n in Napels. Leest „Onze Eilanden" EERSTE BLAD STOOMBÖÖTDIENST iet best en mooist Schenk -n's terverf Dienstregeling ekeninqen, Circulaires» 240, Middelharnis ZATERDAG 28 APRIL 1934 BLIJVEND OF VOORBIJGAAND? MOTTEN. MOTORRIJUKU EN UUOPASSAOIEB TEUEN 'N BOOM. Zaterdagnacht Is de motorrijder 8. H. uit iaren bij 't nemen van een bocht met groote nelheid te Oisterwyk tegen een boom ge- eden. H. en de duo-passagier B S. uitOister- 1 werden van het voertuig geslingerd, feiden werden in bewusteloozeu toestand en tevig bloedend overgebracht naar het R.K. iiekenhuis te Tilburg. De toestand van S., lie een hersenschudding heeft bekomen, was Zondag iets minder ongunstig, doch detoe- ptand van H. was van dien aard, dat hem de Heilige Sacramenten der Stervenden zijn toegediend. SCHOOLKWESTIE TE FRIEZENVEEN. Een 30-tal kinderen blijft reeds een week thuis. VRIEZENVEEN, 22 April. - In deze ge meente doet zich het geval voor, dat een SO-tal kinderen uit de buurtschap Wester hoeve reeds sedert een week niet meer ter school gaat. Deze kinderen bezochten vroe ger de o.l. school te Daarlerveen, doch op grond van een schoolregeling tusschen de gemeenten Vriezenveen en Hellendoorn, moesten z(j genoemde school verlaten. Vol; gens de getroffen regeling mogen Vriezen- veensche kinderen de o. 1. school te Daarler veen blijven bezoeken, wanneer zy daartoe vergunniDg hebben van hun gemeentebee stuur. Waar echter voor elk kind de kosten gegrond op de bepalingen der L.O -wet ge baseerd, betaald moeten worden aan de ge meente Hellendoorn en in de gemeente Vriezenveen zelf op enkele scholen plaats genoeg is voor die kinderen, heeft het ge meentebestuur van Vriezenveen geweigerd de vereischte vergunningen af te geven. Hierby z(j opgemerkt dat de verste afstand tusschen woning en een Vriezenveensche o.l. school 3600 M. bedraagt, de o.l.school te Daarlerveen is iets dichterbij. Nu het Vriezenveensche gemeentebestuur geweigerd heeft de vereischte vergunningen af te geven, hebben de ouders eenparig ge weigerd hun kinderen naar een Vriezen; veensche o.l. school te zenden. De kinderen zijn nu al een week thuis. IWSTE BOEK: It een be- een circus et langer hongeren, nen over- te sturen vrijheid int en over- ricius heelt ij allen dit bericht liet :g zich al: ■at gebeurt net de die ts gehad ij ons eerst circus, dan brengt ons reus en laat Deze hard- leze temmer iergang. En boek leest, in de laat- Ikt Fabricius te, wordt bij r dien wij in voor ieder, tijd en uit ?eb. 1 3,90 ddelharnis. iTE! N.V. Rotterd. Tramweg Maatschappij Gevestigd te Rotterdam MIDDELHARNIS-ROTTERDAM v.Y. Via VLAARDINGEN s.s. „MIDDELHARNIS" aanvangende 1 Nov. 1933 van MlddeiharnJs op Maandag en Dinsdag (behalve Feestdagen V. Middelbands 4.39 ?m. A. Vlaard. 7.09 va.* A. Rotterdam 8.00 rm. Overig* dagen (beb. Zon- en Feestd.) V. Middelbands 6.40 vm.A.Vlaard.9.10vm.** A. Rotterdam 10.00 vm. A. Brielle 10.30 vm.§ van Rotterdam op Maandag en Dinsdag (behalve Feestdagen*) V.Rotterdam2.15nm. V.Vlaard.3.90nm. t A. Middelbands 5.30 nm. Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.) Van 1 November f/m 3 Februari V. Rotterdam 2.15 nm. Y. Vlaard. 3.00 nm. t I V. Brielle 1.25 §1( A. Middelbarnis 5.30 nm. Van al 7 Febrnarl. V. Rotterdam 3.15 nm. V. Vlaard. 4.00nm +t V. Brielle 2.25 nm.§[ A. Middelbarnis 9.30 In aansluiting op den trein van 7.24 vm. en 7.11 vm. van Vlaardingen (Station). In aansluiting op den trein van 9.20 vm. en 9.38 vm. van Vlaardingen (Station), f In aansluiting op den trein van 14.38 (2.38 n m.) en 14.51 (2.51 nm.) te Vlaar dingen (Station). t+ In aansluiting op den trein van 15.38 (3.38 nm.) en 15.52 (3.52 nm.) te Vlaar dingen (Station). Op Zaterdag 1.25 n.m. Alleen op Zaterdag. Te Vlaardingen overstappen. Alt Feestdagen zijn to beschouwen: Nieuwjaarsdag, 3e Pa-ncbdag, Hamefvautadig Plnialenla? «o do bold# Karatdaean. Ligplaats Boompjes tegenover Reederljstraat. ADVERTEERT IN ONZEEILANDENJ Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,0T ADVERTÊNTIËN van 16 regels„1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. - N°. 