Leest„Onze Eilanden"
PREDIKBEURTEN^
DEN
kt!!!
'illijk.
s
verf
GIMBOQM'S
jlfANOL
WOENSDAG
20 JUNI 1934
De eerenaam boer.
MOTTE N.
Raad van Arbeid le Brielle.
LANDBOUW en VEETEELT
•LB
\}M
i «ij
ioze papieren had bevat,
besloot de Amsterdamsche
vorden uitgeleverd aan de Oostenrijksche
ustitie.
Hij had begin Februari van het hoofdpost-
antoor te Amsterdam een pakket verzonden
lost-restante Weenen, dat voor ruim 100.000
an diamenten zou inhouden, volgens zijn ver-
laring. Het pakkc wam echter niet te Wee-
len aan en Krakowski deed bij de politie te
Amsterdam aangifte van de vermissing. Uit
iet onderzoek bleek, dat het bewuste pakket
leclits waardelooze
Eind Maart
ustitie hem in vrijheid te stellen, doch intus-
chen was het bericht binnengekomen, dat de
lostenrijksche regeering zijn uitlevering had
lerzocht. Hij werd dan ook in arrest gehouden.
Dat een standbeeld „geschoren" wordt, is
,og maar zelden vertoond! Toch heeft deze
ilechtigheid in het Engelsche stadje Hastings
ilaats gehad! Daar staat het standbeeld van
Willem den Veroveraar. Een Londensche
leeldhouwer moest nu weliswaar met beitel
n hamer den baard van William the Con-
jueror afnemen, daar men uit verschillende
egevens tot de overtuiging gekomen was, dat
leze held geen baard had gedragen!
Een eigenaardig testament had een Ameri-
kaansche millioenair nagelaten die bepaalde,
dat er 25000 Dollar aan onderzoekingen moes
ten worden besteed, waarbij vastgesteld zou
moeten worden, of hij een natuurlijken, dan
wel onnatuurlijken dood was gestorvenEen
beslissing hierover te nemen, was bijzonder
lastig, daar men medisch vaststelde, dat de
man aan een zware alcoholvergiftiging ge
storven was...
Als men zich met succes op iets wil concen
treren, moet men vóór alles lichamelijk ge
zond zijn! Pijn en lichamelijke hindernissen
leiden iemand steeds af. Het is ook onver
standig zich nè het eten te willen concen-
treeren, want het bloed, dat de hersenen voor
hun werk noodig hebben, is dan naar de maag
afgevloeid. Liggend kunnen de meeste men
schen het beste denken.
Zondag 17 Juni 1934.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. dhr. de Pater van
Gouderak.
Sommelsdijk, vm. en 'sav. ds. v. Asch.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. v. d. Wal.
Herkingen, vm. en 's av. dhr. O verweel.
Melissant, vm. ds. Bouw.
Stellendam, vm. ds. Kleijne (doop) en'sav. dhr.
Bouraan.
Goedereede, vm. leeskerk en 'snam. ds. Bouw.
Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Polhuijs.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Verkerk.
Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en's av.dhr.Smits
van Heemstede.
Ooltgensplaat. vm. dhr. Smits en 's av. ds.Kleijne.
Langstraat, vm. en 'sav. dhr. Vetter.
Den Bommel,
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuis en's av.
leeskerk.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis. vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
Melissant, vm. en 'sav. leeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. ds. Oudshoorn van
Spijkenisse.
Ouddorp, vm. en 'sav. ds. Westerhuijs.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. Reenders.
Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad a.'t Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft'.
GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Middelharnis, vm.,nam.(doop) en 's av. ds.Hong-
koop van Den Haag.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois.
Herkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nam. leeskerk.
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Ouddorp, vm. ds. R. F. Foppema.
I
cent
KUOTttSU
LAAT NIET L03
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelarer
jLEEST
EN
ADVERTEERT
I IN
ONZE EILANDEN
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 1—6 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 63
Het is met de beschaving een vreemde
geschiedenis. Besciiaafd zijn is een eisch
van den tegenwoordigen tijd. Elk mensch
wil zoo veel mogelijk beschaafd zijn, de
beschaving wordt op scholen en universi
teiten bijgebracht en er is geen sterveling,
die iemand zal tegenhouden, zich te be
schaven. Beschaven beteekent verstand
en innerlijk polijsten, gelijkmaken, mooi
maken. Beschaving verlangt geen uitste
ken boven anderen, het wil slechts van
de menschen een gelijkmatig, niet in zich
zelf verdeeld geheel maken.
