Pulleman s Autob LANDBOUW Ingezonden Stukken OUDE TON Wenscht U wederom een 6 ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 30 DECEMBER 1933. arme menschen een betere verzorging kan geven. Of belastingverlaging. De heer VAN ZETTEN zegt gehoord te hebben dat ele heer Van Sintmaartensdijk zoo erg in de war zit over de arme menschen. Dit komt spreker vreemd voor. Altijd heeft hij hem tegenover zich gevonden als hij met voor stellen kwam voor de arme menschen en de werkloozen. Steeds was de heer Van Sint maartensdijk de eerste die er tegen was. Thans heeft spreker voorgesteld 8,— voor de on georganiseerden en 8,50 voor de georgani- seerden, alsmede twee kwartjes kindertoeslag. Niemand wilde daarvan iets weten. Ook de heer Van Sintmaartensdijk niet. En thans komt hij in 't openbaar zoo voor de armen op. Spreker heeft altijd voor de armen gestreden, maar kreeg nooit een meerderheid. Ook thans was de geest van dien aard, dat hij fiasco zou lijden met zijn voorstellen. Spreker zou gaarne omtrent het standpunt van Van Sint- maartensdijk nader worden ingelicht, in hoofd zaak, waarom hij ineens nu zoo voor de armen is en er nooit voor geweest is. De lieer DE BOO vraagt wat de bedoeling van de Voorzitter is. Eerst op 't betoog van den heer Nijgh in te gaan, of dat hij misschien eerst iets kan zeggen. Spreker vindt de voor stellen van den lieer Nijgh niet gegrond. De voorgestelde maatregelen zijn niet noodig. Hij wil den heer Nijgh in overweging geven ze aan te houden. Zoo niet, dan wil hij daar later bij de verschillende punten op terugkomen. De Voorzitter antwoordt, dat de begrooting goed is samengesteld en is aangeboden onder een goed gemotiveerde memorie van Toe. lichting. Voorts is overgelegd een nota van hemzelf en een overzicht betreffende de finan- cieelen toestand van 1922 tot nu, over de ver schillende jaren, met tusschenruimten van 4 jaar. Het is verstandiger, dat spreker aanstonds het betoog van den heer Nijgh beantwoordt. Op 't oogenblik is er geen voorstel. Er zijp 2 comité-vergaderingen gehouden, waarin geen enkel voorstel door den heer Nijgh van een strekking als de thans bedoelde is gedaan. Zaterdag is door den heer Nijgh mededeeling aan hem gedaan van zijn voorstellen. Deze zijn niet voorbereid kunnen worden door B. en \V. De comité-vergaderingen zijn er voor om voorstellen te doen en de zaken goed te onderzoeken, welk onderzoek ook degelijk heeft plaats gehad. De heer Nijgh heeft toen gezegd bij verschillende punten nog eens te moeten nadenken. Straks hoopt hijgden heer Nijgh te beantwoorden, althans de punten in hoofdzaak genoemd. De heer BLIND onderschrijft de woorden van den heer Van Zetten, gericht tot den heer Van Sintmaartensdijk, volkomen. Altijd is de heer Van Sintmaartensdijk een tegenstander geweest om een regeling te treffen. De heer NIJGH heeft een mooi betoog ge houden. Als spreker 's zomers wel eens langs het Kanaal loopt, ziet hij dikwijls menschen, die een klein vischje aan den hengel hebben en daarmede trachten een snoekbaars te vangen. Dit wil de heer Nijgh hier ook doen. De heer Nijgh heeft zoo mooi gesproken over de waarde van den gulden. Maar, houdt de heer Nijgh hiermede ook rekening met het uitschrijven van zijn rekeningen voor de klan ten. Dit is voor spreker een groote vraag. De advocaten halen de menschen meestal het vel over den neus. De heer Nijgh heeft onlangs een compliment gemaakt over de mooie begrooting en nu is hij Zaterdag met die voorstellen gekomen. De VOORZITTER begrijpt niet waarom de heer Nijgh niet in comité met zijn voorstellen is gekomen. Hij heeft toch tijd gehad om te overdenken. Het is thans geen gelijken strijd. Spreker heeft de voorstellen niet kunnen uit werken. Daarvoor was geen tijd. Hij heeft afschrift van het ontvangen stuk gezonden aan de andere raadsleden, opdat ze nog niet geheel onverwachts voor dergelijke