T el. 14, Stad a. 't Hari ngvliet
e Middelharnis
EERSTE BLAD
SUPERBE CORSETBAND
Tl
Gimborn's
Studie Waterverf
SjÉi Gij voelt II een ander mensch!
BE
PIUS Kade Middelharnis
awwerktulgen - Motoren
WE REPARATIE-INRICHTING
v. v|h G. Delwei, Wassenaar),
sinds vele jaren gedrukt ter
te laten verzorgen?
f h-
0,07s
VRIJDAG
7 SEPTEMBER 1934
MOTTEN.
FIRMA'S
D.
inke slavinnen
gdurig onder-
landelaren in
/elke geduren-
en heeft ge-
s aan de ijve-
vvist te ont-
n hoofdkwar-
one, is thans
ju werk van
iblissementen
ie ontdekking
ensche firma,
ioneel ontslag
en, die steeds
aren. Later is
achtoffer wa-
andelaren in
meisjes zijn
lotland Yard
hetgeen aan-
ellen van een
litenland. De
ledegedeeld,
nde te Parijs
Ie is bekend,
nden onder
bij de agen-
adden aange-
interessante,
SDAM.
ig meisje
am het atofr
meisje Sonja
iet, de vorige
man op gri>
;ebracht, op
s Diemen ter
t plaats heb-
an het ïfed.
sgracht, uit-
:.Doch reeds
publieke be.
t de politie,
A, Kater, de
ok eommis-
vnd. hoofd
man, waren
kten wjj nog
opper-rabbyn A. S. Onderwyzer, rabbyn L.
H, Sarlouis, rechercheur J, Potting (die het
kindje heeft opgespoord), en den telepaath
Maloitz, die eveneens by de nasporingen zyn
hulp had verleend, onder de belangstellen
den op.
De stoet, die uit tien auto's bestond, werd
voorafgegaan door een open wagen, die ge
heel met een pracht van bloemen was ge
vuld. Daaronder bevond zich een krans van
het politiepersoneel van het bureau J. D.
Meyerplein en verder van buurt- en oud-
buurtbewoners, van personeel en kinderen
der school, die het meisje had bezocht, van
marktkooplieden, van familie en kennissen.
Langs den weg, dien de stoet gevolgd heeft,
stond vry wel overal een dicht aaneengesloten
menschenmenigte, die allen hun medeleven
met dit droevige geval toonen wilden.
Het aantal belangstellenden kan op een
paar duizend worden geschat. Velen hunner
waren merkbaar diep onder den indruk.
In het bedehuis op de begraafplaats te
Diemen heeft rabbyn L. H. Sarlouis, nadat
familie en kennissen, zich rond de baar had
den opgesteld, een woord van troost tot de
diep getroffen familieleden gesproken.
Daarna heeft de teraardebestelling, volgens
Joodsch gebruik, plaats gehad.
VERKOOPINGEN.
Op DONDERDAG 6 SEPTEMBER, 's nam
2 uur, (z.tzal te Middelharnis ten ver«
zoeke van de erven B. Boomsma, om
contant geld worden verkocht: Meubilaire
en Huishoudelijke goederen waaronder:
schrijfbureau, kasten, theetafel, stoelen,
kleeden, loopers, kachels, bedden, matras
sen, ledikant, dekens, vloerzeil, glas- en
aardewerk, fornuis, enz.
Te bezichtigen een uur voor de verkooping.
Notaris VAN BUUREN.
DE BESTE
HERBOREN LEVENSLUST
EN KRACHT GEEFT U DE
'iekL
Het Corset dat U goed kleedt en toch
alle organen op hun plaats laat.
SUPERBE CORSETBANDEN steunen
de buikspieren, geven een heerlijken steun
in den rug, kleeden af en geven een
goed figuur
de elastieken hoekstukken, die het verschuiven beletten
WACHT U VOOR NAMAAK
Prijzen vanaf f 3,90 tot f 11,50
Verkrijgbaar bij
den meest uitgebrelden zin.
nieuwste en het beste vindt bij
zen 't concurreerendst
Uw overcomplete werktuigen bij aan-
euwe, voor hun volle gebruikswaarde
Prijs per kwartaal
Losse nummers
1,20
0,20
ADVERTENTIËN
van 16 regels
Elke regel meer
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f \tper plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdagmorgen en Vrijdagavond.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 86
De Middenstand geslagen,
doch niet verslagen.
