PREDIKBEURTEN.
ölMBORrfê
flfANOL
L E E ST
Ia d v e rte e rt|
II in I
Gitnborn's
Studie Waterverf
AAMBEIEN.
A DE SALAMANDER
WOENSDAG
10 JANUARI 1934
16e jaargang.
n°. 19
feuilleton.
VERSLAGEN
TALMI.
po
zich door alle drie afdeelingen voortgeplant.
Deze drie afdeelingen hebben elk elechta twee
uitgangen, die, zooala gezegd, door de ont
ploffing vr(]wel geheel onbruikbaar zRn ge
worden.
Natuurlijk ie onverwijld een begin gemaakt
met de reddingswerkzaamheden, doch de
uitstroomeude gassen maakten binnendrin
gen in de myn vrijwel onmogelijk. De tal
rijke militairen, brandweerlieden en gendar
merie konden niet ijeel uitrichten, daar de
ingesloten mijnwerkers waarschijnlijk niet
dan door een geheel nieuw aan te leggen
hulpschacht zullen kunnen worden bereikt.
Bovendien is vermoedelijk geen der arbeiders
meer in leven, daar in de mjlngangen een
hevige ondergrondsche brand woedt. Het
ministerie van Binnenlandsche Zaken heeft
een vertegenwoordiger Daar de getroffen
mijn gestuurd. Verslagen bloedverwanten en
vrienden verdringen zich rondom de plaats,
waar eens het directiegebouw, de sorteer-
inrichring en de mijntorens hebben gestaan.
Telefonische verbinding met de buiten
wereld is niet mogelijk, daar alle telefoon
lijnen, zoomede de electrische geleidingen
verbroken zijn. Naar verluidt hebben alle
mijnen van het gebied in kwestie last van
het mijngas.
de
Bo-
ge-
ond
die
en-
ïyk
ing
'ag-
van
act
en.
het
vol
rat
'sl
an
gen
uur
ige
elle
erd
mp
ge
en
ide
eel
.In
oor
De
Zondag 7 Januari 1934.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, rm. ds. v. d. Wal, 's av. dhr. Velter.
Sommelsdijk, vm. leeskerk eii 'sav. ds. v. Asch.
Dirksland, vm. dhr. Baart en's av. ds. v. d. Wal.
Herkingen, vm. en 's av. dhr. Overweel.
Melïssant, vm. ds. Bouw en 'sav. leeskerk.
Stellendam,nam.ds.Polhuijs,'sav. dhr. Bouman.
Goedereede, vm. ds. v. Asch
Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Bouw.
Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds.Verkerk.
Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en'sav.leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. leeskerk en nam. ds. Kleijne.
Langstraat, vm. dhr. Vette-.
Den Bommel, vm. ds. Kleijne en's av. leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en
'sav. leeskerk.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
Melissant, vm. en 's av. leeskerk.
Stellendam, vm. en 's av. ds. Sap.
Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. v. d. Velde.
Ooltgensplaat, vm. en nam. ds. Reenders.
Den Bommel, vm. en 'sav ds. Scbaafsma.
Stad a.'t Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaff.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. nam. en 's av. dhr. Lichten
berg uit Rotterdam.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois.
Herkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en 'sav. dhr. Wijting uit Rijssen
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Ouddorp, vm. ds. Foppema.
lurmasu
LAAT NIET LOS
II EN
ONZE EILANDEN
DE BESTE
Verkrijgbaar bij alle Boekbandelaren
RADICALE GENEZING
de hard; n ekkigste Aambc )o
kunt U genezen binnen enkele v/^ken.
Kipstraat 59, R'd am
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Dordrecht en Omstreken.
NIEUWJAARSREDE
gehouden door den Heer C. Jvan Helden,
Voorzitter der Kamer, in de openbare
vergadering van 4 Januari 1034*
Mijne Heeren,
Ook bij den aanvang van onze werkzaam-
hedeu voor dit jaar, zal het zijn nut hebben
ons te oriënteeren over den economischen
toestand, waarin wij ons bij de jaarwisseling
bevinden. Dat dit een aangename taak zou
zijn, zal door geen uwer worden gedacht.
