iddelharnis
IVOROL
4,Stada.'tHaringvliet
P. BERLAGE,
zijn gedrukt ter
in Onze Eilanden
EERSTE BLAD
eiMBORM'ê
JljANOI
jprktuigen - Motoren
e en het beste vindt U bij
PARATIE-INRICHTING
en verzorgen?
VRIJDAG
24 AUGUSTUS 1934
MOTTEN.
h VER
VERSLAGEN
van een fouragehandelaar had een nieuwe
tiöts aan Jde zijde van hun huis neergezet,
die eveu later spoorloos verdwenen bleek to
[zijn. In het naburige dorp Hitzum is eeu
beursje met plm. 4 inhoud uit de kast
[ontvreemd, toen de vrouw even een bood«
schap in het dorp deed. Dat ongure elemen
ten van elders aan deze diefstallen en in
sluipingen niet vreemd zijn, is vrij zeker.
lat
left
ïid
n-
[et
Tg
m
ONDERWIJS.
Werk voor de jongeren en rust
voor de ouderen.
De wachtgelders-barrière moet, als 't kan
doorbroken worden.
De wind over de geheele vlakte is den
jongeren onderwijzers tegen. Scholen worden
gesloten, klassen vergroot en de gelederen
van wachtgelders, die voor de achterhoede
der jonge werkloozen uit marcheeren zwellen
onrustbarend aan. Eerst over eenige jaren
kan voor deze jongeren een geringe kans
beginnen te dagenmaar ze hebben dan geen
praktik en zullen daarom minder begeerd
worden. En daarom, schrijft de ,,Chr. Onder
wijzer" dringen we aan op pensionneering
van vrouwelijke leerkrachten op 55-jarigen
en van mannen op 60-jarigen leeftijd. Dat zou
een maatregel zijn, waarvan de gevolgen op
bescheiden schaal tenminste direct gevoeld
konden worden. „Er kunnen thans finan
cieel® bezwaren zijn voor 't pensioenfonds,
maar de Staat ban zonder veel kosten bij
springen. 't Salaris toch van een beginner
plus het pensioen van een 60-jarige, respec
tievelijk ongeveer f 1000 en f2000 gaat niet
veel boven de f 2880 van den 60-jarigen
hoofd-abte-bezitter. Zoo krijgt de jongere
werk en de oudere rust". Den 60 jarigen met
65 wachtgeld de vrije keuze laten tusschen
gaan of blijven, zal in de practijk weinig
effect geven. De meesten zullen om de 5%
(70 65 maar liever in den dienst
blijven hangen. De wachtgelders zouden
anders in de open plaatsen van de met ver
vroegd pensioen heengaanden zoo goed kun
nen opschuiven. En dat zou ten minste een
verlichting beteekenen van de wachtgelders-
barrière, die nu onwrikbaar voor de afdeed
lingen der joDge werkloozen ligt. Dat deze
dam doorbroken wordt, opdat jonge, frissche
krachten, die te zamen een onschatbaar fonds
van arbeidslust en bezieling vertegenwoor
digen, een kans krijgen actief aan het front
te treden, zou zeker algemeene bevrediging
wekken.
;st uitgebcelden zin.
concurreerendst
rcomplete werktuigen bi] aan-
>or hun volle gebruikswaarde
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,07s
ADVERTÊNT1ËN
van 1—6 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdagmorgen en Vrijdagavond.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 82
Autobus verpletterd op onbe-
waakten overweg.
Botsing met een trein nabij Emmen.
Van de 19 inzittenden twee gedood en
verscheidene zwaar gewond.
EMMEN, 22 Aug. Hedenmiddag om
streeks vijf uur is op den onbewaakten over
weg aan den Dordtscheweg alhier een auto
bus, waarin behalve de chauffeur en zijn doch
tertje 18 arbeiders van de werkverschaffing
aan het Sleenerzand waren gezeten, door een
locaaltrein gegrepen. De autobus werd geheel
vernield. Twee van de inzittenden, de arbei
ders R. Nyenhuis en H. Funcke, beiden uit
Barger-Oosterveen, zijn gedood. Van de
overigen is vrijwel niemand er zonder letsel
afgekomen. Vier hunner hebben zware sche
delfracturen gekregen en zijn er ernstig aan
toe. Het zijn de arbeiders K. P. Pol te Klazina-
veen, J. Jeuning te Nieuw-Dordrecht, Van
Schoonewille te Klazinaveen en A. Arends te
Barger-Oosterveen.
