LEN
UTO
CfDoorzithn
R
WOENSDAG
13 JUNI 1934
Besmettelijke Ziekten in Nederland
M OTTE N.
Land- en Tuinbouw
J. B., schipper te den Bommel, overtreding
Beurtvaartregeling. Eisch J 25 of 5 d. hechte
nis. Uitspr. J 25 of 25 d. hechtenis; het schip,
dat aan de ketting ligt, wordt vrij gegeven.
A. K., 63 j., caféhouder te Stellendam, heeft
v. te Ouddorp op Zondag consumptie verkocht
t in zijn lokaliteit aan het strand. Eisch f 3 of
1 d. hechtenis. Uitspr. 3 of 1 d. hechtenis.
A. v. d. H., niet verschenen, heeft gereden
op den provincialen weg, zoodat bietenblaren
op den weg vielen. J 3 of I d.
P. B. C., heeft gereden op fiets zonder licht.
J 5 of 2 dagen,
dl J. D. heeft gevischt zonder vischakte en in
It I verboden water zonder vergunning. 2 J 4
of 2x2 dagen hechtenis en verbeurdverkla
ring van vischtnig.
j. P., 24 j., landbouwer te Melissant, heeft
een paard naar de wei gebracht, zelf rijdende
op een fiets. Verdachte wist niet dat dit een
overtreding was. Eisch J 3 of 1 d. hechtenis.
Uitspr. J 3 of 2 d. hechtenis.
d.l
[>r.
el.
e,
lk
ch
ij-
er
^r-
is.
er
e,
ad
or
d.
ü-
s>
d.
-ft
en
n-
GOEDEREEDE.
Geboren: Kasperien d. v. C. Soeteman en
M. Lokker.
Getrouwd: Jacob van Hoven 25 jaar en
Cornelia Tanis 28 jaar.
Overleden: Adriaautje Temmink 74 jaar,
echtg. van Job van der Laan.
OOLTGENSPLAAT.
Geboren: Jacob z v. Marinus Kreeft en
Maatje Hotting; Willem z v. Daniël Neels
en Maatje van der Wende.
Overleden: Johannes Öuscop 68jaar wedn.
van Maria Hotting.
DEN BOMMEL.
Overleden: Maria, 7 maanden, d. v. J. C.
Fokker en M. Hobbel.
I ln een café te Boedapest stal een vrouw
een.wekker! Niemand bemerkt de diefstal.
Toen zij met den wekker, die zij in een mand
verborgen had, het huis wilde verlaten, ging
de wekker afloopen. Men arresteerde toen de
vrouw. Was dat even pech?
pkedikbeurten.
Zondag 10 Juni 1934.
-VEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharais, vm. en 's av. dhr. Asmus uit
Moordrecht.
Sommelsdijk, vm. leeskerk en 'sav. ds.v. Asch.
Dirksland, vm. dhr Baart en's a v.ds. v.d. Wal.
Herkingen, vm. en 's av. dhr. Overweel.
Melissant, vm. en 'sav. ds. Bouw.
Stellendam, vm. ds. Van der Wal en'sav. dhr.
Bouman.
Goedereede, vm. ds. van Asch.
Ouddorp, vm. leeskerk en nam- ds. Kleijne.
Nieuwe Tonge, vm. en 'sav. dhr. Wildschut.
Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en 's av. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. ds Kleijne en's av.leeskerk.
Langstraat, vm. en 'sav. dhr Vetter.
I Den Bommel, vra. leeskerk en's av. ds. Verkerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. Polhujjs.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
Melissant, vm. en 'sav. leeskerk.
i Stellendam, vm. en 'sav. ds. Sap.
Ouddorp, vm. en nam. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. en 'sav. ds. Reenders.
Den Bommel, vm. en 'sav. ds. Schaafsma.
Stad a.'t Haringvliet, vm. en 'sav.ds.deGraafl'.
GEREFORMEERDE GEMEENTE,
j Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois.
Herkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vra. en nam. leeskerk.
CBB. GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. LamaD.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Ouddorp, vm. ds. R. Foppema.
O, 4 persoons, gloednieuw (FiatFa-
btandigheden te koop aangeboden.
