NBURG Leest „Onze Eilanden" WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1934 Stoom- en Dieseltrein in botsing. MOTTEN. BINNENLAND Geeft U op als Abonné. LES. Von Hindenburg tijdens :anoeuvres £n Ooafc-Pruison. 5 bij de laatste verkie- Ekapresidentschap, In Juli 1934 lerend te Neudeck. Prijs per kwartaal Losse nummers Dit blad verschijnt iederen VC/n(.t>c^afï- Prijs per kwartaal Losse nummers f 1- 0,075 1,20 0,20 ADVERTENTIËN van 16 regels Elke regel meer Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 77 Ernstig treinongeluk op Zondagmorgen te Amsterdam, waarbü twaalf passagiers ge wond werden, van wie zeven ernstig. Zondagmorgen zyn te Amsterdam by het Wee8perpoortstation vóór de Blasiusstraat een vertrekkende Dieseltrein naar Utrecht en een stoomtrein, komende van het Centr. Station, met elkaar in botsing gekomen. By dit ernstige ongeluk zyn twaalf menschen gewond, van wie er zeven zware verwon dingen opliepen. Omwonenden hoorden om even over half tien het geluid of er op yzer hard werd ge slagen en dadelijk daarop een hevig gegil. Men zag, dat twee treinen op elkaar gebotst waren en dat van den voorsten wagen van een Dieseltrein, die uit de richting van het Weesperpoortstation kwam, de linkerzijwand van de voorste helft totaal was wegge scheurd. In dat gedeelte van den wagen waren de reizigers als kegels door elkaar geworpen. Een aantal van hen kon zich niet bewegen, omdat zy bekneld geraakt waren tusschen de in elkaar geschoven deelen van den wagon Anderen die beproefden door de deur weg te komen werden daarin verhinderd omdat deze klem zat en niet bewogen kon worden. Men vreesde aanvankelyk, dat er behalve ernstig gewonden ook dooden te be treuren zouden zyn. Vanaf het Weesperpoorstation, waar men het ongeluk zag gebeuren, is dadelijk de Ge neeskundige Dienst en de brandweer ge waarschuwd. Inmiddels hadden de niet ge wonden een goed heenkomen gezocht uit den opengescheurden wagen. Nauwelyks vijf minuten na de botsing waren brandweer en Geneeskundige Dienst ter plaatse. Dadelijk werd begonnen met de lichtgewonden uit den wagon te halen, waar bij ook het publiek, dat van alle kanten kwam, meehielp. Toen eenigszins een overzicht van den toestand was verkregen, kon geconstateerd worden, dat er geen dooden waren. Eenige reizigers lagen op den vloer van den wagon, terwyi een viertal beklemd zat. De gewon den werden door den Geneeskundigen Dienst naar ziekenhuizen vervoerd, hoofdzakelijk naar het O.L.V. Gasthuis, omdat dit het dichtst in de nabijheid lag. Een uur bekneld gezeten. Van de vier reizigers, die beklemd zaten, waren twee spoedig bevryd, ook zij werden overgebracht naar een ziekenhuis. Met de twee laatsten had men meer moeite, om de beenen, die beklemd zaten, vry te krygen. De oorzaak daarvan was, dat de Diesel- wagen hoofdzakelijk bestaat uit aluminium- staal en dit metaal was omgebogen en had de reizigers vastgeklemd. Na ongeveer een uur werken was ook de laatste man bevryd. De aanrijdende trein had men daarvoor eenige decimeters achteruit moeten zetten, want de buffer van den tender van de loco motief stond tegen het in elkaar gedrukte aluminium. Door den buffer weg te nemen werd het mogeiyk het aluminium te buigen en kon de man worden bevryd. Het was de heer Ryff, Haarlemmerweg 161, hij bad een gecompliceerde onderbeen fractuur. Zijn dochter mej. M Ryff, die ook beklemd had gezeten, had een bovenbeen- FEUILLETON. OUÏDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. AA) Te allen tijde hebben dichters hun medelijden uitgestort op de vrouw, die tot het besef van hare schande zonder liefde komt. Wat vermogen een paar woorden van een geestelijke, wat vermag de afgunst der wereld, om voor de opgeofferde on schuld dat gevoel