Bij Ruwe Handen Purol WOENSDAG 1 NOVEMBER 1933 LANDBOUW TALMI. PLUIMVEETEELT Ingezonden Stukken J f Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent* Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelhar nis. 16E JAARGANG. N°. 1 Steunregeling inheemsche Gerst oogst I933. Nu de maatregelen in verband met boven staande steunregeling vaststaan, geven wü hieronder een samenvatting daarvan: De toeslag welke op inheemsche gerst van oogst 1933 aan de gersttelers zal worden uitbetaald en die op 3,50 per 100 k.g. is gesteld, wordt uitsluitend uitgekeerd aan: a. degenen, die vóór 16 Augustus j.l. gerst hebben verkocht en daarvan behoorlijke opgave hebben gedaan; b. degenen, wier voorraad gedorschte gerst bij de inventarisatie op 30 September j 1. door de Gewestelijke Tarwe-Organisatie is vastgesteld; c. degenen, die hun ongedorschte gerst onder controle afdorschen. De onder a en b genoemde hoeveelheden zijn reeds vastgelegd en behoeven dus geen nadere toelichting. Van de onder c genoemde gerst dient te worden opgemerkt, dat deze alleen dan voor vergoeding in aanmerking komt als de dor- sching na kennisgave aan en in overleg met den Districts-Secretaris, onder contröle ge schiedt. De dorsch-resultaten worden op dorschopgaven vastgelegd, welke opgave door den teler en de controle moeten worden ge- teekend, de toeslag" wordt berekend over het schoone gewicht. Op alle gerst die ge- dorscht wordt zonder inachtname van deze bepalingen, verbeurt de teler zijn recht op Het ligt in de bedoeling de vergoedingen eerst te betalen nadat alle onder a, b en c genoemde gegevens verzameld zijn, dus wanneer de geheele oogst zal zijn gedorscht; wel wordt een voorschotregeling in over- weging genomen. Nadrukkelijk wordt erop gewezen, dat gerst die, alle waarschuwingen ten spijt, gedurende het tijdvak 16 Augustus 1 Oc tober 1933 door de telers is verkocht, niet wordt gesteund. Deze regeling geldt alleen voor inheemsche gerst van oogst 1933. De uitzaai van gerst voor het volgend jaar is niet beperkt. De Gewestelijke Rogge- en Gerst Organisaties voor Noord- en Zuid-Holland. VERDERE ORGANISATIE VAN DEN GRAANSTEUN. „Tijdelijke Graan-Centrale" opgericht. 's-GRAVENHAGE, 26 Oct. Van be voegde zijde wordt liet volgende aan het Corr. Bur. medegedeeld: Ten einde te voorkomen dat een groote voorinvoer zou plaats hebben en opdat tevens zooveel mogelijk ook de geheele oogst 1933 der te steunen gewassen van de steunmaat regelen zou kunnen profiteeren, moest na de totstandkoming van de aanvulling van de Landbouwcrisiswet-1933 op 5 Augustus 1933 zeer snel worden gewerkt. Daar het om deze redenen niet mogelijk was reeds op 14 Augus tus daarvoor een blijvende regeling te maken FEUILLETON. Roman uit het leven te Stockholm. door ERNST LUNDQUIST. Vertaald door F. LAHR Jr. Nadruk verboden.) 34) Zij deed een stap naar hem toe en legde haar hand op zijn arm. Doch hij stootte ze van zich af. „Raak mij niet aan!" siste hij tusschen zijn tanden. Toen begreep zij, dat hij haar van zich stootte, geheel en al, haar persoon, haar liefde, haar ge heele wezen, hun verleden, al hun zoo dierbare herinneringen.Zij moest zich afwenden en tegen een stoel steun zoeken. „Je weet. „Ik weet, dat je je verkocht hebt!" Toen zij weer tot zichzelf gekomen was, zat zij in een hoek van de sofa, met haar achterhoofd tegen het behangsel geleund. Zij keek verward om zich heen... neen, hij was niet weggegaan. Hij zat op een stoel aan den anderen kant van de tafel, slechts een