Oorlogsherinneringen»
Voor Muziek
De Overweldiging van België»
De vuurdoop,
Pluimveeteelt,
Bont Allerlei.
GEEFT
BOOE SNIJDER
KIPS Voederkern voor Pluimvee
Dames- Heeren- Amateurs
S. van dar Plaat, Middelharnis,
Flakkeesch Muziekhuis
ERNST LEEFLANG
■WestdyK - Middelharnis
ELECTRISCHE BAKKERIJ
Makelaar Nijgh
HET IS ZEKER EN GEWIS
dat men bij Wisse het best verzekerd is.
C. A. WISSE
IAlle verzekeringen.
KIPS
F. A. BERNARD
Muziekleeraar
I
middelharnis
Club- en Privé-lessen
Flakkeesche Boekhandel Middelharnis
Aanbevelend, W, v, d, SCHENK
Y
Herinneringen aan de omzwervingen van een oud-
oorlogscorrespondent tusschen de strijdende partijen.
Voor mij is de oorlog van 1014 nog
als een feit uit den dag van gisteren-
Andere belangrijke gebeurtenissen van veel
meer recenien aard zijn weggezonken in
een nevelig verleden, maar Om de oor
logsmaanden van 1014 te horleven, be
hoef ik de oogen maar te sluiten en me
in gedachten te verplaatsen naar Luik,
Visé, Leuven en den YserDan trilt
m'n wezen nog na en moet ik nog Schud
den met de schouders, gelijk men dat
idoet wanneer men versch leed niet kwijt
kan raken en het poogt af te stooten.
Als oorlogscorrespondent heb ik „ge
boft'' in 1914. Ik was tegelijk met de
eerste Duitschers tot Luik kunnen door
dringen, toen alle forten nog in handen
der Belgen waren; ik was in Visé, toen
dit stadje werd verwoest; ik was in Leu
ven, toen deze stad brandde; in Leuven
ben ik gevangen genomen en ik ben er
voor generaal Von Manteuffel geleid, die
het vonnis over Leuven liet voltrekken;
ik heb de verdediging der Belgen gezien
aan den Yser
Zonder overdrijving mag ik vaststellen,
dat ik, althans van het oorlogsbegin, méér
heb gezien en meegemaakt dan welke
Nederlandsche journalist ook.
Omdat ik zoo dapper was en zoo moe
dig? Onzin» Ik geloof niet aan dappere
en moedige oorlogshelden. Ik geloof
slechts aan geestelijke overspanning, welke
het oorlogsmonster wekt; ik geloof slechts
aan den waanzin, welke den mensch in
staat stelt om dingen te doen, waarvan
een normaal mensch huivert of ontzet is.
Ik geloof in vaderlandsliefde, maar ik
geloof niet aan den mensch, die rustig,
wél-overdacht, terwijl zijn vrouw en kin
deren terzijde staan, zich de borst zou
©ntblooten en zich laat dooden, als hij
daarmee zijn vaderland op een of andere
wijze zou kunnen helpen.
Toen Dollfuss onder moordenaarshand
viel, riep hij: „HÜfe! Hiife!" en ik
respecteer er hem niet minder om!
Toen minister Fey door de Weensche
muiters gelast werd om naar het balkon
van de Bondskanselarij te gaan en van
daar een pleidooi voor de opstandelin
gen te houden, werden twee karabijnen op
Fey gericht- Fey verkoos zich niet fe laten
doodschieten uit vaderlandsliefde, maar hij
deed zijn woord voor de muiters!
Ik achter Fey niet te minder om en
hij is waardig gekeurd om ook weer in
de nieuwe Oostenrijksche regeering zit
ting te nemen.
Toen ik in het begin van Augustus
1914 op me nam om een Nederlandsch
dagblad als oorlogscorrespondent te die
nen, wist ik eigenlijk niet precies, tot wat
ik me allemaal had verplicht- Ik wist niet,
wat een oorlog wel beteekende en dit
wisten evenmin de honderdduizenden
jonge mannen, die zingend, opgetooid met
groen en bloemen, naar het front gingen.
