U
'185
j Electriciteit,Radio,Gas
I Waterleiding, Sanitair
PREDIKBEURTEN.
RU
VERKOOPING
eene hypothecair; schuldvordering
j AAMBEIEN.
GE
DE SALAMANDER
jrs Voorstraat 251
roor aanleg van Waterleiding
WOENSDAG
6 DECEMBER 1933
TALMI.
VERSLAGEN
Zondag 3 December 1933.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
MidJelharnis» rm. en 'sav. ds. Apeldoorn uit
Leiden.
Sonimelsdijk, vm. leeskerk en 's av. ds. van Asch.
Dirksland, vm. en 's av. ds. v. d. Wal.
Herkingen, vm. dhr. Overweel en 's av. (Doop)
ds- Verkerk uit Oude Tonge.
Melissant, vm. ds. Bouw.
Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman.
Goedereede, nam. ds. Bouw uit Melissant.
Ouddorp. vm. ds. van Asch uit Somuielsdyk en
nam leeskerk.
Nieuwe Tonge, geen opgaat'.
Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en 's av. leeskerk.
Ooltgen9plaat, vm. dhr. v. d. Boogert uit Som-
melsdijk en 's av. ds. Kleyne.
Den Bommel, vm. leeskerk en 's av. ds. Pol-
huijs uit Stad aan 't Haringvliet.
Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en's av.
leeskerk.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
Melissant. vm. ds. Oussoren uit Spijkenisse en
's av. leeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. ds. Sap uitNunspeet.
Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Oussoren.
Ooltgensplaat, vm. en s' av. ds. Reenders.
Den Bommel, vm. en 'sav ds. Schaafsma.
Stad a.'t Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaft".
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk.
Dirksland. vm en 'sav. ds. de Blois.
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman.
Op WOENSDAG, 13 DECEMBER
1933, bij Inzet in het Café Van der
Plaat
Op WOENSDAG, 20 DECEMBER
1933, bij Afslag in het Café Keijzer;
telkens des namiddags 3 uur.
HUIS met Schilderswerk
plaats en Inventaris.
3 perceelen grond
belast met erfpacht van f ISO,
f 17,25 en f 77,90 te Den Bom-
mei; benevens
ten laste van L. DE JONG, aldaar.
Ten verzoeke van den Heer C.
Bakker, thans te Rotterdam.
Notaris VAN BUUREN.
WICOLAAS KOMT ZELF
•n thuis bezorgen, welke gekocht
den-winkeliers der Neringdoende
'svereeniging „Middelharnis
k".
den zijn te herkennen aan de in
zich bevindende violette kaart
druk.
Hoogachtend,
ZWARTE PIET.
Pf RADICALE GENEZING
II de hardnekkigste Aambeien
liers oij u genezen binnen enkele weken.
JIS
Kipstraat 59, R'dam
arnis - Telefoon 41
verplichting onze gemoderniseerde
|nnen u daar toonen een uitgebreide
artikelen tegen zeer lage prijzen.
Prijs per kwartaal 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
16E JAARGANG.
N°. 11
Groote mannen gingen...
waar zijn de nieuwe?...
Of is de tijd ook daaraan schuldig?
Eén voor een zijn alle groote mannen
van een vorig tijdsbestek van ons heen
gegaan. Hebben zij ons alleen gelaten met
hun gedachten, hun zienswijze, hun op
vattingen en hun werkmethoden. Maar....
aan wie hebben zij de eereplaatsen, door
hen zoovele jaren met succes bekleed, in
dit maatschappelijk leven afgestaan? Als
wij diè vraag nu eens heel eerlijk gaan
beantwoorden, dan kén het niet anders,
of wij zullen, naar eer en geweten, moeten
getuigen, dat die groote voorgangers niet
door gelijkwaardige krachten zijn opge
volgd.
Laten wij het politieke leven van Neder
land eens onder de kwartslamp houden,
onder die meedoogenlooze lamp, die door
alle beletselen heen, de échtheid van het
object onthult en de waarde of onwaarde
daarvan!