In het algemeen kan dan ook worden gezegd,
dat langzamerhand het inzicht rijpte, dat
uit den nood, waarin wij door een samenloop
van velerlei factoren zijn geraakt, niet dan
door krachtige maatregelen, hoe pijnlijk op
zich zelve ook, redding mogelijk is. Of dit
inzicht nog tijdig genoeg is gekomen om
hel ergste af te wenden kan thans nog niet
worden beoordeeld.
By een overzicht van de economische
posi.ie, waarin wij ons bevinden en een
bespreking van de kansen, die hierin een
verandering kunnen bewerken, dringt zich
in de eerste plaats op de vraag, of bijzondere
factoren in het afgeloopen jaar tot ontwikke
ling zijn gekomen, die een gunstiger beoor-
dee: ng van den algemeenen toestand ver
oorloven, dan in den aanvang van het thans
verstreken jaar mogelijk was. Indien wij deze
factoren onderscheiden in primaire en secun
daire en onder primaire factoren verstaan
diegene, die het wereldverkeer rechtstreeks
beïnvloeden en onder secundaire degene, die
op zich zelve beschouwd uitvloeisel zijn van
veranderingen in deeconomischeconstellatie,
doch deze op hun beurt ook weer in mindere
of meerdere mate beïnvloeden, dan moeten
wij helaas vaststellen, dat in de eerstgenoem
de categorie geen de minste wijziging ten
goede is te bespeuren, waarmede tevens is
gezegd, dat voor eenig optimisme nog elk
fundament ontbreekt.
Wanneer wij in den zomer van het afge
loopen jaar de droeve getuigen waren van
de onmacht der Londensche Conferentie om
ook maar de geringste verbetering in het
warnet van economische verkeersbelemme-
ringen te bewerken, terwijl dit integendeel
nadien het economische leven nog steeds meer
heeft verstrikt, dan is niet meer te ontkennen,
dat nog geen sprake is van een fundamenteel
herstel, hoezeer dan overigens ook nog in
embryonalen toestand. De wereldbarometer
wijst nog onverminderd op 3torm al bereiken
dan ook misschien de windstooten afzonder
lijk niet meer de orkaaukracht, die zij in de
afgeloopen jaren ontwikkelden en waardoor
vele bedrijven reeds tot een puinhoop werden.
Wat de secundaire factoren betreft, hier
vallen inderdaad symptonen aan te wijzen,
die handel en industrie althans de hoop op
betere tijden doen behouden en met wier
beteekenis als zoodanig, men goed zal doen
ten volle rekening te houden. Met meer dan
injecties zyn deze op zich zelve bemoedigende
teekenen echter niet te vergeiyken. Als zeer
kleine lichtpunten zyn voor Nederland in en
buiten Europa te noemen het metDuitseh-
land afgesloten handelsverdrag, dat slechts
gelding zal hebben voor het thans ingetreden
jaar, doch ten minste voor de exportmoge-
ïykheid voornamelijk van land- en tuinbouw
producten verruiming biedt, al worden de
verkregen voordeeien weder eenigszins ge
temperd door contingenteering van de quota,
die tegen lager invoerrecht kunnen worden
geïmporteerd en bovendien nog door prijs
zetting. Niettemin is dit verdrag juist voor
het district van onze Kamer van belang.
Ook de doorwerking van het op den laatston
dag van 1932 met Duitschland afgesloten
deviezenprotocol nam tenminste de scherpe
kanten van de toen bestaande moeilijkheden
in het betalingsverkeer weg, al blijven ook
hier nog vele wenschen te vervullen. Te
hopen ware voorts, dat de verdere afbraak
van de rentebetalingen door Duitschland niet
in den vorm wordt uitgevoerd, zooais deze
door den President van de Bjjksbank werd
aangekondigd. Als een typisch voorbeeld vau
een secundaire factor, zooals ik die boven
nader definieerde haal ik hier nog aan bet
juist dezer dagen in de bladen gepubliceerde
bericht, dat de Japanschereederijen zich zien
geplaatst voor de noodzakelijkheid van een
vraebtverhooging met 25 wegens het
intrekken der tot nog toe genoten regeerings-
subsidies, tengevolge van de precaire situatie
van de Japansche schatkist. Indien de ver
onderstelling niet te gewaagd zou zijn, dat
hiermede het einde van de Japansche valuta
dumping wordt ingeluid, dan zou ook hier
mede een mogeiykbeid op herstel voor vele
Nederlandsche bedrijven zijn gegeven.
