n in Napels.
Leest „Onze Eilanden"
EERSTE BLAD
STOOMBÖÖTDIENST
iet best en mooist
Schenk
-n's
terverf
Dienstregeling
ekeninqen, Circulaires»
240, Middelharnis
ZATERDAG
28 APRIL 1934
BLIJVEND OF VOORBIJGAAND?
MOTTEN.
MOTORRIJUKU EN UUOPASSAOIEB
TEUEN 'N BOOM.
Zaterdagnacht Is de motorrijder 8. H. uit
iaren bij 't nemen van een bocht met groote
nelheid te Oisterwyk tegen een boom ge-
eden. H. en de duo-passagier B S. uitOister-
1 werden van het voertuig geslingerd,
feiden werden in bewusteloozeu toestand en
tevig bloedend overgebracht naar het R.K.
iiekenhuis te Tilburg. De toestand van S.,
lie een hersenschudding heeft bekomen, was
Zondag iets minder ongunstig, doch detoe-
ptand van H. was van dien aard, dat hem
de Heilige Sacramenten der Stervenden zijn
toegediend.
SCHOOLKWESTIE TE FRIEZENVEEN.
Een 30-tal kinderen blijft reeds
een week thuis.
VRIEZENVEEN, 22 April. - In deze ge
meente doet zich het geval voor, dat een
SO-tal kinderen uit de buurtschap Wester
hoeve reeds sedert een week niet meer ter
school gaat. Deze kinderen bezochten vroe
ger de o.l. school te Daarlerveen, doch op
grond van een schoolregeling tusschen de
gemeenten Vriezenveen en Hellendoorn,
moesten z(j genoemde school verlaten. Vol;
gens de getroffen regeling mogen Vriezen-
veensche kinderen de o. 1. school te Daarler
veen blijven bezoeken, wanneer zy daartoe
vergunniDg hebben van hun gemeentebee
stuur. Waar echter voor elk kind de kosten
gegrond op de bepalingen der L.O -wet ge
baseerd, betaald moeten worden aan de ge
meente Hellendoorn en in de gemeente
Vriezenveen zelf op enkele scholen plaats
genoeg is voor die kinderen, heeft het ge
meentebestuur van Vriezenveen geweigerd
de vereischte vergunningen af te geven.
Hierby z(j opgemerkt dat de verste afstand
tusschen woning en een Vriezenveensche
o.l. school 3600 M. bedraagt, de o.l.school
te Daarlerveen is iets dichterbij.
Nu het Vriezenveensche gemeentebestuur
geweigerd heeft de vereischte vergunningen
af te geven, hebben de ouders eenparig ge
weigerd hun kinderen naar een Vriezen;
veensche o.l. school te zenden. De kinderen
zijn nu al een week thuis.
IWSTE BOEK:
It een be-
een circus
et langer
hongeren,
nen over-
te sturen
vrijheid
int en over-
ricius heelt
ij allen dit
bericht liet
:g zich al:
■at gebeurt
net de die
ts gehad
ij ons eerst
circus, dan
brengt ons
reus en laat
Deze hard-
leze temmer
iergang. En
boek leest,
in de laat-
Ikt Fabricius
te, wordt bij
r dien wij in
voor ieder,
tijd en uit
?eb. 1 3,90
ddelharnis.
iTE!
N.V. Rotterd. Tramweg Maatschappij
Gevestigd te Rotterdam
MIDDELHARNIS-ROTTERDAM v.Y.
Via VLAARDINGEN
s.s. „MIDDELHARNIS"
aanvangende 1 Nov. 1933
van MlddeiharnJs
op Maandag en Dinsdag
(behalve Feestdagen
V. Middelbands 4.39 ?m. A. Vlaard. 7.09 va.*
A. Rotterdam 8.00 rm.
Overig* dagen (beb. Zon- en Feestd.)
