men der Tarwe 1" I R VAN DISTRICT 1 maakt eek zal worden begonnen met rwe niet in een schoonings- n liggen kunnen hun ge- r a.s. Maandag vóór 5 laatselijken vertrouwensman De Secretaris, J. BUTH Dz. HERKINGEN. WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1933 N. GRAAF EGBERT SIGAREN VERBRUGGE BINNENLAND beteringen, die verdachte up het land heeft aangebracht als hekken en palen en een be tonnen sluis. Verdachte gaf ook toe een bedrag te hebben ontvangen en dit voor het betalen van huishoudelijke schulden te hebben ge bruikt, aangezien verdachte in 8 weken geen inkomsten had gehad. Notaris L. v. d. Sluys uit Dirksland, ver klaarde, dat het plaatselijk gebruik is dat als niet uitdrukkelijk anders is bepaald, onder bouwland in koopacten wordt verstaan de bouwgrond met de werken die ter verbetering zijn aangebracht. Door het te laag opgeven van de koopsom was nadeel ontstaan, doordat er nu minder aan rechten betaald moest worden. Getuige A. Both verklaarde het land van verdachte te hebben gekocht voor 7750. In dien prijs waren ook de hekken, palen en betonnen goten begrepen. Een gedeelte van de 1000 heeft getuige aan verdachte gegeven voor het passeeren van de acte, en een ander gedeelte erna. Mr. VV. J. C. A. Nijgli, die curator is ge weest in verdachte's faillissement, verklaart, dat verdachte een bedrag van ongeveer 135 niet heeft afgedragen. Het O.M. achtte de drie feiten bewezen en van ernstigen aard. Voor de beide eerste feiten eischt het O.M. ieder 2 maanden ge vangenisstraf en voor het derde feit een ge vangenisstraf van 1 maand. De verdediger mr. W. R. Emmen Riedel voerde aan, dat ten onrechte gepoogd is van deze zaak een faillissementsdelict te maken. Er is echter niet onderzocht, wat verdachte met de ontvangen 135 heeft gedaan. Dat dit geld inderdaad gebruikt is voor de betaling van achterstallige huishoudelijke uitgaven, wordt bewezen door de kwitanties, die tot een bedrag van 124 kunnen worden overgelegd. Van het derde feit zal verdachte dus dienen te worden vrijgesproken. Dan staat hier alleen de boer, die in moeilijkheden is. Pleiter wijst er op, dat een boer, om zijn bedrijf te kunnen blijven leiden, moet beschikken over eenig contant geld. Verdachte had hypothecaire en losse schulden. In uitersten nood is verdachte er toe overgegaan om stukken van zijn bedrijf te verkoopen, maar wanneer de hypotheek houders zouden eischen. dat het volle bedrag van de verkoopsom zou worden afgelost, dan zou verdachte met het verkoopen in het geheel niet opgeschoten zijn. Pleiter voert nog aan, dat verdachte te goeder trouw kan hebben gemeend, dat de verbeteringen, die aan het land waren aangebracht, niet hypotehcair ver bonden waren. Voorts heeft verdachte niet de bedoeling gehad van de te laag opgegeven verkoopsom gebruik te maken. Verdachte staat gunstig bekend. Een rap port, dat pleiter heeft aangevraagd, is echter nog niet gereed. Wanneer de rechtbank nadere inlichtingen zou wenschen, dan verzoekt pleiter aanhouding, waarvan dan tevens gebruik gemaakt kan worden om door getuigen te doen staven, dat de hypotheekgevers door hun agenten ter plaatse er mee bekend waren, dat de goederen voor een hoogeren prijs werden overgeboekt dan vermeld werd in de acte. Pleiter verbindt aan de vraag tot aanhouding, het verzoek, verdachte in vrijheid te stellen. De rechtbank heeft na raadkamer het ver zoek tot