Ook de bestuurder van de autobus, de auto
busondernemer J. Keen, uit Nieuw-Amster
dam, werd ernstig gewond. Hij werd ongeveer
veertig meter van de autobus verwijderd in
deerlijken toestand aangetroffen. Zijn doch
tertje, dat vandaag vrij had van school en
voor haar pleizier met haar vader was meege
gaan, heeft een been gebroken.
Naar wij vernamen heeft de autobus niet
snel gereden, althans ooggetuigen hebben dit
verklaard. Een der omwonenden, die het on
geluk zag aankomen, heeft nog getracht den
bestuurder te waarschuwen doch deze heeft dit
helaas niet opgemerkt. Pas op het allerlaat
ste oogenblik remde de chauffeur uit alle
macht, maar toen was het reeds te laat. Met
een harden slag botste de trein, die vijf minuten
te voren van het station Emmen was vertrok
ken, tegen de autobus en sleurde deze eenige
tientallen meters mee. De overweg zag er bin
nen enkele seconden uit als een slagveld. Over
grooten afst2nd lagen de brokstukken wielen
en andere deelen, van de totaal vernielde auto
bus en daartusschen verspreid, de kermende
slachtoffers.
Hulp van dokters en verpleegsters.
De postbesteller Tepper, die toevallig ter
plaatse was, waarschuwde onmiddelijk telefo
nisch den Geneeskundige Dienst en de plaat
selijke autoriteiten te Emmen. Zeer vlug wa
ren dan ook een groot aantal doktoren en zus
ters van het Groene Kruis aanwezig. De dok:
ters Van Zanten, Post, Hospers, allen uit Em
men, Stukje uit Erica, Haverkamp uit Klazina
veen, Hoving uit Nieuw-Amsterdam en Bel-
kamp uit Emmer-Compascum organiseerden
een ambulance dienst en verleenden in samen
werking met zusters en verpleegsters de eerste
geneeskundige hulp.
Het was een droevig tooneel. De vier gewon
den, die er het ergst aan toe waren, werden op
ledikanten gelegd en zoo naar de woning van
de verpleegster van het Groene Kruis, mevr.
BloeminkVan der Lingen van de Angelina-
stichting, vervoerd. Eenige particulieren stel
den terstond beddegoed ter beschikking, dat
per auto werd aangevoerd. De andere gewon-
•den zijn allen vervoerd naar de plaats hunner
inwoning, waar zij zoo mogelijk verder behan
deld kunnen worden. Tot nog toe is niemand
naar het ziekenhuis gebracht, omdat dit te ver
FEUILLETON.
OUÏDA
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
49)
Is dat niet verschrikkelijk akelig? Zij krijgt
er zeker nog wel veel meer; maar er zoo vol
strekt niet bedroefd over te zijn dat is zoo on
natuurlijk! Zouroff had er vrij wat meer gevoel
van; hij is heel aardig geworden, werkelijk heel
aardig. Ah! die vogel is gevlogen, de Lords zullen,
vrees ik, verliezen. Zoo, mijn waarde Lesterel, hoe
gaat het u? Wat zegt men te Parijs wel van mijne
dochter?"
De Marquis de Lesterel, secretaris van Legatie,
boog glimlachend.
„Madame la Princesse heeft heel Parijs het hoofd
op hol gebracht, 't Was al te wreed van u, Madame
hadt gijzelve den mannen niet reeds kwaad genoeg
gedaan, dat gij hen nu nog gek op uwe bekoorlijke
dochter moet maken?"