HOOP OP EEN BETERE TOEKOMST.
Niet den gouden standaard verlaten en ook
niet langer experimenteeren.
AMSTERDAM, 5 Sept. Invoerverboden,
hooge tolmuren en contingenteeringen met
werkloosheid tot gevolg, dalende koopkracht
en drukkende sociale lasten doen de kaars aan
beide zijden opbranden. De handeldrijvende
zoowel als de industrieele middenstand is door
de algeheele verarming zoodanig getroffen, dat
tal van bedrijven een kwijnend bestaan leiden
en teren op de in gunstige jaren gekweekte
reserve.
Met deze woorden ving de heer Ed. G.
Schiirmann, voorzitter van den Kon. Ned.
Middenstandsbond, zijn rede aan bij de ope
ning hedenmorgen in „Krasnapolsky" van het
31 e Middenstandscongres.
Slechter dan ooit noemde spreker in het al
gemeen den hudigen toestand van den midden
stand. Hij sprak van „onbelemmerd ondermij
nen" door het groot-winkelbedrijf, de filiaal
zaken, het cadeaustelsel, het overdreven uit
verkoopwezen en de verbruikscoöperatie. Dat
zij, die als gelegenheidswinkelier optreden,
weder even spoedig verdwijnen, oordeelde
spreker een geluk voor hen zelf, voor de leve
ranciers en voor de vakgenooten.
Tal van maatregelen werden in den loop der
jaren van regeeringswege genomen om den
nood te lenigen, doch het zijn slechts lap
middelen geweest, al werden deze ook in het
belang van het gansche volk getroffen.
De groote beteekenis van den handeldrij-
venden en van den industrieelen middenstand
voor de gansche samenleving ligt in liet schep
pen van'werkgelegenheid door eigen initiatief,
door energie en durf, om zonder steun van
anderen iets op te bouwen.
Wij kunnen, ging de heer Schürmann voort,
de regeering voor een groot deel dankbaar zijn
voor hetgeen zij gedurende den crisistijd in
het belang van den middenstand verricht
heeft, doch wij moeten er wel op bedacht zijn,
dat geen regeering in staat is met verlies wer
kende bedrijven op den duur in het leven te
houden. Wanneer de regeeringen internatio
nale verwikkelingen weten te voorkomen, door
goede handelsverdragen de mogelijkheid tot
expor.eeren weten te bewerken, dan ligt het
zakelijk deel op het terrein van den zakenman
en niet op dat van den politicus of ambtenaar.
Er moet een eind komen aan al het expert-
menteeren der laatste jaren. De eene autoriteit
zegt, dat de mensch zoo weinig mogelijk moet
uitgeven en dat daar het herstel ligt. Neen,
zegt een ander, het geld moet rollen.
Wij moeten den gouden standaard verlaten,
beweren sommigen en velen zeggen het na.
Men behoeft slechts naar andere landen te
kijken om van de onjuistheid dezer theorie
te worden overtuigd.
Geen ontmoediging.
Zeker is het, zoo ging de voorzitter voort,
dat de gelederen van den handeMrijvenden en
industrieelen middenstand deerlijk gehavend
uit den strijd zullen komen. Vele bedrijven
zullen voor goed zijn verdwenen, terwijl ook
vele andere bedrijven in den eersten tijd met
groote moeilijkheden te kampen zullen hebben.
Echter tot ontmoediging, tot indolentie mag
dit niet leiden.
in de toekomst zal er plaats zijn voor een
krachtigen, doelbewusten middenstand. De
zelfstandige ondernemer, toegerust met vak-
en warenkennis, energie en werkkracht, zal
steeds zijn bestaan kunnen vinden, zoodra de
kunstmatige belemmeringen zullen zijn op
geheven.
In het bijzonder sprak de heer Schürmann
nog een welkomstwoord toe den lieer F. K. J.
Heringa, vertegenwoordiger van den minister
van Économische Zaken en tot Dr. I. H. J.
Vos, ten congresse aanwezig namens het Am-
sterdamsche gemeentebestuur en Mr. Cort van
der Linden, afgevaardigde van het Verbond
van Ned. Werkgevers.