van schaamte te verlichten? niets. Haar leven was zoo plotseling veranderd als eene bloem waarover de Sirocco heeft gewaaid, die haar kelk met zand in plaats van dauw heeft gevuld. Niets kon haar helpen. Niets kon het gedane onge daan maken. Niets kon ooit weder dien tijd terug roepen toen zij zelfs niet wist wat schaamte be- teekende. „God zelf zou mij niet kunnen helpen," dacht zij, met eene onderwerping, die door hare bitterheid, hopeloozer was dan die van de martelaren uit den ouden tijd; en zij liep het marmeren terras op en neer en vroeg zichzelve af hoe lang haar leven zoo wel zou moeten duren. Al de pracht van hare omgeving was haar hate lijk; a' de geschenken, waarmede zij overladen werd, waren als eene beleediging voor haar; al de gelukwenschingen die haar gedaan werden, klonken baar als spotternij. In hare eigene oogen, en buiten fractuur. Ook werd mevr. Ryff-Koenders evenals de beide bovengenoemden naar het Onze Lieve Vrouwen-gasthuis gebracht. Zy had verwondingen aan den enkel, doch be hoefde niet te worden opgenomen. Ernstig was ook de heer W. B. Keyer, Marnixkade 163, die een hersenschudding had, benevens verwondingen in het gelaat. Nog werden naar het O.L.V.-gasthuis vervoerd de heer C. Kales, Stadionstraat 31, met een enkel fractuur, mevrouw Strengers-Gosler met een groote kniewond en wonden in het gelaat; naar het Binnengasthuis werd gebracht Ds. S. Riemers uit Bussum, met een gebroken onderbeen. Deze predikant was op weg naar Utrecht voor het vervullen van een dienst. Naar het Ned. Israëlitisch ziekenhuis werd gebracht de heer G. Polak, Zuider Amstel- laan 14, met een onderbeenfractuur.Verder werden ook naar het ziekenhuis overgebracht en daar verbonden, maar niet opgenomen de heer J. Veerkamp, Mesdagstraat 22, met een hoofdwonde en een snijwond aan de rechterhand, mej. Jos. van Ginkel,Rivieren- laan 42 met een wonde aan den linkerarm, de heer H. Lierens, die een lichte kneuzing aan de borst had en de 5-jarige S. van der Voren met wonden aan arm en been. Wonderbaarlijke Redding op de Noordzee. Jongeman van de „Batvier II11 over boord gevallen zonder dat iemand het merkte. Na een half uur opgepikt door ander schip. AMSTERDAM, 4 Aug. Als door een wonder is gisteren een jongeman uit Amster dam, de 21-jarige kappersbediende, Georges Warro, aan den verdrinkingsdood in de Noordzee ontsnapt. Warro reisde met de nachtboot van de Batavierlij n van Engeland naar Nederland en viel 's morgens vroeg, zon der dat iemand het merkte over boord. Na ruim een half uur met uiterste krachtsinspan ning tegen de golven te hebben geworsteld, werd de drenkeling, die toen totaal uitgeput was en alle hoop op redding reeds had opge geven, door opvarenden van het motorschip „Olga" gered en behouden naar de hoofdstad gebracht. De kappersbediende was voor eenige dagen naar Engeland gegaan en keerde Vrijdagavond laat met de Batavier II naar Nederland terug. Warro was 's morgens vroeg opgestaan, omdat hij last had van zeeziekte en meende, dat hij in de frissche lucht wel weer zou opknappen. In plaats van af te nemen werd de zeeziekte echter erger, en na eenigen tijd op het dek te hebben rondgeloopen werd Warro zoo duizelig, dat hij zich nauwelijks staande kon houden. Hij is toen op het achterschip op de reeling gaan leunen en is daarbij overboord geslagen, terwijl niemand in zijn nabijheid was. De drenkeling verdween terstond in de diepte en bleef geruimen tijd onder water. Toen hij ten slotte weer aan de oppervlakte kwam en zich realiseerde wat er gebeurd moest zijn, zag hij de Batavier II een heel eind verder varen. Zijn hulpgeroep werd niet gehoord en Warro dacht niet anders of hij was ten doode opgeschreven. Hulpeloos dreef hij, ver van de kust, op ongeveer