ooi te Hellevoetsluis. Tandarts BUIJS 1ST EERSTE BLAD Transpirerende Voeten, ZITDAG GIMBORN'ê JlfANOL ZATERDAG 23 JUNI 1934 M OTTE N. >rkaan. De wind bereikte een snelheid van 20 K.M. per uur. Uit verschillende steden en lorpen wordt reeds belangrijke materieele ichade gemeld. Eenige visschersschepen worden vermist. Jet te velde staande suikerriet heeft zwaar ;eledcn. Men vreest, dat de orkaan nog in cracht zal toenemen. De bevolking barrica- leert in allerijl vensters en deuren der wo- ïingen. HONGERSNOOD DREIGT TE SAN SALVADOR. SAN SALVADOR. 15 Juni. Aangezien ille wegen, welke naar de hoofdstad, leiden loor de aardbevingen zijn vernield, wordt de tad door hongersnood bedreigd. Eenige duizenden mannen werken in koorts- ichtige haast om de wegen naar de havens e herstellen, waar levensmiddelen liggen te vachten om weggehaald te worden. In het ;eheele land is de staat van beleg afgekon- tigd. Te Ocotepapue is alleen de parochiekerk >lijven staan. Het is nog steeds moeilijk den uisten omvang van de aangerichte schade en iet aantal dooden te schatten. Officieel vordt het aantal dooden op 300 geschat. De laatste berichten omtrent de vreeselijke ;evolgen van de wervelwinden die de vorige veek in Honduras en Salvador gewoed hebben, nelden o.in. nog de volgende bijzonderheden. Nabij de stad San Salvador zijn lieele gezinnen evend begraven onder neerstortend puin en nageworpen aarde. Op een plaats schoof de ;eheele helling van een berg over een opper vlakte van ongeveer 50.000 "At2, naar beneden u bedolf boerderijen met hun bijgebouwenjen die daarin aanwezige personen. In Honduras :ijn heele steden van de oppervlakte der aarde veggevaagd, terwijl een passagierstrein in Sal- ador in de modder verdween, die na een van ie stormvlagen in het land plotseling over- lekte. VERKOOPINGEN. Op WOENSDAGEN 20 en 27 JUNI 1934, tel kens 's avonds 7 uur (Zomertijd) te Som- melsdijk, in hotel Spée, resp. veiling en af slag van een Woon- en Winkelhuis te Som- melsdijk, aan den Dubbelen Ring. In eigen dom toebehoorend aan den heer C. M. Tiele- man te Sommelsdijk. Notaris VAN DER SLUYS. )p WOENSDAG, 20 JUNI 1934, 's avonds 7 uur (Zomertijd) in het Kittel Spée te Som melsdijk: Ongeveer 34 Heet. (80 Gem. Rijnl. Maat) Grasgewas om te hooien, op het gors vóór den polder de Westplaat te Sommels dijk, in 35 perceelen. 16, 18 en 19 Juni aan wijzing ter plaatse der perceelen. Notaris VAN BUUREN. OOL te HELLEVOETSLUIS kunnen met erlingen worden toegelaten. ten ze op I Aug. hun zestiende jaar bezit zijn van het diploma M.U L.O. of r H.B.S. met vrucht hebben dootloopen camen hebben afgelegd. (ging van hun geboorteakte, verklaringen lat zij wegens lichaams- of zielsgebreken :t onderwijzersambt en bet schoolrapport Vóór 1 JULI bij den Directeur, die be te geven, ook voor toelating tot de De Directeur, J. M1EDEMA. appu Y. Y. IS" 934 l J yra.* lestd.) p?m.§ i*. t K4 vm. f tion). KOvm. ntion). 114.38 i/laar- 11 j.38 l/laar- houdt Donderdags te Dlrksland, in Hotel Polderman vanaf half i 1 tot 4 uur. Vrijdags te Oude Tonge, in Hotel Van Veen vanaf half 11 rot 4 uur. Die dagen SPREEKUUR te MID- DELH ARNIS.'s morgens vanhalf 9 tot 10 uur, 's avonds van 7 tot 8 uur. KUOT&SU LAAT NIET LOS T Verkrijrbaar bii alle Rnekltanrtelarer Leest Onze Eilanden Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTÊNTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 64 Laat nooit, tot dank voor 't aange naam vecpoozen, Den eigenaar van 'tbosch de schillen [en de doozen! Er is iets heerlijks, iets dat ons innerlijk beroert, in dat leven in God's vrije