invrijheidsstelling afgewezen. Uitspraken 24 Augustus. (N. R. Cr.) PREDIKBEURTEN. Zondag 20 Angnstns 1933. SEDERLANDSCH HERVORMDE KERR. Middelharnis. Tm. en 's av. dhr. de Jong uit Krimpen aan den IJsei. Sommelsdijk. vm. Ie» skerk en 'sav, ds v. Asch. Dirksland, vin. en 'sav. dbr Baart. Herkingen, 'sav. Ds Polhuis (doopt, Melissant, vm. ds. Bouw en 'sav. ieeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bonman. Ooedereede, vm. ds. Verkerk. Ouddorp. vm. Ieeskerk en nam dbr. Bouman. Nieuwe Tooge, .vm. Ieeskerk en 's av .Ds. Bouw, Oude Tonge. vm. dhr. Vetleren 'sav.ds Verkerk. Prijs per kwartaal Losse nummers f 1- 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting* Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f l,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. - N°. 81 ING -beien Ic weken. verkrijgbaar voor winkeliers bij MIDDELHARNIS MOTORRIJDER GEDOOD. Zjju verloofde, die op den duo zat, zwaar gewond naar het ziekenhuis vervoerd. Zondagmorgen, omstreeks 10 minuten voor half elf is op den Mathenesserdyk te Rot terdam, nabij de Mathenesserbrug een ernstig ongeluk gebeurd. Van den kant van het P. C. Hooftplein kwam de 25-jarige J. S. de Bree, uit de Bus ken Huetstraat op zyn motorfiets aanrijden, met op de duozitting zijn verloofde, de 25- jarige S. Hazelhorst uit de Boomgaardstraat. Van de brug naderde een melkauto, bestuurd door den 24-jarigen J. van den Bosch van de Spaansche Bocht. Waarschijnlijk door dat de motorrijder zijn bocht iets te kort nam, is de motoifiets tegen den auto gere den. De Bree en zijn meisje werden tegen de straat gesmakt. De Bree was vry wel op slag dood. Mejuffrouw Hazelhorst is met een zwa re schedelbreuk naar het ziekenhuis aan den CoolsiDgel vervoerd. De motorfiets, die zwaar beschadigd is en de melkauto zijn voor onder zoek in beslag genomen en naar de garage van de Verkeerspolitie aan de Duivenvoorde straat vervoerd. Ia verband met de nood zakelijkheid, om van de situatie na het onge luk een paar foto's te maken, is het tram verkeer op lijn 15 Zondagmorgen gedurende eenigen tijd via den Mathenesserweg geleid. ONDER DEN VOET GELOOPEN. Bij het Zaterdag te Zeeland (N.B.) gehouden concours-hippique heeft een ernstig ongeluk plaats gehad, waarvan de 30-jarige A. Ver- kuylen uit Uden het slachtoffer is geworden. Tegen het einde van het concours zouden nog enkele nummers patrouillespriDgen ver reden worden. Verkuylen, die commandant is van de rjj vereeniging St. Martinus, reed met zijn patrouille naar voren, toen plotseliDg het paard schichtig werd. Het dier sprong opzij en wierp zijn berijder van zich af. Hierby werd Verkuylen onder den voet ge- loopen door de achter hem komende ruiters Hij liep verscheidene trappen van de hoeven der paarden op Onmiddellijk snelde men toe om het slachtoffer het veld uit te dragen. Dr. Janssen uit Zeeland, die op het terrein aanwezig was, verleende de eerste hulp, waarna het slachtoffer per auto in bewuste- loozen toestand naar het ziekenhuis is ver- j voerd. Aldaar constateerde men, dat de man [inwendige kneuzingen en een zware hersen- I schudding had opgeloopen. Zaterdagavond laat was het bewustzijn nog niet teruggekeerd. VALSCHE RIJWIELPLAATJES. Iln Duitschland zijn 4500 valsche rijwielplaatjes vervaardigd, waarvan een gedeelte te Rotter dam is verkocht. Vele arrestaties. Op 1 Augustus is het nieuwe jaar voor de Irijwielbelasting