es. Tandarts BIJIJS EERSTE BLAD lEen zittend leven A ZITDAG ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933 TALMI. Rust, kalmte en zelfbeheersching LANDBOUW MERCURIUS HAVERMOUT 25 cent per pondspak NEDERLANDSCH FABRIKAAT )i'.-u J. ."'i __i WÉWC Je gaan maken. Hierdoor reden de beide rtuigen tegen elkaar. Motor en. auto werden chadigd. De heer en mevrouw R. sloegen ïn de straat. Zij bleken vrij ernstig gewond moesten door den G.G.D. naar het.zieken- s aan den Coolsingel worden gebracht. De torrijder, die in den afgeloopen zomer zich de motorsport is gaan wijden, brak het iter dijbeen en kreeg een ernstige wonde de rechternknie; zijn vrouw brak den hter bovenarm. Beide zijn in het ziekenhuis enomen. VVAGENMAKERIJ AFGEBRAND TE N1EUWENHOORN. Aanzienlijke schade in de werkplaats. HIEUWEN HOORN, 6 Nov. Zondag- idag te ongeveer halfvier brak alhier aan Zandpad brand uit in de wagenmakerij en imermanswerkplaats van den heer D. Bies- vel. Het vuur greep snel om zich heen. De gebreide werkplaats met de zich daarin rindende machinerieën werd een prooi der mmen. De geheele voorraad hout en ander teriaal benevens verschillende half afge- rkte en gereed zijnde carrossiën gingen ineens in het vuur op. -iet woonhuis, dat door een brandgevel van werkplaats was afgescheiden, bleef dank het snel en krachtig optreden van de brand er behouden. Persoonlijke ongelukken kwa rt niet voor. De werkplaats is verzekerd. De zaak van den brand is onbekend. Er is nzienlijke schade. Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie, Hiermede dient gij Uw land en bestrijdt gij de werkeloosheid. ..toch slank en jeugdig. Van tijd tot tijd een stukje Wrigley's, daar knap je van op! Verfrisschend, kalmeerend engoed voor de „lijn"! Bij zittend werk moet de spijsverte ring bevorderd worden, anders zijn loomheid en corpulentie onvermijde- lijk.-MetWrigley's behoeft de eetlust niet geremd te worden. Twee soorten: P-K. (zuivere pepermuntsmaak), Spearmint (pittige kruizemuntsmaak), C per pakje N con. Dn oop rd. volle M. ief. door een len houdt Donderdags te Dirksland, i Hotel Polderman vanaf half l| tot 4 uur. Vrijdags te Oude Tonge, :j Hotel Van Veen vanaf half tl tot 4 uur. Die dagen SPREEKUUR DELHARNIS, 's morgens van lii|| 9 tot 10 uur, 's avonds van j tot 8 uur. LEEST I EN ADVERTEERT I IN I ONZE EILANDEN Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelhar nis. 16E JAARGANG. N°. 4 Week-revue. Buitenland. Een bekend publicist heeft vroeger de Ja panners eens de Duitschers van het Oosten genoemd. Destijds was zulks voor de Japan ners een compliment, of zulks nu nog het geval is wagen wij te betwijfelen. In ieder geval steken de Japanners op het oogenblik in menig opzicht ver boven de Duitschers uit en hebben ze, zulks in scherpe tegen stelling met de Duitschers, hun gevoel voor humor niet verloren. Alleen is de Japansche humor van wat te grimmigen aard om bui ten Japan gewaardeerd te kunnen worden. Een markant staaltje daarvan is het vol gende berichtje„Volgenseenofficieelemede- deeling heeft Japan besloten tot den aanleg van een vliegveld op het eiland Saipan, met het doel de atmosferische omstandigheden te bestudeeren." De vlootmedewerker van de Daily Tele graph merkt hierbij op, dat dit waarschijnlijk politieke reacties zal opwekken. Saipan is namelijk het voornaamste eiland van de groep der Mariannen, welke vroeger aan Duitscbland hebben toebehoord en thans