n Napels.
EERSTE BLAD
STOOMBÖÖTDIENST
Vraagt ons Advertentla-tarlel
ZATERDAG
2 JUNI 1934
Een stap terug.
MOTTE N.
SPROETENVERDELGER,
is en blijft: SPRUTOL.
Binnenlandsch Weekoverzicht.
Buitenlandsch Weekoverzicht.
iildegart te bewegen voor Engeland
Dan zon Hildegart dus afgetrokken
n liet werk vvaarvoor haar moeder
md had.
klaarde zij, dat een Engelsch schrij-
voor Hildegart interesseerde. Hij
chitterende gaven van het meisje
twikkelen, maar de moeder was
;en, aangezien zij niet uitgenoodigd
dochter te vergezellen. Hoe dit
Ie rechtbank heeft de moeder ver-
ot 26 jaar gevangenisstraf.
OORLOG IN ARABIE.
orraden wapens aangekomen: van
is besloten den krijg voort te zetten.
,i en Hodeidah zijn groote hoeveel-
penen en munitie aangekomen en
:he stammen zenden geweren naar
de zijden schijnt men vast besloten
te hervatten en voort te zetten,
belichten uit kringen van Saudi-
heeft koning lbn Saoud aan den
Jemen een ultimatum gesteld,
ij tot heden gelegenheid kreeg zich
t te vormen, of hij oorlog wil of
den oorlog, aldus wordt gezegd, dan
log tot het bittere einde voortduren
d de overwinning verleenen.
chten bevestigen over het algemeen,
oonprins van Jemen gedreigd heeft
van de troon te zullen stooten,
„de schandelijke vredesvoorvvaar-
ent.
len zegt, heeft de Kroonprins ver-
t de troepen van Sudai-Arabië nooit
hoofdstad van Jemen) zullen bin-
:n van lbn Saoud hebben hun vader
dat alles gereed is voor de her-
an het offensief tegen Jemen en vol-
chten uit Jeddah heeft Feisal, de
an Irak, zijn troepen last gegeven
ia op te trekken.
PASSAGIER FLOOT OP HET
PERRON
looden, 25 gewonden by Barcelona.
1LONA, 22 Mei. In de nabijheid
itatiou van San Boy de Llobregat,
by Barcelona gelegen dorp, zyn
egeagestelde richting rijdende trei-
elkaar in botsing gekomen. Tot
tjn reeds 20 dooden en 25 ernstig
geborgen,
zaak van de ramp is gelegen in het
een voor vertrek gereedstaande
vroeg wegreed, doordat de machinst
igDaal van een passagier hield voor
reksignaal van den stationschef,
ilometers buiten het station kwam
in botsing met een anderen trein;
inen werden verpletterd,
reest, dat zich onder de vernielde
ïog meer slachtoffers bevinden.
BOEK:
N.V. Rotterd. Tramweg Maatschappij
Gevestigd te Rotterdam
MIDDELHARNIS-ROTTERDAM v.Y.
via VLAARDINGEN
8.8. „MIDDELHARNIS"
Dienstregeling
aanvangende 15 Mei 1934
van Middelharnis
op Maandag en Dinsdag
(behalva Feestdagen
Y. Middelbamis 4.30 Tm. A.Vlaard. 7.01 to.*
A. Rotterdam 8.00 Tm.
Overige dageif (beb. Zoo- eo Feestd.)
Y.Middelbands 6.40 Tm.A.V1aard.9.10vm.**
A. Rotterdam 10.00 tb. A. Brlelle 10.30 vm.§
van Rotterdam
op Maandag en Dinsdag
(bebaiye Feeetdagen*)
V.Rotterdam2.15 am. V. Vlaard.3.00om. t
A. Middelbamis 5.30 am.
Overige dagen (beb. Zoo- en Feestd.)
V. Rotterdam 3.15 nm. Y.Vlaard. 4.00nm ft
V. Brlelle 2.25 nm.§[ A. Middelbands 6.30
Op 21 Mei (2e Pinksterdag}
V. Middelh. 6.40 vm. A.Vlaard.9.10 vm.**
A. Rotterd. 10.00 vm. A. Brielle 10.50vm.§
V. Rotterdam 7.00 nm. V. Vlaard. 7.45 nm.
aankomst Middelharnis 10.15 nm.
In aansluiting op den trein van 7.24 vm.
en 7.11 vm. van Vlaardingen (Station).
