IBEiïILS Land- en Tuinbouw ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 30 DECEMBER 1933, gevallen. Daar waren ook heel diepe mo menten van groote ontroering en van diepe smart, maar de tyd heelt alle wonden. Eigen- HJk heelt de tijd de wonden veel te snel en er komt iets van schaamte over ons als we bedenken hoe het amper een jaar geleden is, dat we dat leed te doorstaan hadden. Met iets van energieken weerzin zetten we die dingen op zU. Daar waren immers ook zooveel uren van puur geluk en dagen van over-zalig gelukkig-zyu.Ja, die waren er ook en - als we eeriyk z(jn, erkennen we het... die zt)n ook zoo heel heel spoedig weer vergeten. Ën nu. Nu het oudejaarsavond worden gaat, nu gaat dat moedige hart, dat ons over zooveel heen geholpen heeft, plots zwak worden en wankelen. Hoe hebben we het nu? Wat is dat, dat wij op den oudejaarsavond zoo luid hooren kloppen aan ons eigen hart? Wat is dat, dat wij ons nu opj dezen laatsten avond dweepzieke, sentimenteele kinderen voelen zonder weerstand? Weten we het niet? Weten we niet dat ons hart het heele jaar op de loer gelegen heeft om ons te kunnen vangen. De oudejaarsavond lukt het. Nu, op dezen avond, ontwapent het (Sis en we geven ons over. De klok slaat twaalf en ons hart staat bijkans stil! De wereld luistert alleen maar naar het IK en als we geen ander antwoord hebben op al onze levensvragen, dan dit: 0, hart, houd moed, dan is daar aanstonds de nieuw jaarsdag, die ons tegenlacht: Ziet alle dingen zijn nieuw geworden. Dat wonder voltrekt zich in dien stillen acht waarin we het oude afleggen en het nieuwe aandoen. Dat wonder wil zich niet verklaard zien. Het wil alleen aanvaard worden. Als een geschenk van God. Neem het dan met beide handen en grijp het met de vreugde van het leven zelf dat maar een ding be geert: Pluk de dag. De schoone alles be lovende Nieuwjaarsdag. En de morgen van den eersten Januari heeft al het trieste en al het ontroerende van den oudejaarsavond: vergeten. Die zonnige Nieuwjaarsmorgen lacht ons uit. Kom. Hoe waart ge zoo wankelmoedig. En plots is het loven weer sterk. Plots zijn we weer reuzen, die alles aandurven. Ge lukkige bezitters van een moedig hart, dat niets dan vrede wil en alleen goeds belooft. Het is of alle menschen elkaar datzelfde te zeggen hebben. Het is of we elkaar de hand toesteken met dat banale „Veel-heil- en-zegen" en er allemaal datzelfde mee be doelen: het leven is mooi, het leven is goed. We zijn op den nieuwjaarsmorgen eikaars vriend. We wilden het iedereen wel toe roepen, hoe gelukkig we ons gevoelen. Waar om zeggen we het elkaar nu niet. Hoe goed alles is. Thuis. O ja, thuis hebben we geen weerstand. Thuis omhelzen we onze moeder en we kussen haar: Lieve Moeder. We zien Vader in zijn goede oogen en we lezen zijn woord voor ons uit zyn blik. We schudden onzen broeder de hand. We drukken een kus op het voorhoofd van onze zuster. Nieuw jaarsdag heeft ons gezegend! Op straat staat het geschreven. Tegen de huizen staat het aangeplakt. In de café roept het ons iets tegen: „Wat is dat toch voor een wonder binnen in ons? Begrijpt ge het alweer niet? Kom. Die eerste Januari is zoo een heel nieuwe bladzijde in ons levensdagboek. Kijk dien kalender eens aan. Wat een dik blok met dagelijksche blaadjes. Allemaal Toe komst. Vandaag Morgen Over een week Over een maandbinnen dit jaar.... Het groote onbekende. En we zijn niet bang. Dat is het. We durven die 365 onbekende dagen aan zonder vrees. We voelen ons sterker dan het onbe kende. Het is of wij alles kunnen, wat we willen. De nieuwjaarsdag heeft ons tot overwin naars gemaakt. Tyd en Eeuwigheid. Het leven roept. Maar gij, U en ik wij in onze beste oogenblikken, we kennen de kracht van dat ééne heerlijke oogenblik: in de eenzaamheid het met onszelf aan te durven. Het leven verstaan, wil zeggen: het