iddelharnis IVOROL 4,Stada.'tHaringvliet P. BERLAGE, zijn gedrukt ter in Onze Eilanden EERSTE BLAD eiMBORM'ê JljANOI jprktuigen - Motoren e en het beste vindt U bij PARATIE-INRICHTING en verzorgen? VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1934 MOTTEN. h VER VERSLAGEN van een fouragehandelaar had een nieuwe tiöts aan Jde zijde van hun huis neergezet, die eveu later spoorloos verdwenen bleek to [zijn. In het naburige dorp Hitzum is eeu beursje met plm. 4 inhoud uit de kast [ontvreemd, toen de vrouw even een bood« schap in het dorp deed. Dat ongure elemen ten van elders aan deze diefstallen en in sluipingen niet vreemd zijn, is vrij zeker. lat left ïid n- [et Tg m ONDERWIJS. Werk voor de jongeren en rust voor de ouderen. De wachtgelders-barrière moet, als 't kan doorbroken worden. De wind over de geheele vlakte is den jongeren onderwijzers tegen. Scholen worden gesloten, klassen vergroot en de gelederen van wachtgelders, die voor de achterhoede der jonge werkloozen uit marcheeren zwellen onrustbarend aan. Eerst over eenige jaren kan voor deze jongeren een geringe kans beginnen te dagenmaar ze hebben dan geen praktik en zullen daarom minder begeerd worden. En daarom, schrijft de ,,Chr. Onder wijzer" dringen we aan op pensionneering van vrouwelijke leerkrachten op 55-jarigen en van mannen op 60-jarigen leeftijd. Dat zou een maatregel zijn, waarvan de gevolgen op bescheiden schaal tenminste direct gevoeld konden worden. „Er kunnen thans finan cieel® bezwaren zijn voor 't pensioenfonds, maar de Staat ban zonder veel kosten bij springen. 't Salaris toch van een beginner plus het pensioen van een 60-jarige, respec tievelijk ongeveer f 1000 en f2000 gaat niet veel boven de f 2880 van den 60-jarigen hoofd-abte-bezitter. Zoo krijgt de jongere werk en de oudere rust". Den 60 jarigen met 65 wachtgeld de vrije keuze laten tusschen gaan of blijven, zal in de practijk weinig effect geven. De meesten zullen om de 5% (70 65 maar liever in den dienst blijven hangen. De wachtgelders zouden anders in de open plaatsen van de met ver vroegd pensioen heengaanden zoo goed kun nen opschuiven. En dat zou ten minste een verlichting beteekenen van de wachtgelders- barrière, die nu onwrikbaar voor de afdeed lingen der joDge werkloozen ligt. Dat deze dam doorbroken wordt, opdat jonge, frissche krachten, die te zamen een onschatbaar fonds van arbeidslust en bezieling vertegenwoor digen, een kans krijgen actief aan het front te treden, zou zeker algemeene bevrediging wekken. ;st uitgebcelden zin. concurreerendst rcomplete werktuigen bi] aan- >or hun volle gebruikswaarde Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,07s ADVERTÊNT1ËN van 1—6 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdagmorgen en Vrijdagavond. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 82 Autobus verpletterd op onbe- waakten overweg. Botsing met een trein nabij Emmen. Van de 19 inzittenden twee gedood en verscheidene zwaar gewond. EMMEN, 22 Aug. Hedenmiddag om streeks vijf uur is op den onbewaakten over weg aan den Dordtscheweg alhier een auto bus, waarin behalve de chauffeur en zijn doch tertje 18 arbeiders van de werkverschaffing aan het Sleenerzand waren gezeten, door een locaaltrein gegrepen. De autobus werd geheel vernield. Twee van de inzittenden, de arbei ders R. Nyenhuis en H. Funcke, beiden uit Barger-Oosterveen, zijn gedood. Van de overigen is vrijwel niemand er zonder letsel afgekomen. Vier hunner hebben zware sche delfracturen gekregen en zijn er ernstig aan toe. Het zijn de arbeiders K. P. Pol te Klazina- veen, J. Jeuning te Nieuw-Dordrecht, Van Schoonewille te Klazinaveen en A. Arends te Barger-Oosterveen. Ook de bestuurder van de autobus, de auto busondernemer J. Keen, uit Nieuw-Amster dam, werd ernstig gewond. Hij werd ongeveer veertig meter van de autobus verwijderd in deerlijken toestand aangetroffen. Zijn