Nadat onder applaus besloten was een tele
gram van hulde aan H. M. de Koningin te
zenden, werd dadelijk overgegaan tot bespre
king van het eenige onderwerp voor dit con
gres: De toekomstige middenstandspolitiek.
Aangaande dit vraagstuk waren inleidende
beschouwingen geleverd door prof. dr. J. G.
Cli. Volmer (algemeen economisch gedeelte),
prof. mr. C. W. de Vries (staatsrechtelijk ge
deelte), prof. dr. J. A. Veraart (voorstander
van publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie), dr.
E. J. Tobi (ordening bedrijfsverhoudingen), L.
de Groot en F. L. van der Leeuw (practised en
organisatorisch gedeelte). Wij vermeldden
reeds een en ander Uit de prae-adviezen, welke
thans door de genoemde inleiders ook niet
nader toegelicht werden.
Bij het dadelijk geopende debat verklaarde
de heer Koopmeiners uit Rotterdam, dat de
meeningen nog zóó zeer uiteenloopen, dat in
zake de toekomstige middenstandspolitiek z.i.
thans geen gedragslijn is vast te stellen. Er
dient te worden afgewacht, hoe de economische
toestanden zich ontwikkelen.
De voorzitter van de Alg. Winkeliers-Ver-
eeniging te Amsterdam, de heer J. J. Korff,
stelde namens deze organisatie vervolgens voor
de volgende uitspraak te doen: de wet ver-
leene aan den Middenstandsraad verordenende
bevoegdheid, ten einde dit college in staat te
stellen, bepaalde maatregelen ten bate van
het middenstandsbedrijfsleven te treffen.
De A. W. V. te Amsterdam meent, dat nu
de tijd rijp is om den Middenstandsraad te be
lasten met de verantwoordelijkheid van de
verordenende bevoegdheid, welke bevoegdheid,
naar de heer Korff zeide, niet aan de Kamers
van Koophandel gegeven dient te worden.
De heer Vos Uit 's-Gravenhage hield ver
volgens een rede om te betoogen, dat het cor
poratieve stelsel niet in het belang van de aige-
meene economische ontwikkeling geacht kan
worden, ook dus niet in liet belang van den
middenstand. Spreker was het eens met prof.
mr. C. W. de Vries, dat, wanneer de midden
stand een eigen groep wil vormen, wier belan
gen bij de regeering moeten worden voorge
staan, maar wier zelfstandigheid angstvallig
moet worden beschermd, niet nieuwe publieke
bevoegdheden uit de handen van het staats-
gezag aanvaard moeten worden.
Vestigingsejschen?
De heer M. Kropveld uit Den Haag ver-
klaarde zich niet tegen inmenging van het
staatsgezag in het middenstandsleven. Het dis
tributie-apparaat is overbezet, waarom spr.
zich niet kon verzetten tegen een eventueel
vestigingsverbod voor alle of bepaalde takken
van het middenstandsbedrijf, een spertijd of
een zoogenaamde tijdelijke bevriezing van den
detailhandel.
Namens de Alg. Winkeliersvereeniging te
Amsterdam verdedigde de heer De Vries ver
volgens ook invoering voor verschillende tak
ken van het middenstandsbedrijf van vesti-
FEUILLETON.
OUÏDA
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
53)
De armen van Parijs zijn achterdochtig, kwalijk-
nemend en tot wrevel geneigd; maar zij zijn ook
ernstig en schrander, gevoelig en opgeruimd. Aan
sommigen hunner besteedde zij veel zorg, en velen
konden het haar vergeven dat zij eene aristocraat
was, en begroetten haar korrtst met blijdschap om
hare vriendelijkheid en haar medegevoel. Wat haar
betrof, zij gevoelde soms dat het eenige ware leven
voor haar was, naar die vochtige, kille zolder
kamertjes re klimmen en met hen te spreken, die
het brood der smarte aten en den bitteren beker
dronken. Haar echtgenoot zeide haar, met eenige
verachting, dat zij eene tweede Elisabeth van Thu
ringen werd, maar verbood haar niet te doen zooals
zij verkoos. Als zij maar op haar tijd gereed was om
In het Bois te rijden, en later aan het diner te komen
of naar bals of recepties te gaan, behoefde zij hem
geen rekenschap te geven hoe zij hare ochtenden
doorbracht.