staan onder Japansch mandaat. Als Japan in 1935 den Volkenbond verlaat vervalt dit man daat, doch de Japanners hebben reeds eerder laten weten dat ze niet bereid z(jn deze eilanden terug te geven. Saipan ligt dwars op de directe route van de Vereenigde Staten naar de Philippijnen en ligt eveneens in de nabijheid van Guam, dat aan de Vereenigde Staten toebehoort en waar de Amerikanen nu geen Japansche dwarskijkers dulden. Het ligt dan ook voor de hand, dat dit besluit tot het aanleggen van een vliegveld in de Vereenigde Staten meer dan gewone belang stelling zal wekken. Uncle Sam zal op deze atmosferische studies op deze gevoelige plek niet bijster gesteld zijn en veeleer van mee ning zijn, dat deze zonderlinge atmosferische liefhebberij uitermate geschikt is de dreigen de onweerswolken aan den politieken hemel aldaar een nog gevaarlijker aanzien te geven. En dus zal de ongetwijfeld origineele uit vlucht der Japanners ook maar matig in Amerika worden gewaardeerd. De Duitschers zijn in de kunst van handige camouflage tegenwoordig heelemaal niet for tuinlijk, Berlijn heeft in dit opzicht bepaald een erg ongelukkige hand. En wanneer Ber lijn op de uitgestrekte politiekejachtvelden weer een3 een kapitale bok heeft geschoten, dan beklaagt het zich deswege daarover en krijgt, dit komt nu eenmaal in deDuitsche politieke kraam te pas, het domme, achter lijke en wantrouwige buitenland de schuld. Als men de officieele Duitscbe berichten voor zoete koek moet slikken, we hebben te veel redenen om zulks niet te doen, dan bestaat het buitenland uit een stelletje domme en gevaarlijke idioten, die niets kunnen en wil len begrijpen en er een minderwaardig be hagen iD scheppen de waarheid en de logica op den kop te zetten. Men is nog wel zoo beleefd dit niet openlijk te zeggen en boven dien nog zoo vriendelijk te verzekeren, dat het buitenland eeDs tot een beter en helder der inzicht zal komen. Wat bepaald erg ge- FEUILLETON. lukkig is, al is het dan ook een schrale troost in deze wereld vol narigheid. Dit betere inzicht hebben we meer dan ooit noodig, niet alleen in het buitenland, maar ook in Duitschland zelf. Het Duitsche volk zelf zal daar niet zoo overtuigd van zijn, het wordt voorgelicht door een sterk ge kleurde eenzijdige pers, wat dus veel ver klaart en nog meer doet vergeven. De eigen pers gemuilband en daarmede nog niet te vreden, deinst de Duitsche regeering er even min voor terug om ook de buitenlandsche correspondenten de duimschroeven aan te leggen. De Engelsche journalist Panter heeft het aan den lij ve ondervonden, hij heeft negen dagen als een misdadiger in de gevangenis gelogeerd, niet vrijwillig maar gedwongen, enkel en alleen omdat hij aan z(jn blad be richtte wat hij met eigen oogen en ooren had gezien en gehoord. Dit paste helaas niet in het vredeskraampje der Duitsche regee ring en ergo ging Panter de pot in. Als ge volg van diplomatieken druk is hij daarna weer vrijgelaten, na onderteekening van een document, waarin hij zich verplichtte binnen 48 uur Duitschland te verlaten. Dit alles klinkt ongelooflijk, in Duitschland is veel ongelooflijks mogelijk, veel meer mis schien dan het buitenland wel kan vermoe den, anders zou de Duitsche regeering zich niet zoo onsterfeltj k blameeren door menschen als Panter zoo te behandelen. DRAISIMVANVALKENBURG'S-' A ••LEVÈRTRAM 7T- LEEUWARDEN (Adv.) Roman uil het leven te Stockholm. door ERNST LUNDQUIST. Vertaald door F. LAHR Jr. Nadruk verboden.) 