PREDIKBEURTEN. ölMBORrfê flfANOL L E E ST Ia d v e rte e rt| II in I Gitnborn's Studie Waterverf AAMBEIEN. A DE SALAMANDER WOENSDAG 10 JANUARI 1934 16e jaargang. n°. 19 feuilleton. VERSLAGEN TALMI. po zich door alle drie afdeelingen voortgeplant. Deze drie afdeelingen hebben elk elechta twee uitgangen, die, zooala gezegd, door de ont ploffing vr(]wel geheel onbruikbaar zRn ge worden. Natuurlijk ie onverwijld een begin gemaakt met de reddingswerkzaamheden, doch de uitstroomeude gassen maakten binnendrin gen in de myn vrijwel onmogelijk. De tal rijke militairen, brandweerlieden en gendar merie konden niet ijeel uitrichten, daar de ingesloten mijnwerkers waarschijnlijk niet dan door een geheel nieuw aan te leggen hulpschacht zullen kunnen worden bereikt. Bovendien is vermoedelijk geen der arbeiders meer in leven, daar in de mjlngangen een hevige ondergrondsche brand woedt. Het ministerie van Binnenlandsche Zaken heeft een vertegenwoordiger Daar de getroffen mijn gestuurd. Verslagen bloedverwanten en vrienden verdringen zich rondom de plaats, waar eens het directiegebouw, de sorteer- inrichring en de mijntorens hebben gestaan. Telefonische verbinding met de buiten wereld is niet mogelijk, daar alle telefoon lijnen, zoomede de electrische geleidingen verbroken zijn. Naar verluidt hebben alle mijnen van het gebied in kwestie last van het mijngas. de Bo- ge- ond die en- ïyk ing 'ag- van act en. het vol rat 'sl an gen uur ige elle erd mp ge en ide eel .In oor De Zondag 7 Januari 1934. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. Middelharnis, rm. ds. v. d. Wal, 's av. dhr. Velter. Sommelsdijk, vm. leeskerk eii 'sav. ds. v. Asch. Dirksland, vm. dhr. Baart en's av. ds. v. d. Wal. Herkingen, vm. en 's av. dhr. Overweel. Melïssant, vm. ds. Bouw en 'sav. leeskerk. Stellendam,nam.ds.Polhuijs,'sav. dhr. Bouman. Goedereede, vm. ds. v. Asch Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Bouw. Nieuwe Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds.Verkerk. Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en'sav.leeskerk. Ooltgensplaat, vm. leeskerk en nam. ds. Kleijne. Langstraat, vm. dhr. Vette-. Den Bommel, vm. ds. Kleijne en's av. leeskerk. Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en 'sav. leeskerk. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra. Melissant, vm. en 's av. leeskerk. Stellendam, vm. en 's av. ds. Sap. Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. v. d. Velde. Ooltgensplaat, vm. en nam. ds. Reenders. Den Bommel, vm. en 'sav ds. Scbaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaff. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. nam. en 's av. dhr. Lichten berg uit Rotterdam. Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois. Herkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en 'sav. dhr. Wijting uit Rijssen CHR. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Ouddorp, vm. ds. Foppema. lurmasu LAAT NIET LOS II EN ONZE EILANDEN DE BESTE Verkrijgbaar bij alle Boekbandelaren RADICALE GENEZING de hard; n ekkigste Aambc )o kunt U genezen binnen enkele v/^ken. Kipstraat 59, R'd am Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Dordrecht en Omstreken. NIEUWJAARSREDE gehouden door den Heer C. Jvan Helden, Voorzitter der Kamer, in de openbare vergadering van 4 Januari 1034* Mijne Heeren, Ook bij den aanvang van onze werkzaam- hedeu voor dit jaar, zal het zijn nut hebben ons te oriënteeren over den economischen toestand, waarin wij ons bij de jaarwisseling bevinden. Dat dit een aangename taak zou zijn, zal door geen uwer worden gedacht. In het algemeen kan dan ook worden gezegd, dat langzamerhand het inzicht rijpte, dat uit den nood, waarin wij door een samenloop van velerlei factoren