n Napels. EERSTE BLAD STOOMBÖÖTDIENST Vraagt ons Advertentla-tarlel ZATERDAG 2 JUNI 1934 Een stap terug. MOTTE N. SPROETENVERDELGER, is en blijft: SPRUTOL. Binnenlandsch Weekoverzicht. Buitenlandsch Weekoverzicht. iildegart te bewegen voor Engeland Dan zon Hildegart dus afgetrokken n liet werk vvaarvoor haar moeder md had. klaarde zij, dat een Engelsch schrij- voor Hildegart interesseerde. Hij chitterende gaven van het meisje twikkelen, maar de moeder was ;en, aangezien zij niet uitgenoodigd dochter te vergezellen. Hoe dit Ie rechtbank heeft de moeder ver- ot 26 jaar gevangenisstraf. OORLOG IN ARABIE. orraden wapens aangekomen: van is besloten den krijg voort te zetten. ,i en Hodeidah zijn groote hoeveel- penen en munitie aangekomen en :he stammen zenden geweren naar de zijden schijnt men vast besloten te hervatten en voort te zetten, belichten uit kringen van Saudi- heeft koning lbn Saoud aan den Jemen een ultimatum gesteld, ij tot heden gelegenheid kreeg zich t te vormen, of hij oorlog wil of den oorlog, aldus wordt gezegd, dan log tot het bittere einde voortduren d de overwinning verleenen. chten bevestigen over het algemeen, oonprins van Jemen gedreigd heeft van de troon te zullen stooten, „de schandelijke vredesvoorvvaar- ent. len zegt, heeft de Kroonprins ver- t de troepen van Sudai-Arabië nooit hoofdstad van Jemen) zullen bin- :n van lbn Saoud hebben hun vader dat alles gereed is voor de her- an het offensief tegen Jemen en vol- chten uit Jeddah heeft Feisal, de an Irak, zijn troepen last gegeven ia op te trekken. PASSAGIER FLOOT OP HET PERRON looden, 25 gewonden by Barcelona. 1LONA, 22 Mei. In de nabijheid itatiou van San Boy de Llobregat, by Barcelona gelegen dorp, zyn egeagestelde richting rijdende trei- elkaar in botsing gekomen. Tot tjn reeds 20 dooden en 25 ernstig geborgen, zaak van de ramp is gelegen in het een voor vertrek gereedstaande vroeg wegreed, doordat de machinst igDaal van een passagier hield voor reksignaal van den stationschef, ilometers buiten het station kwam in botsing met een anderen trein; inen werden verpletterd, reest, dat zich onder de vernielde ïog meer slachtoffers bevinden. BOEK: N.V. Rotterd. Tramweg Maatschappij Gevestigd te Rotterdam MIDDELHARNIS-ROTTERDAM v.Y. via VLAARDINGEN 8.8. „MIDDELHARNIS" Dienstregeling aanvangende 15 Mei 1934 van Middelharnis op Maandag en Dinsdag (behalva Feestdagen Y. Middelbamis 4.30 Tm. A.Vlaard. 7.01 to.* A. Rotterdam 8.00 Tm. Overige dageif (beb. Zoo- eo Feestd.) Y.Middelbands 6.40 Tm.A.V1aard.9.10vm.** A. Rotterdam 10.00 tb. A. Brlelle 10.30 vm.§ van Rotterdam op Maandag en Dinsdag (bebaiye Feeetdagen*) V.Rotterdam2.15 am. V. Vlaard.3.00om. t A. Middelbamis 5.30 am. Overige dagen (beb. Zoo- en Feestd.) V. Rotterdam 3.15 nm. Y.Vlaard. 4.00nm ft V. Brlelle 2.25 nm.§[ A. Middelbands 6.30 Op 21 Mei (2e Pinksterdag} V. Middelh. 6.40 vm. A.Vlaard.9.10 vm.** A. Rotterd. 10.00 vm. A. Brielle 10.50vm.§ V. Rotterdam 7.00 nm. V. Vlaard. 7.45 nm. aankomst Middelharnis 10.15 nm. In aansluiting op den trein van 7.24 vm. en 7.11 vm. van Vlaardingen (Station). In aansluiting op den trein van 9.20vm. en 9.38 vm. van Vlaardingen (Station), t In aansluiting op den trein van 14.38 (2.38 n m.) en 14.51 (2.51 nm.) te Vlaar dingen (Station). ff In aansluiting op den trein van 15.38 (3.38 nm.) en 15.52 (3.52 nm.) te Vlaar dingen (Station). Op Zaterdag 1.25 n.m. Te Vlaardingen overstappen. Al» Peeatdagan xljn t* bwcboawan: NI«ow]x»rid»g, 3« Paaxchdag, Hawaii aartadat ?8 Piakat«rd»g d« halda Kantdataa. Ligplaats Boompjes tegenover