LAL
y
(RITAS
ONZE EILANDEN
TWEEDE BLAD
:TJ E
KOP
LIER
dt Unlet
DIE-WATERVERF
No. 72 22 Juli 1933
Wat gebeurt er met onzen gulden
- "ir
'T 1 V VV
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 22 JULI 1933.
-tderen
Is
,L.iMéiiÊÊt
Lii i
►este
ïlketi boekhandel.
II.
De gezonde positie van de Nederlandsche Bank.
De beteekenis van 23 September 1931.
door
Dr. H. J. van Enkhuizen.
tn dit tweede artikelonderwerpt Dr.
H. J. v. Enkhuizen de politiek der
Nederlandsche Bank, het communiqué
over de ponden-transacties, 't aftre
den van Mr. Vissering en andere in het
oog springende manipulaties ter hand
having van de waarde van den Neder-
landschen Gulden aan een uitvoerige
bespreking.
Zooals wij in ons eerste artikel breedvoerig
hebben betoogd, is de positie van de Neder
landsche Bank, gezien de per 3 Juli 1933 opge
maakte bankstaat, kerngezond te noemen.
Immers, 77.4 der zich in circulatie bevin
dende bankbiljetten was door zuiver goud-
bezit van de bank gedekt, welk percentage
zelfs tot 86.1 steeg, zoo men tevens daarbij
in aanmerking nam het bezit van onze centrale
credietinstelling van buiteniandsche wissels,
vermeerderd met haar saldi bij de buiten
iandsche correspondenten van de Neder
landsche Bank.
Wat de binnenlandsche positie van de bank
aangaat, de huidige moeilijke omstandigheden
op economisch en financieel gebied zijn oor
zaak, dat de vraag naar credietfaciliteiten van
de zijden van de binnenlandsche credietnemers
van de bank slechts gering is. Eenerzijds, om
dat er voor „cash money" weinig vraag is,
maar anderzijds vooral, wijl de groote bank
instellingen in Nederland, zooals: De Twent-
sche Bank, De Nederlandsche Handel Maat
schappij, De Amsterdamsche Bank, De Rot-
terdamsche Bankvereeniging, De Incasso Bank
R. Mees Zonen, Hope Co. (de heeren van
Loon), De Bank-Associatie (Wertheim
Compertz 1834 en Credietvereeniging 1853)
om slechts eenige der belangrijkste financieeie
instellingen in Nederland te noemen zeer
huiverig zijn hun liquiditeit te verminderen,
zoodat zij hun credietverleening aan particu-,
liere geldnemers hebben ingekrompen, om
daardoor steeds paraat te zijn aan al hun
dadelijk opvraagbare verplichtingen te kunnen
voldoen.
De geringe credletbehoefte.
Zoo was op den 3den Juli 1933 bij de Neder
landsche Bank slechts een bedrag van 55.9
millioen gulden aan wissels in herdisconto
gegeven; en beliepen de beleeningen op
effecten en goederen (onder de laatste post
is ook de beleening op goud begrepen, waarvoor
de bank maar 1 berekent, hetgeen de uit
zonderlijke positie van het goud duidelijk
doet uitkomen) slechts onderscheidelijk 120.1
millioen gulden en 4.3. millioen gulden, zoodat
de geheele credietverleening van de bank aan
de verschillende Nederlandsche finantieele
instellingen slechts bedroeg 180.3 millioen
gulden.
Hoezeer de groote Nederlandsche bank
instellingen er in de huidige omstandigheden
op bedacht zijn de eigen middelen liquide te
houden, blijkt afdoende uit één bepaalde post
op de credietzijde van de bankstaat: „Rekening
Courant van anderen". De Nederlandsche Bank
heeft n.l. twee rekening-courant-posten op de
creditzijde van haar werkelijksche bankstaat
vermeld: „Rekening-Courant van het Rijk" en
„Rekening-Courant van anderen." De eerste
post bedroeg per 3 Juli 1933, nihil; zelfs had
de Staat der Nederlanden op dien datum zich
genoodzaakt gezien een renteloos voorschot
van 2,5 millioen gulden bij de Nederlandsche
Bank op te nemen, waartoe de bank, krachtens
het haar verstrekte monopolie, verplicht is
tot een bedrag van maximum 15 millioen
gulden.
