EERSTE BLAD :eningent Circulaires, t best en mooist tO, Middelharnis ZATERDAG 19 MEI 1934 16E JAARGANG. - N°. 55 WIE NIET H00REN WIL... FEUILLETON. MOTTEN. Binnenlandsch Weekoverzicht. Buitenlandsch Weekoverzicht. Een der kogels ketste op de stalen platen van den auto terug en trof een der douanen. De man moest in zorgwekkenden toestand naar bet ziekenhuis worden vervoerd. De auto wist in het duister te ontkomen. Tot dusver heeft men van den wagen geen 3poor gevonden. VERKOOPINGEN. Op WOENSDAG 16 MEI 1934,'s Dam. 2 uur (Wett. tt)d) teSommelsdt)k,in Hotel Spee, afslag vani a. 5.06.20 H.A. (11 Gem. 7 R. V. Maat) BOUWLAND en eeuwkant, te Middelharnis in den polder „Het Oudeland." b. 1.65.20 H.A. (4 Gem. 23 R. S. Maat) Bouwland te Sommelsdt)k in den polder „Het Oudeland." c. HUIZEN met erven, te Middelharnis; d. HUIZEN met erven te Sommelad()k, in diverse perceelen en GombinatiSn. Alles behoorende tot de nalatenschap van wfllen Mejuffrouw de Wed. JAC. SCHELLEVIS- geb. Korteweg. Breeder b(j biljet. Notaris VAN DER SLUYS. Op VRIJDAGEN 18 en 25 Mei 1934 telkens des avonds 7 30 uur(z.t.)te DIRKSLAND resp. in de zaal ODEONen Hotel REGTER veiling en afslag van: BOUWLAND te Dirksland in polder „Dirksland" en te Semmeladjjk in den polder „Het Oude land". Breeder b(j biljet. Ten verzoeke v. Mej. Anth. van Es te Dirksland. Notaris VAN DER SLUYS. Men beweert, dat de houding der weten bij het zitten een aanwijzing vormen voor het karakter der betrokkene. Een vrouw, die b(j het zitten haar eene voet achter tegen de kuit van het andere been drukt, heeft geen zelfbewustzijn. Strekt een vrouw bij het zitten de voeten en beenen recht voor zich uit, dan is het een twistziek schepsel. m*I |AardiSe fantasie m °deT Pide gevoerf^'V p'% I 14 jij* lid is thans onze sorteering. rtemodellen.de nieuwste stof- tinten en voor prijzen, zooals |en ware verrassing zijn. En aan de prettige vakkundige Voss! Dat is ook wat waard. Oen Haag Spuistraat Hofweg Arnhem Groote Oord Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTËNTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. BERICHT. Wegens Invallende Pinkster dagen zal ons blad op Woensdag 23 Mei a.s. NIET verschijnen. DE UITGEEFSTER. Er moet een eind aan komen. In de laatste weken had Haarlem twee ernstige gevallen te boeken. Het eindigde met drie patiënten in een ziekenhuis, het andere met een onschuldig slachtoffer, dat op de pun ten van een hek werd geslingerd. In beide gevallen had de bestuurder van de auto een café bezocht en zich daar niet onbe tuigd gelaten. Enkele dagen geleden was het Maastricht, dat op de verlieslijst met een soortgelijk geval paradeerdeeen slingerende auto op de Maasbrug, een botsing met een brugleuning, het stuur om, te ver om, een slag en een wielrijder moet met een hersenschudding naar het ziekenhuis gebracht worden. De chauffeur verkeerde onder den invloed van sterken drank. Nogmaals, er moet een einde aan komen. Het is al erg genoeg, dat het dagelijk- sche leven ons noodzaakt dat wij ons bloot stellen aan de gevaren van den weg. Ieder wielrijder, ieder voetganger en tenslotte iedere automobilist, verkeert in voort durend levensgevaar, omdat wij ons ver keer gemechaniseerd hebben en men van een machine nooit zeker is. Ieder oogen- blik, dat een auto u passeert gaat de dood voorbij, maar dat maakt nu eenmaal geen indruk meer op ons omdat ervaring en ondervinding ons geleerd hebben, dat deze dood erger lijkt dan hij is. Het is waar, zoo'n auto, die daar met een