men der Tarwe
1"
I
R VAN DISTRICT 1 maakt
eek zal worden begonnen met
rwe niet in een schoonings-
n liggen kunnen hun ge-
r a.s. Maandag vóór 5
laatselijken vertrouwensman
De Secretaris,
J. BUTH Dz.
HERKINGEN.
WOENSDAG
23 AUGUSTUS 1933
N.
GRAAF EGBERT
SIGAREN
VERBRUGGE
BINNENLAND
beteringen, die verdachte up het land heeft
aangebracht als hekken en palen en een be
tonnen sluis. Verdachte gaf ook toe een bedrag
te hebben ontvangen en dit voor het betalen
van huishoudelijke schulden te hebben ge
bruikt, aangezien verdachte in 8 weken geen
inkomsten had gehad.
Notaris L. v. d. Sluys uit Dirksland, ver
klaarde, dat het plaatselijk gebruik is dat als
niet uitdrukkelijk anders is bepaald, onder
bouwland in koopacten wordt verstaan de
bouwgrond met de werken die ter verbetering
zijn aangebracht. Door het te laag opgeven
van de koopsom was nadeel ontstaan, doordat
er nu minder aan rechten betaald moest
worden.
Getuige A. Both verklaarde het land van
verdachte te hebben gekocht voor 7750. In
dien prijs waren ook de hekken, palen en
betonnen goten begrepen. Een gedeelte van
de 1000 heeft getuige aan verdachte gegeven
voor het passeeren van de acte, en een ander
gedeelte erna.
Mr. VV. J. C. A. Nijgli, die curator is ge
weest in verdachte's faillissement, verklaart,
dat verdachte een bedrag van ongeveer 135
niet heeft afgedragen.
Het O.M. achtte de drie feiten bewezen en
van ernstigen aard. Voor de beide eerste
feiten eischt het O.M. ieder 2 maanden ge
vangenisstraf en voor het derde feit een ge
vangenisstraf van 1 maand.
De verdediger mr. W. R. Emmen Riedel
voerde aan, dat ten onrechte gepoogd is van
deze zaak een faillissementsdelict te maken.
Er is echter niet onderzocht, wat verdachte
met de ontvangen 135 heeft gedaan. Dat dit
geld inderdaad gebruikt is voor de betaling
van achterstallige huishoudelijke uitgaven,
wordt bewezen door de kwitanties, die tot een
bedrag van 124 kunnen worden overgelegd.
Van het derde feit zal verdachte dus dienen
te worden vrijgesproken. Dan staat hier alleen
de boer, die in moeilijkheden is. Pleiter wijst
er op, dat een boer, om zijn bedrijf te kunnen
blijven leiden, moet beschikken over eenig
contant geld. Verdachte had hypothecaire en
losse schulden. In uitersten nood is verdachte
er toe overgegaan om stukken van zijn bedrijf
te verkoopen, maar wanneer de hypotheek
houders zouden eischen. dat het volle bedrag
van de verkoopsom zou worden afgelost, dan
zou verdachte met het verkoopen in het geheel
niet opgeschoten zijn. Pleiter voert nog aan,
dat verdachte te goeder trouw kan hebben
gemeend, dat de verbeteringen, die aan het land
waren aangebracht, niet hypotehcair ver
bonden waren.
Voorts heeft verdachte niet de bedoeling
gehad van de te laag opgegeven verkoopsom
gebruik te maken.
Verdachte staat gunstig bekend. Een rap
port, dat pleiter heeft aangevraagd, is echter
nog niet gereed.
Wanneer de rechtbank nadere inlichtingen
zou wenschen, dan verzoekt pleiter aanhouding,
waarvan dan tevens gebruik gemaakt kan
worden om door getuigen te doen staven, dat
de hypotheekgevers door hun agenten ter
plaatse er mee bekend waren, dat de goederen
voor een hoogeren prijs werden overgeboekt
dan vermeld werd in de acte. Pleiter verbindt
aan de vraag tot aanhouding, het verzoek,
verdachte in vrijheid te stellen.
De rechtbank heeft na raadkamer het ver
zoek tot invrijheidsstelling afgewezen.