„De „Rekening-Courant van anderen" om
vat de saldi der verschillende grootere (en
kleinere) Nederlandsche bankinstellingen, ban
kiers, enz,, die deze bij de Nederlandsche
Bank aanhouden, weike post, per 3 Juli
1933, bedroeg: 78.1 millioen gulden. Deze
post bevat dus het dadelijk opneembare te
goed van de verschillende Nederlandsche
financieeie instellingen bij deze centrale
credietinstelling. En er dient hier wel even de
aandacht op gevestigd, dat dit tegoed uiteraard
geen rente draagt. De Nederlandsche bank
instellingen, bankiers, enz. storten n.i. op hun
rekening courant bij de Nederlandsche Bank
niets anders dan bankbiljetten door de Neder
landsche Bank zelve uitgegeven, die derhalve
voor de Nederlandsche Bank natuurlijk in
feite waardeloos zijn, zoodat zij er derhalve
ook niet aan denkt over het bedrag der
rekening-courant-saldi aan derden rente te
vergoeden. Hieruit volgt anderzijds hoe groote
waarde de Nederlandsche bankinstellingen,
bankiers, enz. aan hun liquiditeit hechten,
dat zij gezamenlijk op de Oude Turfmarkt tc
Amsterdam over een geen cent rente afwerpend
tegoed beschikken van meer dan 78 millioen
gulden 1 Men kan dus veilig zeggen, dat de
grootere en kleinere financieeie instellingen hier
te lande alles doen on, om bij eenigszins
belangrijke opvragingen van deposito hunner
cliëntele, onmiddellijk in staat te zijn hun
verplichtingen na te komen.
Keeren wij nu tot de Nederlandsche Bank,
zelve terug, dan hebben wij dus gezien, dat de
Nederlandsche Bank, behalve haar bezit aan
goud in baren en gemunt goud, nog twee
andere posten heeft, die met goudbezit zijn
gelijk te stellen: buiteniandsche wissels en
saldo bij buiteniandsche correspondenten.
Het rentegevend goud.
Het is dit bezit, dat gedurende het jaren
lange presidentschap van den vroegeren
president-directeur van de Nederlandsche
Bank, Mr. G. Vissering, van jaar tot jaar
vermeerderde; aan welk bezit de vroegere
president den naam gegeven heeft van:
„rentegevend goud". Deze naam was metter
daad goed gekozen, want uit dit vaak in de
honderd millioen Ioopende bezit aan buiten
iandsche wissels en aan saldi bij de correspon
denten van de Nederlandsche Bank in het
buitenland, zijn in de veeljarige regeering van
Mr. G. Vissering in het hoofdgebouw van de
bank op de Oude Turfmarkt te Amsterdam
tientallen millioenen guldens winst behaald,
die voor een zeer belangrijk gedeelte ten bate
van den Staat der Nederlanden zijn gekomen,
daar het leeuwenaandeel der door de Neder
landsche Bank behaalde winsten aan het Rijk
toekomt, wijl immers het Rijk, door het aan
de bank verstrekte monopolie, de bank in de
gelegenheid stelt haar winsten te behalen.
Het zoogenaamd „rentegevend goud" was
ecliter geen werkelijk goud, zooals op den
klassieken Maandag, den 23sten September
1931, zou blijken, toen Engeland den gouden
standaard verliet, het Engelsch Pond Sterling
duikelde, de Londensche beurs gesloten werd
en de Amsterdamsche beurs, alhans voor dien
éénen dag, ter bezwering van een mogelijke
paniek op de beurs, het voorbeeld van haar
oudere Londensche zuster volgde.
Wat er toen gebeurde is, in dit verband, de
moeite waard even te releveeren.
De Engelsche Ponden.
Het Engelsche Pond Sterling, eertijds iets
meer dan twaalf Nederlandsche Gulden waard,
verloor toen eensklaps zijn goudbasis en is
thans, welhaast twee jaar later, op iets be
neden de 8.50 Nederlandsche Gulden gezakt,
op welk punt het vrijwel, in een soort labiel
evenwicht, blijft schommelen.
De groote bedragen, betaalbaar in Engelsche
Ponden, die de Nederlandsche Bank bezit,
hetzij in prima wissels op Londen, hetzij aan
saldo bij haar Londenschen correspondent en
die steeds voor rond twaalf Nederlandsche
Gulden per Engelsch Pond Sterling waren
geboekt, bleken opeens veel en veel minder
waard te zijn.