na tuur. En over het algemeen kan men thans wel zeggen, dat de menschen zich de laatste jaren langzamerhand eraan ge wend hebben, de plaats van hun picnic of de plaats, waar zij hun kamp hebben opgeslagen, met meer respect te behan delen I En desondanks ziet hetbosch, dat een bijzondere voorkeur geniet bij uitstap jes, week-ends, e.d., er na zoo'n Zondag of na zoo'n feestdag nog dikwijls bekla genswaardig en erbarmelijk uit! Zouden diezelfde menschen ook, waneeer zij thuis waren, de papieren van hun boterham de eierschillen en de kippebeentjes achter zich in de kamer werpen? Dat mag nu wel heel aardig zijn in de film „Hendrik VIII", waarin de Koning een kippebeentje eenvoudig over zijn schouders slingert maar dat was in de Middeleeuwen zoo het gebruik aan het Hof, toen lag er nog zand op den grond, inplaats van een kar pet. En al hebben we zoo nu en dan nei ging om ook eens voor Hendrik VIII te spelen, toegeven aan die neiging mogen we niet meer, want de tijden zijn er sinds dien veel op veranderd. Papiermanden en aschbakken vormen thans een voornaam deei van ieder huishouden en iedere huis vrouw zou protesteeren, als haar echtvriend eenvoudig de spijsresten op het pas-ge klopte tapijt zou werpen! En ook de uitvlucht, dat er niet altijd een papiermand in de buurt is, is niet steekhoudend. Men kan de resten en papieren samenpakken tot een klein pakketje, dat men dan mee neemt, totdat men een afvalbak vindt of men kan een gat graven, daarin alles samenbrengen en de aarde er weer netjes overheen werpen, dan wordt eveneens niemand's schoonheidszin verstoord! Wat moet er van het landschap terecht komen, als iedere familie, die er gehuisd heeft, het als een vuilnisbelt achterlaat? Iedereen, die zoo'n plekje tegenkomt, zal er voor bedanken, daar plaats te nemen, al is de omgeving ook nóg zoo bekoorlijk. Men moet ook aan zijn medemenschen denken Maar het publiek, dat in de fraaien zomertijd de geneugten van het woud wil genieten, heeft nog méér plichten in acht te nemen! Wij weten allemaal, hoe ge vaarlijk bosch- en heidebranden zijn en welk een schade daarmede aangericht wordt! Daarom moeten wij alles doen, om zooiets te verhinderen, te voorkomen I Ook op dit punt moet het publiek door een geregelde waarschuwing tenslotte op gevoed worden! Het is een grove onvoor zichtigheid, eenvoudig een brandend sigaren- of sigaretteneindje weg te werpen, zonder het uit te trappen! Datzelfde geldt FE.U1LLETON. OUÏD A Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 31) „Uwe moeder zal er niets tegen hebben," zeide Zouroff met een zonderlingen glimlach. „Loris is een gelukkig beest dat hij uwe genegenheid heeft kunnen winnen." „Maar ik houd van alle honden." „En niet van mannen?" „Ik denk niet aan hen." Dat was een eenvoudige waarheid. „Ik wou dat ik een hond was," zeide Sergius Zouroff. Vere lachte een oogenblik het was de plotse linge lach van een kind om een kluchtig denkbeeld; daarna trok zij de wenkbrauwen een weinig samen. „Honden vleien mij niet," zeide zij kortaf. „Ik ook niet foi d'honneur! Maar zeg mij is 't werkelijk waar dat die wreede Lady Dolly u heeft doen schreien? En dat nog wel in mijn huis! ik neem het haar zeer kwalijk. Ik wii het voor u boven ieder ander van mijne gasten Félicité maken. „Mama had ongetwijfeld gelijk, monsieur," her nam Vere koel. „Zij zeide dat ik niet van de menschen houd, en dat doe ik ook niet." „Drommels! dan hebt gij een uitmuntenden smaak," zeide Zouroff lachend. „Ik wil niet met u voor brandende lucifers. Een vuurtje mag men nooit aanmaken op plaatsen, waar veel