn meening nog te kennen, dat de toekomstige middenstandspolitiek vooral beheerscht wordt door de evolutie, den lang- zamen groei der verhoudingen. Spreker gelooft, dat weinigen iets van hun persoonlijke vrij heid willen missen. Ons land heeft 'meer te danken aan persoonlijke energie, dan aan wet telijke regelingen. In het vrije bedrijf ligt voor de bekwamen nog altijd een toekomst. Dus moet ook de middenstand zijn zelfstandig heid niet prijsgeven. Eenheid scheppen en een heid bewaren, moet de leuze blijven. De aan dacht moet natuurlijk geschonken worden aan misstanden en aan den wetgever kan uiteraard gevraagd worden de bestaansmogelijkheden zoo goed mogelijk te doen zijn. Aan de instel ling van een orgaan met publiekrechtelijke be voegdheden zijn geen bezwaren verbonden, wanneer de bevoegdheden beperkt blijven tot zelfbestuur en de wettelijke regeling alleen van onderwerpen, welke uitsluitend den mid denstand raken, mits dan nog, dat minder heden zich kunnen beroepen op den Staat, welke sanctie moet geven aan elke wettelijke regeling. Vaststelling van richtlijnen. De voorzitter, de heer Ed. G. Schürmann, stelde nü vast, dat in zake de toekomstige middenstandspolitiek thans geen besluit nog te nemen is. Het bondsbestuur zal, gehoord de discussies, richtlijnen vaststellen, aan de hand waarvan later, eventueel in een buiten gewoon congres, een houding te bepalen zal zijn. 'Het congres aanvaardde dit voorstel, waar mede het voorstel van de Alg. Winkeliers Ver- eeniging te Amsterdam, om uit te spreken, dat de wet aan den Middenstandsraad verordenen de bevoegdheid moet verleenen, voorloopig buiten de orde gekomen was. Oud-Minister mr. D. Fock sprak ten slotte het congres toe. Hij bracht hulde aan den arbeid van den Kon. Middenstandsbond. Welke maatregelen de Regeering ook nemen moge, zoo zeide spreker, voor den midden stand blijft ontwikkeling van energie noodig om iets te kunnen bereiken. Deze woorden verwierven luid applaus. Prijs verlaagd tot 70 ct. per flacon. (Adv.) geloofd had, stelde hij toch in zijne vrouw ver trouwen. „Zij zal er nu nog geen misbruik van maken; neen," dacht Madame Nelaguine. „Neen, nu nog niet, zoolang zij nog onder den invloed van haar kinderlijk geloof en godvreezend is. Maar later? na vijf, zes, zeven jaar verkeerd te hebben in die wereld, waarin gij haar geworpen hebt, zonder de wapenrusting der liefde om haar te beschermen hoe zal het dan zijn? Aan wie zal de schuld liggen als zij misbruik van hare vrijheid maakt aan de mannen of aan de vrouwen? Wij bederven elkaar meer dan de mannen ons bederven." Overluid zeide Prinses Nelaguine slechts: „Gij staat toe dat zij goede vrienden is met Jeanne de Sonnaz?" Zouroff lachte weder en fronste het gelaat. „Alle vrouwen, die gewoon zijn met elkaar om te gaan, zien elkaar eiken dag en avond. Wat kan men daartegen doen?" „Maar. „Wees toch verstandig," zeide hij ruw. „Hoe kan ik tot mijne vrouw zeggen: „Gij rrtoet de Duchesse de Sonnaz niet ontvangen." Heel Parijs zou in opschudding komen, en Jeanne zelve des duivels worden. Goede hemel! Waar haalt gij al die nieuwe gemoedsbezwaren vandaan? Is dat door aanraking met Vera?" „Uwe aanraking met haar leert ze u ten minste niet," antwoordde zijne zuster koel. „O, onze we reld is slecht genoeg, dat weet ik wel, maar ik heb toch nog eenig geweten overgehouden voor excep- tioneele omstandigheden, en dat mocht gij ook wel doen." „Praat geen onzin. Ik kan Jeanne niet zeggen dat zij mijne vrouw of mijne vrouw dat zij Jeanne niet mag kennen. Zij moeten het maar nemen zoo als het is; er