•M.V., VAN STEEDEN, Coolsingel 75,
Ook op voorschrift van
H.H. Doctoren leveren
wij tegen zeer billijke
n een uitgebreide collectie met de nieuwste
gonderzoek.
Kipstr. 59, R'dam, Tel. 56731
eliers bij
GE
NIS
NUTSSPAARBANK
Mlddelliarnls Sommelsdljk
Kantoor - Voorstraat 5 - Middelharnis
Geopend van v.m. 9—12 en n.m. 2—4 uur
ZATERDAG v.m. 9—1 uur.
MAANDAG n m. 6-7 uur.
DONDERDAG n.m. 6-7 uur.
Rente vergoeding 3%.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent,
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 61
Gunstige cljlers over 1933.
Afneming diphtherie en kinderverlamming.
Invloed van vaccinatie?
Het Mei-nummer van „Het Tijdschrift voor
Sociale Geneeskunde" bevat van de hand van
dr. Terburgh een uitvoerig jaaroverzicht der
ziekte- en sterfgevallen aan besmettelijke ziek
ten in Nederland gedurende het jaar 1933,
waarvan wij de voornaamste punten hier weer
geven. Als bijzondere omstandigheid zij hier
vermeld, dat de gegevens over het jaar 1933
reeds thans verschijnen, vóór het officieele
jaarverslag over 1932 is gepubliceerd.
Vooruitloopend op de gegevens kunnen wij
reeds hier vermelden, dat behoudens de rood-
vonkgolf, die zich weer begint af te teekenen
het jaar 1933, althans voorzoover het de be
smettelijke ziekten betreft, als een gunstig
jaar mag worden gekenschetst.
Het geboortecijfer is van 22.0 op 20.8 °/oo
gedaald. Het is te betwijfelen, of deze daling
uitsluitend aan de slechte tijden is toe te
schrijven, aangezien het aantal gesloten hu
welijken een stijging vertoont van 6.9 op 7.2
"/ooi blijkbaar belet de onzekere toekomst het
vormen van huisgezinnen dus niet. Niettegen
staande het dalende geboortecijfer is er gedu
rende 1933 nog een overschot gebleven van
rond 105.000 zielen, welk cijfer voor 1932
echter 117.000 bedroeg.
Febris typhoidea. Gedurende de drie laatste
jaren blijft het aantal ziektegevallen (471)
vrijwel constant; het aantal sterfgevallen (66)
is iets stijgende. De berekende' morbiditeit
van deze jaren (0.58) is dan ook vrijwel gelijk
gebleven; de mortaliteit (0.08) is iets toege
nomen waarmede correspondeert een ver
hooging van de letaliteit tot 14.0 Het aantal
gevallen te Amsterdam en Rotterdam neemt
geregeld af; 's-Gravenhage boekt voor febris
typhoidea thans het hoogste morbiditeitscijfer
der groote steden, n.l. 0.57 Hoe het be
smettingsgevaar nog overal dreigt, moge
blijken uit de omstandigheid, dat in niet
minder dan 176 gemeenten van ons land de
ziekte is waargenomen, zij het dan ook meestal
in sporadischen vorm.
Paratyphus, typheuze vorm. De morbidi
teit van dezen ziektevorm wisselt in den loop
der laatste jaren niet sterk; gelukkig is de
lelaiteit gering, nl. 1.5
Paratyphus, gastro-enteritische vorm. Het
aantal ziektegevallen is met 250 zeer hoog,
dank zij een voedselvergiftiging in de provincie
Groningen (Winsum); sterfgevallen zijn niet
te betreuren.
Dysenteriabacillarisenamoebia. Van bacil
laire dysenterie zijn 415 ziektegevallen met 9
sterfgevallen aangegeven, waarvan in Amster
dam niet minder dan 228 gevallen, doch
zonder sterfgevallen. Slechts 7 gevallen van
amoeben-dysenterie zijn aangegeven, waarvan
geen enkel een letaal beloop had.
Febris undulans. Merkwaardige-wijs zijn
hiervan slechts 27 gevallen aangegeven, waar
van 12 in Zuid-Holland, 6 in Friesland en 5 in
Noord-Holland.