V. Middelbands 6.40 vm.A.Vlaard.9.10vm.**
A. Rotterdam 10.00 vm. A. Brielle 10.30 vm.§
van Rotterdam
op Maandag en Dinsdag
(behalve Feestdagen*)
V.Rotterdam2.15nm. V.Vlaard.3.90nm. t
A. Middelbands 5.30 nm.
Overige dagen (beb. Zon- en Feestd.)
Van 1 November f/m 3 Februari
V. Rotterdam 2.15 nm. Y. Vlaard. 3.00 nm. t
I V. Brielle 1.25 §1( A. Middelbarnis 5.30 nm.
Van al 7 Febrnarl.
V. Rotterdam 3.15 nm. V. Vlaard. 4.00nm +t
V. Brielle 2.25 nm.§[ A. Middelbarnis 9.30
In aansluiting op den trein van 7.24 vm.
en 7.11 vm. van Vlaardingen (Station).
In aansluiting op den trein van 9.20 vm.
en 9.38 vm. van Vlaardingen (Station),
f In aansluiting op den trein van 14.38
(2.38 n m.) en 14.51 (2.51 nm.) te Vlaar
dingen (Station).
t+ In aansluiting op den trein van 15.38
(3.38 nm.) en 15.52 (3.52 nm.) te Vlaar
dingen (Station).
Op Zaterdag 1.25 n.m.
Alleen op Zaterdag.
Te Vlaardingen overstappen.
Alt Feestdagen zijn to beschouwen:
Nieuwjaarsdag, 3e Pa-ncbdag, Hamefvautadig
Plnialenla? «o do bold# Karatdaean.
Ligplaats Boompjes
tegenover Reederljstraat.
ADVERTEERT IN
ONZEEILANDENJ
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,0T
ADVERTÊNTIËN
van 16 regels„1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG. - N°. 49
Er is reeds vaak op gewezen hoe de
werkeloosheid meer en meer een perma
nent verschijnsel in onze maatschappij
dreigt te worden, omdat wij dank zij de
snelle machinale productie niet meer alle
handen noodig hebben.
Dat is natuurlijk alleen waar, indien de
behoeften onzer maatschappij zich niet,
of althans in niet zeer groote mate uit
breiden. Geschiedt dat wel, dan verandert
de zaak, en is het best mogelijk dat wel
weer voor allen arbeid beschikbaar zal
zijn. Nu is het wel eigenaardig, dat de
machine, die mede schuldig staat aan de
groote werkeloosheid van thans, ook steeds
degeen is geweest, die de hoeveelheid
arbeid heeft doen toenemen. Hierin zit
een zekere tegenstrijdigheid, die echter
slechts schijnbaar is.
De wereld streeft naar vooruitgang, naar
groote productie met minder inspanning.
Het zware werk, dat door machines inplaats
van door menschen kan worden gedaan,
beteekent ongetwijfeld vooruitgang, mits
men het noodzakelijke evenwicht niet uit
het oog verliest. Niemand zal het mensch-
onteerende willen ontkennen, dat er bij
voorbeeld ligt in het kolentremmen door
menschen die daarvan hun beroep maken
en dag in, dag uit niets anders doen dan
in het verstikkende kolengruis zakken met
kolen van het pakhuis in het schip stor
ten en niemand zal het niet toejuichen,
dat daarvoor nü machines benut worden.
Niemand zal kunnen ontkennen, dat geest-
doodende arbeid het best door machines
kan worden verricht en dat de mensch
daardoor bestemd kan worden voor hoo-
ger werk.
Zeker; men moet echter niet uit het
oog verliezen, dat de machine begint met
menschen werkloos te maken en dat voor
deze werkloozen niet onmiddellijk en zeer
zeker niet automatisch nieuw werk te
vinden zal zijn. In tijden van hoog-con-
junctuur is deze overgangstijd korter, in
tijden van inzinking of van depressie is
het invoeren van werkbesparende machi
nes een ramp, zij hel ook dat deze tijde
lijk is. De geschiedenis heeft tot dusverre
geleerd, dat de machine op den langen
duur aanleiding is geweest tot zeer krach
tige werkverruiming nieuwe behoeften
werden gekweekt en de geheele bevol
kingstoename die in de laatste decennia,
met uitzondering van de oorlogsperiode
substantieel is geweest, vond hoofdzake
lijk in de industrie, emplooi.