„Gij laat Vera te veel alleen, veel te veel," zeide
zijne zuster eens tot hem.
Hij zag haar verbaasd aan en lachte.
„Alleen? Eene vrouw van haar rang is nooit
alleen evenmin als eene koningin."
„Ik bedoel dat gij niet bij haar zijt; gij vraagt
haar nooit wat zij den geheelen dag zoo al doet."
„Ik denk dat zij de eerste uren van haar ochtend-
aan hare modiste besteedt, en de latere aan ochtend
bezoeken," antwoordde hij geei wend. „Het komt
er niet op aan wat zij doet. Zij is in vele opzichten
eene zottin, maar zij zal san hare vrijheid geen
misbruik maken."
Want hoewel hij nooit aan de deugd van vrouwen
gingseischen op wettelijken grondslag.
De ochtendvergadering werd bijgewoond
door mr. D. Fock, oud-voorzitter van den
Vrijheidsbond.
In de middagvergadering van het congres,
o.a. bijgewoond door den voorzitter van den
Middenstandraad, mr. A. I. M. J. baron Van
Wijnbergen, hield prof. dr. J. A. Veraart een
rede om te doen Uitkomen, dat alle bedrijven
feitelijk publiekrechtelijke lichamen moeten
worden. Zonder publiekrechtelijke organisatie
van alle middenstandsbedrijven is z. i. geen
oplossing van de economische moeilijkheden
te bereiken.
Men spreekt nu van vestigingseischen en van
zooveel meer, maar hoe zullen deze eischen in
vervulling kunnen gaan, wanneer van binnen
uit niet elk bijeen behoorend complex van on
dernemingen in het middenstandsbedrijf be
kleed is met publiekrechtelijke bevoegdheden,
welke het in staat stellen de voor elke groep
noodige maatregelen met vaste hand te ont
werpen en uit te voeren? Het bedrijfsorgani
satiestelsel behoedt ons, aldus prof. Veraart,
voor staatssocialistische experimenten.
De Rotterdamsche hoogleeraar prof. mr. C.
W. de Vries betoogde, dat het centrale wet
gevende gezag nimmer verbrokkeld mag wor
den. Wel is er noodig geordende vrijheid,
ordening door de organisaties zelve, met mis
schien eventueel staatshulp. Spreker zegt te
staan op het standpuntvan den N.S.B.,
wel te verstaan op het standpuntvan den
Ned. Slagershond (vroolijkheid).
Deze organisatie wil alle moeilijkheden in
eigenboezem oplossen, zoo min mogelijk ge
steund door de overheid en zij wenscht vooral
geen staatsdwang. Komt er publiek recht in
het bedrijfsleven, dan zal ook de middenstand
den weg der onzelfstandigheid betreden. De
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zou wel
eens een strop voor den middenstand kunnen
worden Blijft uit den greep van den Staat,
concludeerde spreker.
Dr. E. J. Tobi, economisch adviseur van
den Kon. Ned. Middenstandsbond, na prof. mr.
C. W. de Vries het woord verkrijgende, consta
teerde, dat het systeem der ongebreidelde indi-1
vidueele vrijheid op economisch terrein op een
fiasco is üitgeloopen. Spreker was van oordeel,1
dat het ontwerp van wet op de verbindende
kracht van ondernemersovereenkomsten van
een prominent belang is voor de toekomstige
middenstandspolitiek.
Nadat de heer L. de Groot, secretaris van
den Middenstandsbond, nog een waarschuwend
woord had laten hooren tegen de publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie, betoogde de heer
F. L. van der Leeuw, dat de middenstand in
eigen boezem nog veel verbeteren kan. De
middenstand mist z.i. het recht op bescher
mende maatregelen van de overheid, zoolang
hij in eigen geledingen niet heel veel heeft
veranderd. Invoeren van een tijdelijk vesti
gingsverbod verwierp spreker.
De laatste spreker, prof. dr. J. G. Ch. Vol
mer, gaf als zijn meening nog te kennen, dat
de toekomstige middenstandspolitiek vooral
beheerscht wordt door de evolutie, den lang-
zamen groei der verhoudingen. Spreker gelooft,
dat weinigen iets van hun persoonlijke vrij
heid willen missen. Ons land heeft 'meer te
danken aan persoonlijke energie, dan aan wet
telijke regelingen. In het vrije bedrijf ligt
voor de bekwamen nog altijd een toekomst.
