Bij Ruwe Handen Purol
WOENSDAG
1 NOVEMBER 1933
LANDBOUW
TALMI.
PLUIMVEETEELT
Ingezonden Stukken
J
f
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent*
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelhar nis.
16E JAARGANG.
N°. 1
Steunregeling inheemsche Gerst
oogst I933.
Nu de maatregelen in verband met boven
staande steunregeling vaststaan, geven wü
hieronder een samenvatting daarvan:
De toeslag welke op inheemsche gerst van
oogst 1933 aan de gersttelers zal worden
uitbetaald en die op 3,50 per 100 k.g. is
gesteld, wordt uitsluitend uitgekeerd aan:
a. degenen, die vóór 16 Augustus j.l.
gerst hebben verkocht en daarvan
behoorlijke opgave hebben gedaan;
b. degenen, wier voorraad gedorschte
gerst bij de inventarisatie op 30
September j 1. door de Gewestelijke
Tarwe-Organisatie is vastgesteld;
c. degenen, die hun ongedorschte gerst
onder controle afdorschen.
De onder a en b genoemde hoeveelheden
zijn reeds vastgelegd en behoeven dus geen
nadere toelichting.
Van de onder c genoemde gerst dient te
worden opgemerkt, dat deze alleen dan voor
vergoeding in aanmerking komt als de dor-
sching na kennisgave aan en in overleg met
den Districts-Secretaris, onder contröle ge
schiedt. De dorsch-resultaten worden op
dorschopgaven vastgelegd, welke opgave door
den teler en de controle moeten worden ge-
teekend, de toeslag" wordt berekend over
het schoone gewicht. Op alle gerst die ge-
dorscht wordt zonder inachtname van deze
bepalingen, verbeurt de teler zijn recht op
Het ligt in de bedoeling de vergoedingen
eerst te betalen nadat alle onder a, b en c
genoemde gegevens verzameld zijn, dus
wanneer de geheele oogst zal zijn gedorscht;
wel wordt een voorschotregeling in over-
weging genomen.
Nadrukkelijk wordt erop gewezen, dat
gerst die, alle waarschuwingen ten spijt,
gedurende het tijdvak 16 Augustus 1 Oc
tober 1933 door de telers is verkocht, niet
wordt gesteund.
Deze regeling geldt alleen voor inheemsche
gerst van oogst 1933.
De uitzaai van gerst voor het volgend
jaar is niet beperkt.
De Gewestelijke Rogge- en Gerst
Organisaties
voor Noord- en Zuid-Holland.
VERDERE ORGANISATIE VAN DEN
GRAANSTEUN.
„Tijdelijke Graan-Centrale" opgericht.
's-GRAVENHAGE, 26 Oct. Van be
voegde zijde wordt liet volgende aan het
Corr. Bur. medegedeeld:
Ten einde te voorkomen dat een groote
voorinvoer zou plaats hebben en opdat tevens
zooveel mogelijk ook de geheele oogst 1933
der te steunen gewassen van de steunmaat
regelen zou kunnen profiteeren, moest na de
totstandkoming van de aanvulling van de
Landbouwcrisiswet-1933 op 5 Augustus 1933
zeer snel worden gewerkt. Daar het om deze
redenen niet mogelijk was reeds op 14 Augus
tus daarvoor een blijvende regeling te maken
FEUILLETON.
Roman uit het leven te Stockholm.
door ERNST LUNDQUIST.
Vertaald door F. LAHR Jr.
Nadruk verboden.)
34)
Zij deed een stap naar hem toe en legde haar
hand op zijn arm. Doch hij stootte ze van zich af.
„Raak mij niet aan!" siste hij tusschen zijn
tanden.
Toen begreep zij, dat hij haar van zich stootte,
geheel en al, haar persoon, haar liefde, haar ge
heele wezen, hun verleden, al hun zoo dierbare
herinneringen.Zij moest zich afwenden en tegen
een stoel steun zoeken.
„Je weet.
„Ik weet, dat je je verkocht hebt!"
Toen zij weer tot zichzelf gekomen was, zat
zij in een hoek van de sofa, met haar achterhoofd
tegen het behangsel geleund. Zij keek verward
om zich heen... neen, hij was niet weggegaan.