We zeiden, dat het met de beschaving
een vreemde geschiedenis is, een zeer
vreemde geschiedenis zelfs, want inplaats
dat de beschaving ons louter goede dingen
heeft gebracht, heeft ze ons in tegendeel
zeer veel kwaads gebracht. Beschaving is
in vele gevallen niets anders geworden
dan een technische ontwikkeling van de
hersenen, een ontwikkeling die zelfs al
heel dikwijls tot degeneratie is verworden.
De 1001 uitvindingen van den moder
nen tijd zijn voor het meerendeel pro
ducten van een uiterst geprikkelde ont
wikkeling, en niet zoozeer van een fijn
zinnige beschaving. De tallooze oorlogs
uitvindingen, zooals gifgassen, tanks, on
derzeeërs en bombardementsvliegtuigen
kan men moeilijk rangschikken onder de
zegeningen verbreidende uitvindingen. Ja,
we durven haast wel zeggen, dat de wereld
aan deze „beschaving" ten onder dreigt
te gaan.
We kunnen zelfs nog verder gaan. De
in zekeren zin, onschuldige uitvindingen,
als radio en automobiel, hebben zij de
menschheid in haar geheel verbeterd, be
schaafd? Geenszins. De beschaving van
den modernen tijd is onnatuurlijk gewor
den, onnatuurlijk en onmenschelijk zelfs,
in vele der uitvindingen van de laatste
tientallen jaren is het doel van het leven
voorbijgestreefd.
Het komt ons voor, dat er den laatsten
tijd, ondanks de groote geestelijke duister
nis, die er heerscht, toch enkele licht
punten verschijnen. Hier en daar begint
men tot het inzicht te komen, dat een
terugkeer tot het natuurlijke noodzakelijk
is, om de menschheid niet verder te laten
glijden in de poel van over-beschaving.
In den tijd, welke achter ons ligt zijn het
vooral de boeren geweest, die door de
stadsmenschen, de menschen van „be
schaving" met den nek werden aangezien.
Hoe dikwijls is het woord boer niet als
een scheldwoord gebruikt, om een minder
waardige gesteldheid aan te duiden.
„Stomme boer, ongelikte boer" zijn uit
drukkingen, welke in de steden veelvuldig
gebruikt worden om iemand gebrek aan
steedsche beschaving te verwijten.
Misschien hebben de boeren zelf wel
eens bijgedragen tot dezen gedachtengang,
door op te zien tegen de stedelingen, door
net zoo te willen zijn als de menschen in
de stad, door hun manieren over te nemen
FEU I LLETON.
OUÏDA
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
30)
In eene wereld, die werkelijk de groote wereld
was, voor zooverre elegantie en rang betrof (want
de gasten op Félicité waren allen van het edelste
bloed en den aanzienlijksten stand) kwamen Vere
de zonderlingste dingen voor. Als zij hoorde van
erkende schoonheden, wier portretten voor een
schilling verkocht werden en wier namen niets
meer waard waren, maar die toch aan hoven
ontvangen en door prinsessen benijd werden; als
zij zag hoe de mannen, in plaats van het hof te
maken, zeiven gevleid en aangehaald werden, en
hoe de coquetterie tot een wedstrijd van onbe
schaamdheid gedreven werd; als zij eene groote
hertogin in jagerscostuum op de jacht zag gaan;
als zij getrouwde vrouwen, niet veel ouder dan
zijzelve uur op uur in de koortsachtige opgewonden
heid van het spel zag doorbrengen; als zij hoorde
hoe inhalig zij waren wanneer zij wonnen, maar
er niet aan dachten te betalen als zij verloren;
als zij zag dat die vrouwen met kleine kinderen
zich niet schaamden met de mannen van andere
vrouwen te coquetteeren en dat iedereen dit goed
moedig beschouwde als een tijdverdrijf, dat, van
zelf sprak; als zij zag dat eene van die dames eene
vloo van haar hals nam, uitroepende; Qui m'aime
en hun beschaving. De trek naar de steden
is een gevolg van de meening, dat een
stadsmensch een hoogerstaand individu is
dan de boer. Vele boerenzoons willen niet
meer in hef bedrijf van hun vader werken,
ze vinden het „te min".