el of wat van haar af, en zijn toornige oogen doorboorden haar, alsof hij haar hoofd aan den muur had willen nagelen. God! Was hij dan gekomen om haar te ver moorden? Zij slikte en hijgde naar adem, sloot haar oogen, en met moeite kwam het er uit, eentonig, met horten en stooten: werd bij wijze van tijdelijken maatregel de stichting „Tijdelijke Graan-Centrale" opge richt. De leiding dezer organisatie werd opge dragen aan een bestuur, bestaande uit den voorzitter der Meelcentrale en den voorzitter en secretaris van de Centrale Tarwe-Organi satie, terwijl de directeur van de Meelcentrale in zijn kwaliteit van directeur der Tijdelijke Graancentrale met de dagelijksche leiding was belast. De moeilijkheden bij het plotseling aanvaar den van een nieuwe veel omvattende taak, waaraan een groote geldelijke verantwoorde lijkheid was verbonden, werden nog verhoogd, doordat met het oog op later te nemen maat regelen, overgegaan moest worden tot het her kenbaar maken van bepaalde partijen van ingevoerde monopolieproducten. Het ligt dan ook in de bedoeling dezen ar beid en de daaraan verbonden moeilijkheden binnen korten tijd te verdeelen over een twee tal organisaties, mede in verband met het feit, dat dank zij de snelheid van handelen reeds thans zal kunnen worden begonnen met de uitvoering van het eigenlijke doel der steun maatregelen, het verleenen van steun aan de daarvoor in aanmerking komende granen, rogge en gerst. In verband hiermede kunnen de, door boven bedoelde organisatie te verrichten werkzaam heden worden onderscheiden in: de steun aan binnenlandsche granen; de import van granen; de import van producten van granen en zaden; de verwerking van granen en daaruit bereide producten. De verdeeling van deze werkzaamheden is zoodanig geregeld, dat alles wat betreft de granen, dus zoowel de steun als de import, wordt opgedragen aan de „Stichting Neder- landsche Graancentrale". terwijl alles wat betreft de producten van die granen, dus zoo wel de import als de verwerking daarvan, wordt opgedragen aan de „Stichting Neder- landsche Meelcentrale." Een uitzondering hierop maakt het artikel rijst, waarvan zoowel het graan als de pro ducten vallen onder de bemoeienis der Neder- landsche Meelcentrale. Een gevolg hiervan is natuurlijk, dat de thans bestaande vereeniging „Nederlandsche Meelcentrale" moet worden opgeheven. De contröle op het geheel blijft opgedragen aan het Regeeringsbureau voor de uitvoering van de Tarwewet-1931. De aard harer werk zaamheden brengt mede, dat de stichting „Ne derlandsche Meelcentrale" behalve regelend, ook controleerend optreedt bij de verwerking van de verschillende producten. Het is om deze reden een voordeel, dat de directeur van de Stichting „Nederlandsche Meelcentrale" tevens de functie van hoofdcontroleur der Tarwewet-1931 vervult. De verdere bijzonderheden alsmede de voor belanghebbenden noodige aanwijzingen zullen door de betrokken organisaties nader worden vermeld. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Dier- gaardealngel 96a te Rotterdam. Postzegel voor antwoard Insluiten en blad vermelden. Over een nuttig boekje. Vorige keer zeide ik reeds dat het boekje „Ik deed het voor jou, Olofbij mijn eeuwige zaligheid zweer ik, dat ik het voor jou deed. Hij bood aan om voor je toekomst te zorgen, tien jaar lang je studies te betalen tot jc doctor zoudt zijn... en ik wist immers, dat dat je hoogste wensch op aarde was... en dat dit de eenige gelegenheid was, die je ooit geboden