49 Er is reeds vaak op gewezen hoe de werkeloosheid meer en meer een perma nent verschijnsel in onze maatschappij dreigt te worden, omdat wij dank zij de snelle machinale productie niet meer alle handen noodig hebben. Dat is natuurlijk alleen waar, indien de behoeften onzer maatschappij zich niet, of althans in niet zeer groote mate uit breiden. Geschiedt dat wel, dan verandert de zaak, en is het best mogelijk dat wel weer voor allen arbeid beschikbaar zal zijn. Nu is het wel eigenaardig, dat de machine, die mede schuldig staat aan de groote werkeloosheid van thans, ook steeds degeen is geweest, die de hoeveelheid arbeid heeft doen toenemen. Hierin zit een zekere tegenstrijdigheid, die echter slechts schijnbaar is. De wereld streeft naar vooruitgang, naar groote productie met minder inspanning. Het zware werk, dat door machines inplaats van door menschen kan worden gedaan, beteekent ongetwijfeld vooruitgang, mits men het noodzakelijke evenwicht niet uit het oog verliest. Niemand zal het mensch- onteerende willen ontkennen, dat er bij voorbeeld ligt in het kolentremmen door menschen die daarvan hun beroep maken en dag in, dag uit niets anders doen dan in het verstikkende kolengruis zakken met kolen van het pakhuis in het schip stor ten en niemand zal het niet toejuichen, dat daarvoor nü machines benut worden. Niemand zal kunnen ontkennen, dat geest- doodende arbeid het best door machines kan worden verricht en dat de mensch daardoor bestemd kan worden voor hoo- ger werk. Zeker; men moet echter niet uit het oog verliezen, dat de machine begint met menschen werkloos te maken en dat voor deze werkloozen niet onmiddellijk en zeer zeker niet automatisch nieuw werk te vinden zal zijn. In tijden van hoog-con- junctuur is deze overgangstijd korter, in tijden van inzinking of van depressie is het invoeren van werkbesparende machi nes een ramp, zij hel ook dat deze tijde lijk is. De geschiedenis heeft tot dusverre geleerd, dat de machine op den langen duur aanleiding is geweest tot zeer krach tige werkverruiming nieuwe behoeften werden gekweekt en de geheele bevol kingstoename die in de laatste decennia, met uitzondering van de oorlogsperiode substantieel is geweest, vond hoofdzake lijk in de industrie, emplooi. Een mensch echter leeft niet alleen voor het nageslacht, voor de toekomst. Hij heeft ook eigen behoeften: hij streeft ook naar eigen welvaart! Wanneer hij ziet, dat de machine hem en daardoor zijn gezin werkeloos maakt en dat niet onmiddellijk nieuw werk gevonden kan worden, dan wordt hij ontevreden, dan eischt hij voor zich het recht tot werken op. Steunver lening is dan slechts een surrogaat om de hoogst noodzakelijke behoeften te kun nen bevredigen, maar zij verschaft niet het levensgeluk, dat in den productieven arbeid te vinden is. Men heeft dus te maken met 2 problemen. Het eerste probleem is: „hoe kan werkbesparend worden gearbeid, opdat met minder moeite een grooter productie kan worden verkregen, zoodat ook de algemeene welvaart erdoor kan toenemen" en het tweede probleem, dat er doorheen geweven is: „hoe kan in deze te werk worden gegaan zonder het bestaande even wicht ruw te verstoren?" Het vergeten van het tweede probleem geeft aanleiding tot een onjuist inzicht in de verhouding tusschen mensch en machi ne. Het niet waken voor een schroffe evenwichtsverstoring maakt, dat de machi ne in vele gevallen voor een vijand van den mensch wordt aangezien, terwijl deze in werkelijkheid