Zooals U ziet zyn de lichtpunten, waar
van ik er hier enkele aanstipte, nog slechts
zeer weinige en ook deze kunnen dan nog
blijken slechts luchtspiegelingen te zijn ge
weest.
De algemeene toestand vertoont nog geen
neiging tot herstel en alle krachten zullen
dan ook ingespannen moeten blijven om de
overbrugging naar een lager welvaartspeil
mogeiyk te maken en te voorkomen dat
voetstoots den afgrond tegemoet wordt ge
reden. Dat een krachtige regeeriDg ons land
in deze voorgaat en den hier en daar opdui
kenden onwil oin aan het noodzakelijke en
gemeenschappelijke doel mede te werken
weet te breken, is nog de beste waarborg,
dat althans de allergrootste rampen zullen
worden afgewend.
Wat de afzonderlijke en belangrqkste be
drijfsgroepen in het district der Kamer be
treft, zij waren in verschillende maten af
hankelijke van de bovengenoemde deels gun
stige en deels ongunstige factoren. De export
van tuinbouwproducten in het centrum
Zwljndrecht ondervond in niet onaanzienlijke
mate de goede gevolgen van de ingetreden
verbeteringen in het betalingsverkeer met
Duitschland, terwql ook de export naar
Scandinavië en Zwitserland gunstige resul
taten bracht. Voor den export naar Enge'
land viel niet op een zelfde succes te bogen.
De scheepswerven aan de Noord en de
machinefabrieken daar en elders in het
district lagen vrijwel stil. Het baggerbedrijf,
een derde belangrijke groep, heeft evenzeer
reden de verwachtingen voor het komende
jaar zoo laag mogelijk te spannen. De steun-
verleening aan de griendbedrtjven bleef,
althans voor de in dit district gevestigde
ondernemingen zonder eenig waarneembaar
resultaat. In het meerendeel van de meer
gedifferentieerde bedrjjven, die ik hier niet
alle kan noemen, is de toestand niet gunstig.
Het jaarverslag zal ten deze helaas allen
twijfel wegnemen.
Wat de algemeene economische omstan
digheden in ons district betreft, kwam de
oplossing van de oeververbindingen der groo-
te rivieren weinig nader, al mag worden
verwacht, dat in dit jaar de bouw van de
brug bij Moerdijk van het stadium van voor
bereiding in dat van uitvoering zal overgaan.
Ook de wegenaanleg in de Alblasserwaard
is nog steeds een papieren project gebleven.
Al is nu het tracé voor den Rjjksweg defi
nitief vastgesteld, voor den aanleg van de
provinciale wegen is thans vrijwel alles weer
op losse schroeven gesteld. De Kamer zal
het zich tot taak moeten rekenen te berei
ken, dat een einde wordt gemaakt aan het
elkander verdringen van alle mogeiyke op
lossingen, zonder dat een er van tot uitvoe
ring wordt gebracht.
Wat de werkzaamheden der Kamer zelf
betreft, ook deze werden beheerscht door de
bijzondere tijdsomstandigheden. Ik volsta
met u te wijzen op de groote uitbreiding,
die dit jaar werd gegeven aan de contigen-
teeringsmaatregelen, die veel tijd vergden
van het. personeel der Kamer, dat met de
uitvoering van de verschillende wetten en
koninklijke besluiten is belast, aan de hand
van de niet altijd even duidelijke voor
schriften van het Crisis In- en Uitvoer
bureau. Verder herinner ik aan de bemoei
ingen, die de Kamer had bij de voorberei
ding van de toepassing der wet op de even-
lige vrachtverdeeling in de binnenvaart.
In de laatste maanden van het jaar werd
de Kamer herhaaldelpk geraadpleegd over
de eischen, die de omzetbelasting aan de
fabrikanten en handelaren zal stellen en het
is te hopen, dat de nieuwe wet, die hier
weer in het bedrijfsleven is geïntroduceerd,
overeenkomstig haar bedoeling, geen al te
nadeelige gevolgen voor handel en industrie
zal hebben.