zou worden. Ik weet, dat hij zijn aanbod deed uit egoistischc beweegredenen.niaar voor niets is niets.en twaalf duizend is werkelijk geen som, die men zonder tegenwaarde wegwerpt..." „Zoo. .oo?" luidde zijn stem met bijtenden hoon en zij voelde dat woord als een zweepslag. „Dus jij vondt je eer en mijn geluk niet meer waard dan twaalf duizend?" „Mijn eer? Ik begrijp je niet, Olof... ik ben immers zijn vrouw!.En dat hcclemaal jouwen- twil! Zie hier is..." Met zenuwachtig bevende handen haalde zij haar portemonnaic te voor schijn en legde zes bankjes vóór hem op het tafelkleed. „Dit is voor een half jaar.daarna krijg je meer, honderd kronen per maand, totdat je het examen hebt afgelegd..." Hij keek naar het bankpapier, barstte toen in een heeschen lach uit, nam efen bock, dat juist in de nabijheid lag, en sloeg daarmee de bankjes van tafel, zoodat zij een heel eind over den grond vlogen en daar bleven liggen. Met een stem, die de grootste minachting te kennen gaf, voer hij tegen haar uit: „Dat je dat geld in je vingers hebt kunnen nemen! Je handen moeten al even grof zijn als je ziel!" Zij boog haar hoofd als voor een slag. Na een poosje keek zij weer op en zcide op gedempten, deemocdigen toon: over Pluimveehouderij van den heer Wyk (uitgave Tjeenk Willink te Zwolle) in een behoefte voorziet. De pluimveehouderij is een vak dat alleen door hen met veel vak kennis met winst uitgeoefend kan worden. Menschen die kippen houden zijn er genoeg, maar menschen die daarmede geld verdienen zijn er heel wat minder. Voortdurend het nieuwste toepassen wat goed gebleken is bij proeven is de beste manier. Vandaar dat ik voor grootere en dure boeken op dit gebied niet veel voel en wel voor kleinere, goed- koopere boekjes, die telkens als ze uitver kocht zijn weer in nieuwe drukken ver schijnen. Ze kunnen dan volgens de eischen des tijds telkens bijgewerkt worden. Nu is dat voor sommige onderdeelen niet zoo hard noodig, zooals voor hoofdstukken over •afstamming, lichaamsbouw, huisvesting, maar voor andere zooals voedingsleer en ziektebestrijding is dat juist hard noodig en bij de beoordeeling van de waarde van zoo'n boekje heeft men daarop speciaal te letten. Ook moet een dergelijk boekje niet te uit gebreid zyn, de tegenwoordige tyd is op vluchtigheid ingesteld en niet velen hebben lust om zich avond na avond in zoo'n onder werp te gaan verdiepen. Wie dieper opeen of ander onderwerp in wil gaan moet toch op een heel andere manier te werk gaan en doet wijzer ook de vakbladen bij te hou den, waarin naast vele oppervlakkige stukjes van tijd tot tijd meer wetenschappelijke gegevens verstrekt worden. Het boekje van den heer Wijk laat zich vlot lezen en hoewel het klein van omvang is (122 bladzyden) bevat het toch een dozyn nuttige hoofd stukken. In hoofdstuk I worden de voornaamste hoenderrassen, welke in ons land gehouden worden, besproken en toegelicht door eenige aardige foto's. By hoofstuk II, over den li chaamsbouw, krijgen we een heel goede beschryving over het ei en het inmaken van eieren. Hoofdstuk III bespreektdan het natuuriyk en kunstmatig broeden. Bij de fokleer worden omtrent het samenstellen der foktoomen nuttige wenken gegeven en het hoofdstuk over de huisvesting geeft weer een duidelijke teekening van een hok voor 100 kippen, naar een teekening van de Rijksvoorlichtingsdienst. Ook de voer bakken kan men aan de hand van de tee- keningen zelf wel maken. Een der belangrijkste hoofdstukken is no. 6 dat handelt over de