ooi te Hellevoetsluis.
Tandarts BUIJS
1ST
EERSTE BLAD
Transpirerende Voeten,
ZITDAG
GIMBORN'ê
JlfANOL
ZATERDAG
23 JUNI 1934
M OTTE N.
>rkaan. De wind bereikte een snelheid van
20 K.M. per uur. Uit verschillende steden en
lorpen wordt reeds belangrijke materieele
ichade gemeld.
Eenige visschersschepen worden vermist.
Jet te velde staande suikerriet heeft zwaar
;eledcn. Men vreest, dat de orkaan nog in
cracht zal toenemen. De bevolking barrica-
leert in allerijl vensters en deuren der wo-
ïingen.
HONGERSNOOD DREIGT TE
SAN SALVADOR.
SAN SALVADOR. 15 Juni. Aangezien
ille wegen, welke naar de hoofdstad, leiden
loor de aardbevingen zijn vernield, wordt de
tad door hongersnood bedreigd.
Eenige duizenden mannen werken in koorts-
ichtige haast om de wegen naar de havens
e herstellen, waar levensmiddelen liggen te
vachten om weggehaald te worden. In het
;eheele land is de staat van beleg afgekon-
tigd.
Te Ocotepapue is alleen de parochiekerk
>lijven staan. Het is nog steeds moeilijk den
uisten omvang van de aangerichte schade en
iet aantal dooden te schatten. Officieel
vordt het aantal dooden op 300 geschat.
De laatste berichten omtrent de vreeselijke
;evolgen van de wervelwinden die de vorige
veek in Honduras en Salvador gewoed hebben,
nelden o.in. nog de volgende bijzonderheden.
Nabij de stad San Salvador zijn lieele gezinnen
evend begraven onder neerstortend puin en
nageworpen aarde. Op een plaats schoof de
;eheele helling van een berg over een opper
vlakte van ongeveer 50.000 "At2, naar beneden
u bedolf boerderijen met hun bijgebouwenjen
die daarin aanwezige personen. In Honduras
:ijn heele steden van de oppervlakte der aarde
veggevaagd, terwijl een passagierstrein in Sal-
ador in de modder verdween, die na een van
ie stormvlagen in het land plotseling over-
lekte.
VERKOOPINGEN.
Op WOENSDAGEN 20 en 27 JUNI 1934, tel
kens 's avonds 7 uur (Zomertijd) te Som-
melsdijk, in hotel Spée, resp. veiling en af
slag van een Woon- en Winkelhuis te Som-
melsdijk, aan den Dubbelen Ring. In eigen
dom toebehoorend aan den heer C. M. Tiele-
man te Sommelsdijk.
Notaris VAN DER SLUYS.
)p WOENSDAG, 20 JUNI 1934, 's avonds
7 uur (Zomertijd) in het Kittel Spée te Som
melsdijk: Ongeveer 34 Heet. (80 Gem. Rijnl.
Maat) Grasgewas om te hooien, op het gors
vóór den polder de Westplaat te Sommels
dijk, in 35 perceelen. 16, 18 en 19 Juni aan
wijzing ter plaatse der perceelen.
Notaris VAN BUUREN.
OOL te HELLEVOETSLUIS kunnen met
erlingen worden toegelaten.
ten ze op I Aug. hun zestiende jaar
bezit zijn van het diploma M.U L.O. of
r H.B.S. met vrucht hebben dootloopen
camen hebben afgelegd.
(ging van hun geboorteakte, verklaringen
lat zij wegens lichaams- of zielsgebreken
:t onderwijzersambt en bet schoolrapport
Vóór 1 JULI bij den Directeur, die be
te geven, ook voor toelating tot de
De Directeur,
J. M1EDEMA.
appu
Y. Y.
IS"
934
l
J yra.*
lestd.)
p?m.§
i*. t
K4 vm.
f tion).
KOvm.
ntion).
114.38
i/laar-
11 j.38
l/laar-
houdt
Donderdags te Dlrksland, in
Hotel Polderman vanaf half i 1
tot 4 uur.
Vrijdags te Oude Tonge, in
Hotel Van Veen vanaf half 11
rot 4 uur.
Die dagen SPREEKUUR te MID-
DELH ARNIS.'s morgens vanhalf
9 tot 10 uur, 's avonds van 7
tot 8 uur.