Een mensch echter leeft niet alleen voor
het nageslacht, voor de toekomst. Hij
heeft ook eigen behoeften: hij streeft ook
naar eigen welvaart! Wanneer hij ziet, dat
de machine hem en daardoor zijn gezin
werkeloos maakt en dat niet onmiddellijk
nieuw werk gevonden kan worden, dan
wordt hij ontevreden, dan eischt hij voor
zich het recht tot werken op. Steunver
lening is dan slechts een surrogaat om
de hoogst noodzakelijke behoeften te kun
nen bevredigen, maar zij verschaft niet het
levensgeluk, dat in den productieven arbeid
te vinden is. Men heeft dus te maken met
2 problemen. Het eerste probleem is: „hoe
kan werkbesparend worden gearbeid, opdat
met minder moeite een grooter productie
kan worden verkregen, zoodat ook de
algemeene welvaart erdoor kan toenemen"
en het tweede probleem, dat er doorheen
geweven is: „hoe kan in deze te werk
worden gegaan zonder het bestaande even
wicht ruw te verstoren?"
Het vergeten van het tweede probleem
geeft aanleiding tot een onjuist inzicht in
de verhouding tusschen mensch en machi
ne. Het niet waken voor een schroffe
evenwichtsverstoring maakt, dat de machi
ne in vele gevallen voor een vijand van
den mensch wordt aangezien, terwijl deze
in werkelijkheid een vriend moest zijn.
De Overheid heeft te dezen opzichte
een taak. Natuurlijk mag zij den voor
uitgang niet tegenhouden, maar zij kan
ontegenzeglijk zorgen voor matiging in
het ontwikkelingsproces. Zij moet beseffen,
dat de machine er is voor de mensch en
dat de mensch er niet is voorde machine.
Vermoedelijk is de vlugge opeenvolging
van werkbesparende machines, die wij de
laatste decennia hebben te constateeren,
oorzaak van de structureele wijziging in
het economische leven, welke zich aan het
voltrekken is. En wanneer dit niet de
eenige oorzaak mocht zijn, hetgeen
natuurlijk niet is aan te nemen, omdat
ons leven door talrijke krachten wordt be-
heerscht dan is de machine toch wel
voor een groot gedeelte eraan schuldig.
De roep naar corporatieve ordening welke
thans gehoord wordt, heeft onder meer
het natuurlijke doel om richting te geven
aan een machine-era, opdat de machine
den mensch niet gaat verwoesten. Men
moet in den drang naar deze corporatieve
ordening ook zien het zoeken naar een,
verstoord, evenwicht tusschen productie
en consumptie. Daarom moet de Over
heid deze zucht naar ordening niet tegen
werken, maar in goede banen trachten
te leiden. Verschillende symptomen wijzen
erop, dat de-erisis niet zal kunnen worden
gebannen, wanneer ook niet ten opzichte
van de machine regelend wordt opge
treden. (O.H.C.)
FEUILLETON.
OUIDA
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
16)
„Hoe lief is zij nu; hoe zacht en onscluildigl"
dacht hij, maar dit gold Lady Dolly niet. Hoe rein
is die ziel, hoe helder en oprecht haar blik! Mocht
dat zoo blijven! Maar ais ze éen jaar in dc wereld
is geweest, is dat alles veranderd. Zij zal onge
twijfeld wat chic verkregen hebben, en wat talent
en tact; zij zal laarsjes met hooge hakken dragen,
en haar middel inpersen, en geleerd hebben le sein
en offrandc te dragen, en aan die groote, grijze
oogen eene kwijnende en glinsterende uitdrukking
te geven. O, ja dat alles zal zij leeren. Maar zij zal
er, helaas, nog zoovéél bij leeren! Zij zal walgelijke
spotternijen en dubbelzinnigheden leeren begrijpen,
en wat mannen en vrouwen waard zijn, en welke
schurkenstreken er achter fijne vormen schuilen,
en hoe iets geschat wordt alleen naar het voordeel,
dat hét geeft, en al de overige afschuwelijke grond
stellingen van het egoïsme. Hoe jammer 1 hoe
jammer! Maar zoo gaat het altijd. Ik geloof wel niet
dat zij ooit zooveel dwaasheden zal doen als hare
moeder; maar het waas van frischheid zal er toch
afgaan. Eerst zal zij zich ergeren en bedroeven;
maar van lieverlede zal zij er aan gewennen en
dan heeft de wereld haar met lijf Cn ziel beet, en
zal misschien een klomp ijs in dc plaats stellen van
Binnenlandsch Weekoverzicht.