Hij zat op een stoel aan den anderen kant van
de tafel, slechts een el of wat van haar af, en
zijn toornige oogen doorboorden haar, alsof hij
haar hoofd aan den muur had willen nagelen.
God! Was hij dan gekomen om haar te ver
moorden?
Zij slikte en hijgde naar adem, sloot haar oogen,
en met moeite kwam het er uit, eentonig, met
horten en stooten:
werd bij wijze van tijdelijken maatregel de
stichting „Tijdelijke Graan-Centrale" opge
richt. De leiding dezer organisatie werd opge
dragen aan een bestuur, bestaande uit den
voorzitter der Meelcentrale en den voorzitter
en secretaris van de Centrale Tarwe-Organi
satie, terwijl de directeur van de Meelcentrale
in zijn kwaliteit van directeur der Tijdelijke
Graancentrale met de dagelijksche leiding
was belast.
De moeilijkheden bij het plotseling aanvaar
den van een nieuwe veel omvattende taak,
waaraan een groote geldelijke verantwoorde
lijkheid was verbonden, werden nog verhoogd,
doordat met het oog op later te nemen maat
regelen, overgegaan moest worden tot het her
kenbaar maken van bepaalde partijen van
ingevoerde monopolieproducten.
Het ligt dan ook in de bedoeling dezen ar
beid en de daaraan verbonden moeilijkheden
binnen korten tijd te verdeelen over een twee
tal organisaties, mede in verband met het feit,
dat dank zij de snelheid van handelen reeds
thans zal kunnen worden begonnen met de
uitvoering van het eigenlijke doel der steun
maatregelen, het verleenen van steun aan de
daarvoor in aanmerking komende granen,
rogge en gerst.
In verband hiermede kunnen de, door boven
bedoelde organisatie te verrichten werkzaam
heden worden onderscheiden in: de steun aan
binnenlandsche granen; de import van granen;
de import van producten van granen en zaden;
de verwerking van granen en daaruit bereide
producten.
De verdeeling van deze werkzaamheden is
zoodanig geregeld, dat alles wat betreft de
granen, dus zoowel de steun als de import,
wordt opgedragen aan de „Stichting Neder-
landsche Graancentrale". terwijl alles wat
betreft de producten van die granen, dus zoo
wel de import als de verwerking daarvan,
wordt opgedragen aan de „Stichting Neder-
landsche Meelcentrale."
Een uitzondering hierop maakt het artikel
rijst, waarvan zoowel het graan als de pro
ducten vallen onder de bemoeienis der Neder-
landsche Meelcentrale. Een gevolg hiervan is
natuurlijk, dat de thans bestaande vereeniging
„Nederlandsche Meelcentrale" moet worden
opgeheven.
De contröle op het geheel blijft opgedragen
aan het Regeeringsbureau voor de uitvoering
van de Tarwewet-1931. De aard harer werk
zaamheden brengt mede, dat de stichting „Ne
derlandsche Meelcentrale" behalve regelend,
ook controleerend optreedt bij de verwerking
van de verschillende producten. Het is om
deze reden een voordeel, dat de directeur van
de Stichting „Nederlandsche Meelcentrale"
tevens de functie van hoofdcontroleur der
Tarwewet-1931 vervult.
De verdere bijzonderheden alsmede de voor
belanghebbenden noodige aanwijzingen zullen
door de betrokken organisaties nader worden
vermeld.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze
abonné's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Dier-
gaardealngel 96a te Rotterdam. Postzegel voor antwoard
Insluiten en blad vermelden.
Over een nuttig boekje.
Vorige keer zeide ik reeds dat het boekje
„Ik deed het voor jou, Olofbij mijn eeuwige
zaligheid zweer ik, dat ik het voor jou deed. Hij
bood aan om voor je toekomst te zorgen, tien
jaar lang je studies te betalen tot jc doctor zoudt
zijn... en ik wist immers, dat dat je hoogste
wensch op aarde was... en dat dit de eenige
gelegenheid was, die je ooit geboden zou worden.
Ik weet, dat hij zijn aanbod deed uit egoistischc
beweegredenen.niaar voor niets is niets.en
twaalf duizend is werkelijk geen som, die men
zonder tegenwaarde wegwerpt..."