Belangrijke daling.
Roodvonk. Zooals wij hierboven reeds ver
meldden, staat wederom onze bevolking aan
een roodvonkgof bloot; het aantal ziekte
gevallen, dat in 1931 nog 8229 bedroeg, liep in
1932 reeds op tot 9788 en staat thans voor
1933 op 10.751. De eerste twee maanden van
FEUILLETON.
OUIDA
Naar het Engecsch door
C. BAARSLAG.
28)
„Och, zoo gaat het in ons land op en neer.
Over een jaar zal hij er wel weer bovenop Jjn; zij
komen allen op hunne pooten terecht. Als bij u
iemand 't onderste boven ligt, blijft hij iiggeu; bij
ons springen ze weer op; dat ligt zeker in het kli
maat. Uwe mannen bevallen mij toch beter; ze
zien er altijd deftig uit, al dragen zij ook een grove
jas en een gedeukten ouden hoed, zooals uw neef
Muil."
„Is 't waar dat Frank mijnheer James Fluke
Dyson wilde opvolgen?" vroeg Vere, na zwaar met
haar tegenzin gekampt te hebben.
„Wie is Frank?"
„Mijn neef Muil."
„is hij Frank? Och, lieve hemel! ik dacht dat
hertogen altijd hertogen waren, zelfs in hun eigen
familiekring. Ja, hij was gek op me dat zijn ze
altemaal, maar hij was de ergste, dien ik nog ooit
gezien heb. Ik heb neen gezegd, maar ik zou hem
wel terug hebben kunnen roepen. Het spijt mij dat
ik neen heb gezegd. Hertogen groeien zoo maar niet
aan den boomhet eenige is maar dat hij, naar men
zegt, zoo arm is."
„Hij is arm." zeide Vere koel.
„Toen ik hier in 't land kwam," hernam Miss
1934 geven weer hoogere cijfers te zien dan de
overeenkomstige maanden in 1933, zoodat de
hoogste morbiditeit wellicht nog niet bereikt
is. Gelukkig is het aantal sterfgevallen met 50
zeer gering, waardoor de mortaliteit het lage
cijfer van 0.06 °/ooo vertoont en de letaliteit
tot de ongekende waarde van 0.5 is gedaald.
In de groep der gemeenten van 500020.000
inwoners is de letaliteit met 0.8 iets ver
hoogd, doch overigens heeft het platteland
zicli goed gehouden. De verhooging der morbi
diteit is vooral aan de groote steden te wijten.
Diphtherie. Terwijl de morbiditeit van de
roodvonk stijgende is, vinden wij bij de
diphtherie juist een voortgaande daling. In
1930 werd het hoogste punt met 9.51 %oo
bereikt, waarna een regelmatige daling volgde
tot resp. 7.19, 6,64 en 5.19 °/ooo- De verbrei
ding der diphtherie blijft meer tot bepaalde
plaatsen beperkt dan bij roodvonk het geval
is. Gedurende het verslagjaar vertoonen slechts
30 gemeenten een bijzonder hooge morbiditeit;
het'is merkwaardig, dat van de 30 gemeenten
er 12 in Noord-Brabant en 8 in Limburg zijn
gelegen; de morbiditeit van Limburg blijkt
hooger te zijn dan het landsgemiddelde.
In hoeverre de vaccinaties tegen de diphthe
rie van gunstigen invloed zijn geweest, kunnen
wij nog niet beoordeelen, aangezien o.m. het
jaarverslag over 1932, naar wij reeds mede
deelden, nog niet is verschenen. Wanneer wij
bedenken, dat gedurende het vijftal jaren
1921 t/m 1925 in het geheel 354 ziektegevallen
werden waargenomen en in het achttal jaren
1926 t/m 1933 slechts 110, terwijl juist in
die laatste periode een diphtheriegolf over het
land streek, dan is dat toch wel een aanwijzing
voor het nut van de actieve immunlisatie
tegen de diphtherie.