Nederlandsch-Engelsche Handelscon
ferentie. Geen optimistische stem
ming.-Prof. Van Gelderen naarlndië,-
De laatste ronde van het Proces Onnes.
Minister Verschuur geridderd. - Baron
de Vos van Steenwyk gerehabiliteerd.
Dinsdag j.l. heeft men een aanvanggemaakt
met de voorbereidende onderhandelingen
voor de Nederlandsch-Engelsche handelscon
ferentie. Als vertegenwoordigers voor ons
land traden hierby op Dr. Hirschfeld, direc
teur-generaal van het departement van
economische zaken, Mr. L. A. de Ries en
Ir. R. P. Bonthuis. Men hoopt op deze con
ferentie, die waarschijniyb zelfs in de tweede
week van Mei zal beginnen, een oplossing
te verkrijgen voor talrijke moeilijkheden,
die in den laatsten tijd ontstaan zijn tusschen
ons land en onze machtige overburen. De
voornaamste besprekingen zullen weliswaar
de markten in het eigen land betreffen,
echter kan men de handelsbelangen van
Nederlandsch-Indië niet geheel uit het oog
verliezen. Men mag aannemen, dat deBrit-
sche textiel; en de Nederlandsch-Indische
suikerindustrie er wel by zullen varen. De
grootste moeilijkheden immers houden ver
band met het fait, dat Nederland zekere
concessies wenscht voor zijn uitvoer van
landbouwproducten naar Groot-BrittanDie,
terwyl uren aan het Britsche departement
van Landbouw weinig geneigd is dergelijke
concessies te overwegen, Begryjrerltjkerwtjze
is geen der beide partyen erg optimistisch
gestemd over de te verwachten resultaten
der besprekingen, echter was de toestand
langzamerhand onhoudbaar geworden. Men
kan uit het feit, dat zy begonnen zijn, ge
lukkig opmaken, dat men er wederzyds op
gesteld is een impasse te voorkomen, die
voor den handel tusschen beide landen on
gelukkige gevolgen zou hebben. Naar alge
meen verwacht wordt zal de conferentie we 1
geruimen tyd duren. Het is nog niet bekend
of prof. Van Geldsren deel zal uitmaken van
de Nederlandsche delegatie, aangezien de
mogelijkheid bestaat, dat h{j naar Indiêzal
vertrekken om tegenwoordig te kunnen zijn
bij de handelsconferentie met Japan. Deze,
die oorspronkelijk op 19 Mei a.s. zou begin
nen, is thans uitgesteld tot 1 Juni.
De Onnes van Nijenrode zaak is nu
eindelijk in hot laatste stadium gekomen.
De Officier van Justitie, Mr. A. van Dullemen,
heeft op Dinsdag 24 April j.l. requisitiege
nomen. In zijn scherp gestelde requisitoir
hekelde de officier de houding der verschil
lende betrokkenen in deze zaak, in het
bijzonder het slappe optreden van verschil
lende politie-mannen. Inderdaad, veel fraais
is er gedurende de behandeling niet voor
den dag gekomen. Het is een geknoei ge
weest, een warwinkel van leugens en draaier
rijen, waaruit men tenslotte geen wysmeer
koD worden, geen der beklaagden heeft den
moed getoond, dadelijk een volledige beken
tenis af te leggen, allen hebbenzy getracht
er zich met onwaarheden uit te redden.