„Zoo. .oo?" luidde zijn stem met bijtenden hoon
en zij voelde dat woord als een zweepslag. „Dus
jij vondt je eer en mijn geluk niet meer waard
dan twaalf duizend?"
„Mijn eer? Ik begrijp je niet, Olof... ik ben
immers zijn vrouw!.En dat hcclemaal jouwen-
twil! Zie hier is..." Met zenuwachtig bevende
handen haalde zij haar portemonnaic te voor
schijn en legde zes bankjes vóór hem op het
tafelkleed. „Dit is voor een half jaar.daarna
krijg je meer, honderd kronen per maand, totdat
je het examen hebt afgelegd..."
Hij keek naar het bankpapier, barstte toen in
een heeschen lach uit, nam efen bock, dat juist
in de nabijheid lag, en sloeg daarmee de bankjes
van tafel, zoodat zij een heel eind over den grond
vlogen en daar bleven liggen. Met een stem, die
de grootste minachting te kennen gaf, voer hij
tegen haar uit:
„Dat je dat geld in je vingers hebt kunnen
nemen! Je handen moeten al even grof zijn als
je ziel!"
Zij boog haar hoofd als voor een slag.
Na een poosje keek zij weer op en zcide op
gedempten, deemocdigen toon:
over Pluimveehouderij van den heer Wyk
(uitgave Tjeenk Willink te Zwolle) in een
behoefte voorziet. De pluimveehouderij is
een vak dat alleen door hen met veel vak
kennis met winst uitgeoefend kan worden.
Menschen die kippen houden zijn er genoeg,
maar menschen die daarmede geld verdienen
zijn er heel wat minder. Voortdurend het
nieuwste toepassen wat goed gebleken is bij
proeven is de beste manier. Vandaar dat ik
voor grootere en dure boeken op dit gebied
niet veel voel en wel voor kleinere, goed-
koopere boekjes, die telkens als ze uitver
kocht zijn weer in nieuwe drukken ver
schijnen. Ze kunnen dan volgens de eischen
des tijds telkens bijgewerkt worden. Nu is
dat voor sommige onderdeelen niet zoo
hard noodig, zooals voor hoofdstukken over
•afstamming, lichaamsbouw, huisvesting,
maar voor andere zooals voedingsleer en
ziektebestrijding is dat juist hard noodig en
bij de beoordeeling van de waarde van zoo'n
boekje heeft men daarop speciaal te letten.
Ook moet een dergelijk boekje niet te uit
gebreid zyn, de tegenwoordige tyd is op
vluchtigheid ingesteld en niet velen hebben
lust om zich avond na avond in zoo'n onder
werp te gaan verdiepen. Wie dieper opeen
of ander onderwerp in wil gaan moet toch
op een heel andere manier te werk gaan
en doet wijzer ook de vakbladen bij te hou
den, waarin naast vele oppervlakkige stukjes
van tijd tot tijd meer wetenschappelijke
gegevens verstrekt worden. Het boekje van
den heer Wijk laat zich vlot lezen en hoewel
het klein van omvang is (122 bladzyden)
bevat het toch een dozyn nuttige hoofd
stukken.
In hoofdstuk I worden de voornaamste
hoenderrassen, welke in ons land gehouden
worden, besproken en toegelicht door eenige
aardige foto's. By hoofstuk II, over den li
chaamsbouw, krijgen we een heel goede
beschryving over het ei en het inmaken
van eieren. Hoofdstuk III bespreektdan het
natuuriyk en kunstmatig broeden. Bij de
fokleer worden omtrent het samenstellen
der foktoomen nuttige wenken gegeven en
het hoofdstuk over de huisvesting geeft
weer een duidelijke teekening van een hok
voor 100 kippen, naar een teekening van
de Rijksvoorlichtingsdienst. Ook de voer
bakken kan men aan de hand van de tee-
keningen zelf wel maken.
Een der belangrijkste hoofdstukken is no. 6
dat handelt over de voeding en verzorging
der hoenders, terwijl hoofdstuk 7 over de
voeding en verzorging der kuikens handelt.