Iicht-brandbare stoffen zijn te vinden, daar het zich dan misschien uitbreidt en door de kampeerenden niet meergebluscht kan worden I Bij hetverlaten van een plaats, waar men zich langen tijd heeft opgehou den, moet zorgvuldig worden nagegaan, of het vuur onder de asch niet meer brandt of smeult. Voor alie zekerheid kan men er beter water overheen werpen I En der gelijke onachtzaamheden hebben helaas nog zoo veelvuldig plaats! Heeft men door eigen onvoorzichtigheid een brand veroorzaakt, die niet alleen te blusschen is, of stuit men ergens op een brand, dan hale men onmiddellijk hulp, zonder eerst te trachten, tóch nog blus- schingswerk te verrichten. Als vele handen helpen, kan men een dreigende brand tot de haard beperken en dan tenslotte ver stikken. Nooit mag men een vuur aan zichzelf overlaten met de gedachte: het zal we! ophouden met branden I Ook water is niet altijd het aangewezen blusch- middel. Heeft men zand bij de hand, dan kan men daar vlammen heel goed mee verstikken I Men snijdt dan de toevoer van zuurstof af zoodat er geen verbranding meer kan plaats hebben. De beste mogelijkheid om een open lucht-brand te bestrijden, is met groene takken op het vuur in te slaan! Ziet het vuur er bijzonder dreigend uit, dan begint men alle brandbare stoffen uit de buurt van de vlammen te verwijderen, zoodat uitbreiding in ieder geval onmogelijk is. Spit de grond desnoods in een ring om het vuur heen, om! Tal van bosch- en heidebranden ontstaan overigens door de vonken van locomotie ven; went het publiek er echter niet aan met open oogen door het land te gaan en direct bij te springen, waar hulp vereischt wordt, dan is de schade onmetelijk. Men moet dit gevaar zonder aarzelen, onmid dellijk bestrijden Week-enders, picnic'ers, kampeerders. laat U vermanen, laat U opvoeden! Daar ligt geen schande in. Het is Uw achteloos heid, dikwijls door het leven in de steden opgedaan, die hierin de vrije natuur veel kwaad kan stichtenProbeer hier te leven volgens de voorschriften, de aan wijzingen, in het bovenstaande vervat, dan kunt U verzekerd zijn van de dank van alle, die U opvolgen op Uw kampplaats, Uwpicnic-gebied, Uwweek-end-paradijsje. Binnenlandsch Weekoverzicht. Van een Zomerschen dag en on gelukken. Mr. M. P. L. Steenberghe minister van Economische zaken. Saneering van bloembollen. De eerste echt zomersche Zondag hebben we gehad en daarvan hebben duizenden en nog eens duizenden geprofiteerd, elk naar eigen aard en naar eigen mogelijkheden. Het is een warme dag geweest. Toch wees de thermo meter niet zulk een hooge temperatuur aan, over uw koelheid twisten, als gij te mijnen aanzien maar eene uitzondering wilt maken." Vere zweeg. Zouroff's gelaat nam eene wrevelige uitdrukking aan. „Wilt ge zelfs niet om Loris een weinig van mij houden? Vere stond nog op het pad tusschen de- rozen en zag hem met ernstige en oprechte oogen aan. „Het was vriendelijk van u dat ge mij Loris gegeven hebt, en daar ben ik u dankbaar voor; maar ik wii u geen onwaarheid zeggen, Monsieur, dat zou eene slechte vergelding zijn." „Is zij de geslepenste coquette uit instinct, of alleen maar het zonderlingste kind, dat ooit be staan heeft?" dacht Zouroff, en overluid zeide zij: „Waarom houdt ge niet van mij, mon enfant?" Vere aarzelde een oogenblik. „Ik geloof niet dat gij een goed mensch zijt." „En waaraan heb ik het te wijten dat gij zulk een dunk van mij hebt?" „Om uwe manier van spreken; en verleden week hebt gij Loris een schop gegeven." Sergius Zouroff lachte overluid, maar vloekte binnensmonds. „Uw naam beteekent in het Russisch