Tenslotte verdeelde de officier al het be
zwarende materiaal in 9 verschillende hoofd'
groepen, waarop hij zijn eisch baseerde;
wegens oplichting vorderde hy een gevam
genisstraf van 2 jaar en zes maanden, met
aftrek van 8 maanden voorarrest. Natuuriyk
maakte de verdachte op het laatste nippertje
nog bezwaar met den uitroep: „Ik ben on
schuldig Meneer de Officier". Of dit hem
echter véél baten zal,-wagen wtj in twytel
te trekken.
Na de pauze werd een lange verdedigings
rede uitgesproken door den advocaat Mr,
Muller Massis, waarop de vergadering voor-
loopig werd geschorst. De uitspraak van het
voDnis mag men thans echter gelukkig spoe
dig verwachten.
Minister Verschuur, wiens aftreden van
dat hart, dat nu zoo teeder klopt. Zij zal eene voor
name dame worden zeker eene zeer voorname
dame waarschijnlijk niets ergers; maar niette
min zal mijne frissohe witte roos verwelken en
wat gaat dat mij ook aan? Ik zal toch wel niets
anders worden dan een instrument met eene ge
broken snaar, dat in het stof van verdorde mirten
cn muffe laurieren ligtl"
Lady Dolly danste cn zwom, cn dobberde als
eene kurk, dreef met de armen boven 't hoofd, dook
en verdween, zoodat alleen hare voetzolen zicht
baar waren, deed alles wat eene bevallige vrouw
en eene goede zwemster doen kan in ondiep water
als de wind haar niet hindert. Maar intusschen was
zij in een zeer slechte Juim.
Jura maakte die niet beter, toen zij uit het water
kwam, door haar nogmaals te vragen of hare doch
ter met hen mede mocht op dc „Ephemeris."
..In eeuwigheid niet!" zeide Lady Dolly in hevi-
gen toorn. ..Nadat zij zich zoo met een zanger
tentoongesteld heefti Ben je gek?"
Woedend ging zij naar huis, verwisselde in
gemelijk stilzwijgen hare natte strepen voor een
zeilcostuum; weigerde de Duitsche gouvernante te
spreken of te vergunnen dat dc deur van Vcre's
kamer geopend werd voordat zij 's avonds thuis
kwam, en verscheen in eene wrevelige stemming
op het jacht, ineen bekoorlijk costuum, geheel witte
serge cn blauw, satijn, niet zilveren ankerknoopen,
en een Ceintuur, behangen met alles wat de men-
schelijke geest verzinnen kan om aan een ceintuur
te hangen.
De „Ephemeris" was een van de beste jachten,
had een goeden kok aan boord, uitmuntenden wijn,
eene piano, eene bibliotheek, eene kajuit van rozen-
hout cn hemelsblauw, en zijden dek-hangmatteu.
gedwongen heengaan wy reeds eerder be
spraken, is thans by Koninkiyk Besluit van
20 dezer benoemd tot ridder in de Orde van
Nederlaudschen Leeuw. Een dergelyke on
derscheiding heeft deze Minister alleszins
verdiend voor het vele en goede werk dat
hij tydens zyn loopbaan gedaan heeft. Als
een speciaal blylr van waardeering kan men
tevens het sympathieke optreden van de
Ministers van het Kabinet Colyn noemen,
die persoonlijk hun oud-collega de versier
selen der orde hebben aangeboden. In de
Dinsdagavond gehouden vergadering der
Eerste Kamer heeft de voorzitter Mr. W. R.
Baron de Vos van Steenwyk het aftreden
van Minister Verschuur herdacht in een rede.
Hij sprak hierin zijn leedwezen uit over het
heengaan van den Heer Verschuur en wydde
enkele woorden aan diens toewijding en
prestaties, terwyl hij tevens de hoop uit?
sprak, dat Nederland dezen bewindsman niet
al te lang zal behoeven te missen.
