U '185 j Electriciteit,Radio,Gas I Waterleiding, Sanitair PREDIKBEURTEN. RU VERKOOPING eene hypothecair; schuldvordering j AAMBEIEN. GE DE SALAMANDER jrs Voorstraat 251 roor aanleg van Waterleiding WOENSDAG 6 DECEMBER 1933 TALMI. VERSLAGEN Zondag 3 December 1933. NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK. MidJelharnis» rm. en 'sav. ds. Apeldoorn uit Leiden. Sonimelsdijk, vm. leeskerk en 's av. ds. van Asch. Dirksland, vm. en 's av. ds. v. d. Wal. Herkingen, vm. dhr. Overweel en 's av. (Doop) ds- Verkerk uit Oude Tonge. Melissant, vm. ds. Bouw. Stellendam, vm. en 's av. dhr. Bouman. Goedereede, nam. ds. Bouw uit Melissant. Ouddorp. vm. ds. van Asch uit Somuielsdyk en nam leeskerk. Nieuwe Tonge, geen opgaat'. Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en 's av. leeskerk. Ooltgen9plaat, vm. dhr. v. d. Boogert uit Som- melsdijk en 's av. ds. Kleyne. Den Bommel, vm. leeskerk en 's av. ds. Pol- huijs uit Stad aan 't Haringvliet. Stad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en's av. leeskerk. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra. Melissant. vm. ds. Oussoren uit Spijkenisse en 's av. leeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. ds. Sap uitNunspeet. Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. Oussoren. Ooltgensplaat, vm. en s' av. ds. Reenders. Den Bommel, vm. en 'sav ds. Schaafsma. Stad a.'t Haringvliet, vm. en's av. ds. de Graaft". GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 'sav. leeskerk. Dirksland. vm en 'sav. ds. de Blois. CHR. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman. Op WOENSDAG, 13 DECEMBER 1933, bij Inzet in het Café Van der Plaat Op WOENSDAG, 20 DECEMBER 1933, bij Afslag in het Café Keijzer; telkens des namiddags 3 uur. HUIS met Schilderswerk plaats en Inventaris. 3 perceelen grond belast met erfpacht van f ISO, f 17,25 en f 77,90 te Den Bom- mei; benevens ten laste van L. DE JONG, aldaar. Ten verzoeke van den Heer C. Bakker, thans te Rotterdam. Notaris VAN BUUREN. WICOLAAS KOMT ZELF •n thuis bezorgen, welke gekocht den-winkeliers der Neringdoende 'svereeniging „Middelharnis k". den zijn te herkennen aan de in zich bevindende violette kaart druk. Hoogachtend, ZWARTE PIET. Pf RADICALE GENEZING II de hardnekkigste Aambeien liers oij u genezen binnen enkele weken. JIS Kipstraat 59, R'dam arnis - Telefoon 41 verplichting onze gemoderniseerde |nnen u daar toonen een uitgebreide artikelen tegen zeer lage prijzen. Prijs per kwartaal 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 16E JAARGANG. N°. 11 Groote mannen gingen... waar zijn de nieuwe?... Of is de tijd ook daaraan schuldig? Eén voor een zijn alle groote mannen van een vorig tijdsbestek van ons heen gegaan. Hebben zij ons alleen gelaten met hun gedachten, hun zienswijze, hun op vattingen en hun werkmethoden. Maar.... aan wie hebben zij de eereplaatsen, door hen zoovele jaren met succes bekleed, in dit maatschappelijk leven afgestaan? Als wij diè vraag nu eens heel eerlijk gaan beantwoorden, dan kén het niet anders, of wij zullen, naar eer en geweten, moeten getuigen, dat die groote voorgangers niet door gelijkwaardige krachten zijn opge volgd. Laten wij het politieke leven van Neder land eens onder de kwartslamp houden, onder die meedoogenlooze lamp, die door alle beletselen heen, de échtheid van het object onthult en de waarde of onwaarde daarvan! Dan noemen wij de kopstukken der groote politieke partijeneen heele serie is het: mannen als monseigneur Nolens van de Roomsch-Katholieke Staatspartij, Als Dr. Abraham Kuyper bij de anti-re volutionairen, als Jhr. Mr. de Sèvorhin Lohman bij de Christelijk-Historischen, Mr. P. J. Troelstra bij de Sociaal-Demo craten, Mr. Goeman Borgesius bij de Li beralen Wie staat daar thans tegenover? Ongetwijfeld moge de heer Wendelaar een braaf en ter zake kundig burgemees ter zijn van een vriendelijk provincie stadje als het kaas-paradijs Alkmaar, maar de groote allure van een Goeman Bor gesius, de stoere