KUOT&SU
LAAT NIET LOS T
Verkrijrbaar bii alle Rnekltanrtelarer
Leest Onze Eilanden
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTÊNTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 64
Laat nooit, tot dank voor 't aange
naam vecpoozen,
Den eigenaar van 'tbosch de schillen
[en de doozen!
Er is iets heerlijks, iets dat ons innerlijk
beroert, in dat leven in God's vrije na
tuur. En over het algemeen kan men
thans wel zeggen, dat de menschen zich
de laatste jaren langzamerhand eraan ge
wend hebben, de plaats van hun picnic
of de plaats, waar zij hun kamp hebben
opgeslagen, met meer respect te behan
delen I En desondanks ziet hetbosch, dat
een bijzondere voorkeur geniet bij uitstap
jes, week-ends, e.d., er na zoo'n Zondag
of na zoo'n feestdag nog dikwijls bekla
genswaardig en erbarmelijk uit! Zouden
diezelfde menschen ook, waneeer zij thuis
waren, de papieren van hun boterham
de eierschillen en de kippebeentjes achter
zich in de kamer werpen? Dat mag nu
wel heel aardig zijn in de film „Hendrik
VIII", waarin de Koning een kippebeentje
eenvoudig over zijn schouders slingert
maar dat was in de Middeleeuwen zoo
het gebruik aan het Hof, toen lag er nog
zand op den grond, inplaats van een kar
pet. En al hebben we zoo nu en dan nei
ging om ook eens voor Hendrik VIII te
spelen, toegeven aan die neiging mogen
we niet meer, want de tijden zijn er sinds
dien veel op veranderd. Papiermanden en
aschbakken vormen thans een voornaam
deei van ieder huishouden en iedere huis
vrouw zou protesteeren, als haar echtvriend
eenvoudig de spijsresten op het pas-ge
klopte tapijt zou werpen! En ook de
uitvlucht, dat er niet altijd een papiermand
in de buurt is, is niet steekhoudend. Men
kan de resten en papieren samenpakken
tot een klein pakketje, dat men dan mee
neemt, totdat men een afvalbak vindt
of men kan een gat graven, daarin alles
samenbrengen en de aarde er weer netjes
overheen werpen, dan wordt eveneens
niemand's schoonheidszin verstoord! Wat
moet er van het landschap terecht komen,
als iedere familie, die er gehuisd heeft,
het als een vuilnisbelt achterlaat? Iedereen,
die zoo'n plekje tegenkomt, zal er voor
bedanken, daar plaats te nemen, al is de
omgeving ook nóg zoo bekoorlijk. Men
moet ook aan zijn medemenschen denken
Maar het publiek, dat in de fraaien
zomertijd de geneugten van het woud wil
genieten, heeft nog méér plichten in acht
te nemen! Wij weten allemaal, hoe ge
vaarlijk bosch- en heidebranden zijn en
welk een schade daarmede aangericht
wordt! Daarom moeten wij alles doen,
om zooiets te verhinderen, te voorkomen I
Ook op dit punt moet het publiek door
een geregelde waarschuwing tenslotte op
gevoed worden! Het is een grove onvoor
zichtigheid, eenvoudig een brandend
sigaren- of sigaretteneindje weg te werpen,
zonder het uit te trappen! Datzelfde geldt
FE.U1LLETON.
OUÏD A
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
31)
„Uwe moeder zal er niets tegen hebben," zeide
Zouroff met een zonderlingen glimlach. „Loris is
een gelukkig beest dat hij uwe genegenheid heeft
kunnen winnen."
„Maar ik houd van alle honden."
„En niet van mannen?"
„Ik denk niet aan hen."
Dat was een eenvoudige waarheid.
„Ik wou dat ik een hond was," zeide Sergius
Zouroff.
Vere lachte een oogenblik het was de plotse
linge lach van een kind om een kluchtig denkbeeld;
daarna trok zij de wenkbrauwen een weinig samen.
„Honden vleien mij niet," zeide zij kortaf.
„Ik ook niet foi d'honneur! Maar zeg mij is 't
werkelijk waar dat die wreede Lady Dolly u heeft
doen schreien? En dat nog wel in mijn huis!
ik neem het haar zeer kwalijk. Ik wii het voor u
boven ieder ander van mijne gasten Félicité
maken.