Meningitis cerebro-spinalis epidemica. Aan
gegeven zijn 136 ziektegevallen met 68 sterf
gevallen (het jaargemiddelde is resp. 129 en
70). De morbiditeit, mortaliteit en letaliteit
(50.0 wijken niet af van het jaargemiddelde
over de laatste tien jaren.
Poliomyelitis anterior acuta. De stijging
die de kinderverlamming in 1932 vertoonde,
heeft voor een daling plaats gemaakt; tegen
over 242 ziekte- en 26 sterfgevallen in 1932,
vinden wij thans resp. 146 en 21. De mor
biditeit bedraagt voor 't geheeie land 0.17 °/000
alleen Zuid-Holland komt met 0.35 °/o00 daar
boven uit.
Encephalitis lethargica. Het aantal aange
geven ziektegevallen bedraagt 47 met 23 sterf
gevallen, letaliteit 48.9 (jaargemiddelden
der laatste 9 jaren Zijn resp. 75 en 44: letaliteit
58.9
Lepra. Dit jaar zijn er 9 ziekte- met 3 sterf
gevallen aangegeven.
Ziekte van Weil. De cijfers stemmen niet
verontrustend: tegenover 207 ziekte- met 16
sterfgevallen in 1932 werden voor 1933 resp.
150 ziekte- en 11 sterfgevallen geboekt: letali
teit 7.3 Het groote aantal'gevallen heeft
Rotterdam weer opgeleverd, n.l. 53, dan voigt
Amsterdam met 7, dan Zwolle en Dordrecht
met resp. 5 en 4 gevallen. Van de 150 gevallen
Zijn er 121 in de provincies Noord-Holland,
Zuid-Holland en Utrecht waargenomen. De
krachtige maatregelen, die allerwege worden
genomen om het contact tusschert rat en
mensch bij het baden en zwemmen te vermin
deren, schijnen dus doel te treffen.
Influenza in verband met de ziekten van
het hart, bronchitis en pneumonie. Het aantal
sterfgevallen aan influenza is met 1745 iets
hooger dan in 1932(1419). Het aantal sterfge-
Leach, „zei ik tegen moeder: „Ik wil niets anders
hebben dan een hertog." ik heb altijd eene soort
van voorliefde voor een hertog gehad. Ze zijn zoo
schaarsch. Ik heb in Broadway eens eene oude plaat
gezien, een portret van eene Hertogin van Nort
humberland, die hare kroon in de handen houdt.
Toen zei ik bij mijzelve dat ik ook zoo eens mijn
portret wilde laten maken."
„Denkt gij dan dat hertoginnen hare kronen in
de hand houden?"
„Wei neen; ik weet wel dat zij dat niet doen;
maar op een portret gaat het toch wel?"
„Ik geloof dat het zelfs op een portret heel raar
zou staan."
„Wat doet men er dan mee? Kroningen zijn geen
alledaagsch werk. Men heeft mij gezegd dat uw
neef het zich heel anders zou kunnen maken, als
hij maar wilde, is 't waar dat hij vijfhonderd pond
sterling daags zou hebben wanneer hij zijne steen
kolenmijnen liet ontginnen? Daar zou men wel van
kunnen leven."
„Hij zou nooit dulden daNgijne bosschen aange
raakt werden, ai hing zijn leven er van af!" zeide
Vere verontwaardigd, met gefronst voorhoofd en
blozend. „De bosschen zijn zoo oud als de dagen
van Hengist en Horsa; er zijn herten en wilde
stieren in, en zij zijn zoo rijk aan historische her
inneringen!"
Fuschia Leach liet al hare mooie tanden zien.
„Dat is zeer treffend; maar voor dien tijd iag de
steenkool er toch al onder. Dat komt er meer op
aan. Ik kom uit een praktisch land. Als hij om
trent die steenkool rede wil verstaan, weet ik niet
of ik niet nog eens over uw neef zou denken."
Zonder complimenten wendde Vere zich van
haar af. Zij voelde tranen van toorn opwellen.
vallen aan ziekten van het hart vertoont tegen
over verleden jaar een geringe daling; het
zelfde geldt voor de bronchitis, terwijl de pneu
monie een onbeduidende vermeerdering aan
wijst. Het algemeene sterftecijfer is nog niet
ruim 900 afgenomen, waarschijnlijk dank zij
het geringe optreden van de influenza.