Is het dus al zoo ver gekomen met de
menschheid, dat zij een groep werkers,
die de steunpilaar vormen van de samen
leving als achterlijke wezens beschouwen?
Helaas, zoo is het inderdaad. Het is niet
slechts gebleven bij geringschattende
woorden. Die zou men desnoods langs
„zijn kouwe kleeren" kunnen laten afglij
den. Neen, erger is het, dat de voor ons
levensonderhoud noodzakelijke prodcuten
niet meer gewaardeerd worden en prijzen
opbrengen, die ver beneden den kostprijs
liggen. De boeren zijn door de ontwikke
ling van de moderne techniek in een zeer
slechte positie gekomen. Zouden de men
schen tegenwoordig minder eten en voor
de producten van de technische bescha
ving meer geld over hebben dan voor de
gezonde en noodzakelijke voeding, die
het land opbrengt? Het is moeilijk 'te
controleeren Eten is een der allereerste
vereischten om in het leven te blijven,
maar men kan het natuurlijk, beperken
Door dit alles werd de groote waarde
van de werkzaamheden van den boer ten
zeerste miskend Langen tijd heeft men
zelfs geen gehoor geschonken aan de meer
dan gerechtvaardigde klachten van het
boerenbedrijf, dat eerst veel later werd
geholpen dan de industrie. Het was en is
in vele gevallen zelfs zoo, dat een werk-
looze in de stad meer verdient, dan een
boer, die van 's ochtends vroeg tot
's avonds laat op den akker staat en er
voor zorgt, dat de samenleving in stand
wordt gehouden.
De boer is een van de voornaamste
pilaren waarop onze samenleving steunt
Eigenlijk is hij de meest beschaafde
mensch ter wereld, omdat zijn producten
niet gebruikt kunnen worden om oorlog
en vernietiging te brengen Fij zorgt voor
het in standhouden van het leven.
Dit moet nu maar eens duidelijk worden
gezegd. En het wordt gelukkig den laat
sten tijd zoo nu en dan gezegd in Duitsch-
land heeft men kortgeleden een specialen
eeredag voor den boer gehouden. Bij die
gelegenheid is gezegd, dat de naam boer
een eerenaam is. Wij willen ons hierbij
aansluiten. De boer bekleedt een van de
eervolste beroepen.
Met mooie woorden alleen is de boer
natuurlijk niet geholpen Hij moet. ook
daadwerkelijk geholpen worden, d.w.z. de
producten, die van het land komen moeten
betaald worden naar de hoeveelheid werk,
die „er in zit". Geen enkele industrieel
verkoopt zijn producten onder kostprijs.
Bij industrieproducten is het dikwijls zoo,
dat de prijs, die de kooper er voor betaalt
vele malen die van den kostprijs is. Bij
de voedingsmiddelen is dit niet het geval.
Dat moet anders worden. En, naar het
zich laat aanzien, zal't ook anders worden.
l'avale, en dat een prins van half koninklijk bloed
de vloo in een glas water inslokte; als het jonge
meisje, op de vlakten van Northumberland opge
voed, de stille en verbaasde toehoorster en toe
schouwster van dit alles en nog zooveel meer was,
gevoelde zij zich in eene zonderlinge en verschrik
kelijke wereld verdwaald, en iets, dat veel over
eenkomst met walging had, straalde uit hare
heldere oogen en sloot haar trotschen mond.
De wereld, waarin zij verkeerde, vervulde haar
met afschuw; maar hare moeder was verschrikke
lijker dan alles voor haar. Als zij aan hare moeder
dacht, gevoelde Vere, zelfs wanneer zij alleen was,
hare wang van onverdragelijke schaamte gloeien.
Toen zij iets wist van de beteekenis dier vriend
schap, waarin de wereld geen kwaad ziet van
die scherts, die de wereld onder een kop thee en
een cigarette fluistert van die toespelingen, die
alleraardigst gevonden worden, maar de grootste
schandelijkheden bevatten toen begon Vere
langzamerhand met hartzeer te begrijpen wat voor
soort van vrouw het was, die haar het aanzijn had
geschonken.