„Dat is alles heel aardig gezegd, maar beteekent
niets," zeide Lady Dolly op vroolijken toon. „Ik
weet wel dat Vere mooi is, maar bevalt zij? Est-ce
qu'elle a du charme? Dat is veel meer."
„Wei zekerl" antwoordde de Fransche markies,
met nadruk; „zij is, wel is waar, zeer koel, hetgeen
ons allen wanhopig maakt; en niets, of althans
zeer weinig, schijnt hare belangstelling te wekken."
„Juist wat ik verwacht had!" zeide Lady Dolly
mismoedig. „Dus heeft zij geen charme. Niemand
heeft dat, die in niets vermaak vindt."
„Pardon!" hernam de markies. „Er is charme
èn charme de charme van het gemakkelijk ge
naakbare en van het ongenaakbare."
„Maakt zij zich daar veel vrienden?" zette zij
haar onderzoek voort, hare nieuwsgierigheid ver
bergende achter het masker van moederlijke be
langstelling. „Ik bedoel eigenlijk onder de vrouwen;
af is gelegen en de vier zwaargewonden niet
vervoerd mogen worden.
De verslagenheid te Emmen is groot. Het
gerucht van het ongeluk ging als een loopend
vuurtje door de plaats en duizenden spoedden
zich naar den onbewaakten overweg. Ook uit
de omgelegen dorpen kwamen talrijke nieuws
gierigen per fiets en per auto naar de plaats
van het ongeval. De politie naam maatregelen
om het verkeer te regelen. Hedenavond had
zij hiermee de handen vol, daar het van heinde
er ver kijkers bleef toestroomen.
De burgemeester, mr. J. L. Bouma, was
kort na het ongeval ter plaatse. Hartroerende
tooneelen speelden zich af bij de aankomst
van de familieleden der slachtoffers. De burge
meester trachtte hen zoo veel mogelijk te
troosten. De heer Bouma was zeer onder den
indruk en wij zagen hoe hij zichtbaar bewogen
de weduwe van een der gedoode passagiers
naar een gereedstaanden auto bracht.
Ook eenige katholieke geestelijken waren
aanwezig om zoo noodig bijstand te verlee-
nen. Voorts kwam onmiddellijk na het ongeval
personeel van het station Emmen toesnellen.
De trein had ongeveer twintig minuten ver
traging ten gevolge waarvan het treinverkeer
eenigen tijd in de war was. Machinist en leer
ling-machinist bekwamen geen letsel; de leer
ling was echter zeer van streek. De politie
was hedenavond nog druk bezig alles ter
plaatse op te nemen en gegevens te verzame
len voor het onderzoek.
Het uitzicht bij den onbewaakten overweg
is niet al te best, ten minste niet wanneer men,
zooals met de verongelukte autobus het geval
was, uit de richting Emmen komt. Op onge
veer dertig meter afstand van de spoorlijn
staan eenige woningen, die het uitzicht ernstig
belemmeren.
Een van de eersten, die hulp verleenden, was
mevrouw Bloemink. Zij zag het ongeluk ge
beuren en snelde met andere omwonenden
luid gillend naar den overweg.
Een ooggetuige vertelt*
Een passagier van den locaaltrein vertelde
ons nog, dat de reizigers in zijn coupé bij de
botsing allen door elkaar werden geworpen
ten gevolge van het krachtige remmen door
den machinist. „Toen de trein tot stilstand
was gekomen was de aanblik op den overweg
ontzettend," aldus deze ooggetuige. „De bus
was geheel vermorzeld en de inzittenden lagen
her en der. Twee van hen waren op slag dood
en wij kregen den indruk, dat van de overige
gewonden verscheidene er ernstig aan toe
waren. Het dochtertje van den chauffeur lag
met een versplinterd been bij de rails. Haar
vader lag een dertig meter verder, eveneens
met gebroken ledematen. Ook had hij spijkers
in het hoofd gekregen. De man scheen bewus
teloos en is waarschijnlijk een eind op de tree
plank van den trein meegenomen.