is niets bijzonders in; elk man doet hetzelfde." „Jawij zijn zeer onwelvoegelijk," zeide Madame 1 Nelaguine bedaard. „Wij willen het niet bekennen, maar het is zoo." Haar broeder haalde de schouders op, om zoowel instemming als onverschilligheid te kennen te ge VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente OUDE TONGE, op Woensdag 5 September des voor middags 10,30 uur. Voorzitter: Burgemeester Vooys. Alle leden tegenwoordig. De Voorzitter opende de vergadering met een hartelijk welkom aan de leden en hoopte dat de te nemen besluiten in het belang der Gemeente moge zijn. Daarna werden de notulen, die ter visie hebben gelegen, vastgesteld. Ingekomen stukken: Procesverbaal van de kasopname bij den Gemeenteontvanger, waaruit bleek dat in kas was een bedrag van 6.677,76, overeenkomstig boeken en bescheiden. Idem van het Algem. Armbestuur, het Wees huis en den Boedel Dabbe met resp. saldo's van 1.589,76, 634,98 en 2.142,98, even eens overeenkomstig boeken en bescheiden. Van Ged. Staten bericht, dat verdaagd was het besluit tot goedkeuring van de verordening op het bouwverbod. Bericht van de gemeente Middelharnis, dat Op een van hare weldadigheidsbezoeken hoorde zijne vrouw iets, dat haar diep trof. Een vijftien jarig meisje, dat de Avenue du Bois de Boulogne overstak, was bijna onder de hoeven van hare paarden geraakt. Het meisje was niet bezeerd, maar geschrikt. Het werd in het Hotel Zouroff ge bracht, en Vere reed naar huis terug onl het te verzorgen. Toen het van haar eersten schrik was bekomen, verklaarde het kind dat het maar een weinig geschramd was, bedankte haar, en wilde naar huis gaan; het had niets noodig, zeide het. Het was een sproetig, leelijk kind, maar met een vroolijk gezichtje, en het had eenige van die kunst bloemen bij zich, waarmede zooveel meisjes te Parijs haar dagelijksch brood verdienen. Hei 'heette Félicie Martin en was het eenig kind van haar vader; hare moeder was dood. Den volgenden dag reed de bescheiden kleine coupé, die Vere bij zulke gelegenheden gebruikte, eene smalle, maar fatsoenlijke straat in de Batig- nolles in, en Prinses Zouroff vroeg naar Sieur Mar tin. Zij liet haar rijtuig wachten, en klom de derde verdieping op. De woning was net, en aan fat soenlijke lieden uit den arbeidersstand verhuurd. In haar eigen kring was zij zeer trotsch, maar dat was niet de trotscjihcid, die dc werkende klasse be- leedigt, omdat het waardigheid en geen aanmati ging is; eene natuurlijke hooghartigheid, die niet op rang of stand maar wel op soort en nog veel meer op karakter ziet. „Mag ik binnenkomen?" vroeg zij, met hare welluidende stem, waarin altijd zulk een weemoe dige toon lag, maar die voor dc armen nooit koel was. „Wilt ge mij vergunnen mij te overtuigen dat het ongeval geen gevolgen voor uwe dochter gehad heeft, en u zelve te zeggen hoe het mij spijt? Rus sische koetsiers rijden altijd zoo wild." „Te veel eer, Madame!" zeide een klein, blond man, die bij hare binnenkomst opstond, maar niet vooruittrad. „Vergeef mij, Madame, ik heb van mijn kind gehoord dat gij even schoon als goed zijt, maar, helaas! ik kan het genoegen niet hebben van zulk een zonneschijn in mijne kamer te zien ik ben blind." tot afgevaardigden in de Stichting de Drink waterleiding G. O. zijn benoemd de lieeren J. A. Slis, J. van der Meide en D. Vogelaar. Idem van de gemeente Herkingen, waar benoemd is de heer J. M. van Eek. Van Ged. Staten bericht, dat verdaagd is de goedkeuring op de wijziging in de Statuten van de Drinkwaterleiding. Bericht van goedkeuring van Ged. Staten