Uitspraken 24 Augustus. (N. R. Cr.)
PREDIKBEURTEN.
Zondag 20 Angnstns 1933.
SEDERLANDSCH HERVORMDE KERR.
Middelharnis. Tm. en 's av. dhr. de Jong uit
Krimpen aan den IJsei.
Sommelsdijk. vm. Ie» skerk en 'sav, ds v. Asch.
Dirksland, vin. en 'sav. dbr Baart.
Herkingen, 'sav. Ds Polhuis (doopt,
Melissant, vm. ds. Bouw en 'sav. ieeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bonman.
Ooedereede, vm. ds. Verkerk.
Ouddorp. vm. Ieeskerk en nam dbr. Bouman.
Nieuwe Tooge, .vm. Ieeskerk en 's av .Ds. Bouw,
Oude Tonge. vm. dhr. Vetleren 'sav.ds Verkerk.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f 1-
0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting*
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f l,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
15E JAARGANG. - N°. 81
ING
-beien
Ic weken.
verkrijgbaar voor winkeliers bij
MIDDELHARNIS
MOTORRIJDER GEDOOD.
Zjju verloofde, die op den duo zat, zwaar
gewond naar het ziekenhuis vervoerd.
Zondagmorgen, omstreeks 10 minuten voor
half elf is op den Mathenesserdyk te Rot
terdam, nabij de Mathenesserbrug een ernstig
ongeluk gebeurd.
Van den kant van het P. C. Hooftplein
kwam de 25-jarige J. S. de Bree, uit de Bus
ken Huetstraat op zyn motorfiets aanrijden,
met op de duozitting zijn verloofde, de 25-
jarige S. Hazelhorst uit de Boomgaardstraat.
Van de brug naderde een melkauto, bestuurd
door den 24-jarigen J. van den Bosch van
de Spaansche Bocht. Waarschijnlijk door
dat de motorrijder zijn bocht iets te kort
nam, is de motoifiets tegen den auto gere
den. De Bree en zijn meisje werden tegen de
straat gesmakt. De Bree was vry wel op slag
dood. Mejuffrouw Hazelhorst is met een zwa
re schedelbreuk naar het ziekenhuis aan den
CoolsiDgel vervoerd. De motorfiets, die zwaar
beschadigd is en de melkauto zijn voor onder
zoek in beslag genomen en naar de garage
van de Verkeerspolitie aan de Duivenvoorde
straat vervoerd. Ia verband met de nood
zakelijkheid, om van de situatie na het onge
luk een paar foto's te maken, is het tram
verkeer op lijn 15 Zondagmorgen gedurende
eenigen tijd via den Mathenesserweg geleid.
ONDER DEN VOET GELOOPEN.
Bij het Zaterdag te Zeeland (N.B.) gehouden
concours-hippique heeft een ernstig ongeluk
plaats gehad, waarvan de 30-jarige A. Ver-
kuylen uit Uden het slachtoffer is geworden.
Tegen het einde van het concours zouden
nog enkele nummers patrouillespriDgen ver
reden worden. Verkuylen, die commandant
is van de rjj vereeniging St. Martinus, reed
met zijn patrouille naar voren, toen plotseliDg
het paard schichtig werd. Het dier sprong
opzij en wierp zijn berijder van zich af.
Hierby werd Verkuylen onder den voet ge-
loopen door de achter hem komende ruiters
Hij liep verscheidene trappen van de hoeven
der paarden op Onmiddellijk snelde men toe
om het slachtoffer het veld uit te dragen.
Dr. Janssen uit Zeeland, die op het terrein
aanwezig was, verleende de eerste hulp,
waarna het slachtoffer per auto in bewuste-
loozen toestand naar het ziekenhuis is ver-
j voerd. Aldaar constateerde men, dat de man
[inwendige kneuzingen en een zware hersen-
I schudding had opgeloopen.
Zaterdagavond laat was het bewustzijn nog
niet teruggekeerd.
VALSCHE RIJWIELPLAATJES.
Iln Duitschland zijn 4500 valsche rijwielplaatjes
vervaardigd, waarvan een gedeelte te Rotter
dam is verkocht. Vele arrestaties.
