EERSTE BLAD
lee'st
[adverteert
onze eilanden
Boekhandel, Westdijk, Middelharnis
ihebbers
dooréén rijksdaalder!
ZATERDAG
10 MAART 1934
16e jaargang. - n°. 36
BEHOUDT UW LEVENSKRACHT!
feuilleton.
MOTTEN.
Niet alleen
zeem en spons,
Vliegveld-plannen.
Binnenlandsch Weekoverzicht.
NI HANlDitt ILANDBOUWen IN WSTOÉ
m\ ^ÉËÊÊÊmÊ twÊÊm.
i.
ats-
ing
den
>zig
tse-
heb
len
oei-
te
uit-
dat
,ich
.vas
u de
ben
eer
dat
be
nen
de
wijl
het
ige
ge-
er-
,ie's
oor
oor
oor
een
dan
eer
iet
van
ist
ten
gekomen, hoeveel uien er op heden onge
veer nog waren. Hieronder de opgaven zoo
als men ze ons mededeelde:
Ooitgeosplaat11000 H.L.
Den Bommel18000
Herbingen7000
Melissant2500
Oude Tonge 16000
Nieuwe Tonge25000
Middelharnis en Sommelsdijk 19500
Dirksland16000
Goedereede2000
Ouddorp2000
Stad aan 't Haringvliet 15000
Stellendam1000
Totaal alzoo 130.000 H.L.
Volgens de statistische gegevens heeft
Engeland in het vorig seizoen ruim 240000
H.L. meer ingevoerd als tot op heden in dit
seizoen. Verleden jaar waren Nederland en
Spanje daarvan de leveranciers, terwijl nu
in hoofdzaak Nederland hiervoor alleen is
aangewezen. Niemand kan natuurlijk in deze
iets voorspellen, doch hierover waren alle
aanwezigen Zaterdag het volkomen eens,
dat als deze maand de verkoop wat geregeld
kon worden, die telers welke zich het minst
door angst laten leiden, het meest zouden
kunnen profiteeren. Zoo juist nog bericht
ontvangen dat Egypte dit jaar 60% teelt
van andere jaren en deze niet voor half April
aan de markt zullen komen.
U, Mijnheer de Redacteur, beleefd dank
zeggend, Hoogachtend UEd. Dw. Dnr.
L. A. HOBBEL-KOERT.
Notariaat.
Bij Kon. besluit van 1 dezer is aanChr.
Akkerman, op zijn verzoek, ontslag ver
leend uit zijn betrekking van notaris te
Ooltgensplaat.
handelaren
li EN
1 IN Ij
voor U!
en beste uitgevers stelt ons in staat U de
rde aanbieding te doen:
uistere zaak. Roman uit den tijd der Fransche
ouans. Historische roman Ruim 500 blz.
N: Drie verhalen. Drie boeiende, fantastische
blz.
ernen praal en val. De beroemde, groote roman
ren van 18301848. 2 dln., ruim 600 blz.
Scharlaken letter. Een boeiende roman uit den
ch-Amerikaansche romantiek. 374 blz.
ste Mignon. De wereldbekende liefdes-roman.
Verhalen. 350 blz.
van Dr. JACOBSEN, J. F. ANKERSMIT,
VN, e.a.
ngenaald (dus niet gebonden), ze tellen
ijden en ze zijn gedrukt op keurig papier
twee dingen van:
niet bedoeld zijn voor hem of haar, die .ook
:est", doch uitsluitend voor hen, die schrijvers
:ns, Zola, De Concourt enz. kunnen waardeeren.
ld van deze „restanten" gering is en WIJ
DE VOORRAAD STREKT!
gelooflijke aanbieding wil gebruik maken
den BESTELBON in!
JZE EILANDEN).
wenscht in aanmerking te komen voor
van het
van 8 boeken (te zamen 2600 blz.)
één rijksdaalder.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,07°
ADVERTENTIËN
van 1—6 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen enDienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
De statistieken toonen duidelijk aan, dat
de gemiddelde levensduur der menschen,
dank zij den vooruitgang der medische
wetenschap, aanzienlijk is toegenomen.