Vier gewonden, die over elkaar lagen, wer
den door ons aan den kant van de spoorlijn
neergelegd, en de ontzielde lichamen van de-
twee gedoode arbeiders legden wij eveneens ter
zijde van de rails. Ik had een drinkbusje nog
wat koffie overgehouden en deze heb ik een
drietal gewonden tusschen de lippen gegoten.
Toen wij na twintig minuten met den trein
weer vertrokken, was er nog geen dokter ter
plaatse. Alle treinpassagiers waren zeer onder
den indruk van het gebeurde. De machist had
de bus wel zien aankomen, maar dacht dat deze
nog wel zou stoppen. Het eenigste wat ik van
den chauffeur te hooren kreeg, toen ik hem wat
verlegde omdat hij tegen de rails lag, was:
ik ben zoo bang dat Vera niet veel van vrouwen
houdt, en ik weet niets dat zoo onaardig staat."
„Het zou onmogelijk zijn de prinses van onaar
digheid te verdenken," antwoordde de markies
levendig. „Eén blik op dat kalm en edel gelaat.
„Heel mooi, heel lief; maar Vera kan onaardig
zijn," sprak hare moeder bits. „Zeg mij eens, is er
eene vrouw, van wie zij nog al veel houdt, met wie
zij nog al vertrouwelijk schijnt te zijn?"
(„Iemand met wie zij over mij zou spreken?"
dacht zij, in de ongerustheid van haar hart.)
„Madame Nelaguine.begon de jonge mar
kies.
„O, hare schoonzuster!" zeide Lady Dolly. „Ja,
ik geloof dat zij van dat nare mensch houdt. Ik
voor mij heb Nadine nooit kunnen uitstaan altijd
zoo barsch en streng; en wat heeft zij eene scherpe
tong! Ik weet, natuurlijk, dat prinses Nelaguine
altijd bij haar in huis is, maar gaat zij met niemand
anders om?"
Een glimlach speelde over het gelaat van den
Farijzenaar.
„De prinses wordt dikwijls met Madame de Son-
naz gezien. Madame Jeanne is bijzonder met haar
ingenomen."
Lady Dolly staarde hem een oogenblik verbaasd
aan, en lachte daarna; zelfs Lady Stoat glimlachte
bescheiden.
„Waar of dat om is?" zeide Lady Dolly, binnen
smonds, en fluisterde Lady Stoat toe:
„Zij voert zeker wat in haar schild; altijd heeft
zij iets kwaads in den zin; zij heeft dat huwelijk
veel te bedaard opgenomen om zich niet te wreken.
„Tegenwoordig vergeet men; ik geloof niet dat
men zich meer wreekt," zeide Lady Stoat ver
troostend.
„Wanneer hebt gij mijne lieveling het laatst
gezien?" vroeg Lady Dolly overluid.
„Van nacht om drie uur, Madame, in de Elysée.
Zij zag er uit als de droom van een Grieksch dich
ter, door Worth gekleed.
„Hoe vindingrijk!" zeide Lady Dolly, een weinig
jaloersch. „Hoe zou die goede Worth een droom
kunnen kleeden? Dat zou zelfs boven zijne krach
ten gaan! Ik hoopdf.t zij naar Surennes gaat om
„Wat is er gebeurd?" Zijn dochtertje kermde
van pijn en het hartverscheurende huilen van
het kind ging ons door merg en been.
De locomotief van den trein was zoodanig
beschadigd, dat zij te Coevorden moest worden
verwisseld.
Nader vernemen wij, dat de geneesheeren
Post en Van Zanten te Emmen hoop hebben
van de vier zwaargewonden twee in leven te
kunnen houden. De twee anderen zijn nog
in levensgevaar. Een van hen, de arbeider Pol,
is met een ernstige beenfractuur en buikletsel
naar het ziekenhuis te Hoogeveen vervoerd.
De andere drie zijn nog bij een verpleegster
van het Groene Kruis in een nood-hospitaal
ondergebracht. De dokters uit Emmen blijven
ter plaatse.
De chauffeur is sindsdien aan zijn verwon
dingen overleden.
Door het poetsen Uwer tanden met
merkbaar minder tandbederf
(Adv.)
akBaRsaM
Gemeenteraad Middelharnis.