37) Om verschillende redenen bleef zij echter uiterst ontevreden met het wereldbestuur van Onzen lieven Heer. Wanneer de donkere wolken eens van haar kreeftsschaaigezicht verdreven werden, was dat alleen als het haar na veel smeekens en over- halens gelukt was, haar kleinzoontje bij zich op bezoek te krijgen en dan zijn maagje kon bederven met snoepgoed, dat zij voor dat doel steeds in haar bureauladen verborgen hieid. De jongen was haar afgod; het was ook zoo'n levendig en ver standig kereltje en leek sprekend op Karin als kind, wat een genade Gods was, want stel je eens voor, dat hij op Ferdinand had geleken, op ..dien ieelijken ouden aap"! Op het tooneel volgde intusschen het eene num mer het andere op; het publiek werd steeds guller met zijn applaudissement, de artisten geraakten meer cn meer in vuur en de atmosfeer werd al ondoorzichtiger van sigarenrook. In de loge van de Janzéns waren het slechts grootmoeder en de kleine Einar, die volgden wat er op de planken voorviel. Ferdinand was in zijn allerbeste luim cn erg op dreef met het Vertellen van allerlei geschie denissen, terwijl Karin voor dezen keer naar hem Zoo mogelijk nog verbazingwekkender dan het geval-Panter zijn de talrijke en zonder linge getuigenverklaringen in het nu reeds weken aan den gang zijnde proces v. d. Lubbe inzake den Rijksdagbrand. Uitgezonderd tegen v. d. Lubbe is tegen de overige be klaagden tot nu toe nog geen greintje be wijs van medeplichtigheid te construeeren. van den beklaagde Dimitroff staat zelfs on- omatootelijk vast dat hij tijdens het uitbre ken van den brand niet te Berlijn verbleef. Desondanks heeft minister-president Göring, toen hij als getuige in dit proces werd ge hoord, dezen beklaagde een vloed van visch- wij venscheid woorden naar het hoofd geslin gerd en werd deze beklaagde nota bene op last van Göring, dus op last van een getuige, uit de zittingszaal verwijderd, hem daarbij de bedreiging nabulderend: we zullen jou wel krijgen als js buiten de macht van dit hof bent. En Heines, hoofdcommissaris van politie te Breslau, eveneens als getuige ge hoord, achtte het zelfs noodig er tegenover het buitonland speciaal op te wijzen, dat de S A. niet begrijpt waarom deze beklaagden zoo lankmoedig worden behandeld. Wanneer dergelijke uitlatingen niet van alle kanten waren bevestigd zou geen normaal denkend mensch in het buitenland zulks willen ge looven, nu moet men zulks helaas wèl doen, staat men er eenvoudig paf van. Maar dat ligt natuurlijk geheel aan onze slecht ont wikkelde juridische knobbel en omdat wij als gevolg van onze onvoldoende intelligentie er geen juist begrip van hebben wat wel zoo al onder nationale zelfverheffing wordt verstaan. Waarlijk, v. d. Lubbe is in dit proces niet de eenigste zielige figuur. Uit Dantzig komen ook minder prettige berichten. De nazi's, onder leiding van Rauschning, hebben zich hier tot voor kort vrij tam en gematigd gedragen. De Joden werden hier in vergelijking met het overige Duitschland ontzien en de bladen der overige partijen niet onderdrukt. Zoowel in Polen als in Genève was men tevreden. Maar nu hebben een socialistisch en een katholiek blad zich verstout een verslag te publioeeren over een rede die Geiser, de nationaal-socia- listische vice-president van den Senaat, tot de politie gehouden heeft en waarin o.m. wordt geconstateerd dat er in de politie