voeding en verzorging der hoenders, terwijl hoofdstuk 7 over de voeding en verzorging der kuikens handelt. Deze hoofdstukken zou iedere kippenhouder van buiten moeten kennen, want wie de voedingsleer goed weet toe te passen heeft daarmede een groot deel van zijn succes in handen. Deze hoofdstukken bevatten tevens eenige recepten voor kippen-en kuikenvoer voor hen die zelf dat voer willen mengen. Over het algemeen komt het zelf mengen niet voordeeliger uit, daar men dan slechts kleine partyen grondstoffen tegen duurderen prijs moet koopen en men bovendien nog mengmachines moet aanschaffen. Zeer goed gezien is het dat de heer Wijk er bij de kuikenopfok op wijst de jonge dieren tijdig tegen diphterie te laten inenten. Het hoofdstuk over de ziekten is ook zeer lezenswaardig, al komen hier een paar on nauwkeurigheden verraden dat er een leek aan het woord is. Van veel belang zijn echter deze kleinigheden niet, alleen moeten ze bij „Dat jc niet eens wilt trachten mij te verstaan, Olof! Geloof je dan niet, dat ik vreeselijk heb geleden, voor ik sterk genoeg was mijn offer te brengen? Jij verbeeldt je misschien, dat ik heel kalm en berustend afstand deed van jou, die mij op aarde boven alles lief was, den eenigen, dien ik ooit bemind heb of zal beminnen? Ach, wanneer je op dit oogenblik in mijn binnenste kondt lezen... of wanneer jc mij gezien hadt gedurende dien vreeselijken tijd, hoe ik er mij met alle kracht tegen verzette, hoe ik in het begin dat voorstel heelemaai niet in overweging wilde nemen, doch de gedachte eraan even minachtend verwierp als jij mij nu van je stoot! Ik stribbelde tegen als een koppig, ongehoorzaam kind, ik vond God, die zoo iets van mij kon vergen, hardvochtig en onrechtvaardig! Maar hoe ik er ook tegen in opstand kwam, ten slotte moest ik wel inzien, dat het mijn plicht was mijzelf om jouwentwil te verloochenen... wat zou anders mijn liefde voor jou betcekend hebben, wanneer ik ter wille van jouw geluk geen afstand had kunnen doen van het mijne? Zoo'n egoistisch, kleingeestig, erbarme lijk schepsel hadt jij toch nooit tot vrouw willen nemen. „Zoo, dus jij verbeeldt je nog op den koop toe, dat je edel en bewonderenswaardig hebt gehan deld?" antwoordde Olof met schamperen lach. „Neen, min heb je gehandeld, min en nog eens min! Wat ben jc voor een wezen, dat je dat niet kunt begrijpen? Jij hebt jc vrijwillig in een stin kenden modderpoel geworpen, waarvan de lucht op een afstand al voldoende is om iedere eerbare vrouw tc doen walgen... het beste en heiligste in je heb jij prijsgegeven, dal wat je staande gehouden en je leven tot het beste, reinste, nut (Adv.) een volgende druk herzien worden. By het enten tegen diphtherie wordtn.l.gezegd:dit geschiedt met entstot (de z g. antidiphtherin). Antidiphtherin is echter de naam van een bepaald entstof, uitgevonden door prof. de Blieek en dr. van Heelsbergen en ook alleen die entstof mag dezen naam dragen. Er zijn echter wel tien of meer soorten entstoffen in den handel die ook goede resultaten geven (o.a. de entstof van de Ryksseruminrichting). Bij tuberculose staat dat de ziekte in de laatste jaren meer en meer voorkomt. Dit is totaal onjuist, de ziekte wordt dank zij de betere huisvesting en fokmethodes steeds minder. Gaapziekte kan eigenlijk wel ver dwijnen in een beknopt overzicht over ziek ten, daar zij bijna niet meer voorkomt en dat buikwaterzucht van „tuberculose" aard is, is nonsens. Bijvoetgezwellen had echter de opmerking dat ze soms