feiten wer den gesteld. De heer Nijgh is beginnen te zeggen dat de Voorzitter zoo optimistisch is en van den zomer pessimistisch. Dit meent de heer Nijgh te mogen putten uit het gebeurde met de gas fabriek. Het is vervelend dat deze zaak weer opgerakeld wordt. De gasfabriek kon best een klein bedrag betalen. Spreker gelooft dat de heeren van de gasfabriek gaarne met hun ƒ500,gekomen waren als ze geweten hadaen dat de zaak zoo zou loopen. Er is steeds een groote winst door de gasfabriek gemaakt. Allen trokken eerst een lijn, totdat plotseling de wethouder zich terugtrok. Spreker is zoo optimistisch en dat zit hem. daarin dat hij, door alle beroerdigheid heen, de gemeente, met medewerking van den raad; uit de put heeft geholpen. De heer Nijgh heeft gesproken van 4500 inwoners; dat heeft spreker hier nooit beleefd. Het aantal was beneden 3000 toen hij hier kwam. Spreker heeft niets anders gedaan ais be zuinigd, zooveel hij maar kon, op alle takken van dienst, waar het mogelijk was en noodig. Behalve de laatste jaren niet. Maar toen was en het is ook niet noodig en mogelijk. Toen hij hier kwam was er een commissaris en 4 agenten. Toen heeft hij moeite gehad den raad te bewegen de Kroon te verzoeken het com missariaat op te heffen. Daarna zijn er twee agenten weggegaan. We hebben hier een eigen aardige gemeente. Er worden veel uitvoeringen gegeven. Er kan geen agent gemist worden. Spreker vat de taak van politie ook preventief op. Men doodt op deze wijze elk gevoel van wederopleven; men maakt de menschen down. U moet gelooven in de toekomst. Men moet ineeleve'n met elkaar; men moet zich gevoelen als een gemeenschap. Men moet de menschen de keel niet dichtknijpen maar de energie aan wakkeren. De financieele toestand is schitterend op 't oogenblik. Ook voor het loopende dienst jaar. Spreker profeteert dat over 1933 nog een behoorlijk batig slot zal zijn. We leven in een andere conditie dan vroeger. De menschen betalen niet meer belasting dan voorheen. Ja, zij betalen in verhouding zelfs minder dan voor 1931, zulks in verband met de invoering der nieuwe financieele verhoudingswet. Het is een geluk dat we thans zooveel minder hebben te betalen voor rente en aflossing der schulden. Wat betreft de bedrijfswinst, daarover be hoeft de heer Nijgh zich geen zorg te maken. Er wordt een behoorlijke, eerlijke winst ge maakt met geen buitensporige tarieven. Wat Nieuw-Helvoet en Nieuwenhoorn aangaat; Nieuw-Helvoet heeft reeds lang genoeg van het surplus onzer gemeente in de goede jaren genoten. Zulks ook in verband met de verleende concessie voor het hebben der buizen voor de waterleiding in den grond dier gemeente. Nieuwenhoorn heeft lang gesmeekt om water. Om hieraan te voldoen hebben wij een mooi contract moeten prijs geven. We hebben van Nieuwenhoorn niets anders dan verdriet gepad. Spreker zou zich haast afvragen of de heer Nijgh hier zit voor de belangen van andere gemeenten dan voor die van Hellevoetsluis. Wat betreft de macht der ambtenaren. Nu, die hebben hier absoluut geen macht. Spreker kan niet .anders dan zijn waardeering over de ambtenaren uitspreken. Over de opvatting van hun taak en hun werkzaamheden, kan hij niets anders dan lof uitspreken. Is er van een macht van ambtenaren sprake, dan schieten B. en W. tekort in hun plicht. Dit is hier niet het geval. Voor de bezuiniging moet men goede ge gronde motieven hebben; die zijn er niet. "Er is een uitstekende begrooting. De financieele toestand is schitterend. Als de heeren echter komen met dit of dit wil ik, dan is alle ge- debatteer verder overbodig. Omtrent de armenverzorging kan spreker den heer Van Sintmaartensdijk inededeelen, dat daaromtrent in B. en W. bijna nooit ver schil van gevoelen bestaat. De jaarwedden der ambtenaren mogen niet gebruikt worden als sluitpost der begrooting. Het is hier niet noodig ook. Er zijn geen