nog andere opvattingen heerschen dan die der nieuwe overheid. Deswege, niet als gevolg van deze constateering der afwijkende mee ningen, maar wegens het publiceeren van het verslag der rede, is het katholieke blad voor acht dagen en het socialistische blad voor twee maanden verboden. Na zich ver geefs tot den Senaat te hebben gewend, heb ben zoowel de katholieken als de socialisten hun nood geklaagd b{j den hoogen commis saris van den Volkenbond, welke deze zaak belangrijk genoeg vond ze bij den Volken bond aanhangig te maken. Hierop heeft de Dantziger overheid een bevel tot in hechte nisneming tegen de betrokken journalisten uitgevaardigd, omdat zij door hun beklag over sohending van hun grondwettelijke rechten bij den Volkenbond, Dantzig in moei lijkheden hebben gebracht met het buiten land, wat als landverraad wordt beschouwd. De socialistische directeur zit reeds in de dood, de katholieke redacteuren zijn zoo ver standig geweest tijdig te eclipseeren. keeren weer terug na het gebruik van Mt|nbardt's Zennwlabletten. Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv.) O MAAKT DE LANDBOUWCRISISSTEUN HET LEVEN DUUR? Menggebod en bietensteun noodig voor instandhouding van akberbouwbedrüf. De steun van staatswege, welke thans aan den Nederlandschen landbouw en zijn verschillende takken wordt verleend legt een voortdurenden last op de burgerij. In antwoord als het ware op de vele en velerlei klachten van de zijde van hen, die ontevreden zijn over dien steun, moge hier volgen een beschouwing van de voornaam ste der steunmaatregelen. Als eersten maatregel ontmoeten we de Tarwewet. Deze wet, beter bekend onder den naam van maal- en menggebod, schrijft voor, dat do bloem voor de bereiding van brood gebruikt, voor 35 moet bestaan uit bloem van inlandsche tarwe. Voor zijn tarwe ontvangt de verbouwer in Nederland ge middeld voor oogst 1933 een prfls van 12, per 100 K.G., zijnde een zeer groot verschil met den prjjs dien hij anders zou hebben gemaakt. Zoo is momenteel in Rotterdam buitenlandsche tarwe te koop, welke wat kwaliteit betreft met onze inlandsche kan worden vergeleken, voor ƒ2,50 per 100 K G. (cif.) Deze prijs is tot nu toe een laagte record en degenen, die deze tarwe op ter mijn hadden gekocht, zullen er guldens per 100 K.G. aan verliezen. Een prijs van ƒ2,50 per 100 K.G., waar dan nog allerlei kosten als vracht, verzekering, handelskosten etc. af moeten, zoodat de eigenlijke verbouwer misschien niet meer dan 1,75 ontvangt, ligt ver en ver beneden de productiekosten van welken tarweproducent dan ook. Zelfs de Argentijnsche boer kan daar niet tegenop. Zooals gezegd is in Rotterdam goede Hon- gaarsche tarwe van 2,50 te koop ge weest. Dat onze landbouwers tegen een der gelijke dumping moeten worden beschermd, kan geen redelijk mensch ontkennen. Tarwesteun en broodprijs. Maar wordt dan met al dien tarwesteun de broodprijs niet opgedreven, zal men vra gen? Wij zullen daarvoor eens nagaan, hoe het met het verloop van den broodprijs staat. Volgens de indexcijfers van de kleinhandels prijzen, verzameld door een officieele instel ling, het Centraal Bureau voor de Statistiek, was de gemiddelde prijs van één K.G. tar webrood (melkbrood) in 1913, in gemeenten van meer dan 10.000 inwoners, 17.35 cent. Het eerste halfjaar van 1933 moest voor 1 K.G. melktarwebrood gemiddeld 23 20 cent worden neergeteld. Stellen we nu den brood prijs in 1913 op 100, dan