doch tertje, dat vandaag vrij had van school en voor haar pleizier met haar vader was meege gaan, heeft een been gebroken. Naar wij vernamen heeft de autobus niet snel gereden, althans ooggetuigen hebben dit verklaard. Een der omwonenden, die het on geluk zag aankomen, heeft nog getracht den bestuurder te waarschuwen doch deze heeft dit helaas niet opgemerkt. Pas op het allerlaat ste oogenblik remde de chauffeur uit alle macht, maar toen was het reeds te laat. Met een harden slag botste de trein, die vijf minuten te voren van het station Emmen was vertrok ken, tegen de autobus en sleurde deze eenige tientallen meters mee. De overweg zag er bin nen enkele seconden uit als een slagveld. Over grooten afst2nd lagen de brokstukken wielen en andere deelen, van de totaal vernielde auto bus en daartusschen verspreid, de kermende slachtoffers. Hulp van dokters en verpleegsters. De postbesteller Tepper, die toevallig ter plaatse was, waarschuwde onmiddelijk telefo nisch den Geneeskundige Dienst en de plaat selijke autoriteiten te Emmen. Zeer vlug wa ren dan ook een groot aantal doktoren en zus ters van het Groene Kruis aanwezig. De dok: ters Van Zanten, Post, Hospers, allen uit Em men, Stukje uit Erica, Haverkamp uit Klazina veen, Hoving uit Nieuw-Amsterdam en Bel- kamp uit Emmer-Compascum organiseerden een ambulance dienst en verleenden in samen werking met zusters en verpleegsters de eerste geneeskundige hulp. Het was een droevig tooneel. De vier gewon den, die er het ergst aan toe waren, werden op ledikanten gelegd en zoo naar de woning van de verpleegster van het Groene Kruis, mevr. BloeminkVan der Lingen van de Angelina- stichting, vervoerd. Eenige particulieren stel den terstond beddegoed ter beschikking, dat per auto werd aangevoerd. De andere gewon- •den zijn allen vervoerd naar de plaats hunner inwoning, waar zij zoo mogelijk verder behan deld kunnen worden. Tot nog toe is niemand naar het ziekenhuis gebracht, omdat dit te ver FEUILLETON. OUÏDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 49) Is dat niet verschrikkelijk akelig? Zij krijgt er zeker nog wel veel meer; maar er zoo vol strekt niet bedroefd over te zijn dat is zoo on natuurlijk! Zouroff had er vrij wat meer gevoel van; hij is heel aardig geworden, werkelijk heel aardig. Ah! die vogel is gevlogen, de Lords zullen, vrees ik, verliezen. Zoo, mijn waarde Lesterel, hoe gaat het u? Wat zegt men te Parijs wel van mijne dochter?" De Marquis de Lesterel, secretaris van Legatie, boog glimlachend. „Madame la Princesse heeft heel Parijs het hoofd op hol gebracht, 't Was al te wreed van u, Madame hadt gijzelve den mannen niet reeds kwaad genoeg gedaan, dat gij hen nu nog gek op uwe bekoorlijke dochter moet maken?" „Dat is alles heel aardig gezegd, maar beteekent niets," zeide Lady Dolly op vroolijken toon. „Ik weet wel dat Vere mooi is, maar bevalt zij? Est-ce qu'elle a du charme? Dat is veel meer." „Wei zekerl" antwoordde de Fransche markies, met nadruk; „zij is, wel is waar, zeer koel, hetgeen ons allen wanhopig maakt; en niets, of althans zeer weinig, schijnt hare belangstelling te wekken." „Juist wat ik verwacht had!" zeide Lady Dolly mismoedig. „Dus heeft zij geen charme. Niemand heeft dat, die in niets vermaak vindt." „Pardon!" hernam de markies. „Er is charme èn charme de charme van het gemakkelijk ge naakbare en van het ongenaakbare." „Maakt zij zich daar veel vrienden?" zette zij haar onderzoek voort, hare nieuwsgierigheid ver bergende achter het masker van moederlijke be langstelling. „Ik bedoel eigenlijk onder de vrouwen; af is gelegen en de vier zwaargewonden niet vervoerd mogen worden. De verslagenheid te Emmen is groot. Het gerucht van het ongeluk ging als een loopend vuurtje door de plaats en duizenden spoedden zich naar den onbewaakten overweg. Ook uit de omgelegen dorpen kwamen talrijke nieuws gierigen per fiets