stuurman van de Libe rale Staatspartij, ontbreekt tot nog toe. Schaepman en Nolens, twee zoo ver schillend geaarde leiders der Roomsch- Katholieken, zijn nog steeds niet op den achtergrond gedrongen door een politieke verschijning als Mr. Aalberse, ongeacht aan welke op zichzelf groote staatsmaat- regelen Mr. Aalberse zijn medewerking reeds heeft verleend Hun glans schittert nog steeds onaangetast. Zij zijn nog on overwonnen, ongeslagen. Wat Pieter Jelles voor de Sociaal-de mocraten is geweest, ligt nog versch in het geheugen. Is er één man, heizij lid van de S. D.A.P., hetzij buiten die partij, die eraan zou denken den vroegeren Haagschen wethouder van Onderwijs, den bezadigden heer Alberda, ook maar een deel van Troelstra's macht over de arbei dersklasse, over zijn volgelingen-in-den- waren-zin-des-woords, toe te kennen?. En Jhr Mr. de Savornin Lohman, de stille werker in de Trompstraat der resi dentie, man van erkènd gezag in en buiten de Kamermoet men niet éven glimlachen als men hem stelt naast een braaf Haagsch wijnkooper als de heer Snoeck Henkemans, van wélke kundigheden deze laatste ook blijk gegeven moge hebben. En de man der „kleine luyden", die vanuit zijn woning in de toenmalige Kanaalstraat, thans tot Dr. A. Kuyperstraat herdoopt, ter zijner volkomen verdiende eere een klein groepje gereformeerden tot een partij van ingrijpende politieke beteekenis wist uit te bouwen, wie heeft hij tot opvolger gekregen?.... Ja nü moet ons de bekentenis van het hart, dat de heer Colijn de eenige nazaat is van een geslacht van groote mannen van een verscheiden tijd vak, die in staat is en dit bij tal van gelegenheden op ondubbelzinnige wijze heeft weten te bewijzen die in staat is om de profetenmantel van zijn voorgan ger om de schouders te plooien! Waarom wij juist deze namen hier noe men? Voor het gemak, omdat iedereen hen kent, iedereen, die de politiek volgde en nóg volgt, in zekere mate in staat is, hun capaciteiten en bereikte resultaten te beoordeelen en op waarde te schatten En een ieder zal moeten toegeven, hetzij dan schroomvallig en schoorvoetend, het zij van ganscher harte, dat er een ver vlakking is te constateeren, die niet te loochenen valt. En nu komt juist de groote moeilijk heid, waarbij ook wij niet competent zijn een oordeel uit te spreken. Hoe ontstaat die vervlakking? Is die gelegen in de menschen zélf, in het geslacht van huidige politici öf is die te zoeken in den tijd, in den verwarden, chaotischen,onbepaal- den, luimigen en onbestendigen tijd van thans? Moeten de nieuwe groote mannen, die de toortsen van hun beroem de voorgangers moeten overnemen, ten einde de geduldige menigte voor te lichten, voor te gaan in een tijd, die staat zich te vormen, misschien nog geboren wor den? Zitten ze wellicht nog op de banken der Lagere School, op die van Hoogere Burgerscholen of Gymnasia of loopen ze nog college aan een onzer tè veelvuldige universiteiten of hoogescholen? Best mo gelijk. Maar ook is het mogelijk, dat tegelijk mèt een totale-wijziging der tijds omstandigheden, een wereldschokkende omwenteling der maatschappelijke ver schijnselen, een krachtsontplooing der hedtndaagsche regeerders ontslaat, die hen met één slag verheft tot het peil van hun groote voorgangers! Wie zal dèt zeg gen? Inmiddels valt de vervlakking, boven genoemd, niet te ontkennen! Het is deze vervlakking, dit afwezig-zijn van de „groote geste" die op den duur voor het eigen volk niet anders dan noodlottig kan wor den! Wanneer het volk de groote leiders moet ontberen, kèn het haast niet anders, of het volk zélve, in zijn tal van onder scheidene geledingen, moet daarvan den terugslag ondervinden I Zoo'n vervlakking plant zich voort, als kringen op een water oppervlak en het onvermijdelijk gevolg kèn niet anders wezen, dan dat het gansche volk op een veel en veel lager niveau komt te staan. Wanneer leiders verworden FEUILLETON. Roman uit het leven te Stockholm. door ERNST LUNDQUIST. Vertaald door F. LAHR Jr. Nadruk verboden.) 