„Mijn waarde, uwe lieve dochter schijnt ons
allen te wegen, en ik vrees dat zij ons te licht be
vindt," zeide de groote dame die de aardigheid
met de vloo had gehad.
„O, zij kijkt verschrikkelijk ernstig, dat weet
ik wel," antwoordde Lady Dolly hierop, afgetrok
ken. „Maar zij is ook altijd bij die akelige oude
vrouw geweest. Zij heeft nog niets gezien. Zij is
een kind."
De andere glimlachte.
Als zij een jaar getrouwd is geweest, zal het wel
veranderen. Zij zal het met hare kinderschoenen
achterlaten. Maar ik ben er niet zeker van of zij
ZIEKTEWET.
In 1933 genoten slechts 551 verzekerden
ziekengeld, tegen 626 in 1932.
Opmerkelijk is, dat het aantal ziektegevallen
in Februari 1933 het grootst was, terwijl het
vorig jaar Januari zich door een hoog ziekte-
cijfer kenmerkte.
83 aanvragen om ziekengeld moesten worden
afgewezen.
De voornaamste grond voor afwijzing is het
niet gedurende de laatste twee maanden voor
het einde der verzekering onafgebroken ver
zekerd geweest zijn.
20 aanvragen moesten naar de Bedrijfsver-
eeniging verwezen worden.
Ziekengeld werd toegekend aan 434 mannen
en 34 vrouwen.
Werd aan den man gemiddeld 23 dagen
ziekengeld uitgekeerd, aan de vrouw gemiddeld
60 dagen. Het aantal ziektedagen was voor
de vrouw dit jaar dus veel grooter dan het
aantal voor den man.
In 1932 was de vrouw gemiddeld ook langer
ziek dan de man, al was in dat jaar de ver
houding niet zoo ongunstig (gemiddeld 21 da
gen voor den man, 39 voor de vrouw).
Uitgekeerd werd dit jaar gemiddeld per ge
val 50,61, het vorig jaar 45,53.
Mocht het aantal ziektegevallen minder zijn
dan 't vorig jaar, het bedrag per ziektegeval
was hooger. Er kwamen ook verscheidene ern
stige zieken voor, die 6 maanden ziekengeld
genoten. Zij kwamen na afloop der zes maan
den voor een Invaliditeitsreme in aanmerking.
De verzekerden werden of aan huis door den
medicus gecontroleerd of op den Raad van
Arbeid opgeroepen. In 't geheel hadden 958
medische onderzoekingen plaats.
In het verslagjaar werd 24 maal in beroep
gegaan bij den Raad van Beroep te Rotterdam.
De geschillen bestonden, omdat verzekerden
zich niet met het staken van het ziekengeld
konden vereenigen of omdat zij meenden dat
aan hen ten onrechte ziekengeld geweigerd
was.
Zij meenden nog recht op ziekengeld te heb
ben, indien zij arbeidsongeschikt werden op
het moment, dat het al langer dan een maand
geleden was, dat zij voor het laatst arbeid in
loondienst hadden verricht. Ook kwam het
voor, dat zij wel binnen een maand na het
einde van hun verzekering arbeidsongeschikt
werden, doch zij niet voldeden aan den eisch,
dat zij gedurende de laatste twee maanden
onafgebroken verzekerd waren geweest.
Evenals bij de andere Sociale wetten is ook
bij de Ziektewet de klacht, dat er admini
stratiekosten moeten worden gemaakt, omdat
de werkgevers niet op tijd hun verplichtingen
voldoen.
Een bedrag van f 3717,03 werd bij dwang
bevel ingevorderd.
