IBEiïILS
Land- en Tuinbouw
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 30 DECEMBER 1933,
gevallen. Daar waren ook heel diepe mo
menten van groote ontroering en van diepe
smart, maar de tyd heelt alle wonden. Eigen-
HJk heelt de tijd de wonden veel te snel en
er komt iets van schaamte over ons als we
bedenken hoe het amper een jaar geleden is,
dat we dat leed te doorstaan hadden.
Met iets van energieken weerzin zetten we
die dingen op zU. Daar waren immers ook
zooveel uren van puur geluk en dagen van
over-zalig gelukkig-zyu.Ja, die waren er
ook en - als we eeriyk z(jn, erkennen we
het... die zt)n ook zoo heel heel spoedig
weer vergeten.
Ën nu.
Nu het oudejaarsavond worden gaat, nu
gaat dat moedige hart, dat ons over zooveel
heen geholpen heeft, plots zwak worden en
wankelen. Hoe hebben we het nu? Wat is
dat, dat wij op den oudejaarsavond zoo luid
hooren kloppen aan ons eigen hart? Wat is
dat, dat wij ons nu opj dezen laatsten avond
dweepzieke, sentimenteele kinderen voelen
zonder weerstand?
Weten we het niet? Weten we niet dat
ons hart het heele jaar op de loer gelegen
heeft om ons te kunnen vangen.
De oudejaarsavond lukt het. Nu, op dezen
avond, ontwapent het (Sis en we geven ons
over.
De klok slaat twaalf en ons hart staat
bijkans stil!
De wereld luistert alleen maar naar het
IK en als we geen ander antwoord hebben
op al onze levensvragen, dan dit: 0, hart,
houd moed, dan is daar aanstonds de nieuw
jaarsdag, die ons tegenlacht: Ziet alle
dingen zijn nieuw geworden.
Dat wonder voltrekt zich in dien stillen acht
waarin we het oude afleggen en het nieuwe
aandoen. Dat wonder wil zich niet verklaard
zien. Het wil alleen aanvaard worden. Als
een geschenk van God. Neem het dan met
beide handen en grijp het met de vreugde
van het leven zelf dat maar een ding be
geert: Pluk de dag. De schoone alles be
lovende Nieuwjaarsdag.
En de morgen van den eersten Januari
heeft al het trieste en al het ontroerende
van den oudejaarsavond: vergeten.
Die zonnige Nieuwjaarsmorgen lacht ons
uit. Kom. Hoe waart ge zoo wankelmoedig.
En plots is het loven weer sterk. Plots zijn
we weer reuzen, die alles aandurven. Ge
lukkige bezitters van een moedig hart, dat
niets dan vrede wil en alleen goeds belooft.
Het is of alle menschen elkaar datzelfde
te zeggen hebben. Het is of we elkaar de
hand toesteken met dat banale „Veel-heil-
en-zegen" en er allemaal datzelfde mee be
doelen: het leven is mooi, het leven is goed.
We zijn op den nieuwjaarsmorgen eikaars
vriend. We wilden het iedereen wel toe
roepen, hoe gelukkig we ons gevoelen. Waar
om zeggen we het elkaar nu niet. Hoe goed
alles is. Thuis. O ja, thuis hebben we geen
weerstand. Thuis omhelzen we onze moeder
en we kussen haar: Lieve Moeder. We zien
Vader in zijn goede oogen en we lezen zijn
woord voor ons uit zyn blik. We schudden
onzen broeder de hand. We drukken een
kus op het voorhoofd van onze zuster. Nieuw
jaarsdag heeft ons gezegend!
Op straat staat het geschreven. Tegen de
huizen staat het aangeplakt. In de café
roept het ons iets tegen: „Wat is dat toch
voor een wonder binnen in ons?
Begrijpt ge het alweer niet?
Kom. Die eerste Januari is zoo een heel
nieuwe bladzijde in ons levensdagboek. Kijk
dien kalender eens aan. Wat een dik blok
met dagelijksche blaadjes. Allemaal Toe
komst. Vandaag Morgen Over een
week Over een maandbinnen dit
jaar....