een vriend moest zijn. De Overheid heeft te dezen opzichte een taak. Natuurlijk mag zij den voor uitgang niet tegenhouden, maar zij kan ontegenzeglijk zorgen voor matiging in het ontwikkelingsproces. Zij moet beseffen, dat de machine er is voor de mensch en dat de mensch er niet is voorde machine. Vermoedelijk is de vlugge opeenvolging van werkbesparende machines, die wij de laatste decennia hebben te constateeren, oorzaak van de structureele wijziging in het economische leven, welke zich aan het voltrekken is. En wanneer dit niet de eenige oorzaak mocht zijn, hetgeen natuurlijk niet is aan te nemen, omdat ons leven door talrijke krachten wordt be- heerscht dan is de machine toch wel voor een groot gedeelte eraan schuldig. De roep naar corporatieve ordening welke thans gehoord wordt, heeft onder meer het natuurlijke doel om richting te geven aan een machine-era, opdat de machine den mensch niet gaat verwoesten. Men moet in den drang naar deze corporatieve ordening ook zien het zoeken naar een, verstoord, evenwicht tusschen productie en consumptie. Daarom moet de Over heid deze zucht naar ordening niet tegen werken, maar in goede banen trachten te leiden. Verschillende symptomen wijzen erop, dat de-erisis niet zal kunnen worden gebannen, wanneer ook niet ten opzichte van de machine regelend wordt opge treden. (O.H.C.) FEUILLETON. OUIDA Naar het Engelsch door C. BAARSLAG. 16) „Hoe lief is zij nu; hoe zacht en onscluildigl" dacht hij, maar dit gold Lady Dolly niet. Hoe rein is die ziel, hoe helder en oprecht haar blik! Mocht dat zoo blijven! Maar ais ze éen jaar in dc wereld is geweest, is dat alles veranderd. Zij zal onge twijfeld wat chic verkregen hebben, en wat talent en tact; zij zal laarsjes met hooge hakken dragen, en haar middel inpersen, en geleerd hebben le sein en offrandc te dragen, en aan die groote, grijze oogen eene kwijnende en glinsterende uitdrukking te geven. O, ja dat alles zal zij leeren. Maar zij zal er, helaas, nog zoovéél bij leeren! Zij zal walgelijke spotternijen en dubbelzinnigheden leeren begrijpen, en wat mannen en vrouwen waard zijn, en welke schurkenstreken er achter fijne vormen schuilen, en hoe iets geschat wordt alleen naar het voordeel, dat hét geeft, en al de overige afschuwelijke grond stellingen van het egoïsme. Hoe jammer 1 hoe jammer! Maar zoo gaat het altijd. Ik geloof wel niet dat zij ooit zooveel dwaasheden zal doen als hare moeder; maar het waas van frischheid zal er toch afgaan. Eerst zal zij zich ergeren en bedroeven; maar van lieverlede zal zij er aan gewennen en dan heeft de wereld haar met lijf Cn ziel beet, en zal misschien een klomp ijs in dc plaats stellen van Binnenlandsch Weekoverzicht. Nederlandsch-Engelsche Handelscon ferentie. Geen optimistische stem ming.-Prof. Van Gelderen naarlndië,- De laatste ronde van het Proces Onnes. Minister Verschuur geridderd. - Baron de Vos van Steenwyk gerehabiliteerd. Dinsdag j.l. heeft men een aanvanggemaakt met de voorbereidende onderhandelingen voor de Nederlandsch-Engelsche handelscon ferentie. Als vertegenwoordigers voor ons land traden hierby op Dr. Hirschfeld, direc teur-generaal van het departement van economische zaken, Mr. L. A. de Ries en Ir. R. P. Bonthuis. Men hoopt op deze con ferentie, die waarschijniyb zelfs in de tweede week van Mei zal beginnen, een oplossing te verkrijgen voor talrijke moeilijkheden, die in den laatsten tijd ontstaan zijn tusschen ons land en onze machtige overburen. De voornaamste besprekingen zullen weliswaar de markten in het eigen land betreffen, echter kan men de handelsbelangen van Nederlandsch-Indië niet geheel uit het oog verliezen. Men mag aannemen, dat deBrit- sche textiel; en de Nederlandsch-Indische suikerindustrie er wel by zullen varen. De grootste