Moge dit uittreksel uit het verslag van de
Ziektewet besloten worden met den wensch,
dat de arbeider zich in zijn gezonde dagen
goed op de hoogte stelt, bij wien zijn werk
gever voor de Ziektewet is verzekerd, opdat
hij, zoodra hij ziek wordt weet, tot welk orgaan
(Bedrijfsvereeniging of Raad van Arbeid) hij
zich wenden moet.
wel spoedig trouwen zal, hoe lief zij ook is. Zij
schrikt de mannen af; en, neem mij het niet kwa
lijk: zij is lomp. Gisteravond, toen wij die kleine
grap met de vloo hadden, stond zij op en liep
heen; zij keerde ons bepaald den rug toe, alsof zij
eene ontstichte oude dame was. Dat gaat tegen
woordig zoo niet mee. De tijd der heiligen is voor
bij."
„Als er ooit een geweest is," zeide Lady Dolly,
die weieens vergat dat zij tot de Ritualistische
partij behoorde.
„Vere zou eene mooie St. Ursula zijn," sprak
Lady Stoat, bij haar komende. „Haar gelaat
teekent strijd zoowel als geduld; zij zal evenzeer
krachtig wederstand bieden als lijdelijk verdragen."
,,'t Is ontzettend dat te hooren zeggen!" zuchtte
Lady Dolly.
De heldin van de vloo lachte haar uit.
„Ge moet haar maar uithuwelijken, mijne waar
de. Dat is het beste voor haar.
Zijzelve was pas een-cn-twintig jaar, en vier
jaar gehuwd geweest; zij had eenige blondkopjes,
die zij aan de kindermeid overliet en zelden zag,
stak diep in schuld, had evenveel aanbidders als
paarien en diamanten, en was algemeen bemind
en bewonderd.
„Waarom kan je niet met dc menschen omgaan?"
beet Lady Dolly dienzelfden dag Vere toe.
„Ik geloof niet dat ze van mij houden," zeide
Vere zeer deemoedig; en hare moeder antwoordde
daarop scherp:
„Dat hangt maar van jezelve af. Als je den men
schen toont dat je van ze houdt, houden zij ook
van u. Dat is zeer eenvoudig. In deze wereld krijgt
men wat men geeft. Maar de droevige waarheid
is, Vere, dat je onaardig bent."
DE VROEGE AARDAPPELEN GAAN
SNEL WEG.
GROOTENBROEK, 16 Juni. De vroege
aardappelcampagne is thans in geheel West
friesland in vollen gang. De pryzen, hoewel
laag, weten zich nog vry goed te handhaven.
Dit spruit wel in hoofdzaak voort uit de
groote vraag, die in Duitschland naar het
product bestaat, welke vraag den geheeleD
aanvoer die verscheiden dagen uit 15.000
balen bestaat opneemt. Jammer is, dat
juist op de vroege aardappelen zoo'n krappe
contingenteering is toegepast, waardoor thans
verscheiden handelaren hun consenten al
hebben verbruikt. Het komt daardoor reeds
voor, dat aangeboden partyen den voor
Duitschland geldenden minimum-prys niet
kunnen halen en dan voor het buitenland
worden overgeveild. Moeiiyk is het, om die
partijen ergens anders onder te brengen,
daar uitvoer naar Engeland en Zwitserland
door de hooge tarieven vrywel onmogeiyk
is. Buiten kijf is echter, dat alle vroege
aardappelen spoedig verdwenen zullen zyn;
door de droogte blijft de opbrengst bij andere
jaren ver ten achter. De kwaliteit is echter
uitstekend.
CENTRALISATIE DER LANDELIJKE
CRISIS-ORGANISATIES.
Aantal regeeringscommissarissen
tot drie beperkt.
De heer Van Zwanenberg wordt
commercieel adviseur.
's-GRAVENHAGE, -15 Juni. - Geiyk be-
kend, is kort geleden een centralisatie der
provinciale crisisorganisaties tot stand ge
komen. Daartoe zy'n afzonderlijke geweste-
iyke organisaties voor rundvee, varkens,
aardappelen enz. in iedere provincie ver-
eenigd.
By de behandeling van de begrooting van
het landbouwcrisisfonds in de Tweede
Kamer heeft de minister van Economische
Zaken a. i. ook een centralisatie der lande-
ïyke crisisorganisaties aangekondigd. De
daarvoor noodige plannen zijn reeds in de
vergadering der centrale landbouwcrisis
commissie behandeld en door den minister
goedgekeurd.
Het is de bedoeling, dat het aantal regee
ringscommissarissen wordt beperkt tot drie.