Het groote onbekende.
En we zijn niet bang. Dat is het. We
durven die 365 onbekende dagen aan zonder
vrees. We voelen ons sterker dan het onbe
kende. Het is of wij alles kunnen, wat we
willen.
De nieuwjaarsdag heeft ons tot overwin
naars gemaakt.
Tyd en Eeuwigheid. Het leven roept.
Maar gij, U en ik wij in onze beste
oogenblikken, we kennen de kracht van dat
ééne heerlijke oogenblik: in de eenzaamheid
het met onszelf aan te durven. Het leven
verstaan, wil zeggen: het leven te durven
leven.
Dat is de zin van den stralenden Nieuw
jaarsmorgen!....
TERUGBLIK.
Nu het jaar ten eind' gaat loopen,
En het Nieuwe spoedig wacht,
Memoreer ik steeds zoo'n beetje,
Wat dat jaar me heeft gebracht.
Dat 's nu eenmaal een gewoonte,
Iets, dat ieder jaar geschiedt,
Iedereen die doet het immer,
Nouen waarom ik dan niet?
In 't begin van drie en dertig,
Dus nog in den wintertijd,
Was ik leelijkjes verkouden,
Maar dat ben ik nu weer kwijt.
Verder was 'k in Januari
Net acht maanden lang verloofd,
En heb thuis in onze kamer
Esp begin van brand gedoofd.
In April, toen 't al zoo zacht werd,
Kocht ik lekker een demi,
Die 's in Juni weer gestolen
En ik weet nog niet door wie.
In September was ik jarig,
O, ah juist, ik dank U wel,
En de fiscus stuurde (leuk hé?)
Net dien dag een dwangbevel.
Verder gapten ze mijn „plaatje",
Op zichzelf een reuzenlast,
En het zou nég erger wezen,
Wantm'n fiets zat er aan vast.
In October ging 'k verhuizen,
Dat was voor de achtste keer,
Maar, nii heb ik het getroffen,
Na een maand verdwijn ik weer.
Nou en dan, dan is er ook nog
Hier en daar wel wat gebeurd,
Maar, dat is de moeite haast niet
Dat men er lang over zeurt.
Tram-trein-auto-ongelukken,
Overstrooming moord en brand,
Maar dht heb je ieder jaar toch
En 's dus matig int'ressant.
Lied van de Week.
't Is Middernacht.
Guus Beti.eh Jb.
'tls Middernacht... een jaar is om,
Een jaar, vél van gebeuren,
Waarin wellicht te juichen viel,
Maar ook veel te betreuren,
'tls middernacht... een jaar verstreek,
Weemoedige gedachten
Vervullen ons, minuten lang,
Minuten... dat we wachten...
Minuten, dat we wachten op
Die galmend-zware slagen
Die het begin zijn van opnieuw
Drie honderd zooveel dagen.
Minuten, die nü kruipend gaan
Seconde, na seconde,
Waarin een jaar van lief en leed
Voorbysnelt in een stonde.
Minuten, dat we denken aan
Héél lang vervlogen dingen,
Een liefde... een illusie soms,
Die ons tot tranen dwingen.
Maar met een veeg van onze hand
Zijn die alweer verdwenen,
Ze hooren by het... oude jaar,
En 'toude jaar ging benen...
Minuten, kruipen, kruipen om...
Nog negenachtnog zeven
Nog zes... nog vijf... de tyd gaat voort
Alleen de mènsch wacht even...
Nog vier, nog drie.nog twee.nog één.
Een klok begint te luiden.
Dan voelen we plots fèl, wat wij
Wy menschen slechts beduiden
Maar, met een lach het glas omhoog,
De weemoed snel verdronken,
En met een vrooiyk: Goed Nieuwjaar
Eens met elkaar geklonken!
En in luidruchtigheid opeens
Van toasten... drinken... eten...
Zijn de gedachten van daarnet
Weer voor een jaar... vergeten!
VICTORIA-WATER.