Dus moet ook de middenstand zijn zelfstandig
heid niet prijsgeven. Eenheid scheppen en een
heid bewaren, moet de leuze blijven. De aan
dacht moet natuurlijk geschonken worden aan
misstanden en aan den wetgever kan uiteraard
gevraagd worden de bestaansmogelijkheden
zoo goed mogelijk te doen zijn. Aan de instel
ling van een orgaan met publiekrechtelijke be
voegdheden zijn geen bezwaren verbonden,
wanneer de bevoegdheden beperkt blijven tot
zelfbestuur en de wettelijke regeling alleen
van onderwerpen, welke uitsluitend den mid
denstand raken, mits dan nog, dat minder
heden zich kunnen beroepen op den Staat,
welke sanctie moet geven aan elke wettelijke
regeling.
Vaststelling van richtlijnen.
De voorzitter, de heer Ed. G. Schürmann,
stelde nü vast, dat in zake de toekomstige
middenstandspolitiek thans geen besluit nog
te nemen is. Het bondsbestuur zal, gehoord
de discussies, richtlijnen vaststellen, aan de
hand waarvan later, eventueel in een buiten
gewoon congres, een houding te bepalen zal
zijn.
'Het congres aanvaardde dit voorstel, waar
mede het voorstel van de Alg. Winkeliers Ver-
eeniging te Amsterdam, om uit te spreken, dat
de wet aan den Middenstandsraad verordenen
de bevoegdheid moet verleenen, voorloopig
buiten de orde gekomen was.
Oud-Minister mr. D. Fock sprak ten slotte
het congres toe. Hij bracht hulde aan den
arbeid van den Kon. Middenstandsbond.
Welke maatregelen de Regeering ook nemen
moge, zoo zeide spreker, voor den midden
stand blijft ontwikkeling van energie noodig
om iets te kunnen bereiken. Deze woorden
verwierven luid applaus.
Prijs verlaagd tot 70 ct. per flacon.
(Adv.)
geloofd had, stelde hij toch in zijne vrouw ver
trouwen.
„Zij zal er nu nog geen misbruik van maken;
neen," dacht Madame Nelaguine. „Neen, nu nog
niet, zoolang zij nog onder den invloed van haar
kinderlijk geloof en godvreezend is. Maar later?
na vijf, zes, zeven jaar verkeerd te hebben in die
wereld, waarin gij haar geworpen hebt, zonder de
wapenrusting der liefde om haar te beschermen
hoe zal het dan zijn? Aan wie zal de schuld liggen
als zij misbruik van hare vrijheid maakt aan de
mannen of aan de vrouwen? Wij bederven elkaar
meer dan de mannen ons bederven."
Overluid zeide Prinses Nelaguine slechts: „Gij
staat toe dat zij goede vrienden is met Jeanne de
Sonnaz?"
Zouroff lachte weder en fronste het gelaat.
„Alle vrouwen, die gewoon zijn met elkaar om te
gaan, zien elkaar eiken dag en avond. Wat kan men
daartegen doen?"
„Maar.
„Wees toch verstandig," zeide hij ruw. „Hoe
kan ik tot mijne vrouw zeggen: „Gij rrtoet de
Duchesse de Sonnaz niet ontvangen." Heel Parijs
zou in opschudding komen, en Jeanne zelve des
duivels worden. Goede hemel! Waar haalt gij al
die nieuwe gemoedsbezwaren vandaan? Is dat door
aanraking met Vera?"
„Uwe aanraking met haar leert ze u ten minste
niet," antwoordde zijne zuster koel. „O, onze we
reld is slecht genoeg, dat weet ik wel, maar ik heb
toch nog eenig geweten overgehouden voor excep-
tioneele omstandigheden, en dat mocht gij ook wel
doen."
„Praat geen onzin. Ik kan Jeanne niet zeggen
dat zij mijne vrouw of mijne vrouw dat zij Jeanne
niet mag kennen. Zij moeten het maar nemen zoo
als het is; er is niets bijzonders in; elk man doet
hetzelfde."