Als zoodanig zullen fungeeren de heeren
ir. S. L. Louwes voor den akkerbouw en de
veehouderij, L. Bückmann voor den zuivel
en F. V. Valstar voor den tuinbouw.
Dit college zal staan onder voorzitterschap
van den secretaris-generaal van Economi
sche Zaken, mr. dr. A. A. vanRhyn.In het
college zal verder zitting hebben de heer
S van Zwanenberg, als commercieel advi
seur. In verband hiermede zal de heer Yan
Zwanenberg aftreden als directeur der Rund-
veer en Yarkens-Centrale.
De taak van dit college zal zy'n den mi
nister bij delandbouw-crisispolitiek terzijde
te staan. Het aantal landeiyke crisisorgani
saties zal aanmerkeiyk worden beperkt
Onder genoemde regeeringscommissarissen
zullen niet meer dan acht landelybe ceDr
trales werken. In zake de samenstelling van
deze centrales zal contact worden gezocht
Was zij werkelijk onaardig?
Zij voelde de tranen in hare oogen opwellen.
Zij legde bare hand op den halsband van den hond
Loris en liep de plaats met hem op; die verrukke
lijke plaats, waar men de zee tusschen de rozen
door zag, waar niemand anders dan zij acht op
gaf. Op een stil plekje, waar een marmeren Anti-
noüs boven de begonia's uitstak, ging zij op eene
rustieke bank zitten, sloeg haar arm om den hals
van den hond en weende als een kind, wat zij dan
ook eigenlijk was.
Zij dacht aan de egelantierhaag bij de rots
o, was Corrèze maar hier om haar te zeggen wat
zij doen moest.
De hond likte hare hand, en scheen medelijden
met hare droefheid te hebben; de zeewind bewoog
de bloemen; de golven waren nabij genoeg om haar
geklots te kunnen hooren; de liefelijke kalmte
van de plek had een bedarenden invloed op haar.
Zij zou Corrèze zeker wederzien, dacht zij;
misschien dien winter te Parijs, als hare moeder
haar daarheen medenam. Hij zou haar zeggen of
zij er goed of kwaad aan deed geen sympathie met
al die menschen te hebben; en tranen vloeiden
langs hare wangen, terwijl zij daar zat en zich ver
beeldde die verrukkelijke stem weder boven het
geruisch der zee uit te hooren.
„Mademoiselle Vera, zijt gij terurig? en dat op
Félicitè!" zeide eene stem, die geheel anders klonk
de stem van Scrgius Zouroff.
Vere zag verschrikt op, met de tranen nog in hare
oogen.
Zouroff was de vriendelijkheid zelve jegens haar
geweest, maar haar eerste gevoel van afkeer voor
hem was niet veranderd. Het verontrustte en ver
droot haar dat hij haar daar alleen vond.
met de centrale landbouworganisaties en
den handel.
AANZIENLIJKE UITBREIDING VAN
BRITSCHEN VARKENSSTAPEL.
Groot .aanbod en prijsdaling te verwachten?
De moeilijkheid in de voorziening van de
Britsche markt met eigen bacon spruiten, naar
de rijkslandbouwconsulent, ir. Gerritzen, te
Londen mededeelt, voornamelijk voort uit de
wisselende vraag naar versch varkensvleesch.
Vóór het invoerverbod van versch vJeesch van
het Europeesche Contingent afkomstig, in 1926
werd de extra-vraag naar versch vleesch in
de maanden October, November, December
en Januari gedekt door invoeren, terwijl hierin
thans door het eigen product moet worden
voorzien. De groote hoeveelheden kleine var
kens, die in de herfstmaanden op de versche
vleeschmarkt terechtkomen, veroorzaken een
schaarschte aan baconvarkens vanaf Januari.
Ofschoon de reorganisatie-commissie meen
de, dat een georganiseerde afzet, gebaseerd op
contracten, een einde zou maken aan het on
regelmatige aanbod van baconvarkens in
Groot-Brittannië, heeft deze meening tot dus
ver in de practijk geen steun gevonden.
