Leest„Onze Eilanden" PREDIKBEURTEN^ DEN kt!!! 'illijk. s verf GIMBOQM'S jlfANOL WOENSDAG 20 JUNI 1934 De eerenaam boer. MOTTE N. Raad van Arbeid le Brielle. LANDBOUW en VEETEELT •LB \}M i «ij ioze papieren had bevat, besloot de Amsterdamsche vorden uitgeleverd aan de Oostenrijksche ustitie. Hij had begin Februari van het hoofdpost- antoor te Amsterdam een pakket verzonden lost-restante Weenen, dat voor ruim 100.000 an diamenten zou inhouden, volgens zijn ver- laring. Het pakkc wam echter niet te Wee- len aan en Krakowski deed bij de politie te Amsterdam aangifte van de vermissing. Uit iet onderzoek bleek, dat het bewuste pakket leclits waardelooze Eind Maart ustitie hem in vrijheid te stellen, doch intus- chen was het bericht binnengekomen, dat de lostenrijksche regeering zijn uitlevering had lerzocht. Hij werd dan ook in arrest gehouden. Dat een standbeeld „geschoren" wordt, is ,og maar zelden vertoond! Toch heeft deze ilechtigheid in het Engelsche stadje Hastings ilaats gehad! Daar staat het standbeeld van Willem den Veroveraar. Een Londensche leeldhouwer moest nu weliswaar met beitel n hamer den baard van William the Con- jueror afnemen, daar men uit verschillende egevens tot de overtuiging gekomen was, dat leze held geen baard had gedragen! Een eigenaardig testament had een Ameri- kaansche millioenair nagelaten die bepaalde, dat er 25000 Dollar aan onderzoekingen moes ten worden besteed, waarbij vastgesteld zou moeten worden, of hij een natuurlijken, dan wel onnatuurlijken dood was gestorvenEen beslissing hierover te nemen, was bijzonder lastig, daar men medisch vaststelde, dat de man aan een zware alcoholvergiftiging ge storven was... Als men zich met succes op iets wil concen treren, moet men vóór alles lichamelijk ge zond zijn! Pijn en lichamelijke hindernissen leiden iemand steeds af. Het is ook onver standig zich nè het eten te willen concen- treeren, want het bloed, dat de hersenen voor hun werk noodig hebben, is dan naar de maag afgevloeid. Liggend kunnen de meeste men schen het beste denken. Zondag 17 Juni 1934. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. dhr. de Pater van Gouderak. Sommelsdijk, vm. en 'sav. ds. v. Asch. Dirksland, vm. en 'sav. ds. v. d. Wal. Herkingen, vm. en 's av. dhr. O verweel. Melissant, vm. ds. Bouw. Stellendam, vm. ds. Kleijne (doop) en'sav. dhr. Bouraan. Goedereede, vm. leeskerk en 'snam. ds. Bouw. Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Polhuijs. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Verkerk. Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en's av.dhr.Smits van Heemstede. Ooltgensplaat. vm. dhr. Smits en 's av. ds.Kleijne. Langstraat, vm. en 'sav. dhr. Vetter. Den Bommel, Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuis en's av. leeskerk. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis. vm. en 'sav. ds. Zeilstra. Melissant, vm. en 'sav. leeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. ds. Oudshoorn van Spijkenisse. Ouddorp, vm. en 'sav. ds. Westerhuijs. Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. Reenders. Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft'. GEREFORMEERDE GEMEENTE. Middelharnis, vm.,nam.(doop) en 's av. ds.Hong- koop van Den Haag. Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois. Herkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nam. leeskerk. CHR. