Boerenleenbank Middelharnis-Sommelsdijk D.JflPPECz.teSommelsdijk öiriDODM'ê) JIJANOL WOENSDAG 13 September 1933 Aardappelsteunregeling; 1933. TALMI. Onze Landsvrouwe spreekt tot haar Volk. •st den Berg, nadat twee weken geleden R.K. kerk aldaar ingebroken werd. De :ers hebben een laddertje geplaatst tegen rre en zijn toen door het raam te ïor- i van de ontvangzaal, welke boven de zaal gelegen is, binnengekomen. Zij zijn klaarblijkelijk door het blaften van den [Ond op de vlucht geslagen en dat wel rast, want de inbrekerswerktuigen, be- le uit boor, breekijzer en steekbeitel, n zij achtergelaten. In den loop van den Iwerd de pastoor zoowel als de dienst- wakker door het luid aanslaan van den ïond. Toen zij verder niets bespeurden, n zij zich weer ter ruste begeven. Van- nd werd echter de inbraak ontdekt. XOOZE TOESTAND IN DEN BOLLEN- HANDEL. VENKARSPEL, 7 Sept. De toestand Ii bloembollenhande! is vrijwel hopeloos, groote veiling bedroeg de aanvoer ruim lillioen stuks, waarvan ongeveer 80 •erkocht werd. De overblijvende 20 jeneden kostprijs van de hand. DRONKEN IN EEN AUTO. Meisje bij aanrijding gewond. 11ELO, 7 Sept. Hedennacht is de gjarige mej. AL v. d. Hoek op de Wierden raat alhier door een auto aangereden evolge, waarvan zij een zware hersen- ding kreeg en in levensgevaar verkeert, ïeisje, een fruitvenster, keerde vannacht en jongeren broer terug van de kermis nelo, waar zij met een fruitwagen ge had. Op de Wierdenschestraat reed een hen achterop, die in plaats van links ij te rijden, rechts passeerde en daarbij eisje aanreed. De auto, waarin twee man- n twee jonge vrouwen gezeten waren, even en daarna reed de bestuurder doch een eind verder aan de Wierden- raat moest de auto wegens een lekken stoppen. twee mannen en één der vrouwen vluch- e daar aanwezige boschjes in, doch de e vrouw kon worden aangehouden. Door ianhouding kwam de politie op het spoor en bestuurder, H. A. Al. uit Borne, die ;n kWmeraad en twee meisjes uit een na- plaats de kermis te Almelo bezocht n. Het gezelschap verkeerde niet in nuch- toestand. Al. is gearresteerd. Het slacht- is na door dr. Kats alhier te zijn be id, naar het algemeen ziekenhuis ver- Alen vreest voor haar leven. Het meisje voornaamste kostwinster in het groote RAND TERWIJL BEWONER NIET THUIS WAS. 3TEN (N.H.), 7 Sept. Vermoedelijk het omvallen van een petroleumtoestel lenmiddag brand ontstaan in de woning len heer Kars aan den Akerdijk no. 91, il de bewoners afwezig waren. Het vuur reeds gelegenheid gegad zich te ver- len, toen dë bewoner thuis kwam en ont- dat zijn woning in lichtelaaie stond, het naastgelegen perceel, waarvan de rers, de familie Parelberg, eveneens niet waren, had vlam gevat. De heer Kars ht zich geen oogenblik, maar trapte het I van de deur in, waarna hij de trap op boven rende om een driejarig kind, dat te slapen lag, in veligheid te brengen, de man even later gekomen, dan zou eine zeker omgekomen zijn, want enkele iblikken later stortte het dak van het el in. inboedel van de familie Parelberg kon endeels worden gered, doch have en goed e familie Kars ging geheel in de vlammen le brandweer uit Hoofddorp arriveerde alf uur na het uitbreken van den brand aatse, doch bepaalde zich slechts tot het sschen. De schade, welke door beide |ien geleden is, wordt door verzekering De bank leent gelden aan leden legen 4.5 's jaars. Zij neemt gelden op tegen 3.36 's jaars, ook van niet-leden. Voorschotten kunnen dagelijks aan gevraagd worden bij een der leden van het Bestuur. Gelegenheid tot inbrengen en terugbetaling van gelden eiken Maan dagavond en Vrijdagavond van 68 uur ten huize van den kassier Prijs per kwartaal Losse nummers ADVERTENT1ËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dezer