„Mama had ongetwijfeld gelijk, monsieur," her
nam Vere koel. „Zij zeide dat ik niet van de
menschen houd, en dat doe ik ook niet."
„Drommels! dan hebt gij een uitmuntenden
smaak," zeide Zouroff lachend. „Ik wil niet met u
voor brandende lucifers. Een vuurtje mag
men nooit aanmaken op plaatsen, waar
veel Iicht-brandbare stoffen zijn te vinden,
daar het zich dan misschien uitbreidt en
door de kampeerenden niet meergebluscht
kan worden I Bij hetverlaten van een plaats,
waar men zich langen tijd heeft opgehou
den, moet zorgvuldig worden nagegaan,
of het vuur onder de asch niet meer brandt
of smeult. Voor alie zekerheid kan men er
beter water overheen werpen I En der
gelijke onachtzaamheden hebben helaas
nog zoo veelvuldig plaats!
Heeft men door eigen onvoorzichtigheid
een brand veroorzaakt, die niet alleen te
blusschen is, of stuit men ergens op een
brand, dan hale men onmiddellijk hulp,
zonder eerst te trachten, tóch nog blus-
schingswerk te verrichten. Als vele handen
helpen, kan men een dreigende brand tot
de haard beperken en dan tenslotte ver
stikken. Nooit mag men een vuur aan
zichzelf overlaten met de gedachte: het
zal we! ophouden met branden I Ook
water is niet altijd het aangewezen blusch-
middel. Heeft men zand bij de hand, dan
kan men daar vlammen heel goed mee
verstikken I Men snijdt dan de toevoer van
zuurstof af zoodat er geen verbranding
meer kan plaats hebben.
De beste mogelijkheid om een open
lucht-brand te bestrijden, is met groene
takken op het vuur in te slaan! Ziet het
vuur er bijzonder dreigend uit, dan begint
men alle brandbare stoffen uit de buurt
van de vlammen te verwijderen, zoodat
uitbreiding in ieder geval onmogelijk is.
Spit de grond desnoods in een ring om
het vuur heen, om!
Tal van bosch- en heidebranden ontstaan
overigens door de vonken van locomotie
ven; went het publiek er echter niet aan
met open oogen door het land te gaan en
direct bij te springen, waar hulp vereischt
wordt, dan is de schade onmetelijk. Men
moet dit gevaar zonder aarzelen, onmid
dellijk bestrijden
Week-enders, picnic'ers, kampeerders.
laat U vermanen, laat U opvoeden! Daar
ligt geen schande in. Het is Uw achteloos
heid, dikwijls door het leven in de steden
opgedaan, die hierin de vrije natuur
veel kwaad kan stichtenProbeer hier
te leven volgens de voorschriften, de aan
wijzingen, in het bovenstaande vervat, dan
kunt U verzekerd zijn van de dank van
alle, die U opvolgen op Uw kampplaats,
Uwpicnic-gebied, Uwweek-end-paradijsje.
Binnenlandsch Weekoverzicht.
Van een Zomerschen dag en on
gelukken. Mr. M. P. L. Steenberghe
minister van Economische zaken.
Saneering van bloembollen.
De eerste echt zomersche Zondag hebben
we gehad en daarvan hebben duizenden en
nog eens duizenden geprofiteerd, elk naar eigen
aard en naar eigen mogelijkheden. Het is een
warme dag geweest. Toch wees de thermo
meter niet zulk een hooge temperatuur aan,
over uw koelheid twisten, als gij te mijnen aanzien
maar eene uitzondering wilt maken."
Vere zweeg.
Zouroff's gelaat nam eene wrevelige uitdrukking
aan.
„Wilt ge zelfs niet om Loris een weinig van mij
houden? Vere stond nog op het pad tusschen de-
rozen en zag hem met ernstige en oprechte oogen
aan.
„Het was vriendelijk van u dat ge mij Loris
gegeven hebt, en daar ben ik u dankbaar voor;
maar ik wii u geen onwaarheid zeggen, Monsieur,
dat zou eene slechte vergelding zijn."
„Is zij de geslepenste coquette uit instinct, of
alleen maar het zonderlingste kind, dat ooit be
staan heeft?" dacht Zouroff, en overluid zeide zij:
„Waarom houdt ge niet van mij, mon enfant?"
Vere aarzelde een oogenblik.
„Ik geloof niet dat gij een goed mensch zijt."
