es.
Tandarts BIJIJS
EERSTE BLAD
lEen zittend leven
A
ZITDAG
ZATERDAG
11 NOVEMBER 1933
TALMI.
Rust, kalmte en
zelfbeheersching
LANDBOUW
MERCURIUS
HAVERMOUT
25 cent per pondspak
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
)i'.-u J. ."'i __i WÉWC
Je gaan maken. Hierdoor reden de beide
rtuigen tegen elkaar. Motor en. auto werden
chadigd. De heer en mevrouw R. sloegen
ïn de straat. Zij bleken vrij ernstig gewond
moesten door den G.G.D. naar het.zieken-
s aan den Coolsingel worden gebracht. De
torrijder, die in den afgeloopen zomer zich
de motorsport is gaan wijden, brak het
iter dijbeen en kreeg een ernstige wonde
de rechternknie; zijn vrouw brak den
hter bovenarm. Beide zijn in het ziekenhuis
enomen.
VVAGENMAKERIJ AFGEBRAND TE
N1EUWENHOORN.
Aanzienlijke schade in de werkplaats.
HIEUWEN HOORN, 6 Nov. Zondag-
idag te ongeveer halfvier brak alhier aan
Zandpad brand uit in de wagenmakerij en
imermanswerkplaats van den heer D. Bies-
vel. Het vuur greep snel om zich heen. De
gebreide werkplaats met de zich daarin
rindende machinerieën werd een prooi der
mmen. De geheele voorraad hout en ander
teriaal benevens verschillende half afge-
rkte en gereed zijnde carrossiën gingen
ineens in het vuur op.
-iet woonhuis, dat door een brandgevel van
werkplaats was afgescheiden, bleef dank
het snel en krachtig optreden van de brand
er behouden. Persoonlijke ongelukken kwa
rt niet voor. De werkplaats is verzekerd. De
zaak van den brand is onbekend. Er is
nzienlijke schade.
Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie,
Hiermede dient gij Uw land
en bestrijdt gij de werkeloosheid.
..toch slank en jeugdig.
Van tijd tot tijd een stukje
Wrigley's, daar knap je
van op! Verfrisschend,
kalmeerend engoed
voor de „lijn"! Bij zittend
werk moet de spijsverte
ring bevorderd worden,
anders zijn loomheid en
corpulentie onvermijde-
lijk.-MetWrigley's behoeft
de eetlust niet geremd
te worden.
Twee soorten: P-K. (zuivere
pepermuntsmaak), Spearmint
(pittige kruizemuntsmaak), C
per pakje
N
con.
Dn
oop
rd.
volle
M.
ief.
door
een
len
houdt
Donderdags te Dirksland, i
Hotel Polderman vanaf half l|
tot 4 uur.
Vrijdags te Oude Tonge, :j
Hotel Van Veen vanaf half tl
tot 4 uur.
Die dagen SPREEKUUR
DELHARNIS, 's morgens van lii||
9 tot 10 uur, 's avonds van j
tot 8 uur.
LEEST
I EN
ADVERTEERT
I IN I
ONZE EILANDEN
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelhar nis.
16E JAARGANG.
N°. 4
Week-revue.
Buitenland.
Een bekend publicist heeft vroeger de Ja
panners eens de Duitschers van het Oosten
genoemd. Destijds was zulks voor de Japan
ners een compliment, of zulks nu nog het
geval is wagen wij te betwijfelen. In ieder
geval steken de Japanners op het oogenblik
in menig opzicht ver boven de Duitschers
uit en hebben ze, zulks in scherpe tegen
stelling met de Duitschers, hun gevoel voor
humor niet verloren. Alleen is de Japansche
humor van wat te grimmigen aard om bui
ten Japan gewaardeerd te kunnen worden.
Een markant staaltje daarvan is het vol
gende berichtje„Volgenseenofficieelemede-
deeling heeft Japan besloten tot den aanleg
van een vliegveld op het eiland Saipan, met
het doel de atmosferische omstandigheden
te bestudeeren."