over verschillende genomen Raadsbesluiten. Een rapport van den Keuringsdienst van Waren te Dordrecht over het 2e kwartaal, waaruit bleek dat in deze slechts 1 proces verbaal is opgemaakt. Bericht van den Commissaris der Koningin dezer Provincie, inzake het salaris van den gemeenteveldwachter. De Voorzitter deelde mee, dat dit thans definitief verlaagd is op 1300—1700,—. GEBRAAD vroeg of dit toch alleen geldend was voor een nieuwen functionaris. VOORZITTER deelde mede dat daarover de gedachten nog tweeledig zijn, echter zal met de toepassing eerst worden gewacht tot die zaak is beslist. Een schrijven van den Minister van Econo mische Zaken, waarin de gelegenheid wordt gegeven om de Winkelsluitingswet soepeler toe te passen voorwat betreft den verkoop op den Zondag. B. en W. meenden echter dat daaraan hier geen behoefte was, en stelden daarop voor van deze gelegenheid geen gebruik te maken, om den verkoop op den Zondag te bevorderen. Dienovereenkomstig werd met algemeene stemmen besloten. Van de Afdeeling Oude Tonge van de Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholische dranken, was een verzoek ingekomen, om de vergaderzaal van de gemeente zoodanig te verbeteren, dat ze een behoorlijk bruikbaar aanzien krijgt. Dit adres was ondersteund door vrijwel alle vereenigingen, welke dit lokaal huren voor hun vergaderingen, repetities enz. De VOORZITTER zeide dat B. en W. die zaak eens hebben bekeken, dat het inderdaad geen luxe zou zijn wanneer er wat verbetering kwam. Anderzijds is echter ook de exploitatie bekeken, en daaruit bleek dat 1932 een nadeelig saldo gaf van 25,en 1933 een nadeelig saldo van ƒ1,zoodat de exploitatie geen uitgaaf toelaat. Wij zijn wel gevoelig voor verbetering, doch wij moeten voorzichtig zijn met de finantiën. Anders zou het zijn, wanneer die vereenigingen gelijk toezegden een verhooging van de" huur. Wel trachten zij af en toe vermindering te krijgen. B. en W. stelden voor, de afdoening van dit adres uit te stellen tot de behandeling van de gemeentebegrooting, dan kunnen wij even bezien of verbetering dringend is en op welke wijze dekking voor die uitgaaf te ver krijgen zou zijn, want Ged. Staten stellen tegenwoordig ais eisch, dat bij elke verhoogde uitgaaf de dekking aangewezen moet worden. B. en W. zijn echter van oordeel dat de W. C.'s noodig verbetering behoeven en dat het gewenscht is een tooneelkamertje te maken ter bevordering van de goede zeden. GEBRAAD meende dat verbetering noodig was. Als wij doorgaan met die zaal te verwaar- loozen{ zal 'het nadeelig saldo grooter worden, want dan gaan de vereenigingen naar andere localiteiten uitzien en dan derven wij boven dien die huur ook. De verbetering is alleen een kwestie van een goed beleid, spreker zeide zich er echter wel bij te kunnen neerleggen dat gewacht wordt tot 'volgend jaar. JONKER vroeg of alle vereenigingen een zelfde vergoeding betaalden. VOORZITTER zeide dat de vereenigingen „Blind?" Dit woord jaagt altijd ieder, die het hoort, eene huivering aan't is geen zeldzaam on geluk, maar een, dat meer dan eenig ander de om standers treft en medegevoel verwekt. Hij zag er vergenoegd uit, niettegenstaande er geen licht in zijne starende blauwe oogen was; de kamer was zindelijk; er stonden een paar vazen en andere eenvoudige sieraden, er hingen een paar platen aan den wand, en eenige geraniums en heliotropen op de vensterbank verspreidden een aangenamen geur. „Ja, ik ben blind," zeide Jiij, op opgeruimden toon. „Wil Madame la Princesse zoo goed zijn plaats te nemen? Mijn kind is op haar atelier. Wat