Maar nauwelijks had ik vanuit de
verte nog maar één blik op het oor-
loqsmonster, zooals het er in werkelijkheid
uitzag, kunnen werpen, of ik was bang?
Zooals u en een ander bang zouden zijn
geweest en zooals ai die honderdduizen
den jonge soldaten bang zijn geworden,
toen ze het eerste werkelijkheidsbeeld van
den oorlog aanschouwden.
Zij en ik zijn van onze bangheid, onze
vrees, slechts „genezen" door den waan
zin. Toen we zóóver waren, vond men
mij dapper" en de soldaten waren „hel
den" geworden.
Op den 7en Augustus 1914 was ik in
Maastricht aangekomen. Daar hoorde ik
voor het eerst het gedreun der kanon
nen In den wereldoorlog. De Stad was
overvuld met jammerlijke vluchtelingen van
over de grens en ook de Maastrichtenaren
waren ontdaan, want algemeen was men
bevreesd iu die dagen, dat de Diiitsche
legers liet Limburgsche gebied niet zou
den ontzien. Ik passeer een lange stoet
huifkarren en andere boerenwagens, de
eerste gewonden, Duitschers en Belgen,
liggen op versch stroo gespreid; op de
karren wappert de Roode Kruis-vlag. De
vluchtelingen doen elkaar opgewonden ver
halen of informeeren beangstigend naar
zoek-geraakte familieleden
's Avonds hebben dichte drommen rnen-
schen zich tot een processie vereenigd,
welke zich biddend in de richting van de
O-L.V -kerk beweegt, waar het miraculeuze
beeld van Maria, de Sterre der Zee, wordt
vereerd. De processie is eindeloos lang;
ze vult alle straten en pleinen van de
binnenstad. Allen bidden luid èn smee-
kend.
Op het plein vóór de kerk staat pas
toor Jacobs. Hij predikt tot de compacte-
schare, spreekt een woord van bemoedi
ging, hoop en vertrouwen. Hij wekt de
menschen op om een smeekbede te stu
ren tot den Almachtige, een bede om
vrede. Als hij weer even uitgesproken is,
klinkt uit duizenden kelen een lied tot
Maria, een smeekzang -om toch Voor
spreekster te zijn bij Haar Almachtigen
Zoon ten behoeve van de beangstigde
menschheid
Nauwelijks zijn 'de laatste tonen ver
storven, of daar klinkt weer het doffe
boem-boem van over de grens. In de
lucht hangt 'n Hol gerommel als van- bal
len over een kegelbaan.
's Anderen daags trok ik 's morgens
heel vroeg, loopende langs het kanaal, in
de richting van de Belgische grens, welke
ik bij de gemeente Petit Lanay overschreed.
Ik werd aangehouden door een Belgischen
tolbeambte, die mijn papieren in orde be
vond, doch me aanraadde om niet ver
der te gaan. De Duitschers waren nog
niet tot hier doorgedrongen, maar ik hoor
de eerste gruwelverhalen. Een eindje ver-
der, bij Haccourt, zouden drie menschen,
waaronder een jongen van 14 jaar, aan
een boom zijn opgehangen door de Duit
schers, die ze van franc tireursdaden zou
den hebben beticht. De tolbeambte ont
kent hardnekkig, dat de burgerbevolking
zich zou hebben verzet. Zoo juist nog,
zegt hij, heb ik een circulaire ontvangen
van den Minister van Binnenlandsche Za
ken, meldende, dat non-combattanten, die
op den vijand schieten, zich aan gevaar
blootstellen en hun medebewoners aan
weerwraak prijsgeven. De man raa3t me
nog eens om niet verder te gaan, want
zoo gauw de Duitschers een burger zien,
schieten ze....!
Ik werd.... bang! Niet ver van me
lag het fort Pontisse en ik hoorde het
geschut der tegenstanders voortdurend in
actie; door een eigenaardig fluitend geluid
meende ik zelfs de richting te kunnen
aanwijzen, waarin de granaten door het
luchtruim gingen.