Op 1 Augustus is het nieuwe jaar voor de
Irijwielbelasting ingegaan en reeds op den eer
sten dag bleken er te Rotterdam zeer vele
valsche plaatjes in omloop te zijn gebracht.
Het grootste aantal was zeer goed nagemaakt
en bijna niet van de echte te onderscheiden.
Op 7 Augustus is iemand de Centrale Re-
fcherche komen waarschuwen, dat hem op den
Coolsingel een valsch rijwielplaatje te koop
eeuilletonT
TALMI.
[(oman uit het leven te Stockholm.
door ERNST LUNDQUIST.
Vertaald door F. LAHR Jr.
(Nadruk verboden.)
Wij hooren bij elkaar, jij en ik, zoolang wij
ven, want wat God verecnigd heeft kan de
cnsch niet scheiden, dan voor tijdelijk. Maar ik
c nu terdege in wat mijn plicht is. Zoolang ik
et in staat ben me publiek met je te engageeren
je een tehuis te bieden, dat je zonder vernede-
ng kunt binnengaan, zoolang is het mijn plicht,
s man van eer, me op een afstand van je te
luden. Mijnentwege mag jouw goede naam niet
zoedeld worden... en wanneer ik me niet tot
verheffen kan, dan zal ik je tenminste niet tot
ij vernederen. Jij bent geen meisje, dat het
taamt in het Humlepark op de bank te hangen
t jc wang op een vuile arbeiderskiel. Wij spreken
(aar nader, zoodra ik de verlovingsringen heb,
isja. maar tot daartoe moeten we vergeten,
t wij in dezelfde stad wonen."
l.Zullen wij dan nooit meeT hier samenkomen,
bals voorheen?" vroeg Karin met een brok in
jar keel. En mag ik je niet eens komen op-
feken?"
Ija, wanneer tante Beate 's Zondags eens een
ttoek wil brengen bij de familie Berger en jou
le wil nemen, dan zal ik wel zorgen, dat ik thuis
was geboden. De man kon den verkooper aan
een paar rechercheurs aanwijzen, die hem
daarna niet uit het oog hebben verloren. Deze
man bleek de 24-jarige Duitscher A. F. S. te
zijn, die in een kamertje in de Zwanensteeg
woont en die geregeld leurt met gebrande
nootjes.
Voorts bleek, dat hij zijn kamerhuur had
betaald met een fietsplaatje, welk plaatje,
naar nader bleek, valsch was. De man werd
daarop aangehouden. Hij vertelde, 65 plaatjes
te hebben gekocht van een hem onbekenden
man op den Westzeedijk. Hij had er ƒ45 voor
betaald. 50 van die plaatjes had hij afgeleverd
aan een café-houder aan de Karrensteeg. Deze
man in daarop ook aangehouden. Toen S. werd
aangehouden, werden er een stuk of wat val
sche plaatjes op hem gevonden. Voorts zei hij,
er een stuk of tien verkocht te hebben. Het
aantal van 65 plaatjes klopte dus wel. Maar
bij huiszoeking in zijn kamer vond de recher
che, onder de dakpannen, nog 46 plaatjes,
zoodat het verhaal van den onbekenden ver
kooper geen stand kon houden. S. zei toen,
dat hij geen 65, maar 100 plaatjes had gekocht.
Ook aan dit verhaal hechtte de recherche niet
veel geloof.
Intusschen was het haar ook ter oore ge
komen, dat op den Schiedamschendijk een
aan lager wal geraakte stuurman met valsche
belastingplaatjes liep te leuren. Deze man
werd aangehouden. Het bleek de 34-jarige
S. H. T. té zijn, die in een café aan den Schie
damschendijk een pakje met 743 valsche plaat
jes in bewaring had gegeven. Deze plaatjes
schenen wel van dezelfde fabriek afkomstig
te zijn als die, welke bij S. in beslag waren
genomen.
Voorts bleek, dat S., met nog iemand samen,
bij den 50-jarigen G. v. d. P., een fietsen
handelaar alhier, nog een aantal plaatjes had
verkocht.