Dan noemen wij de kopstukken der
groote politieke partijeneen heele serie
is het: mannen als monseigneur Nolens
van de Roomsch-Katholieke Staatspartij,
Als Dr. Abraham Kuyper bij de anti-re
volutionairen, als Jhr. Mr. de Sèvorhin
Lohman bij de Christelijk-Historischen,
Mr. P. J. Troelstra bij de Sociaal-Demo
craten, Mr. Goeman Borgesius bij de Li
beralen
Wie staat daar thans tegenover?
Ongetwijfeld moge de heer Wendelaar
een braaf en ter zake kundig burgemees
ter zijn van een vriendelijk provincie
stadje als het kaas-paradijs Alkmaar, maar
de groote allure van een Goeman Bor
gesius, de stoere stuurman van de Libe
rale Staatspartij, ontbreekt tot nog toe.
Schaepman en Nolens, twee zoo ver
schillend geaarde leiders der Roomsch-
Katholieken, zijn nog steeds niet op den
achtergrond gedrongen door een politieke
verschijning als Mr. Aalberse, ongeacht
aan welke op zichzelf groote staatsmaat-
regelen Mr. Aalberse zijn medewerking
reeds heeft verleend Hun glans schittert
nog steeds onaangetast. Zij zijn nog on
overwonnen, ongeslagen.
Wat Pieter Jelles voor de Sociaal-de
mocraten is geweest, ligt nog versch in
het geheugen. Is er één man, heizij lid
van de S. D.A.P., hetzij buiten die partij,
die eraan zou denken den vroegeren
Haagschen wethouder van Onderwijs, den
bezadigden heer Alberda, ook maar een
deel van Troelstra's macht over de arbei
dersklasse, over zijn volgelingen-in-den-
waren-zin-des-woords, toe te kennen?.
En Jhr Mr. de Savornin Lohman, de
stille werker in de Trompstraat der resi
dentie, man van erkènd gezag in en buiten
de Kamermoet men niet éven glimlachen
als men hem stelt naast een braaf Haagsch
wijnkooper als de heer Snoeck Henkemans,
van wélke kundigheden deze laatste ook
blijk gegeven moge hebben. En de
man der „kleine luyden", die vanuit zijn
woning in de toenmalige Kanaalstraat,
thans tot Dr. A. Kuyperstraat herdoopt,
ter zijner volkomen verdiende eere een
klein groepje gereformeerden tot een partij
van ingrijpende politieke beteekenis wist
uit te bouwen, wie heeft hij tot opvolger
gekregen?.... Ja nü moet ons de
bekentenis van het hart, dat de heer Colijn
de eenige nazaat is van een geslacht van
groote mannen van een verscheiden tijd
vak, die in staat is en dit bij tal van
gelegenheden op ondubbelzinnige wijze
heeft weten te bewijzen die in staat is
om de profetenmantel van zijn voorgan
ger om de schouders te plooien!
Waarom wij juist deze namen hier noe
men? Voor het gemak, omdat iedereen
hen kent, iedereen, die de politiek volgde
en nóg volgt, in zekere mate in staat is,
hun capaciteiten en bereikte resultaten
te beoordeelen en op waarde te schatten
En een ieder zal moeten toegeven, hetzij
dan schroomvallig en schoorvoetend, het
zij van ganscher harte, dat er een ver
vlakking is te constateeren, die niet te
loochenen valt.
En nu komt juist de groote moeilijk
heid, waarbij ook wij niet competent zijn
een oordeel uit te spreken. Hoe ontstaat
die vervlakking? Is die gelegen in de
menschen zélf, in het geslacht van huidige
politici öf is die te zoeken in den tijd,
in den verwarden, chaotischen,onbepaal-
den, luimigen en onbestendigen tijd van
thans? Moeten de nieuwe groote
mannen, die de toortsen van hun beroem
de voorgangers moeten overnemen, ten
einde de geduldige menigte voor te lichten,
voor te gaan in een tijd, die staat zich
te vormen, misschien nog geboren wor
den? Zitten ze wellicht nog op de banken
der Lagere School, op die van Hoogere
Burgerscholen of Gymnasia of loopen ze
nog college aan een onzer tè veelvuldige
universiteiten of hoogescholen? Best mo
gelijk. Maar ook is het mogelijk, dat
tegelijk mèt een totale-wijziging der tijds
omstandigheden, een wereldschokkende
omwenteling der maatschappelijke ver
schijnselen, een krachtsontplooing der
hedtndaagsche regeerders ontslaat, die
hen met één slag verheft tot het peil van
hun groote voorgangers! Wie zal dèt zeg
gen?