en per auto naar de plaats van het ongeval. De politie naam maatregelen om het verkeer te regelen. Hedenavond had zij hiermee de handen vol, daar het van heinde er ver kijkers bleef toestroomen. De burgemeester, mr. J. L. Bouma, was kort na het ongeval ter plaatse. Hartroerende tooneelen speelden zich af bij de aankomst van de familieleden der slachtoffers. De burge meester trachtte hen zoo veel mogelijk te troosten. De heer Bouma was zeer onder den indruk en wij zagen hoe hij zichtbaar bewogen de weduwe van een der gedoode passagiers naar een gereedstaanden auto bracht. Ook eenige katholieke geestelijken waren aanwezig om zoo noodig bijstand te verlee- nen. Voorts kwam onmiddellijk na het ongeval personeel van het station Emmen toesnellen. De trein had ongeveer twintig minuten ver traging ten gevolge waarvan het treinverkeer eenigen tijd in de war was. Machinist en leer ling-machinist bekwamen geen letsel; de leer ling was echter zeer van streek. De politie was hedenavond nog druk bezig alles ter plaatse op te nemen en gegevens te verzame len voor het onderzoek. Het uitzicht bij den onbewaakten overweg is niet al te best, ten minste niet wanneer men, zooals met de verongelukte autobus het geval was, uit de richting Emmen komt. Op onge veer dertig meter afstand van de spoorlijn staan eenige woningen, die het uitzicht ernstig belemmeren. Een van de eersten, die hulp verleenden, was mevrouw Bloemink. Zij zag het ongeluk ge beuren en snelde met andere omwonenden luid gillend naar den overweg. Een ooggetuige vertelt* Een passagier van den locaaltrein vertelde ons nog, dat de reizigers in zijn coupé bij de botsing allen door elkaar werden geworpen ten gevolge van het krachtige remmen door den machinist. „Toen de trein tot stilstand was gekomen was de aanblik op den overweg ontzettend," aldus deze ooggetuige. „De bus was geheel vermorzeld en de inzittenden lagen her en der. Twee van hen waren op slag dood en wij kregen den indruk, dat van de overige gewonden verscheidene er ernstig aan toe waren. Het dochtertje van den chauffeur lag met een versplinterd been bij de rails. Haar vader lag een dertig meter verder, eveneens met gebroken ledematen. Ook had hij spijkers in het hoofd gekregen. De man scheen bewus teloos en is waarschijnlijk een eind op de tree plank van den trein meegenomen. Vier gewonden, die over elkaar lagen, wer den door ons aan den kant van de spoorlijn neergelegd, en de ontzielde lichamen van de- twee gedoode arbeiders legden wij eveneens ter zijde van de rails. Ik had een drinkbusje nog wat koffie overgehouden en deze heb ik een drietal gewonden tusschen de lippen gegoten. Toen wij na twintig minuten met den trein weer vertrokken, was er nog geen dokter ter plaatse. Alle treinpassagiers waren zeer onder den indruk van het gebeurde. De machist had de bus wel zien aankomen, maar dacht dat deze nog wel zou stoppen. Het eenigste wat ik van den chauffeur te hooren kreeg, toen ik hem wat verlegde omdat hij tegen de rails lag, was: ik ben zoo bang dat Vera niet veel van vrouwen houdt, en ik weet niets dat zoo onaardig staat." „Het zou onmogelijk zijn de prinses van onaar digheid te verdenken," antwoordde de markies levendig. „Eén blik op dat kalm en edel gelaat. „Heel mooi, heel lief; maar Vera kan onaardig zijn," sprak hare moeder bits. „Zeg mij eens, is er eene vrouw, van wie zij nog al veel houdt, met wie zij nog al vertrouwelijk schijnt te zijn?" („Iemand met wie zij over mij zou spreken?" dacht zij, in de ongerustheid van haar hart.) „Madame Nelaguine.begon de jonge mar kies. „O, hare schoonzuster!" zeide Lady Dolly. „Ja, ik geloof dat zij van dat nare mensch houdt. Ik voor mij heb Nadine nooit kunnen uitstaan altijd zoo barsch en streng; en wat heeft zij eene scherpe tong! Ik weet, natuurlijk, dat prinses Nelaguine altijd bij haar in huis is, maar gaat zij met niemand anders