Deze hoofdstukken zou iedere kippenhouder
van buiten moeten kennen, want wie de
voedingsleer goed weet toe te passen heeft
daarmede een groot deel van zijn succes in
handen. Deze hoofdstukken bevatten tevens
eenige recepten voor kippen-en kuikenvoer
voor hen die zelf dat voer willen mengen.
Over het algemeen komt het zelf mengen
niet voordeeliger uit, daar men dan slechts
kleine partyen grondstoffen tegen duurderen
prijs moet koopen en men bovendien nog
mengmachines moet aanschaffen.
Zeer goed gezien is het dat de heer Wijk
er bij de kuikenopfok op wijst de jonge
dieren tijdig tegen diphterie te laten inenten.
Het hoofdstuk over de ziekten is ook zeer
lezenswaardig, al komen hier een paar on
nauwkeurigheden verraden dat er een leek
aan het woord is. Van veel belang zijn echter
deze kleinigheden niet, alleen moeten ze bij
„Dat jc niet eens wilt trachten mij te verstaan,
Olof! Geloof je dan niet, dat ik vreeselijk heb
geleden, voor ik sterk genoeg was mijn offer te
brengen? Jij verbeeldt je misschien, dat ik heel
kalm en berustend afstand deed van jou, die
mij op aarde boven alles lief was, den eenigen,
dien ik ooit bemind heb of zal beminnen? Ach,
wanneer je op dit oogenblik in mijn binnenste
kondt lezen... of wanneer jc mij gezien hadt
gedurende dien vreeselijken tijd, hoe ik er mij met
alle kracht tegen verzette, hoe ik in het begin
dat voorstel heelemaai niet in overweging wilde
nemen, doch de gedachte eraan even minachtend
verwierp als jij mij nu van je stoot! Ik stribbelde
tegen als een koppig, ongehoorzaam kind, ik vond
God, die zoo iets van mij kon vergen, hardvochtig
en onrechtvaardig! Maar hoe ik er ook tegen in
opstand kwam, ten slotte moest ik wel inzien,
dat het mijn plicht was mijzelf om jouwentwil te
verloochenen... wat zou anders mijn liefde voor
jou betcekend hebben, wanneer ik ter wille van
jouw geluk geen afstand had kunnen doen van
het mijne? Zoo'n egoistisch, kleingeestig, erbarme
lijk schepsel hadt jij toch nooit tot vrouw willen
nemen.
„Zoo, dus jij verbeeldt je nog op den koop toe,
dat je edel en bewonderenswaardig hebt gehan
deld?" antwoordde Olof met schamperen lach.
„Neen, min heb je gehandeld, min en nog eens
min! Wat ben jc voor een wezen, dat je dat niet
kunt begrijpen? Jij hebt jc vrijwillig in een stin
kenden modderpoel geworpen, waarvan de lucht
op een afstand al voldoende is om iedere eerbare
vrouw tc doen walgen... het beste en heiligste
in je heb jij prijsgegeven, dal wat je staande
gehouden en je leven tot het beste, reinste, nut
(Adv.)
een volgende druk herzien worden. By het
enten tegen diphtherie wordtn.l.gezegd:dit
geschiedt met entstot (de z g. antidiphtherin).
Antidiphtherin is echter de naam van een
bepaald entstof, uitgevonden door prof. de
Blieek en dr. van Heelsbergen en ook alleen
die entstof mag dezen naam dragen. Er zijn
echter wel tien of meer soorten entstoffen
in den handel die ook goede resultaten geven
(o.a. de entstof van de Ryksseruminrichting).
Bij tuberculose staat dat de ziekte in de
laatste jaren meer en meer voorkomt. Dit
is totaal onjuist, de ziekte wordt dank zij
de betere huisvesting en fokmethodes steeds
minder. Gaapziekte kan eigenlijk wel ver
dwijnen in een beknopt overzicht over ziek
ten, daar zij bijna niet meer voorkomt en
dat buikwaterzucht van „tuberculose" aard
is, is nonsens. Bijvoetgezwellen had echter
de opmerking dat ze soms van gevaarlijke
aard zijn er wel by gekund, de meeste
pluimveehouders denken daar te licht over.