Zoo staan wij dan aan den aanvang van
een werkjaar, waarvan minder dan van een
zijner voorgangers te zeggen valt, wat het
ons brengen zal, een begin van de consoli
datie van hetgeen ons aan welvaart is over
gebleven dan wel een verdere afglijding naar
den chaos, waaruit verlossing nauwelijks
verwacht mag worden. Aan ons is het niet
gegeven het doel van ons streven als een
wel omlijnd geheel voor oogen te stellen,
doch wij moeten volstaan ons met inzetting
van al onze krachten aan onze idealen te
geven. Slechts dan kan met opgeheven hoofd
de zware taak ter hand worden genomen
3e bedrijven, waarin wjj ons hart en ons
leven hebben gelegd heen te loodsen door
de gevaren, die hen van veie zijden bedreigen.
Ik wil eindigen mijne Heeren, met de hoop
uit te spreken, dat U de hiertoe noodige
krachten geschonken mogen worden door
de macht, die ons aller streven beheerscht
en dit ten goede leidt.
Het zjj m\j vergund met een persoonlijk
woord te besluiten en U dauk te zeggen
voor den arbeid, die U in het belang van
handel en nijverheid hebt verricht,gesteund
door de groote gaven van onzen secretaris
en de plichtsbetrachting van het geheele
personeel. Ook de heeren van de pers wil
ik van deze plaats mijn dank betuigen voor
de ook weer dit jaar ondervonden mede
werking. Dan wil ik nog U allen het beste
toe wenschen voor het komende jaar, niet
alleen u persoonlijk, maar ook voor uw ge
zinsleven en voor de door u geleide bedrijven
wensch ik U allen voorspoed toe. Uw aller
medewerking heeft mij in 1933 het voor
zitterschap der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Dordrecht en Omstreken tot
een aangename en gemakkelijke taak ge
maakt en ik wil niet nalaten U hiervoor
mijn dank te betuigen. De wet schrijft voor
dat ik het voorzitterschap moet nederieggen
en ik wil U thans in de gelegenheidstellen
een voorzitter voor dit jaar te benoemen.
Verslag van de algemeene vergadering
van de Schippersvereniging „SCHUT-
TEVAKIl" op Vrydag 5 Januari 193U
Om acht uur opent de voorzitter, de heer
L. J. den Hollander, de vergadering met een
kort woord van welkom en een welgemeenden
nieuwjaarswensch, niet alleen persoonlijk,
maar vooral voor het schippersbedrftf. Vol
gens het vereenigingsblad zou er eenige op
leving zijn, wij merken er hier nog niets
van, maar wij hopen allen, dat dit bewaarheid
moge worden, want de schipperij wordt
zwaar getroffen.
Dan leest de heer Hoek de notulen van
de vorige vergadering, welke zonder op- of
aanmerking worden goedgekeurd.
Voorzitter neemt weer even het woord.
Met 1 Januari is de omzetbelasting in wer
king getreden. Hij deelt den aanwezigen
mede, dat volgens de omzetbelasting booten
en schepen bij aankoop vrij van deze belasting
zijn. Ook bij reparaties zullen er weinig
kosten door die wet op deze reparaties komtn.
Dan deelt hij ook mede, dat er in de
bestuursvergadering gesproken is, een spreker
te laten komen, over een onderwerp, dat
het schippersvak aangaat, en ook de moge
lijkheid, voor de algemeene vergadering in
Meppel nog een plaatselijke vergadering te
houden, waarin de voorstellen voor de alge
meene vergadering besproken worden.
Ingekomen stukken. Een schrijven van
den heer M. Boomsrna, met het verzoek om
in samenwerking met den A.N.W.B. hier
een drinkwaterkraan te krijgen voor de
schippers en pleziervaarders. Er is daarover
een schrijven van den A.N.W.B. gekomen.
Voorzitter deelt mede, dat in de vergadering
van de Drinkwaterleiding besloten is die
kranen ten gerieve der schippers aan te
brengen.
De penningmeester legt de rekening van
het afgeloopen jaar over. Na controle met
de bescheiden wordt die goedgekeurd. Er
blijkt een batig saldo te zijn vau 13,15,
zoodat er in kas is en deels op de Boeren
leenbank een bedrag van 259,99.
Penningmeester wordt bedankt voor zijn
uitstekend beheer en dan komt de heer Hoek
aan het woord wanneer hij verslag uitbrengt
over de Algemeene vergadering in Enkhuizen.
De heer Hoek verteld uitvoerig de schoon
heden van Enkhuizen, de tocht met de luxe
boot naar de Zuiderzeewerken, maar aan
het slot blijkt wel degelijk, dat de heer Hoek
het prettige met het nuttige heeft ver-
eenigd, door de mededeeling, dat alle voor
stellen naar de vergadering zijn aangenomen,
maar helaas, geen enkel is uitgevoerd wegens
geldgebrek.