Bovendien waren even tevoren door de
Rivierpolitie, in verband met een andere zaak,
twee mannen aangehouden, n.l. de 43-jarige
A. J. J. P. en de 38-jarige T. K., die ook al
in het bezit waren van gelijksoortige valsche
rijwielplaatjes. Deze mannen beweerden, 37
van die plaatjes te hebben gehad.
Het verhaal van S., dat hij in totaal 100
plaatjes zou hebben gehad kwam dus al erg
op losse schroeven te staan en hij werd daar
om nog eens aan den tand gevoeld. Ten slotte
is hij door de mand gevallen en hij vertelde,
dat hij de plaatjes te Hamburg had gehaald,
waarheen zij van Pforzheim, in de provincie
Baden, uit waren gezonden.
Een inspecteur van de Centrale Recherche
is daarop naar Hamburg en één naar Pforz
heim gegaan. Beiden hebben veel medewerking
van de Duitsche autoriteiten gehad.
In Hamburg vond men in een pand aan de
Taubenstrasse, ten huize van een vriend van
S. 3500 valsche rijwielplaatjes verstopt in en
onder het bed. De plaatjes zijn in beslag
genomen en de vriend, zekere M., werd aan
gehouden en opgesloten.
In Pforzheim bleek de vader van S. te
wonen. S. sr. is van beroep goudsmid en
graveur. De man was niet thuis, toen de
politie aan zijn woning kwam. Bij huiszoeking
vond men echter een brief, afkomstig van den
zoon uit Rotterdam, in welken brief een be
stelling voor
20.000 valsche rijwielplaaljrs
werd gedaan. Aangezien men niet voldoende
geld had, zou men echter aanvankelijk 4500
plaatjes maken.
ben," zeide Olof, weemoedig glimlachende.
„Dat doet ze nooit. En wanneer ik je schrijf,
antwoordt je mij dan niet?"
„Ik zou het liefst zien, dat je niet schreeft,"
zeide Olof na een pauze, waarin hij zichtbaar een
tweestrijd met zichzelf had gevoerd. „Maak het
niet nog moeilijker voor me, 't is waarlijk al
moeilijk genoeg."
Karin zag hem lang en angstig aan, toen schoten
haar oogen vol tranen cn zij brak uit in een
geweldig gesnik, terwijl zij machteloos tegen zijn
schouder leunde. Hij streek onbeholpen over haar
arm, klopte haar op haar knie en deed alles om
haar te troosten en te kalmeeren, maar tevergeefs.
„Je geeft niets om mij," snikte zij, „je hebt een
ander meisje gezien, waar je.meer van houdt...
je wilt het in ernst afmaken.o, hoe kun je me
zoo'n verdriet aandoen!"
„Kom nu, mijn liefste kleine Kasja, begrijp je
dan niet, dat het voor je eigen bestwil is, dat ik
dit doe, ofschoon het mij vreeselijk ter harte
gaat.het zal immers maar voor tijdelijk zijn.
laten wij hopen, dat het kort zal duren! Ik denk
er niet aan,.het af te maken tusschen ons... jij
bent de mijne en ik de jouwe tot in den dood,
al zouden wij elkaar ook nooit meer tc zien krijgen
in dit leven! Maar laat mij nu mijn wil door
zei ten. anders verlies ik alle achting voor mij
zelf en zonder die kan ik niet leven. Ik kan het
niet verdragen, dat ik me iederen dag moet zeggen
je gedraagt je als een hondsvod, waarde Olof. Wij
moeten tenminste probeeren onzen omgang voor
een tijd af te breken... ik geef je daarom niet
vrij en jij mij niet... ik moet zien, dat ik weer
een zuiver geweten krijg tegenover jou cn ik zal
den tijd van scheiding zoo kort mogelijk maken.