Van nog meer beteekenis achten wij in-
tusschen het feit, dat menschen van meer
gevorderden leeftijd tegenwoordig veel
jeugdiger blijven en aanmerkelijk meer
kunnen doen dan eenige tientallen jaren
geleden. Vroeger stelde men zich iemand
van zeventig jaar voor als door ouderdom
geknakt. Zeventig jaar: dat beteekende,
dat men voortstrompelde met een stok,
dat men maar liefst rustig bij de warme
kachel zat, dat men in zijn middagslaapje
om geen enkele reden mocht worden ge
stoord, omdat men anders in den namid
dag niet frisch genoeg was voor het be
zoek van de kinderen.
De zeventigjarigen van thans lachen om
zulke dingen. Zij doen nog flinke wande
lingen, rijden in auto's, die zij soms zelf
besturen, en beoefenen niet zelden tennis
en golf. Zwemmen en fietsen blijven zij
ook, wanneer zij dit vroeger reeds geleerd
hadden. En velen verrichten op dien leef
tijd intellectueel werk, dat in niets ten
achter staat bij hun vroegere prestaties.
Natuurlijk blijven niet bij allen, die een
hoogen leeftijd bereiken, geest en lichaam
zoo frisch. Het merkwaardigste is echter,
dat zij, die dit voorrecht genieten, niet
behooren tot de menschen, die „voor hun
gezondheid leven". Wie voortdurend in
onrust verkeert over zijn lichamelijken toe
stand en zich volstopt met medicijnen en
opwekkende middeltjes, zal nooit die duur
zame goede gezondheid genieten van
iemand, die rustig zijn leven leeft en zijn
werk doet. Onmatigheid, in welke rich
ting ook, verkort den normalen levens
duur en verzwakt het weerstandsvermogen.
Ook menschen, die hun leven niet met
iets nuttigs kunnen vullen, bereiken zelden
een hoogen leeftijd met behoud van hun
gezondheid. Door werken worden levens
kracht en gezondheid instandgehouden,
tenminste, wanneer het werk de belang
stelling van den betrokkene wekt. Men
schen die geen belangstelling meer heb
ben voor de voornaamste dingen in hun
leven sterven vaak door een betrekkelijk
onbeduidende oorzaak. Daarom sterven
er zoovele menschen binnen de eerste
jaren na het neerleggen van hun betrek
king. Als zij niet een andere bezigheid of
liefhebberij hebben, om hun leven te vul
len, is het moeten loslaten van hun ge
woonten te veel voor hen.
Zorgen knagen eveneens aan de gezond
heid. Soms ziet men, hoe menschen in
een korten tijd grijs wordendan kan men
er zeker van zijn, dat zij in dien tijd door
ernstige zorgen werden gekweld, ook al
OUID A
Naar het Engelsch door
C. BAARSLAG.
lieten zij daarvan niets bemerken. Zorg
en ergernis zijn buitengewoon schadelijk
voor het organismemen dient zich hier
tegen dus met alle macht te verzetten. Er
is reeds veel gewonnen, wanneer men
slechts gedurende enkele uren per dag alle
zorgelijke en onrustige gedachten van zich
kan afzetten. Hierdoor slaapt men ook
beter en iemand, die goed uitgeslapen is,
beschouwt de dingen anders dan wanneer
hij door slapeloosheid gekweld en afge
mat is. Afleiding kan men zeer goed vin
den in een bezigheid, die met genoegen
wordt gedaan, doch anderzijds de herse
nen niet te zeer inspant. Dit verklaart de
voorliefde van zoovele vrouwen voor hand
werken, van zoovele mannen voor tuinie
ren. Vooral het laatste is zeer bevorderlijk
voor den slaap en het is bekend, dat
menschen, die oud worden, veel slapen.
De menschen, die met weinig slaap kun
nen volstaan leven intensiever, doch zij
zijn eerder versleten. Wie veel en gezond
kan slapen, blijft tot op hoogen leeftijd
frisch en krachtig. Bij deze menschen ziet
men ook, dat zij van nature reeds den
gulden regel opvolgen van veel beweging
in de frissche lucht en niet te veel eten.
Krachtige oude menschen zijn bijna zon
der uitzondering in hun jeugd flinke wan
delaars geweest.
maar ook PUROL is bij schoonmaak onmis
baar. En wel om roode, ruwe, of stukke
schoonmaakhanden weer snel zacht en gaaf
te maken. Vooral 's avonds inwrijven.