zijn geraakt, niet dan door krachtige maatregelen, hoe pijnlijk op zich zelve ook, redding mogelijk is. Of dit inzicht nog tijdig genoeg is gekomen om hel ergste af te wenden kan thans nog niet worden beoordeeld. By een overzicht van de economische posi.ie, waarin wij ons bevinden en een bespreking van de kansen, die hierin een verandering kunnen bewerken, dringt zich in de eerste plaats op de vraag, of bijzondere factoren in het afgeloopen jaar tot ontwikke ling zijn gekomen, die een gunstiger beoor- dee: ng van den algemeenen toestand ver oorloven, dan in den aanvang van het thans verstreken jaar mogelijk was. Indien wij deze factoren onderscheiden in primaire en secun daire en onder primaire factoren verstaan diegene, die het wereldverkeer rechtstreeks beïnvloeden en onder secundaire degene, die op zich zelve beschouwd uitvloeisel zijn van veranderingen in deeconomischeconstellatie, doch deze op hun beurt ook weer in mindere of meerdere mate beïnvloeden, dan moeten wij helaas vaststellen, dat in de eerstgenoem de categorie geen de minste wijziging ten goede is te bespeuren, waarmede tevens is gezegd, dat voor eenig optimisme nog elk fundament ontbreekt. Wanneer wij in den zomer van het afge loopen jaar de droeve getuigen waren van de onmacht der Londensche Conferentie om ook maar de geringste verbetering in het warnet van economische verkeersbelemme- ringen te bewerken, terwijl dit integendeel nadien het economische leven nog steeds meer heeft verstrikt, dan is niet meer te ontkennen, dat nog geen sprake is van een fundamenteel herstel, hoezeer dan overigens ook nog in embryonalen toestand. De wereldbarometer wijst nog onverminderd op 3torm al bereiken dan ook misschien de windstooten afzonder lijk niet meer de orkaaukracht, die zij in de afgeloopen jaren ontwikkelden en waardoor vele bedrijven reeds tot een puinhoop werden. Wat de secundaire factoren betreft, hier vallen inderdaad symptonen aan te wijzen, die handel en industrie althans de hoop op betere tijden doen behouden en met wier beteekenis als zoodanig, men goed zal doen ten volle rekening te houden. Met meer dan injecties zyn deze op zich zelve bemoedigende teekenen echter niet te vergeiyken. Als zeer kleine lichtpunten zyn voor Nederland in en buiten Europa te noemen het metDuitseh- land afgesloten handelsverdrag, dat slechts gelding zal hebben voor het thans ingetreden jaar, doch ten minste voor de exportmoge- ïykheid voornamelijk van land- en tuinbouw producten verruiming biedt, al worden de verkregen voordeeien weder eenigszins ge temperd door contingenteering van de quota, die tegen lager invoerrecht kunnen worden geïmporteerd en bovendien nog door prijs zetting. Niettemin is dit verdrag juist voor het district van onze Kamer van belang. Ook de doorwerking van het op den laatston dag van 1932 met Duitschland afgesloten deviezenprotocol nam tenminste de scherpe kanten van de toen bestaande moeilijkheden in het betalingsverkeer weg, al blijven ook hier nog vele wenschen te vervullen. Te hopen ware voorts, dat de verdere afbraak van de rentebetalingen door Duitschland niet in den vorm wordt uitgevoerd, zooais deze door den President van de Bjjksbank werd aangekondigd. Als een typisch voorbeeld vau een secundaire factor, zooals ik die boven nader definieerde haal ik hier nog aan bet juist dezer dagen in de bladen gepubliceerde bericht, dat de Japanschereederijen zich zien geplaatst voor de noodzakelijkheid van een vraebtverhooging met 25 wegens het intrekken der tot nog toe genoten regeerings- subsidies, tengevolge van de precaire situatie van de Japansche schatkist. Indien de ver onderstelling niet te gewaagd zou zijn, dat hiermede het einde van de Japansche valuta dumping wordt ingeluid, dan