Ook het vereenigingsleven en de organisatie
van den handel in eieren is niet vergeten,
evenmin als de nieuwe wetteiyke bepalingen
omtrent het merken van eieren.
Hoofdstuk 11 handelt over eendenhouderij
en kalkoenenhouderij en hoofdstuk 12 be
spreekt de boekhouding, die op geen enkel
bedryf mag ontbreken.
Ik wensch den heer Wijk geluk met dit
boekje, dat zeer keurig uitgevoerd is dooi
den drukker en dat in mijn oogen de groote
verdienste bezit niet door advertenties „ver
sierd" te zijn. Goede voorlichting moet kun
nen bestaan zonder advertenties. Nu nog een
vraag:
Een lezer schrijft mij dat hy zy'n hok wil
vernieuwen en tevens de planken met car-
bolineum behandelen, terwijl de kippen er
in loopen. Nu is hem verteld dat de kippen
niet tegen de teer kunnen, dus wat te doen?
Als werkelyk de kippen niet uit het hok
kunnen omdat er geen ruimte is, dan zou
ik de planken niet allemaal tegeiyk in de
carbolineum zetten, doch telkens een deel
van het hok. Pas echter op voor de eieren,
want die zijn vrijwel oneetbaar als ze in
een hok gei9gd worden, dat sterk doortrokken
is van carbolineumdampen. Overigens is het
thans al te ver in den tyd om hokken te
vernieuwen en te carbolineeren, dat kan
beter in den zomer geschieden als de weers
omstandigheden gunstiger zijn.
Dr. te Hennepe
ZWARE SNEEUWSTORM IN CANADA.
Zakenleven te Montreal stilgelegd.
MONTREAL, 25 Oct. Boven Montreal
heeft een lievige sneeuwstorm gewoed, zoo
lievig, als de laatste twintig jaar zoo vroeg in
liet najaar niet is voorgekomen. Het geheele
zakenleven werd door den storm stilgelegd.
Het verkeer, in de eerste plaats het spoor- en
tramverkeer werd ernstig gestremd, zoodat de
levering van landbouwproducten aan de stad
groote moeilijkheden ondervond. Zelfs tele
foon- en telegraaflijnen werden vernield.
Uit de Canadeesche hoofdstad Ottawa
komen gelijkluidende berichten.
(V. D.)
tigste en gelukkigste zou gemaakt hebben
want, zie je, dat alles krijgt een maar eenigszins
goede vrouw door haar liefde, als die van de
echte soort is. Maar jij weet niet wat liefde is en
nog minder kan je echte van onechte onderschei
den. Wanneer je dom waart, dom als de dwaaste
zottin, die ooit haar beetje wijsheid uit misselijke
keukenmeidenromans geput jiecft, zou dat een
verklaring zijn, hoewel geen excuus. Maar nu moet
dat alles, heel je gruwelijke, hemeltergende mis
stap voortkomen uit een kleine ziel, waardoor jc
niet fijn kimt voelen of denken en daarom
ben ik je dank verschuldigd, dat jij me de oogen
hebt geopend, zoodat ik tenminste niet om jc hoef
te treuren als om het verlies van een weergaloo-
zen schat."
Hij stond op 'en ging met groote stappen de
kamer op en neer, de handen in zijn zakken.
„Je zegt, dat ik niet weet wat liefde is," viel
Karin hem gekwetst in de rede, want van al het
hardvochtige, dat Jiij haar gezegd had, had haar
dit het meest gekrenkt. ..Ik meen anders, dat ik
dat waarlijk genoeg getoond heb. Die liefde, die
zichzelf zoo geheel kan verloochenen, is dat niet
de wareHeet het niet, dat de liefde alles ver
draagt en niets vergt?"
„Ja, zoo heet het," barstte Olof heftig uit
„maar dat is een leugen, tenminste in toepassing
op de liefde tusschen man en vrouw. De liefde is
egoistisch, in Jioogc mate zelfs en juist daardoor
is zij volmaakt. De liefde vindt haar doel in zich
zelf..haar recht en plicht is liefhebben, lief
hebben en nog eens liefhebben... hoe meer zij
daarin kan opgaan, hoe grooter wordt het geluk,
dat zij voor beide partijen schept. Maar jij hebt
je liefde op den achtergrond laten dringen door
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Bussen.