dagen werd mij gevraagd, of ik be reid was eenige nadere toelichting aan de kweekers en handelaren in de plaatselijke bladen te willen geven, inzake de aardappel- steunregeling. Als men gevoelt, dat men zelf de zaak nog niet volkomen onder de knie heeft en alle voor- loopige reglementen en bepalingen nog wach ten op verbeteringen uit de praktijk geboren, is het niet te verwonderen, dat ik die vraag niet direct bevestigend heb beantwoord. Bij eenig nadenken ben ik toch uiteindelijk besloten om door middel van eenige voor beelden een idee te geven van den gang van 2aken, echter onder voorbehoud, dat men het mij niet euvel zal duiden, als de door mij ver strekte gegevens binnen eenige dagen weer veranderd worden. Voorbeelden: 1. Een teler verkoopt rechtstreeks of door bemiddeling van een commissionnair aan den groothandel. Bij totstandkoming van koop en verkoop maakt de koopman of commissionnair een koopbriefje in drievoud op. (Voorloopig is hier voor door mij een model ontworpen, doch bin nen niet al te langen tijd wordt een officieel model door de Gew. Aard. Org. verstrekt.) Nadat het door kooper en verkooper is onderteekend, geeft de kooper één exemplaar aan den teler, één exemplaar aan den contro leur of Secretaris en één exemplaar behoudt hij zelf. Het koopbriefje dient den teler als vervoer bewijs voor het vervoer naar de verladings- plaats. Is het schip of wagen afgeladen en de aard appelen voldoen aan de maat 35.60 m.M., dan verstrekt de controleur aan den kooper een vervoerbewijs, mits de kooper een bewijs over legt, dat hij 2,per 100 kg. heeft gestort op de rekening van de Ned. Landb. Bank, ten gunste van de Gew. Ard. Org. te 's Graven- tiage, terwijl de koopprijs van de aardappelen (minimum ƒ2,— per 100 kg.) binnen 10 dagen aan de Gew. Aard. Org. moet worden betaald. Na ontvangst van den aardappelprijs be taalt de Gew. Aard. Org. niet 2,doch voorloopig 1,50 per 100 kg. aan den teler uit. 2. Teler levert rechtstreeks aan consument oi winkelier. De teler sorteert zijn aardappelen op 35.60 m.M. maat en vraagt keuring aan bij den controleur. Voldoen de aardappelen aan de ge stelde eischen, dan stort hij 2.50 per 100 kg. op de in voorbeeld 1. genoemde bank en vraagt onder overlegging van het stortingsbewijs een vervoerbewijs aan den controleur. De aardappelprijs kan hij zelf met den con sument of winkelier verrekenen. Zijn de aardappelen in zakken verpakt, dan moeten deze door den controleur worden ge plombeerd. 3. Grove voor export. Het koopbriefje dient ook hier den telers als vervoerbewijs voor het vervoer van het land naar de verladingsplaats. De controleur geeft hiervoor aan den kooper een gratis vervoerbewijs af, indien bewezen wordt, dat de aardappelen inderdaad voor export bestemd zijn. De overeengekomen aardappelenprijs wordt door den kooper aan den teler betaald. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. FEUILLETON Roman uit het leven te Stockholm. door ERNST LUNDQU1ST. Vertaald door F. LAHR Jr. (Nadruk verboden.) 20) „En hij heeft zich al teruggetrokken; hij heeft van mij klaar en duidelijk bescheid gekregen, en sedert Mei is hij dan ook niet op die ongelukkige huwelijkskwestie teruggekomen, zoodat ik niet begrijp, dat u die steeds hardnekkig opwarmt. Janzén mag zijn goede zijde hebben, ja, wat mij betreft, mag hij een hemelsche engel zijn, maar mijn man wordt hij nooit." ,,'t Is jammer," zuchtte juffrouw Berger en zag er diep bekommerd uit. „Zoo'n in alle opzichten uitstekende partij! Ik ben er van overtuigd, dat Janzén je in overvloed zou doen baden en je als een prinses gekleed laten gaan, en wat een genot zou het niet zijn om dan met jou naar Nyköping