Doorzitten EERSTE BLAD PUROL il landbouTÏveeteelt j ZATERDAG 24 JUNI 1933 De moordherberg „Het Ankertje", Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTÊNTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent, Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. - N°. 64 Week-revue. Buitenland. Op de Londensche conferentie, altyd nog de hoofdschotel van het wereldnieuws-menu, blijft men naarstig aan het zoeken en puzze len over gezond geld, hoogere prijzen voor de grooto stapel- en nijverheidsproducten en lagere tolmuren. Van een systematisch zoeken is te Londen tot nu toe nog geen sprake, men is het eens over het doel en niet over de middelen en er wordt nog niet anders dan van gedachten gewisseld over de middelen. Er heerscht te Londen tusschen de delegaties een menge ling van uiteenloopende stroomingen en ook verschillende delegaties zelf zijn hopeloos verdeeld. Een merkwaardig voorbeeld in dit opzicht is wel de Amerikaansche delegatie, waarvan niemand meer iets begrijpt. Spot tend is reeds door Amerikaansche persver tegenwoordigers opgemerkt, dat er in de Amerikaansche delegaties meer meeningen vertegenwoordigd zijn dan de delegatie leden telt. De Amerikanen begonnen heel verdienste lijk met het indienen van een voorstel voor een t(jdel(jke valuta-stabilisatie, ongetwijfeld een stap in de goede richting. Maaronmid- delijk kwam Washington tusschenbeide. het door het hoofd der Amerikaansche delegatie ingediende voorstel werd eenvoudig verloo chend, het heette plotseling slechts bedoeld te zijn als een aanwijzing van hetgeen op de agenda der conferentie zou kunnen wor den opgenomen en meer niet. Washington is wel bereid beleefd naar stabilisatie-plan nen te luisteren, voelt nu evenwel niets voor een practische overeenkomst op dit gebied, omdat anders bet binnenlandscbe plan der Amerikaansche regeering in ge vaar komt. Duidelijker gezegd: Washington wensebt aan te sturen op verdere inflatie, dit tijdelijks verdoovingsmiddel en ziet met welgevallen de zonderlinge capriolen van den dollar op de onzekere en gevaarlijke valuta- baren. De daling van den dollar wakkert de inflitie-koorts in Amerika aan, het heeft een prijsstijging over de eeheele linie, verwekt en geeft meer bedrijvigheid in de industrie. Voor de Amerikanen, die diep in de misère zitten een ware opluchting en de Amerikaan sche regeering durft of wil daar geen einde aan maken. Prof Jfoley, die als speciale waarnemer voor Roosevelt op 'toogenblik over den eroo- ten vischvijver naar Londen stoomt, zal Europa nog even extra aan het verstand brengen, dat president Roosevelt uit nationale overwegingen het program tot verhooging der pryzen in Amerika onbeperkt uit te voeren, alvorens er aan stabilisatie van den 'dollar gedacht kan worden. Deze houding der Amerikanen heeft te Londen en ook elders groote teleurstelling gewekt. Zonder gestabiliseerde geldkoersen is elk verder gepraat over verlaging van tariefmuren vrijwel nutteloos, omdat men tariefverlagingPD gemakkelijk door valuta manipulaties teniet kan doen. Nu de druk- kende oorlogsschulden een voorionpige op lossing gevonden hebben, in ieder gevaleeD verder voortgaan der conferentie niet meer belemmerden, het Amerikaansche Congres PUUt TON. voor zes maanden naar huis is gezonden en Roosevelt over een formidabel stapeltje vol machten beschikt en de handen dus min of meer vrij heeft, had men aanvankeiyk te Londen een weinig meer hoop. Veel hoop heeft men daar nimmer gehad in den afloop der conferentie, die de slechts voorbereide conferentie is, welke ooit is gehouden. Zoo hokt dus op het oogenblik de Londen sche conferentie op het eerste struikelblok: de Amerikaansche binnenlandsche politiek, die een verdere aftakeling van den dollar' noodig heeft om den gang er in te houden, voor een schamele inflatie-winst, welke op de grootste strop kan uitloopen. De eerste crisis is er dus op de Londensche conferentie en volgens den voortdurenden stroom van geruchten zijn er nog meerdere op komst, moeten met name de Duitschers met plannen rondloopen welke de conferentie voor heete vuren zullen plaatsen en moet het ook al niet al te best boteren tusschen Mac Donald en dr. Coltjn. Dat er te Londen een weinig aan pluk haren wordt gedaan is zoo erg niet, de botsing van belangen brengt dit noodzakeiykerwys mee, by iedere crisis komt onmiddeliyk de stroom van pessimisme los. Hier te meer, omdat vrijwel niemand aan het welslagen der conferentie geloofd, vooral nu niet, nu de Amerikanen zoo halsstarrig op hun stuk staan en men algemeen vreest dat de komst van prof.Moley de gespannen