sneltreinvaart op ons komt aanstormen zou zelfs den méést onverschrokken Noorman indertijd op de vlucht gedreven hebben, maar wij, ontaard nageslacht van de heldenfiguren der sagen en mythen, knippen zelfs niet met de oogleden als het monster loeiend met zijn brulstem op ons toeschiet. Rustig peddelen wij voort op de M. ruimte, welke ons nog gelaten is en de sensatie van het voorbij suizen van het gevaarte ondergaan wij tientallen malen in dezelfde gemoedsrust. Het is zelfs geen sensatie meer voor ons, omdat wij hebben leeren vertrouwen op de betrouwbaarheid van de machine. Wij weten, dat zoo'n auto, hoe scherp de vaart ook op ons gericht is, ons toch niet raken zal. Op enkele d.M. afstand passeert hij ons, omdat het mechanisme, dat haar drijft bijna onfeilbaar is. Bijna! Want inderdaad weigert het wel eens een enkele maal. Doch die gevallen komen zoo sporadisch voor, dat wij daar geen rekening mee houden in onzen geest, zoo min wij er rekening mee houden, dat OUIDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 22) Lady Dolly zweeg om de uitwerking van deze verschrikkelijke voorspelling gade te slaan. Vere bleef er zeer kalm onder; zij had er nauwelijks naar geluisterd. Zij dacht aan die zuivere welluidende stem, die tot haar gezegd had: „Houd u onbesmet van de wereld." „Als de wereld niets beters is dan dit, moet het zeer gemakkelijk zijn haar wederstand te bieden,' dacht zij in hare onwetendheid. Zij wist niet dat uit die moerassen van vleierij, intrigue, afgunst, en mededinging een pestwalm opstijgt, dien zelfs de gezondste longen aandoet. Zij wist niet dat, hoewel velen onverschillig mogen zijn voor de verzoeking van mannen, slechts zeer weinigen ongevoelig kunnen blijven voor den spot- tenden glimlach van vrouwen; hoe moeilijk het is zijn eigen weg te gaan te midden van de wereld waarin wij leven; hoeveel heldenmoed het ver- eischt zich aan het gevaar bloot te stellen van „zon derling" te heeten en hoe de strengheid der Trap pisten-orde nog niet haalt bij de tucht, die men zichzelf moet opleggen om zich op een afstand te houden van zijne „soort." Andere tijden, andere zeden maar ook wij er wel eens een hevige wervelstorm over onze stad kan trekken of een overstrooming verwoestingen aan kan richten. Wij hebben vertrouwen in de machine, een vertrouwen gegrond op de ervaring. Maar nu komt, zooals zoo vaak, de mensch ons vertrouwen schenden. Zoolang die mensch nuchter is en zijn verstand normaal functioneert, weet hij wel wat hij doen moet achter het stuurrad zittende en dan doet de machine gehoorzaam de rest. Maar als die mensch beneveld is en de controle mist over zijn eigen daden, dan mist hij ook de controle over de machine. Dat leidt tot ongelukken en onze bladen staan dan ook vol met dergelijke onge lukken, die feitelijk onder de rubriek „mis daden" thuis behooren. Want een misdaad is het om in benevelden toestand een auto te besturen en voort te jakkeren over onze wegen met 60 K.M. vaart. De straf, welke de rechter daarvoor oplegt, hoe zwaar ook in bijzondere gevallen, is over het algemeen nog te licht. Die straf moet zoo afschrikwekkend zijn, dat iedere auto mobilist met angstvalligheid den alcohol mijdt, indien hij rijden moet. Zelfs geen druppel mag er over zijn lippen komen. Wie geen avond in gepaste vreugde kan doorbrengen zonder alcohol moet kiezen of deelen: of geen gezellige avond, of niet achter het stuurrad. Een middenweg is er niet 1 Met propaganda voor het goede doel is veel te bereiken, maar