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Ouddorp, vm. ds. R. F. Foppema. I cent KUOTttSU LAAT NIET L03 Verkrijgbaar bij alle Boekhandelarer jLEEST EN ADVERTEERT I IN ONZE EILANDEN Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 1—6 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 63 Het is met de beschaving een vreemde geschiedenis. Besciiaafd zijn is een eisch van den tegenwoordigen tijd. Elk mensch wil zoo veel mogelijk beschaafd zijn, de beschaving wordt op scholen en universi teiten bijgebracht en er is geen sterveling, die iemand zal tegenhouden, zich te be schaven. Beschaven beteekent verstand en innerlijk polijsten, gelijkmaken, mooi maken. Beschaving verlangt geen uitste ken boven anderen, het wil slechts van de menschen een gelijkmatig, niet in zich zelf verdeeld geheel maken. We zeiden, dat het met de beschaving een vreemde geschiedenis is, een zeer vreemde geschiedenis zelfs, want inplaats dat de beschaving ons louter goede dingen heeft gebracht, heeft ze ons in tegendeel zeer veel kwaads gebracht. Beschaving is in vele gevallen niets anders geworden dan een technische ontwikkeling van de hersenen, een ontwikkeling die zelfs al heel dikwijls tot degeneratie is verworden. De 1001 uitvindingen van den moder nen tijd zijn voor het meerendeel pro ducten van een uiterst geprikkelde ont wikkeling, en niet zoozeer van een fijn zinnige beschaving. De tallooze oorlogs uitvindingen, zooals gifgassen, tanks, on derzeeërs en bombardementsvliegtuigen kan men moeilijk rangschikken onder de zegeningen verbreidende uitvindingen. Ja, we durven haast wel zeggen, dat de wereld aan deze „beschaving" ten onder dreigt te gaan. We kunnen zelfs nog verder gaan. De in zekeren zin, onschuldige uitvindingen, als radio en automobiel, hebben zij de menschheid in haar geheel verbeterd, be schaafd? Geenszins. De beschaving van den modernen tijd is onnatuurlijk gewor den, onnatuurlijk en onmenschelijk zelfs, in vele der uitvindingen van de laatste tientallen jaren is het doel van het leven voorbijgestreefd. Het komt ons voor, dat er den laatsten tijd, ondanks de groote geestelijke duister nis, die er heerscht, toch enkele licht punten verschijnen. Hier en daar begint men tot het inzicht te komen, dat een terugkeer tot het natuurlijke noodzakelijk is, om de menschheid niet verder te laten glijden in de poel van over-beschaving. In den tijd, welke achter ons ligt zijn het vooral de boeren geweest, die door de stadsmenschen, de menschen van „be schaving" met den nek werden aangezien. Hoe dikwijls is het woord boer niet als een scheldwoord gebruikt, om een minder waardige gesteldheid aan te duiden. „Stomme boer, ongelikte boer" zijn uit drukkingen, welke in de steden veelvuldig gebruikt worden om iemand gebrek aan steedsche beschaving te verwijten. Misschien hebben de boeren zelf wel eens bijgedragen tot dezen gedachtengang, door op te zien tegen de stedelingen, door net zoo te willen zijn als de menschen in de stad, door hun manieren over te nemen FEU I LLETON. OUÏDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 30) In eene wereld, die werkelijk de groote wereld was, voor zooverre elegantie en rang betrof (want de gasten op Félicité waren allen van het edelste bloed en den aanzienlijksten stand) kwamen Vere de zonderlingste dingen voor. Als zij hoorde van erkende schoonheden, wier portretten voor een schilling verkocht werden en wier namen niets meer waard waren, maar die toch aan hoven ontvangen en door prinsessen benijd werden; als zij zag hoe de mannen, in plaats van het hof te maken, zeiven gevleid en aangehaald werden, en hoe de coquetterie tot een wedstrijd van onbe schaamdheid gedreven werd; als zij eene groote hertogin in jagerscostuum op de jacht zag gaan; als zij getrouwde vrouwen, niet veel ouder dan zijzelve uur op uur in de