)k heb m'n tanden op elkaar geklemd
en ben dóórgeloopen. ik ging langs vol
komen verlaten wegen in de richting van
de Maas, aan welker oever ik, tegenover
het Nederlandsche grensdorp Eijsden, een
boeren-café vind, een „estaminet". Ik ga
er binnen om informaties te nemen, maar
hoe ik ook roep, stomp en klop, nie
mand komt ojxlagen. Toch meen ik iets
te hoorenIk doe een deur open, wel
ke toegang tot den kelder blijkt te geven,
en nu hoor ik van beneden '11 klein koor
van bevende sfemmen; men bad er ge
zamenlijk liet rozenkransgebed.
Bevend over al zijn ledematen kwam
de waard naar boven en het duurde nog
geruimen tijd, vóór we zijn vertrouwen
hadden gewonnen. De man smeekte ons
haast om tocli vooral niet verder te gaan.
De Duitschers zouden me overhoop schie
ten, vóór ik nog een woord had kunnen
zeggen. Slechts tien minuten verderop, bij
Lixiie, zouden ze bezig zijn met een brug
over de Maas te slaan. De derde all ver
telde bij. Van het fort uit wordt de brug
telkens stukgeschoten! 't Is vrcesclijk!
kreunt hij. Er moeten veel dooden vallen,
want we hebben al lijken in de Maas ge
zien
Om me nu maar als een hond te laten
doodschieten, daar voelde ik niets voor.
Aan den overkant van de Maas, in Eysden
zag ik Nederlandsche soldaten staan en
een hoop volk. Ik ging naar buiten en ik
schreeuwde ze toe, zoo hard ik kon, dat
ze me zouden halen met een boot, die ik
daar zag liggen en in normalen tijd voor
een veerdienst wordt gebruikt.
Ik was, ja, lezer, ik was biatig
geworden!
Van den anderen kant werd terugge-
schreeuwd, maar bet „onderhoud" had
geen resultaat. lil de eerste oorlogsdagen
wist niemand, wat men als Nederlander
kon of mocht doen, dan wiel had na te
laten. Mij werd van de overzijde beduid,
dat Nederland „neutraal" was en geen
verzekeringen van mijn kant, dat ik even
eens neutraal en Nederlander Was,, kon
onze gewapende macht in Eysden bewegen
om met een roeiboot naar den Belgischen
Maasoever te komen.
11c keek in de verte naar Li.xhe en den
toren van Visé. Ik zag nu Diuitsche mi
litairen gaan in druk beweeg; ik zag rook,
hoorde het gedonder van het geschut; ik
snoof iets op van kruitdamp. Het was,
of er iets in mij veranderde; of iets wilds
m'n ziel binnendrong. M'n ademhaling
ging sneller. Ik moest terug en, laf zijn,
seinen aan mijn blad, dat ik me niet waag
de als oorlogscorrespondent, óf ik moest
vooruit, het gevaar tegemoet, dat me
begon te pakken. Ik ging terug naar den
waard, schudde hem de hand, .stapte de
deur uit, keek éventjes nog naar de
overzijde, waar de Nederlandsche driekleur
aan den Maasoever was geplant, en stapte
daarop met driftige passen in de richting
Visé.