Mazelen. De sterfte aan deze ziekte is zeer
gering geweest, n.l. 173, waardoor de mortali
teit tot het ongekend lage cijfer van 0.21
°/ooo is gedaald, welke waarde de laatste tien
jaren niet werd bereikt.
Kinkhoest. Ook voor deze ziekte luidt het
sterftecijfer gunstig. Er werden in het geheel
425 sterfgevallen aangegeven tegen 476 in
1932 en 388 in 1931. Gedurende de laatste drie
jaren is daarmede de mortaliteit van resp.
0.49,0.59 en 0.52 °/o0o opvallend laag gebleven.
Kraamvrouwenkoorts. Het aantal vrouwen
dat aan de gevolgen van deze aandoening is
overleden, is vrijwel stationnair gebleven.
Tegenover 163 gevallen in 1932 staan er thans
161. Deze niet ongunstige cijfers pleiten voor
de goede zorgen aan de zwangeren besteed, in
welk opzicht ons land de vergelijking met
andere landen glansrijk doorstaat.
Al met al zijn de gegevens der statistieken
over het jaar 1933 dus in velerlei opzicht gun
stig te noemen.
UITVLOEIERS BIJ DE PLANTEN ZIEK-
TENBESTRIJOING.
Een nieuwe vinding, die belangrijke
perspectieven opent bij de bestrijding van
ziekten en beschadigingen van land- en
tuinbouwgewassen. De ervaringen bij
aardappelen en uien, bij appelen en peren
niet alleen bemoedigend, maar vaak ver
rassend. Het onderzoek in vollen gang.
Men schrijft ons:
Men heeft in de fruitteelt een nieuwe erva
ring opgedaan. Bij de bestrijding van planten
ziekten heeft men n.l. iets bijzonders gevon
den, dat het nuttig effect van verschillende
bestrijdingsmiddelen zeer zal verhoogen en,
naar ir. P. Hus, verbonden aan den Planten-
ziektenkundigen dienst, in de Veldbode mee
deelt, waarschijnlijk zooveel invloed op de
plantenziektenbestrijding zal uitoefenen, dat
werkelijk van een wijziging sprake zal kunnen
zijn. Dat „iets" is de „uitvloeier", zijnde een
stof, die, opgelost in een sproeivloeistof, deze
doet uitvloeien. Een vloeistof zonder uitvloeier
stroomt langs de gladde oppervlakte af of
blijft er in druppels op staan; met een uit
vloeier is de druppelvorming veel geringer,
het geheeie oppervlak wordt bevochtigd en ei
stroomt minder vloeistof weg. Het uitvloeien
is een gevolg van een verlaging van de opper
vlaktespanning, die bij een goeden uitvloeier
„O, gij trekt uw neus op!" zeide Fuschia Leach
levendig. „Gij vindt het schandelijk dat parvenus
met uwe broeders, uwe neven en vrienden gaan
strijken. Ik vraag maar of dat erger is dan dat uw
adel om onze dollars aan onze voeten ligt? Ik wil
niet zeggen dat alle Engelschcn dat juist doen, maar
er zijn er toch genoeg, die het doen, uwe jongere
zoons en de heele troep van den armen adel; en wij
kunnen buitenslands de grootste en beste titels in
heel Europa voor een paar honderd duizend dollars
koopen. Dat's laag, dat's vernederend, zoo ge wilt.