De vlootmedewerker van de Daily Tele
graph merkt hierbij op, dat dit waarschijnlijk
politieke reacties zal opwekken. Saipan is
namelijk het voornaamste eiland van de
groep der Mariannen, welke vroeger aan
Duitscbland hebben toebehoord en thans
staan onder Japansch mandaat. Als Japan in
1935 den Volkenbond verlaat vervalt dit man
daat, doch de Japanners hebben reeds eerder
laten weten dat ze niet bereid z(jn deze
eilanden terug te geven. Saipan ligt dwars
op de directe route van de Vereenigde Staten
naar de Philippijnen en ligt eveneens in de
nabijheid van Guam, dat aan de Vereenigde
Staten toebehoort en waar de Amerikanen
nu geen Japansche dwarskijkers dulden. Het
ligt dan ook voor de hand, dat dit besluit
tot het aanleggen van een vliegveld in de
Vereenigde Staten meer dan gewone belang
stelling zal wekken. Uncle Sam zal op deze
atmosferische studies op deze gevoelige plek
niet bijster gesteld zijn en veeleer van mee
ning zijn, dat deze zonderlinge atmosferische
liefhebberij uitermate geschikt is de dreigen
de onweerswolken aan den politieken hemel
aldaar een nog gevaarlijker aanzien te geven.
En dus zal de ongetwijfeld origineele uit
vlucht der Japanners ook maar matig in
Amerika worden gewaardeerd.
De Duitschers zijn in de kunst van handige
camouflage tegenwoordig heelemaal niet for
tuinlijk, Berlijn heeft in dit opzicht bepaald
een erg ongelukkige hand. En wanneer Ber
lijn op de uitgestrekte politiekejachtvelden
weer een3 een kapitale bok heeft geschoten,
dan beklaagt het zich deswege daarover en
krijgt, dit komt nu eenmaal in deDuitsche
politieke kraam te pas, het domme, achter
lijke en wantrouwige buitenland de schuld.
Als men de officieele Duitscbe berichten voor
zoete koek moet slikken, we hebben te veel
redenen om zulks niet te doen, dan bestaat
het buitenland uit een stelletje domme en
gevaarlijke idioten, die niets kunnen en wil
len begrijpen en er een minderwaardig be
hagen iD scheppen de waarheid en de logica
op den kop te zetten. Men is nog wel zoo
beleefd dit niet openlijk te zeggen en boven
dien nog zoo vriendelijk te verzekeren, dat
het buitenland eeDs tot een beter en helder
der inzicht zal komen. Wat bepaald erg ge-
FEUILLETON.
lukkig is, al is het dan ook een schrale troost
in deze wereld vol narigheid.
Dit betere inzicht hebben we meer dan
ooit noodig, niet alleen in het buitenland,
maar ook in Duitschland zelf. Het Duitsche
volk zelf zal daar niet zoo overtuigd van zijn,
het wordt voorgelicht door een sterk ge
kleurde eenzijdige pers, wat dus veel ver
klaart en nog meer doet vergeven. De eigen
pers gemuilband en daarmede nog niet te
vreden, deinst de Duitsche regeering er even
min voor terug om ook de buitenlandsche
correspondenten de duimschroeven aan te
leggen. De Engelsche journalist Panter heeft
het aan den lij ve ondervonden, hij heeft negen
dagen als een misdadiger in de gevangenis
gelogeerd, niet vrijwillig maar gedwongen,
enkel en alleen omdat hij aan z(jn blad be
richtte wat hij met eigen oogen en ooren
had gezien en gehoord. Dit paste helaas niet
in het vredeskraampje der Duitsche regee
ring en ergo ging Panter de pot in. Als ge
volg van diplomatieken druk is hij daarna
weer vrijgelaten, na onderteekening van een
document, waarin hij zich verplichtte binnen
48 uur Duitschland te verlaten.
Dit alles klinkt ongelooflijk, in Duitschland
is veel ongelooflijks mogelijk, veel meer mis
schien dan het buitenland wel kan vermoe
den, anders zou de Duitsche regeering zich
niet zoo onsterfeltj k blameeren door menschen
als Panter zoo te behandelen.