leven te durven leven. Dat is de zin van den stralenden Nieuw jaarsmorgen!.... TERUGBLIK. Nu het jaar ten eind' gaat loopen, En het Nieuwe spoedig wacht, Memoreer ik steeds zoo'n beetje, Wat dat jaar me heeft gebracht. Dat 's nu eenmaal een gewoonte, Iets, dat ieder jaar geschiedt, Iedereen die doet het immer, Nouen waarom ik dan niet? In 't begin van drie en dertig, Dus nog in den wintertijd, Was ik leelijkjes verkouden, Maar dat ben ik nu weer kwijt. Verder was 'k in Januari Net acht maanden lang verloofd, En heb thuis in onze kamer Esp begin van brand gedoofd. In April, toen 't al zoo zacht werd, Kocht ik lekker een demi, Die 's in Juni weer gestolen En ik weet nog niet door wie. In September was ik jarig, O, ah juist, ik dank U wel, En de fiscus stuurde (leuk hé?) Net dien dag een dwangbevel. Verder gapten ze mijn „plaatje", Op zichzelf een reuzenlast, En het zou nég erger wezen, Wantm'n fiets zat er aan vast. In October ging 'k verhuizen, Dat was voor de achtste keer, Maar, nii heb ik het getroffen, Na een maand verdwijn ik weer. Nou en dan, dan is er ook nog Hier en daar wel wat gebeurd, Maar, dat is de moeite haast niet Dat men er lang over zeurt. Tram-trein-auto-ongelukken, Overstrooming moord en brand, Maar dht heb je ieder jaar toch En 's dus matig int'ressant. Lied van de Week. 't Is Middernacht. Guus Beti.eh Jb. 'tls Middernacht... een jaar is om, Een jaar, vél van gebeuren, Waarin wellicht te juichen viel, Maar ook veel te betreuren, 'tls middernacht... een jaar verstreek, Weemoedige gedachten Vervullen ons, minuten lang, Minuten... dat we wachten... Minuten, dat we wachten op Die galmend-zware slagen Die het begin zijn van opnieuw Drie honderd zooveel dagen. Minuten, die nü kruipend gaan Seconde, na seconde, Waarin een jaar van lief en leed Voorbysnelt in een stonde. Minuten, dat we denken aan Héél lang vervlogen dingen, Een liefde... een illusie soms, Die ons tot tranen dwingen. Maar met een veeg van onze hand Zijn die alweer verdwenen, Ze hooren by het... oude jaar, En 'toude jaar ging benen... Minuten, kruipen, kruipen om... Nog negenachtnog zeven Nog zes... nog vijf... de tyd gaat voort Alleen de mènsch wacht even... Nog vier, nog drie.nog twee.nog één. Een klok begint te luiden. Dan voelen we plots fèl, wat wij Wy menschen slechts beduiden Maar, met een lach het glas omhoog, De weemoed snel verdronken, En met een vrooiyk: Goed Nieuwjaar Eens met elkaar geklonken! En in luidruchtigheid opeens Van toasten... drinken... eten... Zijn de gedachten van daarnet Weer voor een jaar... vergeten! VICTORIA-WATER. In verband met het in werking treden van de Omzetbelasting, op 1 Januari 1934, vernamen wy, dat de Victoria-Bron besloten heeft, deze belasting voor hare rekening te nemen, zoodat dus de tot nu toe berekende prijzen van het Victoria-Water gehandhaafd blijven. INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur! In uw blad van Zaterdag 23 December vind ik onder het plaatselijk nieuws van Dirksland eenige opmerkingen van een vriend der R.T.M. Deze vriend was diep beleedigd, dat er, Donderdagmiddag 1,10 uur, geen extra tram gereed stond om enkele personen naar hun plaats van bestemming te brengen. Er was toevallig ook geen auto bus, die naar Ouddorp rijdt, doch dat wordt er niet by vermeld. Ik heb vorige week de reis door de ysvelden een paar keer meegemaakt en ben werkeiyk dankbaar, dat er nog een maatschappij is, die den veerdienst nog zoo schitterend heeft volgehouden. Hoe zou dit moeten als de R.T.M. met haar reservebooten er niet was? Als de R.T.M. in dien tyd het monopolie heeft, kunnen we beter spreken van een noodtoestand en nood breekt wetten. Wy kwamen Woensdagmiddag in Helle- voetsluis en vernamen toen dat de boot niet meer zou varen. Ik heb toen niemand op de R.T.M. hooien schelden, dat zy niet had gezorgd