Mannen die eene rist kruisvaarders achter zich
hebben, die hunne rechtstreeksche voorvaderen
reeds uit den tijd van Julius Cesar tellen, mannen,
die ooms in de Arke Noachs hadden, komen op het
geld van Yankees af, als vliegen op een vat met
stroop. Gij zijt allen zoo trotsch dat gij het Lucifer
nog in trotschheid afwint," ging het Amerikaan-
sche dametje voort, terwijl hare oogen smadelijk
fonkelden, „maar zoover ik zien kan, is er zooveel
reden niet om trotsch tc zijn. ln Boston en New-
York worden wij met den nek aangezien. Maar wat
doen nu uwe grootelui? Zoodra wij over het pekel-
veld komen, worden wij met open armen ontvan
gen. Denkt gij dat wij zoo gek zijn dat wij dit niet
zien? !s niet een van uwe baronnen, wiens stam
boek tot den tijd van Willem den Veroveraar op
klimt, getrouwd met Lily Peart, wier vader het
stoomboothotel in Jersey City hield en fortuin
heeft gemaakt door zalf aan de Chineezen tc vcr-
koopen? Wie is uwe Markiezin van Snowdon anders
dan dc dochter van den ouden Sam Salmon, den
wisselmakelaar? Wie was uwe Hertogin de Dago-
bert anders dan Aurelia Swine, met zeventig
millioen dollars, die m twee jaar tijds in dc olie
gewonnen waren? Wie was uwe Prinses Buondel-
relatief slechts 0.35 bedraagt. Laat men bijv.
een halven kubieken centimeter water of
Bourgondische pap zonder uitvloeier uit een
fijn buisje op een vlakke glasplaat met een
dun waslaagje vallen, dan ontstaat een drup
pel met een doorsnede van 14 m.m., met een
uitvloeier een van plm. 20 m.m. Laat men de
druppels opdrogen, dan blijkt bij den Bor-
deaux'schen-papdruppel zonder uitvloeier de
blauwe stof naar de randen te zijn samen
getrokken, terwijl deze bij gebruikmaking van
een uitvloeier regelmatig over het geheeie
oppervlak verspreid is.
In 1932 verscheen plotseling, nadat veel
beproefd en onpractisch gebleken was, als
eerste goede uitvloeier Agrol I op het tooneel;
1 a 2 gram per liter oplossing deed de vloeistof
uitstekend uitvloeien. Men heeft tot heden in
het buitenland aan deze vinding nog niet vol
doende aandacht geschonken en zoo acht ir.
Hus het niet onmogelijk, dat de uitvloeiers in
ons land hun zegetocht zullen beginnen, zooals
zich ook het gebruik van vruchtboomcarboli-
neum hier het eerst krachtig heeft ontwikkeld.
Na den bovengenoemden Agrol I werd de uit
vloeier L in den handel gebracht, korten tijd
geleden gevolgd door den para-uitvloeier. Van
den eersten wordt 25 gram, van den laatste»
slechts 12£ gram poeder per 100 liter vloeistof1
gebruikt. Er zullen nog wel meer uitvloeiers
volgen, daar het gebruik waarschijnlijk vrij i
snel zal toenemen.
De reden van een te verwachten vrij alge
meen gebruik is, dat het resultaat van de1
bespuitingen veel beter zal zijn, bijv. met
Bourgonüsche pap tegen phytophtora bij i
aardappelen, met Bord. en Californische pap
tegen schurftziekte bij appelen en peren met
Bord. pap tegen valsche meeldauw en met
loodarsenaat tegen vretende insecten bij ver
schillende gewassen. De kans van aantasting
door aardappelziekte zal geringer zijn; bij
vroegtijdige bespuiting zal ook de stengel
aantasting die bij de vroege aardappelen in
Noord-Holland de laatste jaren nog al voor
kwam voorkomen worden. De resultaten tegen
de schurftziekte bij appelen en peren zullen
zeker beter zijn. Vooral de aantasting der I
vruchten zal geringer zijn, omdat de vrij gladde
schil nu geheel inplaats van pleksgewijs met1
pap bedekt zal worden. De valsche meeldauw
doet vaak groote schade bij de uien, waar-1
tegen men vrijwel machteloos stond, totdat
bespuiting van Bord. pap met een uitvloeier
buitengewoon goede resultaten opleverde. Een
regelmatige verspreiding van loodarsenaat als i
maaggif maakt, dat de vretende insecten be-
slist iets van het vergif naar binnen krijgen.