DRAISIMVANVALKENBURG'S-'
A ••LEVÈRTRAM
7T- LEEUWARDEN
(Adv.)
Roman uil het leven te Stockholm.
door ERNST LUNDQUIST.
Vertaald door F. LAHR Jr.
Nadruk verboden.)
37)
Om verschillende redenen bleef zij echter uiterst
ontevreden met het wereldbestuur van Onzen
lieven Heer. Wanneer de donkere wolken eens van
haar kreeftsschaaigezicht verdreven werden, was
dat alleen als het haar na veel smeekens en over-
halens gelukt was, haar kleinzoontje bij zich op
bezoek te krijgen en dan zijn maagje kon bederven
met snoepgoed, dat zij voor dat doel steeds in
haar bureauladen verborgen hieid. De jongen was
haar afgod; het was ook zoo'n levendig en ver
standig kereltje en leek sprekend op Karin als
kind, wat een genade Gods was, want stel je eens
voor, dat hij op Ferdinand had geleken, op ..dien
ieelijken ouden aap"!
Op het tooneel volgde intusschen het eene num
mer het andere op; het publiek werd steeds guller
met zijn applaudissement, de artisten geraakten
meer cn meer in vuur en de atmosfeer werd al
ondoorzichtiger van sigarenrook. In de loge van
de Janzéns waren het slechts grootmoeder en de
kleine Einar, die volgden wat er op de planken
voorviel. Ferdinand was in zijn allerbeste luim cn
erg op dreef met het Vertellen van allerlei geschie
denissen, terwijl Karin voor dezen keer naar hem
Zoo mogelijk nog verbazingwekkender dan
het geval-Panter zijn de talrijke en zonder
linge getuigenverklaringen in het nu reeds
weken aan den gang zijnde proces v. d. Lubbe
inzake den Rijksdagbrand. Uitgezonderd
tegen v. d. Lubbe is tegen de overige be
klaagden tot nu toe nog geen greintje be
wijs van medeplichtigheid te construeeren.
van den beklaagde Dimitroff staat zelfs on-
omatootelijk vast dat hij tijdens het uitbre
ken van den brand niet te Berlijn verbleef.
Desondanks heeft minister-president Göring,
toen hij als getuige in dit proces werd ge
hoord, dezen beklaagde een vloed van visch-
wij venscheid woorden naar het hoofd geslin
gerd en werd deze beklaagde nota bene op
last van Göring, dus op last van een getuige,
uit de zittingszaal verwijderd, hem daarbij
de bedreiging nabulderend: we zullen jou
wel krijgen als js buiten de macht van dit
hof bent. En Heines, hoofdcommissaris van
politie te Breslau, eveneens als getuige ge
hoord, achtte het zelfs noodig er tegenover
het buitonland speciaal op te wijzen, dat de
S A. niet begrijpt waarom deze beklaagden
zoo lankmoedig worden behandeld. Wanneer
dergelijke uitlatingen niet van alle kanten
waren bevestigd zou geen normaal denkend
mensch in het buitenland zulks willen ge
looven, nu moet men zulks helaas wèl doen,
staat men er eenvoudig paf van. Maar dat
ligt natuurlijk geheel aan onze slecht ont
wikkelde juridische knobbel en omdat wij
als gevolg van onze onvoldoende intelligentie
er geen juist begrip van hebben wat wel
zoo al onder nationale zelfverheffing wordt
verstaan. Waarlijk, v. d. Lubbe is in dit
proces niet de eenigste zielige figuur.
Uit Dantzig komen ook minder prettige
berichten. De nazi's, onder leiding van
Rauschning, hebben zich hier tot voor kort
vrij tam en gematigd gedragen. De Joden
werden hier in vergelijking met het overige
Duitschland ontzien en de bladen der overige
partijen niet onderdrukt. Zoowel in Polen
als in Genève was men tevreden. Maar nu
hebben een socialistisch en een katholiek
blad zich verstout een verslag te publioeeren
over een rede die Geiser, de nationaal-socia-
listische vice-president van den Senaat, tot
de politie gehouden heeft en waarin o.m.