zeven mijlen afstand van het Maasvuurschip in volle zee. Wel verstond hij de zwemkunst eenigszins, maar hij moest toch al zijn krachten inspannen om zich boven water te houden. Zijn kleeding werd hoe langer hare schuld, was zij laag gezonken. En het was nog maar eene week geleden! De wereld zou gelachen hebben. De wereld had haar zegel van goedkeuring op die verbintenis ge drukt en op al zulke verbintenissen, en achtte ze dus gewettigd. Jaar in jaar uit werden de bevallige dochters van elegante moeders met zorg opgevoed, om de trotsche familiën, waaruit zij ontsproten, tot sieraad te strekken, en in haar eersten bloei, als half ontloken rozen, in de groote wereld gebracht, zonder ander doel, als het eenig streven van hare eerzucht, dan zulk een huwelijk te doen. Wie dat tot stand kon brengen was gelukkig. Wat kon daar schandelijks in zijn, als de man, aan wien zij hare dochter verkochten, haar echt genoot was? Schande? Dwaze overdrijving! daar zou de wereld verbaasd van opgezien en om ge glimlacht hebben. De strenge oude vrouw, die op de Northumber- landsche kust in haar Bijbel las; de zanger, die zoo lang de rol van Romeo had gespeeld totdat het ge- heele leven hem een rozengaard toescheen, en be stemd om in den maneschijn serenades-te brengen: die twee konden misschien begrijpen wat er in haar omging en zich een denkbeeld vormen van dien onuitsprekelijkcn tegenzin, dat ondragelijk zelfver wijt. Maar dat waren ook de eenigen. De wereld zou geen symhatpie met haar gevoelen. De wereld zou slechts spotachtih gelachen hebben. Goed ge trouw d te zijndat was de eerste plicht eener vrouw. Dien plicht had zij vervuld: zij was van de ge lukkigen geweest; hoe kon zij anders dan tevreden zijn? Een zware tred deed zich op het marmeren terras hooren! eene donkere schaduw viel er op; haar echtgenoot naderde haar. hoe zwaarder en ieder oogenblik dreigde hij voorgoed in de diepte te verdwijnen. Eindelijk, na ruim een half uur in doods angst te hebben verkeerd, zag de drenkeling in de verte een schip naderen. Het bleek het motorschip ,,01ga" te zijn, dat van Engeland komende op weg was naar Nederland, toe vallig de plaats, waarheen Warro was afge dreven, passeerde. Gered. Dat was zijn redding! Als de „Olga" vijf minuten later was gekomen, zou het vermoede lijk te laat zijn geweest. Geheel uitgeput werd Warro aan boord gebracht! Eerst na een lan ge rust was de doodvermoeide jongeman in staat iets van zijn wedervaren te vertellen. La ter, toen men hem iets te drinken en te eten had gegeven, knapte hij weer zoover op, dat hij bij aankomst te Amsterdam op eigen gele genheid naar zijn woning kon vertrekken. Daar hebben wij den over gelukkigen jonge man, die geen woorden genoeg kon vinden om zijn dank te betuigen aan de bemanning van de „Olga", even gesproken. Hij was nu wel over de grootste spanning van zijn doorgesta- nen angst en vermoeienis heen. Hij liep nog wat zenuwachtig in zijn kamer rond, schudde af en toe het hoofd en zei maar steeds: „Ik kan het nog altijd niet begrijpen. Wat ben ik toch overgelukkig weer hier te zijn." Hoe hij over boord was gevallen? Met den besten wil ter wereld zou ik het niet kunnen vertellen, zegt Warro. Ik herinner me nog, dat ik het schuim van de golven zag, dat ik erg duizelig was en dat ik toen plot seling diep onder water lag. Ik dacht dat ik steeds dieper en dieper wegzakte ondanks alle pogingen die ik deed om aan de oppervlakte te komen. Eindelijk was ik er en begreep toen, wat er gebeurd moest zijn. Heel in de verte ging de „Batavier". Ik schreeuwde uit alle macht om hulp, ik schreeuwde totdat ik niet meer kon, maar de boot voer verder en verder en was ten slotte heelemaal uit mijn gezicht verdwenen. Vreeselijk was het! Wat