ingegaan en reeds op den eer sten dag bleken er te Rotterdam zeer vele valsche plaatjes in omloop te zijn gebracht. Het grootste aantal was zeer goed nagemaakt en bijna niet van de echte te onderscheiden. Op 7 Augustus is iemand de Centrale Re- fcherche komen waarschuwen, dat hem op den Coolsingel een valsch rijwielplaatje te koop eeuilletonT TALMI. [(oman uit het leven te Stockholm. door ERNST LUNDQUIST. Vertaald door F. LAHR Jr. (Nadruk verboden.) Wij hooren bij elkaar, jij en ik, zoolang wij ven, want wat God verecnigd heeft kan de cnsch niet scheiden, dan voor tijdelijk. Maar ik c nu terdege in wat mijn plicht is. Zoolang ik et in staat ben me publiek met je te engageeren je een tehuis te bieden, dat je zonder vernede- ng kunt binnengaan, zoolang is het mijn plicht, s man van eer, me op een afstand van je te luden. Mijnentwege mag jouw goede naam niet zoedeld worden... en wanneer ik me niet tot verheffen kan, dan zal ik je tenminste niet tot ij vernederen. Jij bent geen meisje, dat het taamt in het Humlepark op de bank te hangen t jc wang op een vuile arbeiderskiel. Wij spreken (aar nader, zoodra ik de verlovingsringen heb, isja. maar tot daartoe moeten we vergeten, t wij in dezelfde stad wonen." l.Zullen wij dan nooit meeT hier samenkomen, bals voorheen?" vroeg Karin met een brok in jar keel. En mag ik je niet eens komen op- feken?" Ija, wanneer tante Beate 's Zondags eens een ttoek wil brengen bij de familie Berger en jou le wil nemen, dan zal ik wel zorgen, dat ik thuis was geboden. De man kon den verkooper aan een paar rechercheurs aanwijzen, die hem daarna niet uit het oog hebben verloren. Deze man bleek de 24-jarige Duitscher A. F. S. te zijn, die in een kamertje in de Zwanensteeg woont en die geregeld leurt met gebrande nootjes. Voorts bleek, dat hij zijn kamerhuur had betaald met een fietsplaatje, welk plaatje, naar nader bleek, valsch was. De man werd daarop aangehouden. Hij vertelde, 65 plaatjes te hebben gekocht van een hem onbekenden man op den Westzeedijk. Hij had er ƒ45 voor betaald. 50 van die plaatjes had hij afgeleverd aan een café-houder aan de Karrensteeg. Deze man in daarop ook aangehouden. Toen S. werd aangehouden, werden er een stuk of wat val sche plaatjes op hem gevonden. Voorts zei hij, er een stuk of tien verkocht te hebben. Het aantal van 65 plaatjes klopte dus wel. Maar bij huiszoeking in zijn kamer vond de recher che, onder de dakpannen, nog 46 plaatjes, zoodat het verhaal van den onbekenden ver kooper geen stand kon houden. S. zei toen, dat hij geen 65, maar 100 plaatjes had gekocht. Ook aan dit verhaal hechtte de recherche niet veel geloof. Intusschen was het haar ook ter oore ge komen, dat op den Schiedamschendijk een aan lager wal geraakte stuurman met valsche belastingplaatjes liep te leuren. Deze man werd aangehouden. Het bleek de 34-jarige S. H. T. té zijn, die in een café aan den Schie damschendijk een pakje met 743 valsche plaat jes in bewaring had gegeven. Deze plaatjes schenen wel van dezelfde fabriek afkomstig te zijn als die, welke bij S. in beslag waren genomen. Voorts bleek, dat S., met nog iemand samen, bij den 50-jarigen G. v. d. P., een fietsen handelaar alhier, nog een aantal plaatjes had verkocht. Bovendien waren even tevoren door de Rivierpolitie, in verband met een andere zaak, twee mannen aangehouden, n.l. de 43-jarige A. J. J. P. en de 38-jarige