Voorzitter dankt den heer Hoek voor zijn
verslag, en dan komt evenals een tusschen-
nummer de heer Verschelling aan het woord.
Roman uit het leven te Stockholm.
door ERNST LUNDQUIST.
Vertaald door F. LAHR Jr.
Nadruk verboden.)
52)
Olof monsterde heimelijk haar uiterlijk. Haar
kleeding verried den nauwkeurigen opmerker een
met moeite verborgen armoede, de handschoenen
schenen oudgedienden te zijn en zulke roode oog
leden kenteekenen personen, die veel 's nachts
moeten werken.
,,Je man was immers rijk?" zei hij na een poos.
'.Niet zoo rijk als moeder meende."
!,Neeni mij niet kwalijk nicht, dat ik je zooveel
vragen doe," haastte hij' zich te zeggen, daar hem
de smartelijke toon, waarop Karin dit laatste ant
woord gaf, niet ontging. „Er zijn geen nieuws
gieriger menschen dan emigranten, die pas in hun
vaderland teruggekeerd zijn. En daar ginds in
Italië heb ik nooit het geringste over je gehoord."
„Je gaat er zeker weer heen?" vroeg Karin,
die instinctmatig voelde, dat zij met het oog op
Einar, eenige vragen behoorde te doen.
„Neen, ik heb mijn inrichting in Rome aan een
Zw'eedschen luitenant overgedaan en ben nu, ho
pelijk voor goed, in Stockholm gevestigd. Ik begon
mij daar in het Zuiden eenzaam en huiverig te
voelen, in weerwil van alle warmte. Ik heb hier
in Stockholm een zeer goeden vriend, van wien
ik onafscheidelijk ben. Wij wonen weliswaar niet
samen, doch zijn dagelijks bij elkaar geweest sedert
ik verleden jaar Juni hier terugkwam."
„Dus je bent hier al zoo lang?"
,,Ja, en het verwondert mij, dat ik tot nu toe-
geen schaduw van je heb gezien, nicht Karin."
„Ik ga zelden uit.wij wonen wat afgelegen."
„Ja, ik weet het, in de Stora Nijstraat."
„Hoe weet je dat?"
„Uit het adresboek."
Er volgde een stilzwijgen, dat pijnlijk dreigde
te worden, toen Einar hun te hulp kwam.
„Dat oom Olof ons gedurende al dien tijd niet
eens is komen opzoeken!" zei hij.
„Oom Olof kent je vader niet," zei Karin.
Einar scheen eenigszins verwonderd over deze
onverwachte verhouding, doch zijn levendige fan
tasie nam op hetzelfde oogcnblik een sprong in
een andere richting.
„Is het waar, dat er in Italië roovers zijn?"
vroeg hij.
„Ja, er zijn er enkele," antwoordde Olof, „men
ziet ze ongeveer even zelden als hier in Zweden
wolven, en dan meestal --- zooals de wolven
gedurende schrale tijden. Ik heb er een gekend,
een van de beruchtsten; ik heb hem zelfs ge
masseerd."
„Neen, werkelijk!" barstte Einar verbaasd uit
en zijn groote oogen staarden den merkwaardigen
oom wijd aan. „Hoe ging dat toe? Vertel het mij!"
„Het is misschien wat lang om nu te vertellen,
zei Olof met een aarzelenden blik op Karin. Doch
hij zag wel, dat Jiij haar een dienst bewees, door
het woord te nemen en haar uit de pijnlijke situatie
te redden, waarin zij zich bevond. Zelf voelde hij
bepaald verlangen om den jongen een plcizicr te
De^mededeeling van den Voorzitter dat er
een spreker eventueel kan worden uitge-
noodigd, doet hem de vraag stellen, of het
ook een spreker voor juridische aangelegen
heden mag zijn.
Een kleine discussie volgt, schipper J. van
Zetten zou daD wel eens de evenredige
vrachtverdeeling willen zien uitgelegd, de
kosten maken een punt uit, maar het be
stuur zal maatregelen treffen.
Dan wordt de verkiezing gehouden voor
het Bestuur, met overgroote meerderheid
worden de aftredenden, de heeren L.J.den
Hollander, M. Joppe en M. van der Gevel her
kozen.