In aansluiting op den trein van 9.20vm.
en 9.38 vm. van Vlaardingen (Station),
t In aansluiting op den trein van 14.38
(2.38 n m.) en 14.51 (2.51 nm.) te Vlaar
dingen (Station).
ff In aansluiting op den trein van 15.38
(3.38 nm.) en 15.52 (3.52 nm.) te Vlaar
dingen (Station).
Op Zaterdag 1.25 n.m.
Te Vlaardingen overstappen.
Al» Peeatdagan xljn t* bwcboawan:
NI«ow]x»rid»g, 3« Paaxchdag, Hawaii aartadat
?8 Piakat«rd»g d« halda Kantdataa.
Ligplaats Boompjes
tegenover Reederljstraat.
iiuiimiimnniiiiiiiiiuiuaiiiiiiijiiiiiuiiiiiiiuniiininiiinininnnininiiim
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 58
Zoover als in Amerika, waar in sommige
gevangenissen de gevangenen radio in
hun cel hebben en waar de veroordeelden
gelegenheid krijgen om het voetbalspel
te beoefenen, zijn wij nog niet, maar toch
heelt ook bij ons het kanariepietje en het
bloempje reeds lang zijn intrede gedaan
in de cel, en helpen deze de veroordeelden
om de eentonige uren der eenzame op
sluiting door te komen, terwijl zij tevens
hun aandacht vestigen op iets anders,
iets schooners, dan de kale celmuren, de
brits en het tralievenstertje in de hoogte.
De tijd, dat men de cel tot een soort
martelplaats voor den gevangene maakte,
is gelukkig voorbij. Het oude begrip van
wraak, dat in vroeger tijd ten grondslag
lag aan de straf, heeft plaats gemaakt
voor het humaner begrip van verbetering.
Wat heeft de wereld aan een aantal achter
dikke muren en zware grendels opge
sloten individuen, die men door een on-
menschelijke behandeling tot haters van
de maatschappij heeft gemaakt, waarin
men door hardheid het laatste vonkje
menschelijkheid heeft gebluscht. Als dat
het doel van de straf moet zijn, zou men
bijna, zoowel in het belang der maat
schappij, als der veroordeelden zelf de
doodstraf weer terug wenschen, want geen
leven lijkt erger, dan een leven in de cel.
Doch, zooals we reeds zeiden, dit stand
punt is in de beschaafde maatschappij
overwonnen. Wij beschouwen een gevan
gene in zekeren zin als een zieke, en
ons strafsysteem tracht hem te genezen.
Al dient erkend dat het in déze richting
nog zeer te kort schiet. De afzondering
in de cel heeft dan ook alleen ten doel
de maatschappij te vrijwaren voor een
herhaling van de misdaad, zoolang de
misdadiger zelf nog niet genezen is. Maar
de hoop op déze genezing verliezen wij
niet en daarom trachten wij hem het
verblijf- in de cel te veraangenamen, door
hem toe te staan bloemen te kweeken,
een vogel te verzorgen, boeken te lezen,
op gezette tijden bezoek te ontvangen,
brieven te schrijven enz.
Wie mocht meenen, dat dit moderne
gevangenissysteem algemeen aanvaard
wordt, ja, dat dit zelfs slechts een eerste
stap beteekent op den weg, die leiden
moet tot beter, sneller reclasseering van
den misdadiger, vergist zich, want in
Duitschland, waar men op zoo menig
gebied den wijzer van den tijd meent te
kunnen verdraaien, heeft men ook het
strafstelsel „hervormd".
Op last van den rijksminister van Justitie
zal de behandeling der gevangenen in de
gevangenissen verscherpt worden. De mi
nister heeft een nieuw besluit uitgevaar
digd, waarin de eenzame opsluiting wordt
aanbevolen en bij overtreding van de ge-
FEUILLETON.
OUID A
Naar het Encelsch door
C. BAARSLAG.
25)
„Nooit van gehoord. Heeft de tenorzanger u al
die gekheid verteld?"
„Waar is mama. Lord Jura?" zeide Vere. „Het
verveelt mij hier langer te zitten."
„Dat is zooveel als een slag in mijn gezicht,"
dacht Jura; „en voor zoo'n kind niet slecht toe
gebracht ook. Ik vraag u verschooning," zeide hij
overluid. „Corrèze zal een prins van den bloede
zijn, als gij 't verlangt. Uwe moeder is daar; maar
ik betwijfel of zij er u wel dank voor zal weten als
gij bij haar komt; zij heeft het veel te druk; zie
maar."