In verband met het in werking treden
van de Omzetbelasting, op 1 Januari 1934,
vernamen wy, dat de Victoria-Bron besloten
heeft, deze belasting voor hare rekening te
nemen, zoodat dus de tot nu toe berekende
prijzen van het Victoria-Water gehandhaafd
blijven.
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur!
In uw blad van Zaterdag 23 December
vind ik onder het plaatselijk nieuws van
Dirksland eenige opmerkingen van een
vriend der R.T.M. Deze vriend was diep
beleedigd, dat er, Donderdagmiddag 1,10 uur,
geen extra tram gereed stond om enkele
personen naar hun plaats van bestemming
te brengen. Er was toevallig ook geen auto
bus, die naar Ouddorp rijdt, doch dat wordt
er niet by vermeld.
Ik heb vorige week de reis door de ysvelden
een paar keer meegemaakt en ben werkeiyk
dankbaar, dat er nog een maatschappij is,
die den veerdienst nog zoo schitterend heeft
volgehouden. Hoe zou dit moeten als de
R.T.M. met haar reservebooten er niet was?
Als de R.T.M. in dien tyd het monopolie
heeft, kunnen we beter spreken van een
noodtoestand en nood breekt wetten.
Wy kwamen Woensdagmiddag in Helle-
voetsluis en vernamen toen dat de boot niet
meer zou varen. Ik heb toen niemand op
de R.T.M. hooien schelden, dat zy niet had
gezorgd voor een warme verblyfplaats, warm
eten en een verwarmde slaapkamer!
Deze mynheer zegt, dat de R.T.M. als zy
het monopolie heeft, de reizigers niet bepaald
vriendeiyk gezind is. Dit is geheel de plank
mis en spijkers op laag water zoeken. In
tegendeel, Hulde aan de R.T.M., die den veer
dienst nog zoo prachtig heeft volgehouden
en niets dan lof vnor al het personeel die
deze gevaarlyke tochten, voor het reizende
publiek, zoo dikwyis mogelijk moest onder
nemen.
Over het goederenvervoer mogen we toch
ook wel tevreden zyn. Geen verhooging van
vracht (over monopolie gesproken). Over
goede behandeling kaD ik van ondervinding
spreken. Ik kocht n 1. Vrijdagmorgen 11 uur
een party groenten en fruit op een veiling
aan den overkantVrydagmiddag 4 uur
bad ik alles thuis!
Laten we de R.T.M. op onze bloote knietjes
danken, dat zy ons eilandbewoners, gedurende
de ysperiodes zoo voortreffelijk van dienst
is en laten we hopen dat zy dit nog ver
scheidene winters zal doen.
Aan U mijnheer de Redacteur mijn dank
voor de plaatsruimte.
Hoogachtend,
K. J. NIPIUS.
Middelharnis, 25 Dec. 1933.
W eekpraatje.
Oud eu uieuw, ook In ons inneriyk.
Het ie een veel voorkomend verschyusel,
dat menschen, die in een tyd van verande
ring en beweging werden geboren, zich er
over verheugen, dat het leven niet gemak-
keiyk is... In dezen moeilyken tyd voor
iedereen, gaan zy den stryd en den storm
tegemoet en kunnen meestal zelfs niet af
wachten, dat het nieuwe, hetwelk zy huldi
gen, het oude, dat ryp was voor den onder
gang, volkomen heeft afgelost...
De verstandige Ouderen nemen hun dat
niet kwaiyk, want zy zyn zich bewust, dat
hetgeen afgedaan heeft, ver, heel ver moet
wyken voor het levende Heden en voor het
geen dit heden hun brengt... Ook zy ver
heugen zich zy verheugen zich over die
jeugd, die vérder wil, want het is juist de be
doeling, dat de jeugd vérder gaat, verder
gaat dan de voorafgaande generaties! Maar
evenveel recht hebben zy, die ouderen, om
met nadruk te protesteeren, als de jeugd te
veel in onbarmhartige critiek vervalt, ten
opzichte van het verleden en het goede niét
tot zijn recht laat komen, dat iederen tyd
en iedere handeling kenmerkt, en dat ook
zonder twijfel in hun jongen tijd aanwezig
was.