Donderdagmorgen te half tien uur kwam
de raad dezer gemeente bijeen onder voor
zitterschap van den Loco Burgemeester
Struyk. Alle leden waren tegenwoordig.
De voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna de notulen der laatste ver
gadering werden gelezen en onveranderd
vastgesteld.
Ingekomen stukken:
De goedkeuring van Ged. Staten over het
besluit tot ruiling van grond in erfpacht
met M. Langbroek.
Voorzitter deelde mede dat de Stichting
het bedrag van afkoop zijnde 500,— zal
betalen.
De goedkeuring van Ged. Staten over de
verordening tot heffing van opcenten op de
Personeele belasting en Gemeente Fondsbe
lasting.
Idem over de wijziging van de gemeente-
begrooting dienst 1988 en 1934.
Bericht van de gemeente Herkingen dat
tot afgevaardigde in de Stichting Drinkwa
terleiding is benoemd de heer M.J. van Eek.
Bericht van den Pensioenraad om vast
stelling van den pensioen grondslag van de
concierge der school den heer B. Driesse.
Wethouder Slis verklaard daarna dat hy
zijn benoeming tot afgevaardigde in de stich
ting Waterleiding aanneemt onder dankzeg
ging voor het in hem gestelde vertrouwen
aan degenen die hem hebben gestemd.
2. Vaststelling Rekening van het gasbe
drijf over 1932.
Bij monde van den heer J. Vroegindeweij
adviseerd de commissie van onderzoek dat
alles in orde is bevonden, brengt dank aan
den boekhouder die de commissie met alles
heeft bijgestaan en adviseert tot goedkeu
ring. Wel is het de commissie opgevallen
dat voor een enkel consult bij een rechts-j
bedaard met hem te spreken; dat is de eenige
manier om hem er toe te krijgen aan iets werkelijk
goeds zijne zorg te besteden. Maar zij bekommert
zich nooit om zoo iets, nooit!"
„Prinses Zouroff weet wel", hernam de Markies
de Lesterel, met meer vuur, en iets boosaardigs in
zijn stem, „dat hoe zij zich ook kleedt, al was 't in
zak en asch, zij er bekoorlijker zou uitzien dan elke
andere vrouw op aarde behalve hare moeder,'
liet hij er, met eene ridderlijke buiging, op volgen.
„Wat is het toch akelig iemands moeder te zijnl
en wat gevoelt men zich er oud door of men 't
weten wil of niet!" dacht Lady Dolly, terwijl zij
lachend antwoordde:
„Gij zijt waarlijk op haar verliefd, markies!
Maar wees zoo goed te bedenken, dat ik hare moe
der ben en dat zij nog niet veel langer dan een jaar
getrouwd is. Het doet mij veel genoegen dat zij in
Parijs opgang maakt. Daar is hare eigenlijke woon
plaats. Eens in de tien jaar zullen zij naar Peters
burg gaan, maar elk jaar van hun leven zullen zij
te Parijs zijn; zonder Parijs kan Zouroff niet leven.
Ik kan u niet zeggen hoe het mij spijt dat het kind
gestorven is; het ventje heeft juist lang genoeg
geleefd om gedoopt te wordenhij werd naar den
Czaar genoemd. O, het is zoo treurig! Wie schiet
daar nu? Regy? Ah-h-h! De vogel is juist binnen
de afsluiting, niet waar? O, dat is prachtig! Juist
even er binnen!"
F.n Lady Dolly krabbelde iets in een klein zak
boekje, in geoxydeerd zilver gebonden, dat vijftig
guinjes had gekost.
Lady Dolly hield veel van wedden en zooals zij
het deed, was het zoowel eenvoudig als aangenaam.
Zij werd altijd betaald, en betaalde nooit.
Er zijn veel dames, die dat bedrijf op dezelfde
eenvoudige wijze beoefenen en er goede zaken mee
doen.