van gevaarlijke aard zijn er wel by gekund, de meeste pluimveehouders denken daar te licht over. Ook het vereenigingsleven en de organisatie van den handel in eieren is niet vergeten, evenmin als de nieuwe wetteiyke bepalingen omtrent het merken van eieren. Hoofdstuk 11 handelt over eendenhouderij en kalkoenenhouderij en hoofdstuk 12 be spreekt de boekhouding, die op geen enkel bedryf mag ontbreken. Ik wensch den heer Wijk geluk met dit boekje, dat zeer keurig uitgevoerd is dooi den drukker en dat in mijn oogen de groote verdienste bezit niet door advertenties „ver sierd" te zijn. Goede voorlichting moet kun nen bestaan zonder advertenties. Nu nog een vraag: Een lezer schrijft mij dat hy zy'n hok wil vernieuwen en tevens de planken met car- bolineum behandelen, terwijl de kippen er in loopen. Nu is hem verteld dat de kippen niet tegen de teer kunnen, dus wat te doen? Als werkelyk de kippen niet uit het hok kunnen omdat er geen ruimte is, dan zou ik de planken niet allemaal tegeiyk in de carbolineum zetten, doch telkens een deel van het hok. Pas echter op voor de eieren, want die zijn vrijwel oneetbaar als ze in een hok gei9gd worden, dat sterk doortrokken is van carbolineumdampen. Overigens is het thans al te ver in den tyd om hokken te vernieuwen en te carbolineeren, dat kan beter in den zomer geschieden als de weers omstandigheden gunstiger zijn. Dr. te Hennepe ZWARE SNEEUWSTORM IN CANADA. Zakenleven te Montreal stilgelegd. MONTREAL, 25 Oct. Boven Montreal heeft een lievige sneeuwstorm gewoed, zoo lievig, als de laatste twintig jaar zoo vroeg in liet najaar niet is voorgekomen. Het geheele zakenleven werd door den storm stilgelegd. Het verkeer, in de eerste plaats het spoor- en tramverkeer werd ernstig gestremd, zoodat de levering van landbouwproducten aan de stad groote moeilijkheden ondervond. Zelfs tele foon- en telegraaflijnen werden vernield. Uit de Canadeesche hoofdstad Ottawa komen gelijkluidende berichten. (V. D.) tigste en gelukkigste zou gemaakt hebben want, zie je, dat alles krijgt een maar eenigszins goede vrouw door haar liefde, als die van de echte soort is. Maar jij weet niet wat liefde is en nog minder kan je echte van onechte onderschei den. Wanneer je dom waart, dom als de dwaaste zottin, die ooit haar beetje wijsheid uit misselijke keukenmeidenromans geput jiecft, zou dat een verklaring zijn, hoewel geen excuus. Maar nu moet dat alles, heel je gruwelijke, hemeltergende mis stap voortkomen uit een kleine ziel, waardoor jc niet fijn kimt voelen of denken en daarom ben ik je dank verschuldigd, dat jij me de oogen hebt geopend, zoodat ik tenminste niet om jc hoef te treuren als om het verlies van een weergaloo- zen schat." Hij stond op 'en ging met groote stappen de kamer op en neer, de handen in zijn zakken. „Je zegt, dat ik niet weet wat liefde is," viel Karin hem gekwetst in de rede, want van al het hardvochtige, dat Jiij haar gezegd had, had haar dit het meest gekrenkt. ..Ik meen anders, dat ik dat waarlijk genoeg getoond heb. Die liefde, die zichzelf zoo geheel kan verloochenen, is dat niet de wareHeet het niet, dat de liefde alles ver draagt en niets vergt?" „Ja, zoo heet het," barstte Olof heftig uit „maar dat is een leugen, tenminste in toepassing op de liefde tusschen man en vrouw. De liefde is egoistisch, in Jioogc mate zelfs en juist daardoor is zij volmaakt. De liefde vindt haar doel in zich zelf..haar recht en plicht is liefhebben, lief hebben en nog eens liefhebben... hoe meer