Oprecht heid. Gij doet uw naam eer aan, Mademoiselle Vera," zeide hij onverschillig terwijl hij naast haar voortliep. „Maar ik hoop te maken dat gij beter over mij gaat denken; en ik kan Loris nu niet meer schoppen, zonder uwe vergunning, omdat hij u nu toebehoort." „Mijne vergunning daartoe krijgt gij nooif," sprak Vere, met een glimlachje, terwijl zij, met een gevoel van berouw, bedacht dat zij zeer lomp was geweest tegen een gastheer, die zoo beleefd en als het klagen en zuchten van het publiek wel zouden doen vermoeden. De hoogste tempe ratuur was ongeveer 27° C. Het vorige jaar is het wel vaker een temperatuur geweest van 35°36° C. Alleen deed zich afgeloopen Zondag het merkwaardige verschijnsel voor, dat het in den namiddag steeds warmer werd, terwijl anders tegen dien tijd eenige afkoeling op treedt. De oorzaak hiervan was, dat een lichte bewolking ingetreden was, die de uitstraling belemmerde. De ongelukken zijn helaas niet uitgebleven. Het drukke autoverkeer heeft verscheidene verkeersongevallen veroorzaakt. Het lokkende .water heeft voorts er velen toe gebracht zich verder in het water te be geven dan hun zwemcapaciteiten toelieten, met het gevolg, dat overal in den lande ver- drinkingsgevallen zijn voorgekomen. De warmte heeft enkelen bevangen. De droogte, die aan de warmte inhaerent is, ver groot het gevaar voor bosch- en heidebranden, Mr. Maximilien Paul Leon Steenberghe is benoemd tot minister van economische zaken. Hij werd op 2 Mei 1899 te Leiden geboren. Reeds op 21-jarigen leeftijd promoveerde de heer Steenberghe aan de universiteit te Utrecht op stellingen, tot doctor in de rechtsweten schappen en onmiddellijk daarna trad hij in dienst als juridisch adviseur bij de N.V. Tex tielfabrieken H. van Puijenbroek te Tilburg en Goirle, in welker directie hij reeds het volgend jaar werd opgenomen. Mr. Steenberghe heeft steeds groote belang stelling getoond voor economische en sociale vraagstukken. Zijn levendige sympathie voor sociaal werk houdt misschien verband met het feit, dat ook zijn moeder, mevrouw P. A. F. Steenberghe-Engeringk, in het katholieke maatschappelijke leven een belangrijke rol heeft vervuld als presidente van den Katho lieken Vrouwenbond in Nederland en als pre sidente van de Union Internationale des Ligues Catholiques Féminines. In den militairen dienst is hij als reserve- eerste-luitenant ingedeeld bij de intendance. Het sociaal economisch leven trad hij eerst binnen, toen men hem koos als bestui«rslid der Bossche Diocesane R.K. Werkgevers-ver- eeniging, waarin hij sedert 20 Dec. 1930 den heer J. P. J. Asselbergs als voorzitter vervangt. Als practisch textiel-industrieel werd hij eerst ondervoorzitter en vervolgens in 1931 voor zitter van de Ned. Vereeniging van R.K. Werkgevers in de Textielnijverheid. De standsorganisatie der R.K. werkgevers vaardigde hem al spoedig afin den Nijverheids- raad, maar zijn zeer omvangrijke bezigheden in binnen- en buitenland noopten hem enkele maanden geleden, deze functie neer te leggen. Om dezelfde redenen trad hij onlangs ook uit den Werkloozenraad en de Centrale Commissie voor de Statistiek. Als afgevaardigde naar buitenlandsche con ferenties, zoowel in opdracht der regeering, als van de eigen sociale organisatie, is Mr. Steen berghe reeds van 1923 af verscheidene malen opgetreden. In 1923 namens den Werkloos- heidsraad op het Internationaal congres in Luxemburg; in 192.5 als vertegenwoordiger van de Ned. Werkgevers op het Intern. Werk gevers-congres te Stresa; in 1927 deel uit makend van de deputatie der Nederlandsche