te gaan en Sophie en Wentzel de oogen uit te steken met al jouw toiletten.maar dat genoe gen schijn je je arme moeder op haar ouden dag niet te gunnen." „U gelooft dus, dat het geluk bestaat in benijd te worden." ..Ja juist, dat geloof ik. Waarin zou het anders bestaan? Geloof jij mij maar, meisje, liefde, poëzie cn al dergelijk moois, het is slechts een dun verguldsel op het werkelijke leven, het slijt er 4. Veevoer. Ook hiervoor dient het koopbriefje den teler weer als vervoerbewijs van het land naar de Verladingsplaats. Tenzij de maat kleiner is dan 35 m.M., mag veevoeder zonder stuksteken niet worden ver laden. Hiervoor wordt door den controleur een gratis vervoerbewijs aan den kooper afgegeven. De overeengekomen prijs wordt evenals bij aardappelen voor export, door den kooper aan den teler betaald. 5. Vervoer van het bedrijf naar de bewaar plaats (Put). Als het vervoer over den openbaren weg moet plaats vinden, vrage men daarvoor een gratis vervoerbewijs aan den controleur, onder opgave van de ligging van het perceel, grootte van het perceel, soort en hoeveelheid der te vervoeren aardappelen en in hoeverre ze zijn gesorteerd, benevens de ligging van de be waarplaats (Put). 6. Goedgekeurd Pootgoed met certificaten N.A.K, wordt op gratis vervoerbewijs ver voerd. 7. Ongekeurd Pootgoed valt onder dezelfde bepalingen als de consumptieaardappelen. Vanzelfsprekend is 't niet mogelijk om alle bepalingen voor de vele in den aardappelhan- del voorkomende handelstransacties in de bladen te vermelden. Ik meen dan ook met bovenstaande 7 voor beelden, die in de praktijk het meest voor komen, voorloopig te kunnen volstaan. Gezien de zeer hooge boeten en de kans op uitsluiting als erkend kweeker of handelaar voor den tijd van 1 tot 10 jaren, wil ik er nog met nadruk op wijzen, dat het aan ieder ver boden is, om meer dan 10 kg. aardappelen langs den openbaren weg te vervoeren, zonder dat men in 't bezit is van de daarvoor ver- eischte verdunning. De Secretaris v. d. Gew. Aard. Org. District H. VAN HEEST. Tijdens de groote Nationale Huidebetooging te Amsterdam hield H.M. de Koningin onder staande rede: Het is Mijn wensch persoonlijk Neerlands Jongeren, die de voorbereiding van deze groot- sche en indrukwekkende betooging op zich namen, en allen die zich opmaakten daaraan deel te nemen, Mijn hartgrondigen dank te betuigen voor dit blijk van hun aanhankelijk heid en trouw, nu Ik 35 jaren zoo nauw aan Mijn Volk verbonden ben geweest. Hierbij gedenk ik ook de talloos velen, die deze ure uit de verte met ons medeleven, zoo in het Vaderland als in Nederland onder de keerkrin gen 'en breng hun daarvoor Mijn bijzondere erkentelijkheid. Als lk op dit tijdperk terugzie, dan is het met een hart vol dankbaarheid voor al het schoone en goede, dat ik van Mijn Volk heb mogen ondervinden, dan word lk steeds op nieuw getroffen door de bewijzen van ver knochtheid en den steun Mij, niet het minst in moeilijke en zorgvolle dagen ten deel ge vallen en welke Ik thans, in deze ure, ander maal op ondubbelzinnige wijze ondervind. gauw af en dan houdt men niets over dan het leelijke, eenvoudige koper en dat wordt nooit goud, hoe men het ook poetst. Maar rijkdom en aanzien, dat is iets blijvends, wanneer men het verstandig aanlegt, het is massieve, echte waar, die haar waarde behoudt zoolang men leeft, en wanneer men sterft is het een welkome erfenis voor de nakomelingen." „Zoo redeneert men misschien wanneer men oud en gebrekkig, zoowel naar lichaam als aan ziehwordt," zeide Karin, minachtend de schouders ophalende. „Maar ook jij zidt oud en gebrekkig worden, vergeet dat niet," viel juffrouw Berger gretig in. „Jong is men op zijn hoogst een jaar of