Het voornaamste punt van elke vergade
ring, de voorstellen voor de Algemeene ver
gadering in Meppel, komt dan aan de beurt.
Bestuur stelt voor. Baggeren van de Bie-
ningen, van den Kleinen Beer en een dam in
het Hellegat.
Van uit de vergadering de volgende voor
stellen: Geheele vrijstelling van de omzet
belasting voor reparaties aan schepen, en
licht op den Bierdijk (bij Veere).
Een voorstel van schipper van Zetten om
de slekken van de sluizen op het Hoofd
van Middelharnis te vergrooten ontlokt dis
cussie, nml. of dit op de algemeene verga
dering dan wel bij de Gedeputeerde Staten
aanhangig moet worden gemaakt.
Het blijkt dat in één tij de haven niet
voldoende water kan krijgen, vooral de Som-
melsdijksche schippers hebben daar veel
ongemak van. In ieder geval, het gaat naar
Gedeputeerde Staten, waar het eerst behoort
te worden behandelt.
Het licht op het Hoofd iedere verga
dering komt dit ten berde is verblindend.
De belangen zijn tegenstrydig, maar de
schippers verklaren dat dit licht verblindend
is bij het binnenvaren van de Sluis, en indien
zij dan schade maken, dan weten zij niet,
of de verzekering dit wel betaald. Als tegen
argument wordt aangevoerd, dat volgens
de kapitein van de tramboot dit licht juist
zoo gemakkelijk is, by het binnenvaren,
maar de schippers beantwoorden dit, met
de mededeeling, dat dit licht geen geleide
is, en de vergadering spreekt zich algeheel
voor afschaffing van dit verblindende licht.
Schipper Braber vraagt betere signalen op
het Hoofd, ook als een oud punt, wel is er
een rood licht, als je niet mag binnenvaren,
maar een groen licht, als de invaart voor
schippers geoorloofd is, is er nog niet.
Schipper Terschelling vraagt, of er ook
een vast peil gehouden kan worden in de
Sommelsdijksche Haven
Juist het feit, dat dit peil erg wisselvallig is,
is een groote belemmering voor de scheep
vaart.
Schipper Jilles van Zetten deelt dan nog
mede, dat do verlichting op de Barendrecht-
scbe brug nu wel in orde is, nu er door,
onvoldoende verlichting dooden zijn gevallen.
(Dit was vorig jaar verzocht, wel aangenomen
maar aanvankelijk niet uitgevoerd.)
De heer Hoek wordt weer afgevaardigd
naar de Alg. vergadering in Meppel; kan hij
niet, dan zal er een plaatsvervanger worden
aangewezen.
Rondvraag.
De heer M. Boomsrna vraagt een trap op
het Hoofd langs de steigers, waar deschip
pers behoefte aan hebben. Uit zijn toelichting
blijkt, dat er 's zomers wel een trap is, waar
de schippers graag gebruik van maken en
doen en goede vrienden met hem te worden. Hij
begon dus te vertellen.
„Nu dan, het was verleden winter, vóór ik er
nog aan had gedacht naar Zweden terug tc keeren,
dat op zekeren dag in mijn wachtkamer tusschen
alle elegante dames en heeren een persoon zat,
die bij het overige gezelschap eenigszins afstak.
Het was een oude man, breed en sterk gebouwd
met korten, grijzen baard, mooie gelaatstrekken
en kleine, sierlijke vrouwenhanden.
Hij was gekleed zooals een welgesteld burger
man van buiten. De atmosfeer in de wachtkamer
scheen hem erg te hinderen, en hij bracht een
Engelschc dame de wanhoop nabij, doordat hij
met geweld alle ramen wagenwijd open wilde
hebben. Toen het zijn beurt was om in de coiisul-
tatiekamcr tc komen, begon hij, met zich te be
klagen over de slechte ventilatie in de wacht
kamer en voegde er aan toe, dat hij niet gewoon
was zich zoo lang tusschen vier muren op te
houden. Jelui stadslui moet wel longen als mollen
hebben, "zeide hij, dat je het uit kunt houden
zoo van verschc lucht verstoken te zijn. Doch,
toen hij zich voorstelde, bleek het, dat hij zelf
stedeling was, tenminste hij gaf als zijn woonplaats
Viterbo op."