T. K., die ook al in het bezit waren van gelijksoortige valsche rijwielplaatjes. Deze mannen beweerden, 37 van die plaatjes te hebben gehad. Het verhaal van S., dat hij in totaal 100 plaatjes zou hebben gehad kwam dus al erg op losse schroeven te staan en hij werd daar om nog eens aan den tand gevoeld. Ten slotte is hij door de mand gevallen en hij vertelde, dat hij de plaatjes te Hamburg had gehaald, waarheen zij van Pforzheim, in de provincie Baden, uit waren gezonden. Een inspecteur van de Centrale Recherche is daarop naar Hamburg en één naar Pforz heim gegaan. Beiden hebben veel medewerking van de Duitsche autoriteiten gehad. In Hamburg vond men in een pand aan de Taubenstrasse, ten huize van een vriend van S. 3500 valsche rijwielplaatjes verstopt in en onder het bed. De plaatjes zijn in beslag genomen en de vriend, zekere M., werd aan gehouden en opgesloten. In Pforzheim bleek de vader van S. te wonen. S. sr. is van beroep goudsmid en graveur. De man was niet thuis, toen de politie aan zijn woning kwam. Bij huiszoeking vond men echter een brief, afkomstig van den zoon uit Rotterdam, in welken brief een be stelling voor 20.000 valsche rijwielplaaljrs werd gedaan. Aangezien men niet voldoende geld had, zou men echter aanvankelijk 4500 plaatjes maken. ben," zeide Olof, weemoedig glimlachende. „Dat doet ze nooit. En wanneer ik je schrijf, antwoordt je mij dan niet?" „Ik zou het liefst zien, dat je niet schreeft," zeide Olof na een pauze, waarin hij zichtbaar een tweestrijd met zichzelf had gevoerd. „Maak het niet nog moeilijker voor me, 't is waarlijk al moeilijk genoeg." Karin zag hem lang en angstig aan, toen schoten haar oogen vol tranen cn zij brak uit in een geweldig gesnik, terwijl zij machteloos tegen zijn schouder leunde. Hij streek onbeholpen over haar arm, klopte haar op haar knie en deed alles om haar te troosten en te kalmeeren, maar tevergeefs. „Je geeft niets om mij," snikte zij, „je hebt een ander meisje gezien, waar je.meer van houdt... je wilt het in ernst afmaken.o, hoe kun je me zoo'n verdriet aandoen!" „Kom nu, mijn liefste kleine Kasja, begrijp je dan niet, dat het voor je eigen bestwil is, dat ik dit doe, ofschoon het mij vreeselijk ter harte gaat.het zal immers maar voor tijdelijk zijn. laten wij hopen, dat het kort zal duren! Ik denk er niet aan,.het af te maken tusschen ons... jij bent de mijne en ik de jouwe tot in den dood, al zouden wij elkaar ook nooit meer tc zien krijgen in dit leven! Maar laat mij nu mijn wil door zei ten. anders verlies ik alle achting voor mij zelf en zonder die kan ik niet leven. Ik kan het niet verdragen, dat ik me iederen dag moet zeggen je gedraagt je als een hondsvod, waarde Olof. Wij moeten tenminste probeeren onzen omgang voor een tijd af te breken... ik geef je daarom niet vrij en jij mij niet... ik moet zien, dat ik weer een zuiver geweten krijg tegenover jou cn ik zal den tijd van scheiding zoo kort mogelijk maken. Toen S. sr. thuiskwam ontkende hij aan vankelijk, maar toen hem de brief werd getoond viel hij door de mand. Hij vertelde de stempels te hebben gemaakt. De plaatjes waren verder op een pletterij in de buurt gemaakt. S. sr. is daarop ook gearresteerd. De stempels zijn in beslag genomen. Op de pletterij bleek men. geheel te .goeder trouw te zijn geweest. Men was er in den waan gebracht, dat het er om ging een Nederlandsche rijwielfabriek