„Jawij zijn zeer onwelvoegelijk," zeide Madame
1 Nelaguine bedaard. „Wij willen het niet bekennen,
maar het is zoo."
Haar broeder haalde de schouders op, om zoowel
instemming als onverschilligheid te kennen te ge
VERSLAG van de vergadering van den Raad
der Gemeente OUDE TONGE, op
Woensdag 5 September des voor
middags 10,30 uur.
Voorzitter: Burgemeester Vooys. Alle leden
tegenwoordig.
De Voorzitter opende de vergadering met
een hartelijk welkom aan de leden en hoopte
dat de te nemen besluiten in het belang der
Gemeente moge zijn.
Daarna werden de notulen, die ter visie
hebben gelegen, vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Procesverbaal van de kasopname bij den
Gemeenteontvanger, waaruit bleek dat in kas
was een bedrag van 6.677,76, overeenkomstig
boeken en bescheiden.
Idem van het Algem. Armbestuur, het Wees
huis en den Boedel Dabbe met resp. saldo's
van 1.589,76, 634,98 en 2.142,98, even
eens overeenkomstig boeken en bescheiden.
Van Ged. Staten bericht, dat verdaagd was
het besluit tot goedkeuring van de verordening
op het bouwverbod.
Bericht van de gemeente Middelharnis, dat
Op een van hare weldadigheidsbezoeken hoorde
zijne vrouw iets, dat haar diep trof. Een vijftien
jarig meisje, dat de Avenue du Bois de Boulogne
overstak, was bijna onder de hoeven van hare
paarden geraakt. Het meisje was niet bezeerd,
maar geschrikt. Het werd in het Hotel Zouroff ge
bracht, en Vere reed naar huis terug onl het te
verzorgen. Toen het van haar eersten schrik was
bekomen, verklaarde het kind dat het maar een
weinig geschramd was, bedankte haar, en wilde
naar huis gaan; het had niets noodig, zeide het.
Het was een sproetig, leelijk kind, maar met een
vroolijk gezichtje, en het had eenige van die kunst
bloemen bij zich, waarmede zooveel meisjes te
Parijs haar dagelijksch brood verdienen. Hei 'heette
Félicie Martin en was het eenig kind van haar
vader; hare moeder was dood.
Den volgenden dag reed de bescheiden kleine
coupé, die Vere bij zulke gelegenheden gebruikte,
eene smalle, maar fatsoenlijke straat in de Batig-
nolles in, en Prinses Zouroff vroeg naar Sieur Mar
tin.
Zij liet haar rijtuig wachten, en klom de derde
verdieping op. De woning was net, en aan fat
soenlijke lieden uit den arbeidersstand verhuurd.
In haar eigen kring was zij zeer trotsch, maar dat
was niet de trotscjihcid, die dc werkende klasse be-
leedigt, omdat het waardigheid en geen aanmati
ging is; eene natuurlijke hooghartigheid, die niet
op rang of stand maar wel op soort en nog veel
meer op karakter ziet.
„Mag ik binnenkomen?" vroeg zij, met hare
welluidende stem, waarin altijd zulk een weemoe
dige toon lag, maar die voor dc armen nooit koel
was. „Wilt ge mij vergunnen mij te overtuigen dat
het ongeval geen gevolgen voor uwe dochter gehad
heeft, en u zelve te zeggen hoe het mij spijt? Rus
sische koetsiers rijden altijd zoo wild."
„Te veel eer, Madame!" zeide een klein, blond
man, die bij hare binnenkomst opstond, maar niet
vooruittrad. „Vergeef mij, Madame, ik heb van
mijn kind gehoord dat gij even schoon als goed
zijt, maar, helaas! ik kan het genoegen niet hebben
van zulk een zonneschijn in mijne kamer te zien
ik ben blind."
tot afgevaardigden in de Stichting de Drink
waterleiding G. O. zijn benoemd de lieeren
J. A. Slis, J. van der Meide en D. Vogelaar.
Idem van de gemeente Herkingen, waar
benoemd is de heer J. M. van Eek.
Van Ged. Staten bericht, dat verdaagd is
de goedkeuring op de wijziging in de Statuten
van de Drinkwaterleiding.
Bericht van goedkeuring van Ged. Staten
over verschillende genomen Raadsbesluiten.