(Adv.)
3)
„Bruin OxfordI" Hoe is 't mogelijk!" zeide
Lady Dolly, haar lorgnet voor de oogen houdende.
Zij kon de draagster van het aanstootelijke kleed
niet zien; er waren zooveel mannen tusschen haar
beiden maar zij zag den natten, verfomfaaiden rok
te midden van de zwierige toiletten dier gewijde
plaats; en wat nog erger maakte was eene Schot-
sche plaid, die niet behoorlijk gedragen werd, neen,
zoo maar was omgeslagen, zooals zij nog lang nader
hand pathetisch zeide.
„Wat een figuur!" zeide Lady Dolly.
„Wat een lief gezichtje!" zeiden de aanbidders;
maar dat zeiden zij binnensmonds, want zij waren
wijs in hun geslachte en prezen geen vrouw in het
bijzijn van een andere.
Maar het bruin Oxford kwam naar haar toe,
tegen den wind in, en liet daarbij een paar voetjes
zien, die voor dejhare niet onderdeden. Het bruine
Oxford strekte twee armen uit en eene stem riep
haar overluid toe:
„Moeder! Kent ge mij nietmoeder?"
Lady Dolly ontstelde; een flauwe gil ontsnapte
haar, en hare rooskleurige lippen waren half ge
opend van verbazing en ergernis.
III.
De beteekenis van snelvervoer laat zich het
beste verklaren met een herinnering aan
Amerika, in het midden der vorige eeuw.
Door de emigratie werden de prairieën, waar
op eens de Sioux de buffelkudden bejaagden,
omgezet in akkers. De roep was geweldig,
de oogst was groot, maar het vraagstuk kwam
achteraan; hoe krijgen we de producten
vervoerd 1 Eerst toen de spoorwegen kwamen
en dus snelvervoer de producten deed weg
voeren, kwam er een alleszins bevredigende
oplossing.
De quaestie van snelvervoer hangt in zeer
groote mate samen met de welvaart van de
streek.
De kurk, waarop de economische wereld
grfift is handel, landbouw en industrie. Zy
„maken het deld", zij vormen kapitaal,
door vlijt en zakelijkheid. Hoe meer han
del en industrie belemmerd worden hoe
meer kans er is op een crisis. De kruik
gaat zoolang te water tot ze breekt.
Hoe meer handelsbelemmeringen, hoe in
tensiever de crisis. Ieder land heeft zyn
eigen „fort" Iedere natie heeft zoo zyn
eigen „meesterstukken", en deze meester
stukken moeten uitgewisseld worden. Wan
neer men in Engeland rondkykt, ziet men
dat de landbouw er slecht is. Engeland is
In zoo'n kleeding," bracht zij uit, toen zij
een weinig tot zichzelve kwam.
Maar het bruin Oxford klemde zich met eene
soort van woeste, ja, barbaarsche blijdschap, naar
't haar toescheen aan haar vast, en de oude Schot-
sche plaid werd tegen haar batisten kleed gedrukt.
„O, 'moeder, wat ziet ge er lief uit! Ge zijt in
't minst niet veranderd! Kent ge mij niet meer?
Ik ben Vere."
Lady Dolly was zachtmoedig van aard, en slechts
zoo iets als verdriet over hare dienstboden, schulden
een echtgenoot, of dergelijke onaangenaamheden
des levens, kon haar nu cn dan wrevelig maken.
Maar op dit oogenblik was zij geheel door woede
overmeesterd. Zij had in haar kwaadheid met hare
parasol de gehecle schepping wel een pak slaag
willen geven; zij had wel flauw willen vallen, maar
dat zou haar toestand nog belachelijker hebben
gemaakt en dit bewustzijn hield haar op de been;
het strand, de zee, de zon, alles draaide met haar
rond in eene duizeling van gramschap. Zij hoorde
al hare minnaars en vriendinnen en mededingsters
en vijandinnen giegelen, en prinses Hélène 01-
gaurouski, die naast haar stond, zeide op haar vrien
delijks ten toon:
„Is dat uw dochtertje? Wel, dat is eene vol
wassen vrouw! Eene nieuwe schoonheid voor Mon
seigneur."