motieven voor. Men moet niet spotten, want het is spotten wat de heeren doen door met dergelijke voorstellen te komen. Waar be zuinigd kon worden, is dit gedaan. Voor den ambtenaar ter secretarie zal men een wacht geldregeling moeten maken. Men schakelt dan een arbeidskracht uit. Zoo'n voorstel jg een klap in 't gezicht van 't Dag. Bestuur. Spr. kan men niet treffen. De jaarwedde wordt vastgesteld door hooger gezag. Spr. kan wel namens de ambtenaren spreken, dat als het noodig was. ieder wel een steentje zou willen bijdragen. Maar het is nu niet noodig. De voorstellen zijn niet humaan, niet wenschelijk. Als iemand benoemd is zonder eenig verhaal en men gaat verhaal toepassen, dan is dit een achteruitgang in jaarwedde. Dat is niet billijk. Wat betreft de koopwaarde van den gulden wil spreker nog even opmerken, dat de prijzen der artikelen door invoerrechten en andere belastingen kunstmatig omhoog worden ge bracht. Bij de benoeming van den Ontvanger is diens jaarwedde als 1ste ambtenaar gehal veerd. Dat deze overbodig geacht wordt, ge tuigt niet van een goed begrip van de eischen, te stellen aan het voeren der gemeente-huis houding. Als men ernstige besprekingen heeft is de burgemeester altijd te spreken, maar men moet niet met flauwe dingen aankomen. Op de opmerkingen betreffende het regle ment van orde, zal spreker niet ingaan. Spr. zal het respect van den raad en den voorzitter handhaven. Iemand op de tribune behoeft de raadsleden niet op te hitsen. Thans beantwoordt de VOORZITTER meer in 't bijzonder den heer Van Sintmaartensdijk. Wij hebben het gas niet weggejaagd. Dat is aan het bestuur der gasfabriek zelf te wijten. Het reservefonds bedraagt nu f 10.000, Volgend jaar komt er weer bij; dit kan spreker wel verzekeren. Men behoeft niets van de jaar wedden der ambtenaren af te halen; dat is niet noodig. Voor vermindering der waterleidinggelden is spreker niet. Spreker verwijst vervolgens nog naar de belastingen. De opcenten der fonds- en per- soneele belastingen zijn niet verhoogd be hoeven te worden. Hoeveel gemeenten moeten dit niet doen? De heer DE BOO deelt nog mede dat op de begrooting 700,- meer voor onder steuning is uitgetrokken dan voor 1933. Spr. vraagt den heer Nijgh in verband met het bij 't departement aanhangige ontwerp, zijn voor stellen aan te houden. De heer NIJGH wil nog even terugkomen op het door den Voorzitter naar voren ge brachte. De Voorzitter heeft gezegd zich niet te kunnen hebben voorbereiden. Uit de ant woorden die hij gegeven heeft, blijkt anders wel, dat de Voorzitter op de hoogte is. Spr. is in ieder.geval bevredigd, maar niet voldaan. Hij prijst het dat de Voorzitter voor zijn ambtenaren opkomt. De VOORZITTER antwoordt den heer Nijgh nog even in 't kort. De heer ESSENBERG wil voorstellen de vergadering het is dan ongeveer half twaalf te schorsen en later verder tc gaan. De VOORZITTER voelt hier wel voor, mits men de algemeene beschouwingen dan als geëindigd beschouwd. De heer VAN SINTMAARTENSDIJK zegt aangevallen te zijn door den heer Van Zetten. Hij wil nog even mededeelen, dat toen de heer Van Zetten in den raad gekomen is, deze een compromis gesloten had met eenigc heeren. De heer VAN KRALINGEN vestigt er de aandacht op, dat hij hieronder niet begrepen is De heer VAN ZETTEN antwoordt dat toch dikwijls-een compromis wordt gesloten. De heer Van Sintmaartensdijk heeft 2 maal tegen een voorstel voor een steunregeling gestemd. I. En nu is hij voor goede armenverzorging. Dit klopt niet. Den heer VAN SINTMAARTENSDIJK is hiervan niets bekend, waarop de heer VAN ZETTEN zegt, dat het hem wel degelijk be kend is en dat de lieer Van Sintmaartensdijk, als hij zoo voor de armen is, ten koste van alles daarvoor had moeten stemmen. Besloten wordt de vergadering te schorsen. Hierna sluiting. Onze Suikerbietencultuur in gevaar? „Zij is de beste ter wereld". S