Reederljstraat. iiuiimiimnniiiiiiiiiuiuaiiiiiiijiiiiiuiiiiiiiuniiininiiinininnnininiiim Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 58 Zoover als in Amerika, waar in sommige gevangenissen de gevangenen radio in hun cel hebben en waar de veroordeelden gelegenheid krijgen om het voetbalspel te beoefenen, zijn wij nog niet, maar toch heelt ook bij ons het kanariepietje en het bloempje reeds lang zijn intrede gedaan in de cel, en helpen deze de veroordeelden om de eentonige uren der eenzame op sluiting door te komen, terwijl zij tevens hun aandacht vestigen op iets anders, iets schooners, dan de kale celmuren, de brits en het tralievenstertje in de hoogte. De tijd, dat men de cel tot een soort martelplaats voor den gevangene maakte, is gelukkig voorbij. Het oude begrip van wraak, dat in vroeger tijd ten grondslag lag aan de straf, heeft plaats gemaakt voor het humaner begrip van verbetering. Wat heeft de wereld aan een aantal achter dikke muren en zware grendels opge sloten individuen, die men door een on- menschelijke behandeling tot haters van de maatschappij heeft gemaakt, waarin men door hardheid het laatste vonkje menschelijkheid heeft gebluscht. Als dat het doel van de straf moet zijn, zou men bijna, zoowel in het belang der maat schappij, als der veroordeelden zelf de doodstraf weer terug wenschen, want geen leven lijkt erger, dan een leven in de cel. Doch, zooals we reeds zeiden, dit stand punt is in de beschaafde maatschappij overwonnen. Wij beschouwen een gevan gene in zekeren zin als een zieke, en ons strafsysteem tracht hem te genezen. Al dient erkend dat het in déze richting nog zeer te kort schiet. De afzondering in de cel heeft dan ook alleen ten doel de maatschappij te vrijwaren voor een herhaling van de misdaad, zoolang de misdadiger zelf nog niet genezen is. Maar de hoop op déze genezing verliezen wij niet en daarom trachten wij hem het verblijf- in de cel te veraangenamen, door hem toe te staan bloemen te kweeken, een vogel te verzorgen, boeken te lezen, op gezette tijden bezoek te ontvangen, brieven te schrijven enz. Wie mocht meenen, dat dit moderne gevangenissysteem algemeen aanvaard wordt, ja, dat dit zelfs slechts een eerste stap beteekent op den weg, die leiden moet tot beter, sneller reclasseering van den misdadiger, vergist zich, want in Duitschland, waar men op zoo menig gebied den wijzer van den tijd meent te kunnen verdraaien, heeft men ook het strafstelsel „hervormd". Op last van den rijksminister van Justitie zal de behandeling der gevangenen in de gevangenissen verscherpt worden. De mi nister heeft een nieuw besluit uitgevaar digd, waarin de eenzame opsluiting wordt aanbevolen en bij overtreding van de ge- FEUILLETON. OUID A Naar het Encelsch door C. BAARSLAG. 25) „Nooit van gehoord. Heeft de tenorzanger u al die gekheid verteld?" „Waar is mama. Lord Jura?" zeide Vere. „Het verveelt mij hier langer te zitten." „Dat is zooveel als een slag in mijn gezicht," dacht Jura; „en voor zoo'n kind niet slecht toe gebracht ook. Ik vraag u verschooning," zeide hij overluid. „Corrèze zal een prins van den bloede zijn, als gij 't verlangt. Uwe moeder is daar; maar ik betwijfel of zij er u wel dank voor zal weten als gij bij haar komt; zij heeft het veel te druk; zie maar." Hij bedoelde dat Lady Dolly meer dan ooit coquetteerde en zich bijzonder vermaakte, want zij had bijna zooveel heeren om zich heen als Miss Fuschia Leach. Vere zag het, en hare oogen werden beneveld. „Dan zal ik maar naar bed gaan. Zij zal mij niet missen. Goeden nacht." „Neen, zij zal u niet missen, maar anderen mis schien wel." „Er is hier niemand, dien ik ken: wie