voor een warme verblyfplaats, warm eten en een verwarmde slaapkamer! Deze mynheer zegt, dat de R.T.M. als zy het monopolie heeft, de reizigers niet bepaald vriendeiyk gezind is. Dit is geheel de plank mis en spijkers op laag water zoeken. In tegendeel, Hulde aan de R.T.M., die den veer dienst nog zoo prachtig heeft volgehouden en niets dan lof vnor al het personeel die deze gevaarlyke tochten, voor het reizende publiek, zoo dikwyis mogelijk moest onder nemen. Over het goederenvervoer mogen we toch ook wel tevreden zyn. Geen verhooging van vracht (over monopolie gesproken). Over goede behandeling kaD ik van ondervinding spreken. Ik kocht n 1. Vrijdagmorgen 11 uur een party groenten en fruit op een veiling aan den overkantVrydagmiddag 4 uur bad ik alles thuis! Laten we de R.T.M. op onze bloote knietjes danken, dat zy ons eilandbewoners, gedurende de ysperiodes zoo voortreffelijk van dienst is en laten we hopen dat zy dit nog ver scheidene winters zal doen. Aan U mijnheer de Redacteur mijn dank voor de plaatsruimte. Hoogachtend, K. J. NIPIUS. Middelharnis, 25 Dec. 1933. W eekpraatje. Oud eu uieuw, ook In ons inneriyk. Het ie een veel voorkomend verschyusel, dat menschen, die in een tyd van verande ring en beweging werden geboren, zich er over verheugen, dat het leven niet gemak- keiyk is... In dezen moeilyken tyd voor iedereen, gaan zy den stryd en den storm tegemoet en kunnen meestal zelfs niet af wachten, dat het nieuwe, hetwelk zy huldi gen, het oude, dat ryp was voor den onder gang, volkomen heeft afgelost... De verstandige Ouderen nemen hun dat niet kwaiyk, want zy zyn zich bewust, dat hetgeen afgedaan heeft, ver, heel ver moet wyken voor het levende Heden en voor het geen dit heden hun brengt... Ook zy ver heugen zich zy verheugen zich over die jeugd, die vérder wil, want het is juist de be doeling, dat de jeugd vérder gaat, verder gaat dan de voorafgaande generaties! Maar evenveel recht hebben zy, die ouderen, om met nadruk te protesteeren, als de jeugd te veel in onbarmhartige critiek vervalt, ten opzichte van het verleden en het goede niét tot zijn recht laat komen, dat iederen tyd en iedere handeling kenmerkt, en dat ook zonder twijfel in hun jongen tijd aanwezig was. De tijd, kort voor de jaarwisseling, die wij thans tegemoet gaan, geeft ons meer dan anders de gelegenheid ons de woorden voor oogen te stellen, die bijna tweeduizend jaar geleden door een mond gesproken wer den, die zeker geen voorstander van het kalmeeren en tevredenstellen der menschheid was. Duideiyk zeide Hy: dat alles anders zou moeten worden by de menschen, maar tevens verkondigde Hij, dat Hij niet gekomen was om af te breken, maar integendeel: om op te bouwen, om te vervullen, hetgeen nog in vervulling zou moeten gaan. Daarin ligt een beperking opgesloten. Een beperkiDg voor elke revolutionair-nieuwe geste van den Mensch onder de menschen. Wij wor den eraan herinnerd, dat het Oude steeds onmisbaar is, als fundament voor het Nieuwe. In het Nieuwe besloten ligt het goede, dat ook reeds het Oude kenmerkte, maar het Nieuwe kan de vervulling brengen. Wie meent, dat voor hém slechts dwaas heid en dwaling geheerscht hebben, dat alles slecht en verkeerd moet zijn geweest, die verloochent het werk van God en God zélf I Veel in de geschiedenis der Menschheid, dat ons door overlevering bereikte, mag ons voorkomen als een dwaling, als een omweg tot het doel, dat ons als Christenen voor oogen zweeft maar.kunnen wy de god- deiyke bedoelingen wel doorzien, die dit alles lieten geschieden...? Evenmin als wy wéten, wat God met ons, schepselen, van plan is, hoewel wy naar ons beste weten voorwaarts streven en meenen, Zijn bouw plannen te volgen evenmin mogen wy oordeelen, over hetgeen Zyn kracht reeds in het verleden heeft gebouwd, heeft gemaakt, geschapen. Wy trachten en dat is