zat er voor mij anders op dan te trachten mij zoolang moge lijk drijvende te houden? Zwaar, verschrikkelijk zwaar werd dat met kleeding en schoenen aan. Die schoenen voor al ze werden naar mijn gevoel looden klom pen. Ik probeerde me van m'n jas te ont doen, maar dat ging. niet; ik trachtte m'n schoenen van m'n voeten te krijgen, maar ook dat was me absoluut onmogelijk. Mijn krach ten werden steeds minder en minder. Ieder oogenblik dacht ik aan den dood Warro onderbreekt nu zijn relaas en staart eenige oogenblikken voor zich uit. Dan plotse ling heft hij zijn hoofd weer op en wij kijken in twee donkerbruine jongensoogen, die stralen van geluk. „Toen gebeurde het grootste wonder van mijn leven", zegt Warro. „Ik zag een schip, dat later de „Olga'' bleek te zijn. De boot met de mannen die mijn leven redden. Nieuwe krach ten kreeg ik om den reddingsgordel nog te grijpen, waarmede ik ten slotte aan boord werd gebracht. En nu weet ik niet wat ik doen zal van plezier. Ik kan u niet zeggen hoe gelukkig en hoe dankbaar ik ben." niiimiiinninniiiiiimmimiiiinmiiiiiiiiiDunuiiimiiiinniiiiiiuuuuiiiniiniiiiiiiiiiminiiii) „Gij loopt hier zoo in de zon; gij zult uwe teint bederven," zeide hij, terwijl hij een somberen blik op haar vestigde," want hij bemerkte dat zij hui verde toen hij bij haar kwam. Zij liep, zonder te spreken, voort naar eene meer beschaduwde plek, waar de Cupido van het Vati- caan, in marmer gekopieerd, tusschen de rozen stond. „Wat ziet gij bleek! Dal kleed is u te zwaar. Hoe bevalt u deze plaats?" „Mij?" Zij zeide dit woord onwillekeurig op een toon, waarin de verbazing der wanhoop lag; eene wan hoop, die vroeg wat er dan nog in de wereld was overgebleven dat haar kon bevallen? „Of het u hier bevalt, vraag ik," herhaalde hij. „De meeste vrouwen zijn er verzot op. Het schijnt wel alsof gij het eene gevangenis vindt. Zult gij altijd zoo zijn?" „'t Is eene mooie plaats," zeide zij op zachten toon. „Heb ik geklaagd?" „Neen; gij klaagt nooit. Dat is het juist wat ik niet kan uitstaan. Als gij maar pruildet zooals an dere vrouwen maar gij zijt zoo stom als dat beeld zonder armen. Soms maakt gc mij bevreesd be vreesd dat ik mijzclven vergeten en u slaan zal." Zij bewaarde het stilzwijgen. „Ik had liever da., ge mij sloegt dan dat ge mij omhelst!" dacht zij; en hij las die onuitgesproken gedachten in hare oogen. „Ik bemin u," zeide hij norsch, maar niet zekere aandoening. „Dat moest ge weten; ik heb geen middelen onbeproefd gelaten om u dat te toonen." „Gij zijt zeer edelmoedig geweest, Monsieur!" „Monsieur! altijd Monsieur! 't is belachelijk, Ik ben uw echtgenoot, en gc moet mij met een OUDE MAN GEDOOD. Ongeval in de Brielschelaan te Botterdam. Zondagmiddag om 3 uur is de 75-jarige H. A. Antonussen, gewoond hebbende inde Gaesbeekstraat, op de Brielschelaan alhier onder een motorwagen van lyn 2 geraakt. De man verdween onder den baanschuiver. De tram moest worden opgevyzeld om hem te bevrijden. Met zware inwendige verwon dingen is hy daarop naar het St. Pranciscus- gasthuis gebracht. Korten tijd na aankomst is hy er overleden. Den trambestuurder treft geen schuld aan dit ongeval. De oude man was op onvoor zichtige wijze plotseling de straat overgesto ken, toen de tram met volle vaart naderde. CONSTERNATIE IN KRALINGEN. Nachtelijk sirene-geloei. In den nacht van Zaterdag op Zondag is een groot deel van oosteiyk Rotterdam op geschrikt door het geloei van een sirene. By onderzoek bleek, dat de brandsirene van de meelfabriek „De Blauwe Molen" in de ELisabethstraat door een defect in de instal latie was gaan loeien. De beheerder van de fabriek, die in de buurt woont, kon gewaar schuwd worden, waarna hij de sirene afzette. Gedurende een kwartier heeft de sirene