„En waaraan heb ik het te wijten dat gij zulk
een dunk van mij hebt?"
„Om uwe manier van spreken; en verleden week
hebt gij Loris een schop gegeven."
Sergius Zouroff lachte overluid, maar vloekte
binnensmonds.
„Uw naam beteekent in het Russisch Oprecht
heid. Gij doet uw naam eer aan, Mademoiselle
Vera," zeide hij onverschillig terwijl hij naast haar
voortliep. „Maar ik hoop te maken dat gij beter
over mij gaat denken; en ik kan Loris nu niet meer
schoppen, zonder uwe vergunning, omdat hij u
nu toebehoort."
„Mijne vergunning daartoe krijgt gij nooif,"
sprak Vere, met een glimlachje, terwijl zij, met een
gevoel van berouw, bedacht dat zij zeer lomp was
geweest tegen een gastheer, die zoo beleefd en
als het klagen en zuchten van het publiek wel
zouden doen vermoeden. De hoogste tempe
ratuur was ongeveer 27° C. Het vorige jaar
is het wel vaker een temperatuur geweest van
35°36° C. Alleen deed zich afgeloopen Zondag
het merkwaardige verschijnsel voor, dat het
in den namiddag steeds warmer werd, terwijl
anders tegen dien tijd eenige afkoeling op
treedt. De oorzaak hiervan was, dat een lichte
bewolking ingetreden was, die de uitstraling
belemmerde.
De ongelukken zijn helaas niet uitgebleven.
Het drukke autoverkeer heeft verscheidene
verkeersongevallen veroorzaakt.
Het lokkende .water heeft voorts er velen
toe gebracht zich verder in het water te be
geven dan hun zwemcapaciteiten toelieten,
met het gevolg, dat overal in den lande ver-
drinkingsgevallen zijn voorgekomen.
De warmte heeft enkelen bevangen. De
droogte, die aan de warmte inhaerent is, ver
groot het gevaar voor bosch- en heidebranden,
Mr. Maximilien Paul Leon Steenberghe is
benoemd tot minister van economische zaken.
Hij werd op 2 Mei 1899 te Leiden geboren.
Reeds op 21-jarigen leeftijd promoveerde de
heer Steenberghe aan de universiteit te Utrecht
op stellingen, tot doctor in de rechtsweten
schappen en onmiddellijk daarna trad hij in
dienst als juridisch adviseur bij de N.V. Tex
tielfabrieken H. van Puijenbroek te Tilburg
en Goirle, in welker directie hij reeds het
volgend jaar werd opgenomen.
Mr. Steenberghe heeft steeds groote belang
stelling getoond voor economische en sociale
vraagstukken. Zijn levendige sympathie voor
sociaal werk houdt misschien verband met
het feit, dat ook zijn moeder, mevrouw P. A.
F. Steenberghe-Engeringk, in het katholieke
maatschappelijke leven een belangrijke rol
heeft vervuld als presidente van den Katho
lieken Vrouwenbond in Nederland en als pre
sidente van de Union Internationale des Ligues
Catholiques Féminines.
In den militairen dienst is hij als reserve-
eerste-luitenant ingedeeld bij de intendance.
Het sociaal economisch leven trad hij eerst
binnen, toen men hem koos als bestui«rslid
der Bossche Diocesane R.K. Werkgevers-ver-
eeniging, waarin hij sedert 20 Dec. 1930 den
heer J. P. J. Asselbergs als voorzitter vervangt.
Als practisch textiel-industrieel werd hij eerst
ondervoorzitter en vervolgens in 1931 voor
zitter van de Ned. Vereeniging van R.K.
Werkgevers in de Textielnijverheid.
De standsorganisatie der R.K. werkgevers
vaardigde hem al spoedig afin den Nijverheids-
raad, maar zijn zeer omvangrijke bezigheden
in binnen- en buitenland noopten hem enkele
maanden geleden, deze functie neer te leggen.
Om dezelfde redenen trad hij onlangs ook uit
den Werkloozenraad en de Centrale Commissie
voor de Statistiek.