Br. H. Molhuyssn, secretaris van het Kon. i Ned.Landbouwcomité verzocht ons plaatsing j van het volgende Bljjkens berichten in de pers overweegt I onze regeering de mogelijkheid om een ge- I deelte van de voor de Nederlandsche con sumptie benoodigde suiker te doen dekken door import van Java-suiker. Zulks komt dus neer op een gedeeltelijke vervanging van de hier te lande geproduceerde bietsuiker i door rietsuiker. De reden hiervan zou zijn dat deze rietsuikervoorziening aanmerkelijk goedkooper zou uitkomen, terwijl bovendien het voordeel zou worden bereikt van een nauwere economische aansluiting tusschen I Nederland en Nederlandsch-Indië.Onzeover- i zeesche gebieden zouden van ons meer ka- I toentjes opnemen in ruil waarvoor wy riet suiker zouden importeeren. Naar verluidt heeft de regeering een com missie benoemd, die deze transactie voor elkaar zal brongen. Zijn onze inlichtingen juist, dan zou deze commissie bestaan uit een viertal ambtenaren en een oud-landbou- wer-Kamerlid. Het behoeft o.i. geen betoog, dat een op deze wijze samengestelde com missie, waarin belanghebbenden bij de Neder- landshe suikerindustrie niet zijn vertegen woordigd, tot een zeer eenzijdig advie3 zal komen. Was misschien het instellen van deze commissie slechts een paskwil en stond het te bereiken doel van te voren reeds vast? Wy hopen het niet, maar het lijkt er veel op. De belangen van onze boeren bij het behoud van de suikerbietenteelt zijn zoo groot, dat niet door een commissie zoo maar kan wor den uitgemaakt, dat die suikerbietenteelt gedeeltelijk moet verdwijnen, omdat deze oneconomisch zou zijn. Dat beteekent niet, dat wij een nauwere economische samen werking tusschen Nederland en Nederlandsch- Indië verwerpen. Integendeel. Als nationaal voelend Nederlander zouden we niets liever zien dan dat. En moet er door onzen land bouw dan eenig offer worden gebracht, dan zal men hem niet onbereid vinden. Doch dan moet het een redelyk offer zijn en dan moet worden duideiyk gemaakt, waarom zulks noodig is. Stelselmatige actie. De publieke opinie in Nederland is tegen de Nederlandsche bietsuikerfabricage gekant. Een stelselmatige actie heeft er toe bijgedra gen, dat allengs de meening is gaan postvat ten, dat de Nederlandsche bietsuiker-indus trie een stumperig en achterlijk bedrijf is, dat geen toekomst heeft, omdat de biet als 'suikerproducent niet tegen het riet opkan. I De conclusie i3 dan geen andere, dan dat een oneconomisch bedrijf als de bietsuiker productie economisch een monstrum is, en liefst zoo spoedig mogelpk moet verdwijnen. Men zou veel goedkooper rietsuiker uit Java kunnen invoeren, dan met steun de bietsui kerfabricage in het leven houden. De bereke ning is spoedig gemaakt: verbruik in Neder land 2.2 millioen zak van 100 K.G. waarvoor aan steun wordt opgebracht door middel van accijnsheSing en compenseerend invoerrecht j globaal een bedrag van ruim 20 millioen gulden. Men voert nu Indische suiker in voor i een prijs van ƒ5,- per 100 K.G. en stelt I de boeren, die den bietenbouw moeten op- geven schadeloos en men bespaart millioenen en nog eens millioenen. Het is niet de eerste keer, dat wy deze redeneering hooren. Wij zullen er daarom wat dieper op ingaan. Java-suiker te duur. Stel, dat we geen suikerindustrie hadden en alle suiker moesten invoeren. Op basis van de tegenwoordige noteering kunnen we de witte suiker, die voor de consumptie geschikt is, bekomen voor ƒ4,— per 100 K.G. Cuba, Engeland, Cechoslovakije kunnen ons tegen dien prys leveren. Java kan dat niet. De noteering van Javasuiker is 5,— per 100 K.G. en deze geldt voor een product, waaraan nog vry wel van alles moet gebeureD, alvorens het voor de Nederlandsche con- sumptie geschikt is en het in kwaliteit behooriyk zou kunnen concurreeren met andere importsuiker en onze bietsuiker Men kan wel rekenen, dat de vracht naar