Toen S. sr. thuiskwam ontkende hij aan
vankelijk, maar toen hem de brief werd getoond
viel hij door de mand. Hij vertelde de stempels
te hebben gemaakt. De plaatjes waren verder
op een pletterij in de buurt gemaakt. S. sr. is
daarop ook gearresteerd. De stempels zijn in
beslag genomen. Op de pletterij bleek men.
geheel te .goeder trouw te zijn geweest. Men
was er in den waan gebracht, dat het er om
ging een Nederlandsche rijwielfabriek te helpen*
aan plaatjes, waaruit de koopers konden zien
in welk jaar de fietsen waren gemaakt.
S.sr. had de 4500 plaatjes naar Hamburg
gezonden, waar zijn zoon er 1000 heeft afge
haald. Tijdens de terugreis had hij de plaatjes
verstopt in een waterresevoir van de toilet
inrichting in den trein en zoo had hij ze Neder
land binnengesmokkeld.
Inmiddels waren te dezer stede op den Linker
Maasoever nog de 32-jarige bankwerker J. J.
K. en zijn verloofde, de 23-jarige ijsventster
C. J. M., aangehouden, omdat ook zij valsche
plaatjes hadden verkocht.
In verband met deze zaak waarschuwt de
politie het publiek uitdrukkelijk slechts rijwiel-
plaatjës op het postkantoor te koopen. Reeds
van den „oogst 1933" zijn bij de politie niet
minder dan 7 soorten van falsificaties bekend.
LOTERIJENZWENDEL.
De 24-jarige reiziger A. J. M. K., 'tevens
redacteur van het zelden verschijnende week
blad „De Vereenigingsgids" is te Rotterdam
aangehouden en opgesloten in verband met
een Joterijenzwendel, welke hij heeft opgezet.
Hij maakte er, naar uit het onderzoek is ge
bleken, zijn gewoonte van, om bij winkeliers
groote bestellingen te doen en hen daarna
loten te koop aan te bieden. In den regel
kochten de winkeliers dan wat loten, om hun
klant een genoegen te doen. Werden de bestelde
goederen bezorgd, dan bleek of het opgegeven
adres niet te bestaan, of de bewoners bleken
van niets te weten.
De loten kostten nominaal 50 cent, maar
K. verkocht ze meestal goedkooper. De loterij
zou trekken op de 463ste staatsloterij en de
hoofdprijs was een Chesterfield-salon-ameuble-
ment. Bij onderzoek bleek niet alleen dit
ameublement niet te bestaan, maar voorts
bleek, dat K. geen administratie voerde over
den verkoop van de loten. Bovendien stond
op de loten vernield, dat 10 pCt. van de op
brengst ten goede zou komen van den Rotter-
damschen Blindenbond. Deze instelling bleek
echter van niets te weten.
K. heeft 1000 loten laten drukken. Er zijn
er ongeveer 500 verkocht.
OF DE KERMIS VERMOORD.
De vermoedelijke dader gearresteerd.
De kermis te Boxtel, die Zaterdag begonnen
is, heeft op den eersten dag reeds een slacht
offer geëischt. Zaterdagavond omstreeks half
negen is het in de Onroysche straat aldaar tot
een ernstige vechtpartij gekomen, welke aan
den 26-jarigen arbeider A. Pooters uit Boxtel
het leven heeft gekost.
Men vond het slachtoffer hevig blóedend
op de straat liggen. Op last van dokter Wil-
lems, die spoedig ter plaatse was en de eerste
hulp verleende, werd de man naar het Sint
Luidwina-gasthuis overgebracht. Bij aankomst
bleek hij reeds te zijn overleden.
Uit liet voorloopig onderzoek is komen vast
te staan, dat Pooters gestorven is aan een
steek in den halsslagader. Hij had bovendien
nog verscheidene steken in het hoofd bekomen.
Je zult zien, dat ik niet de ringen kom vóór je
het weet. Ja, al zou ik moeten werken tot ik er
bij neerviel en me nog gek moeten verzinnen,
gauw terugkomen zal ik! Ik beloof je, zoo waar
als ik leef! Maar beloof jij me nu van jouw kant,
dat je je best zult doen om geduldig cn vol ver
trouwen op mij te wachten!"
Zij gaf nog een laatsten snik, droogde toen haar
oogen af met haar zakdoek en zeide op ontmoedig
den toon: „In 's hemels naam dan, laten wij het
probeeren."