Aan het einde van het boekjaar der Neder
landsche Bank, ioopende van 1 April 1931 tot
31 Maart 1932, was het aldus geleden ver
lies voor de Nederlandsche Bank tot ver boven
de 20 millioen gestegen. Nadat de bank uit
haar in den loop der j aren geleidelijk gekweekte
reserves verscheidene millioenen guldens had
afgeschreven, ter dekking van het zoo onver
wachts geleden pijnlijke verlies, bleef nog een
niet door afschrijving pweg te werken verlies
over van welgeteld 19.3 millioen gulden; een
bedrag, welhaast gelijkstaande met het geheele
aandeelenkapitaal van de Nederelandsche
Bank, dat immers slechts 20 millioen gulden
bedraagt.
De Staat der Nederlanden heeft toen,
krachtens een bijzondere daartoe in het leven
geroepen wet, dit verlies voor zijn rekening
genomen, zoodat de Nederlandsche Bank een
schuld had aan den Staat der Nederlanden
van 19.3 millioen gulden; thans na afloop van
het boekjaar 19321933, tot 18.3 millioen
gulden verminderde. Dit was hierom nood
zakelijk, wijl anders de Nederlandsche Bank,
die in wezen slechts een gewone Naamlooze
Vennootschap is, krachtens het Wetboek
van Koophandel, bij een verlies van meer dan
75 van haar aandeelenkapitaal hiervan aan
gifte zou hebben moeten doen en dan in staat
van faillissement zou moeten worden verklaard
Uiteraard diende hier een uitweg gevonden,
daar een faillissement van de Nederlandsche
Bank kwalijk de positie van Nederland en
de waardebepaling van den Nederlandschen
Gulden in het buitenland zou zijn ten goede
gekomen. Billijk was het, dat de Staat der
Nederlanden, die door de sedert vele jaren
gevoede politiek van het z.g. „rentegevend
goud", altijd door Mr. G. Vissering voorge
staan, in den loop dier jaren tientallen millioen
guldens aan winstaandeel in den schoot was
geworpen, nu ook het door diezelfde politiek
geleden verlies voor rekening van het Rijk
nam.
Het aftreden van Mr. G. Vissering
Als slachtoffer viel luttele dagen later de
toenmalige president van de Nederlandsche
Bank, Mr. G. Vissering, wien tegen den 12den
October 1931, op zijn verzoek eervol ontslag
werd verleend, met handhaving in de Directie
van de Nederlandsche Bank van de andere
directeuren, de Heeren: Mr. P. J. C, Tetrode,
Mr. J. Westerman Holstijn, J. F. de Beaufort
en Mr. G. M. H. Delprat, doch met benoeming
tot nieuwen president van de Nederlandsche
Bank van Mr. L. J. A. Trip, eertijds thesaurier-
generaal, aan het Departement van Financiën
te 's-Gravenhage, later President van de
Javasche Bank te Batavia, ten tijde van zijn
benoeming Voorzitter van de Ondernemers-
raad voor Ned.-Oost-Indië, waar hij als op
volger van wijlen Professor Treub zetelde in
de bekende hoekkamer op de eerste verdieping
van het gebouw der Nederlandsche Handel
Maatschappij te 's-Gravenhage, met het
schitterend uitzicht op de pleinen, hoven,
straten, waar de geschiedenis van Nederland
in den loop der eeuwen is gemaakt; op:
Kneuterdijk, Lange Vijverberg, Plaats, Ge
vangenpoort, Buitenhof, Hofvijver den de
machtige groep regceringsgebouwen rondom
het Binnenhof. Mocht alleen Mr. G. Vissering
beladen met de zonden van de directie, de
woestijn van het ambtlooze leven worden inge-
-Lffcrl
stuurd, de overige directeuren van de Neder
landsche Bank liet men iti functie, al geschiedde
anderzijds de benoeming van den Heer Trip
tot president-directeur met kennelijk voor
bijgaan van de Heeren: Tetrode, Westerman
Holsteijn, De Beaufort en Delprat.