wordt geconstateerd dat er in de politie nog
andere opvattingen heerschen dan die der
nieuwe overheid. Deswege, niet als gevolg
van deze constateering der afwijkende mee
ningen, maar wegens het publiceeren van
het verslag der rede, is het katholieke blad
voor acht dagen en het socialistische blad
voor twee maanden verboden. Na zich ver
geefs tot den Senaat te hebben gewend, heb
ben zoowel de katholieken als de socialisten
hun nood geklaagd b{j den hoogen commis
saris van den Volkenbond, welke deze zaak
belangrijk genoeg vond ze bij den Volken
bond aanhangig te maken. Hierop heeft de
Dantziger overheid een bevel tot in hechte
nisneming tegen de betrokken journalisten
uitgevaardigd, omdat zij door hun beklag
over sohending van hun grondwettelijke
rechten bij den Volkenbond, Dantzig in moei
lijkheden hebben gebracht met het buiten
land, wat als landverraad wordt beschouwd.
De socialistische directeur zit reeds in de
dood, de katholieke redacteuren zijn zoo ver
standig geweest tijdig te eclipseeren.
keeren weer terug na het gebruik van
Mt|nbardt's Zennwlabletten.
Glazen Buisje 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv.)
O
MAAKT DE LANDBOUWCRISISSTEUN
HET LEVEN DUUR?
Menggebod en bietensteun noodig voor
instandhouding van akberbouwbedrüf.
De steun van staatswege, welke thans
aan den Nederlandschen landbouw en zijn
verschillende takken wordt verleend legt
een voortdurenden last op de burgerij.
In antwoord als het ware op de vele en
velerlei klachten van de zijde van hen, die
ontevreden zijn over dien steun, moge hier
volgen een beschouwing van de voornaam
ste der steunmaatregelen.
Als eersten maatregel ontmoeten we de
Tarwewet. Deze wet, beter bekend onder
den naam van maal- en menggebod, schrijft
voor, dat do bloem voor de bereiding van
brood gebruikt, voor 35 moet bestaan uit
bloem van inlandsche tarwe. Voor zijn tarwe
ontvangt de verbouwer in Nederland ge
middeld voor oogst 1933 een prfls van 12,
per 100 K.G., zijnde een zeer groot verschil
met den prjjs dien hij anders zou hebben
gemaakt. Zoo is momenteel in Rotterdam
buitenlandsche tarwe te koop, welke wat
kwaliteit betreft met onze inlandsche kan
worden vergeleken, voor ƒ2,50 per 100 K G.
(cif.) Deze prijs is tot nu toe een laagte
record en degenen, die deze tarwe op ter
mijn hadden gekocht, zullen er guldens per
100 K.G. aan verliezen. Een prijs van ƒ2,50
per 100 K.G., waar dan nog allerlei kosten
als vracht, verzekering, handelskosten etc.
af moeten, zoodat de eigenlijke verbouwer
misschien niet meer dan 1,75 ontvangt,
ligt ver en ver beneden de productiekosten
van welken tarweproducent dan ook. Zelfs
de Argentijnsche boer kan daar niet tegenop.
Zooals gezegd is in Rotterdam goede Hon-
gaarsche tarwe van 2,50 te koop ge
weest. Dat onze landbouwers tegen een der
gelijke dumping moeten worden beschermd,
kan geen redelijk mensch ontkennen.
Tarwesteun en broodprijs.
Maar wordt dan met al dien tarwesteun
de broodprijs niet opgedreven, zal men vra
gen? Wij zullen daarvoor eens nagaan, hoe
het met het verloop van den broodprijs staat.
Volgens de indexcijfers van de kleinhandels
prijzen, verzameld door een officieele instel
ling, het Centraal Bureau voor de Statistiek,
was de gemiddelde prijs van één K.G. tar
webrood (melkbrood) in 1913, in gemeenten
van meer dan 10.000 inwoners, 17.35 cent.
Het eerste halfjaar van 1933 moest voor 1
K.G. melktarwebrood gemiddeld 23 20 cent
worden neergeteld. Stellen we nu den brood
prijs in 1913 op 100, dan was ze in 1933:132.