niet alles. De rest moet komen van den rechter. Daarom zullen wij het toejuichen indien de strafmaat, gesteld op het veroorzaken van ongelukken in dronkenschap aanmer kelijk wordt verzwaard. Ook hier geldt: „Wie niet hooren wil, moet vóelen. (O. H. C.) Doos 30 en 60 ct. n/t i—-ff (Adv.) De vijf burgerlijke partijen vergade ren tezamen. De regeeiing ontmoet echter óók tegenwerking. Electrifi- catie der spoorlijn Rotterdam-Dor drecht. Nog een poppententoon- stelling. Onder de tegenwoordige politieke omstandig heden in ons land is het van belang, dat de vijf burgerlijke partijen, welke in de regeering vertegenwoordigd zijn, een gecombineerde vergadering hebben gehouden in het kasteel Oud-Wassenaar, welke vergadering was be doeld als een demonstratie voor het nationale kabinet. Aan het einde der vergadering werd dan ook een in hartelijke bewoordingen gesteld telegram gezonden aan Minister Colijn, waarin de goede wenschen ook werden uitgestrekt tot de andere leden van het ministerie. hebben nog onze martelaars. Félicité was een kasteel aan den zeekant, en behoorde aan de prinsen Zouroff, die het van eene in verval geraakte, oude Fransche familie gekocht en in een waar kasteel uit een tooversprookje her schapen hadden. Zij kwamen er slechts om de drie jaar voor eene maand of drie; maar het had, zelfs onder de vele fraaie zomerverblijven van Etretat tot de Rochers de Calvadas, zijne wederga niet iti sierlijkheid en aantrekkelijkheid. Dit jaar was het vol logé's; Prinses Nadinc Nela- guine hield daar open huis voor haar broeder Ser- gius Zouroff. Jachten met witte zeilen lagen in de baai voor anker; jagers in 't groen, met gouden galons, doorkruisten de bosschen; cavalcades en rijtuigen verlevendigden en vervroolijkten de lanen; groepen, die aan Watteau's schilderijen herinner den, wandelden in de tuinen; er was een troep tooneelspelers uit Parijs om in het kasteel voor stellingen te geven, het was er een leven vol af wisseling; maar Sergius Zouroff had veel liever alleen willen zijn met cenige schoone Tschiganschc vrouwen en ettelijke flesschen brandewijn. Madame Nelaguine was een kleine vrouw, die eene zeer bescheiden perruqtie droeg, den geheelen dag rookte, met veel genoegen onzedelijke romans las en er dikwijls over sprak; evenwel kon Madame Nelaguine, ais zij verkoos; ccnc politieke autoriteit zijnzij kon zich met juweelen en oude kant tooien, en niettegenstaande hare kleine gestalte zulk eene waardigheid aannemen, dat zij eens eene nieuw bakken keizerin, die zij meende dat geen echte was, geheel uit het veld sloeg. Zij was verbazend handig en geleerd, zij was scherp en kon zeer wreed zijn; maar op hare wijze had zij een goed hart; zij was zeer bedreven in de muziek en wiskunde; zij was De vergadering volgde geheel en al de leus, welke de eerste spreker Dr. L. Kortenhorst (R.K.) aanhief, n.l. „sluit de gelederen!" Hij dankte de regeering voor haar krachtige lei ding, waaraan hij de gewijzigde houding der S.D.A.P. toeschreef. Daarna sprak Mr. W. C. Wendelaar (Lib.), die de geruchtmakende rede van minister de Wilde op het tapijt bracht en verklaarde, dat na diens openlijke betuiging van spijt het incident door de liberalen als gesloten werd beschouwd. De heer H. W. Tilanus (C.H.) keerde zich tegen alle vormen van dictatuur, zooals men die ziet in Italië, Duitschland, in Rusland en tegen de staats vergadering. Oud-minister J. J. C. van Dijk (A.R.) sprak in denzelfden geest, waarna als laatste spreker Mr. A. M. Joekes (V.D.) op trad. Deze wees o.a. op de groote meerderheid van stemmen, waarmede de belangrijke wetten worden aangenomen, als een bewijs van de bestaande samenwerking in de Kamer. Dat de regeering intusschen niet overal medewerking geniet, blijkt o.a. uit de houding van den Zaandamschen gemeenteraad bij de bespreking der aanvulling van het ambtenaren reglement. Het ging voornamelijk om het ver bod aan de ambtenaren, om in dienst insignes of onderscheidingsteekenen te dragen en het verbod om andere dan nationale- of oranje vlaggen uit dienstwoningen te hangen, terwijl ook het ontslag wegens revolutionnaire gezind heid of lid zijn van verboden vereenigingen in debat werd gebracht. B. en W. hadden als hun oordeel te kennen gegeven, dat deze wij zigingen van het ambtenarenreglement voor. Zaandam niet noodig waren, hoewel de regee ring had bepaald, dat zij binnen drie maanden moesten zijn ingevoerd. Om den raad tot een uitspraak te dwingen, stelde de-heer Tilkema (A.R.) voor, dat B. en W. den raad spoedig zouden dienen met een concept-ambtenaren reglement, waarin met de voorschriften der regeering rekening werd gehouden. Er waren elf stemmen vóór en elf tegen dit voorstel, zoodat er in de volgende vergadering opnieuw zal worden gestemd. Deze houding van den Zaandamschen ge meenteraad kan nog tot allerlei verwikkelingen aanleiding geven. De regeering zal echter zon der twijfel haar standpunt handhaven. Als een kleine aanwijzing, dat zij niet met zich Iaat sollen, releveeren wij het een dezer dagen genomen besluit van den minister van sociale zaken. In het voorjaar van 1933 werden te werkgestelden in de werkverschaffingen te Ambt-Hardenberg en Peizer Maden geschorst en later uitgesloten wegens bedreiging en mis handeling van opzichters. Op een hernieuwd verzoek van het hoofdbestuur van den Ned. Landarbeidersbond heeft de minister een her plaatsing der uitgeslotenen geweigerd, echter met de toezegging, dat hij tegen het najaar, bereid is om het verzoek opnieuw in behande ling te nemen. Nu de electrificatie van de spoorlijn Rotter- dam-Dordrecht is voltooid, heeft het gemeente bestuur van laatstgenoemde plaats een aantal autoiiteiten van de Nederlandsche Spoorwegen ten stadhuize ontvangen op den vooravond van het officieel in gebruik nemen der geëlec- trificeerde lijn. Hieruit blijkt duidelijk, welk een beteekenis men in Dordrecht aan deze electrificatie toekent. Er werd niet uitbundig feestgevierd, zooals in 1930 bij het in gebruik nemen van de Zeehaven, doch dat komt door de tijdsomstandigheden. Toen het traject Rotterdam-Amsterdam geëlectrificeerd werd, raakte Dordrecht, wat het doorloopend ver keer betreft, eenigszins achterop. Voor den handel, maar ook voor het vreemdelingen- vei keer wordt thans zeer veel verwacht van de electrificatie. Men heeft het verder in Dordrecht ten zeerste op prijs gesteld, dat deze werkzaamheden zijn doorgevoerd, terwijl het verkeer zijn normalen gang ging. Er werden natuurlijk ook eenige woorden gewijd aan het feit, dat op denzelfden dag de Dieseltreinen begonnen te rijden, wat eveneens een feit van groote beteekenis voor de Nederlandsche Spoorwegen belooft te worden. PoppententoonsteJlingen schijnen den Jaat- sten tijd zeer in zwang te komen om de nood lijdende kassen van allerlei vereenigingen van liefdadigheid te versterken. Thans weer waren het de Brabantsche afdeelingen van het Groene Kruis, die het initiatief namen tot een dergelijke tentoonstelling te Waalwijk en die, geleid door