De tijd, kort voor de jaarwisseling, die
wij thans tegemoet gaan, geeft ons meer
dan anders de gelegenheid ons de woorden
voor oogen te stellen, die bijna tweeduizend
jaar geleden door een mond gesproken wer
den, die zeker geen voorstander van het
kalmeeren en tevredenstellen der menschheid
was. Duideiyk zeide Hy: dat alles anders
zou moeten worden by de menschen, maar
tevens verkondigde Hij, dat Hij niet gekomen
was om af te breken, maar integendeel: om
op te bouwen, om te vervullen, hetgeen nog
in vervulling zou moeten gaan. Daarin ligt
een beperking opgesloten. Een beperkiDg
voor elke revolutionair-nieuwe geste van
den Mensch onder de menschen. Wij wor
den eraan herinnerd, dat het Oude steeds
onmisbaar is, als fundament voor het Nieuwe.
In het Nieuwe besloten ligt het goede, dat
ook reeds het Oude kenmerkte, maar het
Nieuwe kan de vervulling brengen.
Wie meent, dat voor hém slechts dwaas
heid en dwaling geheerscht hebben, dat alles
slecht en verkeerd moet zijn geweest, die
verloochent het werk van God en God zélf I
Veel in de geschiedenis der Menschheid, dat
ons door overlevering bereikte, mag ons
voorkomen als een dwaling, als een omweg
tot het doel, dat ons als Christenen voor
oogen zweeft maar.kunnen wy de god-
deiyke bedoelingen wel doorzien, die dit alles
lieten geschieden...? Evenmin als wy
wéten, wat God met ons, schepselen, van
plan is, hoewel wy naar ons beste weten
voorwaarts streven en meenen, Zijn bouw
plannen te volgen evenmin mogen wy
oordeelen, over hetgeen Zyn kracht reeds in
het verleden heeft gebouwd, heeft gemaakt,
geschapen. Wy trachten en dat is zonder
twijfel góed! steeds weer iets beters te
bereiken, wij willen het Oude overtreffen,
wy zoeken ijverige gelegenheid om te toonen,
wat wij kunnen. Maar... bedenk dan, dat
wij niet uit den Hemel gevallen zyn, maar
dat wij in een lange ry op Aarde staan,
waarop vóór ons, vele menschen met dezefi-
den yver en dezelfde, heilige vastberaden
heid hebben gestreden en gewerkt.
DE LAATSTEN VAN HET JAAR.
Het klopt niet. Het klopt nooit. Mijn
kasboek. Ieder jaar begin ik opnieuw. Eerlijk
en met goeden moed: Ontvangsten en uit
gaven. En elk jaar ben ik na de eerste
maand de kluts al kwijt. Ik probeer het dan
nog staande te houden met den ietwat rek-
baren post: diversen. En onder dat hoofd in
mijn kasboek noteer ik dan al het tekort
dat ik voortdurend in kas heb, wonderiyk
als je niets meer in kas hebt, heb jeer altyd
nog een tekort in. Deze sluitpost verzoent
me tenslotte met myn totaal gebrek aan
behooriyk boekhoudkundig besef.
En zoo zit ik op 't oogenblik weer met
die eerste blaadjes uit mijn kasboek, anno
1933; dat met een diversen-post reeds half
Februari hopeloos in de war geloopen is.
Mijn kasboek is een groote diversenrekening
waar ik mij wél by bevind. Want per slot
zyn die diversen toch eigenlijk de kleur-aan-
gevende posten in je leven. Al het andere
heeft dat regelmatig-wederkeerende; dat
absolute en datonvoorwaardeiyk-zekere;dat
automatische, waar de giro wel voor zorgt,
als ik het opgeef. Myn diversen en mijn
kasboek zyn niet regelmatig en niet auto
matisch. Ze zijn verrukkeiyk onverwacht
en ongemotiveerd en onberedeneerd en on»
gepast. Maar ze zyn er, ik ben ze dankbaar.