koortsachtige opgewonden heid van het spel zag doorbrengen; als zij hoorde hoe inhalig zij waren wanneer zij wonnen, maar er niet aan dachten te betalen als zij verloren; als zij zag dat die vrouwen met kleine kinderen zich niet schaamden met de mannen van andere vrouwen te coquetteeren en dat iedereen dit goed moedig beschouwde als een tijdverdrijf, dat, van zelf sprak; als zij zag dat eene van die dames eene vloo van haar hals nam, uitroepende; Qui m'aime en hun beschaving. De trek naar de steden is een gevolg van de meening, dat een stadsmensch een hoogerstaand individu is dan de boer. Vele boerenzoons willen niet meer in hef bedrijf van hun vader werken, ze vinden het „te min". Is het dus al zoo ver gekomen met de menschheid, dat zij een groep werkers, die de steunpilaar vormen van de samen leving als achterlijke wezens beschouwen? Helaas, zoo is het inderdaad. Het is niet slechts gebleven bij geringschattende woorden. Die zou men desnoods langs „zijn kouwe kleeren" kunnen laten afglij den. Neen, erger is het, dat de voor ons levensonderhoud noodzakelijke prodcuten niet meer gewaardeerd worden en prijzen opbrengen, die ver beneden den kostprijs liggen. De boeren zijn door de ontwikke ling van de moderne techniek in een zeer slechte positie gekomen. Zouden de men schen tegenwoordig minder eten en voor de producten van de technische bescha ving meer geld over hebben dan voor de gezonde en noodzakelijke voeding, die het land opbrengt? Het is moeilijk 'te controleeren Eten is een der allereerste vereischten om in het leven te blijven, maar men kan het natuurlijk, beperken Door dit alles werd de groote waarde van de werkzaamheden van den boer ten zeerste miskend Langen tijd heeft men zelfs geen gehoor geschonken aan de meer dan gerechtvaardigde klachten van het boerenbedrijf, dat eerst veel later werd geholpen dan de industrie. Het was en is in vele gevallen zelfs zoo, dat een werk- looze in de stad meer verdient, dan een boer, die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat op den akker staat en er voor zorgt, dat de samenleving in stand wordt gehouden. De boer is een van de voornaamste pilaren waarop onze samenleving steunt Eigenlijk is hij de meest beschaafde mensch ter wereld, omdat zijn producten niet gebruikt kunnen worden om oorlog en vernietiging te brengen Fij zorgt voor het in standhouden van het leven. Dit moet nu maar eens duidelijk worden gezegd. En het wordt gelukkig den laat sten tijd zoo nu en dan gezegd in Duitsch- land heeft men kortgeleden een specialen eeredag voor den boer gehouden. Bij die gelegenheid is gezegd, dat de naam boer een eerenaam is. Wij willen ons hierbij aansluiten. De boer bekleedt een van de eervolste beroepen. Met mooie woorden alleen is de boer natuurlijk niet geholpen Hij moet. ook daadwerkelijk geholpen worden, d.w.z. de producten, die van het land komen moeten betaald worden naar de hoeveelheid werk, die „er in zit". Geen enkele industrieel verkoopt zijn producten onder kostprijs. Bij industrieproducten is het dikwijls zoo, dat de prijs, die de kooper er voor betaalt vele malen die van den kostprijs is. Bij de voedingsmiddelen is dit niet het geval. Dat moet anders worden. En, naar het zich laat aanzien, zal't ook anders worden. l'avale, en dat een prins van half koninklijk bloed de vloo in een glas water inslokte; als het jonge meisje, op de vlakten van Northumberland opge voed, de stille en verbaasde toehoorster en toe schouwster van dit alles en nog zooveel meer was, gevoelde zij zich in eene zonderlinge en verschrik kelijke wereld verdwaald, en iets, dat veel over eenkomst