zal zij blijde en trotsch zijn! Zij heefu sedert giste ren over niets anders gesproken dan over Madame, Madame's schoonheid, Madamc's goedheidach ja, zij kon er niet van zwijgen! Ik ben altijd onge rust over mijn kind op straat, maar zij is zelve nooit bang; zij is klein maar dapper, 't Is te vriendelijk van Madame dat zij al die trappen opgeklommen is, maar Madame is goed, dat hoort men wel aan hare stem. Ja, mijn kind maakt bloemen voor het groote Maison Justine. Dat heeft onze goede engel ons bezorgd. Ja, zij is mijn eenig kind. Hare moeder stierf bij hare geboorte. Ik was toen vierde klari nettist aan dc Opéra Comique." „Maar gij kunt toch nog spelen?" „Ach neen, Madame. Mijn rechterarm is ver lamd. Op zekeren dag was ik in het bosch te Vin- cenncs. Félicie was tien jaar. Ik had haar een Zon dagspretje in het bosch toegedacht. Het was in Mei. Wij waren zeer vroolijk, speelden krijgertje en plukten dc haagdoorns als niemand het zag. Op eens kwam er een zwaar onweer op en barstte boven ons los toen wij midden tusschen de groote booincn waren. Dc bliksem trof mijne oogen en mijn rech terschouder. „Ach, het arme, arme kind! Maar, neem mij niet kwalijk, Madame, ik moet u wel vervelen. „Integendeel, ik stel er veel belang inge voort." „Ik geraakte in groote ellende, Madame. Geen hospitaal kon mij helpen. Ik had mijn gezicht ver loren en het gebruik van mijn rechterarm ook. Ik kon zelfs niet langs dc straat op mijne klarinet spelen zooals andere blindemannen doen. Ik had een weinig geld gespaard, maar niet veel. Muzi kanten kunnen niet overgaren, evenmin als schil ders. Ik had ook nooit veel verdiend. Ik werd zeer arm. Ik begon te wanhopen. Ik moest mijne woning verlaten, mijne aardige kamertjes, waar mijn kind geboren en mijne vrouw gestorven was; ik zonk al lager en lager, ik werd hoe langer hoe ongelukkiger; een blinde" die niets kon doen, met een dochtertje. En ik had geen enkelen vriend, want ik ben uit den Elzas hier gekomen; de broeder, dien ik daar had, was gestorven, en onze ouders waren ook reeds lang dood; zij waren landbouwers geweest. Mada me, nergens zag ik uitkomst. Voor mij was geen hoop meer op aarde, en Félicie was nog maar zoo' n klein ding, dat zij niets doen kon. Maar ik verveel mevrouw?" „Neen, neen, volstrekt niet. Ga voort, als ik u verzoeken mag, en zeg mij hoe het komt dat gij nu zulk een rustig leven hebt." „Ik heb het meer dan rustig; ik ben gelukkig, princes. Dat is zijn werk. Mijne vroegere direc teuren vergaten mijdat was natuurlijk, zij hadden zooveel om aan te denken. Ik was niemand. Hon derden en duizenden konden evengoed spelen als ik ooit gedaan had. Op zekeren dag. toen ik honge rig in de koude stond, met mijn dochtertje, even hongerig, bij mij, hoorde ik zeggen da. de jonge zanger Corrèze voor vijttig duizend francs op een avond voor het seizoen geëngageerd was. Ik ging naar huis en liet het kind een brief aan hem schrij ven. Ik deelde hem mede wat mij overkomen was, en zeide: „Gij zijt jong en beroemd, en het regent goud op u; wilt gij aan ons denken die zeer onge- i lukkig zijn? Als gij bij mijne vroegere directeuren 1 mijne voorspraak wildet zijn, zouden zij wel aan mij denken." Dien brief zond ik af. Ik had dikwijls in het orkest gespeeld toen de jonge zanger voor 't eerst heel Parijs het hoofd op hol bracht. Ik wist dat hij los en vroolijk was; ik had niet veel hoop." „En verder?" De toon harer stem was zacht en I levendig geworden; de man was blind en kon den blos op haar gelaat niet zien. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1