De groote daling van den tarweprljs op
de wereldmarkt is echter begonnen in het
najaar van 1929 en toen was het index
cijfer voor melkbrood 169. Geleidelijk is het
cijfer gedaald, zoodat het in de tweede helft
van 1931 nog 143 bedroeg. Toen trad de
Tarwewet in werking en wat zien we nu
geen stijging, doch een daling van den brood
prijs. Het indexcijfer was de eerste helft
van 1932i 133, daarna in de tweede helft
van dat jaar 132 en is in de eerste helft
van 1933 iets gestegen, n.l. tot 134. De ver
klaring is, dat de 22J h 35% inlandsche
tarwe, die in het brood worden gemengd
en als zoodanig met een prijs van 14 50
adm. kosten moeten worden betaald, wel
een geringe stijging van den broodprijs
hadden kunnen veroorzaken, als niet de
meelfabrieken en de bakkers door onder
linge concurrentie en daling van den prijs
van de overige 65% tarwe, nog grootere
daling hadden teweeggebracht.
Dit voorjaar is de broodprijs eenigszins
gestegen omdat de meelfabrieken met de
georganiseerde bakkers onder goedkeuring
van de regeering een soort overeenkomst
hebben gesloten, welke hun een betere be
looning waarborgt.
Productie- en distributiekosten
gestegen.
Overigens zit het bij den broodprijs niet
in de eerste plaats in de kosten van de
tarwe, hetgeen uit de navolgende becijfering
kan blijken. Volgens het Centraal Bureau
voor de statistiek was de gemiddelde tarwe-
luisterde, omdat zij zich juist vandaag welwillend
jegens hem gestemd voelde en hem het ondank
bare, van tegen doove ooren te spreken, wilde
besparen. Met de oude anekdoten van zijn reizen
kwam hij nu zeiden meer op de proppen, want
die, dat wist hij, had zij duizend keeren gehoord
en voor vandaag voelde hij bovendien, dat zij
niet pasten. In plaats daarvan was hij begonnen
een menigte herinneringen uit de prille jeugd van
Einar op te halen, en daar hij hierdoor bij Karin
een teedere snaar aanroerde, volgde zij hem met
belangstelling, ofschoon zij natuurlijk ook dit alles
op haar duimpje kende. Het eene verhaal volgde
op het andere, en wanneer hij ér een uit had,
was zij altijd gereed hem een volgend in den
mond te leggen. Zij nam zelf het woord niet,
maar liet hem begaan en hij was zóó in vuur,
dat hij niet eens merkte, hoe zij alleen af en toe
een woordje in het midden bracht om hem aan
den gang te houden. Toch stelde zij werkelijk
belang in deze otide, dierbare herinneringen, die
hij weer in het geheugen riep.
„Herinner jij je dien keer, toen het kindermeisje
voor het eerst met hen: in het Humlepark was
geweest?" zeide hij. „Hij was toen hoogstens drie
of vier jaar oud. Je vroeg hem, of hij het stand
beeld van Linné had gezien. En of hij ook de
vier godinnen had opgemerkt, die om het stand
beeld zitten? Ja, antwoordde hij, de tantes heb
ik ook gezienI Ha, ha, ha, hoe grappig toch! Hij
noemde toen alle vrouwen tante!"
„Spreek wat zachter," vermaande Karin hem,
„het is niet noodig, dat hij het hoort, dat wij
het over hem hebben. Het is niet goed, dat het
kind merkt, dat het zoo het onderwerp van ons
gesprek is."
„Ja, daar heb je gelijk in, Karinlief," fluisterde
hij en leunde voorover met beide armen op tafel,
zijn gezicht zoo dicht mogelijk bij dat van Karin.
Zoo ging hij voort met vertellen met sprekende
oogen en stralend gezicht.
Maar Einar had alles gehoord, wendde zich
onverwachts om en zeide:
„Dat is niet de moeite waard om over te spreken.
Dan was grootmoeder nog veel dommer onlangs,
toen zij zeide, dat er nooit zooveel volk op dc
been was geweest in de straten van Stockholm,
als op den dag waarop Carl XII uitgekleed (ont
huld) werd."