Een rapport van den Keuringsdienst van
Waren te Dordrecht over het 2e kwartaal,
waaruit bleek dat in deze slechts 1 proces
verbaal is opgemaakt.
Bericht van den Commissaris der Koningin
dezer Provincie, inzake het salaris van den
gemeenteveldwachter. De Voorzitter deelde
mee, dat dit thans definitief verlaagd is op
1300—1700,—.
GEBRAAD vroeg of dit toch alleen geldend
was voor een nieuwen functionaris.
VOORZITTER deelde mede dat daarover
de gedachten nog tweeledig zijn, echter zal
met de toepassing eerst worden gewacht tot
die zaak is beslist.
Een schrijven van den Minister van Econo
mische Zaken, waarin de gelegenheid wordt
gegeven om de Winkelsluitingswet soepeler toe
te passen voorwat betreft den verkoop op
den Zondag.
B. en W. meenden echter dat daaraan hier
geen behoefte was, en stelden daarop voor van
deze gelegenheid geen gebruik te maken, om
den verkoop op den Zondag te bevorderen.
Dienovereenkomstig werd met algemeene
stemmen besloten.
Van de Afdeeling Oude Tonge van de Ned.
Vereeniging tot afschaffing van alcoholische
dranken, was een verzoek ingekomen, om de
vergaderzaal van de gemeente zoodanig te
verbeteren, dat ze een behoorlijk bruikbaar
aanzien krijgt. Dit adres was ondersteund door
vrijwel alle vereenigingen, welke dit lokaal
huren voor hun vergaderingen, repetities enz.
De VOORZITTER zeide dat B. en W. die
zaak eens hebben bekeken, dat het inderdaad
geen luxe zou zijn wanneer er wat verbetering
kwam. Anderzijds is echter ook de exploitatie
bekeken, en daaruit bleek dat 1932 een
nadeelig saldo gaf van 25,en 1933 een
nadeelig saldo van ƒ1,zoodat de exploitatie
geen uitgaaf toelaat.
Wij zijn wel gevoelig voor verbetering, doch
wij moeten voorzichtig zijn met de finantiën.
Anders zou het zijn, wanneer die vereenigingen
gelijk toezegden een verhooging van de" huur.
Wel trachten zij af en toe vermindering te
krijgen. B. en W. stelden voor, de afdoening
van dit adres uit te stellen tot de behandeling
van de gemeentebegrooting, dan kunnen wij
even bezien of verbetering dringend is en op
welke wijze dekking voor die uitgaaf te ver
krijgen zou zijn, want Ged. Staten stellen
tegenwoordig ais eisch, dat bij elke verhoogde
uitgaaf de dekking aangewezen moet worden.
B. en W. zijn echter van oordeel dat de
W. C.'s noodig verbetering behoeven en dat het
gewenscht is een tooneelkamertje te maken
ter bevordering van de goede zeden.
GEBRAAD meende dat verbetering noodig
was. Als wij doorgaan met die zaal te verwaar-
loozen{ zal 'het nadeelig saldo grooter worden,
want dan gaan de vereenigingen naar andere
localiteiten uitzien en dan derven wij boven
dien die huur ook. De verbetering is alleen een
kwestie van een goed beleid, spreker zeide
zich er echter wel bij te kunnen neerleggen dat
gewacht wordt tot 'volgend jaar.
JONKER vroeg of alle vereenigingen een
zelfde vergoeding betaalden.
VOORZITTER zeide dat de vereenigingen
„Blind?" Dit woord jaagt altijd ieder, die het
hoort, eene huivering aan't is geen zeldzaam on
geluk, maar een, dat meer dan eenig ander de om
standers treft en medegevoel verwekt. Hij zag er
vergenoegd uit, niettegenstaande er geen licht in
zijne starende blauwe oogen was; de kamer was
zindelijk; er stonden een paar vazen en andere
eenvoudige sieraden, er hingen een paar platen aan
den wand, en eenige geraniums en heliotropen op de
vensterbank verspreidden een aangenamen geur.