zou ook hier mede een mogeiykbeid op herstel voor vele Nederlandsche bedrijven zijn gegeven. Zooals U ziet zyn de lichtpunten, waar van ik er hier enkele aanstipte, nog slechts zeer weinige en ook deze kunnen dan nog blijken slechts luchtspiegelingen te zijn ge weest. De algemeene toestand vertoont nog geen neiging tot herstel en alle krachten zullen dan ook ingespannen moeten blijven om de overbrugging naar een lager welvaartspeil mogeiyk te maken en te voorkomen dat voetstoots den afgrond tegemoet wordt ge reden. Dat een krachtige regeeriDg ons land in deze voorgaat en den hier en daar opdui kenden onwil oin aan het noodzakelijke en gemeenschappelijke doel mede te werken weet te breken, is nog de beste waarborg, dat althans de allergrootste rampen zullen worden afgewend. Wat de afzonderlijke en belangrqkste be drijfsgroepen in het district der Kamer be treft, zij waren in verschillende maten af hankelijke van de bovengenoemde deels gun stige en deels ongunstige factoren. De export van tuinbouwproducten in het centrum Zwljndrecht ondervond in niet onaanzienlijke mate de goede gevolgen van de ingetreden verbeteringen in het betalingsverkeer met Duitschland, terwql ook de export naar Scandinavië en Zwitserland gunstige resul taten bracht. Voor den export naar Enge' land viel niet op een zelfde succes te bogen. De scheepswerven aan de Noord en de machinefabrieken daar en elders in het district lagen vrijwel stil. Het baggerbedrijf, een derde belangrijke groep, heeft evenzeer reden de verwachtingen voor het komende jaar zoo laag mogelijk te spannen. De steun- verleening aan de griendbedrtjven bleef, althans voor de in dit district gevestigde ondernemingen zonder eenig waarneembaar resultaat. In het meerendeel van de meer gedifferentieerde bedrjjven, die ik hier niet alle kan noemen, is de toestand niet gunstig. Het jaarverslag zal ten deze helaas allen twijfel wegnemen. Wat de algemeene economische omstan digheden in ons district betreft, kwam de oplossing van de oeververbindingen der groo- te rivieren weinig nader, al mag worden verwacht, dat in dit jaar de bouw van de brug bij Moerdijk van het stadium van voor bereiding in dat van uitvoering zal overgaan. Ook de wegenaanleg in de Alblasserwaard is nog steeds een papieren project gebleven. Al is nu het tracé voor den Rjjksweg defi nitief vastgesteld, voor den aanleg van de provinciale wegen is thans vrijwel alles weer op losse schroeven gesteld. De Kamer zal het zich tot taak moeten rekenen te berei ken, dat een einde wordt gemaakt aan het elkander verdringen van alle mogeiyke op lossingen, zonder dat een er van tot uitvoe ring wordt gebracht. Wat de werkzaamheden der Kamer zelf betreft, ook deze werden beheerscht door de bijzondere tijdsomstandigheden. Ik volsta met u te wijzen op de groote uitbreiding, die dit jaar werd gegeven aan de contigen- teeringsmaatregelen, die veel tijd vergden van het. personeel der Kamer, dat met de uitvoering van de verschillende wetten en koninklijke besluiten is belast, aan de hand van de niet altijd even duidelijke voor schriften van het Crisis In- en Uitvoer bureau. Verder herinner ik aan de bemoei ingen, die de Kamer had bij de voorberei ding van de toepassing der wet op de even- lige vrachtverdeeling in de binnenvaart. In de laatste maanden van het jaar werd de Kamer herhaaldelpk geraadpleegd over de eischen, die de omzetbelasting aan de fabrikanten en handelaren zal stellen en het is te hopen, dat de nieuwe wet, die hier weer in het bedrijfsleven is geïntroduceerd, overeenkomstig haar bedoeling, geen al te nadeelige gevolgen voor handel en industrie zal hebben. Zoo staan wij dan aan den aanvang van een werkjaar, waarvan minder dan van een zijner voorgangers te zeggen valt, wat