te helpen* aan plaatjes, waaruit de koopers konden zien in welk jaar de fietsen waren gemaakt. S.sr. had de 4500 plaatjes naar Hamburg gezonden, waar zijn zoon er 1000 heeft afge haald. Tijdens de terugreis had hij de plaatjes verstopt in een waterresevoir van de toilet inrichting in den trein en zoo had hij ze Neder land binnengesmokkeld. Inmiddels waren te dezer stede op den Linker Maasoever nog de 32-jarige bankwerker J. J. K. en zijn verloofde, de 23-jarige ijsventster C. J. M., aangehouden, omdat ook zij valsche plaatjes hadden verkocht. In verband met deze zaak waarschuwt de politie het publiek uitdrukkelijk slechts rijwiel- plaatjës op het postkantoor te koopen. Reeds van den „oogst 1933" zijn bij de politie niet minder dan 7 soorten van falsificaties bekend. LOTERIJENZWENDEL. De 24-jarige reiziger A. J. M. K., 'tevens redacteur van het zelden verschijnende week blad „De Vereenigingsgids" is te Rotterdam aangehouden en opgesloten in verband met een Joterijenzwendel, welke hij heeft opgezet. Hij maakte er, naar uit het onderzoek is ge bleken, zijn gewoonte van, om bij winkeliers groote bestellingen te doen en hen daarna loten te koop aan te bieden. In den regel kochten de winkeliers dan wat loten, om hun klant een genoegen te doen. Werden de bestelde goederen bezorgd, dan bleek of het opgegeven adres niet te bestaan, of de bewoners bleken van niets te weten. De loten kostten nominaal 50 cent, maar K. verkocht ze meestal goedkooper. De loterij zou trekken op de 463ste staatsloterij en de hoofdprijs was een Chesterfield-salon-ameuble- ment. Bij onderzoek bleek niet alleen dit ameublement niet te bestaan, maar voorts bleek, dat K. geen administratie voerde over den verkoop van de loten. Bovendien stond op de loten vernield, dat 10 pCt. van de op brengst ten goede zou komen van den Rotter- damschen Blindenbond. Deze instelling bleek echter van niets te weten. K. heeft 1000 loten laten drukken. Er zijn er ongeveer 500 verkocht. OF DE KERMIS VERMOORD. De vermoedelijke dader gearresteerd. De kermis te Boxtel, die Zaterdag begonnen is, heeft op den eersten dag reeds een slacht offer geëischt. Zaterdagavond omstreeks half negen is het in de Onroysche straat aldaar tot een ernstige vechtpartij gekomen, welke aan den 26-jarigen arbeider A. Pooters uit Boxtel het leven heeft gekost. Men vond het slachtoffer hevig blóedend op de straat liggen. Op last van dokter Wil- lems, die spoedig ter plaatse was en de eerste hulp verleende, werd de man naar het Sint Luidwina-gasthuis overgebracht. Bij aankomst bleek hij reeds te zijn overleden. Uit liet voorloopig onderzoek is komen vast te staan, dat Pooters gestorven is aan een steek in den halsslagader. Hij had bovendien nog verscheidene steken in het hoofd bekomen. Je zult zien, dat ik niet de ringen kom vóór je het weet. Ja, al zou ik moeten werken tot ik er bij neerviel en me nog gek moeten verzinnen, gauw terugkomen zal ik! Ik beloof je, zoo waar als ik leef! Maar beloof jij me nu van jouw kant, dat je je best zult doen om geduldig cn vol ver trouwen op mij te wachten!" Zij gaf nog een laatsten snik, droogde toen haar oogen af met haar zakdoek en zeide op ontmoedig den toon: „In 's hemels naam dan, laten wij het probeeren." VI. Er heerschte weer vrede en eendracht-in de beide kamertjes in de Tyskbagardstraat, zonder dat er een woord tot verzoening of opheldering