Hij bedoelde dat Lady Dolly meer dan ooit
coquetteerde en zich bijzonder vermaakte, want
zij had bijna zooveel heeren om zich heen als Miss
Fuschia Leach.
Vere zag het, en hare oogen werden beneveld.
„Dan zal ik maar naar bed gaan. Zij zal mij
niet missen. Goeden nacht."
„Neen, zij zal u niet missen, maar anderen mis
schien wel."
„Er is hier niemand, dien ik ken: wie zou mij
dus missen?" zeide Vere onschuldig, en stond op
om heen te gaan; maar Sergius Zouroff, die op
het laatste oogenblik gekomen was, versperde
vangenisreglementen het zitten op water
en brood en het niet verschaffen van
werk. Verder is het aan bezoekers ver
boden een handdruk of kus te wisselen
met gevangenen, terwijl aan de gevangenen
verplicht onderwijs wordt gegeven in het
zingen van nat. socialistische marsch-
liederen. De gouverneur van Plötzensee-
gevangenis verklaarde, dat het doel van
deze maatregelen is het verblijf in de
gevangenis voor den gevangene zoo on
aangenaam mogelijk te maken, om aldus
de eventueele wetsovertreders af te schrik
ken. Vooral ddt verbod om een handdruk
of een kus te wisselen met bezoekende
familieleden en dien dwang inzake het
zingen van nat. socialistische liederen is
onmenschelijk, en van een sadistische
wreedheid. Een Overheid, die meent door
dergelijke maatregelen eventueele wets
overtreders af te schrikken en dus de mis
daad te kunnen bestrijden, vergist zich
schromelijk.
Bijna zouden wij zeggenLaat de Duit-
sche autoriteiten, die zoo graag het ver
leden, speciaal het Germaansch verleden,
als voorbeeld aanhalen, eens nagaan hoé
wreed de straffen in vroeger eeuwen waren.
Zij zullen dan tot het inzicht moeten
komen, dat de misdaad juist in dien tijd
weliger tierde dan ooitl
Of,is het heelemaal niet hun
bedoeling de misdaad te verminderen en
zat bij het nemen van al deze maatregelen
slechts het streven voor om wraak te
nemen op politieke tegenstanders?
Als dat het geval is, danarm Duitsch
volk, dat door dergelijke mannen gere
geerd wordt.
Zeg mij Uw naam I - Mijn naam
SPROETENBEZITTER,
(Adv.)
Arbeidsplaten van het werkfonds.
Naar een oplossing voor het Werkloozen»
vraagstuk? - De wijziging der WoniDg-
wet. Storm om de spellingkwestie.
Protesten, maar toch grooter spoed ge-
wenscht.
Dezer dagen is te Amsterdam de eerste
vergadering gehouden van de Industrieele
Commissie van het Werkfonds 1934 welke
geopend werd met een rede van den voor*
zitter, den heer C. J. P. Zaalberg. De ge
noemde commissie zal zich voornamelijk
bezighouden met de behandeling van econo
mische vraagstukken, die van het grootste
belang zijn voor de toekomstige welvaart
van Nederland. Voorwaar in deze tijden
geen gemakkelijke taak! De60millioen,die
het werkfonds ter beschikking heeft om den
bestaanden toestand in ons land te verbe
teren, moeten goed besteed worden. In de
eerste plaats moet natuurlijk steun worden
gegeven aan bedrijven, die hieraan behoefte
hebben, doch hiervoor komen alleen die be-
haar, glimlachend en met eene beleefde buiging,
den doorgang.
„Uw gastheer, Mademoiselle Herbert. Verveelt
het u zoo in mijn huis dat gij er om tien uur reeds
aên denkt naar uwe kamer te gaan?"
„Ik ga altijd om tien uur naar bed," Monsieur,"
antwoordde Vere. „Dat is niets vreemds voor mij."
„Vergun mij dat ik u eerst mijne bloemen laat
zien," sprak Prins Zouroff. „Gij weet: wij Russen,
te midden van sneeuw en ijs geboren, hebben eene
manie voor oranjerieën; gaat gij mede?"
Dit zeggende, bood hij haar zijn arm aan. Zou
het lomp zijn dien te weigeren? Dat wist Vere
niet, maar zij vreesde van wel, omdat hij haar
gastheer was.