zou mij dus missen?" zeide Vere onschuldig, en stond op om heen te gaan; maar Sergius Zouroff, die op het laatste oogenblik gekomen was, versperde vangenisreglementen het zitten op water en brood en het niet verschaffen van werk. Verder is het aan bezoekers ver boden een handdruk of kus te wisselen met gevangenen, terwijl aan de gevangenen verplicht onderwijs wordt gegeven in het zingen van nat. socialistische marsch- liederen. De gouverneur van Plötzensee- gevangenis verklaarde, dat het doel van deze maatregelen is het verblijf in de gevangenis voor den gevangene zoo on aangenaam mogelijk te maken, om aldus de eventueele wetsovertreders af te schrik ken. Vooral ddt verbod om een handdruk of een kus te wisselen met bezoekende familieleden en dien dwang inzake het zingen van nat. socialistische liederen is onmenschelijk, en van een sadistische wreedheid. Een Overheid, die meent door dergelijke maatregelen eventueele wets overtreders af te schrikken en dus de mis daad te kunnen bestrijden, vergist zich schromelijk. Bijna zouden wij zeggenLaat de Duit- sche autoriteiten, die zoo graag het ver leden, speciaal het Germaansch verleden, als voorbeeld aanhalen, eens nagaan hoé wreed de straffen in vroeger eeuwen waren. Zij zullen dan tot het inzicht moeten komen, dat de misdaad juist in dien tijd weliger tierde dan ooitl Of,is het heelemaal niet hun bedoeling de misdaad te verminderen en zat bij het nemen van al deze maatregelen slechts het streven voor om wraak te nemen op politieke tegenstanders? Als dat het geval is, danarm Duitsch volk, dat door dergelijke mannen gere geerd wordt. Zeg mij Uw naam I - Mijn naam SPROETENBEZITTER, (Adv.) Arbeidsplaten van het werkfonds. Naar een oplossing voor het Werkloozen» vraagstuk? - De wijziging der WoniDg- wet. Storm om de spellingkwestie. Protesten, maar toch grooter spoed ge- wenscht. Dezer dagen is te Amsterdam de eerste vergadering gehouden van de Industrieele Commissie van het Werkfonds 1934 welke geopend werd met een rede van den voor* zitter, den heer C. J. P. Zaalberg. De ge noemde commissie zal zich voornamelijk bezighouden met de behandeling van econo mische vraagstukken, die van het grootste belang zijn voor de toekomstige welvaart van Nederland. Voorwaar in deze tijden geen gemakkelijke taak! De60millioen,die het werkfonds ter beschikking heeft om den bestaanden toestand in ons land te verbe teren, moeten goed besteed worden. In de eerste plaats moet natuurlijk steun worden gegeven aan bedrijven, die hieraan behoefte hebben, doch hiervoor komen alleen die be- haar, glimlachend en met eene beleefde buiging, den doorgang. „Uw gastheer, Mademoiselle Herbert. Verveelt het u zoo in mijn huis dat gij er om tien uur reeds aên denkt naar uwe kamer te gaan?" „Ik ga altijd om tien uur naar bed," Monsieur," antwoordde Vere. „Dat is niets vreemds voor mij." „Vergun mij dat ik u eerst mijne bloemen laat zien," sprak Prins Zouroff. „Gij weet: wij Russen, te midden van sneeuw en ijs geboren, hebben eene manie voor oranjerieën; gaat gij mede?" Dit zeggende, bood hij haar zijn arm aan. Zou het lomp zijn dien te weigeren? Dat wist Vere niet, maar zij vreesde van wel, omdat hij haar gastheer was. Zij legde dus hare vingers aarzelend op den haar aangeboden arm, en werd door Prins Zouroff door de kamers geleid. Fuschia Leach nam hare handen achter haar hoofd weg en keek verbaasd; Lady Dolly zou bleek zijn geworden, als zij niet zoo goed geblanket was geweest; Lady Stoat hield haar lorgnet voor de oogen en glimlachte. Prins Zouroff hield niet van ongehuwde dames, en nooit bewees hij er eene de