zij daarin kan opgaan, hoe grooter wordt het geluk, dat zij voor beide partijen schept. Maar jij hebt je liefde op den achtergrond laten dringen door (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Bussen. Als men zoo eens zit te wroeten In de bussen romantiek, Dan zijn er toch heel veel bussen, En, oq£ bussen politiek. Bussen zyn er voor de groenten, Voor het schoensmeer, voor kaneel; Klapper- en paneermeelbussen, Bussen voor ons kindermeel. Bussen voor carbid en pinda's, Voor benzine en voor fruit; Karnemelk en waterbussen, Voor cacao en voor beschuit. Bussen om te collecteeren, Voor de verf, en voor vernis; Vuilnisbussen, donderbussen, Bussen voor gemalen visch. Bussen voor pastei en peper, Voor de zeep en voor ysco's; Brievenbussen, brokkenbussen, Bussen voor de stembureaus. Bussen voor sardiene-beesten, Voor corned-beef, bruine teer; Kwibussen Jakobussen, Bussen voor het wagensmeer. Bussen voor plamuur en olie, Voor toffee's en offertjes Autobussen ziektebussen Zyn maar voor de boffertjes. Bussen zijn voor condensatie, Autobussen voor vervoer; Ziektebussen zyn voor zieken, Of men kruier is, of boer. Maar helaas, het ziekten busje Is niet safe, is lek misschien? Wellicht zou de een of ander Hierin nog een re-bus zien. !t Is geeu puzzle of geen re-bus, 't Is een droeve werk'iykheid: Dat een dokter met zyn busje Bokken van de schapen scheidt. Ziektebussen zijn voor zieken, Of je geld hebt of crediet; Of je ziek bent of verkouden, Of je maaz'len hebt, of niet. Makkers „bussen-candidaten" Wiens gestel te veel mankeert, Worden om het plat te zeggen Netjes uit de bus geweerd. Bussen-leden, zij, die off'ren Voor „sporadisch" ziek te zy'n, Zijn steed3 graag geziene klanten, Vormen saam een zilvermijn. Want de zwakken zijn de duursten Voor den medicijnen-man; Maar de offers der gezonden, Ja, daar heeft ie nog iets an. 't Gaat dus niet om menschenliefde, Doch om Mammon's rooden duit; 't Zoete schaapje, dat mag bussen, 't Zondebokje, blijft er uit. Dirksland. Oct. '33. B. L. G. tal van onwaardige, wereldsche beweeggronden. Jij hebt ons eerste recht, het recht der liefde, verzaakt voor een huwelijk zonder liefde." „Om jouwentwil, Olof, om jouwentwilmom pelde zij telkens weer en klampte zich aan deze woorden vast met een angst alsof het haar leven gold. „Om mijnentwil?... Ja, ik weet niet, in hoe verre deze romantische opofferingsmanie schuld is aan je ellendige daad of in hoeverre die het gevolg is van een instinct om zooveel mogelijk van de weelde van dit leven te genieten, want ijdel ben je Karin, dat weet je zelf heel goed. Maar laat ons aannemen, dat zooals je zegt, het geheel ter wille van mij is geweest! Wat heb je me dan voor schitterende voordeden bezorgd? Voor mijn toekomst heb je gezorgd? En bloos je dan niet, wanneer jc bedenkt hoe jij mij in je gedachten of bij gebrek daaraan hebt be- leedigd, door ook niaar één oogcnblk te gelooven, dat ik niet met walging en minachting dit vuile geld, den prijs van jouw schande, van me weg zou slingeren? O, Karin, dat wij elkaar zóó lang konden toebehooren, zonder dat jij mij in de verste verte hebt gekend! Dat bewijst... ja onnoodig te zeggen wat, jij zoudt me toch niet begrijpen, want ik vrees, dat je niet geschikt bent om man nen te begrijpen van een ander slag dan dien, in wiens armen jij jc hebt geworpen. Dus, een toekomst heb je mij niet bezorgd door je mooi arrangement. Wat heb je mij dan gegeven? (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1