Neder land, alsmede de verschillende bewerkingen, die noodig zijn om tot consumptiesuiker te komen, als rafflneeren enz. ƒ2,— h ƒ3,— per 100 K.G. vergen. Zoo komt de Javasuiker, die toch zoo spotgoedkoop leek, in den groot handel al op 7,— k 8,- te staan. En dat, terwijl de witsuiker uit het buitenland voor ƒ4,— per 100 K.G. is te verkrUgen. Maar wy zijn er nog niet. De prys van ƒ5,— per 100 K.G. ruwe suiker is voor het Javaproduct een afbraakprijs. Geen enkele suikerfabriek op Java kan tegen zulk een prys produceerep; de suikerkostprys ligt aanmerkelijk hooger. Hebben de Indische suikerproducenten eenmaal de suikervoor ziening van Nederland in handen, dan zullen ze toch minstens den kostprys moeten ver good krygen, liefst natuurlijk met de onver- mydelyke „mutigo winst". De Javasuiker zal dus hier te lande in de toekomst geen ƒ7,- k 8,— per 100 K.G. kosten, maar nog aanzieniyk meer. De kostprys vau de Java suiker, die voor verschillende ondernemingen uiteenloopt, is ons niet precies bekend. Wy hebben wel eens het cijfer van 8,— per 100 K.G. hooren noemen. In het kort komt de goheele transactie hierop neer, dat de door den Nederland' schen consument opgebrachten steun zal ten goede komen aan de Indische suiker ondernemingen (incl. aandeelhouders en obligatiehouders), onze boeren met een gratificatie zullen worden afgescheept en het Rijk voor de werkloozenuitkeerirrgen voor de werklooze landarbeiders on suiker- fabriekarbeiders moet opdraaien, alsook voor do tekorten der transportondernemin gen, schippers enz. De consumptiesuiker zal er in Nederland geen cent door goed kooper kunnen worden verkocht. De boeren zulleö niet weten hoe hun land behooriyk te bebouwen, nu er by gebrek aan suiker bieten geen voldoendo hakvruchten over- blyven om op te wisselen. De consumptieaardappelverbouw zal im mers vermoedeiyk met wel pl.m. 30 pet. moeten worden ingekrompen. Kan men misschien aangeven, welke andere gewassen kunnen worden geteeld in de plaats van suikerbieten, zonder steun? Wij moeten bekennen, dat wy daartoe geens kans zien. De beste ter wereld. Het stuit toch wel tegen de borat, dat onze Nederlandsche suikerindustrie, product van noeste vlijt, wetenschap en grootte efficiency zoo maar met een pennestreek tot den ondergang zou zijn gedoemd. Qua suiker bieten-industrie is zy de beste ter wereld. In geen enkel land zyn de opbrengsten zoo hoog als hier te lande. Vooral de laatste twee jaren zyn goed geweest. Gemiddeld heeft een H.A. toen misschien wel ongeveer 7500 K.G. suiker opgebracht. Zeker, het suikerriet produceert per H.A. het dubbele, maar om die suiker te vergaren, heeft de rietplant dan ook 14 a 16 maanden noodig en de biet legt in plm. 6 maanden haar cellen vol. Kon de geheele wereld van goedkoope rietsuiker worden voorzien, dan zou dit een argument voor het verdwynen van de biet suikerfabricage kuunen zijn. Doch dit is niet het geval. Van de 26 millioen ton, welke de wereldconsumptie uitmaken, produceert het riet er ruim de helft. De andere helft moet komen uit de biet, ook in de toekomst. Is het dan niet dwaas, dat de beste biet suikerindustrie ter wereld, in het land, dat ten opzichte van den suikerafzet het gun stigst is gelegen, zoo maar in eens zou moe ten verdwijnen? Dat kan nooit verantwoord zijn. Bovendien, welk een enorme goodwill zou er op deze wjjze verloren gaan. Men moet maar eens nagaan, welke verdienmo- gelijkheid, „earningcapacity", de Nederland sche suikerindustrie in het verleden bezat. Eu moet nu de kans op een toekomstig redres, zoo maar worden prijsgegeven? De dag, waarop dit gebeurt, zal voor den Neder- landschen boerenstand een „dies ater" blijken te zijn. Neen, de Nederlandsche bietsuiker industrie dient in stand te worden gehouden. Dit sluit niet uit, dat wij de Javasuiker- industrie niet zouden willen helpen. Nu de ontworpen regeling neerkomt