om?" Een glimlach speelde over het gelaat van den Farijzenaar. „De prinses wordt dikwijls met Madame de Son- naz gezien. Madame Jeanne is bijzonder met haar ingenomen." Lady Dolly staarde hem een oogenblik verbaasd aan, en lachte daarna; zelfs Lady Stoat glimlachte bescheiden. „Waar of dat om is?" zeide Lady Dolly, binnen smonds, en fluisterde Lady Stoat toe: „Zij voert zeker wat in haar schild; altijd heeft zij iets kwaads in den zin; zij heeft dat huwelijk veel te bedaard opgenomen om zich niet te wreken. „Tegenwoordig vergeet men; ik geloof niet dat men zich meer wreekt," zeide Lady Stoat ver troostend. „Wanneer hebt gij mijne lieveling het laatst gezien?" vroeg Lady Dolly overluid. „Van nacht om drie uur, Madame, in de Elysée. Zij zag er uit als de droom van een Grieksch dich ter, door Worth gekleed. „Hoe vindingrijk!" zeide Lady Dolly, een weinig jaloersch. „Hoe zou die goede Worth een droom kunnen kleeden? Dat zou zelfs boven zijne krach ten gaan! Ik hoopdf.t zij naar Surennes gaat om „Wat is er gebeurd?" Zijn dochtertje kermde van pijn en het hartverscheurende huilen van het kind ging ons door merg en been. De locomotief van den trein was zoodanig beschadigd, dat zij te Coevorden moest worden verwisseld. Nader vernemen wij, dat de geneesheeren Post en Van Zanten te Emmen hoop hebben van de vier zwaargewonden twee in leven te kunnen houden. De twee anderen zijn nog in levensgevaar. Een van hen, de arbeider Pol, is met een ernstige beenfractuur en buikletsel naar het ziekenhuis te Hoogeveen vervoerd. De andere drie zijn nog bij een verpleegster van het Groene Kruis in een nood-hospitaal ondergebracht. De dokters uit Emmen blijven ter plaatse. De chauffeur is sindsdien aan zijn verwon dingen overleden. Door het poetsen Uwer tanden met merkbaar minder tandbederf (Adv.) akBaRsaM Gemeenteraad Middelharnis. Donderdagmorgen te half tien uur kwam de raad dezer gemeente bijeen onder voor zitterschap van den Loco Burgemeester Struyk. Alle leden waren tegenwoordig. De voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gadering werden gelezen en onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken: De goedkeuring van Ged. Staten over het besluit tot ruiling van grond in erfpacht met M. Langbroek. Voorzitter deelde mede dat de Stichting het bedrag van afkoop zijnde 500,— zal betalen. De goedkeuring van Ged. Staten over de verordening tot heffing van opcenten op de Personeele belasting en Gemeente Fondsbe lasting. Idem over de wijziging van de gemeente- begrooting dienst 1988 en 1934. Bericht van de gemeente Herkingen dat tot afgevaardigde in de Stichting Drinkwa terleiding is benoemd de heer M.J. van Eek. Bericht van den Pensioenraad om vast stelling van den pensioen grondslag van de concierge der school den heer B. Driesse. Wethouder Slis verklaard daarna dat hy zijn benoeming tot afgevaardigde in de stich ting Waterleiding aanneemt onder dankzeg ging voor het in hem gestelde vertrouwen aan degenen die hem hebben gestemd. 2. Vaststelling Rekening van het gasbe drijf over 1932. Bij monde van den heer J. Vroegindeweij adviseerd de commissie van onderzoek dat alles in orde is bevonden, brengt dank aan den boekhouder die de commissie met alles heeft bijgestaan en adviseert tot goedkeu ring. Wel is het de commissie opgevallen dat voor een enkel consult bij een rechts-j bedaard met hem te spreken; dat is de eenige manier om hem er toe te krijgen aan iets werkelijk goeds zijne zorg te besteden. Maar zij bekommert zich nooit om zoo iets, nooit!" „Prinses Zouroff weet wel", hernam de Markies de Lesterel, met meer vuur, en iets boosaardigs in zijn stem, „dat hoe zij zich ook kleedt, al was 't in zak en asch, zij er bekoorlijker zou uitzien dan elke andere vrouw op aarde behalve hare moeder,' liet hij er, met eene ridderlijke buiging, op volgen. „Wat is het toch akelig iemands moeder te zijnl en wat