regeering ter Economische Conferentie te Ge- nève; in 1928 als gedelegeerde van de Unie van Volkenbondsvereenigingen op het Econo misch Congres te Praag" edelmoedig jegens haar was. Zouroff liep in somber stilzwijgen naast haar voort. „Neem mijn arm, Mademoiselle," zeide hij op eens, toen zij het kasteel naderden. Beschermend legde Vere hare hand op den aangeboden arm; zij besefte dat zij hem lomp en ondankbaar toe geschenen moest hebben. Het was kort vóór zonsondergang,omstreeks zeven uur; er waren eenige dames op het terras, onder anderen Lady Dolly en de heldin van de vloo. Zij zagen Zourof het grasperk oversteken met Vere aan zijn arm en den hond naast haar. Lady Dolly's hart klopte onrustig en gejaagd. „Ik geloof bepaald.mompelde de dame van de vloo, en daarop barstte zij in lachen uit en zonk in haar stoel achterover. Toen zij aan de trap van het terras gekomen waren, liet Vere den arm van haar gastheer los en liep recht op hare moeder toe. „Monsieur Zouroff heeft mij Loris gegeven!" riep zij ademloos, want zij was zeer blijde met den hond. „Ik mag hem immers wel hebben, mama?" „Gij zult het wel toestaan," zeide Zouroff, met een glimlach dien Lady Dolly begreep. „Wel zeker, daar 't een geschenk van u is, prins, zeide zij op een allervriendelijksten toon. „Maar een hond! Men heeft er zooveel last van, vooral op reis. Nu gij echter zoo goed zijt voor dat on- deugendejkind, dat haar hart alleen, aan beesten schenkt. „Ik mag mij dan wel gelukkig achten dat zij mij ook een beest vindt," sprak Zouroff, met een glimlach. De dantcs lachten. Vere hoorde het niet of sloeg er geen acht op. In Januari 1932 stelden de belanghebbende werkgevers een z.g. katoen-commissie in, die haar arbeidsveld zou uitstrekken zoowel over Nederland als over de koloniën en wezen Mr. Steenberghe als voorzitter aan. Het jaar daar op volgde zijn benoeming tot onder-voorzitter van het Centraal Instituut ter bevordering van het normale handelsverkeer tusschen Neder land en andere landen, waarvan oüd-minister Posthuma het presidium bekleedt. Als lid van de regeeringscommissie inzake liet treffen van een handelsovereenkomst met Duitschland wist hij mede uitkomsten te be reiken, die, in nijverheidskringen vooral, met tevredenheid en instemming zijn ontvangen. Eindelijk had Mr. Steenberghe nog een werkzaam aandeel in de regeerings-commissie Bruins, ingesteld ter bevordering van de eco nomische samenwerking tusschen Ned.-Indië en het Moederland, welke na de verschijning van haar rapport is ontbonden, en in de regee ringscommissie ter bevordering van het Neder landsche fabrikaat. Toen de arbeid van deze commissie ten einde was, kende de regeering aan Mr. Steenberghe het officierskruis in de orde van Oranje-Nassau toe. De minister van economisch» zaken heeft de volgende lijnen inzake het saneeringsplan van bloembollen 1934 vastgesteld. 1°. De verkoop van bloembollen van nar cissen, vroege en late tulpen en hyacinthen, ten behoeve van den export, door aangeslo tenen bij de Nederlandsche Bloembollenkwee- kerscentrale zal ten aanzien van de hoeveel heid geheel zonder beperking kunnen ge schieden. 2°. Het surplus leverbare bloembollen van bovengenoemde soorten, dat aan het einde van het handelsseizoen niet door de handel is opgenomen, zal worden opgekocht tegen 85 van de binnenlandsche minimumprijzen, zoo als deze zijn vastgesteld bij ministerieele be schikking van 11 April 1934, onder voorwaarde dat deze bollen geheel voldoen aan de eischen aan exportbollen te stellen. 