„Was dat de roovcr?" vroeg Einar gretig
„Geduld en je zult liet zoo hooren. Hij had in
de couranten over mijn geneesmethode gelezen en
wilde nu, dat ik die op zijn been zou toepassen.
Vele jaren geleden bad hij een schot in zijn knie
gekregen, de kogel was weliswaar spoedig ver
wijderd, maar sedert dien tijd viel hem het loopen
soms zóó moeilijk, dat hel hem in de uitoefening
van zijn beroep niet weinig hinderdesoms moesten
i zijn nienschcn hem op den rug dragen. Ik beloofde
mijn best te zullen doen en daar dit een buiten
gewoon geval was, dat mij interesseerde, liet ik
hem niet aan een van mijn assistenten over, doch
nam hem zelf in behandeling. Ik stond hem toe
's morgens vroeg te komen vóór de warmte in de
kamers hem kon hinderen, en masseerde hem
steeds voor het open raam, waarvoor hij mij,
geloof ik, bijzonder erkentelijk was. Gedurende een
maand en langer kwam hij dagelijks; hij had van
het begin af aan gezegd, dat hij niet op het geld
keek, het mocht desnoods duizend lire kosten, als
hij maar beter werd. Het ging langzaam met de
genezing, en nog langzamer met onze kennis
making. Italianen van de lagere klassen plegen
anders mededeelzaam en toegankelijk als kinderen
tc zijn, doch sor Angelo, zooals hij zich noemde,
scheen een uitzondering op den regel; hij deed mij
geenerlei vragen over mijzelf en de mijnen, en
toonde nog minder lust om iets over zichzelf en
de zijnen te vertellen. Om hem wat afleiding te
verschaffen en hem zoo de pijn minder tc doen
voelen, trachtte ik hem gedurende de behandeling
van zijn knie niet praten te onderhouden, doch
het bleek bijna onmogelijk een onderwerp te vin
den, dat hein interesseerde. In de oude pausen-
stad Viterbo was ik nooit geweest, zoodat ik daar
over niet met hem kon beginnen.
„Maar, zeg dan toch," viel hier Einar weer in
dë rede, „was dat nu de roover?"
Hij ging zoo op in het verhaal, dat zijn heclc
lichaam in spanning scheen te zijn. Hij lag languit
in het gras, met hooggekleurde wangen, het hoofd
op de-ellebogen geleund; zijn oogen schitterden
van verlangen om cr meer van te weten.
„Je zult dadelijk hooren wie hij was," zei Olof
en knikte tegen den belangstellenden knaap. Na
een blik geworpen te hebben op Karin, die in
haar eigen gedachten verzonken scheen te zijn en
misschien geen oogenblik had geluisterd, nam
Olof den draad van zijn verhaal weer op.
„Maar ten slotte gelukte het mij toch sor An
gelo's belangstelling gaande tc maken. Ik herinner
de mij in de couranten gelezen te hebben over
den beluchten roover Tiburzi, den laatsten ban
diet zooals hij genoemd werd, en die meer dan
twintig jaren lang de omstreken van Viterbo.
Toscanclia en Orbetello onveilig bad gemaakt. Ik
vroeg nu signor Angelo of hij mij iets kon ver
tellen over dien „Koning der Maremma", daar hij
immers juist in die streek woonde, waar Tiburzi
zich altijd ophcld. Toen kwam de tong van mijn
zwijgzamen patient los. Tiburzi! Nu. "of hij dien
kende! Er wns niemand den kant van Viterbo uit.
die niet van hem wist. Tiburzi was een kranige
kerel, vriend der armen en verdrukten. Wanneer
eens het oogenblik gekomen zou zijn, dat hij door
een kogel van een karabinier gevallen was want
dat zou zeker zijn dood worden zouden er niet
weinigen zijnentwege kaarsjes branden voor St.
Maria della Quercia civ in den dom van Viterbo
missen laten lezen voor zijn ziel. Dan bestaat dus
Tiburzi werkelijk? zeide ik. Er werd onlangs in
een courant beweerd, dat hij een mythe was.
Of li-ij bestond! Nu, dat wist de bevoegde macht
in Rome het best, die telkens weer orders tot
zijn arrestatie uitvaardigde en 10.000 lire had
uitgeschreven voor ieder, die hem gevangen nam.
„Maar waarom hadden zij hem dan nooit kun
nen pakken?" barstte Einar uit.
(Wordt vervolgd.)