minste oplettend heid; zelfs niet de gast zijner zuster, de onweer staanbare Fuschia Leach. Prins Zouroff was een lang en forsch man, zeven en-dertig jaar, plomp van gestalte en leelijk van gelaat. Hij bezat alle ondeugden in de hoogste mate; maar als hij verkoos, kon hij zeer beschaafd wezen; hij was een van de rijkste mannen in Europa, en zijne familie, waarvan hij het hoofd was, stond iri rang en invloed niet ver beneden den troon; sedert twintig jaar, van het oogenblik af dat hij zijn ontslag had genomen uit het keizer* draven in aanmerking, die ook in de toe komst in staat zullen zyn op eigen krach ten te bestaan en vrucht af te werpen. Bij de onzekere kansen op het oogenblik is dit slechts heel moeilijk te bepalen. Behalve steun aan reeds bestaande moet er ook ge legenheid gegeven worden tot het oprichten vaa nieuwe bedrijven. Immers een zoo groot mogeiyke verruiming van werkzaamheid beteekent een uitbreiding van het arbeids leger en dus een vermindering van het aantal werkloozen. Verder kan ook veel gedaan worden voor de moderniseering van vele bedrijven, waar door deze zich aan kunnen passen aan de eischen van dezen tyd en meer kans heb ben op goede resultaten. Op deze en derge lijke manieren zal men het bedrijfsleven in Nederland kunnen versterken, hetgeen toch het hoofddoel is van het werkfonds. Het is niet de bedoeling, dat het als vertegen woordiger van den staat de teugeis in handen neemt, doch dat het steun geeft aan de be drijven tot deze weer op eigen beenen kun nen staan en stevig kunnen staan dan. In een résumé noemde de heer Zaalberg de verschillende methoden op volgens welke de Commissie zou werken. Het zou ons te ver voeren ze alle hier te melden, temeer, daar ze in hoofdzaak neerkomen op het bovengemelde en alleen gespecificeerd zijn voor de verschillende afzonderlijke bedrijven. Dat hier weer een belangrijke poging wordt gedaan om een oplossing te vinden voor het werkloozenvraagstuk, valt niet te ontkennen. Op het verloopig verslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot wijziging van de woningwet is thans de Memorie van Antwoord verschenen. Hierin wordt er na.- drukkelijk op gewezen, dat door heit ingrij pen der regeering geenszins afbreuk is ge daan aan het verdiensteiyk initiatief van de makers van de woningwet. Het versterkte centrale toezicht zal er integendeel toe leiden, dat de Woningwet met name de belangen zal bevorderen van de economisch zwakke ren. Het ligt geenszins in de bedoeling der Regeering om het noodzakelyk minimum- peil der woningen te verlagen. Er wordt echter gestreefd naar het wegnemen van excessen, bestaande in het bouwen van wo ningen, die verhuurd moeten worden tegen een pry's, welke de meeste arbeiders niet kunnen betalen. En de gezinnen, die door de tijdsomstandigheden sterk gedaalde in komens hebben, bovendien deze voorloopig nog wel zullen houden, moeten toch ook de gelegenheid krijgen om woningen te huren, waarvan de prys binnen hun bereik valt. Men ziet hier dus uit, dat het zeker de be» doeling van de Regeering is, om alles wat zweemt naar weelde en overbodigheid, te vermijden, doch geenszins om het woning- peil, d.d. het allervoornaamste van een woning te verlagen. Het 3tormt om de spellingskwestie. Nog steeds is er geen rust voor minister Mar- chant. Hij wordt belaagd met protesten en voorstellen van alle mogelijke zijden om weer veranderingen aan te brengen en vooral de buigings-n is een geliefkoosd middelpunt van strijd. In de kringen van onderwijs en practijk is men over het algemeen sterk voor de afschaffing van genoemd taalver schijnsel. Echter