Want ze vertegenwoordigen myn levensple-
zier; ze z(jn de pyiers van de spontaniteit
waardoor ik dit jaar ook weer - net als ieder
vorig jaar de dagen in een bepaalde kleur
kon zien.
Ja: het is met mlln kasboek dit jaar heusch
mis. Maar toch kom ik uit. En nu vind ik
er op 't eind van het jaar myn troost in,
dat het beter is, dat ik uit kom, dan dat
myn kasboek uitkomt. Want er zijn ook
menschen die zoo tegen Oudejaar persooniyk
heel goed uitkomen, doch geen rust hebben,
omdat hun kasboek niet uitkomt. Ze zoeken
naar een foutje van een halven cent en halen
er rekenkundige reeksen by. Hun balans
klopt niet en hun innerlijke vrede ligt er
door overhoop. Ze blyven er nachten voor
op. Ze tellen, tellen, tellen en geven het niet
op, voor ze het dubbeltje, plus of min, ge
vonden hebben. Laat mjj dan maar met myn
kasboek dat niet" klopt, vrede hebben.
Er zijn een heeleboel menschen, geloof ik,
wier kasboek vandaag niet klopt. En hun
Oudejaarsavond staat in een verdrietig rouw-
randje. Het batig saldo op papier zou hen
zoo gelukkig hebben gemaakt en het tekort
maakt hen zoo kenneiyk overstuur.
Zou ik ofschoon ik geen accountant
ben mogen vragen op deze laatste dagen
van het oude jaar, ook eens te letten op de
balans van ons leven; en op de balans van
dit levensjaar. Misschien valt het dan toch
nog mee. Misschien staan er een paar ver
liesposten in het grootboek, die eigenlijk
winst-posten zyn. We zyn voor ons zelf altyd
een beetje somber als boekhouder en we zyn
met onze getaxeerde boekwaarden misschien
wel eens een beetje te materieel geweest.
Hoe staan de geesteiyke waarden geboekt?
Zyn die koersen niet ietwat opgeloopen Kyk
er de pryslijst eens op na.
Myn kasboek heeft me na 6 weken in 1938
al in den steek gelaten. Over een paar dagen
begin ik met een nieuw kasboek en met
het eerlyke voornemen, het nu in 1934 eens
trouw bjj te houden. En telkens als ik een
nieuw kasboekje koop, zoo tegen den laatsten
dag van 't jaar, zit er een duiveltje-in-me
te schateren van de pret.
WENSCHEN VAN DEN LANDBOUW IN
ZEELAND.
Ten opzichte van teeltbeperking in den
tuinbouw en uien-uitvoer.
Dezer dagen had onder voorzitterschap van
mr. P. Dieleman de maandelyksche vergade
ring van het dagelijksch bestuur der Zeeuw-
sche Landbouw Mij. plaats.
Uitvoerig werd het voorstel van den Re-
geeringscommissaris besproken over de teelt
beperking in den tuinbouw. Algemeen was
men van oordeel dat dit voorstel tot be
perking voor de Zeeuwsche gemengde be-
dryven onaannemelijk is. Gemeend werd,
dat in de natuurlijke ontwikkeling van den
Zeeuwschen tuinbouw niet zonder meer kan
worden ingegrepen, zonder aan deze bedry ven
groote schade te doen.
Kennis werd genomen van het schrijven
van de drie centrale organisaties aan den
secretaris-generaal van het departement van
Economische Zaken, waarin wordt verzocht
een afzonderiyke contröle-instelling voor
uien te stichten.
Mededeeling werd gedaan over de gevoerde
actie om uitvoer van bevroren uien tydens
de vorstperiode mogelijk te maken.
Reeds het vorig jaar is door de Z. L. M.
aan het U. C. B. verzocht den uitvoer van
uien die niet vorstvrij zyn, tijdens langdu
rige vorst toe te staan. Thans verkeeren de
uien verbouwers weer in dezelfde moeilijk
heid. Wel is verkregen, dat het vorstvry
moeten zijn uit de wet is geschrapt en nu
bij ministerieele beschikking is bepaald,
waardoor verandering van het voorschrift
eerder mogelyk wordt. Besloten werd, zich
nogmaals tot den minister te wenden om
den uitvoer van bevroren uien onder de hui
dige omstandigheden toe te staan.