de menschen in Kralingen uit hun nachtrust gehaald. Er kwamen heel wat menschen de straat opgeloopen. ZWARE NACHTELIJKE WONINGBRAND TE GEFFEN. Twee gezinnen vluchten in nachtgewaad. Kind in de wieg net op tjjd gered. GEPFEN, 5 Aug. In den nacht van Zaterdag op Zondag is een groot dubbel woonhuis alhier, bewoond door de families Leyten en Van der Leest, geheel in de asch gelegd. Te ongeveer elf uur werd het vuur, dat vermoedeiyk door hooibroei in het achter huis is ontstaan, opgemerkt door een buur man, die in allerijl de bewoners uit hun slaap wekte. In nachtgewaad slaagden beide gezinnen er in met achterlating van have en goed de fel brandende woningen te ont vluchten. Het vuur had zich intusschen met zoo groote snelheid voortgeplant, dat de vlammen in een oogwenk van alle kanten uit beide perceelen sloegen. Eensklaps miste men d8 baby van de familie L-, die men by de overhaaste vlucht vergeten had mede te nemen. Een der aanwezigen snelde met groot gevaar voor eigen leven het brandende huis binnen. Het mocht hem gelukken het kind, dat rustig in een wiegje lag te slapen, veilig naar buiten te brengen. In haar angst had de moeder van de kleine intusschen een ruit ingeslagen om op deze wyze te trachten zelf haar kind te redden. Zij bekwam bier- bij deerlijke verwondingen aan beide handen Het ledsel was van dien aard, dat zy naar het Liefdegesticht moest worden overgebracht. Van het meubilair kon vrijwel niets in veiligheid worden gebracht. Twee en vyftig kippen, twee varkens, twee geiten en eenig teederder woord toespreken. En waarom zoudt gij ook niet gelukkig kunnen zijn? Gij hebt alles wat gij maar verlangen kunt, en als er nog iets is, dat gij wenscht, hoe dolzinnig, hoe onmogelijk ook, die wensch zal bevredigd worden, als het met goud te doen is, want ik bemin u ijskoud kind!" Hij bukte om zijne lippen bij de hare te brengen, zij hui\erde en zweeg. Hij had zijn arm om haar hals geslagen, plukte eene van dc rozen af en stak die tusschen de paarlen en haar blank vel maar terstond wierp hij de bloem ruw weg. „Rozen staan u niet goed, gij zijt niet eene belle jardinière; gij zijt een standbeeld, 't Is hier zoo'n stille plaats, men verveelt er zich; wij zullen naar Rusland gaan." „Zooals gij wilt." „Zooals ik wil! Zult gij dan nooit iets anders zeggen?" 't Is niet eens aangenaam te doen wat men wil, als men cr niet eenigen tegenstand bij ontmoet. Als ge mij nu zeidet dat gij niet van sneeuw en ijs hicldt, zou ik u zweren dat sneeuw en ijs een paradijs is bij de weekelijke palmen en bloe men vergeleken. Is er dan niets, dat u kan bevallen? Wie heeft u dat zonderlinge halssnoer met de mot gezonden?" „Dat weet ik niet." „Maar gij kunt het vermoeden?" Zij zweeg. „Wat is er de bcteekenis van?" „Ik denk dat het bcteekent dat iemand zich hoog kan verheffen door naar een edel doel te streven, of zeer laag kan zinken." „Ligt er dan geen liefdetceken, geen heimelijke verstandhouding in opgesloten?" Het bloed steeg haar naar het bleek gelaat, maar klein vee kwamen tevens jammeriyk in de vlammen om. In korten tijd was er van beide woningen noch slechts een rookende puinhoop overgebleven. Een groote party hooi en stroo ging mede in het vuur op. De bewoners waren niet verzekerd. De brand weer werd om onbekende redenen niet ge alarmeerd. 