Zij legde dus hare vingers aarzelend op den haar
aangeboden arm, en werd door Prins Zouroff door
de kamers geleid.
Fuschia Leach nam hare handen achter haar
hoofd weg en keek verbaasd; Lady Dolly zou
bleek zijn geworden, als zij niet zoo goed geblanket
was geweest; Lady Stoat hield haar lorgnet voor
de oogen en glimlachte.
Prins Zouroff hield niet van ongehuwde dames,
en nooit bewees hij er eene de minste oplettend
heid; zelfs niet de gast zijner zuster, de onweer
staanbare Fuschia Leach.
Prins Zouroff was een lang en forsch man, zeven
en-dertig jaar, plomp van gestalte en leelijk van
gelaat. Hij bezat alle ondeugden in de hoogste
mate; maar als hij verkoos, kon hij zeer beschaafd
wezen; hij was een van de rijkste mannen in
Europa, en zijne familie, waarvan hij het hoofd
was, stond iri rang en invloed niet ver beneden
den troon; sedert twintig jaar, van het oogenblik
af dat hij zijn ontslag had genomen uit het keizer*
draven in aanmerking, die ook in de toe
komst in staat zullen zyn op eigen krach
ten te bestaan en vrucht af te werpen. Bij
de onzekere kansen op het oogenblik is dit
slechts heel moeilijk te bepalen. Behalve
steun aan reeds bestaande moet er ook ge
legenheid gegeven worden tot het oprichten
vaa nieuwe bedrijven. Immers een zoo groot
mogeiyke verruiming van werkzaamheid
beteekent een uitbreiding van het arbeids
leger en dus een vermindering van het
aantal werkloozen.
Verder kan ook veel gedaan worden voor
de moderniseering van vele bedrijven, waar
door deze zich aan kunnen passen aan de
eischen van dezen tyd en meer kans heb
ben op goede resultaten. Op deze en derge
lijke manieren zal men het bedrijfsleven in
Nederland kunnen versterken, hetgeen toch
het hoofddoel is van het werkfonds. Het is
niet de bedoeling, dat het als vertegen
woordiger van den staat de teugeis in handen
neemt, doch dat het steun geeft aan de be
drijven tot deze weer op eigen beenen kun
nen staan en stevig kunnen staan dan.
In een résumé noemde de heer Zaalberg de
verschillende methoden op volgens welke
de Commissie zou werken. Het zou ons te
ver voeren ze alle hier te melden, temeer,
daar ze in hoofdzaak neerkomen op het
bovengemelde en alleen gespecificeerd zijn
voor de verschillende afzonderlijke bedrijven.
Dat hier weer een belangrijke poging wordt
gedaan om een oplossing te vinden voor het
werkloozenvraagstuk, valt niet te ontkennen.
Op het verloopig verslag der Eerste Kamer
over het ontwerp van wet tot wijziging van
de woningwet is thans de Memorie van
Antwoord verschenen. Hierin wordt er na.-
drukkelijk op gewezen, dat door heit ingrij
pen der regeering geenszins afbreuk is ge
daan aan het verdiensteiyk initiatief van de
makers van de woningwet. Het versterkte
centrale toezicht zal er integendeel toe leiden,
dat de Woningwet met name de belangen
zal bevorderen van de economisch zwakke
ren. Het ligt geenszins in de bedoeling der
Regeering om het noodzakelyk minimum-
peil der woningen te verlagen. Er wordt
echter gestreefd naar het wegnemen van
excessen, bestaande in het bouwen van wo
ningen, die verhuurd moeten worden tegen
een pry's, welke de meeste arbeiders niet
kunnen betalen. En de gezinnen, die door
de tijdsomstandigheden sterk gedaalde in
komens hebben, bovendien deze voorloopig
nog wel zullen houden, moeten toch ook de
gelegenheid krijgen om woningen te huren,
waarvan de prys binnen hun bereik valt.
Men ziet hier dus uit, dat het zeker de be»
doeling van de Regeering is, om alles wat
zweemt naar weelde en overbodigheid, te
vermijden, doch geenszins om het woning-
peil, d.d. het allervoornaamste van een woning
te verlagen.