44) „Ikxienk er niet aan! Overigens, wat jelui met. mij doet, blijft me hetzelfde, ik ben gewend assche- poester te zijn.maar verbeeldt jij je, dat ik zal toelaten, dat jij in de keuken slaapt? Mijn doch ter.in de keuken als een dienstmeid! Ik sta versteld, dat je man naar zoo iets krankzinnigs kan zitten luisteren! Vergeet hij dan hcclemaal, dat hij je, toen je hem je jawoord gaaft, beloofde je op zijn handen te zullen dragen, dat je een parel in goud gelijk zoudt zijn en een leventje zoudt leiden als een prinses? Een mooie prinses! Ach, had ik dat kunnen vermoeden... had ik mij zoo iets kunnen voorstellen..." „Het dient tot niets hoe u ook jammert, moeder, het moet er toch van komen, zooais ik heb gezegd." „Nu, dan zal ik jelui tenminste niet langer tot last blijven," verklaarde Vrouwe Von Dahn, als een gekwetste majesteit achter de tafel vandaan komende. „Dan verhuis ik en word tenminste geen ooggetuige va* de ellende, die hier in huis zal heeTschen." „Wij hebben u beloofd, u bij ons in huis kost en inwoning te verschaffen, niet voor u hij andere menschen pension te betalen." „Ik heb mijn lijfrente." „Honderdvijftien kronen!" „Bovendien kan ik weer beginnen met linnen goed naaien." „Dat staat uw gezicht niet toe. De dokter heeft u immers verboden te naaien." „Dan ga ik wat anders doen! Banket bakken, of ik ga uit werken, het komt er niet op aan wat, zoolang ik hier maar niet hoef te blijven en jou in de keuken moet zien huizen en je werk zien verrichten, waartoe je je nooit zoudt hebben hoe ven te vernederen, wanneer je niet getrouwd waar- en bij mij, in onze armoedige woning in de Tyskt bagarstraat waart blijven wonen. Mijn eenig, groot ideaal is geweest, om jou te zien als fijne dame, omgeven door alle gerieflijkheden van een rijk huishouden, in een positie, die voor mij niet was weggelegd, doch waarvan ik hoopte, dat jij in mijn plaats eerst recht de voordeelen zoudt ge-1 nieten. Moeten mijn verwachtingen nu zoo bitter worden teleurgesteld, moet jij" integendeel tot armoede en ellende vervallen, evenals ik, neen, erger dan ik!? Dan wil ik er tenminste niet bij zijn om het aan te zien." Met deze woorden marcheerde zij de kamer uit om het verdere gedeelte van den dag onzichtbaar te blijven. Haar dochter keek haar na en haalde de schou ders op. „Arme Jeremias!" Karin ging er spoedig toe over, haar plan ten uitvoer te brengen. Tot oefening en om haar huis bekend te doen worden, begon zij reeds nu door adverteeren eetklanten te zoeken en het gelukte haar werkelijk eenige kantoorbedienden en een paar getrouwde heeren, wier families uit de stad van Statenbijbels, statig en imposant, tot vriendelijke boekskes in duo-decimo is het onontkoombaar, dat de gemiddelde volgelingen van die leiders zinken van wat voorheen heette een „succes-boek" tot een drukwerkje van de geestelijke standing van deOppenheim-massalectuur. Het is niet voor niets, dat de verkiezin gen zoo'n overweldigende meerderheid bracht voor „den sterken man". Maar daarvan gezwegen. Constateeren wij alleen het feit. Zoo breidt de vervlakking van het hedendaagsche leven zich uit als een olievlekje. Groote mannen van een vorig tijdsperk zijn heengegaan En wij vragen ons af, waar de nieuwe kopstuk ken blijven! Want het Nederlandsche volk, dat uitziet naar de waarachtige lei ders, die ons volk omhoog zullen moeten stuwen in de vaart der volkeren, kijkt nog steeds te vergeefs naar die richtinggevers uit, naar een toekomst, die beheerscht zal worden door de man of de mannen van het groote politieke gebaar. Anders moeten wij die toekomst blindelings aanvaarden, en weerloos den storm!tegemoet gaan, die straks onvermijdelijk over ons aller hoofd zal losbarsten Groote mannen gingen heen Thans klinkt de noodkreet om opvol gers, om Leiders! Verslag van de vergadering van den Raad der gemeente «HJmDORP op Zater dag 2 December 1933, des voormiddag* half elf uur. Vooizitter: Burgemeester Gobius du Sart. Alle leden tegenwoordig. De Voorzitter opende