Enkele honderden meters verder maakte
de rivier een bocht; toen ik dezen voorbij
was, bevond ik me heel kort voor de
schipbrug van Lixhe, door de Duitschers
geslagen. Troepen, kanonnen, proviand- en
munitiewagens trokken er over heen. Opzij
uit een boschje klonken zware knallen op
en rook steeg omhoog; blijkbaar een Duit-
sche artillerie-stelling. Lixhe is een klein
dorp; alle behuizingen stonden in lichte
laaie, deels waren de woningen in
brand geschoten door de Belgische artil
lerie vanuit het fort Pontisse, deels had
den de Duitschers den brand gesticht- Het
eerste oorlogsgeweld had de soldaten dol
gemaakt. Woest liepen de manschappen,
die met het brugge-onderhoud waren be
last, dooreen. Hun tunieken hadden ze
op dezen warmen zomerdag opengetrokken
aan den hals; het zweet liep ze van d'r
gezichten; wild stonden de oogen, rood-
doorloopen. Verschillenden hielden zich
onledig met een zinneloos werk: uit de
brandende huizen sleepten ze, wat mooi
en misschien kostbaar was, beelden, spie
gels, vazen enz-, om dat alles buiten in
gruizelementen te gooien! Verstikkend nu
en dan was de rook der brandende huizen,
als die neersloeg, prikkelend was de kruit
damp, zwaar het gevloek en getier der
mannen, die hun paarden over de brug
ranselden, waar moeizaam en schokkend
de voertuigen over heen schokten. Dof
sloegen hier en daar de granaten in; een
knal, stof, rook en alwéér werd de aan
dacht getrokken voor een andere ontplof
fing.. Brancardiers liepen af en aan met
gewonden. Hóóg spatte het water, als
daarin een granaat terecht kwam.
Ik liep door en.... niemand hinderde
me. Ik zag er trouwens niet uit als een
gewoon burger; ik was gekleed in sport-
oosluum, droeg een rugzak en had een
veldflesch aan ecu riem over den schou
der hangen.
M'n angst was... wég. In dit dolle-
manshuis kende ik me zelvcu niet meer.
Onder die wilden werd ik óók wild; de
kruitdamp drong ook in ni ij n neus; de
rook verstikte ook m ij n adem. De dood,
welke al die mannen beloerde, benaderde
ook mij. Eu in dien hel, in die andere
wereld, waarin ik was neergeploft, vond
ik den dood niet vrceseljjk meer. Je ver
baast je niet over den dood, als je iu den
oorlog zit, zoomin als men zich er over
verbaast, dat men nat wordt, als je in
den regen loopt-
Ik werd „dapper", zooals al die jonge
soldaten, die zich daar als wildemannen
aanstelden, dapper waren geworden. Ik zag
aan den overkant een granaat inslaan in
een troep soldaten en toen damp, en stof
waren opgetrokken, zag ik 8—9 mannen
liggen.... op het veld van eer! En het
schokte me niet- Plots zag ik me om
sloten door een troep soldaten, die drei
gend met hun bajonetten gebaarden en
me toeriepenj dat ik mijn handen omhoog
zou steken. Ik deed het en ik was niet
bang..
De oorlog had me al ,,idapper" ge
maakt.
Md.
N.B. Bovenstaande schets is de eerste van
een serie, welke we in wekelijkschc
vervolgen zullen afdrukken.
DE HAAN.
Voor de voortteling van hoenders is een
haan al even onmisbaar als belangrijk.
Dat hij onmisbaar is, behoeven we niet
nader uiteen te zetten; dat zijn diensten
belangrijk zijn, in dien zin, dat hij op
de legcapaciteiten van de door hem ver
wekte hennen een grooten invloed uit
oefent, wordt door vele kippenhouders
niet geweten of zij: slaan de waarde van
zijn invloed daaromtrent niet hoog ge
noeg aan. Andera functies van nut heeft
een haan echter niet te verrichten.
Het is b.v. dwaasheid om te beweren,
dat een haan bij de hennen hoort om
deze laatsten tot groote productiviteit te
brengen. Het is wetenschappelijk al lang
uitgemaakt, dat de genoemde bewering
volstrekt onjuist is; op groote hoender
parken wordt in de hokken, waar de pro-
ductie-hennen loopen, dan ook geen haan
toegelaten. Als men niet uit is op het
bekomen, van geschikte broedeieren, dan
kan men met het voederen en onderhou
den van een haan geen enkel voordeel
verwerven. We willen daarop nog eens
met nadruk wijzen, nu het jonge goed,
dat in het voorjaar werd aangefokt, reeds
aardig uit de kluiten is gewassen en velen
hun best doen om te bepalen, welken
haan ze zullen kiezen om dien bij de hen
nen te houden.