is de Nederlandsche taal lijk Corps de Pages, en zich te Parijs had vertoond, waar hij zijn span zwarte Orlofs reed, was hij de afgod, de hoop en de wanhoop van alle moeders met huwbare dochters geweest. Vere aan zijn arm door de salons te zien gaan was zulk een verbazingwekkend schouwspel, dat het gesprek een oogenblik bleef steken. Het was eene zegepraal, maar yere was daar totaal onbe wust van, hetgeen haar in de oogen van hem, die haar deze zegepraal deed behalen, des te bekoor lijker maakte. „Dat wordt wat, geloof ik!" zeide Fuschia Leach tot hare bewonderaars, 't Was haar onver schillig. Zij wilde Zouroff niet hebben, hoe voor naam en machtig en rijk hij ook was; zij had zich voorgenomen als eene Engelsche hertogin te ster ven, en den ongelukkigen Muil had zij alleen afgewezen omdat zij ontdekt had dat hij arm was. „En wat baat bet dan eene hertogin te zijn, als men niet schitterend voor den dag kan komen?" zeide zij zeer verstandig tot hare moeder, toen zij er over spraken. Zij had schandelijk met Muil gecoquettecrd, maar dat deed zij met zoovelen; dat was zoo hare gewoonte; die had zij uit Amerika meegebracht. Zij was altijd door jongelieden ora- ïingd, evenals een rattenvanger door zijne fretten en dassen; maar zij wilde haar tijd afwachten om er voor goed een uit te kiezen. „Wat is dat een schoon kind!" dacht Prins Zouroff, „en zoo onverschillig! Hoe is 't mogelijk dat zij de dochter van die ondeugende Dolly is!" Hij.stelde belang in haar; en in zulke zaken bedreven, wist hij gemakkelijk het weinige te weten te komen, wat er van haar te vernemen was, terwijl hij haar door zijne oranjerieën geleidde en haar Japansche leliën liet zien, en Chincesche er niet alleen voor die kringen, maar ook voor de letterkundigen, rechtskundigen en theologen. Het is ook voornameiyk van de laatstgenoemde groepen, dat de meeste pro testen binnenkomen. Is het dan een wonder, dat het den minister moeiiy'k valt een der flnitieve beslissing te nemen en staat nog zeer te bezien of de nieuwe spelling inder daad met 1 Sept. zal worden ingevoerd. Van andere zyde, met name van de vereeniging, van Nederlandsche gemeenten wordt pressie uitgeoefend op de Regeering om zoo snel mogeiyk vaste richtiynen te bepalen. Gezien het feit, dat in September het nieuwe school jaar ingaat, hetgeen een enorme aanschaf van nieuwe schoolboekjes met zich mee* brengt, is het alleszins begrypelljk, dat de gemeenten aandringen op grooten spoed. Bovendien zouden zy natuurlyk graag weten op welken wyze, en in welke tijdsduur de nieuwe regeling zal worden ingevoerd. Voor loopig echter is nog niets met zekerheid te zeggen. Afwachten is ook hier het parool voor allen, die geen leidende rol in de kwestie spelen. Tegen de regeeringsmaatregel, waarbij aan Vlaamsche intellectueelen het woord werd ontzegd op den Dietschen Landdag te Tilburg is door de deelnemers hieraan ernstig be zwaar gemaakt. De genoemde maatregel berust waarschijnlijk op het verbod van het optreden van buitenlandsche politici. Waar hier echter geen sprake is van politieke toe spraken, doch het alleen de bedoelingjis deD band tusschen Nederlanders en Vlamingen, kinderen van een stam nietwaar nauwer aan te halen, gaat genoemde maatregel niet op. Onder leiding van den voorzitter, prof. H. Burger, is dan ook met algemeene stem men een motie aan de regeering aangeno men, waarin op grond van de onbillijkheid van genoemden maatregel, op grond ook van het feit, dat ze een wapen kan zijn voor de vijanden van het volk protest aangetee- kend. Aartshertog Eugenius, Masarijk en Benesj.