Namens het Kabinet dankte de Heer Colijn
voor deze waardeerende woorden van den
Voorzitter.
Inzake de behandeling van de rechtzaak
de „Zeven Provinciën", voor den Krijgsraad
te Soerabaia is weinig byzonders te melden.
Men gaat nog steeds voort'met de pleidooien.
Raadsman Van 't Hoff heeft een lange ver
dedigingsrede uitgesproken voor Baron de
Vos van Steenwijk, waarin hij pleitte voor
de vrijspraak van den laatste. Dit zou het
eenige zijn, wat den „Zondebok van een
schandelijke perscampagne" zou kunnen
rehabiliteeren.
Boud gesproken, doch niet zonder grond
van waarheid. Maar inderdaad kan men de
noodlottige gebeurtenissen op de „Zeven
Provinciën" indertyd niet alle uitsluitend
wijten aan verkeerd of onvoldoend optreden
der officieren.
Er was een rotte plek in de Marine, en
deze werd, zij het dan op eenigszins hard
handige wijze, aan het licht gebracht.
Naast dit proces, dat alweer van ouderen
datum is, staat op het oogenbiik een ander
proces in het middelpunt der belangstelling.
De Roermondsche rechtbank behandelde
de zaak tegen den 25-jarigen arbeider K.te
Echt, wien ten laste wordt gelegd, dat hij
op 9 April 1933, des avonds om 11 uur te
Echt opzettelijk Pr. Tonnair met een mes,
althans met een scherp voorwerp in den
hals heeft geslagen, waardoor het grootste
deel van het halsmerg ter hoogte van de
streek tusschen den 3en en 4en halswervel
werd doorgesneden. Tengevolge waarvan T.
in den avond van den volgenden dag is
overleden.
Het O.M. waargenomen doorMr.Dr.P.H.
Rieter, achtte na de eerste onderzoekingen
niet voldoende bewijsmateriaal aanwezig.
Na de verklaring van getuige V. kon ver
dachte in hechtenis genomen worden. Het
O.M. eischt ljaar gevangenisstraf, met aftrek
van voorloopige hechtenis.
Daar de voorraad vleesch-in-blik van de
crisis-rundveecentrale öp het oogenbiik on
geveer 12.000.000 blikken bedraagt, en de
afname in den laatsten tijd beduidend ach
teruit ging, zullen na 12 Mei as. door de
C.R.C. geen runderen meer worden afgeno
men. De aanwezige blikken zullen natuuriyk
worden opgemaakt. Verder zal het van de
omstandigheden afhangen, of nadien met het
inblikken weer zal worden voortgegaan. Bij
zondere maatregelen zijn getroffen om te
voorkomen, dat tegen 1 November a.s. de
markt overvoerd zal worden met z.g. gras
kalveren, wat in geenen deele de veeteelt
ten goede komt.
Buitenlandse!) Weekoverzicht.
Japan op hol. Oude herinneriDgeD.
Araki, de soldaat. Minister Saito
aan het woord. China, Japansch pro
tectoraat. Leeningen. Onze Ooster
buren. De onbloedige revolutie.
Groering en Himmler, de radicalen.
Op het oogenbiik schynt Japan werkeiyk
op hol. Wat er thans gaande is, is veel ge
vaarlijker nog, dan de gebeurtenissen in
Mandsjoerije. Het is veel meer rechtuit, alle
voorwendselen zijn er by terzijde gelaten.
En het dwingt mogendheden als Amerika
en Engeland kleur te bekennen.
Deze noodzakelijkheid zijn vooral sedert
de laatste jaren de Amerikanen zorgvuldig
uit den weg gegaan. Voor de conferentie van
Washington in 1922 scheen men toch, om
de rechten, die Japan zich in China aan
matigde, op een Japansch-Amerikaansch
conflict af te stevenen. Dat heeft men, door
de genoemde conferentie juist bijtijds kunnen
ontwijken. Bevredigend voor Amerika was
deze oplossing niet. Japan bleef ook na die
conferentie posities in China en Siberië band-
haveD, die feitelijk, naar Amerikaansche op
vatting, voor de belangen der Vereenigde
Staten ondraaglijk waren. Men nam te Was
hington optimistisch genoegen met het be
reikte; en dit optimisme heeft volop recht
vaardiging gevonden. Russische guerilla-
benden hebben de Japanners spoedig daarna
hardhandig uit Siberië verwijderd en in China
hebben boycots hetzelfde bewerkt. Japan
werd aanhanger van vreedzame methoden.