Men heeft in den herfst van 1931 over de
geste van Mr. G. Vissering herhaaldelijk den
staf gebroken en in liet bijzonder zijn commu
niqué in de Nederlandsche dagbladpers, dat
beoogde geruststellend te werken, doch dat in
zeker opzicht misleidend mocht heeten, aan
gevallen. Men dient hierbij billijkheidshalve
nochtans in het oog te houden, dat de heer
Vissering eenerzijds door zijn succesvolle
financieeie politiek van het „rentegevend
goud" gedurende tientallen jaren millioenen
guldens winst voor de Aandeelhouders van de
Nederlandsche Bank en vooral voor den Staat
der Nederlanden heeft weten te behalen,
anderzijds natuurlijk de feitelijke onjuistheid
van zijn kalmeerend bedoeld commiquè zelf
maar al te goed kende, doch er zijn naam
en later zijn positie aan waagde om het
Nederlandsche publiek tot bezinning te bren
gen, den goeden naam van de Nederlandsche
Bank, in binnen- en buitenland hoog te houden
en de positie van den Nederlandschen Gulden
op de internationale geldmarkt onaangetast
te doe nblijven.
Tout savoir, e'est tout pardonner! En het is
aan gereede twijfel onderhevig, of in die onheil
spellende najaarsdagen van 1931, niet iedere
president van de Nederlandsche Bank evenzoo
zou hebben gehandeld en een gelijksoortige
verklaring van geruststellenden aard de wereld
zou hebben ingezonden, gelijk Mr. G. Vissering
heeft gedaan? Uit dien gezichtshoek bekeken
heeft Mr. G. Vissering geen blaam verdiend,
doch kan men hem de erkenning niet ont
houden alles in het werk te hebben gesteld,
wat ongerust in Nederland en in het buiten
land betreffende de positie van de Neder
landsche Bank en van den Nederlandschen
Gulden, kon voorkomen. Zijn bevordering tot
Grootkruis in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw, bij Koninklijk Besluit van 8 October
1931, is dan slechts een bescheiden pleister
op de geslagen wonde!
De verhouding jegens de Scandina
vische Staten.
Wij hebben gemeend aan het vorenstaande
zooveel aandacht te moeten schenken, dat
daaruit zoo glashelder blijkt welke verstrek
kende gevolgen er voor een land aan zijn ver
bonden, zoo een ander land den gouden stand
aard opeens los laat. Want het behoeft wel
geen uitdrukkelijk betoog, dat zoo de gevolgen
voor Nederland en voor de Nederlandsche
Bank die afmetingen hebben aangenomen, bij
het loslaten van den gouden standaard door
een ander land, in dit geval Engeland, die
gevolgen nog oneindig grooter zouden geweest
zijn, indien Nederland dat bij uitstek slechts
monetaire standpunt hadde gevolgd.
Volledigheidshalve voegen wij hieraan toe,
dat in den herfst van 1931, tegelijk met Enge
land, ook de Scandinavische landen den gouden
standaard hebben laten schieten. Met het
Engelsche Pond Sterling vielen op de inter
nationale wisselmarkten dus ook de Zweedsche,
de Noorsche, en de Deensche Kroon. Daar
echter het bezit aan buiteniandsche en Scan-
dinvische Kronen luidende wissels te Amster
dam nimmer zeer groot is geweest, ten over
vloede de saldi van de Nederlandsche Bank bij
haar correspondenten te Stockholm, Oslo, en
Kopenhagen nooit in de tientallen millioenen
guldens hebben geloopen, waren de cijfers der
in Zweden, Noorwegen en Denemarken geleden
verliezen niet van dien aard als de tegenslag,
dien de Nederlandsche Bank te Londen kreeg
te boeken.
Zelfs in 1917, toen de Zweedsche regeering
met Svenska Risbanken weigerde goud te
accepteeren, doch vereffening van de handels
balans tusschen Zweden en Nederland in
goederen eischte, waardoor de Zweedsche
Kroon, die gemeenlijk per 100 Kronen te
Amsterdam op 66.67 Gulden is genoteerd, vrij
plotseling tot een koers van ongeveer 95
Gulden opliep, waardoor de Zweedsche Kroon
dus totaal onverwacht bijna 50 agio deed,
was dit voor de Amsterdamsche wisselmarkt,
hoe nadeelig overigens ook, van niet noemens-
waardigen invloed, wijl de handelsbetrek
kingen tusschen Zweden en Nederland nimmer
van die beteekenis zijn geweest, als b.v. de
handelsbetrekkingen, die tusschen Nederland
en Engeland, tusschen Nederland en Duitsch-
land, bestaan.
in dit heldere licht der economische geschie
denis bezien, is het dus de onvolprezen ver
dienste van de Heeren Dr. A. Colijn en Mr.