op steunver lening aan deze industrie, is er vermoede lijk wel een andere weg te vinden om aan dat verlangen tegemoet te komen. Laten belanghebbenden van beide zp den deze zaken eens bespreken. Wellicht is er in dit opzicht een regeling te treffen tot tevredenheid van beide partijen. NADEEL VAN VEEKOEKEN- CONTINGENTEERING. Een andere methode zou ook den ver bruikers ten goede zjjn gekomen. De meeniug vnn do Coöperatieve aankoopvereeniging. In de jongste raededeelingen van de Coöp. aankoopvereeniging „Centraal bureau uit het Ned. Landbouwcomilé" G. A.Rotterdam wordt een en ander gezegd over de contingen- teering der veekoeken. Wy ontleenen daar aan het volgende: Wy zijn dus voorstanders van steun aan het Nederlandsche fabrikaat, nu nog even goed als een jaar goleden, ook van den inlandschen lijnkoek. En toch zijn wy tegen standers van de contingenteering van vee koeken, toch vinden wjj dezen maatregel van onze regeering niet juist. Wy wilden de olieslagers steunen (het gaat hier om de lynolie-industrie iu hoofd zaak) doch op andere wyze dan door con tingenteering. Wy hebben voorgesteld de buitenlandsche lynkoeken. (en ook andere veekoeken) aan eeu heffing te onderwerpen, evenals de voedergranen, en dan de grond stoffen, waaruit de Nederlandsche oliesla gers hun koeken of meel maken (lijnzaad, grondnoten, copra, soyaboonen) aan eon rela tief mindere heffing. In deze laatste heffing kon men den Nederlandschen fabrikant een zuiver af te bakenen voorsprong geven boven zyn concurrent uit het buitenland, niet te groot en niet tc klein, zoodat hy over het moeilyke verschil heen komen kan. Wy hebben daarby als voorbeeld aange geven, hoe zwaar men de lijnkoeken en het lynzaak elk bij invoer belasten moest-, om aan den olieslager een voorsprong van 50 cent per 100 kilo te geven. De gelden, die door heffing op veekoeken en op de grondstoffen in het landbouwcrisis fonds zouden komen, zouden in de eerste plaats aangewend moeten worden totBteun van hen, die de veekoeken gebruiken en er door de heffing meer voor moesten betalen. Deze verbruikers, de melkveehouders in hoofdzaak, en vorder de kippenhouders en varkensmesters in mindere mate, zouden op deze wyze zooveel mogelijk schadeloos (gesteld kunnen worden voor de duurdere veekoeken tengevolge van de heffing. Het. is natuuriyk, dat het rekensommetje voor de verbruikers niet voor 100 opgaat, doch in de groote lyn zou het wel zoo zyn, als wij het schetsten. Nu hebben wy de contingenteering ge kregen. En deze belemmert den invoer der mate, dat de importeurs ternauwernood in staat zyn om voldoende aan te voeren om aan de loopende leveringscontracten in deze winterperiode te voldoen. En dit geldt niet alleen voor de lynkoeken, doch ook voor alle andere veekoeken. De gulden per 100 kilo, die wy ons by de heffing destyds gedacht hadden, was er in weinige dagen al op, doch nu komt die gulden niet in het landbouwcrisisfonds, doch in de zakken van de houders van lijnkoeken, dat zyn in de eerste plaats de Nederland sche olieslagers en verder de gelukkige hou ders van contingenten. Doch voor de ver bruikers, die by heffing den ook dan be taalden meerderen gulden via het crisisfonds goeddeels hadden teruggekregen, is hy nu reddeloos verloren. Wy hebben gezien, dat er momenten ge weest zyn, dat sommige soorten veekoeken goedkooper waren dan de granen met rech ten, ja, by de haver is het steeds zoo ge weest na invoering der rechten. Dat deze onnatuurlijke prysverhouding leidde tot een abnormale vraag en dus tot een abnormalen invoer vau veekoeken, ligt voor de hand, doch men kan dat abnormale het best bestrijden door de natuurlijke ver houding te herstellen, dus in dat geval ook op de veekoeken een heffing te leggen. Wij zouden verder nog er op willen wy'- zen, dat deze contingenteering, die beoogt, volgens de officieele besluiten, te contingen teeren