Kennis werd genomen van het verzoek
der drie centrale landbouworganisaties aan
de regeering om gelden beschikbaar te stellen
voor de instandhouding en voortzetting van
de proefnemingen met de verwerking van
vruchten tot alcoholvrye dranken aan dit
laboratorium. Waar reeds gebleken is dat
liet werk van prof. Sprenger in dezen, voor
het algemeen zeer nuttig is geweest en ge
leid heeft tot een grooteren afzet van niet
eerste klasse fruit en daardoor prijsstyging
is ontstaan, werd dit verzoek zeer gemoti
veerd geacht.
Kippendieven gesnapt en gedood
De Heer Spiering te Tiel had veel last van ratten in
zijn kippenloop. Telkens waren eieren verdwenen
of kuikens doodgebeten. Meer dan een jaar lang
probeerde hij allerlei middelen, echter zonder resul
taat. Ten slotte kocht hij bij zijn drogist een doosje
Rodent, dat hij op de voorgeschreven manier ge
bruikte. „Het resultaat is werkelijk verrassend,"
schrijft hij. „Een kwartier nadat het met Rodent be
smeerde brood werd uitgelegd, was het reeds ver
dwenen." Toen hij ons 4 weken later schreef, had
hij geen rat meer gezien. Rodent faalt nimmer, het
trekt ratten en muizen onweerstaanbaar aan. Koop
nog heden een enkele doos 50 ct. of een dubbele
doos d 90 ct. er morgen zult U van rat en muis be
vrijd zijn. Imp.Fa. B. Meindersma - Den Haag. B45
(Adv.)
Oudejaars-gebruiken in Europa.
In Londen worden reusachtige hoeveel
heden Nieuwjaarsgebak gemaakt en in een
byzondere feesteiyke verpakkingaan de klan
ten afgeleverd. In Annam wordt op Nieuw
jaarsdag een heele serie groote drakenfiguren
in processie rondgedragen. In Japan hangt
men op Nieuwjaarsdag gevlochten slingers
om de vensters. In Appenzell gaan mannen
met maskers, die het oude en het nieuwe
jaar voorstellen, van huis tot huis.
Zoo zyn er in verschillende landen z.g.
Sylvester-orakels" in gebruik. O.a. noemen
wy het z.g. „loodgieten", dat veel in de
Duitsch-sprekende landen wordt beoefend.
Een lepel met gesmolten lood wordt in een
teil water geledigd. Het lood neemt door de
onmiddellijke afkoeling de meest eigenaar
dige vormen aan. Daaruit tracht men dan
voor het volgend jaar de toekoms t te voor
spellen. De een ziet een paardekop erin en
meent, dat zyn geluk het volgend jaar in
de rennen is gelegen; de ander ziet er een
ring in en zoekt zyn heil het volgend jaar
in een verloving; weer een ander meent een
soldatenholm te zien en denkt aan oorlog,
terwyi eeo vierde in het lood een geldstuk
Bertels' Kunstkorrel
in de praktijk.
De heer J. T. van Bergen te Beekbergen
schrijft ons d.d. 6 Oct. '33 het volgende:
Uw opfokvoer alsook de Ratio Super-
standaard Kunstkorrel voldoen mij
uitstekend. Van mijn zeventig jonge
eenden had ik reeds na 4 maanden
en 10 dagen het eerste ei en thans
reeds 46 eieren per dag
Het voederverbruik bedraagt 0.84
cent per eend per dag.
Ook voor mijn kippen (500 Reds)
gebruik ik thans met groot succes
Bertels' Kunstkorrel. De kippen houden
zich best en verbruiken 3\4 cent
aan voeder per dier per dag.
Ik zal het gebruik van Uw Kunstkor
rel gaarne aan een ieder aanbevelen.
OLIEFABRIEKEN N.V. AMSTERDAM.
(Adv.)
meent te zien en liefkoozend zyn brandkast
streelt.