Inmiddels valt de vervlakking, boven
genoemd, niet te ontkennen! Het is deze
vervlakking, dit afwezig-zijn van de „groote
geste" die op den duur voor het eigen
volk niet anders dan noodlottig kan wor
den! Wanneer het volk de groote leiders
moet ontberen, kèn het haast niet anders,
of het volk zélve, in zijn tal van onder
scheidene geledingen, moet daarvan den
terugslag ondervinden I Zoo'n vervlakking
plant zich voort, als kringen op een water
oppervlak en het onvermijdelijk gevolg
kèn niet anders wezen, dan dat het gansche
volk op een veel en veel lager niveau
komt te staan. Wanneer leiders verworden
FEUILLETON.
Roman uit het leven te Stockholm.
door ERNST LUNDQUIST.
Vertaald door F. LAHR Jr.
Nadruk verboden.)
44)
„Ikxienk er niet aan! Overigens, wat jelui met.
mij doet, blijft me hetzelfde, ik ben gewend assche-
poester te zijn.maar verbeeldt jij je, dat ik zal
toelaten, dat jij in de keuken slaapt? Mijn doch
ter.in de keuken als een dienstmeid! Ik sta
versteld, dat je man naar zoo iets krankzinnigs
kan zitten luisteren! Vergeet hij dan hcclemaal,
dat hij je, toen je hem je jawoord gaaft, beloofde
je op zijn handen te zullen dragen, dat je een
parel in goud gelijk zoudt zijn en een leventje
zoudt leiden als een prinses? Een mooie prinses!
Ach, had ik dat kunnen vermoeden... had ik
mij zoo iets kunnen voorstellen..."
„Het dient tot niets hoe u ook jammert, moeder,
het moet er toch van komen, zooais ik heb gezegd."
„Nu, dan zal ik jelui tenminste niet langer tot
last blijven," verklaarde Vrouwe Von Dahn, als
een gekwetste majesteit achter de tafel vandaan
komende. „Dan verhuis ik en word tenminste
geen ooggetuige va* de ellende, die hier in huis
zal heeTschen."
„Wij hebben u beloofd, u bij ons in huis kost
en inwoning te verschaffen, niet voor u hij andere
menschen pension te betalen."
„Ik heb mijn lijfrente."
„Honderdvijftien kronen!"
„Bovendien kan ik weer beginnen met linnen
goed naaien."
„Dat staat uw gezicht niet toe. De dokter heeft
u immers verboden te naaien."
„Dan ga ik wat anders doen! Banket bakken,
of ik ga uit werken, het komt er niet op aan wat,
zoolang ik hier maar niet hoef te blijven en jou
in de keuken moet zien huizen en je werk zien
verrichten, waartoe je je nooit zoudt hebben hoe
ven te vernederen, wanneer je niet getrouwd waar-
en bij mij, in onze armoedige woning in de Tyskt
bagarstraat waart blijven wonen. Mijn eenig, groot
ideaal is geweest, om jou te zien als fijne dame,
omgeven door alle gerieflijkheden van een rijk
huishouden, in een positie, die voor mij niet was
weggelegd, doch waarvan ik hoopte, dat jij in
mijn plaats eerst recht de voordeelen zoudt ge-1
nieten. Moeten mijn verwachtingen nu zoo bitter
worden teleurgesteld, moet jij" integendeel tot
armoede en ellende vervallen, evenals ik, neen,
erger dan ik!? Dan wil ik er tenminste niet bij zijn
om het aan te zien."