was ze in 1933:132. De groote daling van den tarweprljs op de wereldmarkt is echter begonnen in het najaar van 1929 en toen was het index cijfer voor melkbrood 169. Geleidelijk is het cijfer gedaald, zoodat het in de tweede helft van 1931 nog 143 bedroeg. Toen trad de Tarwewet in werking en wat zien we nu geen stijging, doch een daling van den brood prijs. Het indexcijfer was de eerste helft van 1932i 133, daarna in de tweede helft van dat jaar 132 en is in de eerste helft van 1933 iets gestegen, n.l. tot 134. De ver klaring is, dat de 22J h 35% inlandsche tarwe, die in het brood worden gemengd en als zoodanig met een prijs van 14 50 adm. kosten moeten worden betaald, wel een geringe stijging van den broodprijs hadden kunnen veroorzaken, als niet de meelfabrieken en de bakkers door onder linge concurrentie en daling van den prijs van de overige 65% tarwe, nog grootere daling hadden teweeggebracht. Dit voorjaar is de broodprijs eenigszins gestegen omdat de meelfabrieken met de georganiseerde bakkers onder goedkeuring van de regeering een soort overeenkomst hebben gesloten, welke hun een betere be looning waarborgt. Productie- en distributiekosten gestegen. Overigens zit het bij den broodprijs niet in de eerste plaats in de kosten van de tarwe, hetgeen uit de navolgende becijfering kan blijken. Volgens het Centraal Bureau voor de statistiek was de gemiddelde tarwe- luisterde, omdat zij zich juist vandaag welwillend jegens hem gestemd voelde en hem het ondank bare, van tegen doove ooren te spreken, wilde besparen. Met de oude anekdoten van zijn reizen kwam hij nu zeiden meer op de proppen, want die, dat wist hij, had zij duizend keeren gehoord en voor vandaag voelde hij bovendien, dat zij niet pasten. In plaats daarvan was hij begonnen een menigte herinneringen uit de prille jeugd van Einar op te halen, en daar hij hierdoor bij Karin een teedere snaar aanroerde, volgde zij hem met belangstelling, ofschoon zij natuurlijk ook dit alles op haar duimpje kende. Het eene verhaal volgde op het andere, en wanneer hij ér een uit had, was zij altijd gereed hem een volgend in den mond te leggen. Zij nam zelf het woord niet, maar liet hem begaan en hij was zóó in vuur, dat hij niet eens merkte, hoe zij alleen af en toe een woordje in het midden bracht om hem aan den gang te houden. Toch stelde zij werkelijk belang in deze otide, dierbare herinneringen, die hij weer in het geheugen riep. „Herinner jij je dien keer, toen het kindermeisje voor het eerst met hen: in het Humlepark was geweest?" zeide hij. „Hij was toen hoogstens drie of vier jaar oud. Je vroeg hem, of hij het stand beeld van Linné had gezien. En of hij ook de vier godinnen had opgemerkt, die om het stand beeld zitten? Ja, antwoordde hij, de tantes heb ik ook gezienI Ha, ha, ha, hoe grappig toch! Hij noemde toen alle vrouwen tante!" „Spreek wat zachter," vermaande Karin hem, „het is niet noodig, dat hij het hoort, dat wij het over hem hebben. Het is niet goed, dat het kind merkt, dat het zoo het onderwerp van ons gesprek is." „Ja, daar heb je gelijk in, Karinlief," fluisterde hij en leunde voorover met beide armen op tafel, zijn gezicht zoo dicht mogelijk bij dat van Karin. Zoo ging hij voort met vertellen met sprekende oogen en stralend gezicht. Maar Einar had alles gehoord, wendde zich onverwachts om en zeide: „Dat is niet de moeite waard om over te spreken. Dan was grootmoeder nog veel