twintig, maar oud is men er veertig of vijftig. Richt het zoo in, dat je tevreden kunt zijn gedurende de langste periode van je leven en niet gedurende de kortste, dat schijnt mij een verstandig en gezond principe te zijn." „In het geheel niet," barstte Karin uit, terwijl zij opstond en zich in haar voile lengte oprichtte, „al zou ik maar tien jaar jong blijven, dan verkies ik die tien jaar gelukkig te zijn, zooals alleen de jeugd dat kan wezen daarna wil ik dan in 's hemels naam op de herinnering teren. Dan heb ik ten minste eens geleefd en er van genoten, al is het maar kort,.het edelste in mij heeft zoo lang mogelijk in mij kunnen leven... cn later wanneer de jeugd voorbij is, heb ik altijd her inneringen om mij er aan te koesteren.dat mas sieve en substantiecle, waarvan u sprak, is alle maal goed en wel, maar een oude, bibberend vrouw verwarmen doet het niet. Ziezoo," voegde zij er opgewekter aan toe, „kijk nu niet alsof je naar de galg moet, Jcremias, wees opgeruimd, dan Pogen Mijn plicht te vervullen tegenover het Vaderland is Mij 'in donkere tijden meer dan ooit een voorrecht en bron van blijdschap, daar lk Mij gedragen weet door Uwe trouw en medeleven. De nationale gedachte bindt ons weer allen te zamen. Wij willen ons zelf zijn en blijven. Wij willen voortbouwen op de grondslagen door onze Vaderen gelegd, ons bewust van onze roeping tegenover onszelf en in het groote gezin der volkeren. Wij willen putten uit de schatten ons door een groot voorgeslacht nagelaten, overtuigd daarin ten allen tijde overvloedig te vinden hetgeen wij behoeven om met taaie volharding en zich steeds weer vernieuwende kracht te streven naar de aanpassing bij gewijzigde wereldomstandigheden, welke onder Gods zegen ons weer een gelukkige toekomst bren gen kan. Ik bid God om wijsheid en sterkte om nu in den tijd, die vóór ons ligt, vastberaden daarin voor te gaan. Mij thans in het bijzonder richtend tot de Jongeren wensch lk tot hen het woord van oprechte waardeering te spieken voor den ijver en de voortvarendheid welke zij hebben aan den dag gelegd bij de voorbereiding van deze voor Mij onvergetelijke ure en voor hun trouw en toewijding aan Mij en Mijn Huis. Een schoone taak zij voor hen weggelegd indien zij langs de beproefde wegen, zooeven door Mij aangeduid, straks hunne krachten gaan wijden aan den opbouw van het tijdperk dat voor ons ligt. Waar zij in de groote figuren die Nederland heeft voortgebracht de idealen verpersoonlijkt zien, welke ook zij nastreven, zullen zij er krachtig toe kunnen bijdragen het schoonste uit onze historie in heden en toekomst te doen voortleven in zich steeds vernieuwenden en verjongenden vorm. Ten besluite richt Ik Mij tot U allen, ouderen en jongeren te zamen, ja tot de bevolking van geheel het rijk, om als één en ondeelbaar volk de handen ineen te slaan ten einde eendrachtig samen te werken om dezen zorgvollen tijd te boven te komen. Als vanzelf gaat ons aller blik naar onze fiere driekleur, symbool van ons willen en kunnen, zinnebeeld bovenal van ons dierbaar Vaderland. Zij waaie steeds over de Wereld zeeën tot in de verste landen en doe daar kond van onze eendracht en onze wilskracht. Leve het Vaderland. Hoezee! PERSOONLIJK WOORD VAN DANK VAN KONINGIN. „Het is mij een behoefte nogmaals uiting te geven aan mijn diep gevoelden dank jegens allen, die Zaterdag uit alle deelen des lands in het Stadion te Amsterdam zijn samen gestroomd om mij blijk te geven van nun liefde en aanhankelijkheid en die dezen dag tot een onvergetelijken feestdag voor mij heb ben gemaakt." W1LHELMINA. NA DE HULDIGING- Verbijsterend woord. Het uitvoerend comité van het Nationaal Huldigingsdéfilé had Zaterdagavond een aan tal gasten