Het is volstrekt af te raden om een
haan bij de hennen te houden:
le. Wanneer men nu en dan bij groote
productie de eieren voor een juistere ver
deeling een paar weken of langer wil
bewaren, dan wel ze wenscht te conser-
veeren. Bevruchte eieren zijn n.l. iets
vlugger aan bederf onderhevig dan niet-
bevruchte eieren.
3e. Als men slechts enkele hennen
heeft loopen. De hennen zullen dan te veel
worden lastig gevallen door den haan;
ze gaan er niet alleen onooglijk uitzien,
maar ai dat gejaag zal ze bovendien tot
een verminderde productie voeren.
Nu we het toch hebben over bevruchte
eieren, welke voor de consumptie worden
gebruikt, merken we terloops even op, dat
hetgeen de eier-consument gewoonlijk
voor hanen-tree aanzien en als een „vie-
zigheidje" met veel zorg uit liet glas
wordt verwijderd, waarin de te klutsen
ei-inhoud is neergestort, volstrekt niets
met den liaan heeft uit te staan gehad.
Het zijn de eiwit-strengen, middels welke
de dooier in het ei-midden werd opgehou
den. Die strengen zijn aan dc beide ei-
polen verbonden en zitten voorts aan den
dooier vast. De door den haan bevruchte
klem-cel zit In de huid van den dooier.
Wat werkelijk van den haan in hel ei
komt, is haast microscopisch klein- hel
is ondoenlijk en ook doelloos om het te
verwijderen.
Keercn we nu tot ons eigenlijke onder
werp terug.
Alleen dan moet een haan bij de
hennen worden gehouden, als men de
eieren der hennen iu het daarvoor ge.
schikte seizoen als broedeicren wil gebrui.
ken. Dan is het echter volstrekt geen
onverschillige kwestie, welke haan men
aanhoudt. Deze behoort natuurlijk het
is althans eiseli voor een serieus fok.
fer van hetzelfde ras. te zijn, maar bo
vendien onverwant. Als regel zullen
dus de hanen ongeschikt zijn, die tegelijk
met de hennen zijn uitgebroed, omdat ver
wantschap in dat geval al zeer waarschijn
lijk is. Bovendien echter moeten we zeken
weten, dat de haan afstamt van zeer pro.
ductieve ouders, omdat legcapaciteit een
erfelijke factor is, welke evenzeer langs da
mannelijke als de vrouwelijke linie over
gaat* Waar de meeste kippenhouders geen
gelegenheid hebben om valnestcontróle toa
te passen of op andere wijze te selectee,
ren, doen ze goed om een haan te be.
trekken van een deskundig, geleid hoen.
derpark. Ze hebben daarbij dan nog te
bedenken, dat het goed is om jonge hen.
nen te paren aan een overjarigen haan;
en oudere hennen aan een jongen haan.
Van de lichte rassen kan met 10 a 12
hennen bij één haan houden; van de
zwaardere rassen circa 8.
Er zijn natuurlijk menschen, die met
een haan geen enkel voordeel noch nut
zoeken, maar er een bij houden „voor
de aardigheid". Welnu, voor een aardig,
heid kan men wat over hebben; we waar.
schuwen ze alleen: zet niet te weinig kip
pen bij zoo'n haan en bewaart de eieren
der hennen niet te lang. In zoo'n geval
is liet natuurlijk volstrekt geen bezwaar,
dat er een verwante haan bij de hen
nen blijft of een haan van een ander ras.
Inderdaad voldoet het meer, als men een
haan bij de kippen ziet loopen. Hanen
kunnen bovendien zeer fraai zijn- Patrijs.
Leghorn-hanen zijn wel de allermooiste.
Barnevelder- en Red-hanen hebben ook een
prachtig veerenkleed. Wyandotte-hanen zijn
statige verschijningen.
DE ONTDEKKING VAN MAHONIE.