Met deze woorden marcheerde zij de kamer uit
om het verdere gedeelte van den dag onzichtbaar
te blijven.
Haar dochter keek haar na en haalde de schou
ders op.
„Arme Jeremias!"
Karin ging er spoedig toe over, haar plan ten
uitvoer te brengen. Tot oefening en om haar huis
bekend te doen worden, begon zij reeds nu door
adverteeren eetklanten te zoeken en het gelukte
haar werkelijk eenige kantoorbedienden en een
paar getrouwde heeren, wier families uit de stad
van Statenbijbels, statig en imposant, tot
vriendelijke boekskes in duo-decimo
is het onontkoombaar, dat de gemiddelde
volgelingen van die leiders zinken van
wat voorheen heette een „succes-boek"
tot een drukwerkje van de geestelijke
standing van deOppenheim-massalectuur.
Het is niet voor niets, dat de verkiezin
gen zoo'n overweldigende meerderheid
bracht voor „den sterken man". Maar
daarvan gezwegen. Constateeren wij alleen
het feit. Zoo breidt de vervlakking
van het hedendaagsche leven zich uit als
een olievlekje. Groote mannen van een
vorig tijdsperk zijn heengegaan En wij
vragen ons af, waar de nieuwe kopstuk
ken blijven! Want het Nederlandsche
volk, dat uitziet naar de waarachtige lei
ders, die ons volk omhoog zullen moeten
stuwen in de vaart der volkeren, kijkt nog
steeds te vergeefs naar die richtinggevers
uit, naar een toekomst, die beheerscht zal
worden door de man of de mannen van
het groote politieke gebaar. Anders moeten
wij die toekomst blindelings aanvaarden,
en weerloos den storm!tegemoet gaan, die
straks onvermijdelijk over ons aller hoofd
zal losbarsten
Groote mannen gingen heen
Thans klinkt de noodkreet om opvol
gers, om Leiders!
Verslag van de vergadering van den
Raad der gemeente «HJmDORP op Zater
dag 2 December 1933, des voormiddag*
half elf uur.
Vooizitter: Burgemeester Gobius du Sart.
Alle leden tegenwoordig.
De Voorzitter opende de vergadering met
voorlezing van het gebedsformulier, waarna
ie notulen der laatste vergadering werden
g^ltzen en onverandtrd vastgesteld.
De Voorzitter zeide dat deze vergadering
was belegd op vei zoek van een zestal raads-
eden en wenscht eerst aan de orde te - tellen
de kwestie inzake de opheffing van school II
ngevolge een van Ged. Staten ingekomen
schrijven, hetwelk in de vonge vergadering
is aangehouden voor onderzoek.
Dit was ook het eerste punt, waarover
de betrokken zes raadsleden hun belangen
willen mededeelen. In de eerste plaats zou
ik den betrokken leden met aandraüg willen
verzoeken streng zakelijk te blijven en de
discussie te bepalen tot datgene waar het
hier over gaat. In de vorige vergadering
heb ik gespt oken en had ik hoop op behoud
van DE school, dat is dus de school in den
Oostdyk, want de andere school is niet aan
de orde. Naar aanleiding van het vorige
besluit om die zaak eerst in B. en W. te
onderzoeken, ben ik naar den Haag geweest
en heb daar vernomen, nadat ik de onmis
baarheid voldoende had betoogd, dat er in
derdaad bezuinigd MOET worden eD wy ons
eveniuf-el neer hadden te leggen by het
voornemen van Ged. Staten om de school
in den Oostdyk op te heffen. Wy moeten
deze geschiedenis niet alleen bezien uit het
oogpunt van onze gemeente, doch ook vanuit
het algemeen belang dat zoo sterk eischt
dat de scholen ingekrompen moeten worden.