dommer onlangs, toen zij zeide, dat er nooit zooveel volk op dc been was geweest in de straten van Stockholm, als op den dag waarop Carl XII uitgekleed (ont huld) werd." Zijn inmenging in het gesprek werd door vader cn moeder met een hartelijken lach beantwoord, maar Jeremias keek spinnijdig en beweerde, dat de jongen verkeerd verstaan had, zij kon nooit zoo iets onpassends gezegd hebben. Doch niemand luisterde naar haar. Vader en moeder gingen door met vertellen, nu op meer gedempten toon. „En weet je ndg, toen hij zoo erg klein was," zeide Karin, „hoe hij zich op een keer ongansch had gegeten aan pannekocken cn ons aan het verstand wilde brengen, dat hij verzadigd was. Herinner jij jc wat hij toen zei?" „Ja, warempci... Mama, Einar heeft zoo'n slaap in zijn maag, zei bijl" Karin lachte, zoodat de rozen aan haar boezem op cn neer dansten. „Ja, die jongen kon altijd zoo ecnig uit den hoek komen," vervolgde Ferdinand, toen hij wat gekalmeerd was. „Zoo bijvoorbeeld dien keer toen ik met hem buiten op het plein wandelde cn er troepen van de garde voorbij kwamen. Toen zei 1de kleine rakker: Neen, kijk eens aan Papa, daar prjjs in den groothandel in 19138,91$per 100 K.G., in 1929, dus vóór de invoering der Tarwewet, was deze 10,66 per .100 K.G. of 20 hooger dan in 1913. In 1913 was de broodprjjs (melkbrood) per K.G, 17,35 cent, in 1929: 29,30 cent of 70% hooger. Dit komt, doordat de kosten om uit de tarwe brood te maken en het brood te bezorgen, zoozeer zjjn gestegen. Niet de tarweprtfsis dus de voornaamste factor voor den prjjs van het brood, maar de verwerkingskosten en de distributiekosten. En ook thans nog zijn deze kosten in vergeljjking met 1929 onvoldoende gedaald. Suikerpr^s weinig hooger dan ▼oor den oorlog. Ten tweede: de suikerbietensteun. De regeering heeft aan de suikerbietenverbou wers toegezegd een bietenprys van 11,— per 1000 K.G. voor een maximale hoeveel heid van 1710 millioen bieten. Men berekent, dat de steun zoo ongeveer 19 millioen gulden zal vorderen. De regeering die dit bedrag niet uit het Leeningsfonds 1914 of uit de schatkist kon fourneeren, is overgegaan tot bet verhoogen van den accjjns op suiker met ƒ9,—. De suiker is tot crisisproduct verklaard en door verhooging van den sui keraccijns met 9,—per 100 K.G.kan men den consument rechtstreeks den bietensteun laten betalen. Men gelieve echter te beden ken, dat de accijns per 16 October 1933 31,50 bedragend, al sinds 1865 op de suiker is ge vestigd ten bedrage van 27,— per 100 K.G. Is thans echter de suikerprijs zooveel hoo ger dan voor den oorlog? Neen! De statistiek kan ons daarbij weer helpen. In 1913 be droeg de groothandelprjjs van suiker (inclu sief den accjjns) 42,22 per 100 K.G. In Augustus 1933 echter 37,58 per 100 K.G. Rekenen we, dat de groothandelsprjjs thans exclusief accijns niet is veranderd, dan is deze met den verhoogden accijns gekomen op rond 46$ gld. per 100 k.g. Dit is dus ruim ƒ4,— per 100 k.g. hooger dan in 1913 of 4 cent per k.g. Vóór den oorlog was de suiker ongeveer een kwartje per pond. Het kleine aandeel weegt niet op tegen het groote voordeel van het behoud van een suikerbietencultuur in ods land. Zoo dikwijls hoort men stemmen opgaan van de volgende strekking: Schaf dien bieten steun toch af! Laat de suikerbietencultuur verdwjjnen en ga goedkoope suiker invoeren uit ons Indië, waar millioenen zakken suiker opgetast liggen, die de N.I.V.A.S. gaarne