de vergadering met voorlezing van het gebedsformulier, waarna ie notulen der laatste vergadering werden g^ltzen en onverandtrd vastgesteld. De Voorzitter zeide dat deze vergadering was belegd op vei zoek van een zestal raads- eden en wenscht eerst aan de orde te - tellen de kwestie inzake de opheffing van school II ngevolge een van Ged. Staten ingekomen schrijven, hetwelk in de vonge vergadering is aangehouden voor onderzoek. Dit was ook het eerste punt, waarover de betrokken zes raadsleden hun belangen willen mededeelen. In de eerste plaats zou ik den betrokken leden met aandraüg willen verzoeken streng zakelijk te blijven en de discussie te bepalen tot datgene waar het hier over gaat. In de vorige vergadering heb ik gespt oken en had ik hoop op behoud van DE school, dat is dus de school in den Oostdyk, want de andere school is niet aan de orde. Naar aanleiding van het vorige besluit om die zaak eerst in B. en W. te onderzoeken, ben ik naar den Haag geweest en heb daar vernomen, nadat ik de onmis baarheid voldoende had betoogd, dat er in derdaad bezuinigd MOET worden eD wy ons eveniuf-el neer hadden te leggen by het voornemen van Ged. Staten om de school in den Oostdyk op te heffen. Wy moeten deze geschiedenis niet alleen bezien uit het oogpunt van onze gemeente, doch ook vanuit het algemeen belang dat zoo sterk eischt dat de scholen ingekrompen moeten worden. Wy hebben ons aan te sluiten by de woorden, welke Minister Marcbant j.l. Zaterdag door de radio sprak dat het mes er diep in moet, wil men niet algeheel ten onder gaan. Het schynt een harde noodzaak te zijn om die school op te heffen, hoewel ze meer dan 50 jaar daar in een behoefte heeft voorzien Men deelde my inden Haag mede, dat de school voor 1934 onmogeiyk gehandhaafd kan blijven, zoodat ik getracht heb de op heffing te doen geschieden met ingaDg van I Mei a.s. Gelukkig echter staat die school nog niet op de lyst van den Minister, waar door 334 scholen opgeheven zullen moeten worden. Waar echter de zaak biykbaarniet anders kan, hebben B en W. de vrymoedig- heid voor te stellen de school in den Oostdyk op te heffeD. De heer APad mos vroeg daarop het woord en zeide: Op Uw verzoek zal ik trachten kort en zakelyk te zyn, toch hoop ik datU mij vergunt dat ik op deze zaak wat uit voerig kan ingaan, te meer waar ik niet kan onderdrukken dat aan alle gemeenten een Ministerieel schrijven is gezonden, dat hier niet bij de ingekomen stukken is ge legd voor de raadsleden, zoodat wy daarvan geen inzage hebben gehad. Ook de wyze waarop het gebedsformulier is gelezen, alsmede de klemtoon die daarbij gelegd werd op de behartiging van de be langen dezer gemeente geven den indruk dat men gehouden, en voornemens is deze vergadering een uitsluitend zakelijk karakter te geven. Ook het reglement van orde dat anders niet ter tafel is en nu wel, wyst er op dat dit in toepassiDg zal worden gebracht, zoodat men gebonden is zijn belangen in twee keer te zeggen, zooals het reglement slechts toelaat. Mijnheer de Voorzitter Het heeft ons bevreemd, dat U aan ons verzoek tot een spoedeischende vergadering geen gevolg hebt gegeven, maar den wette- ïyken tyd hebt afgewacht tot voldoening aan ous verzoek. Verder doet het ons vreemd aan dat U punt 1 van de Agenda liet luiden:„Beslis sing opheffing 2e O. L. School", daar ons verzonk was als punt 1 der behandeling: „Afdoende maatregelen te treffen inzake de opheffing van één der Openbare Scholen In deze formuieeriog hebben wy thans be zwaar. of U moest thans met de officieele werkelijkheid aan kunnen toonen, dat de op heffing van de School No. 2 al een feit is. We hopen dat we hier met geen frommel truc te doen hebben, maar dat wij zakelijk, en klaar deze publieke schoolzaak, die het waard is vanwege de fioantieele gevolgen voor Rijk en Gemeente, geleideiyk en kalm afwikkelen. Dat wij kalm zijn in deze hebben wy be wezen in de voorgaande zitting. We hadden toen de gelegenheid kunnen benutten om direct te stemmen en School