'N SIGARET IS GOED. Energie wordt er door verhoogd, zeggen de geleerden. Maar overdaad schaadt ook hier. In tegenstelling met de algemeen gangbare meening, dat sigaretten rooken slecht is voor den mensch, komen thans mededeelingen van verschillende geleerden, dat het rooken juist goed is voor het lichaam. Zweedsche geleer den beweren n.l. dat het rooken de energie versterkt. De energie wordt gemeten naar het suikergehalte van het bloed. Door het rooken nu produceeren de daartoe bestemde klieren meer suiker, 't suikergehalte stygt en daar mee 's menschen energie. Wanneer het suiker gehalte laag is voelt men zich vermoeid en prikkelbaar. Door rooken komt men dat te boven. De Zweedsche geleerden drs. Erik en Stine Lundberg uit Stockholm hebben ge constateerd dat een kwartier na het rooken van een sigaret het suikergehalte van het bloed snel steeg. Dit duurde een half uur, dan zakte het percentage weer af. Opnieuw rooken bracht weer nieuwe stijging. Ook twee Amerikaansche geleerden hebben hun stem doen hooren in het wetenschap- peiyk koor voor de sigaret. Dr. Haggard en dr. Greenberg van de Wale-Universiteit heb? ben eveneens ontdekt, dat door het rooken suiker in het bloed ontstaat, waardoor by v. het gevoel van honger tijdelijk verminderd wordt. Zy doen echter direct daarby een waarschuwing hooren, en wel dat voortduren? de prikkeling van de betrokken klieren slechte gevolgen kan hebben. Hier is het dus ook: hoedt u voor ovordryving. Een medewerking van de „Sunday Express" heeft over deze kwestie de meening gevraagd van een Eogelsche autoriteit op medisch gebied, wiens naam wegens de bepalingen van het Britsche Medische Genootschap niet genoemd mag worden. Ook deze geleerde zeide, dat er maar weinig dokters zullen zyn, die bezwaar hebben tegen niet overmatig rooken. Ook bevestigde hy de theorie van het ontstaan van suiker in het bloed en de verhooging der energie daardoor. Over het rooken zeide deze autoriteit: Tabak bevat nicotine, dat 'n meer doodeiyk vergif is dan pruisisch zuur, en ook bevat het pyridine, waarin zich het zoo gevaarlyke koolmonoxyde kolendamp bevindt. Dit gas wordt echter door de toevoeging van lucht al dadeiyk ongevaarlLjk gemaakt. De nicotine wordt onschadelijk gemaakt door het verbranden't Geel kleuren van de vingers van sterke rookers komt niet door de nicotine, maar door 'n stof, die ontstaat door het ver branden der pyridine. Ook deze geneesheer was van meening, dat rooken 'n kalmeerenden en verhelderen den invloed heeft. zij zag hem zwijgend met een vasten blik aan. Hij was maar half tevreden. „En wat zult gij doen, u verheffen of zinken?" vroeg hij, op schertsenden toon. „Zeg mij dat eens." „Ik ben laag gezonken." Die woorden kwetsten zijn trots. „Bij God!" zeide hij, met zijn korten, ruwen lach. „Is het wel eens bij u opgekomen, mijne schoone Vera, dat gij veel verstandiger zoudt doen met mij niet te beleedigen als gij uw leven wilt ge nieten? Ik ben uw heer en meester, en ik kan een slecht meester zijn." Zij zag hem onbevreesd en zeer koel, zeer onver schillig aan. „Waarom doet ge mij vragen? De waarheid mis haagt u, en ik wil u niets anders dan de waarheid zeggen. Ik bedoel er niets beleedigends mee tenzij het ware om mijzelve te beleedigen," Hij bewaarde het stilzwijgen en liep heen en weder, sloeg de rozen van hare stengels en wierp ze in de zee. Op eens begon hij over iets anders te spreken. Wij zullen naar Rusland g?an. Gij zult een bal in de Salie des Palmiers zien. De wereld is het best. De eenzaamheid is goed voor een paar gelieven, maar niet als dc eene een stcenen beeld of een engel is. Zoo iets duurt ook nooit langer dan eene weck. De wereld is maar 't best. Als wij langer te zamen alleen bleven, zou ik v gaan haten of aan bidden en ik wil geen van beiden doen. Als gii mijne vrouw niet waart, zou het nog de moeite waard zijn; maar nu..." Hij wierp weer eene roos in de zee, alsof hij daar mede zinnebeeldig zijne onverschilligheid te kennen wilde geven. „Laat ons nu gaan ontbijten," zeide hij, op ach. EUjkapreaident von Hindenburg ;etk te Potsdam bij de Ryksdag- ing in Maart 1633. k

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1