tusschen moeder en dochter gewisseld was. Juffrouw Berger begreep, dat, wilde zij haar doel bereiken, het raadzaam was zoo weinig mo gelijk met Karin over Olof te spreken en haar vooral met de grootste behoedzaamheid en toe gevendheid te behandelen, om haar niet tot weer stand te prikkelen. Karin van haar kant -was zeer zeker erg ver bitterd op haar moeder geweest na dien leelijken streek met de lijfrente. Maar zij was over 't alge meen goedig in weerwil van haar heftigheid, en kon nooit lang boos op iemand zijn. Zij schonk haar moeder ook dezen keer vergiffenis cn werd weer schertsend vriendelijk tegen haar evenals vroeger. Dit viel Jiaar betrekkelijk gemakkelijk, daar zij werkelijk veel van Jiaar moeder hield, niettegen staande haar belachelijkheden; zij had met haar De vermoedelijke dader, zekere W., is ge arresteerd en in de marechausseekazerne in gesloten. Hij ontkent echter iets met het ge beurde uitstaande te hebben. Een bezwarende 'omstandigheid is evenwel, dat de man zelf verwondingen heeft aan handen en gelaat, o.a. heeft hij een verwonding aan de lip, welke klaarblijkelijk met een mes is toegebracht. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij deze verwon dingen bij de vechtpartij opgeloopen. Boven dien hebben verscheidene getuigen hem samen met den verslagene op het kermisterrein gezien. De politie zet het onderzoek inmiddels met kracht voort. Ongunstig bekend. Nader meldt men nog uit Oss, dat de eigen lijke vechtpartij door niemand is gezien, d.w.z. niemand heeft zich aangemeld om inlichtingen omtrent het drama te geven. De Onroysche straat is gelegen in een dichtbewoonde volksbuurt, welke door de Boxtelsche bevolking betiteld wordt met den naam „Wiemelhoek". Het is algemeen bekend, dat in dezen „Wiemelhoek" maar al te vaak ongerechtigheden gebeuren. Vermoed wordt thans, dat W. en het slachtoffer naar deze duistere buurt zijn gegaan niet het doel daar een verschil van meening in het reine te bren gen, of... uit te vechten. Overigens schijnt W. na een korte woorden wisseling op het kermisterrein tegen Pooters gezegd te hebben: Ga maar even mee naar den hoek". Korten tijd hierna heeft het drama zich afgespeeld. De ruzie moet zijn uitgevoch ten temidden van een aantal „vrienden", die met de twistenden waren meegeloopen. Het is niet onmogelijk, dat allen op dat moment onder den invloed van sterken drank verkeer den. De heeren moeten echter bij het zien van de steekpartij en de vreeselijke gevolgen daarvan onmiddellijk ontnuchterd zijn, want toen Pooters hevig bloedend ineenzonk, zijn zij zoo snel mogelijk weggevlucht. Zoodoende beschikt de politie thans nog niet over de noodige verklaringen van ooggetuigen, die er toch ongetwijfeld zijn geweest. Zoowel W. als het slachtoffer stonden on gunstig bekend. Vooral W. genoot een zekere reputatie als messensteker. Tenslotte meldt men ons nog, dat het slachtoffer ongehuwd was. Vermoedelijk is hij na den noodlottigen messteek op de plaats van de vechtpartij doodgebloed. Begrijpelijkerwijze heeft de moord in Boxtel groote opschudding teweeg gebracht, temeer daar in verband met de kermis, zeer veel volk op de been was. TRAM ZONDER BESTUURDER. Een merkwaardig ongeluk, dat nog betrekkelijk goed is afgeloopen. Zaterdagavond is op den Oostzeedijk te Rotterdam een merkwaardig ongeluk gebeurd, dat nog betrekkelijk goed is afgeloopen. Om kwart over