Toen Kolonel Rochfort, een knap jong officier
bij de scherpschutters den volgenden dag te New
market beproefde eene weddenschap om vijfhon
derd pond voor haar te sluiten, was men in de Ren
baan voorzichtig, en wilde de weddenschap op zijn
naam aangaan, niet op den hare.
Maar de mannen van de wereld konden niet zoo
kundige een bedrag is genoteerd van ƒ100,
de commissie verzoekt dergelijke uitgaven
zooveel mogelijk te vermijden. Ook is bet
de commissie opgevallen dat er verschil is
in de heffing van meterhuur t.w. 20 en 25
cent. De commissie in haar geheel zag gaarne
dat gelijkstelling plaats had op 20 cent per
maand.
De voorzitter dankte de commissie voor
het omvangrijk werk en deelde mede dat
het gelijkstellen van de meterhuur reeds een
punt van overweging heeft uitgemaakt en
dat zulks spoedig zal worden besloten.
J. van der Meide zeide dat door de com
missie alles in de volmaakste orde is aan
getroffen en dat zy den indruk heeft ge
kregen dat er orde heerscht op het kantoor.
Daarna werd de rekening vastgesteld.
B. en W. boden daarna aan de gemeente
rekening, dienst 1933, welke sloot met een
ontvang in gewonen dienst van ƒ242 795,23^,
uitgaaf 239.163,15, batig saldo 3 632,08f
de kapitaaldienst met eeu ontvang van
89.746,66$, uitgaaf 79.409,73, batig saldo
10.336,93|.
Tot leden van de commissie van onder
zoek voor deze rekening werden benoemd
de heeren J. van der Meyde, H. Vermaas en
A. Koese.
B. en W. boden verder aan de rekening
van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1933,,
welke sloot met ontvang van 31.272,86
uitgaaf 31.366,29-|-, alzoo een nadeelig saldo
van 93,43.
Idem de rekening van het Weeshuis, dienst
1933. Deze sloot met een ontvang van
18.937,59, uitgaaf 14.901,22, batig saldo
4 036,37.
Tot leden van de commissie van onderzoek
dezer beide rekeningen werden benoemd de
heeren D. Vogelaar, L. Koote en J. Vroeg-
indewey.
Tot leden van de commissie van onderzoek
voor de gemeentebegrooting dienst 1935 en
die van de gasfabriek over 1935 werden be
noemd de heeren K. Doornbos, G. van der
Kooij en en C. van der Meide.
Vervolgens stelden B. en W. voor een
wijziging in de politieverordening op te
nemen, waarby samenscholingen verboden
zijn.
Voorzitter deelde mede dat het reeds is
voorgekomen dat een groep menschen zich
op verzoek van de politie niet wilde ver
spreiden op grond dat er geen verbod in de
politieverordening voorkwam. Dit is aanlei
ding geweest den raad dit voorstel te doen.
Werd aangenomen.
Op voorstel van B. en W. werd de ge
meentebegrooting dienst 1934 met afr en
overschry vingen gewy'zigd.
Vermaas vroeg of by den post aankoop
keien ook gerekend is dat de Visschersdyk
wordt verbeterd en of daarvoor reeds een
regeling is getroffen met de andere lichamen,
die de straat hebben gebracht in den desolaten
toestand, waarin zy verkeert.
Voorzitter zeide dat die regeling reeds in
orde is.
L. Koote vroeg waarom het laatste gedeelte
van den Visschersdyk niet is aangesloten bij
de rioleering.
Voorzitter zeide dat nimmer een klacht
van die bewoners daarover is ontvangen.
Weliswaar verontreinigt de paardenstal van
Born daar veel, doch wij kunnen anderzyds
niet elk gedeelte van de gemeente gaan
rioleeren.
C. van der Meide zeide dat dit volgens
deskundigen een bedrag van 60,— zou
vorderen en dat B. en W. dit gedeelte best
voorzichtig en zoo lomp zijn als het bestuur
van de Renbaan. Bovendien was Lady Dorothea
van der Decken nog altijd eene zeer bevallige vrouw
met aardige manieren en eene fijne coquetterie, die
moeilijk te weerstaan was; zij was een zeer aange
naam gezelschap aan een dinétje in de Orleans-
club, als de nachtegalen zongen, of tête-è-tête in
haar sierlijk, achthoekig boudoir.