gevoelt men zich er oud door of men 't weten wil of niet!" dacht Lady Dolly, terwijl zij lachend antwoordde: „Gij zijt waarlijk op haar verliefd, markies! Maar wees zoo goed te bedenken, dat ik hare moe der ben en dat zij nog niet veel langer dan een jaar getrouwd is. Het doet mij veel genoegen dat zij in Parijs opgang maakt. Daar is hare eigenlijke woon plaats. Eens in de tien jaar zullen zij naar Peters burg gaan, maar elk jaar van hun leven zullen zij te Parijs zijn; zonder Parijs kan Zouroff niet leven. Ik kan u niet zeggen hoe het mij spijt dat het kind gestorven is; het ventje heeft juist lang genoeg geleefd om gedoopt te wordenhij werd naar den Czaar genoemd. O, het is zoo treurig! Wie schiet daar nu? Regy? Ah-h-h! De vogel is juist binnen de afsluiting, niet waar? O, dat is prachtig! Juist even er binnen!" F.n Lady Dolly krabbelde iets in een klein zak boekje, in geoxydeerd zilver gebonden, dat vijftig guinjes had gekost. Lady Dolly hield veel van wedden en zooals zij het deed, was het zoowel eenvoudig als aangenaam. Zij werd altijd betaald, en betaalde nooit. Er zijn veel dames, die dat bedrijf op dezelfde eenvoudige wijze beoefenen en er goede zaken mee doen. Toen Kolonel Rochfort, een knap jong officier bij de scherpschutters den volgenden dag te New market beproefde eene weddenschap om vijfhon derd pond voor haar te sluiten, was men in de Ren baan voorzichtig, en wilde de weddenschap op zijn naam aangaan, niet op den hare. Maar de mannen van de wereld konden niet zoo kundige een bedrag is genoteerd van ƒ100, de commissie verzoekt dergelijke uitgaven zooveel mogelijk te vermijden. Ook is bet de commissie opgevallen dat er verschil is in de heffing van meterhuur t.w. 20 en 25 cent. De commissie in haar geheel zag gaarne dat gelijkstelling plaats had op 20 cent per maand. De voorzitter dankte de commissie voor het omvangrijk werk en deelde mede dat het gelijkstellen van de meterhuur reeds een punt van overweging heeft uitgemaakt en dat zulks spoedig zal worden besloten. J. van der Meide zeide dat door de com missie alles in de volmaakste orde is aan getroffen en dat zy den indruk heeft ge kregen dat er orde heerscht op het kantoor. Daarna werd de rekening vastgesteld. B. en W. boden daarna aan de gemeente rekening, dienst 1933, welke sloot met een ontvang in gewonen dienst van ƒ242 795,23^, uitgaaf 239.163,15, batig saldo 3 632,08f de kapitaaldienst met eeu ontvang van 89.746,66$, uitgaaf 79.409,73, batig saldo 10.336,93|. Tot leden van de commissie van onder zoek voor deze rekening werden benoemd de heeren J. van der Meyde, H. Vermaas en A. Koese. B. en W. boden verder aan de rekening van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1933,, welke sloot met ontvang van 31.272,86 uitgaaf 31.366,29-|-, alzoo een nadeelig saldo van 93,43. Idem de rekening van het Weeshuis, dienst 1933. Deze sloot met een ontvang van 18.937,59, uitgaaf 14.901,22, batig saldo 4 036,37. Tot leden van de commissie van onderzoek dezer beide rekeningen werden benoemd de heeren D. Vogelaar, L. Koote en J. Vroeg- indewey. Tot leden van de commissie van onderzoek voor de gemeentebegrooting dienst 1935 en die van de gasfabriek over 1935 werden be noemd de heeren K. Doornbos, G. van der Kooij en en C. van der Meide. Vervolgens stelden B. en W. voor een wijziging in de politieverordening op te nemen, waarby samenscholingen verboden zijn. Voorzitter deelde mede dat het reeds is voorgekomen dat een groep menschen zich op verzoek van de politie niet wilde ver spreiden op grond dat er geen verbod in de politieverordening voorkwam. Dit is aanlei ding geweest den raad dit voorstel te doen. Werd aangenomen. Op voorstel van B. en W. werd de ge meentebegrooting dienst 1934 met afr en overschry vingen gewy'zigd. Vermaas vroeg of by den post aankoop keien ook gerekend is dat de Visschersdyk wordt verbeterd en of daarvoor