L. Ja. A. Trip geweest op de welhaast onver
mijdelijke tot algemeene mislukking gedoemde
Londensche conferentie onzaliger nage
dachtenis!— met de andere z.g. goudlanden
Nederland, Zwitserland, Frankraijk, België,
Italië en Polen eendrachtig front te maken,
tegen de monetaire défaitisten, die een algc-
meencn chaos op economisch en financieel
gebied zouden willen verwekken met de
hersenschimmige gedachte dat daardoor de
welvaart in eigen land zoude kunnen gebaat
zijnl
Wij stellen ons voor in een derde en slot
artikel de rol van den Nederlandschen Gulden
als nationaal en internationaal betaalmiddel in
de meer nabije toekomst verder uit te stippelen,
zooals de onmiskenbare teekenen des tijds
doen vermoeden, dat de komende dingen zich
op de geldmarkten der wereld zullen gaan
ontwikkelen. Maar daaraan zal een korte
uiteenzetting van de vraag naar en het aanbod
van den Nederlandschen Gulden in de inter
nationale, thans alleen tot speculatie gestemde,
valuta markten noodig zijn.
Daarover dus, met een beschouwend slot
woord, in een volgend artikel.
De belangrijkheid der te behandelen stof en
liet actueele daarvan in het huidige tijdsbestel
loont de moeite hierop nader in te gaan.
(Nadruk verboden).
MIRDELllAKNIS. De meubelhandelaar
C. Schilperoorll heeft ondershands gekocht
van den bouwondernemer P. Boeter een
vijftal in aanbouw zjjndearbeiderswoningen,
staande in het nieuwe gedeelte dezer ge
meente.
Terw(jl de heer J. van Hulst Woens
dagavond met z(jn auto over den Westd(jk
reed, kwam h(j in botsingfmet een kinder
fietsje, dat aanmerkelijk werd beschadigd.
De chauffeur vergoedde de aangebrachte
schade.
Met bet optillen van langs de straten
liggende buizen voer de waterleiding viel
een dezer buizen op den voet van de 11-jarige
L. Zweerus. De voet bloedde hevig en door
den geneesheer moest de nagel van den groo-
ten teen worden verwijderd.
Donderdagmiddag werd ons dorp in rep
en roer gebracht, omreden het bericht de
ronde deed, als zou een zekere v. D. alhier
aan het Havenhoofd zyn verdronken. Nadat
een geruimen tijd was gedregd, bleek dat de
bewuste persoon, na te hebben gebaad, zijn
fiets en kleeren had laten liggen en hy een
poosje achter het riet bij eenige personen
die aldaar zaten te visschen, had vertoefd.
Door de jongens Abr. Wervers en M.
Driesse is Dinsdagavond in de z.g. Vinken-
kooi aan het Haringvliet een jonge zeehond
gevangen op de slikken. Het dier is op het
gemeentehuis ingeleverd en is aan de jongens
de gestelde premie uitbetaald.
Werkloozen-statistiek. Gedurende de
week van Maandag 10 tot en met Zaterdag
15 Juli 1933, hebben zich by den Corres
pondent der Arbeidsbemiddeling in deze ge
meente 79 personen van verschillende vak
ken als werkzoekenden doen inschrijven,
t.w.: 39 landarbeiders, 15 diepzeevisschers,
6 transportarbeiders, 4 letterzetters, 4 koop
vaardijmatrozen, 3 boekbinders, 2 timmer
lieden, 1 kabelmonteur, 1 electricien, 1 bor
stelmaker, 1 boekdrukker, 1 handelsreiziger,
1 pakhuisknecht.
Alle begin is moeilijk. Terwql Maan
dagavond de beer T. van onder Sommelsdijk
met zijn vrouw aan den Langeweg voor het
eerst de fietssportjbeoefenden, hadden zy het
oDgeluk by het „nemen" van een bocht samen
kopje onder de sloot in te gaan. Met bet
kroos achter hun ooren en onder de modder
konden zij zich huiswaarts begeven.
Den volgenden keer beter zullen we hopen.
Bij Koninkiyk besluit van 19 dezer is
wederom tydelijk benoemd tot leeraresaan
do RyksH.B.S. alhier mej. Hentsche).