genoodigd aan een diner in Hotel de 1'Europe te Amsterdam. Onder deze gasten behoorden Prins Hendrik, Jlir. D. A. Roëlï, Commissaris van de Koningin in Noord-Hol- zullen wij voor vanavond een lekkeren kop thee zetten, die ons goed zal doen na dien zwaren kost. Maar nu geeft u mij eerst een zoentje en belooft u me, dat wij voortaan weer goede vrienden zullen zijn en niet langer zuur zullen kijken, zooals wij den heelen zomer hebben gedaan... men kan immers van verschillende opvatting en toch op goeden voet zijn. Zoo mag ik Jiet! Nu is Jercmias weer mijn lief moedertje..." Gedurende den herfst werkte Karin hard. Zij had volop te doen en verdiende een aardig stuk geld. Wanneer zij van Bikupan of van een der andere handwerkwinkels geld in ontvangst Jiad genomen, stond zij gewoonlijk met de klinkende munt in haar hand een tijd te philosophecren, of zij er mee naar de spaarbank zou gaan om nader hand Olof in geval van nood te kunnen steunen. Het zou ook wenschelijk zijn een spaarduitje te hebben, wanneer zij werkelijk eens wilden trou wen; dan behoefde zij niet voor iedere kleinigheid een beroep te doen op Olof's kas. Maar deze bcschöuwingcn leidden tot niets; gewoonlijk was er iets voor haar toilet, wat zij „bepaald" noodig had, nu een nieuwe mantel, dan weer een hoed of japon cn gewoonlijk was het geld in een omme zien verdwenen, als kaf voor den wind. Enfin, voor latere behoeften sparen had toch niet veel doel, want met de toekomst en het uitzicht op trouwen zag het er treurig uit. Karin ging gedurende den herfst op zijn minst eens in de week naar haar familie in de Trebackarlang- straat om te hooren, of er geen bericht van Olof was. Maar zij kreeg altijd hetzelfde antwoord land en Dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam. Bij het begin van den maaltijd het was reeds een vergevorderd uur van den avond stelde Ds. A. G. H. v. Hoogen- huyze, die tafelpresident was, een dronk in op de Koningin, waarna staande het Wilhelmus werd gezongen. Tegen het einde van den maal tijd sprak Ds. van Hoogenhuyse zijn dank baarheid uit over het slagen van dezen dag. Jonge menschen hebben dat gedaan. Het is een symptoom van het toenemend enthousi asme, van de stijgende vaderlandsliefde en oranjeliefde van het steeds grooter wordend nationaal gevoel, dat zich van Neerlands jeugd gaat meester maken. In de jeugd ligt de toe komst van het volk. Als Neerlands jeugd zich schaart om Harer Majesteit's troon, dan is dat een hecht en stevig bolwerk tegen de ont bindende machten, die troon en altaar willen omverwerpen. Kerk en Staat willen sJoopen. „Nooit zullen wij dat toelaten" zegt de jeugd en meegesleept door hun enthousiasme zeggen de ouderen het den jongeren na. „Hulde aan Neerlands jeugd", roept spr. uit. Deze dag heeft het bewezen, zoo vervolgt spr. zijn tafelrede, dat diep in de ziel van het Nederlandsche volk liefde woont voor ons Oranjehuis, voor onze geliefde Koningin in het bijzonder. Uit de verste hoeken van ons land is men opgetrokken naar Amsterdam, alleen om door het voorbijtrekken H.M. te toonen, door den blik hünner oogen en het gewuif hunner handen, hoe lief zij onze Ko ningin hebben. Het heeft Nederland goed gedaan, zegt spr. met verheffing van stem, Oranje in zijn mid den te hebben en het zal onze Koningin hebben goed gedaan, temidden van haar juichend volk te verkeeren. En dat dit hier in Amsterdam heeft kunnen plaats hebben, verheugt ons uitermate. Amsterdam toch had wat goed te maken, had den smaad uit te wisschen, een paar jaar geleden Hare Majesteit aangedaan. Dat moet uit zijn, heeft Amsterdam van 1933 gezegd. Wij moeten het toonen, dat Am sterdam niet rood is, al werkt hier ook open lijk en ondergronds