Lady Dolly had er op dat oogenblik honderden
kunnen verslaan, als hare parasol maar van staal
was geweest. Bespottelijk gemaakt te worden! Is
er vrceseijker lot onder de zon?
Het bruin Oxford klemde zich niet langer aan
haar vast toen het zich teruggestooten zag; de
Schotsche plaid was op den grond gevallen; twee
schitterende en sprekende oogen zagen haar aan,
b.v. een fabrieksland. Wat Engeland te kort
kwam aan land- en tuinbouwproducten kocht
het in met de producten van zyn fabrieken,
die een wereldvermaardheid genoten. Zoo
ontstond de handel, en toen men „den handel"
aan banden ging leggen, toen deed de crisis
haar intrede.
Wat heeft dit nu te maken met het vlieg
veld
De quaestie is; hoe sneller het vervoer
middel, hoe grooter het zakendebiet, hoe
intensiever de handel. Ook de wetenschap
draagt er 't hare toe by, en misschien een der
beste middelen om te vergelijken is wel het
noemen van een bekend tropisch product „de
banaan", die nu een algemeen gebruikt fruit
is, maar 50 jaren geleden onbekend was in
Holland. Dank zij sweZvervoer is de banaan
handelsproduct. De banaau heeft dit voor,
dat ze lang houdbaar is ook aldoor onrijp
plukken en narypen in de boot en in rijp-
huizen.
Op dit punt kunnen we veel van het vlieg
tuig verwachten. Het vliegtuig is het eerste,
experimenteele, tijdperk voorbyThans wordt
het ingeschakeld in het tweede stadium,
het veroveren van een plaats in het wereld
verkeer. Het derde stadium zal zijn, de zege
van het vliegtuig als snelvervoer, en de vesti
ging van vervoer (2de klas), trein, boot, auto
bus en vrachtauto.
Om het vliegtuig economischer te maken
heeft de stroomlijn zijn alles-beheerschende
intrede gedaan. Sneller door minder wind
vang, sneller met gelijke P. K. met gelyk
benzine-gebruik.
En deze snelheid vormt de nieuwe bron
van mogelijkheden.
Van de week werd b.v. de visch te IJmui-
den verkocht, een kist van 15 kabeljauwen
voor ƒ4, De visch was onverkoopbaar.
Laten we nu zeggen dat op elke visch van
87 cent een 40 cent vliegtuigvracht kwam
en dus b.v. voor 1,25 per stuk verkocht
kan worden in „de binnenlanden van Europa".
Nu is de visch onverkoopbaar maar
ziet, dank zij deze mogelijkheid het be
wust inschakelen van het vliegtuig de
toekomst niet er rooskleuriger uit!
Alleen momenteel is de handel nog lam
geslagen door contigenteering en invoerver
boden, dat ook voor visch geldt. Maar nu
uit Amerika berichten komen dat daar „de
zwaai" genomen wordt naar het vryhandels:
beginsel, kunnen we met meer optimisme
vooruit kijken. Als dit eenmaal een feit is,
als de grenzen werkeiyk open gaan, zal het
vliegtuig en de ontwikkeling van het ver-
keersvliegen enorm groot worden.
We zeggen dit alles niet om gewichtig te
zijn. We zitten in een slechten tyd, en moe
ten het hoofd buigen voor al het leed, dat
over ons henen gaat. Maar we hoeven niet
den moed te verliezen en nog minder heb
ben we het recht om by de pakken neer te
zitten. In de sportwereld hebben we geleerd,
de tanden op elkaar te zetten als het tegen
loopt, als je je laat overmannen door de
tegenslagen, dan ben je absoluut weg. Never
say die, nooit zeggen doodgaan zeggen de
Engelschen het zoo typisch. Is dat niet men
schelijk en mooi gezegd!
We hebben niet het recht laten we het
herhalen om de pakken neer te gooien
en ééne hand werd nog schuchter naar haar uitge
strekt.
„Ik ben Vere!" zeide eene stem, waarin tranen
trilden, die met trotschheid kampten.
„Dat zie ik wel!" zeide Lady Dolly, met bitter
heid. „Hoe kon je op zoo'n onfatsoenlijke manier
hier komen zelfs zonder je te kleeden? Ik had
je van avond pas verwacht. Is dat Fraulein Schro
der? Zij moest zich schamen."