Als afgevaardigde naar buitenlandsche con
ferenties, zoowel in opdracht der regeering, als
van de eigen sociale organisatie, is Mr. Steen
berghe reeds van 1923 af verscheidene malen
opgetreden. In 1923 namens den Werkloos-
heidsraad op het Internationaal congres in
Luxemburg; in 192.5 als vertegenwoordiger
van de Ned. Werkgevers op het Intern. Werk
gevers-congres te Stresa; in 1927 deel uit
makend van de deputatie der Nederlandsche
regeering ter Economische Conferentie te Ge-
nève; in 1928 als gedelegeerde van de Unie
van Volkenbondsvereenigingen op het Econo
misch Congres te Praag"
edelmoedig jegens haar was.
Zouroff liep in somber stilzwijgen naast haar
voort.
„Neem mijn arm, Mademoiselle," zeide hij op
eens, toen zij het kasteel naderden. Beschermend
legde Vere hare hand op den aangeboden arm;
zij besefte dat zij hem lomp en ondankbaar toe
geschenen moest hebben.
Het was kort vóór zonsondergang,omstreeks
zeven uur; er waren eenige dames op het terras,
onder anderen Lady Dolly en de heldin van de
vloo. Zij zagen Zourof het grasperk oversteken
met Vere aan zijn arm en den hond naast haar.
Lady Dolly's hart klopte onrustig en gejaagd.
„Ik geloof bepaald.mompelde de dame van
de vloo, en daarop barstte zij in lachen uit en
zonk in haar stoel achterover.
Toen zij aan de trap van het terras gekomen
waren, liet Vere den arm van haar gastheer los
en liep recht op hare moeder toe.
„Monsieur Zouroff heeft mij Loris gegeven!"
riep zij ademloos, want zij was zeer blijde met den
hond. „Ik mag hem immers wel hebben, mama?"
„Gij zult het wel toestaan," zeide Zouroff, met
een glimlach dien Lady Dolly begreep.
„Wel zeker, daar 't een geschenk van u is, prins,
zeide zij op een allervriendelijksten toon. „Maar
een hond! Men heeft er zooveel last van, vooral
op reis. Nu gij echter zoo goed zijt voor dat on-
deugendejkind, dat haar hart alleen, aan beesten
schenkt.
„Ik mag mij dan wel gelukkig achten dat zij
mij ook een beest vindt," sprak Zouroff, met een
glimlach.
De dantcs lachten.
Vere hoorde het niet of sloeg er geen acht op.
In Januari 1932 stelden de belanghebbende
werkgevers een z.g. katoen-commissie in, die
haar arbeidsveld zou uitstrekken zoowel over
Nederland als over de koloniën en wezen Mr.
Steenberghe als voorzitter aan. Het jaar daar
op volgde zijn benoeming tot onder-voorzitter
van het Centraal Instituut ter bevordering van
het normale handelsverkeer tusschen Neder
land en andere landen, waarvan oüd-minister
Posthuma het presidium bekleedt.
Als lid van de regeeringscommissie inzake
liet treffen van een handelsovereenkomst met
Duitschland wist hij mede uitkomsten te be
reiken, die, in nijverheidskringen vooral, met
tevredenheid en instemming zijn ontvangen.
Eindelijk had Mr. Steenberghe nog een
werkzaam aandeel in de regeerings-commissie
Bruins, ingesteld ter bevordering van de eco
nomische samenwerking tusschen Ned.-Indië
en het Moederland, welke na de verschijning
van haar rapport is ontbonden, en in de regee
ringscommissie ter bevordering van het Neder
landsche fabrikaat. Toen de arbeid van deze
commissie ten einde was, kende de regeering
aan Mr. Steenberghe het officierskruis in de
orde van Oranje-Nassau toe.
De minister van economisch» zaken heeft
de volgende lijnen inzake het saneeringsplan
van bloembollen 1934 vastgesteld.
1°. De verkoop van bloembollen van nar
cissen, vroege en late tulpen en hyacinthen,
ten behoeve van den export, door aangeslo
tenen bij de Nederlandsche Bloembollenkwee-
kerscentrale zal ten aanzien van de hoeveel
heid geheel zonder beperking kunnen ge
schieden.
2°. Het surplus leverbare bloembollen van
bovengenoemde soorten, dat aan het einde
van het handelsseizoen niet door de handel is
opgenomen, zal worden opgekocht tegen 85
van de binnenlandsche minimumprijzen, zoo
als deze zijn vastgesteld bij ministerieele be
schikking van 11 April 1934, onder voorwaarde
dat deze bollen geheel voldoen aan de eischen
aan exportbollen te stellen.