op 100% van den normalen invoer, in werkelijkheid, door de wyze waarop de basis genomen wordt en de verdere bepa lingen, de uitvoering betreffende, nog geen 50 van den normalen invoer toelaat. Ten slotte willen wij nogaanstippen.dat juist de bepalingen omtrent de uitvoering van den importhandel allerbelemmerendst werken, niet alleen, omdat ze gebaseerd zijn op het staae bevriezingssysteem, waarbij elke mogelijkheid van uitbreiding van zaken door energieke firma's uitgesloten wordt, doch ook door een bevriezing van de landen en de kwantiteiten der diverse soorten, zoo dat de natuurlijke weg, om op de wereld markt te zoeken welke soorten en waar deze het goedkoopst aangeboden worden, afge sloten is. Deze geweldige nadeelen, die op zeer scherpe wijze een prysstyging in de band moeten werken, vindt men in geen enkel opzicht by heffing, waar al deze natuuriyke krachten van de vrije concurrentie, die zoo'n geweldigen invloed op de pitjslegeling heb ben, in vollen omvang kunnen werkzaam blijven. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) ,,'t Lijkt wel een Inquisitie'' zei Oud-Wethouder VROEGINDEWEIJ. Mijnheer de Redacteur, och, toe, vergun mij s.v.pl. een klein plaatsje in Uw blad. Ik zal wel heel kort en u tevens zeer dankbaar zijn. De,mensch heeft zoo van die oogenblikken in zijn leven, dat hij werkelijk behoefte heeft, om z'n hart eens te luchten. Als men tegen woordig eens om zich heen ziet, dan moet men weieens zeggen: Maar waar moet dat naar toe! 't Is allemaal vrede wat men hoort en ziet, maar de een vertrouwt den ander niet. Men hoort niets dan van ontwapening, terwijl Duitschland met alle geweld zich in 't harnas wil steken en de vredesverdragen van Ver sailles aan z'n hak lapt. Mooi zoo, hoort men weieens zeggen door menschen die zoo graag soldaatje spelen en 't lieve vaderland met goed en bloed willen verdedigen d.w.z. met den mond. Ze hebben nog geen kruit geroken en nog minder giftgassen. Ik zou die hyper vader landers weieens"willen zien, over eenige jaren, als ze in 't gras liggen te kijken of het hazen pad kiezen. Dat er iets niet in orde is aan den politieleen horizon, dat zien we allemaal, als we ten minste niet blind zijn. Daarvoor hebben we de Bilt niet noodig om ons dat naderende onweer te voorspellen. We kennen allemaal het wachtwoord „Weest op uw hoede!" Weinigen zullen weten, dat de zoo hoog geprezen vrede tusschen Polen en Duitschland aan een zijden draadje heeft gehangen, en er maar heel weinig toe noodig was, om Europa weer in lichte laaie te zetten. De betrekkingen tusschen Oostenrijk en Duitschland zijn... hm, ik wil niet vooruitloopcn. In Engeland werken de fabrieken met volle kracht. Dag en nacht hoort men de machines hun eentoning lied zingen „Dividend! Divi dend! Allemaal wapens en munitie wat daar thans wordt gemaakt. Alaar, 't is vrede, men streeft naar ontwapening. Men wil die groote ellende van 19141018 niet meer meemaken; men wil de zaak korter maken door alles een voudig tc vergiftig6»- Dat is veel eenvoudiger en dan heeft men later geen last meer van die vervelende invaliden, en men hoort ook niet meer al dat weeklagen der weduwen en het gejammer ilcr weczen. Dat is allemaal af schuwelijke muziek voor de slechte gewetens dergenen die door den oorlog zich verrijken. Met Hittler gaat het ook niet van een leien dakje. De Rijksdag is plechtig geopend, Hittler zelf gaf er de voorkeur aan, om te schitteren door afwezigheid. Hij zal wel gegronde redenen daartoe hebben gehad en, wat zou hij daar ook hebben moeten doen? De bijeenkomst heeft nauwelijks tien minuten geduurd, en toen werden de afgevaardigden naar huis gestuurd totdat Hittler ze weer noodig heeft. Maar niettegenstaande het Duitsche volk door alle mogelijke feesten gehypnotiseerd wordt, schijnen de leiders het zaakje niet bijster goed te vertrouwen, het geen duidelijk blijkt