moeilijkheden immers houden ver band met het fait, dat Nederland zekere concessies wenscht voor zijn uitvoer van landbouwproducten naar Groot-BrittanDie, terwyl uren aan het Britsche departement van Landbouw weinig geneigd is dergelijke concessies te overwegen, Begryjrerltjkerwtjze is geen der beide partyen erg optimistisch gestemd over de te verwachten resultaten der besprekingen, echter was de toestand langzamerhand onhoudbaar geworden. Men kan uit het feit, dat zy begonnen zijn, ge lukkig opmaken, dat men er wederzyds op gesteld is een impasse te voorkomen, die voor den handel tusschen beide landen on gelukkige gevolgen zou hebben. Naar alge meen verwacht wordt zal de conferentie we 1 geruimen tyd duren. Het is nog niet bekend of prof. Van Geldsren deel zal uitmaken van de Nederlandsche delegatie, aangezien de mogelijkheid bestaat, dat h{j naar Indiêzal vertrekken om tegenwoordig te kunnen zijn bij de handelsconferentie met Japan. Deze, die oorspronkelijk op 19 Mei a.s. zou begin nen, is thans uitgesteld tot 1 Juni. De Onnes van Nijenrode zaak is nu eindelijk in hot laatste stadium gekomen. De Officier van Justitie, Mr. A. van Dullemen, heeft op Dinsdag 24 April j.l. requisitiege nomen. In zijn scherp gestelde requisitoir hekelde de officier de houding der verschil lende betrokkenen in deze zaak, in het bijzonder het slappe optreden van verschil lende politie-mannen. Inderdaad, veel fraais is er gedurende de behandeling niet voor den dag gekomen. Het is een geknoei ge weest, een warwinkel van leugens en draaier rijen, waaruit men tenslotte geen wysmeer koD worden, geen der beklaagden heeft den moed getoond, dadelijk een volledige beken tenis af te leggen, allen hebbenzy getracht er zich met onwaarheden uit te redden. Tenslotte verdeelde de officier al het be zwarende materiaal in 9 verschillende hoofd' groepen, waarop hij zijn eisch baseerde; wegens oplichting vorderde hy een gevam genisstraf van 2 jaar en zes maanden, met aftrek van 8 maanden voorarrest. Natuuriyk maakte de verdachte op het laatste nippertje nog bezwaar met den uitroep: „Ik ben on schuldig Meneer de Officier". Of dit hem echter véél baten zal,-wagen wtj in twytel te trekken. Na de pauze werd een lange verdedigings rede uitgesproken door den advocaat Mr, Muller Massis, waarop de vergadering voor- loopig werd geschorst. De uitspraak van het voDnis mag men thans echter gelukkig spoe dig verwachten. Minister Verschuur, wiens aftreden van dat hart, dat nu zoo teeder klopt. Zij zal eene voor name dame worden zeker eene zeer voorname dame waarschijnlijk niets ergers; maar niette min zal mijne frissohe witte roos verwelken en wat gaat dat mij ook aan? Ik zal toch wel niets anders worden dan een instrument met eene ge broken snaar, dat in het stof van verdorde mirten cn muffe laurieren ligtl" Lady Dolly danste cn zwom, cn dobberde als eene kurk, dreef met de armen boven 't hoofd, dook en verdween, zoodat alleen hare voetzolen zicht baar waren, deed alles wat eene bevallige vrouw en eene goede zwemster doen kan in ondiep water als de wind haar niet hindert. Maar intusschen was zij in een zeer slechte Juim. Jura maakte die niet beter, toen zij uit het water kwam, door haar nogmaals te vragen of hare doch ter met hen mede mocht op dc „Ephemeris." ..In eeuwigheid niet!" zeide Lady Dolly in hevi- gen toorn. ..Nadat zij zich zoo met een zanger tentoongesteld heefti Ben je gek?" Woedend ging zij naar huis, verwisselde in gemelijk stilzwijgen hare natte strepen voor een zeilcostuum; weigerde de Duitsche gouvernante te spreken of te vergunnen dat dc deur van Vcre's kamer geopend werd voordat zij 's avonds thuis kwam, en verscheen in eene wrevelige stemming op het jacht, ineen bekoorlijk costuum, geheel witte serge cn