3". De kosten, die verbonden zijn aan dezen
opkoop, zullen door het vak zelve worden
gedragen en worden bestreden, voor iedere
bovengenoemde soort afzonderlijk, uit den om
slag per R.R. betaald oppervlak, kweekjaar
1933-1934.
4°. Voorts wordt uitvaardiging van een
invoerverbod van bloembollen en narcissen,
vroege en late tulpen en hyacinthen over
wogen.
Handen en Oksels bebandele men met
Purolpoeder. Dit is het meest afdoende
middef. In bussen van 45 en 60 ct.
Alleen bij Apoth. en Drogisten.
(Adv.)
Buitenlandsch Weekoverzicht.
Hitier bezocht Mussolini. Aldus
sprak Von Papen. De Chineesche
strijd tegen het communisme.
Bulgarije wordt geregeerd bij de
creten. ln Havanna ratelen de
machinegeweren. De onafhanke
lijkheid der Philippijnen. Onder
houd tusschen Barthou en Dollfuss.
Hitler, die verleden week naar Italië is ge
weest, om een bezoek te brengen aan Musso-
Zij streelde haar nieuwen schat.
„Met Loris zal ik mij nu niet meer alleen ge
voelen," zeide zij bij zichzelve. De oogen van
Sergius Zouroff waren met eene woeste uitdrukking
op haar gevestigd, maar zij dacht niet aan hem,
evenmin ais aan de reden waarom de dames lach
ten.
Lady Dolly vond het een raadselachtig geval.
„Een half uur geleden weende het meisje,"
dacht zij. „Misschien zit er meer in haar dan men
zou denken. Misschien wil zij hem op die manier
lokken. Dat schijnt althans wel de rechte manier
te zijn maar hoe is 't haast mogelijk als men
nagaat wat hij niet al voor 't nemen heeft gehad
en waar hij niets van weten wilde! En Vere, zoo'n
ruwe vent en zoo'n onnoozel schepseltje!"
Zij begon een soort van eerbied voor hare doch
ter te gevoelen: den eerbied, dien eene vrouw van
de wereld voor finesse koestert. Als zij op zestien
jarigen leeftijd in staat was den eigenaar Félicité
zoo behendig te lokken," begreep Lady Dolly dat
hare dochter zich hater nog waardig kon betoonen;
dat zij nog iemand kon worden, inft wie zij zou
kunnen sympothiseeren. En tocli gevoelde zij haar
hart bekneld toen zij die uitdrukking in zijne
oogen zag, welke Vere niet opmerkte.
„Het zou verschrikkelijk zijn! verschrikkelijk!"
zeide zij bij zichzelvcn. „Waarom heeft Adine mij
ooit aangeraden hier te komen?"
Want Lady Dolly v as in hare eigen oogen nooit
liet slachtoffer van eigen dwaasheid, maar altijd
van de slechte raadgevingen van anderen.
Zij schrikte als zij aan de mogelijkheid dacht dat
haar kind het hart van dien verachter van alle
ongehuwde vrouwen gewonnen zou hebben. Maar
zij schrikte nog meer als zij bedacht hoe hopeloos
lini, is bij zijn terugkomst in Duitschland door
een geestdriftig gestemde menigte begroet.
Naarmate benauwenis en wrok groeien, con
centreert zich de hoop van het volk temeer
op den „Führer". Het volk verwacht, dat hij
op een goeden dag alles, maar dan ook alles,
van zich af zal schudden, om dan de werkelijke
redder van Duitschland te zijn. Men wacht op
het ontwaken van den leeuw.
De geestdriftige ontvangst zal Hitier ter
nauwernood hebben kunnen bevrijden van de
gedrukte stemming, waarin hij zeker is terug
gekeerd. De ontmoeting met Mussolini kan
hem niet veel hoop op practische hulp hebben
gegeven. In de Duitsche pers heet het, dat
Hitier weliswaar beloofd heeft, niet langer te
dulden dat men Oostenrijk van Duitechland
uit naar zijn onafhankelijkheid staat, maar
dat hij daartegenover het recht van voort
bestaan van het nationaal-socialisme in Oos
tenrijk heeft bedongen. Maar het lijkt niet
waarschijnlijk, dat Mussolini hem dat recht
kon waarborgen, want in de laatste dagen be
wijst Dollfuss toch weer graag, dat Oostenrijk
toch vooral geen vazalstaat van Italië is.