In het begin van de achttiende eeuw
bracht een Engelsch zeilschip van West-
Indië naar Londen een paar boomstammen,
die als ballast hadden gediend- Daar de
broeder van den kapitein, een geneesheer,
Gibbons genaamd, juist eeti huis bouwde,
schonk de kapitein hem de stammen, wel
ke voor hem hun nut gehad hadden, op
dat de dokter ze voor het bouwen zou
kunnen gebruiken. De timmerlieden ech-»
ter, die de West-Indische stammen moes
ten bewerken, vonden het hout zóp hard,
dat ze het lieten liggen- Zoo lagen da
boomen geruimen tijd, zonder dat iemand
naar ze omzag, en waarschijnlijk zouden
ze als brandhout zijn gebruikt, indien niet
de vrouw van den geneesheer 'n kastje
had willen hebben, dat zij noodig had
voor het bewaren van kaarsen- Zulk een
kastje liet ze dus vervaardigen van het
ongebruikt liggende hout- De eigenaardige
kleur en de fraaie kwastvorming van dit
kastje wekten algemeene bewondering op.
De geneesheer zelf bestelde onmiddellijk
bij den schrijnwerker een schrijftafel uit
dit West-Indische hout, en toen liet meu-
j belstuk in zijn spreekkamer stond, sprak
men algemeen van dit prachtige sieraad-
De hertogin van Buckingham, die de
schrijftafel zag, was daarover zoo verrukt,
dat zij een heele kamerinrichting uit het
wonderlijk mooie hout wilde hebben. Daar
toe waren de voorradige stammen even
wel niet toereikend en de kapitein bracht
duS van zijn volgende reis naar West-
Indië groote re voorraden mede.
De nieuwe meubelen vonden algemeen
aftrek. De voornamen wenschten alleen
meubelen uit dit fraaie hout vervaardigd
te hebben, en zoo was het thans zoozeer
geliefde mahoniehout „ontdekt".
Uitgave N.V. Urtgeven- Maatschappij .ONZE EILANDEN"
TeJcf. taf ere Na 15 M1DLELHAKN1S TtM loutt- No. 15
DE
Hoogste Publiciteitswaarde
VOOR DE
Zuid-Hollandsche Eilanden
VRAAGT INLICHTINGEN EN
TARIEVEN BIJ DE ADVER
TENTIE BUREAUX EN ONZE
ADMINISTRATIE TE
MIDDELHAR NIS
Voor Goederenvervoer
is je adres
MIDDELHARNIS
Poffercfaro, Bofersloot 38, Telefoon 15154
bevat A en D vitaminen, bestaande uit 14 mineralen, werkt
als opwekker der energie en bevordert het omzetten van de
zich in het rantsoen bevindende eiwitten, vetten en koolhy
draten, o.a. in stikstof, zuurstof, waterstof en phosphor, ook
als vervanger der levertraan. Uit eigen proefstation van Dr.
Winter, Dierenarts te Amersfoort.
Wordt gemengd 1 K.g, op 100 K.g.
Veikiijgbaat voot FLAKKEE bij SchuUrman's
Pluimveeartikelenbandel Middelharnis.
KOOPT Uw artikelen en laat
ontwikkelen en afdrukken bij
waar U door gediplomeerde vakkundig
geholpen en voorgelicht wordt.
naar het
bij eiken maaltijd.
Het is gesneden en in een speciaal
schim mei vrije verpakking verkrijgbaar
Roggebrood is van ouds het gezond
ste eten, bevat zeer veel vitaminen,
mag op geen tafel ontbreken.
Middelharnis - Vingerling D 6
te MIDDELHARNIS
belast zich met
Aan- en Verkoop
van onroerende goederen.
TELEFOON 98
Gelden beschikbaar voor solide
le Hypotheken.
KOOPT FRUCTUS
inmaakglazen, dit zijn de besten
onder voortdurende garantie.
Sterlllseerketel compleet met
houder, 6 veeren, thermometer
en receptenboekje voor f2.10
lz. van dan Nieuwendijk
Westdijk B 227 Middelbaiols
CHR. DE VRIESLAAN 234
MIDDELHARNIS
voederkern voor Varkens, bevor
dert in hooge mate den groei en
ontwikkling der varkens.