De betere resultaten zullen de hoogere kosten, I
plm. één dubbeltje op 100 liter vloeistof,
goedmaken, maar men zal tevens met iets
geringere hoeveelheden kunnen volstaan, wan-
neer de sproeiers de routine van het sneller
werken, noodzakelijk bij snel uitvloeiende
vloeistoffen, te pakken hebben, wat ook tijd-1
winst beteekent, wat in speciale gevallen een
voordeel zal blijken te zijn. Ook zal men wel-
licht met lagere concentraties het verlangde
effect kunnen bereiken, want de bespuitingen
brengen thans veel meer vloeistof op de ge
wassen dan theoretisch noodzakelijk is. Ook
is niet onmogelijk, dat het dunne, aaneen
gesloten laagje pap na opdroging langer op
de plantendeelen zal blijven hechten dan met
de kleine hoopjes sproeiresten, dus de opge
droogde druppels het geval is. In dat geval
zou er minder vaak gespoten behoeven te
worden. Wellicht zullen door de uitvloeiers
mare anders dan Lotty Miller, die in Nevada ge
boren en in de hut van een mijngraver met jenever
gedoopt is? Wij kennen ze allen. En het adellijk
bloed heeft ze genomen omdat zij geld hadden.
Zoo is 'ten niet anders! Ik weet niet waar zij trotsch
op behoeven te wezen, en ik geloof dat wij niet de
eenige zijn, die uitgelachen moeten worden."
„Dat is zoo," zeide Vere, die met verbazing ge
luisterd had. „Van beide zijden is er reden om zich
te schamen."
„Schamen is een groot woord, dat breed uitge
meten kan worden," hernam het andere meisje,
met zekere aarzeling. „Maar als iemand zich moet
schamen, zijn wij het toch zeker niet. Te Rome is
eene vrouw, Anastasia W. Crash genaamd; haar
vader is een kleurling. Na den oorlog werd hij
wisselmakelaar en maakte fortuin; Anastasia is
weinig of geen kleurling; zij ziet er uit als eene
Creoolsche, en zij is mooi. Te Rome had men het in
den neus dat zij daarheen ging en dat zij zes milli
oen 's jaars had; en die heeft zij, dat 's geen leugen.
Het duurde geen week of zij had Romeinsche prin
sen maar voor 't kiezen, en zij heeft er een gekozen,
wiens naam duizend jaar oud is; een naam, dien elk
schoolmeisje in hare boeken over de geschiedenis
kan vinden, als zij van de pausen leest! Ziedaar!
Anastasia W. Crash is bij ons eene kleurling; bij ons
zouden wij niet in denzelfden wagon met haar wil
len zitten of aan dezelfde tafel met haar willen
eten. Wat zegt gij daarvan?"
„Dat uw land zeer vrijzinnig is; en dat uwe
„kleurlinge" al de misdaden der Borgia's gewroken
heeft."
De Amerikaansche schoone zag haar wantrou
wend aan.
„Ik geloof dat ik u niet begrijp," zeide zij, een
tegen bepaalde parasieten middelen gebruikt
kunnen worden, die nu geen of een zeer on
bevredigend resultaat opleveren. Het zou bijv.
kunnen, dat de appelzaagwesp, waartegen nu
nicotine gebruikt moet worden, omdat een
maaggif zeer onvoldoende werkt, door lood
arsenaat met een uitvloeier bestreden kan
worden. De bespuiting tegen wormstekigheid
zou dan tevens werkzaam zijn tegen de appel
zaagwesp. Tegen het wilgenhaantje geeft Pa-
rijsch groen vrijwel geen baat omdat het vergif
het bladoppervlak van de behaarde bladeren
niet bereikt; ir. Hus meent, dat dit door toe
voeging van een uitvloeier wèl te bereiken is.
Sproeivloeistoffen dringen weinig door in spin
sels (bastaardsatijnvlinderrups en rupsen der
spinselmotten) of in wasmassa's (bloedluis,
wolluizen); door een uitvloeier zal hier het
effect der contactgiften worden verhoogd. Er
zijn aanwijzingen, dat stoffen, die met water
niet mengbaar zijn, zich wel vermengen met
oplossingen van uitvloeiers. Het is niet te
voorzien, welke mogelijkheden daardoor zullen
ontstaan; verrassende vondsten zijn niet uit
gesloten. De toepassing van de uitvloeiers be
vindt zich in een beginstadium, maar de ver
kregen ervaringen wijzen er reeds op, dat ze
voor de plantenziektenbestrijding van zeer
veel belang zullen zijn.