blauw, satijn, niet zilveren ankerknoopen, en een Ceintuur, behangen met alles wat de men- schelijke geest verzinnen kan om aan een ceintuur te hangen. De „Ephemeris" was een van de beste jachten, had een goeden kok aan boord, uitmuntenden wijn, eene piano, eene bibliotheek, eene kajuit van rozen- hout cn hemelsblauw, en zijden dek-hangmatteu. gedwongen heengaan wy reeds eerder be spraken, is thans by Koninkiyk Besluit van 20 dezer benoemd tot ridder in de Orde van Nederlaudschen Leeuw. Een dergelyke on derscheiding heeft deze Minister alleszins verdiend voor het vele en goede werk dat hij tydens zyn loopbaan gedaan heeft. Als een speciaal blylr van waardeering kan men tevens het sympathieke optreden van de Ministers van het Kabinet Colyn noemen, die persoonlijk hun oud-collega de versier selen der orde hebben aangeboden. In de Dinsdagavond gehouden vergadering der Eerste Kamer heeft de voorzitter Mr. W. R. Baron de Vos van Steenwyk het aftreden van Minister Verschuur herdacht in een rede. Hij sprak hierin zijn leedwezen uit over het heengaan van den Heer Verschuur en wydde enkele woorden aan diens toewijding en prestaties, terwyl hij tevens de hoop uit? sprak, dat Nederland dezen bewindsman niet al te lang zal behoeven te missen. Namens het Kabinet dankte de Heer Colijn voor deze waardeerende woorden van den Voorzitter. Inzake de behandeling van de rechtzaak de „Zeven Provinciën", voor den Krijgsraad te Soerabaia is weinig byzonders te melden. Men gaat nog steeds voort'met de pleidooien. Raadsman Van 't Hoff heeft een lange ver dedigingsrede uitgesproken voor Baron de Vos van Steenwijk, waarin hij pleitte voor de vrijspraak van den laatste. Dit zou het eenige zijn, wat den „Zondebok van een schandelijke perscampagne" zou kunnen rehabiliteeren. Boud gesproken, doch niet zonder grond van waarheid. Maar inderdaad kan men de noodlottige gebeurtenissen op de „Zeven Provinciën" indertyd niet alle uitsluitend wijten aan verkeerd of onvoldoend optreden der officieren. Er was een rotte plek in de Marine, en deze werd, zij het dan op eenigszins hard handige wijze, aan het licht gebracht. Naast dit proces, dat alweer van ouderen datum is, staat op het oogenbiik een ander proces in het middelpunt der belangstelling. De Roermondsche rechtbank behandelde de zaak tegen den 25-jarigen arbeider K.te Echt, wien ten laste wordt gelegd, dat hij op 9 April 1933, des avonds om 11 uur te Echt opzettelijk Pr. Tonnair met een mes, althans met een scherp voorwerp in den hals heeft geslagen, waardoor het grootste deel van het halsmerg ter hoogte van de streek tusschen den 3en en 4en halswervel werd doorgesneden. Tengevolge waarvan T. in den avond van den volgenden dag is overleden. Het O.M. waargenomen doorMr.Dr.P.H. Rieter, achtte na de eerste onderzoekingen niet voldoende bewijsmateriaal aanwezig. Na de verklaring van getuige V. kon ver dachte in hechtenis genomen worden. Het O.M. eischt ljaar gevangenisstraf, met aftrek van voorloopige hechtenis. Daar de voorraad vleesch-in-blik van de crisis-rundveecentrale öp het oogenbiik on geveer 12.000.000 blikken bedraagt, en de afname in den laatsten tijd beduidend ach teruit ging, zullen na 12 Mei as. door de C.R.C. geen runderen meer worden afgeno men. De aanwezige blikken zullen natuuriyk worden opgemaakt. Verder zal het van de omstandigheden afhangen, of nadien met het inblikken weer zal worden voortgegaan. Bij zondere maatregelen zijn getroffen om te voorkomen, dat tegen 1 November a.s. de markt overvoerd zal worden met z.g. gras kalveren, wat in geenen deele de veeteelt ten goede komt. Buitenlandse!) Weekoverzicht. Japan op hol. Oude herinneriDgeD. Araki, de soldaat. Minister Saito aan het woord. China, Japansch pro tectoraat. Leeningen. Onze Ooster buren. De