No. lteadvi- seeren tot verdwijning Wij hebben zulks niet gedaan, maar gedacht aan het gezegde uit de jachtwereld dat een goede jager nooit het haas in 't leger schiet, maar dezen de ge legenheid nog biedt om te ontsnappeD. Dat wachten heeft ods geleerd, bat in die 30 dagen die ons van de vorige Raadsver gadering scheiden, de oude latente eigen schappen, die vroegere tegeupai lijen zoo ken merkten, weer Daar voren ziiu gekomen Die jacht van 30 dagen op de volkszielen om leerJÏDgen te werven voor de Openoaie Scbool No. 1 is een schandejacht geweest. De wervers daarvoor hebben niet in het minst rekening gehouden met de bezuini gingsplannen van den Minister, maar als het ware zoo onbeleefd mogelijk g^ooDd, dat zy de woorden van Z Exc. den Minister niet alleen in den wind hebben geslapen, maar het hebben aangedurfd om wel „d^n stok tusschen zyn beenen te steken" tot ver ijdeling zyner plannen. Dat is dus hier ge- Vergiftiging op»groote schaal Het wemelde op zolder en deel van den landbouwer P. te Aalten van de ratten en daar ze voldoende voedsel konden vinden, meende hij dat daartegen niets gedaan kon worden. Eenigen tijd later schreef hij: „Ten einde raad probeerden we Rodent met dit schitterende resultaat: 80 doode ratten, Dit resultaat bereikten we met slechts één doosje Rodent van 50 cent." Of U last hebt van één of van honderd ratten, Rodentzal ze absoluut uitroeien. Het trekt dit onge dierte onweerstaanbaar aan en leidt ze zeker naar hun verderf. Ook muizen ontkomen niet aan Rodent. Koop nog heden een enkele doos 50 ct of een dubbele doos 90 ct. en morgen zult U van rat en muis bevrijd zijn. O.a. bij alle drogisten. Imp.: Fa. B. Meindersma - Den Haag. B 48 (Adv.) schied, en dat moet aan de ooren van den Minister worden gebracht. Wy zeggen dit hier met nadruk in den stelligen voim en vreezen geen onderzoek naar onze gezegden. Samensprekingen met overgehaalde ouders van leerlingen hebben het bewijs geleverd, dat die ouders door nypende armoede en niets geen zonnestralen op hun levensweg ziende, zich hebben laten bewegen om aan de „vriendeiyke" uitDOodiging om over te komen naar de Openbare School gehooj heb ben gegeven. De wijze van leerlingenjacht spreekt voor zichzelf. Deze woorden door een vader gesproken „Ik moest wel wat doen voor myn gezin", peilt de diepe waarheid, waarin de licht over te halen ouders thans verkeeren.Wy vallen in ons oordeel daarover niet hard, maar kunnen niet genoeg laken de pogiDgen van de wervers voor het vermeerderen van het aantal leerlingen. Nu kunnen we gereedeiyk aannemen, dat die run wel ongeveer geluwd is, en het top punt van het aaotal wel bereikt zal zyn. Zoo zijn wij thans genaderd aan het mo ment waar wij als Raad een beslissing zullen moeten nemen, en wil nu maar van de ge legenheid dat ik het woord heb verder daar van gebruik maken. Meer dan ooit gevoelen wy thans de be teekenis van Vondels satire: „Het kussen is begeerlijk, de tabberd sieriyk eD Raads heerlijk", indien wy letten op de toDgen en pennen die de laatste dagen zyn losgeko men over het actief optreden van de meer derheid van onzen Raad. Dat de schoolstrijd thans hier na langen rusttijd opnieuw is gaan ontbranden is een noodzakeiyk gevolg der omstandigheden die door een verkeerden zet op Ouddorpsch poli tieke schaakbord door de frontmakers voor de Openbare School, is ingeluid. Wy hebben dit reeds al in een vorige vergadering gezegd, en behoeven dit tnans niet meer breedvoerig aan te toonen. waren, te verlokken. Zelf stond zij druk voor het fornuis, en wanneer zij een oogenblikje tijd vond, bestudeerde zij haar kookboek of maakte uit voerige berekeningen op een leitje. Zij scheen goed geluimd en was vriendelijker dan ooit jegens haar omgeving, maar daar zij het was, die tot nu toe de gezelligheid in huis had gebracht en haar tijd nu voortdurend in beslag werd genomen, wisten dc overige familieleden niet waar zij het van ver veling moesten zoeken. De eetgasten kwamen op alle uren van den dag en opdat de