Als men zoo eens zit te wroeten
In de bussen romantiek,
Dan zijn er toch heel veel bussen,
En, oq£ bussen politiek.
Bussen zyn er voor de groenten,
Voor het schoensmeer, voor kaneel;
Klapper- en paneermeelbussen,
Bussen voor ons kindermeel.
Bussen voor carbid en pinda's,
Voor benzine en voor fruit;
Karnemelk en waterbussen,
Voor cacao en voor beschuit.
Bussen om te collecteeren,
Voor de verf, en voor vernis;
Vuilnisbussen, donderbussen,
Bussen voor gemalen visch.
Bussen voor pastei en peper,
Voor de zeep en voor ysco's;
Brievenbussen, brokkenbussen,
Bussen voor de stembureaus.
Bussen voor sardiene-beesten,
Voor corned-beef, bruine teer;
Kwibussen Jakobussen,
Bussen voor het wagensmeer.
Bussen voor plamuur en olie,
Voor toffee's en offertjes
Autobussen ziektebussen
Zyn maar voor de boffertjes.
Bussen zijn voor condensatie,
Autobussen voor vervoer;
Ziektebussen zyn voor zieken,
Of men kruier is, of boer.
Maar helaas, het ziekten busje
Is niet safe, is lek misschien?
Wellicht zou de een of ander
Hierin nog een re-bus zien.
!t Is geeu puzzle of geen re-bus,
't Is een droeve werk'iykheid:
Dat een dokter met zyn busje
Bokken van de schapen scheidt.
Ziektebussen zijn voor zieken,
Of je geld hebt of crediet;
Of je ziek bent of verkouden,
Of je maaz'len hebt, of niet.
Makkers „bussen-candidaten"
Wiens gestel te veel mankeert,
Worden om het plat te zeggen
Netjes uit de bus geweerd.
Bussen-leden, zij, die off'ren
Voor „sporadisch" ziek te zy'n,
Zijn steed3 graag geziene klanten,
Vormen saam een zilvermijn.
Want de zwakken zijn de duursten
Voor den medicijnen-man;
Maar de offers der gezonden,
Ja, daar heeft ie nog iets an.
't Gaat dus niet om menschenliefde,
Doch om Mammon's rooden duit;
't Zoete schaapje, dat mag bussen,
't Zondebokje, blijft er uit.
Dirksland. Oct. '33.
B. L. G.
tal van onwaardige, wereldsche beweeggronden.
Jij hebt ons eerste recht, het recht der liefde,
verzaakt voor een huwelijk zonder liefde."
„Om jouwentwil, Olof, om jouwentwilmom
pelde zij telkens weer en klampte zich aan deze
woorden vast met een angst alsof het haar leven
gold.
„Om mijnentwil?... Ja, ik weet niet, in hoe
verre deze romantische opofferingsmanie schuld
is aan je ellendige daad of in hoeverre die het
gevolg is van een instinct om zooveel mogelijk
van de weelde van dit leven te genieten, want
ijdel ben je Karin, dat weet je zelf heel goed.
Maar laat ons aannemen, dat zooals je zegt, het
geheel ter wille van mij is geweest! Wat heb je
me dan voor schitterende voordeden bezorgd?
Voor mijn toekomst heb je gezorgd? En bloos je
dan niet, wanneer jc bedenkt hoe jij mij in je
gedachten of bij gebrek daaraan hebt be-
leedigd, door ook niaar één oogcnblk te gelooven,
dat ik niet met walging en minachting dit vuile
geld, den prijs van jouw schande, van me weg
zou slingeren? O, Karin, dat wij elkaar zóó lang
konden toebehooren, zonder dat jij mij in de verste
verte hebt gekend! Dat bewijst... ja onnoodig
te zeggen wat, jij zoudt me toch niet begrijpen,
want ik vrees, dat je niet geschikt bent om man
nen te begrijpen van een ander slag dan dien, in
wiens armen jij jc hebt geworpen. Dus, een
toekomst heb je mij niet bezorgd door je mooi
arrangement. Wat heb je mij dan gegeven?
(Wordt vervolgd).