„Ik ziet niet in waarom ik mij zou schamen,
Miladi," sprak hierop eene beieedigdc Duitsche
dame. ,,'t Is geen schande dat eene liefhebbende
dochter, na eene langdurige afwezigheid, verlangt
om haar aan wie zij het aanzijn verschuldigd is, in
de armen te vliegen."
„Zwijg!" beet Lady Dolly haar toornig toe.
Fraulein Schröder droeg eene groene voile en een
groenen bril, was niet liefelijk voor het oog, en
had grijs haar; en de vrienden en minnaars en
hovelingen en vijandinnen konden hun lachlust
niet bedwingen.
„Welk een engel van bekoorlijkheid! Maar 't is
eene vrouw, eene volwassen vrouw. Zij moet ten
minste twintig jaar zijn, mijne lieve?" sprak
prinses Hélène, die altijd de aangenaamste dingen
zeide, welke zij maar bedenken kon.
„Vere is zestien jaar," antwoordde Lady Dolly
scherp, zoo mogelijk nog meer ontstemd toen zij
bespeurde dar het hoofd van liet meisje, met een
door de zon bruin gel. randen zeemanshoed ge
dekt, die met een zwart lint was vastgebonden,
bijna een voet boven het hare uitstak, hoewel het
nu neerhing als een roos in den regen.
Juist kwam er iemand uit zijn zeebad, die zijn
badmantel in schilderachtiger plooien om zich
heen had geslagen dan andere mannen dit ver-
we hebben den plicht te zorgen dat de toe
komst rooskleuriger zal zyn en uit de ge
maakte fouten leering te trekken.
We hebben te zorgen voor betere moge-
lykheden.
En uit dit standpunt z(Jn w(J vooratanders
van het vliegveld. We weten wel het kost
geld, die eerste inrichting. En als je de des
kundigen hoort, dan kost het zelfs een heele
boel geldl Maar... we moeten de kern van
de quaestie toch nog eens ophalen. In tegenr
stelling met TweDte, Eelde en Eindhoven
waar speciale vliegdiensten opgelegd moeten
worden, wordt Piakkee ingeschakeld in een
bestaande luchtlijn, die rendeert. Dat is een
zeer belangrijke factor. Flakkee heeft niet
te vragen om een speciale luchtlijn op
dit eiland de lijn is er. En wanneer Flakkee
z(jn belang begrtjpt, dan komt dit vliegveld
er, om de mogelijkheden voor onzen handel
op België en verder, en om de plicht dien we
hebben te zorgen in de toekomst niet langer
„het vergeten eiland" te zijn. Ook in deze
zwarte tijden moeten wij zorgen dat de toe
komst lichter en vooral lichtend zal zijn.
J. B.
(Wordt vervolgd.)
Nieuwe bankbiljetten van 25,— en
van ƒ10, - De Zomertyd op komst. -
De Nederlandsche gezant te Peking
spreekt over China in den overgang. -
Voortzetting van de zaak-Onnes van
Nijenrode. - Een nieuwe hoogleeraar te
Leiden benoemd.
De Directie van de Nederlandsche Bank
maakt bekend, dat zij nieuwe modellen van
bankbiljetten van 25,— en van 10,—
in omloop zal brengen. Het biljet van vyf-
entwintig gulden is gedrukt in een dieproode
kleur op een ondergrond van lijnen en rozet
ten in grysblauw en geelbruin. Aan de rech
terzijde van het biljet pry kt de beeltenis van
Mr. W. C. Mees, die tusschen 1868 en 1884
President van onze Centrale Credietinstelling
is geweest. Aan de linkerzyde van het biljet,
ter grootte van de genoemde beeltenis, is
een bijna geheel onbedrukt gedeelte aange
bracht, dat in doorzicht, als watermerk, een
naar links gakeerden Mercuriuskop vertoont.
De achterzyde van het biljet heeft, in tegen
stelling met de voorzyde, vier onbediukte
randen. De geheel uit guiloches opgebouwde
teekening is in paars, geelbruin en blauw
groen uitgevoerd en gevat in een smal randje
van ongeveer 3 mm. Het biljet is gedrukt
op papier van ongeveer 17.5 cm. bij 7.7 cm.