En nu heeft bij Hitler's thuiskomst zijn
bondgenoot Von Papen een rede gehouden, die
wel in staat moet zijn geweest, den toestand
van bekommering en ontevredenheid in Ben-
gaalsch licht te zetten.
Von Papen eischte voor het volk de vrijheid
van morren. Anders zal het de offers niet kuni
nen dragen. Nu weten we allemaal wel, dat
Von Papen getoond heeft zich gemakkelijk te
vergissen, ln de keus van 't geschiktste oogen
blik voor een politiek avontuur echter, heeft
hij zich nog niet vergist. Zijn laatste rede
brengt dan ook nieuwe spanning in een reeds
gespannen toestand.
Maarschalk Tsjang-Kai-Sjek is Zondag te
Nanking teruggekeerd van een expeditie
tegen de communisten in de provincie Kiangsi.
Tsjang-Kai-Sjek deelde mede, dat de felle
strijd der regeering tegen de communistische
benden in die streek thans practisch beëindigd
is. De „roode" organisatie, aldus deelde de
maarschalk mede, is volkomen uiteengeslagen
en er zijn thans nog slechts verspreide-enden,
die onderling vrijwel geen contact meer kun
nen krijgen.
sMaarechalk Tsjang-Kai-Sjek was naar Nan
king teruggekeerd voor het houden van een
revue van 12000 Chineesche cadetten, die de
centrale militaire academie gingen verlaten, in
een interview verklaarde hij, dat de campagne
tegen de communisten een oorlog vormde,
waarvan de buitenwereld slechts weinig wist.
De regeering had er niet veel over willen ver
tellen, alvorens definitieve resultaten bekend
zouden worden. Voorts verklaarde Tsjang-
Kai-Sjek, dat heel het streven van zijn regee
ring gericht zou worden op een program van
wederopbouw en ontwikkeling, welk program
voor een deel gefinancierd wordt met de 50
millioen dollar van de katoen- en tarweleening,
die door Amerika is toegestaan.
Kolonel Georgieff, de Bulgaarsché eerste
minister, heeft gisteren een verklaring afge
legd, waarin hij mededeelde, dat hij voor
nemens is om Bulgarije gedurende een jaar in
overeenstemming met artikel 47 van de Grond
wet bij decreten te regeeren. Na afloop van
dit jaar zal de Sobranje weer bijeengeroepen
worden in een samenstellingwelke zóó zal zijn
zulk een plan waarschijnlijk was.
Het geschenk van den hond kon alles en niets
beteekenen.
„Wat is dat een gestadig verdriet!" dacht zij.
„O, was zij maar een jongen! Jongens gaan naar
Eton, en als zij in ongelegenheid komen, helpen
mannen hen er uit; en men kan ze gebruiken om
mee naar den schouwburg te gaan of als een
geleide, waar niemand iets op te zeggen kan heb
ben. Maar eene dochter...!"
Zij had wel willen schreien, hoewel zij voor het
diner gekleed was met eene elegantie, die elke
vrouw onder alle droefheid getroost moest hebben.
„Zoudt ge denken dat hij het meent?" fluisterde
zij Lady Stoat toe, die voorzichtig antwoordde:
„Ik geloof dat hij er wel toe te brengen zou zijn."
Lady Dolly zuchtte, en keek onrustig.
Twee dagen later had Loris een zilveren hals
band om, die pas uit Parijs was gekomen. De
spreuk van den Troubadour voor den valk van
zijne gebiedster stond er op gegraveerd:
„Quicinque me trouvera, qu'il me mène ma
maitresse; pour récompensc il la verra."
Vere bekeek den halsband wantrouwend; zij
zou liever gewild hebben dat Loris hem maar niet
omhad.
„Hij meent het," dacht Lady Dolly, en haar
hart klopte zonderling.
„Als ik geweten had dat ge gaarne een hond
hadt, zou ik er u wel een gegeven hebben," zeide
John Jura dien avond gemelijk tot Vere. Zij glim
lachte en dankte hem.
„Ik had te Bulmer zooveel honden om mij heen
dat ik mij zoo eenzaam gevoelde zonder er een te
hebben, en Loris is heel mooi..."
(Wordt vervolgd.)