Lady Dolly zag hare dochter zelden of nooi Zij
had tegenwoordig veel op met Londen. Het was
te Londen veel aardiger geworden, veel minder
stijf, veel vroolijker; 't was verbazend hoe Londen
in den laatsten tijd was vooruitgegaan. De Zon
dagen waren er lang zoo vervelend niet als er over
geschreeuwd werd, maar integendeel zeer prettig.
De menschen te Londen, de beste niet te na ge
sproken, hadden altijd hoe moest men het noe
men?iets provinciaals, bij Parijs vergeleken. Ja;
provinciaal, dat was het woord, maar 't was in
Londen toch heel aardig; Lady Dorothea van der
Decken was er altijd eene vrouw van aanzien; zij
had het altijd zoo goed weten aan te leggen, dat
niemand iets op haar aan te merken had.
„'t Is zoo akelig besproken te worden," placht zij
te zeggen„en zoo dom te maken dat men bespro
ken wordt. Men kan alles doen wat men wil, als men
maar zoo voorzichtig is om het ter rechter tijd en
plaats te doen en met anderen van de rechte soort
gezien te worden. Ik kan mij altijd zoo ergeren
over die domme vrouwen, die zich compromit-
teeren: 't is verschrikkelijk dwaas, want niemand
behoeft eigenlijk gecompromitteerd te zijn. De
menschen zijn altijd aardig voor ons, als wij het
ook maar tegen hen zijn."
Dus was zij van Nieuwjaar tot in 't laatst van
Juni in haar huis op Chesham Place, dat zij op
smukte met allerlei voorwerpen van oude ltali-
aansche kunst, zonderling vermengd met de nieuw
ste articles de luxe. ledereen zeide dat Lady Dolly's
huis, door die vermenging van het middeleeuwsche
niet het nieuwmodische, bijna al te mooi was;
bovendien had zij een nieuwen vriend in haar Sici-
liaan, den attaché bij de Italiaansche Legatie, die
1 haar met zijn goeden smaak van veel dienst was
en haar verscheidene dingen van zijn oud kasteel
had kunnen doen. Dan was daar zeer veel
ongerief voor de bewoners opgeruimd ge
worden.
Voorzitter meende, dat, wanneer de ge
meente daaraan allemaal moet beginnen,
zy een enorm bedrag noodig zou hebben
en daarvoor is het nu geen tijd.
B. en W. stelden voor, gezien de houding
van den raad in de vorige vergadering, de
Voorstraat niet opnieuw te bestraten doch
te herstellen en het versleten materiaal aan
te vullen met nieuw. Ongeveer een vyfde
deel van het materiaal is weg en B. en W.
zouden een deel nieuw op de kaai en bij
het gemeentehuis willen maken, zoodat het
nieuwe deel aaneen komt te liggen.
Vroegindeweij zeide, dat hy in de vorige
vergadering het voorstel voor algeheele ver
nieuwing nogal had verdedigd, doch dat by
zich thans ook met het voorstel van B. en
W. kan vereenigen.
Daarna werd alzoo besloten.
B. en W. stelden voor een perceeltje grond
aan het Oostersch Voorgors over te doen
aan de Fam. Boeter. Dit werd goedgevonden.
Voorzitter zeide, dat van de gemeente
Dirksland een verzoek was ingekomen om
de nieuw aangeschafte teerketel te mogen
gebruiken. B. en W. stelden voor, dit ver
zoek niet te weigeren, doch de voorwaarde
er aan te verbinden, dat een werkman van
deze gemeente meegaat voor de behandeling
en een vergoeding wordt gegeven van 10,
per dag. Dit werd goedgevonden.
J. Vroegindewey adviseerde met het teren
van de wegen door te gaan. Spreker zeide
in verschillende gemeenten die werkwyze
te hebben gezien en dat het overal uitstekend
voldoet. Hy stelde voor, spoedig over te
gaan, de overige nieuwe wegen ook zoo te
behandelen, opdat het veel geld uitspare.