zonder twijfel góed! steeds weer iets beters te bereiken, wij willen het Oude overtreffen, wy zoeken ijverige gelegenheid om te toonen, wat wij kunnen. Maar... bedenk dan, dat wij niet uit den Hemel gevallen zyn, maar dat wij in een lange ry op Aarde staan, waarop vóór ons, vele menschen met dezefi- den yver en dezelfde, heilige vastberaden heid hebben gestreden en gewerkt. DE LAATSTEN VAN HET JAAR. Het klopt niet. Het klopt nooit. Mijn kasboek. Ieder jaar begin ik opnieuw. Eerlijk en met goeden moed: Ontvangsten en uit gaven. En elk jaar ben ik na de eerste maand de kluts al kwijt. Ik probeer het dan nog staande te houden met den ietwat rek- baren post: diversen. En onder dat hoofd in mijn kasboek noteer ik dan al het tekort dat ik voortdurend in kas heb, wonderiyk als je niets meer in kas hebt, heb jeer altyd nog een tekort in. Deze sluitpost verzoent me tenslotte met myn totaal gebrek aan behooriyk boekhoudkundig besef. En zoo zit ik op 't oogenblik weer met die eerste blaadjes uit mijn kasboek, anno 1933; dat met een diversen-post reeds half Februari hopeloos in de war geloopen is. Mijn kasboek is een groote diversenrekening waar ik mij wél by bevind. Want per slot zyn die diversen toch eigenlijk de kleur-aan- gevende posten in je leven. Al het andere heeft dat regelmatig-wederkeerende; dat absolute en datonvoorwaardeiyk-zekere;dat automatische, waar de giro wel voor zorgt, als ik het opgeef. Myn diversen en mijn kasboek zyn niet regelmatig en niet auto matisch. Ze zijn verrukkeiyk onverwacht en ongemotiveerd en onberedeneerd en on» gepast. Maar ze zyn er, ik ben ze dankbaar. Want ze vertegenwoordigen myn levensple- zier; ze z(jn de pyiers van de spontaniteit waardoor ik dit jaar ook weer - net als ieder vorig jaar de dagen in een bepaalde kleur kon zien. Ja: het is met mlln kasboek dit jaar heusch mis. Maar toch kom ik uit. En nu vind ik er op 't eind van het jaar myn troost in, dat het beter is, dat ik uit kom, dan dat myn kasboek uitkomt. Want er zijn ook menschen die zoo tegen Oudejaar persooniyk heel goed uitkomen, doch geen rust hebben, omdat hun kasboek niet uitkomt. Ze zoeken naar een foutje van een halven cent en halen er rekenkundige reeksen by. Hun balans klopt niet en hun innerlijke vrede ligt er door overhoop. Ze blyven er nachten voor op. Ze tellen, tellen, tellen en geven het niet op, voor ze het dubbeltje, plus of min, ge vonden hebben. Laat mjj dan maar met myn kasboek dat niet" klopt, vrede hebben. Er zijn een heeleboel menschen, geloof ik, wier kasboek vandaag niet klopt. En hun Oudejaarsavond staat in een verdrietig rouw- randje. Het batig saldo op papier zou hen zoo gelukkig hebben gemaakt en het tekort maakt hen zoo kenneiyk overstuur. Zou ik ofschoon ik geen accountant ben mogen vragen op deze laatste dagen van het oude jaar, ook eens te letten op de balans van ons leven; en op de balans van dit levensjaar. Misschien valt het dan toch nog mee. Misschien staan er een paar ver liesposten in het grootboek, die eigenlijk winst-posten zyn. We zyn voor ons zelf altyd een beetje somber als boekhouder en we zyn met onze getaxeerde boekwaarden misschien wel eens een beetje te materieel geweest. Hoe staan de geesteiyke waarden geboekt? Zyn die koersen niet ietwat opgeloopen Kyk er de pryslijst eens op na. Myn kasboek heeft me na 6 weken in 1938 al in den steek gelaten. Over een paar dagen begin ik met een nieuw kasboek en met het eerlyke voornemen, het nu in 1934 eens trouw bjj te houden. En telkens als ik een nieuw kasboekje koop, zoo tegen den laatsten dag van 't jaar, zit er een duiveltje-in-me te schateren van de pret. WENSCHEN VAN DEN LANDBOUW IN ZEELAND. Ten opzichte van teeltbeperking in den tuinbouw en uien-uitvoer. Dezer dagen had onder voorzitterschap van mr. P. Dieleman de maandelyksche vergade ring van het dagelijksch