Het 3tormt om de spellingskwestie. Nog
steeds is er geen rust voor minister Mar-
chant. Hij wordt belaagd met protesten en
voorstellen van alle mogelijke zijden om
weer veranderingen aan te brengen en vooral
de buigings-n is een geliefkoosd middelpunt
van strijd. In de kringen van onderwijs en
practijk is men over het algemeen sterk
voor de afschaffing van genoemd taalver
schijnsel. Echter is de Nederlandsche taal
lijk Corps de Pages, en zich te Parijs had vertoond,
waar hij zijn span zwarte Orlofs reed, was hij de
afgod, de hoop en de wanhoop van alle moeders
met huwbare dochters geweest.
Vere aan zijn arm door de salons te zien gaan
was zulk een verbazingwekkend schouwspel, dat
het gesprek een oogenblik bleef steken. Het was
eene zegepraal, maar yere was daar totaal onbe
wust van, hetgeen haar in de oogen van hem, die
haar deze zegepraal deed behalen, des te bekoor
lijker maakte.
„Dat wordt wat, geloof ik!" zeide Fuschia
Leach tot hare bewonderaars, 't Was haar onver
schillig. Zij wilde Zouroff niet hebben, hoe voor
naam en machtig en rijk hij ook was; zij had zich
voorgenomen als eene Engelsche hertogin te ster
ven, en den ongelukkigen Muil had zij alleen
afgewezen omdat zij ontdekt had dat hij arm was.
„En wat baat bet dan eene hertogin te zijn, als
men niet schitterend voor den dag kan komen?"
zeide zij zeer verstandig tot hare moeder, toen zij
er over spraken. Zij had schandelijk met Muil
gecoquettecrd, maar dat deed zij met zoovelen;
dat was zoo hare gewoonte; die had zij uit Amerika
meegebracht. Zij was altijd door jongelieden ora-
ïingd, evenals een rattenvanger door zijne fretten
en dassen; maar zij wilde haar tijd afwachten om
er voor goed een uit te kiezen.
„Wat is dat een schoon kind!" dacht Prins
Zouroff, „en zoo onverschillig! Hoe is 't mogelijk
dat zij de dochter van die ondeugende Dolly is!"
Hij.stelde belang in haar; en in zulke zaken
bedreven, wist hij gemakkelijk het weinige te
weten te komen, wat er van haar te vernemen
was, terwijl hij haar door zijne oranjerieën geleidde
en haar Japansche leliën liet zien, en Chincesche
er niet alleen voor die kringen, maar ook
voor de letterkundigen, rechtskundigen en
theologen. Het is ook voornameiyk van de
laatstgenoemde groepen, dat de meeste pro
testen binnenkomen. Is het dan een wonder,
dat het den minister moeiiy'k valt een der
flnitieve beslissing te nemen en staat nog
zeer te bezien of de nieuwe spelling inder
daad met 1 Sept. zal worden ingevoerd. Van
andere zyde, met name van de vereeniging,
van Nederlandsche gemeenten wordt pressie
uitgeoefend op de Regeering om zoo snel
mogeiyk vaste richtiynen te bepalen. Gezien
het feit, dat in September het nieuwe school
jaar ingaat, hetgeen een enorme aanschaf
van nieuwe schoolboekjes met zich mee*
brengt, is het alleszins begrypelljk, dat de
gemeenten aandringen op grooten spoed.
Bovendien zouden zy natuurlyk graag weten
op welken wyze, en in welke tijdsduur de
nieuwe regeling zal worden ingevoerd. Voor
loopig echter is nog niets met zekerheid te
zeggen. Afwachten is ook hier het parool
voor allen, die geen leidende rol in de kwestie
spelen.
Tegen de regeeringsmaatregel, waarbij aan
Vlaamsche intellectueelen het woord werd
ontzegd op den Dietschen Landdag te Tilburg
is door de deelnemers hieraan ernstig be
zwaar gemaakt. De genoemde maatregel
berust waarschijnlijk op het verbod van het
optreden van buitenlandsche politici. Waar
hier echter geen sprake is van politieke toe
spraken, doch het alleen de bedoelingjis deD
band tusschen Nederlanders en Vlamingen,
kinderen van een stam nietwaar nauwer
aan te halen, gaat genoemde maatregel niet
op. Onder leiding van den voorzitter, prof.
H. Burger, is dan ook met algemeene stem
men een motie aan de regeering aangeno
men, waarin op grond van de onbillijkheid
van genoemden maatregel, op grond ook van
het feit, dat ze een wapen kan zijn voor de
vijanden van het volk protest aangetee-
kend.