het ons brengen zal, een begin van de consoli datie van hetgeen ons aan welvaart is over gebleven dan wel een verdere afglijding naar den chaos, waaruit verlossing nauwelijks verwacht mag worden. Aan ons is het niet gegeven het doel van ons streven als een wel omlijnd geheel voor oogen te stellen, doch wij moeten volstaan ons met inzetting van al onze krachten aan onze idealen te geven. Slechts dan kan met opgeheven hoofd de zware taak ter hand worden genomen 3e bedrijven, waarin wjj ons hart en ons leven hebben gelegd heen te loodsen door de gevaren, die hen van veie zijden bedreigen. Ik wil eindigen mijne Heeren, met de hoop uit te spreken, dat U de hiertoe noodige krachten geschonken mogen worden door de macht, die ons aller streven beheerscht en dit ten goede leidt. Het zjj m\j vergund met een persoonlijk woord te besluiten en U dauk te zeggen voor den arbeid, die U in het belang van handel en nijverheid hebt verricht,gesteund door de groote gaven van onzen secretaris en de plichtsbetrachting van het geheele personeel. Ook de heeren van de pers wil ik van deze plaats mijn dank betuigen voor de ook weer dit jaar ondervonden mede werking. Dan wil ik nog U allen het beste toe wenschen voor het komende jaar, niet alleen u persoonlijk, maar ook voor uw ge zinsleven en voor de door u geleide bedrijven wensch ik U allen voorspoed toe. Uw aller medewerking heeft mij in 1933 het voor zitterschap der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Dordrecht en Omstreken tot een aangename en gemakkelijke taak ge maakt en ik wil niet nalaten U hiervoor mijn dank te betuigen. De wet schrijft voor dat ik het voorzitterschap moet nederieggen en ik wil U thans in de gelegenheidstellen een voorzitter voor dit jaar te benoemen. Verslag van de algemeene vergadering van de Schippersvereniging „SCHUT- TEVAKIl" op Vrydag 5 Januari 193U Om acht uur opent de voorzitter, de heer L. J. den Hollander, de vergadering met een kort woord van welkom en een welgemeenden nieuwjaarswensch, niet alleen persoonlijk, maar vooral voor het schippersbedrftf. Vol gens het vereenigingsblad zou er eenige op leving zijn, wij merken er hier nog niets van, maar wij hopen allen, dat dit bewaarheid moge worden, want de schipperij wordt zwaar getroffen. Dan leest de heer Hoek de notulen van de vorige vergadering, welke zonder op- of aanmerking worden goedgekeurd. Voorzitter neemt weer even het woord. Met 1 Januari is de omzetbelasting in wer king getreden. Hij deelt den aanwezigen mede, dat volgens de omzetbelasting booten en schepen bij aankoop vrij van deze belasting zijn. Ook bij reparaties zullen er weinig kosten door die wet op deze reparaties komtn. Dan deelt hij ook mede, dat er in de bestuursvergadering gesproken is, een spreker te laten komen, over een onderwerp, dat het schippersvak aangaat, en ook de moge lijkheid, voor de algemeene vergadering in Meppel nog een plaatselijke vergadering te houden, waarin de voorstellen voor de alge meene vergadering besproken worden. Ingekomen stukken. Een schrijven van den heer M. Boomsrna, met het verzoek om in samenwerking met den A.N.W.B. hier een drinkwaterkraan te krijgen voor de schippers en pleziervaarders. Er is daarover een schrijven van den A.N.W.B. gekomen. Voorzitter deelt mede, dat in de vergadering van de Drinkwaterleiding besloten is die kranen ten gerieve der schippers aan te brengen. De penningmeester legt de rekening van het afgeloopen jaar over. Na controle met de bescheiden wordt die goedgekeurd. Er blijkt een batig saldo te zijn vau 13,15, zoodat er in kas is en deels op de Boeren leenbank een bedrag van 259,99. Penningmeester wordt bedankt voor zijn uitstekend beheer en dan komt de heer Hoek aan het woord wanneer hij verslag