kunstzin en intelligentie, smaak en toewijding, iets heel origineels tot stand hebben gebracht. En het is vooral om de openingsrede van den Burgemeester, die ons deed besluiten deze tentoonstelling in ons overzicht te memoreeren. De hoofdgedachte van diens humanistisch en idealistisch getinte woorden was, dat de heden- daagsche wereldcrisis niet hoofdzakelijk kan .worden verklaard als gevolg van den wereld oorlog alleen, doch dat deze toestand mede voortspruit uit egoïsme, een tekort aan men- schenliefde en gebrek aan onderling vertrou wen. Wanneer het hart gaat spreken is er uitgebreid veld van arbeid, waarop men den naaste de behulpzame hand kan bieden. Lief dadigheid is niet alleen een deugd, maar ook een plicht. Langs dezen weg is het, dat de onderlinge saamhoorigheid moet worden her steld. Deze woorden mogen we wel allemaal goed overwegen. En gezien het succes van deze tentoon stellingen elders .in den lande, moge het een aansporing zijn voor andere veieenigingen, die den nood van den evenmensch wenschen en trachten te lenigen, om ook op deze of des noods andere wijze middelen ter beschikking probeeren te krijgen om hun nobel streven te verwezenlijken. En onze Pinksterwensch weze dan: dat hun streven succes hebbe! eene ambassadrice geweest en had zich aan groote hoven onderscheiden. Zij had aan intrigues van allerlei aard deelgenomen, maar zich nooit er door in opspraak gebracht. Zij was veel ouder dan haar broeder en zelden ovei hem tevreden. „On peut se dèbaucher mais on doit se débaucher avec de I'esprit," placht zij te zeggen; en zooals men zich tegenwoordig aan ondeugd overgaf vond zij zoo geesteloos. „Gij vermaakt er u niet eens mede," lichtte zij het nader toe. „Als gij er vermaak in vondt, zou het nog te begrijpen zijn, maar dat doet gij niet eens. Gij verkwist uw geld aan schepsels, voor wie gij niet de minste liefde gevoelt; gij brengt uwe nachten door met spelen, hetgeen u volstrekt niet vroolijk maakt; gij doet gemeen heden, die niets aanlokkelijks voor u hebben, maar alleen omdat anderen het ook doengij parodieert de grootste ondeugden zoodat zij niet langer ver schrikkelijk, nlaar belachelijk zijn; en zelfs als gij een duel hebt, maakt gij het bespottelijk door een chirurgijn mede te nemen! Hartstochten hebt gij niet. Hartstocht veredelt het leven, en daar weet gij niets van; gij kent slechts schandelijkheden. En schandelijkheden zijn zoo iets doms; zij zijn altijd een bewijs van slechte opvoeding. Waarom bootst gij Vitcllius na? Omdat gij geen geest ge noeg bezit om Horatius of Cesar te zijn," Maar Sergius Zouroff sloeg al de wijze vermanin gen van zijne zuster in den wind. Zijne mijnen in het Uralgebergte, zijne uitgestrekte graanvelden, zijne bosschen en boerderijen, zout- en koper mijnen en al wat hij bezat, waren bijna onuitput telijke schatten, en hoewel verkwistend, was hij toch niet dom. Hij was er de man niet naar om spoedig geruïneerd te zijn; en zoolang zijn groote rijkdom en zijn rang hem eene vorstelijke positie De Balkan wordt rustiger. Jef- titsj's bezoek te Sofia. Moesjanoff lost puzzles op. Beek te Boekarest. De Volkenbondsraad. Het bezoek dat Jeftitsj, de leider van de buitenlandsche politiek van Zuid-Slavië, ver- leden week te Sofia aflegde, is een nieuwe j schakel in den keten van de Bulgaarsch- Servische toenadering, die al bijna een jaar lang gesmeed wordt. In beide landen is men' van de wenschelijkheid dier toenadering al sinds geruimen tijd overtuigd. Het heeft echter