Aartshertog Eugenius, Masarijk en
Benesj.-Roemenië, na dagen van groote
spanning. - Codos en Rossi te New-York
geland. - Het Vaticaansche witboek.
De afgeloopen week was een week van
gewichtige personen: Aartshertog Eugenius
keerde na een ballingschap van vijftien jaren
in zijn oude vaderland Oostenrijk terug.
Dienzelfden Donderdag dat dit gebeurde, leg
de Masarijk voor de vierde maal zijn eed af
op de Tsjechoslowaaksche grondwet.
Afgeloopen Maandag werd Benesj, die door
Masarijk steeds als zijn belangrijksten en
onmisbaren medewerker werd beschouwd,
vijftig jaar. Er is daarom ook alle reden om
een beschouwing te wijden aan dezen man.
Benesj, die na Masarijk, het meeste heeft
gedaan voor de stichting en deconsolidatie
van Tsjechoslowakije, en de de schepper is
van haar internationale positie, is dus nog
een betrekkelijk jonge man. Dat is voorzin
land van groote beteekenis. Naar mensche-
lijke berekening kan het nog tientallen jaren
profijt trekken van zijn groote kennis en
gezond verstand en van zijn internationaal
aanzien. Het is goed voor een staat, als de
hoofdpersonen uit zijn groote stiebtings-
periode hem nog een lang stuk op zijn eersten
planten, die driemaal op een dag van kleur ver
anderen, en orchideeën uit elke luchtstreek en
van elke kleur.
De oranjerieën waren werkelijk merkwaardig,
en bevielen haar; maar Prins Zouroff beviel haar
niet. Zijne oogen hadden eene koele en tegelijk
stoutmoedige uitdrukking, zij waren bovendien
rood, en zijn adem had een brandewijniucht, die
door al den geur der bloemen heen tot haar kwam.
Hij stond haar tegen. Zij was ernstig en stil, en
antwooidde op hetgeen hij haar vroeg, maar zij
wilde daar niet langer blijven en zocht eene ge
legenheid om te ontsnappen. Dat behaagde Zou
roff, die zoo gewoon was aan tegemoetkomingen
van vrouwen, dat hij er geen vermaak in vond ze
te vervolgen.
't Is duidelijk te zien dat zij nooit bij die on
deugende Dolly geweest isi" zeide hij bij zich-
zelven, terwijl hij haar met zulk een onverholen
bewondering beschouwde, dat Vere, die juist van
de gouden bloesems van een Odontoglossum op
zag, tot over de slapen bloosde en zich toornig
gevoelde, zij wist zelve niet recht waarom.
„Uwe bloemen zijn prachtig, en ik dank u,
Monsieur; maar ik ben vermoeid en moet u goeden
nacht wenschen," zeide zij haastig, met eene
zekere trotschhcid in haar toon en haar blik, die
Zouroff meer behaagde dan iets sedert jaren ver
mocht.
„Ik wil u geen oogenblik tegen uw zin terug
houden, Mademoiselle," sprak hij, met eene diepe
buiging, waarin werkelijk iets eerbiedigs lag. „Met
uw verlof, dit is de naaste weg. ik zal miladi
zeggen dat gij vermoeid zijt. Als er morgen iets
is dat gij wenscht, hebt ge 't mij maar te zeggen."
Hij deed eene deur open, die uit de laatste
levensweg kunnen begeleiden. Als Bismarck
eens, bij de stichting van het Duitsche Rtjk,
zooals Benesj in 1918, een 35-jarige ware
geweest, en dienovereenkomstig lang nog
z(jn krachten aan het nieuwe R(jk had kun
nen blyven w(jden, hoe anders zou het er
thans allicht by onze Oostelyke buren hebben
uitgezien.
De groote jeugd van Benesj in 1918 gaat
nu haar vruchten dragen, hoewel die toen
haar schaduwzyden had. Zoo mag men ten
minste voor hem en voor zyn land hopen.
Zyn internationaal aanzien, dat eerBt op een
zekere verrassing berustte over een onge
wone intelligentie, groote kennis en groote
voortvarendheid, heeft tyden van neergang
gekend. De rype leeftyd van (Bismarck in
1870 had waarlijk niet enkel nadeelen. Hy
gaf hem evenwicht en een volumineus pres
tige; hy bracht vanzelf ook bezonnen terug
houding mee.