met walging had, straalde uit hare heldere oogen en sloot haar trotschen mond. De wereld, waarin zij verkeerde, vervulde haar met afschuw; maar hare moeder was verschrikke lijker dan alles voor haar. Als zij aan hare moeder dacht, gevoelde Vere, zelfs wanneer zij alleen was, hare wang van onverdragelijke schaamte gloeien. Toen zij iets wist van de beteekenis dier vriend schap, waarin de wereld geen kwaad ziet van die scherts, die de wereld onder een kop thee en een cigarette fluistert van die toespelingen, die alleraardigst gevonden worden, maar de grootste schandelijkheden bevatten toen begon Vere langzamerhand met hartzeer te begrijpen wat voor soort van vrouw het was, die haar het aanzijn had geschonken. „Mijn waarde, uwe lieve dochter schijnt ons allen te wegen, en ik vrees dat zij ons te licht be vindt," zeide de groote dame die de aardigheid met de vloo had gehad. „O, zij kijkt verschrikkelijk ernstig, dat weet ik wel," antwoordde Lady Dolly hierop, afgetrok ken. „Maar zij is ook altijd bij die akelige oude vrouw geweest. Zij heeft nog niets gezien. Zij is een kind." De andere glimlachte. Als zij een jaar getrouwd is geweest, zal het wel veranderen. Zij zal het met hare kinderschoenen achterlaten. Maar ik ben er niet zeker van of zij ZIEKTEWET. In 1933 genoten slechts 551 verzekerden ziekengeld, tegen 626 in 1932. Opmerkelijk is, dat het aantal ziektegevallen in Februari 1933 het grootst was, terwijl het vorig jaar Januari zich door een hoog ziekte- cijfer kenmerkte. 83 aanvragen om ziekengeld moesten worden afgewezen. De voornaamste grond voor afwijzing is het niet gedurende de laatste twee maanden voor het einde der verzekering onafgebroken ver zekerd geweest zijn. 20 aanvragen moesten naar de Bedrijfsver- eeniging verwezen worden. Ziekengeld werd toegekend aan 434 mannen en 34 vrouwen. Werd aan den man gemiddeld 23 dagen ziekengeld uitgekeerd, aan de vrouw gemiddeld 60 dagen. Het aantal ziektedagen was voor de vrouw dit jaar dus veel grooter dan het aantal voor den man. In 1932 was de vrouw gemiddeld ook langer ziek dan de man, al was in dat jaar de ver houding niet zoo ongunstig (gemiddeld 21 da gen voor den man, 39 voor de vrouw). Uitgekeerd werd dit jaar gemiddeld per ge val 50,61, het vorig jaar 45,53. Mocht het aantal ziektegevallen minder zijn dan 't vorig jaar, het bedrag per ziektegeval was hooger. Er kwamen ook verscheidene ern stige zieken voor, die 6 maanden ziekengeld genoten. Zij kwamen na afloop der zes maan den voor een Invaliditeitsreme in aanmerking. De verzekerden werden of aan huis door den medicus gecontroleerd of op den Raad van Arbeid opgeroepen. In 't geheel hadden 958 medische onderzoekingen plaats. In het verslagjaar werd 24 maal in beroep gegaan bij den Raad van Beroep te Rotterdam. De geschillen bestonden, omdat verzekerden zich niet met het staken van het ziekengeld konden vereenigen of omdat zij meenden dat aan hen ten onrechte ziekengeld geweigerd was. Zij meenden nog recht op ziekengeld te heb ben, indien zij arbeidsongeschikt werden op het moment, dat het al langer dan een maand geleden was, dat zij voor het laatst arbeid in loondienst hadden verricht. Ook kwam het voor, dat zij wel binnen een maand na het einde van hun verzekering arbeidsongeschikt werden, doch zij niet voldeden aan den eisch, dat zij gedurende de laatste twee maanden onafgebroken verzekerd waren geweest. Evenals bij de andere Sociale wetten is ook bij de Ziektewet de klacht, dat er admini stratiekosten moeten worden gemaakt, omdat de werkgevers niet op tijd hun verplichtingen voldoen. Een bedrag van f 3717,03 