STEUN GERSTOOGST 1933.
„De Gewestelijke Tarwe-Organisaties voor
Noord- en Zuid-Holland maken bekend, dat
bij beschikking van den Minister van Econo
mische Zaken en Arbeid is vastgesteld, dat
slechts voor steun in aanmerking komen die
hoeveelheden gerst van Oogst 1933, welke daar
toe vóór den 20sten Juni 1934 bij de betrokken
Gewestelijke Tarwe-Organisatie, onder over
legging van de bijbehoorende dorschbriefjes,
zijn opgegeven.
Alle telers die dus nog gerst van Oogst 1933
ongedorscht voorradig hebben, zullen, om
voor steun in aanmerking te kunnen komen,
vóór 20 Juni a.s. moeten dorschen en de
dorschbriefjes ingeleverd moeten hebben bij
den Secretaris van het District waaronder zij
behooren.
Men wachte dus niet tot den laatsten dag,
daar na 20 Juni 1934 geen aanvragen meer
in behandeling worden genomen.
Voorts vestigen wij er de aandacht op dat
men, alvorens te gaan dorschen, daarvan ken
nis moet geven aan den Districts-Secretaris."
HET VOCHTGEHALTE VAN GRAAN.
Bevordering van den graanbouw in ons land
niet wenschelijk?
De Juni-aflevering van het Landbouwkun
dig Tijdschrift bevat een uitvoerige studie van
de heeren ir. J. A. Emmens en ir. P. Maltha
over het vochtgehalte van graan, mede in
verband met den graanbouw in Nederland. Zij
geven een uiteenzetting van het nadeel van
een hoog vochtgehalte van graan bij het be
waren en in sommige gevallen bij het ver
werken, en behandelen de factoren, welke op
dit vochtgehalte van invloed zijn.
Met het vochtgehalte van Hollandsch graan
is het volgens de schrijvers van het artikel in
het algemeen vrij slecht gesteld. De in de
laatste vijf jaren in Heineken's Bierbrouwerij
te Rotterdam verwerkte partijen HoIIandsche
gerst hadden gemiddeld 2.3 procent meer
vocht, dan de daar ontvangen Midden-Euro-
peesche partijen. Verder werd vastgesteld, dat
de HoIIandsche gerst in het algemeen een
donkerder kleur en een zwaardere korrel had,
weinig gemelijk. „Daar ligt zeker een diepe zin in,
niet waar?"
„Verschoon mij," zeide Vere, die dit gesprek
moede was; „als ge 't mij niet kwalijk neemt, zal ik
u nu verlaten; wij gaan een rijtoertje doen."
„Een rijtoertje? Daar moet ik niets van hebben,"
sprak hierop Miss Fuschia Leach, die ontdekt had
dat paardrijden haar fort niet was, en maar niet
kon begrijpen hoe prinsessen en hertoginnen er
vermaak in konden vinden over de heidevlakten
te rennen en over heggen te springen. Een calori-
fére altijd op tachtig graden, een sacque uit een der
voornaamste modemagazijnen, een gemakkelijke
stoel, en een twaalftal jongelieden in verschillenden
staat van bewondering om zich heen: dat was haar
denkbeeld van genoegen. Alles wat buitenshuis
was maakte haar huiverig.
Zij zag Vere heengaan en lachte, en toch gevoelde
zij zich min of meer bedroefd. Zijzelve werd ge
vierd omdat zij eene schoonheid en eene coquette
was; omdat haar door een prins, wiens woord wet
was, boven anderen hulde was bewezen; omdat zij
juist geschikt was voor de eeuw waarin zij leefde,
met hare losheid van manieren, die chic heette,
hare stoutmoedigheid zonder weerga, en een aardig
mengsel van volslagen onwetendheid en snedigheid
van slaafsche onderwerping aan de mode en driest
heid van toon. die voor den overprikkelden smaak
van de wereld waren wat kaviaar of een glas absint
voor het gehemelte is.
(Wordt vervolgd.)