Wy hebben ons aan te sluiten by de woorden,
welke Minister Marcbant j.l. Zaterdag door
de radio sprak dat het mes er diep in moet,
wil men niet algeheel ten onder gaan. Het
schynt een harde noodzaak te zijn om die
school op te heffen, hoewel ze meer dan 50
jaar daar in een behoefte heeft voorzien
Men deelde my inden Haag mede, dat de
school voor 1934 onmogeiyk gehandhaafd
kan blijven, zoodat ik getracht heb de op
heffing te doen geschieden met ingaDg van
I Mei a.s. Gelukkig echter staat die school
nog niet op de lyst van den Minister, waar
door 334 scholen opgeheven zullen moeten
worden. Waar echter de zaak biykbaarniet
anders kan, hebben B en W. de vrymoedig-
heid voor te stellen de school in den Oostdyk
op te heffeD.
De heer APad mos vroeg daarop het woord
en zeide: Op Uw verzoek zal ik trachten
kort en zakelyk te zyn, toch hoop ik datU
mij vergunt dat ik op deze zaak wat uit
voerig kan ingaan, te meer waar ik niet
kan onderdrukken dat aan alle gemeenten
een Ministerieel schrijven is gezonden, dat
hier niet bij de ingekomen stukken is ge
legd voor de raadsleden, zoodat wy daarvan
geen inzage hebben gehad.
Ook de wyze waarop het gebedsformulier
is gelezen, alsmede de klemtoon die daarbij
gelegd werd op de behartiging van de be
langen dezer gemeente geven den indruk
dat men gehouden, en voornemens is deze
vergadering een uitsluitend zakelijk karakter
te geven. Ook het reglement van orde dat
anders niet ter tafel is en nu wel, wyst er
op dat dit in toepassiDg zal worden gebracht,
zoodat men gebonden is zijn belangen in
twee keer te zeggen, zooals het reglement
slechts toelaat.
Mijnheer de Voorzitter
Het heeft ons bevreemd, dat U aan ons
verzoek tot een spoedeischende vergadering
geen gevolg hebt gegeven, maar den wette-
ïyken tyd hebt afgewacht tot voldoening aan
ous verzoek.
Verder doet het ons vreemd aan dat U
punt 1 van de Agenda liet luiden:„Beslis
sing opheffing 2e O. L. School", daar ons
verzonk was als punt 1 der behandeling:
„Afdoende maatregelen te treffen inzake de
opheffing van één der Openbare Scholen
In deze formuieeriog hebben wy thans be
zwaar. of U moest thans met de officieele
werkelijkheid aan kunnen toonen, dat de op
heffing van de School No. 2 al een feit is.
We hopen dat we hier met geen frommel
truc te doen hebben, maar dat wij zakelijk,
en klaar deze publieke schoolzaak, die het
waard is vanwege de fioantieele gevolgen
voor Rijk en Gemeente, geleideiyk en kalm
afwikkelen.
Dat wij kalm zijn in deze hebben wy be
wezen in de voorgaande zitting. We hadden
toen de gelegenheid kunnen benutten om
direct te stemmen en School No. lteadvi-
seeren tot verdwijning Wij hebben zulks
niet gedaan, maar gedacht aan het gezegde
uit de jachtwereld dat een goede jager nooit
het haas in 't leger schiet, maar dezen de ge
legenheid nog biedt om te ontsnappeD.
Dat wachten heeft ods geleerd, bat in die
30 dagen die ons van de vorige Raadsver
gadering scheiden, de oude latente eigen
schappen, die vroegere tegeupai lijen zoo ken
merkten, weer Daar voren ziiu gekomen
Die jacht van 30 dagen op de volkszielen
om leerJÏDgen te werven voor de Openoaie
Scbool No. 1 is een schandejacht geweest.