eetkamer steeds voor hun ontvangst gereed zou zijn, moest de familie haar maaltijden gebruiken waar en wanneer het schikte, meestal aan de tafel in het salon. Het was voornamelijk dit gebrek aan huise lijke gezelligheid, dat het Janzén gemakkelijk maakte zijn belofte te houden en op reis te gaan toen de vijftiende Augustus gekomen was. Hij huilde toen het zoo ver was en voorspelde, dat hij aan een beroerte zou sterven in een armoedige dorpsherberg en dat vreemde handen hem dc oogen zouden toedrukken. Maar hij ging dan toch. Karin had voor zijn koffer gezorgd; zij en Einar brachten hem tot Bödertelje. Toen zij afscheid van hem namen, omarmde en kuste hij hen wel twintig maal, alsof het een scheiding gold voor de eeuwigheid, maar een dag of wat later kreeg Karin een briefkaart van hem, waarin hij schreef, dat hij een invitatie had van een handelsvriend in Massjö om te komen dineeren, en alle gerechten opsomde. Hij zou niet terugkomen vóór de eerste week in October, wanneer zij goed en wel verhuisd waren. Dat had Karin zoo geschikt; het leek haar vreeselijk hem in den verhuisrommel om zich heen tc zien, want „zijn hart zou bloeden bij ieder voorwerp, dat hij van de oude plaats zag weg- Karin had overigens in dezen drukken tijd niet nemen." veel gedachten aan Jeremias te wijden. Zij had De nieuwe woning stond leeg en in het midden echter den indruk gekregen, dat moeder in de van September begon Karin vast aan de ver- eerste plaats aan haar dochter en pas in de tweede Jiuizerij. Wanneer het 's avonds begon te scheme- plaats aan zichzelf dacht, en dat kon haar soms ren, namen Einar en zij een waschmand tusschen bijna roeren. zich in, volgepakt met allerlei huisraad, en gingen Op een avond bijvoorbeeld kwam Vrouwe Von daarmede op weg naar het nieuwe huis. Zoo lang- Dahn met het voorstel, dat Kaïin in het nieuwe zamerhand kwam de beurt ook aan de minder huis de meidenkamer zou nemen en haar in de zware meubels, en moeder en zoon konden harte- keuken zou laten slapen. Karin zei natuurlijk lijk lachen, wanneer zij als dieven langs de huizen neen, de oude vrouw smeekte cn bad, Karin slopen, dc een met een kastje, de ander met een trachtte er zich schertsend vanaf te maken en groote Venus als bakerkindje in de armen. Alleen zei, dat het ongevoelig tegenover de Von Dahns dc zwaarste stukken zouden blijven voor de was, die zich in hunne graven zouden omdraaien, dienstverrichting; die zou aan dit zaakje niet vet wanneer een dame, die hun beroemden naam droeg, worden. in een keuken sliep; waar Karin lag kon hen Vrouwe Von Dahn hield zich op een afstand onveischillig zijn, want zij had nooit hun naam van deze schikkingen, als wilde zij daardoor haar gedragen. Moeder bleef echter aandringen en kreeg groote afkeuring te kennen geven. Zij bracht het tranen in de oogen, zoodat Karin uit een ander grootste gedeelte van den tijd op haar kanier vaatje moest gaan tappen en verklaarde, dat zij door en toonde een zuur en onheilspellend gezicht j hierover geen woord meer wilde hooren: zij had telkens wanneer zij onder haar huisgenooten ver scheen. Zij uitte zich niet verder over de op handen zijnde veranderingen, doch vergenoegde er zich mede, Karin smartelijke, verwijtende blikken toe tc werpen, wanneer zij haar betrapte op het ver richten van „slavenarbeid". Een paar maal had zij nog met sombeien pathos haar verzekering herhaald, dat zij niet van plan was, mede tc gaan en getuige tc zijn van wat er nu moest komen, maar aangezien zij geen maatregelen scheen te nemen om zich ander werk te verschaffen of een andere woning te huren, dacht Karin, dat moeder het niet zoo ernstig meende met haar dreigemen ten. Immers haar humeur was meer van streek cn zij hield er van haar omgeving te imponeeren. beloofd voor haar moeder op den ouden dag te zullen zorgen cn haar dien zoo aangenaam mogelijk te maken en zij zou haar belofte houdenniemand kon haar in dit vaste voornemen doen wankelen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1