negen "was een motorwagen van lijn 21 van het eindpunt aan den Honinger- dijk vertrokken. Op het voorbalcon bevond zich alleen de bestuurder P. Kooiman uit de Pijperstraat. Ongeveer ter hoogte van pand 180 aan den Oostzeedijk is deze bestuurder opeens door een beroerte getroffen. Hierdoor is hij van het voorbalcon gevallen, zonder dat iemand dit heveft opgemerkt. Aangezien de motoren van den wagen juist stonden inge schakeld, bleef de wagen met vrij groote snel heid doorrijden. Een eind verder fietste de 42-jarige S. Bracht uit de Polanenstraat op de trambaan voor de tram uit. Eerst op het laatste oogen- blik werd hij de tram, die uiteraard geen sig nalen gaf, gewaar. Hij probeerde nog tijdig van de tramrails te komen, maar daarin is hij niet heelemaal geslaagd. De fiets kreeg een duw van het voorbalcon en B. viel, juist naast de' tram. De fiets raakte onder den wagen en werd verpletterd. In de tram had nog niemand in de gaten, wat er aan de hand was en de tram bleef zonder bestuurder doorrijden. Een voetganger had echter het ongeluk met den fietser zien gebeuren en hij verwon derde er zich over, dat de tram daarna niet onmiddellijk was gestopt. Hij keek daarom nog eens goed en zag tot zijn ontzetting, dat er niemand 'op het voorbalcon stond. Inmiddels was de wagen reeds langs hem heen gereden. Luid schreeuwend is hij de tram na- gehold en het gelukte hem de opmerkzaam heid van den conducteur te trekken. Deze begreep, dat er iets bijzonders aan de hand moest zijn en gaf het noodsignaal om onmid dellijk te stoppen. Toen hieraan geen gevolg werd gegeven ging de conducteur eens op het voorbalcon kijken en tot zijn grooten schrik merkte hij toen, dat zijn bestuurder was ver dwenen. Onmiddellijk opende hij de tusschendeuren en al spoedig had hij daarna de tram tot stilstand gebracht. Men is toen langs de trambaan gaan zoeken en men vond den bestuurder ongeveer 600 meter terug naast de rails liggen, bewusteloos en met een groote hoofdwond. De bestuurder is in het ziekenhis aan den Coolsingel op genomen. Merkwaardigerwijze heeft niemand den be stuurder op den weg zien liggen, vóórdat de conducteur hem vond. Het is ook een heel gelukkig toeval, dat in dien tusschentijd geen auto achter de tram is aangekomen, want in dat geval zou de bestuurder zoo goed als zeker zijn overreden. Zooals men weet is een dergelijk ongeluk met vele andere verkeersmiddelen, die elec- trische tractie hebben, bijvoorbeeld de elec- trische treinen niet mogelijk, omdat deze een z.g.n. doodenmansstuur hebben. Zoodra daar- bij de hand van den bestuurder niet meer op den controller drukt, wordt de wagen auto matisch uitgeschakeld, waardoor hij spoedig tot stilstand komt. Bij trams heeft'men een dergelijke inrichting nooit noodig geoordeeld, omdat in den regel wel passagiers op de voor- balcons zijn. Bovendien zou een dergelijk ongeluk met de motorwagens van het nieuwe model ook niet kunnen gebeuren, omdat deze 1 geen afgesloten voorbalcon hebben. ONGELIJKE STRIJD. Te Zaandam zijn Zaterdagavond twee fascisten, de gebroeders S., toen zij van een kaartavondje bij een kennis, naar huis keer den, op de Noorderbrug door een groep van 15 communisten aangevallen. In plaats van voor de overmacht te wijken, hebben zij hun aanvallers krachtig te woord gestaan, zoodanig zelfs, dat een der communisten een ongewild bad in de Zaan had kunnen nemen, als niet