reeds een regeling is getroffen met de andere lichamen, die de straat hebben gebracht in den desolaten toestand, waarin zy verkeert. Voorzitter zeide dat die regeling reeds in orde is. L. Koote vroeg waarom het laatste gedeelte van den Visschersdyk niet is aangesloten bij de rioleering. Voorzitter zeide dat nimmer een klacht van die bewoners daarover is ontvangen. Weliswaar verontreinigt de paardenstal van Born daar veel, doch wij kunnen anderzyds niet elk gedeelte van de gemeente gaan rioleeren. C. van der Meide zeide dat dit volgens deskundigen een bedrag van 60,— zou vorderen en dat B. en W. dit gedeelte best voorzichtig en zoo lomp zijn als het bestuur van de Renbaan. Bovendien was Lady Dorothea van der Decken nog altijd eene zeer bevallige vrouw met aardige manieren en eene fijne coquetterie, die moeilijk te weerstaan was; zij was een zeer aange naam gezelschap aan een dinétje in de Orleans- club, als de nachtegalen zongen, of tête-è-tête in haar sierlijk, achthoekig boudoir. Lady Dolly zag hare dochter zelden of nooi Zij had tegenwoordig veel op met Londen. Het was te Londen veel aardiger geworden, veel minder stijf, veel vroolijker; 't was verbazend hoe Londen in den laatsten tijd was vooruitgegaan. De Zon dagen waren er lang zoo vervelend niet als er over geschreeuwd werd, maar integendeel zeer prettig. De menschen te Londen, de beste niet te na ge sproken, hadden altijd hoe moest men het noe men?iets provinciaals, bij Parijs vergeleken. Ja; provinciaal, dat was het woord, maar 't was in Londen toch heel aardig; Lady Dorothea van der Decken was er altijd eene vrouw van aanzien; zij had het altijd zoo goed weten aan te leggen, dat niemand iets op haar aan te merken had. „'t Is zoo akelig besproken te worden," placht zij te zeggen„en zoo dom te maken dat men bespro ken wordt. Men kan alles doen wat men wil, als men maar zoo voorzichtig is om het ter rechter tijd en plaats te doen en met anderen van de rechte soort gezien te worden. Ik kan mij altijd zoo ergeren over die domme vrouwen, die zich compromit- teeren: 't is verschrikkelijk dwaas, want niemand behoeft eigenlijk gecompromitteerd te zijn. De menschen zijn altijd aardig voor ons, als wij het ook maar tegen hen zijn." Dus was zij van Nieuwjaar tot in 't laatst van Juni in haar huis op Chesham Place, dat zij op smukte met allerlei voorwerpen van oude ltali- aansche kunst, zonderling vermengd met de nieuw ste articles de luxe. ledereen zeide dat Lady Dolly's huis, door die vermenging van het middeleeuwsche niet het nieuwmodische, bijna al te mooi was; bovendien had zij een nieuwen vriend in haar Sici- liaan, den attaché bij de Italiaansche Legatie, die 1 haar met zijn goeden smaak van veel dienst was en haar verscheidene dingen van zijn oud kasteel had kunnen doen. Dan was daar zeer veel ongerief voor de bewoners opgeruimd ge worden. Voorzitter meende, dat, wanneer de ge meente daaraan allemaal moet beginnen, zy een enorm bedrag noodig zou hebben en daarvoor is het nu geen tijd. B. en W. stelden voor, gezien de houding van den raad in de vorige vergadering, de Voorstraat niet opnieuw te bestraten doch te herstellen en het versleten materiaal aan te vullen met nieuw. Ongeveer een vyfde deel van het materiaal is weg en B. en W. zouden een deel nieuw op de kaai en bij het gemeentehuis willen maken, zoodat het nieuwe deel aaneen komt te liggen. Vroegindeweij zeide, dat hy in de vorige vergadering het voorstel voor algeheele ver nieuwing nogal had verdedigd, doch dat by zich thans ook met het voorstel van B. en W. kan vereenigen. Daarna werd alzoo besloten. B. en W. stelden voor een perceeltje grond aan het Oostersch Voorgors over te doen aan de Fam. Boeter. Dit werd goedgevonden. Voorzitter zeide, dat van de gemeente Dirksland een verzoek was ingekomen om de nieuw aangeschafte teerketel te mogen gebruiken. B. en W. stelden voor, dit