allerlei revolutionnaire propaganda. EEN NATIONAAL REVEIL1 Een nationaal reveil, een nationale ontwa king en opleving moet van deze huldiging het gevolg zijn. Een nieuw Amsterdam moet ge boren worden. Geen roode wethouders meer in ons stadsbestuur. Een nieuw Nederland moet geboren worden. Geen revolutionnairen meer in de Kamer. Revolutionnaire partijen hooren niet in Ne derland, allerminst in de volksvertegenwoor diging. Schreit liet niet ten hemel, roept spr. uit, dat, als 19 September de Staten-Generaal worden geopend, men dien dag aankondigt als de „Roode Dinsdag" en Rood Nederland naar Den Haag durft roepen om te demon- streeren en het de Koningin en de ordelievende partijen onaangenaam te maken. Dat mag Oranje-Nederland niet dulden. En gelijk vam daag op 9 September, Oranje-Nederland naar Amsterdam is gekomen, zoo moet het op 19 September naar Den Haag, zoodat ook dan Hare Majesteit door een juichend volk rijdt. Vanaf deze plaats wil ik, zegt spr., een oproep door ons land laten weerklinken, om op 19 September Hare Majesteit in Den Haag toe te juichen. Deze dag heeft het getuigenis gegeven, dat een nieuwe geest in ons land gaat ontwaken, jongeren en ouderen, beide. In ons land zijn onder God's bestel Koningshuis en geen brief, niet eens een briefkaart. Dus ging liet hem niet goed. Arme jongen! In haar verbeelding zag zij al de akeligste schrikbeelden: hij leed honger cn koude, zijn Zondagsche klecren en zijn boekeu had hij naar den lommerd moeten brengen, hij zwierf van de eene stad naar de andere, bleek en uitgemergeld, om werk te zoeken, waarvan hij voor 't oogenblik zou kunnen leven, hij was uit geput door ontbering, lag eenzaam en verlaten in ecu ziekenhuis, hij zou sterven... en was te zwak of misschien ook te trotsch om haar te schrijven, en toch zou ze zonder aarzelen haar laatste öre genomen hebben om naar Jiem toe te reizen cn hem op tc passen, misschien om zijn leven tc redden! O, als zij nu maar wist waar hij was, zoodat zij hem kon schrijven, dan zou zij hem niet met rust laten, vóór hij beloofd had, geregeld van zich tc laten hooren, hoe slecht hij het ook had, zoodat zij zich niet doodclijk on gerust hoefde te maken en zich het ergste hoefde voor tc stellen I Tegen het einde van November kreeg zij ein delijk van Hilma Berger te hooren, dat cr een brief van Olof gekomen was, in Gothenburg ge schreven. Hij verzocht alleen zijn geboorteakte te willen overzenden, die hij vergeten Jiad Hilma had ze in bewaring in een lade bij de papieren van haar eigen gezin. Hij had het document per omgaande noodig, want hij stond op het punt voor onbcpaalden tijd naar Engeland tc vertrek ken. Hij Jiad tot nu toe in verschillende steden gewerkt, doch nu had een kameraad hem over gehaald mee naar Huil tc gaan, waar de loonen op de fabrieken hooger zouden zijn. De brief ein digde: Vele groeten aan de uwen cn aan allen, die een groet van mij in ontvangst willen nemen Vaderland nauw verbonden, hecht en stevig. Geve God, dat dat in lengte van dagen zoo inoge blijven. Ik drink, zoo besloot Ds. van Hoogenhuyze, op den eeuwen ouden band, die er bestaat tusschen Nederland en Oranje. VERBIJSTEREND WOORD De Commissaris van de Koningin, Mr. Dr. A. Roëlï, die vervolgens het woord nam, noemt deze dag een „Vaderlandsche dag". Hij is diep onder den indruk gekomen van de woorden, door H.M. de Koningin gericht tot Haar volk. Daarentegen heeft het woord van d" i tafel president hem verbijsterd. De Wethouders van Amsterdam toch, waren genoodigd tot dezen disch. Gesteld, dat zij waren gekomen, dan zouden de woorden van Ds. van Hoogenhuyze, een onaangenamen indruk hebben gemaakt. Spr. weet dat Ds. van Hoogenhuyze een warm vaderlander is en de