bestuur der Zeeuw- sche Landbouw Mij. plaats. Uitvoerig werd het voorstel van den Re- geeringscommissaris besproken over de teelt beperking in den tuinbouw. Algemeen was men van oordeel dat dit voorstel tot be perking voor de Zeeuwsche gemengde be- dryven onaannemelijk is. Gemeend werd, dat in de natuurlijke ontwikkeling van den Zeeuwschen tuinbouw niet zonder meer kan worden ingegrepen, zonder aan deze bedry ven groote schade te doen. Kennis werd genomen van het schrijven van de drie centrale organisaties aan den secretaris-generaal van het departement van Economische Zaken, waarin wordt verzocht een afzonderiyke contröle-instelling voor uien te stichten. Mededeeling werd gedaan over de gevoerde actie om uitvoer van bevroren uien tydens de vorstperiode mogelijk te maken. Reeds het vorig jaar is door de Z. L. M. aan het U. C. B. verzocht den uitvoer van uien die niet vorstvrij zyn, tijdens langdu rige vorst toe te staan. Thans verkeeren de uien verbouwers weer in dezelfde moeilijk heid. Wel is verkregen, dat het vorstvry moeten zijn uit de wet is geschrapt en nu bij ministerieele beschikking is bepaald, waardoor verandering van het voorschrift eerder mogelyk wordt. Besloten werd, zich nogmaals tot den minister te wenden om den uitvoer van bevroren uien onder de hui dige omstandigheden toe te staan. Kennis werd genomen van het verzoek der drie centrale landbouworganisaties aan de regeering om gelden beschikbaar te stellen voor de instandhouding en voortzetting van de proefnemingen met de verwerking van vruchten tot alcoholvrye dranken aan dit laboratorium. Waar reeds gebleken is dat liet werk van prof. Sprenger in dezen, voor het algemeen zeer nuttig is geweest en ge leid heeft tot een grooteren afzet van niet eerste klasse fruit en daardoor prijsstyging is ontstaan, werd dit verzoek zeer gemoti veerd geacht. Kippendieven gesnapt en gedood De Heer Spiering te Tiel had veel last van ratten in zijn kippenloop. Telkens waren eieren verdwenen of kuikens doodgebeten. Meer dan een jaar lang probeerde hij allerlei middelen, echter zonder resul taat. Ten slotte kocht hij bij zijn drogist een doosje Rodent, dat hij op de voorgeschreven manier ge bruikte. „Het resultaat is werkelijk verrassend," schrijft hij. „Een kwartier nadat het met Rodent be smeerde brood werd uitgelegd, was het reeds ver dwenen." Toen hij ons 4 weken later schreef, had hij geen rat meer gezien. Rodent faalt nimmer, het trekt ratten en muizen onweerstaanbaar aan. Koop nog heden een enkele doos 50 ct. of een dubbele doos d 90 ct. er morgen zult U van rat en muis be vrijd zijn. Imp.Fa. B. Meindersma - Den Haag. B45 (Adv.) Oudejaars-gebruiken in Europa. In Londen worden reusachtige hoeveel heden Nieuwjaarsgebak gemaakt en in een byzondere feesteiyke verpakkingaan de klan ten afgeleverd. In Annam wordt op Nieuw jaarsdag een heele serie groote drakenfiguren in processie rondgedragen. In Japan hangt men op Nieuwjaarsdag gevlochten slingers om de vensters. In Appenzell gaan mannen met maskers, die het oude en het nieuwe jaar voorstellen, van huis tot huis. Zoo zyn er in verschillende landen z.g. Sylvester-orakels" in gebruik. O.a. noemen wy het z.g. „loodgieten", dat veel in de Duitsch-sprekende landen wordt beoefend. Een lepel met gesmolten lood wordt in een teil water geledigd. Het lood neemt door de onmiddellijke afkoeling de meest eigenaar dige vormen aan. Daaruit tracht men dan voor het volgend jaar de toekoms t te voor spellen. De een ziet een paardekop erin en meent, dat zyn geluk het volgend jaar in de rennen is gelegen; de ander ziet er een ring in en zoekt zyn heil het volgend jaar in een verloving; weer een ander meent een soldatenholm te zien en denkt aan oorlog, terwyi eeo vierde in het lood een geldstuk Bertels' Kunstkorrel in de praktijk. De heer J. T. van Bergen te