werd bij dwang bevel ingevorderd. Moge dit uittreksel uit het verslag van de Ziektewet besloten worden met den wensch, dat de arbeider zich in zijn gezonde dagen goed op de hoogte stelt, bij wien zijn werk gever voor de Ziektewet is verzekerd, opdat hij, zoodra hij ziek wordt weet, tot welk orgaan (Bedrijfsvereeniging of Raad van Arbeid) hij zich wenden moet. wel spoedig trouwen zal, hoe lief zij ook is. Zij schrikt de mannen af; en, neem mij het niet kwa lijk: zij is lomp. Gisteravond, toen wij die kleine grap met de vloo hadden, stond zij op en liep heen; zij keerde ons bepaald den rug toe, alsof zij eene ontstichte oude dame was. Dat gaat tegen woordig zoo niet mee. De tijd der heiligen is voor bij." „Als er ooit een geweest is," zeide Lady Dolly, die weieens vergat dat zij tot de Ritualistische partij behoorde. „Vere zou eene mooie St. Ursula zijn," sprak Lady Stoat, bij haar komende. „Haar gelaat teekent strijd zoowel als geduld; zij zal evenzeer krachtig wederstand bieden als lijdelijk verdragen." ,,'t Is ontzettend dat te hooren zeggen!" zuchtte Lady Dolly. De heldin van de vloo lachte haar uit. „Ge moet haar maar uithuwelijken, mijne waar de. Dat is het beste voor haar. Zijzelve was pas een-cn-twintig jaar, en vier jaar gehuwd geweest; zij had eenige blondkopjes, die zij aan de kindermeid overliet en zelden zag, stak diep in schuld, had evenveel aanbidders als paarien en diamanten, en was algemeen bemind en bewonderd. „Waarom kan je niet met dc menschen omgaan?" beet Lady Dolly dienzelfden dag Vere toe. „Ik geloof niet dat ze van mij houden," zeide Vere zeer deemoedig; en hare moeder antwoordde daarop scherp: „Dat hangt maar van jezelve af. Als je den men schen toont dat je van ze houdt, houden zij ook van u. Dat is zeer eenvoudig. In deze wereld krijgt men wat men geeft. Maar de droevige waarheid is, Vere, dat je onaardig bent." DE VROEGE AARDAPPELEN GAAN SNEL WEG. GROOTENBROEK, 16 Juni. De vroege aardappelcampagne is thans in geheel West friesland in vollen gang. De pryzen, hoewel laag, weten zich nog vry goed te handhaven. Dit spruit wel in hoofdzaak voort uit de groote vraag, die in Duitschland naar het product bestaat, welke vraag den geheeleD aanvoer die verscheiden dagen uit 15.000 balen bestaat opneemt. Jammer is, dat juist op de vroege aardappelen zoo'n krappe contingenteering is toegepast, waardoor thans verscheiden handelaren hun consenten al hebben verbruikt. Het komt daardoor reeds voor, dat aangeboden partyen den voor Duitschland geldenden minimum-prys niet kunnen halen en dan voor het buitenland worden overgeveild. Moeiiyk is het, om die partijen ergens anders onder te brengen, daar uitvoer naar Engeland en Zwitserland door de hooge tarieven vrywel onmogeiyk is. Buiten kijf is echter, dat alle vroege aardappelen spoedig verdwenen zullen zyn; door de droogte blijft de opbrengst bij andere jaren ver ten achter. De kwaliteit is echter uitstekend. CENTRALISATIE DER LANDELIJKE CRISIS-ORGANISATIES. Aantal regeeringscommissarissen tot drie beperkt. De heer Van Zwanenberg wordt commercieel adviseur. 