3". De kosten, die verbonden zijn aan dezen opkoop, zullen door het vak zelve worden gedragen en worden bestreden, voor iedere bovengenoemde soort afzonderlijk, uit den om slag per R.R. betaald oppervlak, kweekjaar 1933-1934. 4°. Voorts wordt uitvaardiging van een invoerverbod van bloembollen en narcissen, vroege en late tulpen en hyacinthen over wogen. Handen en Oksels bebandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middef. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bij Apoth. en Drogisten. (Adv.) Buitenlandsch Weekoverzicht. Hitier bezocht Mussolini. Aldus sprak Von Papen. De Chineesche strijd tegen het communisme. Bulgarije wordt geregeerd bij de creten. ln Havanna ratelen de machinegeweren. De onafhanke lijkheid der Philippijnen. Onder houd tusschen Barthou en Dollfuss. Hitler, die verleden week naar Italië is ge weest, om een bezoek te brengen aan Musso- Zij streelde haar nieuwen schat. „Met Loris zal ik mij nu niet meer alleen ge voelen," zeide zij bij zichzelve. De oogen van Sergius Zouroff waren met eene woeste uitdrukking op haar gevestigd, maar zij dacht niet aan hem, evenmin ais aan de reden waarom de dames lach ten. Lady Dolly vond het een raadselachtig geval. „Een half uur geleden weende het meisje," dacht zij. „Misschien zit er meer in haar dan men zou denken. Misschien wil zij hem op die manier lokken. Dat schijnt althans wel de rechte manier te zijn maar hoe is 't haast mogelijk als men nagaat wat hij niet al voor 't nemen heeft gehad en waar hij niets van weten wilde! En Vere, zoo'n ruwe vent en zoo'n onnoozel schepseltje!" Zij begon een soort van eerbied voor hare doch ter te gevoelen: den eerbied, dien eene vrouw van de wereld voor finesse koestert. Als zij op zestien jarigen leeftijd in staat was den eigenaar Félicité zoo behendig te lokken," begreep Lady Dolly dat hare dochter zich hater nog waardig kon betoonen; dat zij nog iemand kon worden, inft wie zij zou kunnen sympothiseeren. En tocli gevoelde zij haar hart bekneld toen zij die uitdrukking in zijne oogen zag, welke Vere niet opmerkte. „Het zou verschrikkelijk zijn! verschrikkelijk!" zeide zij bij zichzelvcn. „Waarom heeft Adine mij ooit aangeraden hier te komen?" Want Lady Dolly v as in hare eigen oogen nooit liet slachtoffer van eigen dwaasheid, maar altijd van de slechte raadgevingen van anderen. Zij schrikte als zij aan de mogelijkheid dacht dat haar kind het hart van dien verachter van alle ongehuwde vrouwen gewonnen zou hebben. Maar zij schrikte nog meer als zij bedacht hoe hopeloos lini, is bij zijn terugkomst in Duitschland door een geestdriftig gestemde menigte begroet. Naarmate benauwenis en wrok groeien, con centreert zich de hoop van het volk temeer op den „Führer". Het volk verwacht, dat hij op een goeden dag alles, maar dan ook alles, van zich af zal schudden, om dan de werkelijke redder van Duitschland te zijn. Men wacht op het ontwaken van den leeuw. De geestdriftige ontvangst zal Hitier ter nauwernood hebben kunnen bevrijden van de gedrukte stemming, waarin hij zeker is terug gekeerd. De ontmoeting met Mussolini kan hem niet veel hoop op practische hulp hebben gegeven. In de Duitsche pers heet het, dat Hitier weliswaar beloofd heeft, niet langer te dulden dat men Oostenrijk van Duitechland uit naar zijn onafhankelijkheid staat, maar dat hij daartegenover het recht van voort bestaan van het nationaal-socialisme in Oos tenrijk heeft bedongen. Maar het lijkt niet waarschijnlijk, dat Mussolini hem dat recht kon waarborgen, want in de laatste dagen be wijst Dollfuss toch weer graag, dat Oostenrijk toch vooral geen vazalstaat van Italië is. En nu heeft