Beekbergen schrijft ons d.d. 6 Oct. '33 het volgende: Uw opfokvoer alsook de Ratio Super- standaard Kunstkorrel voldoen mij uitstekend. Van mijn zeventig jonge eenden had ik reeds na 4 maanden en 10 dagen het eerste ei en thans reeds 46 eieren per dag Het voederverbruik bedraagt 0.84 cent per eend per dag. Ook voor mijn kippen (500 Reds) gebruik ik thans met groot succes Bertels' Kunstkorrel. De kippen houden zich best en verbruiken 3\4 cent aan voeder per dier per dag. Ik zal het gebruik van Uw Kunstkor rel gaarne aan een ieder aanbevelen. OLIEFABRIEKEN N.V. AMSTERDAM. (Adv.) meent te zien en liefkoozend zyn brandkast streelt. Ook de appel is bekend als een goed Syl- vester-orakel. Het jonge meisje legt dan in den nacht voor Nieuwjaar zooveel appels onder haar hoofdkussen, als zij meent aan bidders te hebben. In iederen appel wordt de eerste letter van hun naam gesneden. Dan grypt het meisje in het donker naar een der appels en hy, wiens naam in den appel is gesneden, zal het volgend jaar met haar trouwen. In Zuid-Europa is hetgebruikeiyk een appel door te snijden en de pitten te tellen. Heeft de doorgesneden appel een oneven aantal pitten, dan kan zy voorloopig het denkbeeld van een huweiyk wel uit het hoofd stellen, terwijl zy zeer spoedig huwt by een even aantal pitten. Heeft zy by het doorsnyden van den appel het ongeluk tevens een of meer pitten door te snyden, dan huwt zy spoedig, doch haar echtgenoot zal haar dan bedriegen. Ook wel wordt een appel geschild, waarby men tracht de schil zoo lang mogelyk heel te laten, d.w.z. een lange reep schil af te snyden. Deze schil wordt over den schouder weggeworpen en uit den slinger dien zy vormt, leest men de begin letter af van den aanbidder, die met het meisje zal trouwen. In vele streken is ook het Sylvesterpotje in gebruik. Achtereen volgens worden de familieleden naar drie potjes gebracht. Hun oogen zijn geblinddoekt en nu moeten zy uitkiezen. De drie potjes zyn respectievelijk gevuld met melk, water en zand. Melk beteekent welvaart, water een spoedig huweiyk of, voor getrouwde menschen, een voorspoedig huwelijksjaar, en zand beteekent ongeluk. Ook het „geluksgrijpen" is een der vele Nieuwjaarsgebruiken. Een aantal van deeg of van papier gemaakte voorwerpen, als ringen, geldstukken, poppetjes, enz. worden op een schaal gelegd en toegedekt, met een doek. Wie het geldstuk grypt, wordt rijk, wie den ring grypt, huwt spoedig. Ook vele vogels, vooral de haan, gelden als Nieuwjaarorakel. Komen raven of kraaien op Oude- of Nieuwjaarsdag te dicht by het huis, dan moet men rekenen op een sterf geval in de familie. Op veel oudejaarsavonden ziet men ook het z.g. „schoenwerpen in het donker". De dochter des huizes werpt een schoen over haar schouder. Wijst de punt van de schoen in haar richting, dan blyft zy het volgend jaar nog thuis. In alle andere gevallen beteekent het een spoedig huwelijk. By het „briefjeswenschen" schryft men drie wenschen op drie briefjes, die men op oude jaarsnacht onder het hoofdkussen legt. Uit den inhoud van het briefje, dat men's mor gens bij het ontwaken het eerst grypt,ziet men welke wensch vervuld zal worden. (Adv.) VEILINOSBERICHT van Tr(jdag 22 December 1933 der Coöp. Tuinbouw- en Veilingsvereen. „OOSTVOORNE". Prei 1,60 tot 4,40 per 100 bos. Nero 2,30 tot 6,20 per 100 k.g. Peen 1,80 tot 4,70 per 100 k.g. Kroten 2,80 per 100 k.g. Kool (roode) 2,10 tot 2,80 per 100 k.g. (savoye) ƒ1,— tot 2,80 per 100 k.g. Boerenkool 0,10 tot ƒ0,13 per krat. Uien 1,30 per 100 k.g. Sjalotten 1,40 per 100 k.g. Tafelperen 0,06 tot 0,18 per k.g. Tafelappelen 0,05 tot f 0,20 per k.g. Spruiten 0,08 tot 0,17 per k.g. Mispels 0,04 tot 0,07 per k g. Kipeieren netto 3,60-4,20 per 100 stuks, Kleine eieren ƒ3,— per 100 stuks, Aanvoer 21.520 stuks.

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 2