uitbrengt over de Algemeene vergadering in Enkhuizen. De heer Hoek verteld uitvoerig de schoon heden van Enkhuizen, de tocht met de luxe boot naar de Zuiderzeewerken, maar aan het slot blijkt wel degelijk, dat de heer Hoek het prettige met het nuttige heeft ver- eenigd, door de mededeeling, dat alle voor stellen naar de vergadering zijn aangenomen, maar helaas, geen enkel is uitgevoerd wegens geldgebrek. Voorzitter dankt den heer Hoek voor zijn verslag, en dan komt evenals een tusschen- nummer de heer Verschelling aan het woord. Roman uit het leven te Stockholm. door ERNST LUNDQUIST. Vertaald door F. LAHR Jr. Nadruk verboden.) 52) Olof monsterde heimelijk haar uiterlijk. Haar kleeding verried den nauwkeurigen opmerker een met moeite verborgen armoede, de handschoenen schenen oudgedienden te zijn en zulke roode oog leden kenteekenen personen, die veel 's nachts moeten werken. ,,Je man was immers rijk?" zei hij na een poos. '.Niet zoo rijk als moeder meende." !,Neeni mij niet kwalijk nicht, dat ik je zooveel vragen doe," haastte hij' zich te zeggen, daar hem de smartelijke toon, waarop Karin dit laatste ant woord gaf, niet ontging. „Er zijn geen nieuws gieriger menschen dan emigranten, die pas in hun vaderland teruggekeerd zijn. En daar ginds in Italië heb ik nooit het geringste over je gehoord." „Je gaat er zeker weer heen?" vroeg Karin, die instinctmatig voelde, dat zij met het oog op Einar, eenige vragen behoorde te doen. „Neen, ik heb mijn inrichting in Rome aan een Zw'eedschen luitenant overgedaan en ben nu, ho pelijk voor goed, in Stockholm gevestigd. Ik begon mij daar in het Zuiden eenzaam en huiverig te voelen, in weerwil van alle warmte. Ik heb hier in Stockholm een zeer goeden vriend, van wien ik onafscheidelijk ben. Wij wonen weliswaar niet samen, doch zijn dagelijks bij elkaar geweest sedert ik verleden jaar Juni hier terugkwam." „Dus je bent hier al zoo lang?" ,,Ja, en het verwondert mij, dat ik tot nu toe- geen schaduw van je heb gezien, nicht Karin." „Ik ga zelden uit.wij wonen wat afgelegen." „Ja, ik weet het, in de Stora Nijstraat." „Hoe weet je dat?" „Uit het adresboek." Er volgde een stilzwijgen, dat pijnlijk dreigde te worden, toen Einar hun te hulp kwam. „Dat oom Olof ons gedurende al dien tijd niet eens is komen opzoeken!" zei hij. „Oom Olof kent je vader niet," zei Karin. Einar scheen eenigszins verwonderd over deze onverwachte verhouding, doch zijn levendige fan tasie nam op hetzelfde oogcnblik een sprong in een andere richting. „Is het waar, dat er in Italië roovers zijn?" vroeg hij. „Ja, er zijn er enkele," antwoordde Olof, „men ziet ze ongeveer even zelden als hier in Zweden wolven, en dan meestal --- zooals de wolven gedurende schrale tijden. Ik heb er een gekend, een van de beruchtsten; ik heb hem zelfs ge masseerd." „Neen, werkelijk!" barstte Einar verbaasd uit en zijn groote oogen staarden den merkwaardigen oom wijd aan. „Hoe ging dat toe? Vertel het mij!" „Het is misschien wat lang om nu te vertellen, zei Olof met een aarzelenden blik op Karin. Doch hij zag wel, dat Jiij haar een dienst bewees, door het woord te nemen en haar uit de pijnlijke situatie te redden, waarin zij zich bevond. Zelf voelde hij bepaald verlangen om den jongen een plcizicr te De^mededeeling van den Voorzitter dat er een spreker eventueel kan worden uitge- noodigd, doet hem de vraag stellen, of het ook een spreker voor juridische aangelegen heden mag zijn. Een kleine discussie volgt, schipper J. van Zetten zou daD wel eens de evenredige vrachtverdeeling willen zien uitgelegd, de kosten maken een punt uit, maar het be stuur zal maatregelen treffen. Dan wordt de verkiezing gehouden voor het Bestuur, met overgroote meerderheid worden de aftredenden, de heeren