Onze lezers weten, dat in de vreedzame
politiek van Japan in September 1931 weer
een plotselinge verandering is gekomen. Men
heeft toen gezien, hoe de Japansche politiek
steeds meer op drift raakte met nationaal-
socialistische, militaire stroomingen en hoe
de pogingen van de regeering, om nog wat
stuur te houden, steeds vruchteloozer wer
den. Araki, de soldaat, die het tot minister
van oorlog had gebracht, kreeg voortdurend
grooter gezag. Het succes van zijn streven
heeft hem meegesleurd over grenzen, die hfl
aanvankelijk nog voor zijn eigen onderne
mingsgeest getrokken had. Er is een oogen
biik geweest, dat er tegen de militaire in
vloeden in Japan geen tegenwicht meer
scheen te bestaan en dat zij, die deze macht
uitoefenden, op het punt stonden geheel op
hol te slaan. Toen is de ommekeer gekomen.
Araki werd weggedrongen. Hij kreeg een
politieke ziekte en moest vervolgens, om
redenen van politieke gezondheid, z(jn ont
slag nemen. Uit Japan klonken toen opeens
veel vreedzamer geluiden. Men kreeg den
indruk, dat de belangrijke versterking van
de militaire positie van Rusland in Oost-
Azië en de toenadering tusschen Washing
ton en Moskou, heel veel invloed hebben
gehad op de vreedzamer inzichten van Tokio.
Wy hebben er al op gewezen, dat, wat eerst
slèGhts indrukken der buitenwereld waren
geweest, een krachtige bevestiging kregen
door verklaringen, die Saito, na zijn bevor
dering van gezant in Den Haag tot Ambassa
deur te Washington, voor en bij zijn aan
komst in zijn nieuwe standplaats aflegde.
Evenwel scheen dien dag alles aan boord verkeerd
te gaan ten minste, zoo scheen het Dolly toe.
Zij hadden windstilte en lagen stil, terwijl dc stoom
jachten hen op eene wreede en spottende wijze
voorbij schoten; daarna werd de zee plotseling on
stuimig, de kreeftsalade, of iets anders, hinderde
haar; er stak eene vinnige, stijve wind op; de groot
hertogin vroeg haar cigarettenkokcr en gaf dien
niet terug, cn zij kon er, natuurlijk, niets aan doen,
hoewel hij dc eenige verbena-geurige papclitos be
vatte, die aan boord waren. Ook bewees Jura te
veel oplettendheden aan eene andere vrouw, die aan
boord was, althans, zoo meende zij; cn er was geen
van hare bijzondere gunstolingcn bij, dus kon zij
geen weerwraak nemen zooals zij wel gewenscht
had; en Corrèze had hardnekkig geweigerd mee te
gaan. Er was haar wel niets aan Corrèze gelegen,
maar zij kon niet dulden dat haar iets geweigerd
werd.
„Wat heb je 't land, Dolly!" zeide Lord Jura,
terwijl hij haar een verfrisschenden drank en per
ziken bracht.
„Hoe kan het anders, als mij drie zottinnen op
den hals zijn gestuurd!" riep zij woedend uit. „En
je zult me veel plezier doen als je niet op zoo'n los
sen toon tot ine spreekt."
Lord Jura floot en ging naar den achtersteven.
„Wat wordt hij vervelend!" dacht Lady Dolly;
cn de „Ephemeris" slingerde, cn daar hield zij niet
van, en de Due de Dinant was niet aan boord omdat
Jack hem cr niet hebben wilde; zij gevoelde zich
slecht behandeld, was boos cn verdrietig, cn kwaad
op den kok omdat hij de kreeftensalade had aan
gemaakt, en op Vere omdat zij geboren was.