-Roemenië, na dagen van groote spanning. - Codos en Rossi te New-York geland. - Het Vaticaansche witboek. De afgeloopen week was een week van gewichtige personen: Aartshertog Eugenius keerde na een ballingschap van vijftien jaren in zijn oude vaderland Oostenrijk terug. Dienzelfden Donderdag dat dit gebeurde, leg de Masarijk voor de vierde maal zijn eed af op de Tsjechoslowaaksche grondwet. Afgeloopen Maandag werd Benesj, die door Masarijk steeds als zijn belangrijksten en onmisbaren medewerker werd beschouwd, vijftig jaar. Er is daarom ook alle reden om een beschouwing te wijden aan dezen man. Benesj, die na Masarijk, het meeste heeft gedaan voor de stichting en deconsolidatie van Tsjechoslowakije, en de de schepper is van haar internationale positie, is dus nog een betrekkelijk jonge man. Dat is voorzin land van groote beteekenis. Naar mensche- lijke berekening kan het nog tientallen jaren profijt trekken van zijn groote kennis en gezond verstand en van zijn internationaal aanzien. Het is goed voor een staat, als de hoofdpersonen uit zijn groote stiebtings- periode hem nog een lang stuk op zijn eersten planten, die driemaal op een dag van kleur ver anderen, en orchideeën uit elke luchtstreek en van elke kleur. De oranjerieën waren werkelijk merkwaardig, en bevielen haar; maar Prins Zouroff beviel haar niet. Zijne oogen hadden eene koele en tegelijk stoutmoedige uitdrukking, zij waren bovendien rood, en zijn adem had een brandewijniucht, die door al den geur der bloemen heen tot haar kwam. Hij stond haar tegen. Zij was ernstig en stil, en antwooidde op hetgeen hij haar vroeg, maar zij wilde daar niet langer blijven en zocht eene ge legenheid om te ontsnappen. Dat behaagde Zou roff, die zoo gewoon was aan tegemoetkomingen van vrouwen, dat hij er geen vermaak in vond ze te vervolgen. 't Is duidelijk te zien dat zij nooit bij die on deugende Dolly geweest isi" zeide hij bij zich- zelven, terwijl hij haar met zulk een onverholen bewondering beschouwde, dat Vere, die juist van de gouden bloesems van een Odontoglossum op zag, tot over de slapen bloosde en zich toornig gevoelde, zij wist zelve niet recht waarom. „Uwe bloemen zijn prachtig, en ik dank u, Monsieur; maar ik ben vermoeid en moet u goeden nacht wenschen," zeide zij haastig, met eene zekere trotschhcid in haar toon en haar blik, die Zouroff meer behaagde dan iets sedert jaren ver mocht. „Ik wil u geen oogenblik tegen uw zin terug houden, Mademoiselle," sprak hij, met eene diepe buiging, waarin werkelijk iets eerbiedigs lag. „Met uw verlof, dit is de naaste weg. ik zal miladi zeggen dat gij vermoeid zijt. Als er morgen iets is dat gij wenscht, hebt ge 't mij maar te zeggen." Hij deed eene deur open, die uit de laatste levensweg kunnen begeleiden. Als Bismarck eens, bij de stichting van het Duitsche Rtjk, zooals Benesj in 1918, een 35-jarige ware geweest, en dienovereenkomstig lang nog z(jn krachten aan het nieuwe R(jk had kun nen blyven w(jden, hoe anders zou het er thans allicht by onze Oostelyke buren hebben uitgezien. De groote jeugd van Benesj in 1918 gaat nu haar vruchten dragen, hoewel die toen haar schaduwzyden had. Zoo mag men ten minste voor hem en voor zyn land hopen. Zyn internationaal aanzien, dat eerBt op een zekere verrassing berustte over een onge wone intelligentie, groote kennis en groote voortvarendheid, heeft tyden van neergang gekend. De rype leeftyd van (Bismarck in 1870 had waarlijk niet enkel nadeelen. Hy gaf hem evenwicht en een volumineus pres tige; hy bracht vanzelf ook bezonnen terug houding mee. Die kon men van een jong en ijverig ge leerde en politiek revolutionnair, als