onbloedige revolutie. Groering en Himmler, de radicalen. Op het oogenbiik schynt Japan werkeiyk op hol. Wat er thans gaande is, is veel ge vaarlijker nog, dan de gebeurtenissen in Mandsjoerije. Het is veel meer rechtuit, alle voorwendselen zijn er by terzijde gelaten. En het dwingt mogendheden als Amerika en Engeland kleur te bekennen. Deze noodzakelijkheid zijn vooral sedert de laatste jaren de Amerikanen zorgvuldig uit den weg gegaan. Voor de conferentie van Washington in 1922 scheen men toch, om de rechten, die Japan zich in China aan matigde, op een Japansch-Amerikaansch conflict af te stevenen. Dat heeft men, door de genoemde conferentie juist bijtijds kunnen ontwijken. Bevredigend voor Amerika was deze oplossing niet. Japan bleef ook na die conferentie posities in China en Siberië band- haveD, die feitelijk, naar Amerikaansche op vatting, voor de belangen der Vereenigde Staten ondraaglijk waren. Men nam te Was hington optimistisch genoegen met het be reikte; en dit optimisme heeft volop recht vaardiging gevonden. Russische guerilla- benden hebben de Japanners spoedig daarna hardhandig uit Siberië verwijderd en in China hebben boycots hetzelfde bewerkt. Japan werd aanhanger van vreedzame methoden. Onze lezers weten, dat in de vreedzame politiek van Japan in September 1931 weer een plotselinge verandering is gekomen. Men heeft toen gezien, hoe de Japansche politiek steeds meer op drift raakte met nationaal- socialistische, militaire stroomingen en hoe de pogingen van de regeering, om nog wat stuur te houden, steeds vruchteloozer wer den. Araki, de soldaat, die het tot minister van oorlog had gebracht, kreeg voortdurend grooter gezag. Het succes van zijn streven heeft hem meegesleurd over grenzen, die hfl aanvankelijk nog voor zijn eigen onderne mingsgeest getrokken had. Er is een oogen biik geweest, dat er tegen de militaire in vloeden in Japan geen tegenwicht meer scheen te bestaan en dat zij, die deze macht uitoefenden, op het punt stonden geheel op hol te slaan. Toen is de ommekeer gekomen. Araki werd weggedrongen. Hij kreeg een politieke ziekte en moest vervolgens, om redenen van politieke gezondheid, z(jn ont slag nemen. Uit Japan klonken toen opeens veel vreedzamer geluiden. Men kreeg den indruk, dat de belangrijke versterking van de militaire positie van Rusland in Oost- Azië en de toenadering tusschen Washing ton en Moskou, heel veel invloed hebben gehad op de vreedzamer inzichten van Tokio. Wy hebben er al op gewezen, dat, wat eerst slèGhts indrukken der buitenwereld waren geweest, een krachtige bevestiging kregen door verklaringen, die Saito, na zijn bevor dering van gezant in Den Haag tot Ambassa deur te Washington, voor en bij zijn aan komst in zijn nieuwe standplaats aflegde. Evenwel scheen dien dag alles aan boord verkeerd te gaan ten minste, zoo scheen het Dolly toe. Zij hadden windstilte en lagen stil, terwijl dc stoom jachten hen op eene wreede en spottende wijze voorbij schoten; daarna werd de zee plotseling on stuimig, de kreeftsalade, of iets anders, hinderde haar; er stak eene vinnige, stijve wind op; de groot hertogin vroeg haar cigarettenkokcr en gaf dien niet terug, cn zij kon er, natuurlijk, niets aan doen, hoewel hij dc eenige verbena-geurige papclitos be vatte, die aan boord waren. Ook bewees Jura te veel oplettendheden aan eene andere vrouw, die aan boord was, althans, zoo meende zij; cn er was geen van hare bijzondere gunstolingcn bij, dus kon zij geen weerwraak nemen zooals zij wel gewenscht had; en Corrèze had hardnekkig geweigerd mee te gaan. Er was haar wel niets aan Corrèze gelegen, maar zij kon niet dulden dat haar iets geweigerd werd. „Wat heb je 't land, Dolly!" zeide Lord Jura, terwijl hij haar een verfrisschenden drank en per ziken