VI.
Er heerschte weer vrede en eendracht-in de
beide kamertjes in de Tyskbagardstraat, zonder
dat er een woord tot verzoening of opheldering
tusschen moeder en dochter gewisseld was.
Juffrouw Berger begreep, dat, wilde zij haar
doel bereiken, het raadzaam was zoo weinig mo
gelijk met Karin over Olof te spreken en haar
vooral met de grootste behoedzaamheid en toe
gevendheid te behandelen, om haar niet tot weer
stand te prikkelen.
Karin van haar kant -was zeer zeker erg ver
bitterd op haar moeder geweest na dien leelijken
streek met de lijfrente. Maar zij was over 't alge
meen goedig in weerwil van haar heftigheid, en
kon nooit lang boos op iemand zijn. Zij schonk
haar moeder ook dezen keer vergiffenis cn werd
weer schertsend vriendelijk tegen haar evenals
vroeger.
Dit viel Jiaar betrekkelijk gemakkelijk, daar zij
werkelijk veel van Jiaar moeder hield, niettegen
staande haar belachelijkheden; zij had met haar
De vermoedelijke dader, zekere W., is ge
arresteerd en in de marechausseekazerne in
gesloten. Hij ontkent echter iets met het ge
beurde uitstaande te hebben. Een bezwarende
'omstandigheid is evenwel, dat de man zelf
verwondingen heeft aan handen en gelaat, o.a.
heeft hij een verwonding aan de lip, welke
klaarblijkelijk met een mes is toegebracht.
Hoogstwaarschijnlijk heeft hij deze verwon
dingen bij de vechtpartij opgeloopen. Boven
dien hebben verscheidene getuigen hem samen
met den verslagene op het kermisterrein gezien.
De politie zet het onderzoek inmiddels met
kracht voort.
Ongunstig bekend.
Nader meldt men nog uit Oss, dat de eigen
lijke vechtpartij door niemand is gezien, d.w.z.
niemand heeft zich aangemeld om inlichtingen
omtrent het drama te geven.
De Onroysche straat is gelegen in een
dichtbewoonde volksbuurt, welke door de
Boxtelsche bevolking betiteld wordt met den
naam „Wiemelhoek". Het is algemeen bekend,
dat in dezen „Wiemelhoek" maar al te vaak
ongerechtigheden gebeuren. Vermoed wordt
thans, dat W. en het slachtoffer naar deze
duistere buurt zijn gegaan niet het doel daar
een verschil van meening in het reine te bren
gen, of... uit te vechten.
Overigens schijnt W. na een korte woorden
wisseling op het kermisterrein tegen Pooters
gezegd te hebben: Ga maar even mee naar
den hoek". Korten tijd hierna heeft het drama
zich afgespeeld. De ruzie moet zijn uitgevoch
ten temidden van een aantal „vrienden", die
met de twistenden waren meegeloopen. Het
is niet onmogelijk, dat allen op dat moment
onder den invloed van sterken drank verkeer
den. De heeren moeten echter bij het zien
van de steekpartij en de vreeselijke gevolgen
daarvan onmiddellijk ontnuchterd zijn, want
toen Pooters hevig bloedend ineenzonk, zijn
zij zoo snel mogelijk weggevlucht. Zoodoende
beschikt de politie thans nog niet over de
noodige verklaringen van ooggetuigen, die er
toch ongetwijfeld zijn geweest.
Zoowel W. als het slachtoffer stonden on
gunstig bekend. Vooral W. genoot een zekere
reputatie als messensteker.
Tenslotte meldt men ons nog, dat het
slachtoffer ongehuwd was.
Vermoedelijk is hij na den noodlottigen
messteek op de plaats van de vechtpartij
doodgebloed.
Begrijpelijkerwijze heeft de moord in Boxtel
groote opschudding teweeg gebracht, temeer
daar in verband met de kermis, zeer veel volk
op de been was.
TRAM ZONDER BESTUURDER.
Een merkwaardig ongeluk, dat nog betrekkelijk
goed is afgeloopen.