Benesj was, toen hy op zyn hoogen post geroepen werd, niet verwachten. Hy bezat nog geen ervaring omtrent het geringe weten wij spreken niet eens van de geringe wy'sheid waarmee de wereld geregeerd pleegt te worden. Hij zat als een element van gisting te midden van het wriemelende, onophoudelyk door conferen ties geteisterde diplomatieke leven van West- Europa. Hy kende de hoofdpersonen; beheerschte de talen. H{j dwong de aandacht naar zich toe als een jonge man van nuttige kennis, van on- uitbluschbaren ijver, die op zijn tyd gema tigd wist te zyn en die zich met practische raadgevingen, waaraan toen zoo groote be hoefte bestond, dikwyis op het juiste oogen» blik nuttig wist te toonen. Voor Frankryk kreeg btj groote beteekenis, als de eigen lijke schepper van de Kleine Entente. In tegenstelling tot de Poolsche politici was Benesj echter zoo voorzichtig, op Londen terdege het oog te houden. Benesj trachtte zooveel mogelijk bemiddelaar te zyn tusschen Londen en Parijs in Midden- en Oost-Euro- peesche aangelegenbeden. Herhaaldelijk zjjn zijn diensten ook gaarne aanvaardt. Eer dan vele anderen leerde hij het Beriyn niet al te onwennig te bekyken. Hjj scheen door dit alles, op weg om een der invloedrykete staatslieden van Europa te worden. Hij zou daarin wellicht ook zyn geslaagd, als hy met dezelfde opgaven en ijver, 15 jaar ouder ware geweest en het „poids" en de ervaring bezeten had, die een Bismarck in zijn scheppende periode aan allerlei, maar zeker tot ook aan z(jn rjjper leeftyd ont leende. Hoe bet zy, toen men BeneBj niet meer zoo noodig had, namen velen hem zjjn getoonden yver kwalyk. Bemiddelen is een soort koorddansen, en misstapjes by dat werk, die bij zijn onstuimigen yver en zyn gebrek aan ervaring met traditioneele ge voeligheden onvermydeiyk moesten zyn, werden hem daarom extra hoog aangerekend. Benesj heeft b.v. te Londen, na 1922, een zekere geprikkeldheid tegenover zich moeten opmerken. Zeker, dit ware te vermyden ge weest als Benesj niet Benesj geweest ware. Maar Benesj heeft met deze teleurstellin gen zyn voordeel weten te doen. In het algemeen is echter de vyftigste oranjerie aan de groote trap uitkwam; en niet wetende of zij misschien tegen ai de regelen der beleefdheid en étiquette zondigde, verliet Vere hem met eene hoofdbuiging en vloog de irap op. Sergius Zouroff glimlachte, drentelde alleen naar de gezelschapskamers terug, en zocht Lady Doliy op, naast wie hij zich op een lagen stoei nederwierp. „Ma chère, je beminnelijke dochter heeft mijne bloemen en mij niet gewaardeerd. Zij heeft mij verzocht u te zeggen dat zij vermoeid is, en is naar hare kamer gegaan. Zij is schoon, zeer schoon; maar ik kan juist niet zeggen dat zij beleefd is." „Zij is nog maar een kind," antwoordde Lady Dolly haastig; zij was half verlicht en half on gerust. Zij is lomp," liet zij er, op een toon van leedwezen, op volgen. „Dat ligt aan hare op voeding. Oii moet het haar vergeven, zij is nog zoo jong!" „Haar vergevenl Mais de bon coeur! Eene vrouw, die wegloopt, is tegenwoordig te zeldzaam om niet verrukkelijk te zijn," zeide de prins koei. „Maak haar niet anders. Plaag haar niet. Zoek haar met zoo te maken als ge zelve zijt. Ik heb haar liever zooals zij nu is. Lady Dolly zag hem snel aan. Kon 't mogelijk zijn dat nu reeds...? Sergius Zouroff lag in zijn sto«l achterover met de oogen dicht. Hij lachte stilzwijgend, op de hem eigene onaangename wijze; hij was onbeschoft geweest, en Lady Dolly kon zijne onbeschoftheid niet kwalijk nemen. (Wordt vervolgd.) i

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1