„Ja, ik ben blind," zeide Jiij, op opgeruimden
toon. „Wil Madame la Princesse zoo goed zijn
plaats te nemen? Mijn kind is op haar atelier. Wat
zal zij blijde en trotsch zijn! Zij heefu sedert giste
ren over niets anders gesproken dan over Madame,
Madame's schoonheid, Madamc's goedheidach
ja, zij kon er niet van zwijgen! Ik ben altijd onge
rust over mijn kind op straat, maar zij is zelve nooit
bang; zij is klein maar dapper, 't Is te vriendelijk
van Madame dat zij al die trappen opgeklommen
is, maar Madame is goed, dat hoort men wel aan
hare stem. Ja, mijn kind maakt bloemen voor het
groote Maison Justine. Dat heeft onze goede engel
ons bezorgd. Ja, zij is mijn eenig kind. Hare moeder
stierf bij hare geboorte. Ik was toen vierde klari
nettist aan dc Opéra Comique."
„Maar gij kunt toch nog spelen?"
„Ach neen, Madame. Mijn rechterarm is ver
lamd. Op zekeren dag was ik in het bosch te Vin-
cenncs. Félicie was tien jaar. Ik had haar een Zon
dagspretje in het bosch toegedacht. Het was in Mei.
Wij waren zeer vroolijk, speelden krijgertje en
plukten dc haagdoorns als niemand het zag. Op
eens kwam er een zwaar onweer op en barstte boven
ons los toen wij midden tusschen de groote booincn
waren. Dc bliksem trof mijne oogen en mijn rech
terschouder. „Ach, het arme, arme kind! Maar,
neem mij niet kwalijk, Madame, ik moet u wel
vervelen.
„Integendeel, ik stel er veel belang inge voort."
„Ik geraakte in groote ellende, Madame. Geen
hospitaal kon mij helpen. Ik had mijn gezicht ver
loren en het gebruik van mijn rechterarm ook. Ik
kon zelfs niet langs dc straat op mijne klarinet
spelen zooals andere blindemannen doen. Ik had
een weinig geld gespaard, maar niet veel. Muzi
kanten kunnen niet overgaren, evenmin als schil
ders. Ik had ook nooit veel verdiend. Ik werd zeer
arm. Ik begon te wanhopen. Ik moest mijne woning
verlaten, mijne aardige kamertjes, waar mijn kind
geboren en mijne vrouw gestorven was; ik zonk al
lager en lager, ik werd hoe langer hoe ongelukkiger;
een blinde" die niets kon doen, met een dochtertje.
En ik had geen enkelen vriend, want ik ben uit den
Elzas hier gekomen; de broeder, dien ik daar had,
was gestorven, en onze ouders waren ook reeds
lang dood; zij waren landbouwers geweest. Mada
me, nergens zag ik uitkomst. Voor mij was geen
hoop meer op aarde, en Félicie was nog maar zoo' n
klein ding, dat zij niets doen kon. Maar ik verveel
mevrouw?"
„Neen, neen, volstrekt niet. Ga voort, als ik u
verzoeken mag, en zeg mij hoe het komt dat gij nu
zulk een rustig leven hebt."
„Ik heb het meer dan rustig; ik ben gelukkig,
princes. Dat is zijn werk. Mijne vroegere direc
teuren vergaten mijdat was natuurlijk, zij hadden
zooveel om aan te denken. Ik was niemand. Hon
derden en duizenden konden evengoed spelen als
ik ooit gedaan had. Op zekeren dag. toen ik honge
rig in de koude stond, met mijn dochtertje, even
hongerig, bij mij, hoorde ik zeggen da. de jonge
zanger Corrèze voor vijttig duizend francs op een
avond voor het seizoen geëngageerd was. Ik ging
naar huis en liet het kind een brief aan hem schrij
ven. Ik deelde hem mede wat mij overkomen was,
en zeide: „Gij zijt jong en beroemd, en het regent
goud op u; wilt gij aan ons denken die zeer onge-
i lukkig zijn? Als gij bij mijne vroegere directeuren
1 mijne voorspraak wildet zijn, zouden zij wel aan
mij denken." Dien brief zond ik af. Ik had dikwijls
in het orkest gespeeld toen de jonge zanger voor
't eerst heel Parijs het hoofd op hol bracht. Ik wist
dat hij los en vroolijk was; ik had niet veel hoop."
„En verder?" De toon harer stem was zacht en
I levendig geworden; de man was blind en kon den
blos op haar gelaat niet zien.
(Wordt vervolgd).