Zijn inmenging in het gesprek werd door vader
cn moeder met een hartelijken lach beantwoord,
maar Jeremias keek spinnijdig en beweerde, dat
de jongen verkeerd verstaan had, zij kon nooit
zoo iets onpassends gezegd hebben.
Doch niemand luisterde naar haar. Vader en
moeder gingen door met vertellen, nu op meer
gedempten toon.
„En weet je ndg, toen hij zoo erg klein was,"
zeide Karin, „hoe hij zich op een keer ongansch
had gegeten aan pannekocken cn ons aan het
verstand wilde brengen, dat hij verzadigd was.
Herinner jij jc wat hij toen zei?"
„Ja, warempci... Mama, Einar heeft zoo'n
slaap in zijn maag, zei bijl"
Karin lachte, zoodat de rozen aan haar boezem
op cn neer dansten.
„Ja, die jongen kon altijd zoo ecnig uit den
hoek komen," vervolgde Ferdinand, toen hij wat
gekalmeerd was. „Zoo bijvoorbeeld dien keer toen
ik met hem buiten op het plein wandelde cn er
troepen van de garde voorbij kwamen. Toen zei
1de kleine rakker: Neen, kijk eens aan Papa, daar
prjjs in den groothandel in 19138,91$per
100 K.G., in 1929, dus vóór de invoering
der Tarwewet, was deze 10,66 per .100 K.G.
of 20 hooger dan in 1913. In 1913 was
de broodprjjs (melkbrood) per K.G, 17,35
cent, in 1929: 29,30 cent of 70% hooger.
Dit komt, doordat de kosten om uit de tarwe
brood te maken en het brood te bezorgen,
zoozeer zjjn gestegen. Niet de tarweprtfsis
dus de voornaamste factor voor den prjjs
van het brood, maar de verwerkingskosten
en de distributiekosten. En ook thans nog
zijn deze kosten in vergeljjking met 1929
onvoldoende gedaald.
Suikerpr^s weinig hooger dan
▼oor den oorlog.
Ten tweede: de suikerbietensteun. De
regeering heeft aan de suikerbietenverbou
wers toegezegd een bietenprys van 11,—
per 1000 K.G. voor een maximale hoeveel
heid van 1710 millioen bieten. Men berekent,
dat de steun zoo ongeveer 19 millioen gulden
zal vorderen. De regeering die dit bedrag
niet uit het Leeningsfonds 1914 of uit de
schatkist kon fourneeren, is overgegaan tot
bet verhoogen van den accjjns op suiker
met ƒ9,—. De suiker is tot crisisproduct
verklaard en door verhooging van den sui
keraccijns met 9,—per 100 K.G.kan men
den consument rechtstreeks den bietensteun
laten betalen. Men gelieve echter te beden
ken, dat de accijns per 16 October 1933 31,50
bedragend, al sinds 1865 op de suiker is ge
vestigd ten bedrage van 27,— per 100 K.G.
Is thans echter de suikerprijs zooveel hoo
ger dan voor den oorlog? Neen! De statistiek
kan ons daarbij weer helpen. In 1913 be
droeg de groothandelprjjs van suiker (inclu
sief den accjjns) 42,22 per 100 K.G. In
Augustus 1933 echter 37,58 per 100 K.G.
Rekenen we, dat de groothandelsprjjs thans
exclusief accijns niet is veranderd, dan is
deze met den verhoogden accijns gekomen
op rond 46$ gld. per 100 k.g. Dit is dus
ruim ƒ4,— per 100 k.g. hooger dan in 1913
of 4 cent per k.g.
Vóór den oorlog was de suiker ongeveer
een kwartje per pond. Het kleine aandeel
weegt niet op tegen het groote voordeel van
het behoud van een suikerbietencultuur in
ods land.