Het biljet van tien gulden is gedrukt in
een van donkerblauw tot lichtblauw over
gaande tint op een ondergrond, die gevormd
wordt door evenwydige verticale lijnen van
afwisselend groene, paarse en roode kleur,
welke lynen het biljet gedeeltelijk overdek
ken. Onder den tekst van het biljet is een
groote rozet in groene, roode en donkerbruine
kleur aangebracht. Óp de rechterzijde van
het biljet staat een in gravure uitgevoerde
kop van een ouden man, gemaakt naar een
origineel van Rembrandt. Op de linkerzijde
is een ruimte van geiyke grootte onbedrukt
gelaten, die in doorzicht, als watermerk,
denzelfden kop als dien van de gravure ver
toont. De achterzyde van het biljet vertoont
een uit concentrische cirkels samengestelde
mochten.
„Ik weet niet hoe je aan een el of twaalf linnen
zooveel sierlijks weet te geven, Corrèze," zeide een
Engelschman, die bij hem was.
„C'est mon métier h moi d'etre noseur," zeide
de ander, het bekend gezegde van Joseph den
Tweeden aanhalende.
„Neen," hernam de Engelschman, „poseur ben
je nooit; dat is juist het geheim. Ik lijk wel een
gek als ik zoo ingebakerd ben; maar gij wel,
je ziet er uit als een Oostersch priester, die zoo
pas uit een heilige rivier komt."
„Encore une fois mon métier," zeide de
ander, cenige van dc linnen plooien over zijn hoofd
werpende, een mooien kop, zooals de kunstterm
is, bijna trek voor trek als dc jonge Sebastiaan
van Del Sarto. Op dit oogenblik zag hij het kleine
tooneel tusschen Lady Dolly en hare dochter, en
sloeg het op een afstand met veel belangstelling
en genoegen gade.
„Wat Jieeft dat meisje een allerliefst gezichtje,
die gelaatskleur als eene wilde witte roos, daar
kan niets bij halen. Alle vrouwen, die zich gc-
geblankct hebben, zien er, bij haar vergeleken,
grof uit," ging hij voort, na haar door een kijker
van zijn vriend langdurig beschouwd te hebben.
„Wie is zij, zeg jc? Dc dochter van Miladi Dolly?
Is 't mogelijk? Ik dacht dat Miladi zelve eene pop
was die in eene doos met watten werd bewaard
als haar mechanisme niet was opgewonden, 't Is
toch niet mogelijk dat Dolly zich tot zoo iets alle-
daagsch cn ongekunstelds als moeder te zijn ver
nederd heeftI Gij vergist u zeker."
„Neen. In het ver verleden is zij met een neef
getrouwd. Dit is de vrucht van haar echt."
Eene bekoorlijke vrucht, 't Is nog maar een kind,
rozet, waarom en waardoor een grillig zich
verbloedend en versmallend ïynenfuguur
loopt, dat de in de vier hoeken voorkomende
getallen „10" tot één geheel verbindt. De
achterzyde is uitgevoerd in de kleuren grys,
groen, paars en bruin.
De ons getoonde biljetten zyn ontworpen
door den bekenden sierkunstenaar Lion
Cachet en natuurlijk gedrukt by de bekende
drukkers Joh. Enschedé Zonen te Haarlem.
Naar ons persooniyk oordeel kan men de
directie van de Nederlandsche Bank, de druk
kers en den ontwerper, Lion Cachet, slechts
gelukwenschen met deze twee werkeiyk
voortreffeiyk uitgevoerde bankbiljetten.
Al is het nog vroeg in Maart, reeds doet
allerwegen de lente haar eerste aarzelende
schreden in het jaar 1934. Wy zyn daaraan
nu ook in de Staatscourant herinnerd en wel
door de publicatie, dat de Zomertyd dit jaar
zal duren van 15 Mei tot 7 October. Door de
betrekkeiyk late invoering van den Zomertyd
wil men zooveel mogeiyk tegemoet komen
aan de bezwaren, die de bewoners van het
platteland en vooral de boeren hadden tegen
een al te vroegen aanvang van den Zomertijd.
De Nederlandsche gezant te Peking, Mr.