'Donderdag maakten de ouden van da
gen een rondrit over ons eiland. Een comité
had daartoe, evenals vorig jaar, een collecte
gehouden onder de ingezetenen en verschil
lende autohouders hadden zich met een auto
beschikbaar gesteld om gratis de ouden te
ryden. Om 10 uur vertrok de caravaan van
auto's, de file gesloten door een gehuurde
autobus van de E.F.A.O., vanaf het school
plein naar Ooltgensplaat. Daar werd den
gasten een kop koffie of andere verversching
aangeboden. Te Oude Tonge werd de koude
lunch gebruikt die. allen goed smaakte. In
den namiddag werd naar Ouddorp gereden.
Allen amuseerden zich uitstekend en des
avonds keerde men zeer voldaan huiswaarts.
Het weer heeft bet noodige er toe bijgedragen
dat de tocht uitstekend geslaagd is.
Het comité dat zich de moeite getroostte
om de ouden dezen genoegeljjken dag te
doen genieten, een woord van dank, evenals
Je gevers die door hun fioantieelen steuo
Jit mogelijk hebben gemaakt.
Centrale Veiling voor Gooree Overllakkee
to Middelharnis.
Veiling van Woensdag 19 Juli 1933.
Bloemkool ƒ4,— tot f 14,70 per lOOstuks.
Komkommers ƒ2,— tot 4,20 per lOOstuks.
Savoye kool ƒ5,40 tot ƒ6,50 per 100 stuks.
Roode kool 4,60 tot ƒ5, per lOOstuks.
Meloenen 46,— per 100 stuks.
Perziken ƒ2,— tot 6,20 per 100 stuks.
Andtjvie 0,50 tot 0,80 per 100 krop
Sla 2,40 tot per 100 krop.
Kroten 1,10 tot 1,80 per 100 bos.
Peen 1,— tot 4,20 per 100 bos.
Selderij 0,60 per 100 bos.
Rhabavbet 1,10 tot 3,80 per 100 bos.
Peulen 15,50 per ICO k g
Snyboonen 6,50 tot 29,- per 100 b.g.
Boterboonen f 6,— per 100 k g.
Princessenboonen f 20 tot 23 per 100 k.g.
Postelein ƒ2,— tot 4,50 per 100 k.g.
Wagenaars ƒ8,80 tot 10,— per 100 k.g.
Zilveruien ƒ8,— tot 8,50 per 100 k.g.
Tuinboonen 1,60 tot per 100 k.g.
Augurken 2,50 per 100 k.g.
Zure appelen 9,40 tot 9,60 per 100k.g.
Roode bessen 17,— tot ƒ23,— per 100 k.g.
Kruisbessen 3,20 tot 6,70 per 100 k.g.
Druiven 50,- tot 62,- per 100 k.g.
Framboos ƒ29,- tot 45,- per 100 k.g.
Morellen 21,— tot 29,— per 100 k.g.
Zwarte bessen ƒ23,— tot per 100b.g.
Peren 4,60 tot 10,10 per 100 k.g.
Veiling van Donderdag 20 Juli 1933.
Kipeieren 49-61 K.G. 1,80 tot 2,
idem 66-68 2,10 2,26.
idem 68—60 2,25 2,60.
idem bruin 58/59 2,25 „norgen.
Eendeieren 3,—
Per 100 stuks. Aanvoer 11.2'00r de
SOMMELSDIJK. Vorige week.'iappij
den Agent der Arbeidsbemidde
gemeente ingeschreven: 18 lan;. No. 15
7 transportarbeiders, 1 landbouw
los werkman en 1 machinist grolharnis.
DIRKSLAND.' Uitslag aanbest
den bouw van een woonhuis n
aan den Staakweg te Dirksland
Chirurg van het Van Weel-Z'
Dirksland.