voor 5$ per zak zouden slijten. Doch van deze suiker zou natuurljjk ook accjjns worden geheven, al zou dit ƒ9,- per 100 k.g. min der zijn. Daarvoor zouden wij dan de arbeiders, die in de suikerindustrie en het daarbjj be trokken transportwezen emplooi vinden als werkloozen moeten onderhouden. Verder zou de werkloosheid onder de landarbeid srs gaan mijn tinnen soldaten! Ha, ha, ha: zijn tinnen soldaten!" „Ja, maar hij zei nog meer...." „O ja, dat is waar ook. Hij zei: Papa, waarom marclieereii die zoo door de straten? Zoeken zij naar oorlog?" Karin was nu eveneens in vuur geraakt en ook haar ellebogen kwamen op tafel. „Ja, maar het aardigste was toch nog op Goeden Vrijdag een jaar of drie geleden." „Juist, toen je hem verteldet, dat het de dag was, waarop Jezus gekruisigd werd. Mama, mag ik dan ook uit om het te zien! zei hij dadelijk, de kleine ondeugd!" Dc ouders lachten nu zóó luid, dat de menschen in hun nabijheid naar de loge keken, om te zien wat er gaande was. Vrouwe Von Dahn vond het dan ook hoog tijd om eens een hartig woordje te spreken. „Jelui gedraagt je werkelijk ergerlijk, bromde zij. ,,'t Is een schandaal. Dc menschen zouden denken, dat wij te veel gedronken hebben." „Kom nu, schoonmoedcrtje, wees nu niet boos," zei Ferdinand sussend, „we zullen nu ons fatsoen houden. Een glaasje punch voor u? Santé, op uw gezondheid! Op onze goede moeder, lang zal zij leven, hip, hip, hoera!" Dit laatste zei hij zachtjes genoeg en Jiij zag er zoo goedig uit toen Jiij zich tot zijn voorname schoonmoeder wendde en zijn glas opnam om met haar te klinken, dat deze wel niet anders kon doen dan dc vijandelijkheden staken en met hem drinken; doch zij bracht haar glas aan den mond met een gezicht als ware het één der zeven schalen der gramschap Gods geweest. Men schonk nu den optredenden artisten wat meer attentie en het werd stil in de loge. Karin kon zich echter niet warm maken voor het jode lende Tyroler paartje, doch liet, in gedachten ver zonken, haar blik over het aanwezige publiek glijden. Zij was dichter bij Einar geschoven en had haaf linker arm om hem heen geslagen, zoodat hij genoodzaakt was half op haar schoot te zitten, en terwijl hij zijn aardig schrander gezichtje naar het tooneel keerde, aaide Jiij zacht een paar malen beurtelings met beide handen over de hand zijner moeder. Liefkoozingen waren anders het ergste dat hij kende, immers dat vond hij zoo flauw en kinderachtig, bepaald vernederend voor een jongen van tien jaren, vooral wanneer andere menschen het konden zien, doch hij wist, dat moeder er van hield om zoo geaaid te worden en vandaag moest hij recht lief voor haar zijn, omdat het haar verjaardag was. Plotseling voelde hij hoe de hand, die hij aaide, trilde en toen werd weggetrokken. „Wat is er?" vroeg hij. „Deed ik u pijn?" „Neen, zeker niet... het was niets..." Maar iets was het toch- Karin was doodsbleek geworden cn het koude zweet brak haar in kleine heldere druppels aan de slapen uit. Zij had te midden van dc menigte rookendc en punch drin kende hceren een lichtblond hoofd op een paar breede schouders in het oog gekregen cn aan beide zijden van dat hoofd zag zij dc punten van een lange, bijna witte snor uitsteken. Zij kreeg een hevige hartklopping cn moest een glas Apollinaris drinken, maar haar hand beefde zóó, dat zij een paar druppels op haar rozen morste. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1