's-GRAVENHAGE, -15 Juni. - Geiyk be- kend, is kort geleden een centralisatie der provinciale crisisorganisaties tot stand ge komen. Daartoe zy'n afzonderlijke geweste- iyke organisaties voor rundvee, varkens, aardappelen enz. in iedere provincie ver- eenigd. By de behandeling van de begrooting van het landbouwcrisisfonds in de Tweede Kamer heeft de minister van Economische Zaken a. i. ook een centralisatie der lande- ïyke crisisorganisaties aangekondigd. De daarvoor noodige plannen zijn reeds in de vergadering der centrale landbouwcrisis commissie behandeld en door den minister goedgekeurd. Het is de bedoeling, dat het aantal regee ringscommissarissen wordt beperkt tot drie. Als zoodanig zullen fungeeren de heeren ir. S. L. Louwes voor den akkerbouw en de veehouderij, L. Bückmann voor den zuivel en F. V. Valstar voor den tuinbouw. Dit college zal staan onder voorzitterschap van den secretaris-generaal van Economi sche Zaken, mr. dr. A. A. vanRhyn.In het college zal verder zitting hebben de heer S van Zwanenberg, als commercieel advi seur. In verband hiermede zal de heer Yan Zwanenberg aftreden als directeur der Rund- veer en Yarkens-Centrale. De taak van dit college zal zy'n den mi nister bij delandbouw-crisispolitiek terzijde te staan. Het aantal landeiyke crisisorgani saties zal aanmerkeiyk worden beperkt Onder genoemde regeeringscommissarissen zullen niet meer dan acht landelybe ceDr trales werken. In zake de samenstelling van deze centrales zal contact worden gezocht Was zij werkelijk onaardig? Zij voelde de tranen in hare oogen opwellen. Zij legde bare hand op den halsband van den hond Loris en liep de plaats met hem op; die verrukke lijke plaats, waar men de zee tusschen de rozen door zag, waar niemand anders dan zij acht op gaf. Op een stil plekje, waar een marmeren Anti- noüs boven de begonia's uitstak, ging zij op eene rustieke bank zitten, sloeg haar arm om den hals van den hond en weende als een kind, wat zij dan ook eigenlijk was. Zij dacht aan de egelantierhaag bij de rots o, was Corrèze maar hier om haar te zeggen wat zij doen moest. De hond likte hare hand, en scheen medelijden met hare droefheid te hebben; de zeewind bewoog de bloemen; de golven waren nabij genoeg om haar geklots te kunnen hooren; de liefelijke kalmte van de plek had een bedarenden invloed op haar. Zij zou Corrèze zeker wederzien, dacht zij; misschien dien winter te Parijs, als hare moeder haar daarheen medenam. Hij zou haar zeggen of zij er goed of kwaad aan deed geen sympathie met al die menschen te hebben; en tranen vloeiden langs hare wangen, terwijl zij daar zat en zich ver beeldde die verrukkelijke stem weder boven het geruisch der zee uit te hooren. „Mademoiselle Vera, zijt gij terurig? en dat op Félicitè!" zeide eene stem, die geheel anders klonk de stem van Scrgius Zouroff. Vere zag verschrikt op, met de tranen nog in hare oogen. Zouroff was de vriendelijkheid zelve jegens haar geweest, maar haar eerste gevoel van afkeer voor hem was niet veranderd. Het verontrustte en ver droot haar dat hij haar daar alleen vond. met de centrale landbouworganisaties en den handel. AANZIENLIJKE UITBREIDING VAN BRITSCHEN VARKENSSTAPEL. Groot .aanbod en prijsdaling te verwachten? De moeilijkheid in de voorziening van de Britsche markt met eigen bacon spruiten, naar de rijkslandbouwconsulent, ir. Gerritzen, te Londen mededeelt, voornamelijk voort uit de wisselende vraag naar versch varkensvleesch. Vóór het invoerverbod van versch vJeesch van het Europeesche Contingent afkomstig, in 1926 werd de extra-vraag naar versch vleesch in de maanden October, November, December en Januari gedekt door invoeren, terwijl hierin thans door het eigen product moet worden voorzien. De groote hoeveelheden kleine var kens, die in de herfstmaanden op de versche vleeschmarkt terechtkomen, veroorzaken een schaarschte aan baconvarkens vanaf Januari. Ofschoon de reorganisatie-commissie meen de, dat een georganiseerde afzet, gebaseerd op contracten, een einde zou maken aan het on regelmatige aanbod van baconvarkens in Groot-Brittannië, heeft deze meening tot dus ver in de