moeite gekost het wederzijdsche wantrouwen, dat tussclien buren van denzelfden stam helaas maar al te vaak gretig wortel schiet en dat hier door de geschiedenis van den jongsten tijd een al te goeden voedingsbodem had ge vonden, te overwinnen. Het gestook van de Macedoniërs deed daar ook geen goed aan. Sinds echter het krachtige optreden van het Servische bewind in het Zuiden van den Joego-SIavischen staat het bendewezen heeft weten uit te roeien en men van Bulgaarschen kant er met vrucht naar streeft de grens incidenten, door dezelfde elementen veroor zaakt, te voorkomen, was de oorzaak van wrijving voor het grootste deel weggenomen. De sterke Macedonische invloed te Sofia blijft een bron van latent gevaar; met name voor het geval andere partijen daar nog eens aan het bewind mochten komen. Voorloopig echter is het onderdrukt en hoe langer deze onder drukking duurt, hoe minder kans, dat het nog eens in een acuut stadium komt. Een oogenblik heeft het geschenen alsof het Balkanverdrag toch nog weer een nieuwen slagboom tusschen de beide Slavische broeder volken op den Balkan zou plaatsen. Men mag er de staatslieden van beide landen in de eerste plaats, maar ongetwijfeld ook die van Roemenië en Turkije dank voor weten, dat zij zulks voorkomen hebben. Moesjanoff, de Bul- gaarsche premier, die door zijn buitenlandsche reizen er zooveel toe heeft bijgedragen Bulgarije te verlossen uit het isolement, waarin het na den oorlog vervallen scheen, heeft een kleine twee maanden geleden al in een uiteenzetting van de buiten/andsche politiek te verstaan gegeven, dat het Balkanverdrag, wat ook Bulgarije's bezwaren mochten zijn, de ver beterde betrekkingen met Zuid-Slavië in gevaar zou brengen. Die bezwaren stak hij niet onder stoelen of banken. Hij achtte het verdrag in strijd met den geest van den Volkenbond en had bovendien bezwaar tegen een clausule in het verdrag, welke zelfs niet bij alle onder teekenaars volle instemming gevonden had, en die hij speciaal tegen Bulgarije gericht achtte, in dien zin, dat zij een afspraak zou bevatten tegen mogelijke Bulgaarsche pogingen tot herziening der vredesverdragen. Bulgarije verkeert nu eenmaal als verliezende partij uit den grooten oorlog in een ongunstige positie vergeleken bij zijn burerf* en dat maakt het wantrouwig. 'Ook vermoedde men geheime afspraken. Jeftitsj heeft van den beginne af begrepen dat een Balkanverdrag tot ver zekering van den vrede in dit deel van de wereld een doode letter zou moeten blijven als het slechts een verdrag van vier bleef. Albanië en Bulgarije moeten er eveneens bij betrokken zijn, wil het effect sorteeren. Bul garije kan niet tot het huidige verdrag toe treden, dus moeten er andere wegen gezocht worden. Men heeft Jeftitsj het voornemen toe geschreven een nieuw verdrag van zes tot stand te brengen, waarnaast dat van vier als van beperkter en ten deele verdere strekking zou blijven bestaan. Zoover is men nog niet. Wel schijnt men, als men de berichten uit Sofia mag gelooven, deze zaak ernstig onder het oog te hebben gezien, doch zelfs een non- agressie-verdrag tusschen die beide staten is nog niet definitief tot stand gekomen, al schijnt Jeftitsj het ontwerp daartoe wel mee naar huis te hebben genomen. Zonder overleg met de drie overigen van het verdrag van vier schijnt hij het niet te willen of te kunnen sluiten. De moeilijkheid hier ligt in twee punten. Het eerste betreft niet de betrekkingen tus schen beide Janden rechtstreeks, maar is ge legen in