73
A. van den Doel te Sommelsdyi'
Mosselman Korteweg te Rotterd
C. ie Comte Jz. te Sommelsdijk
J. Spee J. L. 0ss6weijer te S'uijk
J. Both te Dirksland
J. van Eek ombaar hel
P.C.vanEck ard aan d-
C, Spee te Sommelsdyk conomisciyt
T. van Heemst die nu
De gunning is nog aangehoudeicn, dat 11
honrri aai
„UNIVERSAL" ,rer«
DOODT DE RAT 12.05 pe
maar niet dc^er Ameri,
Verpakkingen van 35 46 BOier Pond ei
Ratten en Muizen. Onsc,r Washing
voor menschen en huisdieren. b
meer ziiri
«J-I1 loochê5 n,
'prsch-, fel, -
Poolsche
kbare ge-
met de-
nog immer
0,48 per»
Fransche
[Lire, 70'
Poolsche,
Erkende wederverkoopers gevr
male
steeds de
en te be-'
ie en Was-
HERK1NGEN. Terwyi eenige -i déplaise.'
aan het zwemmen waren in de ïdenksels,1
kwam de hond van wed. Klem spelm de pro-,
te water en beet het zoontje van J brain-'
driks herbaalde malen zoodanig in i
beenen, dat heelkundige hulp moes de inter-
ingeroepen. -n aanval
Terwijl de landbouwknecht E. Idoor het
een paard leidde, schrob het dier u 10 per
te steigeren waardoor het met de vc per 100
tegen zyn borst sprong zoodat hiVdam ver
vallen. Geneeskundige hulp was Gn de tas-
plaatse waarna de getroffene me'Transchen
kneuzingen per auto naar zyn v^de leening
vervoerd. ^nkiershuis
Wegens het niet in bezit^che regee-
een vergunning tot verder gra-ersteuning
Molendyb, zijn de werbzaamhedej3"^"! d*t
van de waterleiding in deze g,-'""slotte op
gezet, waardoor verscheidene 5 v" Per '00
werkloos werden. Thans staan ltV
respondent der arbeidsbemidde]ie,*'andsche
werkzoekenden ingeschreven. inwerking
Naar aanleiding van verzoé!.?J'"'ster"
diend door georganiseerde en cd'
seerde arbeiders om werkverscba'1.? "J
instellen van een steunregeling, oorde
raad dezer gemeente deze tegelijk
delen met de gemeentebegrootihgkomst.
STELLENDAM. Door de garnalei on.s nie'
werd vorige week 4 dagen geviat'onale
middeld werd per dag en per va'an!'sc'ie
KG. gevangen en aan de pellerijen<omst te
Op de j.i. Woensdag geboud;"33/".1??
verkooping werden de volgende p[. 1
steed: tarwe 100-150; erw;_ "f
tot 120; haver 40-ƒ 60; blauw,!':. ie
zaad ƒ140—ƒ160, alles per gemót1,'J,, e
6lechts enkele perceelen werden niet ge.
Dinsdagmorgen is de heerL. v. d.*"""
ter behandeling opgbnomen in één der te
benhuizen te Rotterdam. rbare
GOEDEREEDE. De vrouw vati Pn ^r'
albier zou een daagje naar baar ePsc:'le
Ouddorp gaan op de fiets, met3"?, en
achterop. Zij had echter het oo en
het Spuipaadje in de sloot te r mone"
fiets met het kind er op bleef
overeind in de modder siaaD, de v!er'an<'"
in de modder te spartelen, doch
veel moeite zich zelf te helpen ei
het droge te brengen.
A.s. Dinsdag wordt de ouderdomst
uitbetaald.
OUDDORP. Een schippersknecht uit Pb
lipsland is wegens verzet tegen een politie
agent alhier door den Politierechter te Rot
terdam veroordeeld tot 14 dagen gevange
nisstraf.
Wie zonder vergunning op een i
van een ander gaat rijden wordt beboet,1'
ondervond H. M. alhier die daarvoor
oordeeld werd tot f 4 boete.
Den 10 September hoopt Ds. H. 1
van Ameide Ned. Herv. predikant alhie
afscheid te nemen van deze geroee. e en 0
17 Sept.. z(jn intrede te doen te Groot
Hij zal bevestigd worden door D, eenj„
Ginkel te Nieuwpoort. »Vr zqn
NIEUWE TONGE. Het wasj.l Woe^-
een dag van groot genot voor de oude,1®]
dagen die een uitstapje maakten naarre
dorp. 9 auto's waren hiervoor dlspóm
gesteld door diverse ingezetenen al in en,
morgens om 9 uur vertrok het gezehet
toegewuifd door vele inwoners, r
Ooltgensplaat. De eerste halte was
Vreeswijk te Ooltgensplaat waar kof
gebruikt,. Na een half uur daaitf0S,i
vertoefd werd naar Middelbar,
waar het café Schippers werd be?
allen zich te goed konden doen
\s