uit de verschillende rede voeringen. Voor de jeugd wordt goed gezorgd dat zij zich niet vervelen. De Hetvorming van de Protestantsche kerk schijnt niet mee gevallen te zijn. Men heeft niet daarmede gerekend, dat het echte christendom geen laagje vernis is (zooals bij ons dikwijls het geval is). Een christendom zonder Christus en zonder Bijbel is moeilijk denkbaar. Christus was een Jood en daarom mocht Zijn Naam niet eens in de kerk of bij den gods dienst worden genoemd. Die vlieger schijnt niet op te gaan, want ruim 3000 predikanten dreigen met uittreden uit de Laimskerk. De paus schijnt ook niet in zijn schik met alles wat daar gebeurt. Men leest zoo nu en dan weieens, zooveel of zooveel roomsche geeste lijken gearresteerd wegens opruiïing of, deze of gene prelaat, leider van de roomsche actie gearresteerd wegens verduistering enz. maar dat laat den paus zoo koud als een honden neusje. 't Is de beste manier om een partij slecht te maken door te zeggen, dat de leiders zich aan verduistering hebben schuldig ge maakt. Als dat doel is bereikt, hoort men van 't heele zaakje niets meer. Bismarck heeft het ook eens geprobeerd om één nationale kerk te maken, maar 't is hem niet gelukt. De Ita- liaansche dictator moet ook nogal een beetje water bij den wijn mengen en wijn bij het water om vrede te houden, en zoo zal Hittler, als hij niet erg voorzichtig is, zijn rol spoedig hebben uitgespeeld. Een paar dagen geleden wilde hij een kardinaal laten arresteeren, maar gelukkig voor hem, was de regeeringspersoon die met de arestatie was belast, goed R. K., zoodat het bevel tot inhechtenisneming terug genomen werd. Was dat niet gebeurd, dan waren de poppen al aan 't dansen geweest. Toen in den cultuurkamp honderden roomsche geestelijken werden gearresteerd, bleef het R. K. volk toch zijn rust bewaren, maar toen Bismarck de bisschoppen en kardinalen te lijf ging, was het spelletje gauw uit. Toen kwam de kleine Dr. Windhorst op 't tooneel en deze liet Bismarck naar zijn pijpen dansen. Ja, ja, 't ziet er mooi uit en vlak voor kerst mis! Sommige lichtgeloovige menschen hadden nog gehoopt op de oeconomische conferentie te Londen maar... helaas! Dat zaakje heeft millioenen gekost met het resultaat nihil. 't Was van te voren te zien, dat dat zaakje mis zou loopen. Er moesten veertjes gelaten worden en elk meende dat zijn pluimage (Holland aan 't hoofd) de mooiste was. Nu ik toch over millioenen spreek (tien, honderd en duizend lijkt zoo armoedig tegen-. w< Di Üi ha pe do we be; sta tw ieg me grï ma da va ref va 'I l vo is go pr li o br 1 pr lie on af kl m za m< ni' ee ve ni< sta zie be tO' Wc de zij za Ai ro be ve di di ve Ondergeteekende wenscht alle fa milieleden, Oud-collega's, vrienden en bekenden een gelukkig jaar 1934. Oude-Tonge, 1 Jan. 1934. P. VAN SCHOUWEN. Oud-Burgemeester Oude-Tonge. J. BUSCOP E.Jz. Commissionnair in veldvruchten. Oude Tonge, 1 Jan. 1934. p. f. Vriend' spoedig Oude Tó J. C. SCHOUWENAAR Kolenhandel Mijn geachte clientèle een gelukkig en voorspoedig jaar. Oude Tonge, 1 Jan. 1934. p. f. MATTHÉUS VOGEL Vrachtrijder Wenscht familie, vrienden en be gunstigers een gelukkig nieuwjaar. Oude Tonge, 1 Jan. 1934. WED. H. KIEVIT ZONEN Slagers Onze geachte clientèle, vrienden en bekenden een voorspoedig jaar. Oude Tonge, 1 Jan. 1934. D. VAN DEN TOL H. VAN DEN TOL-VERSEPUT Oude Tonge, 1 Jan. 1934. p. JOH. VAN DEN TOL Gedipl. Horlogemaker Oude Tonge, 1 Jan. 1934. p. Begun: den een Oude To 'riend jaar. Oude To Vrienc lukkig j; Oude T< JOB PRINCE en Echtgenoote. Oude Tonge, 1 Jan. 1934. p. f. GEBR. DE LAAT Korenmolenaars en handel in vee voeder. Wenschen vrienden en cliënten een gelukkig jaar. Oude Tonge, I jan. 1934. Vleesc Wenst vrienden Nieuwja Oude To (v/l Mijn bekendf Oude T H. C. Oude T Begu den eei Oude -l(l J. F. E Oude 1

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 6