Zoo dikwijls hoort men stemmen opgaan
van de volgende strekking: Schaf dien bieten
steun toch af! Laat de suikerbietencultuur
verdwjjnen en ga goedkoope suiker invoeren
uit ons Indië, waar millioenen zakken suiker
opgetast liggen, die de N.I.V.A.S. gaarne
voor 5$ per zak zouden slijten. Doch van
deze suiker zou natuurljjk ook accjjns worden
geheven, al zou dit ƒ9,- per 100 k.g. min
der zijn. Daarvoor zouden wij dan de arbeiders,
die in de suikerindustrie en het daarbjj be
trokken transportwezen emplooi vinden als
werkloozen moeten onderhouden. Verder
zou de werkloosheid onder de landarbeid srs
gaan mijn tinnen soldaten! Ha, ha, ha: zijn tinnen
soldaten!"
„Ja, maar hij zei nog meer...."
„O ja, dat is waar ook. Hij zei: Papa, waarom
marclieereii die zoo door de straten? Zoeken zij
naar oorlog?"
Karin was nu eveneens in vuur geraakt en ook
haar ellebogen kwamen op tafel.
„Ja, maar het aardigste was toch nog op Goeden
Vrijdag een jaar of drie geleden."
„Juist, toen je hem verteldet, dat het de dag
was, waarop Jezus gekruisigd werd. Mama, mag
ik dan ook uit om het te zien! zei hij dadelijk, de
kleine ondeugd!"
Dc ouders lachten nu zóó luid, dat de menschen
in hun nabijheid naar de loge keken, om te zien
wat er gaande was. Vrouwe Von Dahn vond het
dan ook hoog tijd om eens een hartig woordje
te spreken.
„Jelui gedraagt je werkelijk ergerlijk, bromde
zij. ,,'t Is een schandaal. Dc menschen zouden
denken, dat wij te veel gedronken hebben."
„Kom nu, schoonmoedcrtje, wees nu niet boos,"
zei Ferdinand sussend, „we zullen nu ons fatsoen
houden. Een glaasje punch voor u? Santé, op
uw gezondheid! Op onze goede moeder, lang zal
zij leven, hip, hip, hoera!"
Dit laatste zei hij zachtjes genoeg en Jiij zag
er zoo goedig uit toen Jiij zich tot zijn voorname
schoonmoeder wendde en zijn glas opnam om met
haar te klinken, dat deze wel niet anders kon
doen dan dc vijandelijkheden staken en met hem
drinken; doch zij bracht haar glas aan den mond
met een gezicht als ware het één der zeven schalen
der gramschap Gods geweest.
Men schonk nu den optredenden artisten wat
meer attentie en het werd stil in de loge. Karin
kon zich echter niet warm maken voor het jode
lende Tyroler paartje, doch liet, in gedachten ver
zonken, haar blik over het aanwezige publiek
glijden.
Zij was dichter bij Einar geschoven en had
haaf linker arm om hem heen geslagen, zoodat
hij genoodzaakt was half op haar schoot te zitten,
en terwijl hij zijn aardig schrander gezichtje naar
het tooneel keerde, aaide Jiij zacht een paar malen
beurtelings met beide handen over de hand zijner
moeder. Liefkoozingen waren anders het ergste
dat hij kende, immers dat vond hij zoo flauw
en kinderachtig, bepaald vernederend voor een
jongen van tien jaren, vooral wanneer andere
menschen het konden zien, doch hij wist, dat
moeder er van hield om zoo geaaid te worden
en vandaag moest hij recht lief voor haar zijn,
omdat het haar verjaardag was.
Plotseling voelde hij hoe de hand, die hij aaide,
trilde en toen werd weggetrokken.
„Wat is er?" vroeg hij. „Deed ik u pijn?"
„Neen, zeker niet... het was niets..."
Maar iets was het toch- Karin was doodsbleek
geworden cn het koude zweet brak haar in kleine
heldere druppels aan de slapen uit. Zij had te
midden van dc menigte rookendc en punch drin
kende hceren een lichtblond hoofd op een paar
breede schouders in het oog gekregen cn aan beide
zijden van dat hoofd zag zij dc punten van een
lange, bijna witte snor uitsteken.
Zij kreeg een hevige hartklopping cn moest een
glas Apollinaris drinken, maar haar hand beefde
zóó, dat zij een paar druppels op haar rozen
morste.
(Wordt vervolgd).