bij Hitler's thuiskomst zijn bondgenoot Von Papen een rede gehouden, die wel in staat moet zijn geweest, den toestand van bekommering en ontevredenheid in Ben- gaalsch licht te zetten. Von Papen eischte voor het volk de vrijheid van morren. Anders zal het de offers niet kuni nen dragen. Nu weten we allemaal wel, dat Von Papen getoond heeft zich gemakkelijk te vergissen, ln de keus van 't geschiktste oogen blik voor een politiek avontuur echter, heeft hij zich nog niet vergist. Zijn laatste rede brengt dan ook nieuwe spanning in een reeds gespannen toestand. Maarschalk Tsjang-Kai-Sjek is Zondag te Nanking teruggekeerd van een expeditie tegen de communisten in de provincie Kiangsi. Tsjang-Kai-Sjek deelde mede, dat de felle strijd der regeering tegen de communistische benden in die streek thans practisch beëindigd is. De „roode" organisatie, aldus deelde de maarschalk mede, is volkomen uiteengeslagen en er zijn thans nog slechts verspreide-enden, die onderling vrijwel geen contact meer kun nen krijgen. sMaarechalk Tsjang-Kai-Sjek was naar Nan king teruggekeerd voor het houden van een revue van 12000 Chineesche cadetten, die de centrale militaire academie gingen verlaten, in een interview verklaarde hij, dat de campagne tegen de communisten een oorlog vormde, waarvan de buitenwereld slechts weinig wist. De regeering had er niet veel over willen ver tellen, alvorens definitieve resultaten bekend zouden worden. Voorts verklaarde Tsjang- Kai-Sjek, dat heel het streven van zijn regee ring gericht zou worden op een program van wederopbouw en ontwikkeling, welk program voor een deel gefinancierd wordt met de 50 millioen dollar van de katoen- en tarweleening, die door Amerika is toegestaan. Kolonel Georgieff, de Bulgaarsché eerste minister, heeft gisteren een verklaring afge legd, waarin hij mededeelde, dat hij voor nemens is om Bulgarije gedurende een jaar in overeenstemming met artikel 47 van de Grond wet bij decreten te regeeren. Na afloop van dit jaar zal de Sobranje weer bijeengeroepen worden in een samenstellingwelke zóó zal zijn zulk een plan waarschijnlijk was. Het geschenk van den hond kon alles en niets beteekenen. „Wat is dat een gestadig verdriet!" dacht zij. „O, was zij maar een jongen! Jongens gaan naar Eton, en als zij in ongelegenheid komen, helpen mannen hen er uit; en men kan ze gebruiken om mee naar den schouwburg te gaan of als een geleide, waar niemand iets op te zeggen kan heb ben. Maar eene dochter...!" Zij had wel willen schreien, hoewel zij voor het diner gekleed was met eene elegantie, die elke vrouw onder alle droefheid getroost moest hebben. „Zoudt ge denken dat hij het meent?" fluisterde zij Lady Stoat toe, die voorzichtig antwoordde: „Ik geloof dat hij er wel toe te brengen zou zijn." Lady Dolly zuchtte, en keek onrustig. Twee dagen later had Loris een zilveren hals band om, die pas uit Parijs was gekomen. De spreuk van den Troubadour voor den valk van zijne gebiedster stond er op gegraveerd: „Quicinque me trouvera, qu'il me mène ma maitresse; pour récompensc il la verra." Vere bekeek den halsband wantrouwend; zij zou liever gewild hebben dat Loris hem maar niet omhad. „Hij meent het," dacht Lady Dolly, en haar hart klopte zonderling. „Als ik geweten had dat ge gaarne een hond hadt, zou ik er u wel een gegeven hebben," zeide John Jura dien avond gemelijk tot Vere. Zij glim lachte en dankte hem. „Ik had te Bulmer zooveel honden om mij heen dat ik mij zoo eenzaam gevoelde zonder er een te hebben, en Loris is heel mooi..." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1