ver zoek niet te weigeren, doch de voorwaarde er aan te verbinden, dat een werkman van deze gemeente meegaat voor de behandeling en een vergoeding wordt gegeven van 10, per dag. Dit werd goedgevonden. J. Vroegindewey adviseerde met het teren van de wegen door te gaan. Spreker zeide in verschillende gemeenten die werkwyze te hebben gezien en dat het overal uitstekend voldoet. Hy stelde voor, spoedig over te gaan, de overige nieuwe wegen ook zoo te behandelen, opdat het veel geld uitspare. Voorzitter zeide dat het ook in de bedoe ling van B. en W. lag, om met het voorjaar door te gaan. Het Zandpad wordt nog een maal geteerd en dan kunnen wy met het voorjaar zien, hoe die weg zich heeft ge houden. Daarna ging de vergadering over in ge sloten zitting. Gemeenteraad Sommelsdijk. Dinsdagmiddag j 1. om half vier kwam de raad dezer gemeente in vergadering bijeen. Voorzitter Wethouder Mys. Afwezig met kennisgeving de heer Kor- teweg. De Voorzitter opende de vergadering met gebed en een welkom aan de aanwezige leden. Het lezen der notulen van de vorige vergadering werd aangehouden tot een vol gende vergadering. Ingekomen Stukken. De goedkeuring van Ged. Staten overge nomen raadsbesluiten. Idem over de gemeente-rekening dienst 1932. Van verschillende gemeenten bericht in zake de benoeming van een vertegenwoor diger voor de Gemeente in de Stichting „De Drinkwaterleiding Goeree en Overflabkee". Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. B. en W. stelden voor de Gemeente be- vrooting dienst 1934 met af- en overschrlj- lingen te wyzigen, waartoe zonder hoofde- yke stemming werd besloten. B. en W. boden vervolgens den raad aan de Gemeente-rekening dienst 1933. Deze sloot in gewonen dienst met een voordeelig saldo van 16088,09 en in kapitaaldienst met een in de Taormina overzond; hij was een nieuw speel goed voor haar; dat haar vermaakte; en hare ge- costumeerde bals en hare déjeuners musicales maak ten veel opgang; en over 't geheel was Lady Dolly zeer populair geworden. Wat van der Decken be trof, die was altijd vrekkig en een beer. Hij had zitting in het Parlement, als afgevaardigde van een district waar hij eene grondbezitting had gekocht; zooals zijne vrouw een poedelhond of eene pate tendre kocht; hij snorkte behoorlijk in de banken van de St. Stephanuskerk, ging op ministerieele diners, en deed wat een rijk man zoo al meer be hoort te doen; en voor 't overige was hij verdiept in die buitenlandsche speculatien en ontzaglijke leeningen, die zijn beroep uitmaakten, en waarvoor hij naar Java of Japan of Jupiter moest. Hij was groot, Ieelijk, deftig, maar voldeed zeer goed op zijne plaats, waar hij iemand evenmin hinderde als dc groote Japansche priester, die met de beenen kruislings op zijn voetstuk in de vestibule zat. Wat hij dacht, wist niemand; hij was op dat punt zoo stom als genoemd beeld. Volgens den laatsten regel van een fashionable huwelijk, is een onafgebroken stilzwijgen de rol, die den man is toebedeeld; en dat hij eene andere rol zou spelen wordt niet van hem verwacht. Lady Dolly was dus over 't geheel zeer tevreden. Soms riep de gedachte aan Jura wel eene sombere uitdrukking, of de herinnering aan Zouroff een bitteren glimlach op haar gelaat te voorschijn, in verband met een tijd toen zij op den rand van den afgrond had gestaan, en voor een oogenblik be nauwden zulke herinneringen haar; maar dat was spoedig over. Nu was zij veilig; en zij was verstan dig geworden. Zij wist hoe zij „zoo ondeugend en zoo aardig" moest zijn om de Londensche wereld te bevallen en nooit te ergeren. Zij was weieens zeer dwaas geweest, maar nu was zij dat niet meer, en dat zou zij ook nooit weer zijn. Zij temperde de roulette niet Ritualisme, en ging eiken Zondag ochtend naar de St. Margarctha's kerk, als zij 's vonds in de Orleans-club dineerde. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1