bracht. „Hoe kan het anders, als mij drie zottinnen op den hals zijn gestuurd!" riep zij woedend uit. „En je zult me veel plezier doen als je niet op zoo'n los sen toon tot ine spreekt." Lord Jura floot en ging naar den achtersteven. „Wat wordt hij vervelend!" dacht Lady Dolly; cn de „Ephemeris" slingerde, cn daar hield zij niet van, en de Due de Dinant was niet aan boord omdat Jack hem cr niet hebben wilde; zij gevoelde zich slecht behandeld, was boos cn verdrietig, cn kwaad op den kok omdat hij de kreeftensalade had aan gemaakt, en op Vere omdat zij geboren was. „Een jongen zou niet half zoo erg geweest zijn," dacht zij. „Hij zou altijd van huis wezen cn een plaats in het leger hebben gekregen. Maar een meisjeVt Is gemakkelijk gezegd haar uit te huwe lijken, maar zij heeft geen geld, cn de Mulls zullen haar niets geven, en mijne familie kan het niet; en wat Van der Decken betreft, evengoed zou men bloed uit een steen kunnen persen; en men mag zeggen wat men wil, maar alle mannen willen tegen woordig eene vrouw met geld hebben, al hebben zij zelven ook zooveel dat zij niet weten wat zij er mee doen zullen. Wat is die groothertogin toch eene verschrikkelijke vrouw. Zij ïs nu al dronken, en 't is nog geen drie uur!" „Nu zit cr gang achter," zeide Jura, de „Ephe meris" bedoelende, die op en neer ging als een ga- loppcerend paard; en de frissche zuidooster, die opgestoken was, dreef het jacht al verder en verder westwaarts. „Ik geloof dat wij regelrecht naar Amerika gaan! Wat is dat zeilen een dwaze liefhebberij!" zeide Lady Dolly toornig, terwijl de wiiid door hare tallooze krulletjes blies. Inmiddels was Vere gehoorzaam naar Jiaar ka mertje gegaan, beleefdheidshalve een studeer vertrek genoemd, dat Jiaar in Chalet Ludoff als het ware was aangewezen, cn liet zich daar opsluiten nog geheel vervuld van dien gulden ochtcnddroom van zonneschijn, van gezang, van dc zee cn den zomer. Hare Norlhumbcrlandsche oude getrouwe was behouden terug, maar aan de hevigste onge rustheid cn zelfverwijten ten prooi geweest, en de goede Duitsche gouvernante was ditmaal ernstig boos op haar. Maar Vere was niet uit hare opge wekte stemming te brengen; zij glimlachte om alle berisping, zij luisterde er nauwelijks naar, cn zette hare roos cn hare lavcndeltakjes in water. Daarna viel zij van vermoeidheid en de warmte der Nor- mandische zon op eene sofa in slaap, en droomde van dc blauwe gentiaan in de Alpendalen, die zij nooit gezien had, en van Corrèze's verrukkelijke stem. Toen zij wakker werd, waren er eenige uren ver- loopen de pendule stond op twee uur. Zij dacht er niet aan uit hare gevangenis te ontsnappen. De zwakke, wit geschilderde deur met verguldsel af gezet, zou door een harde stoot geweken zijn. maar voor haar was zij onschendbaar. Zij was in de leer van gehoorzaamheid naar de letter zoowel als naar den geest opgevoed. Zulk een ochtend als zij had doorgebracht, kon niemand ooit beleefd hebben, dacht zij. Zij zou gemeend hebben dat het een droom was geweest, als die roos en die lavendeltakjes niet van de wer kelijkheid getuigd hadden. De Duitsche gouvernante kwam met Euclides en Sophocles aandragen, maar Vere legde ze be daard ter zijde. „Ik kan vandaag geen les nemen," zeide zij. Het was de eerste maal in haar leven dat zij dit gezegd had. De Fraulein ging wecnend been, en dacht dat de hemel zou invallen. Vere lag met de handen achter het hoofd op de sofa, en keek naar dc witte wolken, die boven de zee dreven, en de lucht scheen haar toe nog tc trillen van die verwonderlijk welluidende stem, die haar nu eerst had doen gevoelen wat muziek was. „Zou hij de ongel Raphael zijn?" zeide zij bij zichzelvc. Hij kon geen gewoon sterveling wezen, dacht zij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1