Voorzitter zeide dat het ook in de bedoe
ling van B. en W. lag, om met het voorjaar
door te gaan. Het Zandpad wordt nog een
maal geteerd en dan kunnen wy met het
voorjaar zien, hoe die weg zich heeft ge
houden.
Daarna ging de vergadering over in ge
sloten zitting.
Gemeenteraad Sommelsdijk.
Dinsdagmiddag j 1. om half vier kwam de
raad dezer gemeente in vergadering bijeen.
Voorzitter Wethouder Mys.
Afwezig met kennisgeving de heer Kor-
teweg.
De Voorzitter opende de vergadering met
gebed en een welkom aan de aanwezige
leden. Het lezen der notulen van de vorige
vergadering werd aangehouden tot een vol
gende vergadering.
Ingekomen Stukken.
De goedkeuring van Ged. Staten overge
nomen raadsbesluiten.
Idem over de gemeente-rekening dienst
1932.
Van verschillende gemeenten bericht in
zake de benoeming van een vertegenwoor
diger voor de Gemeente in de Stichting „De
Drinkwaterleiding Goeree en Overflabkee".
Al deze stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
B. en W. stelden voor de Gemeente be-
vrooting dienst 1934 met af- en overschrlj-
lingen te wyzigen, waartoe zonder hoofde-
yke stemming werd besloten.
B. en W. boden vervolgens den raad aan
de Gemeente-rekening dienst 1933. Deze sloot
in gewonen dienst met een voordeelig saldo
van 16088,09 en in kapitaaldienst met een
in de Taormina overzond; hij was een nieuw speel
goed voor haar; dat haar vermaakte; en hare ge-
costumeerde bals en hare déjeuners musicales maak
ten veel opgang; en over 't geheel was Lady Dolly
zeer populair geworden. Wat van der Decken be
trof, die was altijd vrekkig en een beer. Hij had
zitting in het Parlement, als afgevaardigde van een
district waar hij eene grondbezitting had gekocht;
zooals zijne vrouw een poedelhond of eene pate
tendre kocht; hij snorkte behoorlijk in de banken
van de St. Stephanuskerk, ging op ministerieele
diners, en deed wat een rijk man zoo al meer be
hoort te doen; en voor 't overige was hij verdiept
in die buitenlandsche speculatien en ontzaglijke
leeningen, die zijn beroep uitmaakten, en waarvoor
hij naar Java of Japan of Jupiter moest. Hij was
groot, Ieelijk, deftig, maar voldeed zeer goed op
zijne plaats, waar hij iemand evenmin hinderde als
dc groote Japansche priester, die met de beenen
kruislings op zijn voetstuk in de vestibule zat. Wat
hij dacht, wist niemand; hij was op dat punt zoo
stom als genoemd beeld. Volgens den laatsten regel
van een fashionable huwelijk, is een onafgebroken
stilzwijgen de rol, die den man is toebedeeld; en
dat hij eene andere rol zou spelen wordt niet van
hem verwacht.
Lady Dolly was dus over 't geheel zeer tevreden.
Soms riep de gedachte aan Jura wel eene sombere
uitdrukking, of de herinnering aan Zouroff een
bitteren glimlach op haar gelaat te voorschijn, in
verband met een tijd toen zij op den rand van den
afgrond had gestaan, en voor een oogenblik be
nauwden zulke herinneringen haar; maar dat was
spoedig over. Nu was zij veilig; en zij was verstan
dig geworden. Zij wist hoe zij „zoo ondeugend en
zoo aardig" moest zijn om de Londensche wereld
te bevallen en nooit te ergeren. Zij was weieens
zeer dwaas geweest, maar nu was zij dat niet meer,
en dat zou zij ook nooit weer zijn. Zij temperde de
roulette niet Ritualisme, en ging eiken Zondag
ochtend naar de St. Margarctha's kerk, als zij 's
vonds in de Orleans-club dineerde.
(Wordt vervolgd).