Het is moeilijk, het aantal varkens, waar
mede de varkensstapel is toegenomen, te schat
ten, daar sinds Juni van verleden jaar geen
telling werd gehouden. Oordeelt men evenwel
naar het grootere aantal varkens, waarvoor
contracten werden afgesloten voor levering in
de laatste maanden van dit jaar, dan moet
de varkensstapel zich aanzienlijk hebben uit
gebreid. Blijkt dit inderdaad het geval te zijn,
dan zal het aanbod in den herfst van 1935
vermoedelijk te groot zijn, met tot gevolg
prijsdaling.
De regeering staat volgens de aangenomen
regeling voor den afzet van baconvarkens een
jaarlijksche uitbreiding der eigen baconpro-
ductie van ten hoogste 33 toe. Daar voor
1934 contracten werden afgesloten voor onge
veer 1.500.000 varkens, zal het aantal, waar
voor in 1935 contracten worden afgesloten,
ten hoogste 2 millioen mogen bedragen. Deze
meerdere 500.000 varkens zouden gefokt kun
nen worden uit 50.000 zeugen, aannemende,
dat elke zeug in een jaar 10 varkens werpt,
hetgeen een laag cijfer is.
Te oordeelen naar de ondervinding in vroe
gere jaren opgedaan, is een jaarlijksche uit
breiding van 50.000 zeugen als normaal te
beschouwen.
DE AARDBEIEN VERDEDIGD.
Volgens de onderzoekingen van C. R. Fellers
en M. J. Mach bevatten aardbeien in rijkelijke
hoeveelheid vitamine C, het vitamine tegen de
scorbuut of scheurbuik. Men hoort zoo dik
wijls door leeken verkondigen, dat aardbeien
etèn ongezond is; dit nu is absoluut niet waar;
wel is waar kunnen zooals onlangs een on
zer medische medewerkers in ons blad uitvoe
rig beschreef sommige personen uit hoofde
van hun overgevoeligheid van deze smakelijke
vrucht een uitslag krijgen, doch voor de meeste
menschen geldt dit niet en vormen aardbeien
een gezond voedsel. Naar genoemde onderzoe
kers mededeelen blijft het vitamine-gehalte
door bevriezen en toevoeging van suiker be
houden en eveneens bleek het gehalte niet te
veranderen, wanneer men de aardbeien bij een
temperatuur van nul graden gedurende 7
maanden conserveerde, ja zelfs al verwerkte
men de vruchten tot aardbeien-ijs, de vitami
nen bleven er onveranderd in bestaan!
„Wat maakt u verdrietig?" zeide hij, met meer
zachtheid in zijn toon dan rren van hem gewoon
was. „Voor mij, als uw gastheer, is 't een verdiiet
dat gij op Félicité reden hebt om bedroefd te zijn.
Is er iets, dat ik voor u doen kan, dan hebt gij
maai te bevelen.
„Gij zijt zeer goed, Monsieur," zeide Vere aar
zelend. ,,'t Is niets ten minste zeer weinig:
mijne moeder is boos op mij."
„Zoo! Dan heeft uwe bekoorlijke moeder ditmaal
toch zeker ongelijk. Waarom is het?"
„Omdat men niet van mij houdt."
„Wie is zoo barbaarsch niet van u te houden?
Ik ben een barbaar, maar..."
Zijne koele oogen werden welsprekend, maar zij
zag hun uitdrukking niet, want zij keek droomerig
naar de zee in de verte.
„Niemand houdt van mij," zeide Vere verdrietig,
„en mijne moeder denkt dat het mijne schuld is.
Dat is het ook zeker wel. Ik stel geen belang in al
datgene, waarin de anderen belang stellen maar
waar ik veel van houd valt ook volstrekt niet in
hun smaak: de plaats, de bosschen, de zee, de
honden."
Terwijl zij dit zeide, trok zij Loris dicht naar
zich toe en stond op om heen te gaan. Zij wilde
niet gaarne met haar gastheer alleen zijn. Maar
Zouroff liep naast haar voort.
„Bevalt Loris u? Mag hij zoo gelukkig zijn uw
eigendom genoemd te worden?"
Ditmaal wierp Vere hem een dankbaren blik
toe en een blos van genoegen kleurde haar gelaat.
„Loris van mij? O, dat zou heerlijk zijn! als
mama het maar hebben wil,"
(Wordt vervolgd.)