woorden, 's mid dags door hem gesproken, waren spr. dan ook uit het hart gegrepen. Spr. wijdt daarop een dronk op den vaderlander van Hoogenhuyze. Verder zegt spr., dat hij nog een taak heeft te vervullen en een verzuim van het Uitvoe rend Comité goed te maken. Het défilé heeft langer geduurd dan men verwacht had en het comité had den heer Theo v. d. Bijl als dirigent van het groote koor een krans willen aanbieden. De aanbieding is aan het slot van den zang in het Stadion in het gedrang gekomen en daarom wordt dat verzuim thans goedge maakt. (Aan den heer Theo v. d. Bijl wordt thans de krans geschonken, waarvoor deze met eenige vriendelijke woorden dank zegt.) TE VEEL PARTIJMAN De Burgemeester, Dr. W. de Vlugt, zegt evenals de heer Roëll, groote waardeering te hebben voor het woord, door Ds. van Hoogen huyze in het Stadion gesproken. Ds. van Hoogenhuyze stond toen heel dicht bij de Kroon en men zegt, hoe dichter bij de Kroon, hoe minder Partijman. Vanavond is de'tafelpresident echter te veel partijman geweest, want vraagt spr., wat wordt nu mijn positie als U zoo kon spreken over het dagelijksch bestuur van Amsterdam. Met de wethouders van de verschillende par tijen heeft spr. in het waarachtig belang van de gemeente goed samengewerkt. Het is voor spr. niet aangenaam te hooren, dat het beleid van het dagelijksch bestuur zoo wordt gedis- qualificeerd. Voortgaande brengt spr. hulde aan het initiatief van de jongeren en wel in hoofdzaak aan de technische leiding. Spr. geeft toe, dat de eerste aanraking in deze zaak eenigszins koel was, maar men zal niet ontkennen, dat spr. zijn vertrouwen heeft geschonken. Voor eigen "verantwoordelijkheid "heeft de burge meester den eisch gesteld, dat een commissie van advies zal worden benoemd om geregeld overleg te plegen. Het verheugde spr., dat Dr. van Hoogenhuyze aanstonds bereid was als voorzitter op te treden. Spr. wijdt daarop een dronk op de commissie van advies. Generaal Snijders brengt vervolgens hulde aan het uitvoerend comité voor de zoo goed geslaagde betooging en in het bijzonder aan den heer Tholen. Tenslotte dankt de heer Lotgering de beide eere-voorzitters, Jhr. Dr. A. Roëll en Dr. W. de Vlugt voor hun harte lijke medewerking. (Maandagmorgenblad.) Nu Karin eindelijk het adres van Olof wist, was haar eerste ingeving, hem onmiddellijk te schrijven en hem te smeeken dit vreesclijke stil zwijgen tc verbreken, doch toen bleek het, dat zijn brief reeds eenige dagen oud was het docu ment was al eergisteren op de post gegaan en het was dus niet aannemelijk, dat hij nog in Gothenburg was, aangezien hij toezending per omgaande had verlangd. Toch schreef Karin aan het opgegeven adres, maar kreeg geen antwoord. Olof had zeker de reis naar Engeland reeds aan vaard. Over den brief, dien de familie Berger had ontvangen, was Karin tegelijk blij en bedroefd; immers er bleek uit, dat haar overgroote bezorgd heid vermoedelijk overdreven was, hoewel ook, dat hij nog niets verder was dan toen hij uit Stockholm vertrok. Hij scheen nu aan niets anders nicer tc denken dan aan handenwerk. Werkman was hij en zon hij dan zijn hecle leven wel moeten blijven. Zij weende bittere tranen bij de gedachte, hoe verdrietig Olof zou zijn, omdat hij de hoop te kunnen studeeren moest opgeven, want nu in December werd hij eenentwintig jaar en zou het al spoedig te laat zijn om nog aan het examen voor de universiteit te denken. Ja, de toekomst was even grijs en bewolkt als de lucht gedurende de laatste Novemberdagen, en menigmaal dacht Karin, dat het toch heerlijk moest zijn, dit aard- schc vaarwel te zeggen en neergelegd te worden op het Nieuwe Kerkhof. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1