„Een jongen zou niet half zoo erg geweest zijn,"
dacht zij. „Hij zou altijd van huis wezen cn een
plaats in het leger hebben gekregen. Maar een
meisjeVt Is gemakkelijk gezegd haar uit te huwe
lijken, maar zij heeft geen geld, cn de Mulls zullen
haar niets geven, en mijne familie kan het niet; en
wat Van der Decken betreft, evengoed zou men
bloed uit een steen kunnen persen; en men mag
zeggen wat men wil, maar alle mannen willen tegen
woordig eene vrouw met geld hebben, al hebben
zij zelven ook zooveel dat zij niet weten wat zij er
mee doen zullen. Wat is die groothertogin toch eene
verschrikkelijke vrouw. Zij ïs nu al dronken, en 't is
nog geen drie uur!"
„Nu zit cr gang achter," zeide Jura, de „Ephe
meris" bedoelende, die op en neer ging als een ga-
loppcerend paard; en de frissche zuidooster, die
opgestoken was, dreef het jacht al verder en verder
westwaarts.
„Ik geloof dat wij regelrecht naar Amerika
gaan! Wat is dat zeilen een dwaze liefhebberij!"
zeide Lady Dolly toornig, terwijl de wiiid door hare
tallooze krulletjes blies.
Inmiddels was Vere gehoorzaam naar Jiaar ka
mertje gegaan, beleefdheidshalve een studeer
vertrek genoemd, dat Jiaar in Chalet Ludoff als het
ware was aangewezen, cn liet zich daar opsluiten
nog geheel vervuld van dien gulden ochtcnddroom
van zonneschijn, van gezang, van dc zee cn den
zomer. Hare Norlhumbcrlandsche oude getrouwe
was behouden terug, maar aan de hevigste onge
rustheid cn zelfverwijten ten prooi geweest, en de
goede Duitsche gouvernante was ditmaal ernstig
boos op haar. Maar Vere was niet uit hare opge
wekte stemming te brengen; zij glimlachte om alle
berisping, zij luisterde er nauwelijks naar, cn zette
hare roos cn hare lavcndeltakjes in water. Daarna
viel zij van vermoeidheid en de warmte der Nor-
mandische zon op eene sofa in slaap, en droomde
van dc blauwe gentiaan in de Alpendalen, die zij
nooit gezien had, en van Corrèze's verrukkelijke
stem.
Toen zij wakker werd, waren er eenige uren ver-
loopen de pendule stond op twee uur. Zij dacht
er niet aan uit hare gevangenis te ontsnappen. De
zwakke, wit geschilderde deur met verguldsel af
gezet, zou door een harde stoot geweken zijn. maar
voor haar was zij onschendbaar. Zij was in de leer
van gehoorzaamheid naar de letter zoowel als naar
den geest opgevoed.
Zulk een ochtend als zij had doorgebracht, kon
niemand ooit beleefd hebben, dacht zij. Zij zou
gemeend hebben dat het een droom was geweest,
als die roos en die lavendeltakjes niet van de wer
kelijkheid getuigd hadden.
De Duitsche gouvernante kwam met Euclides
en Sophocles aandragen, maar Vere legde ze be
daard ter zijde.
„Ik kan vandaag geen les nemen," zeide zij. Het
was de eerste maal in haar leven dat zij dit gezegd
had.
De Fraulein ging wecnend been, en dacht dat de
hemel zou invallen. Vere lag met de handen achter
het hoofd op de sofa, en keek naar dc witte wolken,
die boven de zee dreven, en de lucht scheen haar
toe nog tc trillen van die verwonderlijk welluidende
stem, die haar nu eerst had doen gevoelen wat
muziek was.
„Zou hij de ongel Raphael zijn?" zeide zij bij
zichzelvc. Hij kon geen gewoon sterveling wezen,
dacht zij.
(Wordt vervolgd.)