Die kon men van een jong en ijverig ge
leerde en politiek revolutionnair, als Benesj
was, toen hy op zyn hoogen post geroepen
werd, niet verwachten.
Hy bezat nog geen ervaring omtrent het
geringe weten wij spreken niet eens van
de geringe wy'sheid waarmee de wereld
geregeerd pleegt te worden. Hij zat als een
element van gisting te midden van het
wriemelende, onophoudelyk door conferen
ties geteisterde diplomatieke leven van West-
Europa.
Hy kende de hoofdpersonen; beheerschte
de talen.
H{j dwong de aandacht naar zich toe als
een jonge man van nuttige kennis, van on-
uitbluschbaren ijver, die op zijn tyd gema
tigd wist te zyn en die zich met practische
raadgevingen, waaraan toen zoo groote be
hoefte bestond, dikwyis op het juiste oogen»
blik nuttig wist te toonen. Voor Frankryk
kreeg btj groote beteekenis, als de eigen
lijke schepper van de Kleine Entente. In
tegenstelling tot de Poolsche politici was
Benesj echter zoo voorzichtig, op Londen
terdege het oog te houden. Benesj trachtte
zooveel mogelijk bemiddelaar te zyn tusschen
Londen en Parijs in Midden- en Oost-Euro-
peesche aangelegenbeden. Herhaaldelijk zjjn
zijn diensten ook gaarne aanvaardt. Eer dan
vele anderen leerde hij het Beriyn niet al
te onwennig te bekyken.
Hjj scheen door dit alles, op weg om een
der invloedrykete staatslieden van Europa te
worden.
Hij zou daarin wellicht ook zyn geslaagd,
als hy met dezelfde opgaven en ijver, 15
jaar ouder ware geweest en het „poids" en
de ervaring bezeten had, die een Bismarck
in zijn scheppende periode aan allerlei, maar
zeker tot ook aan z(jn rjjper leeftyd ont
leende. Hoe bet zy, toen men BeneBj niet
meer zoo noodig had, namen velen hem zjjn
getoonden yver kwalyk. Bemiddelen is een
soort koorddansen, en misstapjes by dat
werk, die bij zijn onstuimigen yver en zyn
gebrek aan ervaring met traditioneele ge
voeligheden onvermydeiyk moesten zyn,
werden hem daarom extra hoog aangerekend.
Benesj heeft b.v. te Londen, na 1922, een
zekere geprikkeldheid tegenover zich moeten
opmerken. Zeker, dit ware te vermyden ge
weest als Benesj niet Benesj geweest
ware.
Maar Benesj heeft met deze teleurstellin
gen zyn voordeel weten te doen.
In het algemeen is echter de vyftigste
oranjerie aan de groote trap uitkwam; en niet
wetende of zij misschien tegen ai de regelen der
beleefdheid en étiquette zondigde, verliet Vere
hem met eene hoofdbuiging en vloog de irap op.
Sergius Zouroff glimlachte, drentelde alleen naar
de gezelschapskamers terug, en zocht Lady Doliy
op, naast wie hij zich op een lagen stoei nederwierp.
„Ma chère, je beminnelijke dochter heeft mijne
bloemen en mij niet gewaardeerd. Zij heeft mij
verzocht u te zeggen dat zij vermoeid is, en is naar
hare kamer gegaan. Zij is schoon, zeer schoon;
maar ik kan juist niet zeggen dat zij beleefd is."
„Zij is nog maar een kind," antwoordde Lady
Dolly haastig; zij was half verlicht en half on
gerust. Zij is lomp," liet zij er, op een toon van
leedwezen, op volgen. „Dat ligt aan hare op
voeding. Oii moet het haar vergeven, zij is nog
zoo jong!"
„Haar vergevenl Mais de bon coeur! Eene
vrouw, die wegloopt, is tegenwoordig te zeldzaam
om niet verrukkelijk te zijn," zeide de prins koei.
„Maak haar niet anders. Plaag haar niet. Zoek
haar met zoo te maken als ge zelve zijt. Ik heb
haar liever zooals zij nu is.
Lady Dolly zag hem snel aan. Kon 't mogelijk
zijn dat nu reeds...?
Sergius Zouroff lag in zijn sto«l achterover met
de oogen dicht. Hij lachte stilzwijgend, op de hem
eigene onaangename wijze; hij was onbeschoft
geweest, en Lady Dolly kon zijne onbeschoftheid
niet kwalijk nemen.
(Wordt vervolgd.)
i