juist op tijd de politie ter plaatse was gekomen. De communist, die reeds aan de andere zijde van de brugleuning hing, heeft het aan de politie te danken, dat hij op'het droge is gebleveD. De kameraden waren allen op de komst van de politie op de vlucht geslagen. Een der gebroeders heeft moeder te doen, omdat deze op de wereld mis plaatst was en daardoor zoo gekweld werd. In het begin was Karin ook erg kwaad geweest op den groothandelaar Janzén, dien zij verdacht van moeder's raadsman te zijn geweest in zake de lijfrente welk oogmerk hij daarbij kon hebben was haar een raadsel maar daar moeder nooit toegaf, dat dit werkelijk het geval was geweest en gedurende den eersten tijd zorgvuldig vermeed over „den goeden groothandelaar" te spreken, vergat Karin spoedig, dat deze bestond. Overigens had zij er nu zoo'n verdriet van, dat ze Olof niet meer te zien kreeg, dat zij geen gedachten over had voor iemand, die haar zoo volmaakt onver schillig was als Janzén. Het was voor haar dan ook een alleronaange naamste verrassing, toen hij geheel onverwachts een bezoek kwani brengen op een namiddag tegen het einde van Mei, dus meer dan een maand na dien gedenkwaardigen avond, toen zij zijn huis hadden bezien. Hij groette de dames met zijn gewone, over dreven beleefdheid en vroeg duizendmaal excuus omdat Jiij zoo vrij was even aan tc komen. Juf frouw Berger verzocht hem dadelijk plaats tc nemen op de sofa, maar zij bedankte hem niet voor die laatste ontvangst in zijn huis (Zwcedsche gewoonte) en dit sterkte Karin in Jiaar over tuiging, dat moeder hem eens of meermalen hei melijk had gesproken. Janzén haalde ccn dun pakje uit zijn binnenzak en vroeg dc dames om raad. Hij was namelijk besloten zijn salonmeubelen opnieuw te laten over trekken cn had dc stalen van Ditzinger laten komen, maar daar hij, ronduit gezegd, niet durfde afgaan op zijn eigen keuze, daarentegen wist dat juffrouw Berger en haar dochter een uitstekenden smaak hadden, wilde Jiij haar verzoeken zoo bij zonder vriendelijk te zijn hem te helpen kiezen. Hij spreidde drie stalen meubelzijde voor haar op de tafel uit, één groen, één hoogrood en één bont rokoko en zeide: „Beste juffrouw Karin, 'tis eigenlijk tot u, dat ik me wilde wenden, want u heeft natuurlijk den meest modernen smaak van ons drieën. Wees u zoo goed te kiezen. Ik beloof van te voren mij onvoorwaardelijk bij uw beslissing te zullen neer leggen. Maar dan moet u ook beloven, zóó te kiezen, alsof het uw eigen salonmeubelen gold... meubelen, die u een lange rij van jaren, ja uw hecle leven, om u heen zoudt' zien en die u dus ten volle zouden moeten voldoen."' Hij keek over de tafel naar juffrouw Berger met een veelbeduidend, schalkachtig knipoogje en streek zelfgenoegzaam over zijn dunne, rossige, glimmend gepomadeerde haren. Karin had de blikken van verstandhouding gemerkt en ant woordde tamelijk bits: „Neen, ik kan hier niet kiezen, alsof het voor mijzelf was; dan zou ik niets van deze pracht uitzoeken. Het zou niet passen in het eenvoudige boeltje, dat ik naar alle waarschijnlijkheid nog eens zal krijgen." „Nu, dat weet u nog niet zoo precies," zeide Janzén, „ik wed, dat de juffrouw nog eens een goede partij maakt." „Ja, onmogelijk is het niet," antwoordde Karin, overwegende, dat Olof vroeger of later een rijk cn aanzienlijk man moest worden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1