Zaterdagavond is op den Oostzeedijk te
Rotterdam een merkwaardig ongeluk gebeurd,
dat nog betrekkelijk goed is afgeloopen. Om
kwart over negen "was een motorwagen van
lijn 21 van het eindpunt aan den Honinger-
dijk vertrokken. Op het voorbalcon bevond
zich alleen de bestuurder P. Kooiman uit de
Pijperstraat. Ongeveer ter hoogte van pand
180 aan den Oostzeedijk is deze bestuurder
opeens door een beroerte getroffen. Hierdoor
is hij van het voorbalcon gevallen, zonder dat
iemand dit heveft opgemerkt. Aangezien de
motoren van den wagen juist stonden inge
schakeld, bleef de wagen met vrij groote snel
heid doorrijden.
Een eind verder fietste de 42-jarige S.
Bracht uit de Polanenstraat op de trambaan
voor de tram uit. Eerst op het laatste oogen-
blik werd hij de tram, die uiteraard geen sig
nalen gaf, gewaar. Hij probeerde nog tijdig
van de tramrails te komen, maar daarin is
hij niet heelemaal geslaagd. De fiets kreeg een
duw van het voorbalcon en B. viel, juist naast
de' tram. De fiets raakte onder den wagen en
werd verpletterd. In de tram had nog niemand
in de gaten, wat er aan de hand was en de
tram bleef zonder bestuurder doorrijden.
Een voetganger had echter het ongeluk
met den fietser zien gebeuren en hij verwon
derde er zich over, dat de tram daarna niet
onmiddellijk was gestopt. Hij keek daarom
nog eens goed en zag tot zijn ontzetting,
dat er niemand 'op het voorbalcon stond.
Inmiddels was de wagen reeds langs hem heen
gereden. Luid schreeuwend is hij de tram na-
gehold en het gelukte hem de opmerkzaam
heid van den conducteur te trekken. Deze
begreep, dat er iets bijzonders aan de hand
moest zijn en gaf het noodsignaal om onmid
dellijk te stoppen. Toen hieraan geen gevolg
werd gegeven ging de conducteur eens op het
voorbalcon kijken en tot zijn grooten schrik
merkte hij toen, dat zijn bestuurder was ver
dwenen.
Onmiddellijk opende hij de tusschendeuren
en al spoedig had hij daarna de tram tot
stilstand gebracht.
Men is toen langs de trambaan gaan zoeken
en men vond den bestuurder ongeveer 600
meter terug naast de rails liggen, bewusteloos
en met een groote hoofdwond. De bestuurder
is in het ziekenhis aan den Coolsingel op
genomen.
Merkwaardigerwijze heeft niemand den be
stuurder op den weg zien liggen, vóórdat de
conducteur hem vond. Het is ook een heel
gelukkig toeval, dat in dien tusschentijd geen
auto achter de tram is aangekomen, want in
dat geval zou de bestuurder zoo goed als
zeker zijn overreden.
Zooals men weet is een dergelijk ongeluk
met vele andere verkeersmiddelen, die elec-
trische tractie hebben, bijvoorbeeld de elec-
trische treinen niet mogelijk, omdat deze een
z.g.n. doodenmansstuur hebben. Zoodra daar-
bij de hand van den bestuurder niet meer op
den controller drukt, wordt de wagen auto
matisch uitgeschakeld, waardoor hij spoedig
tot stilstand komt. Bij trams heeft'men een
dergelijke inrichting nooit noodig geoordeeld,
omdat in den regel wel passagiers op de voor-
balcons zijn. Bovendien zou een dergelijk
ongeluk met de motorwagens van het nieuwe
model ook niet kunnen gebeuren, omdat deze
1 geen afgesloten voorbalcon hebben.
ONGELIJKE STRIJD.