Bulgarije's weigering om af te zien van zijn eisch tot herziening der vredes verdragen, zoolang het geen uitweg naar de Egeïsche Zee verzekerd zal zijn. In deze moet men rekening houden met Griekenland en dat maakt de positie netelig. Het verdrag van Neuilly kent Bulgarije een eeonomischen geen politieken uitweg toe en Griekenland is dus gehouden het dien te verschaffen. Inder daad heeft Griekenland dienaangaande Bul garije aanbiedingen gedaan, die neerkomen op een soortgelijke behandeling als Zuid-Slavië in de Europeesche samenleving gaven, wist hij zeer goed dat hij ongestraft Vitcllius kon nabootsen als hij dat verkoos. Op zijne wijze bezat hij tact genoeg om zich aan alle ondeugden, die hem in verzoeking brachten, over te geven en toch vrij te blijven van de maatschappelijke schandvlek, die weieens op prinsen van echt vorstelijk bloed heeft gekleefd. „Overal ziet men mij gaarne; en als ik morgen wil trouwen, heb ik eene vrouw maar voor 't kiezen, zeide hij, zijne schouders ophalende, als zijne zuster hem berispte. Lady Dolly reed naar Félicité, met Vere naast zich. Vere was in 't wit gekleed en had een hoed met breeden rand en witte, afhangende veeren op; zij zag zeer bleek zooals hare moeder meende, van opgewondenheid. Nu achtte zij het een geschikt oogenblik 0111 wat moederlijken raad te geven. „Dit is nu voor u zoo veel als uw intrede in de wereld, lieve. Twee dingen moet je in 't oog houden. Doe je best om minder ernstig te ziendc mannen houden niet van ernstige vrouwen. Eu als je iets te vragen hebt, kom dan niet bij mij, omdat ik altijd bezig ben, maar vraag het Adricnne of Lady Stoat. Je hebt gezien welk eene lieve moederlijke vrouw zij is. Zij zal u wel alles zeggen wat gij noodig hebt te weten. Er is hier ook een allerliefst meisje, eene Amerikaansche erf dochter, Fuschia Leach; eene leelijkc naam, maar een lief schepseltje en zeer knap. Let goed op haar en leer zooveel van haar als je kunt. Verleden winter heeft zij heel Parijs het hoofd op hol ge bracht. Zij kan trouwen met wien zij maar wil. Maak dat ik mij niet over je behoef te schamen. Wees niet overgevoelig, wees niet dom, wees niet pedant en maak om 's Hemelswil geen scènes. Zie nooit verbaasd; toon u nooit afkeerig van iemand; al ergert iets u ook nog zoo erg, laat het nooit blijken. Wees beleefd jegens iedereen, dat is in onze maat schappij de veiligste weg, en spreek nooit over wiskunde en den Bijbel. Ik geloof niet dat ik u nog iets meer heb te zeggenhet overige moet je zelve maar opmerken. De wereld is als het whistspel; door lezen leert men het niet. Doe je best geen flaters te maken, en let op Fuschia Leach. „Is zij dan zoo schoon en goed?" „Goed?" herhaalde Lady Dolly ongeduldig, en op die vraag niet gewapend. „Of ze goed is weet ik niet. Ik geloof niet dat zij daar juist voor doorgaat. Maar zij maakt verbazend veel opgang, en de mannen roepen over haar. Dat wilde ik u maar zeggen. Als je haar oplettend gadeslaat, zal zij u meer goed doen dan ik zou kunnen als ik geduld genoeg had om dikwijls met je te spreken, Je zult zien hoe een meisje tegenwoorig moet zijn als zij wil behagen." Vere trok hare lip verachtelijk op. „Ik verlang niet te behagen." „Dat is gekkepraat," zeide Lady Dolly koel. „Als je dat niet doet, waar leef je dan voor?" Vere bewaarde het stilzwijgen. Op Buhner Chase had men haar heel wat anders geleerd, maar dat durfde zij niet zeggen, uit vrees van weer „pedant" te zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1