W. J. R. Thorbecke, heeft in delndustrieele
Club te Amsterdam gesproken over China
in den overgang. Sedert 1911 is China een
republiek. Thans zijn de Noordelijke provinr
cies autonoom, maar in Midden-Cbina zijn
groote gebieden in de macht van de zooge
naamde „Roode Legers", die van Moskou
uit worden geleid en gefinancierd. Dat ge
bied omspant 60.000 vierkante myien met
30.000.000 menschen en legers ter sterkte
van 150.000 tot 200.000 soldaten. Gebrek
aan wegen, verkeersmiddelen, telefoon en
radio-telegrafie verzwaren den stryd der Chi-
neesche regeering tegen deze communistische
expansie. De kansen voor de buitenlanders,
zelfstandig in China te werken, zfin ver
minderd, maar vergroot zijn onze kansen
tot samenwerking met de Chineezen. Voor
Nederland dient een belangen-vertegenwoor-
diging van Nederlandsche en Nederlandsch-
Indische voortbrengselen in China in het
leven te worden geroepen. Zoo zouden wij
ons nieuwe kansen en een nieuw arbeidsveld
kunnen verzekeren.
Staag rolt de zaak-Onnes van Nyenrode
verder voor de strafkamer van de Amster-
damsche arrondissements-rechtbank. De ka
steelheer weet met bewonderingswaardige
hardnekkigheid zijn lezing van inbraak, of
„verhuizing", stijf en strak door te voeren
en kan op iedere vraag van den president
een antwoord geven, dat nog goed is ook
en hem, als verdachte, nimmer belast, zoo
dat er in dit geval slechts twee mogelyk-
heden schijnen te bestaan. Of de kasteelheer
is werkelijk aan alles onschuldig en verdedigt
dus zijn onschuld tegen een officier van
justitie, die hem tot een vermoedelijk niet
lange gevangenisstraf veroordeeld wil zien.
Of de verdachte is wèl schuldig aan de ge
fingeerde inbraak, op touw gezet om de
verzekerings-maatschappijen op te lichten,
maar dan is zijn houding voor de rechtbank
er een, die geen beroeps-misdadiger hem zou
kunnen verbeteren
Tot gewoon hoogleeraar in de Nederlandr
sche taalkunde aan de Rijksuniversiteit te
Leiden is benoemd Dr.G G. Kloeke te Ham
burg. Geboren te Schagen op 10 Juli 1887,
studeerde Prof. Dr. Kloeke te Amsterdam,
Groningen en Leipzig in de Germaansche
maar een allerliefst kind. Jammer dat wij in dit
costuum zijn, anders zouden wij ons aan haar laten
voorstellen; hoewel Miladi ons er geen dank voor
zou weten, naar haar gezicht te oordeelen."
„Die arme Dolly! 't is hard voor haar eene
dochter te hebben en nog wel eene dochter,
die in Augustus te Trouville komt."
Daarop gaf hij, die zich zoo bevallig in badlinnen
wist te drapeeren en een gezicht als St. Sebastiaan
had, den kijker aan zijn vriend terug, en ging naar
zijn hotel om zich te kleeden.
Intusschen zeide Lady Dolly wrevelig: „Ga naar
mijn huis, Vere de Chalet Ludoff. Daar hadt
je eerst heen moeten gaan; waarom ben je daar
niet 't eerst heengegaan om je te kleeden? Men
moet wel eene zottin zijn om je te veroorloven
anders te doen. Hoe dwaas! Kom, loop er dadelijk
heenzoo gauw als je kunt."
„Wij zijn aan het huis geweest, maar daar zeiden
ze dat ge op het strand waart, en dus, moeder.
„Noem mij, alsjeblieft, niet zoo „moeder!" Dat
geeft iemand een gevoel als hoe-heet-zij-ook in de
„Trovatore," zeide Lady Dolly, met een kort
lachje, dat vrij snibbig was. „En wees zoo goed mij
hier niet zoo te staan aangapen; iedereen kijkt en
luistert naar ons,"
„Waarom zouden ze niet mogen luisteren?"
sprak Fraulein Schroder hierop. „Kan er in de
natuur eene zoeter, eene meer zielverheffende en
Gode welbehagelijkcr aandoening zijn dan kinder
lijke liefde, die zich uitstort aan het hart eener
moeder en.
(Wordt vervolgd.)