Te Zaandam zijn Zaterdagavond twee
fascisten, de gebroeders S., toen zij van een
kaartavondje bij een kennis, naar huis keer
den, op de Noorderbrug door een groep van
15 communisten aangevallen. In plaats van
voor de overmacht te wijken, hebben zij
hun aanvallers krachtig te woord gestaan,
zoodanig zelfs, dat een der communisten een
ongewild bad in de Zaan had kunnen nemen,
als niet juist op tijd de politie ter plaatse
was gekomen. De communist, die reeds aan
de andere zijde van de brugleuning hing,
heeft het aan de politie te danken, dat hij
op'het droge is gebleveD. De kameraden
waren allen op de komst van de politie op
de vlucht geslagen. Een der gebroeders heeft
moeder te doen, omdat deze op de wereld mis
plaatst was en daardoor zoo gekweld werd.
In het begin was Karin ook erg kwaad geweest
op den groothandelaar Janzén, dien zij verdacht
van moeder's raadsman te zijn geweest in zake
de lijfrente welk oogmerk hij daarbij kon hebben
was haar een raadsel maar daar moeder nooit
toegaf, dat dit werkelijk het geval was geweest
en gedurende den eersten tijd zorgvuldig vermeed
over „den goeden groothandelaar" te spreken,
vergat Karin spoedig, dat deze bestond. Overigens
had zij er nu zoo'n verdriet van, dat ze Olof niet
meer te zien kreeg, dat zij geen gedachten over
had voor iemand, die haar zoo volmaakt onver
schillig was als Janzén.
Het was voor haar dan ook een alleronaange
naamste verrassing, toen hij geheel onverwachts
een bezoek kwani brengen op een namiddag tegen
het einde van Mei, dus meer dan een maand na
dien gedenkwaardigen avond, toen zij zijn huis
hadden bezien.
Hij groette de dames met zijn gewone, over
dreven beleefdheid en vroeg duizendmaal excuus
omdat Jiij zoo vrij was even aan tc komen. Juf
frouw Berger verzocht hem dadelijk plaats tc
nemen op de sofa, maar zij bedankte hem niet
voor die laatste ontvangst in zijn huis (Zwcedsche
gewoonte) en dit sterkte Karin in Jiaar over
tuiging, dat moeder hem eens of meermalen hei
melijk had gesproken.
Janzén haalde ccn dun pakje uit zijn binnenzak
en vroeg dc dames om raad. Hij was namelijk
besloten zijn salonmeubelen opnieuw te laten over
trekken cn had dc stalen van Ditzinger laten
komen, maar daar hij, ronduit gezegd, niet durfde
afgaan op zijn eigen keuze, daarentegen wist dat
juffrouw Berger en haar dochter een uitstekenden
smaak hadden, wilde Jiij haar verzoeken zoo bij
zonder vriendelijk te zijn hem te helpen kiezen.
Hij spreidde drie stalen meubelzijde voor haar op
de tafel uit, één groen, één hoogrood en één bont
rokoko en zeide:
„Beste juffrouw Karin, 'tis eigenlijk tot u, dat
ik me wilde wenden, want u heeft natuurlijk den
meest modernen smaak van ons drieën. Wees u
zoo goed te kiezen. Ik beloof van te voren mij
onvoorwaardelijk bij uw beslissing te zullen neer
leggen. Maar dan moet u ook beloven, zóó te
kiezen, alsof het uw eigen salonmeubelen gold...
meubelen, die u een lange rij van jaren, ja uw
hecle leven, om u heen zoudt' zien en die u dus
ten volle zouden moeten voldoen."'
Hij keek over de tafel naar juffrouw Berger
met een veelbeduidend, schalkachtig knipoogje en
streek zelfgenoegzaam over zijn dunne, rossige,
glimmend gepomadeerde haren. Karin had de
blikken van verstandhouding gemerkt en ant
woordde tamelijk bits:
„Neen, ik kan hier niet kiezen, alsof het voor
mijzelf was; dan zou ik niets van deze pracht
uitzoeken. Het zou niet passen in het eenvoudige
boeltje, dat ik naar alle waarschijnlijkheid nog
eens zal krijgen."
„Nu, dat weet u nog niet zoo precies," zeide
Janzén, „ik wed, dat de juffrouw nog eens een
goede partij maakt."
„Ja, onmogelijk is het niet," antwoordde Karin,
overwegende, dat Olof vroeger of later een rijk cn
aanzienlijk man moest worden.
(Wordt vervolgd).