practijk geen steun gevonden. Het is moeilijk, het aantal varkens, waar mede de varkensstapel is toegenomen, te schat ten, daar sinds Juni van verleden jaar geen telling werd gehouden. Oordeelt men evenwel naar het grootere aantal varkens, waarvoor contracten werden afgesloten voor levering in de laatste maanden van dit jaar, dan moet de varkensstapel zich aanzienlijk hebben uit gebreid. Blijkt dit inderdaad het geval te zijn, dan zal het aanbod in den herfst van 1935 vermoedelijk te groot zijn, met tot gevolg prijsdaling. De regeering staat volgens de aangenomen regeling voor den afzet van baconvarkens een jaarlijksche uitbreiding der eigen baconpro- ductie van ten hoogste 33 toe. Daar voor 1934 contracten werden afgesloten voor onge veer 1.500.000 varkens, zal het aantal, waar voor in 1935 contracten worden afgesloten, ten hoogste 2 millioen mogen bedragen. Deze meerdere 500.000 varkens zouden gefokt kun nen worden uit 50.000 zeugen, aannemende, dat elke zeug in een jaar 10 varkens werpt, hetgeen een laag cijfer is. Te oordeelen naar de ondervinding in vroe gere jaren opgedaan, is een jaarlijksche uit breiding van 50.000 zeugen als normaal te beschouwen. DE AARDBEIEN VERDEDIGD. Volgens de onderzoekingen van C. R. Fellers en M. J. Mach bevatten aardbeien in rijkelijke hoeveelheid vitamine C, het vitamine tegen de scorbuut of scheurbuik. Men hoort zoo dik wijls door leeken verkondigen, dat aardbeien etèn ongezond is; dit nu is absoluut niet waar; wel is waar kunnen zooals onlangs een on zer medische medewerkers in ons blad uitvoe rig beschreef sommige personen uit hoofde van hun overgevoeligheid van deze smakelijke vrucht een uitslag krijgen, doch voor de meeste menschen geldt dit niet en vormen aardbeien een gezond voedsel. Naar genoemde onderzoe kers mededeelen blijft het vitamine-gehalte door bevriezen en toevoeging van suiker be houden en eveneens bleek het gehalte niet te veranderen, wanneer men de aardbeien bij een temperatuur van nul graden gedurende 7 maanden conserveerde, ja zelfs al verwerkte men de vruchten tot aardbeien-ijs, de vitami nen bleven er onveranderd in bestaan! „Wat maakt u verdrietig?" zeide hij, met meer zachtheid in zijn toon dan rren van hem gewoon was. „Voor mij, als uw gastheer, is 't een verdiiet dat gij op Félicité reden hebt om bedroefd te zijn. Is er iets, dat ik voor u doen kan, dan hebt gij maai te bevelen. „Gij zijt zeer goed, Monsieur," zeide Vere aar zelend. ,,'t Is niets ten minste zeer weinig: mijne moeder is boos op mij." „Zoo! Dan heeft uwe bekoorlijke moeder ditmaal toch zeker ongelijk. Waarom is het?" „Omdat men niet van mij houdt." „Wie is zoo barbaarsch niet van u te houden? Ik ben een barbaar, maar..." Zijne koele oogen werden welsprekend, maar zij zag hun uitdrukking niet, want zij keek droomerig naar de zee in de verte. „Niemand houdt van mij," zeide Vere verdrietig, „en mijne moeder denkt dat het mijne schuld is. Dat is het ook zeker wel. Ik stel geen belang in al datgene, waarin de anderen belang stellen maar waar ik veel van houd valt ook volstrekt niet in hun smaak: de plaats, de bosschen, de zee, de honden." Terwijl zij dit zeide, trok zij Loris dicht naar zich toe en stond op om heen te gaan. Zij wilde niet gaarne met haar gastheer alleen zijn. Maar Zouroff liep naast haar voort. „Bevalt Loris u? Mag hij zoo gelukkig zijn uw eigendom genoemd te worden?" Ditmaal wierp Vere hem een dankbaren blik toe en een blos van genoegen kleurde haar gelaat. „Loris van mij? O, dat zou heerlijk zijn! als mama het maar hebben wil," (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1