De wervers daarvoor hebben niet in het
minst rekening gehouden met de bezuini
gingsplannen van den Minister, maar als het
ware zoo onbeleefd mogelijk g^ooDd, dat zy
de woorden van Z Exc. den Minister niet
alleen in den wind hebben geslapen, maar
het hebben aangedurfd om wel „d^n stok
tusschen zyn beenen te steken" tot ver
ijdeling zyner plannen. Dat is dus hier ge-
Vergiftiging op»groote schaal
Het wemelde op zolder en deel van den landbouwer
P. te Aalten van de ratten en daar ze voldoende
voedsel konden vinden, meende hij dat daartegen
niets gedaan kon worden. Eenigen tijd later schreef
hij: „Ten einde raad probeerden we Rodent met dit
schitterende resultaat: 80 doode ratten, Dit resultaat
bereikten we met slechts één doosje Rodent van 50
cent." Of U last hebt van één of van honderd ratten,
Rodentzal ze absoluut uitroeien. Het trekt dit onge
dierte onweerstaanbaar aan en leidt ze zeker naar
hun verderf. Ook muizen ontkomen niet aan Rodent.
Koop nog heden een enkele doos 50 ct of een
dubbele doos 90 ct. en morgen zult U van rat en
muis bevrijd zijn. O.a. bij alle drogisten. Imp.: Fa.
B. Meindersma - Den Haag. B 48
(Adv.)
schied, en dat moet aan de ooren van den
Minister worden gebracht. Wy zeggen dit
hier met nadruk in den stelligen voim en
vreezen geen onderzoek naar onze gezegden.
Samensprekingen met overgehaalde ouders
van leerlingen hebben het bewijs geleverd,
dat die ouders door nypende armoede en
niets geen zonnestralen op hun levensweg
ziende, zich hebben laten bewegen om aan
de „vriendeiyke" uitDOodiging om over te
komen naar de Openbare School gehooj heb
ben gegeven.
De wijze van leerlingenjacht spreekt voor
zichzelf.
Deze woorden door een vader gesproken
„Ik moest wel wat doen voor myn gezin",
peilt de diepe waarheid, waarin de licht over
te halen ouders thans verkeeren.Wy vallen
in ons oordeel daarover niet hard, maar
kunnen niet genoeg laken de pogiDgen van
de wervers voor het vermeerderen van het
aantal leerlingen.
Nu kunnen we gereedeiyk aannemen, dat
die run wel ongeveer geluwd is, en het top
punt van het aaotal wel bereikt zal zyn.
Zoo zijn wij thans genaderd aan het mo
ment waar wij als Raad een beslissing zullen
moeten nemen, en wil nu maar van de ge
legenheid dat ik het woord heb verder daar
van gebruik maken.
Meer dan ooit gevoelen wy thans de be
teekenis van Vondels satire: „Het kussen
is begeerlijk, de tabberd sieriyk eD Raads
heerlijk", indien wy letten op de toDgen en
pennen die de laatste dagen zyn losgeko
men over het actief optreden van de meer
derheid van onzen Raad.
Dat de schoolstrijd thans hier na langen
rusttijd opnieuw is gaan ontbranden is een
noodzakeiyk gevolg der omstandigheden die
door een verkeerden zet op Ouddorpsch poli
tieke schaakbord door de frontmakers voor
de Openbare School, is ingeluid.
Wy hebben dit reeds al in een vorige
vergadering gezegd, en behoeven dit tnans
niet meer breedvoerig aan te toonen.
waren, te verlokken. Zelf stond zij druk voor het
fornuis, en wanneer zij een oogenblikje tijd vond,
bestudeerde zij haar kookboek of maakte uit
voerige berekeningen op een leitje. Zij scheen goed
geluimd en was vriendelijker dan ooit jegens haar
omgeving, maar daar zij het was, die tot nu toe
de gezelligheid in huis had gebracht en haar tijd
nu voortdurend in beslag werd genomen, wisten
dc overige familieleden niet waar zij het van ver
veling moesten zoeken. De eetgasten kwamen op
alle uren van den dag en opdat de eetkamer
steeds voor hun ontvangst gereed zou zijn, moest
de familie haar maaltijden gebruiken waar en
wanneer het schikte, meestal aan de tafel in het
salon. Het was voornamelijk dit gebrek aan huise
lijke gezelligheid, dat het Janzén gemakkelijk
maakte zijn belofte te houden en op reis te gaan
toen de vijftiende Augustus gekomen was. Hij
huilde toen het zoo ver was en voorspelde, dat
hij aan een beroerte zou sterven in een armoedige
dorpsherberg en dat vreemde handen hem dc
oogen zouden toedrukken. Maar hij ging dan toch.