Bereid op Fokstation onder toe
zicht van Dr. Winter, Dierenarts
te Amersfoort,
Prijs per 5 K.g. f3.—
Verkrijgbaar bij
J. SCHUURMAN - Middelharnis
Chr. de Vrieslaan
Boeken en leermiddelen voor alle Inrichtingen van onderwijs.
Vlugge en franco levering. Kantoor-, Tceken- en Schrijfbe
hoeften. Tijdschriften en Modebladen.
Plaatsing van advertenties in alle dag- en weekbladen.
Groote sorteering Ansichtkaarten.
ONZE GOEDKOOPE PAT
Patronen (in de maten 42J
kunnen bij vooruitbetaling plu
eluiting voor verzendkosten wol
bij de Redactrice Damesrubrielj
Meetrdervoort 45a, Den Haag.
ltan geschieden door middel v4
(125025), per postwissel of per l
gesloten postzegels (bij voor|
Jïaat en nummer s.v.p. duide
den! De gevraagde patronen
ix zes dagen aan de aanvraag
den.
eenvoudige, DOCH SIV
JAPONNEN.
Bijgaande modellen geven
eenvoudige, doch smaakvolle)
weer.
Het eerste prentje, no. 762,
■uitstekend geschikt voor kanti
kei, doch ook het tweede model|
geschikt.
No. 762 kan worden vervaard!
niet te dikke wollen stof, htl
mousseline, afghalaine, of ietsl
Het lijfje is apart van den rol
twee naden, die voorbij de
knoopen op den rok, doorloopl
den zoom. De mouw wordt er ri
gezet aan de schouders, doch I
wijze. J
De kraag maakt het geheeld
etuk uit en zal het best afstekel
men wit neemt. De mouw loopf
elleboog tamelijk wijduit, en
een gedeelte gevoerd met del
van den kraag, zoodat men
„inkijk" in de mouwen krijgt. E
zes banen geknipt, allen eenig
kend, waardoor de rok een|
ruimte krijgt.
No. 763 is een japon, die vai^
peler stof moet zijn, omdat de 1
pofmouw anders niet te bewerll
zou ook twee verschillende kwa|
stof kunnen nemen. Men neen
de japonstof van vrij dikke k|
de mouwen in een zijdesoort, f
bef van voren geeft iets aparts
pon. Deze bef behoeft van acl
door te loopen en kan dan alle<|
van een kraagje geven. Deze
van voren zooals een mantel,
sluiten allen met knoopsgaten,
dat gemakkelijker vindt, met
drukkers, zoodat de knoopen
gaten alleen als garneering diei
De rok vindt zijn vereischte v|
schuine rokdeelen.
16%!
I
De ceintuur is van dezelfde I
kan heel bijzonder worden, indil
een aardige moderne gesp op dra]
geest van de witte garneering del
mouwen zijn poffend en vrij la
veer tot aan den elleboog, waaroi
dig is, dat men eerst een strak
mouw aan de japon brengt, omd;
ge pofmouw op den duur niet
blijft zitten, doch afzakt, wanne
tenminste geen elastiekjes in di
IN GEVAL VAN ONGELU1
Een steek van bijen of giftige i
Er wordt beweerd, dat het gif vi
ningby van dezelfde gehalte is
een slang en dat dit de reden
sommige menschen sterven aan
van een bij.
Hierna volgt een serie raadje*
misschien eens zult kunnen
wanneer het te pas komt.
Houdt de pijnlijke plek dadelij
water. Smeer vloeibare ammon
p)ek. Maak het blauwselzakje
water en leg het zakje op de
plaats. Wend warm pekelwater
warm water, waarin soda is
goed. Dit verzacht de pijn en trc
uit het vleesch. Als ijs verkrijgb;
dan een stukje op de plek en he
de pijn.
Bovenstaande raadjes kunnen
den gevolgd in geval men door
giftig insect is gestoken. Een stee
wesp. b.v. is vaak even gevaa
«pinnen kunnen giftig vocht in
gen. Wanneer men door een spi
is, dient men veel water te drii
wel warm als koud water. In
wordt het lichaam gesterkt en
gevolgen zullen vaak uitblijven.