L.J.den Hollander, M. Joppe en M. van der Gevel her kozen. Het voornaamste punt van elke vergade ring, de voorstellen voor de Algemeene ver gadering in Meppel, komt dan aan de beurt. Bestuur stelt voor. Baggeren van de Bie- ningen, van den Kleinen Beer en een dam in het Hellegat. Van uit de vergadering de volgende voor stellen: Geheele vrijstelling van de omzet belasting voor reparaties aan schepen, en licht op den Bierdijk (bij Veere). Een voorstel van schipper van Zetten om de slekken van de sluizen op het Hoofd van Middelharnis te vergrooten ontlokt dis cussie, nml. of dit op de algemeene verga dering dan wel bij de Gedeputeerde Staten aanhangig moet worden gemaakt. Het blijkt dat in één tij de haven niet voldoende water kan krijgen, vooral de Som- melsdijksche schippers hebben daar veel ongemak van. In ieder geval, het gaat naar Gedeputeerde Staten, waar het eerst behoort te worden behandelt. Het licht op het Hoofd iedere verga dering komt dit ten berde is verblindend. De belangen zijn tegenstrydig, maar de schippers verklaren dat dit licht verblindend is bij het binnenvaren van de Sluis, en indien zij dan schade maken, dan weten zij niet, of de verzekering dit wel betaald. Als tegen argument wordt aangevoerd, dat volgens de kapitein van de tramboot dit licht juist zoo gemakkelijk is, by het binnenvaren, maar de schippers beantwoorden dit, met de mededeeling, dat dit licht geen geleide is, en de vergadering spreekt zich algeheel voor afschaffing van dit verblindende licht. Schipper Braber vraagt betere signalen op het Hoofd, ook als een oud punt, wel is er een rood licht, als je niet mag binnenvaren, maar een groen licht, als de invaart voor schippers geoorloofd is, is er nog niet. Schipper Terschelling vraagt, of er ook een vast peil gehouden kan worden in de Sommelsdijksche Haven Juist het feit, dat dit peil erg wisselvallig is, is een groote belemmering voor de scheep vaart. Schipper Jilles van Zetten deelt dan nog mede, dat do verlichting op de Barendrecht- scbe brug nu wel in orde is, nu er door, onvoldoende verlichting dooden zijn gevallen. (Dit was vorig jaar verzocht, wel aangenomen maar aanvankelijk niet uitgevoerd.) De heer Hoek wordt weer afgevaardigd naar de Alg. vergadering in Meppel; kan hij niet, dan zal er een plaatsvervanger worden aangewezen. Rondvraag. De heer M. Boomsrna vraagt een trap op het Hoofd langs de steigers, waar deschip pers behoefte aan hebben. Uit zijn toelichting blijkt, dat er 's zomers wel een trap is, waar de schippers graag gebruik van maken en doen en goede vrienden met hem te worden. Hij begon dus te vertellen. „Nu dan, het was verleden winter, vóór ik er nog aan had gedacht naar Zweden terug tc keeren, dat op zekeren dag in mijn wachtkamer tusschen alle elegante dames en heeren een persoon zat, die bij het overige gezelschap eenigszins afstak. Het was een oude man, breed en sterk gebouwd met korten, grijzen baard, mooie gelaatstrekken en kleine, sierlijke vrouwenhanden. Hij was gekleed zooals een welgesteld burger man van buiten. De atmosfeer in de wachtkamer scheen hem erg te hinderen, en hij bracht een Engelschc dame de wanhoop nabij, doordat hij met geweld alle ramen wagenwijd open wilde hebben. Toen het zijn beurt was om in de coiisul- tatiekamcr tc komen, begon hij, met zich te be klagen over de slechte ventilatie in de wacht kamer en voegde er aan toe, dat hij niet gewoon was zich zoo lang tusschen vier muren op te houden. Jelui stadslui moet wel longen als mollen hebben, "zeide hij, dat je het uit kunt houden zoo van verschc lucht verstoken te zijn. Doch, toen hij zich voorstelde, bleek het, dat hij zelf stedeling was, tenminste hij gaf als zijn woonplaats Viterbo op." „Was dat de roovcr?" vroeg Einar gretig „Geduld en je zult liet zoo hooren. Hij had in de couranten over mijn geneesmethode gelezen en wilde nu, dat ik die op zijn been zou toepassen. Vele jaren geleden bad hij een schot in zijn knie gekregen, de kogel was weliswaar spoedig ver wijderd, maar sedert dien tijd viel hem het loopen soms zóó moeilijk, dat hel hem in de uitoefening van zijn beroep niet weinig hinderdesoms moesten i zijn nienschcn hem op den rug dragen. Ik beloofde mijn best te zullen doen en daar dit een buiten gewoon geval was, dat mij interesseerde, liet ik hem niet aan een van mijn assistenten over, doch nam hem zelf in behandeling. Ik stond hem toe 's morgens vroeg te komen vóór de warmte in de kamers hem kon hinderen, en masseerde hem steeds voor het open raam, waarvoor hij mij, geloof ik, bijzonder erkentelijk was. Gedurende een maand en langer kwam hij dagelijks; hij had van het begin af aan gezegd, dat hij niet op het geld keek, het mocht desnoods duizend lire kosten, als hij maar beter werd. Het ging langzaam met de genezing, en nog langzamer met onze kennis making. Italianen van de lagere klassen plegen anders mededeelzaam en toegankelijk als kinderen tc zijn, doch sor Angelo, zooals hij zich noemde, scheen een uitzondering op den regel; hij deed mij geenerlei vragen over mijzelf en de mijnen, en toonde nog minder lust om iets over zichzelf en de zijnen te vertellen. Om hem wat afleiding te verschaffen en hem zoo de pijn minder tc doen voelen, trachtte ik hem gedurende de behandeling van zijn knie niet praten te onderhouden, doch het bleek bijna onmogelijk een onderwerp te vin den, dat hein interesseerde. In de oude pausen- stad Viterbo was ik nooit geweest, zoodat ik daar over niet met hem kon beginnen. „Maar, zeg dan toch," viel hier Einar weer in dë rede, „was dat nu de roover?" Hij ging zoo op in het verhaal, dat zijn heclc lichaam in spanning scheen te zijn. Hij lag languit in het gras, met hooggekleurde wangen, het hoofd op de-ellebogen geleund; zijn oogen schitterden van verlangen om cr meer van te weten. „Je zult dadelijk hooren wie hij was," zei Olof en knikte tegen den belangstellenden knaap. Na een blik geworpen te hebben op Karin, die in haar eigen gedachten verzonken scheen te zijn en misschien geen oogenblik had geluisterd, nam Olof den draad van zijn verhaal weer op. „Maar ten slotte gelukte het mij toch sor An gelo's belangstelling gaande tc maken. Ik herinner de mij in de couranten gelezen te hebben over den beluchten roover Tiburzi, den laatsten ban diet zooals hij genoemd werd, en die meer dan twintig jaren lang de omstreken van Viterbo. Toscanclia en Orbetello onveilig bad gemaakt. Ik vroeg nu signor Angelo of hij mij iets kon ver tellen over dien „Koning der Maremma", daar hij immers juist in die streek woonde, waar Tiburzi zich altijd ophcld. Toen kwam de tong van mijn zwijgzamen patient los. Tiburzi! Nu. "of hij dien kende! Er wns niemand den kant van Viterbo uit. die niet van hem wist. Tiburzi was een kranige kerel, vriend der armen en verdrukten. Wanneer eens het oogenblik gekomen zou zijn, dat hij door een kogel van een karabinier gevallen was want dat zou zeker zijn dood worden zouden er niet weinigen zijnentwege kaarsjes branden voor St. Maria della Quercia civ in den dom van Viterbo missen laten lezen voor zijn ziel. Dan bestaat dus Tiburzi werkelijk? zeide ik. Er werd onlangs in een courant beweerd, dat hij een mythe was. Of li-ij bestond! Nu, dat wist de bevoegde macht in Rome het best, die telkens weer orders tot zijn arrestatie uitvaardigde en 10.000 lire had uitgeschreven voor ieder, die hem gevangen nam. „Maar waarom hadden zij hem dan nooit kun nen pakken?" barstte Einar uit. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1934 | | pagina 1