Karin had voor zijn koffer gezorgd; zij en Einar
brachten hem tot Bödertelje. Toen zij afscheid
van hem namen, omarmde en kuste hij hen wel
twintig maal, alsof het een scheiding gold voor
de eeuwigheid, maar een dag of wat later kreeg
Karin een briefkaart van hem, waarin hij schreef,
dat hij een invitatie had van een handelsvriend
in Massjö om te komen dineeren, en alle gerechten
opsomde.
Hij zou niet terugkomen vóór de eerste week
in October, wanneer zij goed en wel verhuisd
waren. Dat had Karin zoo geschikt; het leek haar
vreeselijk hem in den verhuisrommel om zich heen
tc zien, want „zijn hart zou bloeden bij ieder
voorwerp, dat hij van de oude plaats zag weg- Karin had overigens in dezen drukken tijd niet
nemen." veel gedachten aan Jeremias te wijden. Zij had
De nieuwe woning stond leeg en in het midden echter den indruk gekregen, dat moeder in de
van September begon Karin vast aan de ver- eerste plaats aan haar dochter en pas in de tweede
Jiuizerij. Wanneer het 's avonds begon te scheme- plaats aan zichzelf dacht, en dat kon haar soms
ren, namen Einar en zij een waschmand tusschen bijna roeren.
zich in, volgepakt met allerlei huisraad, en gingen Op een avond bijvoorbeeld kwam Vrouwe Von
daarmede op weg naar het nieuwe huis. Zoo lang- Dahn met het voorstel, dat Kaïin in het nieuwe
zamerhand kwam de beurt ook aan de minder huis de meidenkamer zou nemen en haar in de
zware meubels, en moeder en zoon konden harte- keuken zou laten slapen. Karin zei natuurlijk
lijk lachen, wanneer zij als dieven langs de huizen neen, de oude vrouw smeekte cn bad, Karin
slopen, dc een met een kastje, de ander met een trachtte er zich schertsend vanaf te maken en
groote Venus als bakerkindje in de armen. Alleen zei, dat het ongevoelig tegenover de Von Dahns
dc zwaarste stukken zouden blijven voor de was, die zich in hunne graven zouden omdraaien,
dienstverrichting; die zou aan dit zaakje niet vet wanneer een dame, die hun beroemden naam droeg,
worden. in een keuken sliep; waar Karin lag kon hen
Vrouwe Von Dahn hield zich op een afstand onveischillig zijn, want zij had nooit hun naam
van deze schikkingen, als wilde zij daardoor haar gedragen. Moeder bleef echter aandringen en kreeg
groote afkeuring te kennen geven. Zij bracht het tranen in de oogen, zoodat Karin uit een ander
grootste gedeelte van den tijd op haar kanier vaatje moest gaan tappen en verklaarde, dat zij
door en toonde een zuur en onheilspellend gezicht j hierover geen woord meer wilde hooren: zij had
telkens wanneer zij onder haar huisgenooten ver
scheen. Zij uitte zich niet verder over de op handen
zijnde veranderingen, doch vergenoegde er zich
mede, Karin smartelijke, verwijtende blikken toe
tc werpen, wanneer zij haar betrapte op het ver
richten van „slavenarbeid". Een paar maal had
zij nog met sombeien pathos haar verzekering
herhaald, dat zij niet van plan was, mede tc gaan
en getuige tc zijn van wat er nu moest komen,
maar aangezien zij geen maatregelen scheen te
nemen om zich ander werk te verschaffen of een
andere woning te huren, dacht Karin, dat moeder
het niet zoo ernstig meende met haar dreigemen
ten. Immers haar humeur was meer van streek
cn zij hield er van haar omgeving te imponeeren.
beloofd voor haar moeder op den ouden dag te
zullen zorgen cn haar dien zoo aangenaam mogelijk
te maken en zij zou haar belofte houdenniemand
kon haar in dit vaste voornemen doen wankelen.
(Wordt vervolgd).