Ook de appel is bekend als een goed Syl-
vester-orakel. Het jonge meisje legt dan in
den nacht voor Nieuwjaar zooveel appels
onder haar hoofdkussen, als zij meent aan
bidders te hebben. In iederen appel wordt de
eerste letter van hun naam gesneden. Dan
grypt het meisje in het donker naar een der
appels en hy, wiens naam in den appel is
gesneden, zal het volgend jaar met haar
trouwen. In Zuid-Europa is hetgebruikeiyk
een appel door te snijden en de pitten te
tellen. Heeft de doorgesneden appel een
oneven aantal pitten, dan kan zy voorloopig
het denkbeeld van een huweiyk wel uit het
hoofd stellen, terwijl zy zeer spoedig huwt
by een even aantal pitten. Heeft zy by het
doorsnyden van den appel het ongeluk tevens
een of meer pitten door te snyden, dan huwt
zy spoedig, doch haar echtgenoot zal haar
dan bedriegen. Ook wel wordt een appel
geschild, waarby men tracht de schil zoo
lang mogelyk heel te laten, d.w.z. een lange
reep schil af te snyden. Deze schil wordt
over den schouder weggeworpen en uit den
slinger dien zy vormt, leest men de begin
letter af van den aanbidder, die met het
meisje zal trouwen. In vele streken is ook
het Sylvesterpotje in gebruik. Achtereen
volgens worden de familieleden naar drie
potjes gebracht. Hun oogen zijn geblinddoekt
en nu moeten zy uitkiezen. De drie potjes
zyn respectievelijk gevuld met melk, water
en zand. Melk beteekent welvaart, water
een spoedig huweiyk of, voor getrouwde
menschen, een voorspoedig huwelijksjaar, en
zand beteekent ongeluk.
Ook het „geluksgrijpen" is een der vele
Nieuwjaarsgebruiken. Een aantal van deeg
of van papier gemaakte voorwerpen, als
ringen, geldstukken, poppetjes, enz. worden
op een schaal gelegd en toegedekt, met een
doek. Wie het geldstuk grypt, wordt rijk,
wie den ring grypt, huwt spoedig.
Ook vele vogels, vooral de haan, gelden
als Nieuwjaarorakel. Komen raven of kraaien
op Oude- of Nieuwjaarsdag te dicht by het
huis, dan moet men rekenen op een sterf
geval in de familie. Op veel oudejaarsavonden
ziet men ook het z.g. „schoenwerpen in het
donker". De dochter des huizes werpt een
schoen over haar schouder. Wijst de punt
van de schoen in haar richting, dan blyft
zy het volgend jaar nog thuis. In alle andere
gevallen beteekent het een spoedig huwelijk.
By het „briefjeswenschen" schryft men drie
wenschen op drie briefjes, die men op oude
jaarsnacht onder het hoofdkussen legt. Uit
den inhoud van het briefje, dat men's mor
gens bij het ontwaken het eerst grypt,ziet
men welke wensch vervuld zal worden.
(Adv.)
VEILINOSBERICHT
van Tr(jdag 22 December 1933
der Coöp. Tuinbouw- en Veilingsvereen.
„OOSTVOORNE".
Prei 1,60 tot 4,40 per 100 bos.
Nero 2,30 tot 6,20 per 100 k.g.
Peen 1,80 tot 4,70 per 100 k.g.
Kroten 2,80 per 100 k.g.
Kool (roode) 2,10 tot 2,80 per 100 k.g.
(savoye) ƒ1,— tot 2,80 per 100 k.g.
Boerenkool 0,10 tot ƒ0,13 per krat.
Uien 1,30 per 100 k.g.
Sjalotten 1,40 per 100 k.g.
Tafelperen 0,06 tot 0,18 per k.g.
Tafelappelen 0,05 tot f 0,20 per k.g.
Spruiten 0,08 tot 0,17 per k.g.
Mispels 0,04 tot 0,07 per k g.
Kipeieren netto 3,60-4,20 per 100 stuks,
Kleine eieren ƒ3,— per 100 stuks,
Aanvoer 21.520 stuks.