toestand eerder zal verscherpen dan verzachten. Es kann den Beste nicht in Frieden leben Wenn es den bösen Nachbarn nicht gefallt Dit citaat van Schiller heeft Dolfuss, de kleine Oostenryksche dictator te Londen aangehaald in zyn rede aldaar en deze aan haling (toespeling op het optreden van Beriyn tegenover Oostenrijk) werd door de aan wezigen, uitgezonderd door de Duitschers, met demonstratief gejuich begroet. Beriyn verstaat de kunst niet een goed gezicht te trekken by een slecht spel. En tegenover Weenen heeft Berlijn wel buiten gewoon slecht gespeeld, lomp en onhandig tegelijk. De actie van Berlijn om Oostenryk eventjes in te palmen is werkeiyk grootsch van opzet, de Duitschers hebben er gewel dige kapitalen voor beschikbaar gesteld, alleen zyn de heeren wat te hard van stapel geloopen, het verlangen naar een spoedig succes heeft Berlijn leeiyke parten gespeeld. Nadat de Oostenryksche nazi's alle waar schuwingen in den wind hebben geslagen en desondanks voortgaan met aanslagen, is de Oostenrijkscbe regeering tot krachtige maatregelen overgegaan, de ontbinding der nationaal-socialisti9Cbe party in Oostenryk en de inbeslagneming van alle bezittingen der party. Wat te Beriyn de woede slechts doet stygen In de Duitsche nationaal-socia- listische bladen wordt hevig tegen Dolfuss en zijn medewerkers van leergetrokken.de Vfiikische Beobachter gaat zelfs zoo ver Dolfuss en consorten voor landverraders uit te maken en kondigt aan dat de strijd ii OosteDrtjk niet eerder gestaakt zal worden voor Dolfuss en Vaugoin, odz. weggejargd zijn uit het land Ondertusschen is het nog niet zoo ver, stelt •1e Oostenryksche regeering zich nog steeds heel krachtig te weer en blijft do politie en het leger paraat om in te grijpen Maardii voortdurend gespannen in actie blyven is te DORDRECHT. (Uit de geschiedenis der lijfstraffelijke rechtpleglng). 4) Hun voorkomen was niet direct ongunstig, doch hun gelaat kreeg toch iets onaangenaams als zij lachten. Ze waren met elkaar in een zeer druk gesprek gewikkeld, waarbij ze een derden toe hoorder niet schenen te wenschen, want telkens zagen ze omzichtig rond. Toen ze Oudenbosch bereikt hadden, begaven ze zich in een herberg, die een uithangbord had, waarop een bruin paard onbeholpen was geschil derd. De herberg behoorde al jaren aan een weduwe, Janneke Blommers genaamd. Beide mannen schenen er bekenden te zijn, want toen ze de gelagkamer waren binnen gekomen en aan een tafel hadden plaats genomen, zeiden zij familiaar tot de kasteleines: ,,'n Avend, Janneke." „En wat zullen de vrienden gebruiken," sprak deze, een echte Brabantsche vrouw. ..'n Potteke bier, moeke," antwoordden beide mannen en ze wierpen elkaar een veelbeteekenen- den blik toe. Nadat ze gedronken hadden, vroeg de jongste, zich tot de vrouw in de tapkast wendende: „Wel, Janneke, komt er nog al volk in de her berg? We zijn hier een heele poos niet geweest 1 De vrouw keek den spreker aan en zeide: geweldig afmattend en op den duur niet vol te houden. Oostenrijk is een politiek vul- kaantje, waar alles mogelijk is. 9 9 In de Duitsche politieke keuken zelf is het ook zoo lekker niet en dr. Goebbels heeft reeds aangekondigd dat we nog slechts een klein voorspel hebben gezien en meer niet. Daar is dus nog het een en ander te wachten. Inmiddels draait de revolutiefilm in Duitsch- land in snel tempo door, na de spanning tusschen nationaal-socialisten eD verschillen de groepen der Stalen Helm, hebbeD de nazi's het nu aan den stok met de strijdhonden der Duitsch-nationalen, welke in verschillen de bondsstaten zyn ontbonden, omdat deze Duitsch-nationale strijdhonden vele commu nisten als lid hebben opgenomen, aldus de lezing van het persbureau Wolff. Daarom vormden deze strijdhonden een gevaar en zijn ze in geheel Pruisen verboden. Voor Hugenberg, die zoo langzamerhand zich wel minder prettig zal gevoelen, een pfiniyke geschiedenis, niet geschikt om de eendracht in de Duitsche politieke keuken te bevor deren. Eigenlijk verbaast het dat hfi niet reeds buiten de deur is gezet. „Ja.'k heb u meer gezien. Zijt gij niet Arend Peter?" „Juist, Janneke." „Wel.wel.in geen tijd heb 'k u gezien." „Ik ben lang in Keulen geweest." „Ah... juist, nu herinner 'k het me. Gij hebt me eenigen tijd geleden van den moord te Baard wijk verteld, die op mijn nicht gepleegd is. En hebben ze de schavuiten nog niet ontdekt?" „Wel neen, Janneke. Die zullen wel nooit ont dekt worden. Dat zullen wel slimme vogels zijn." Hoewel de man zoo luchtig mogelijk sprak, scheen hij zich toch niet op z'n gemak te voelen. Er kwamen meer gasten in de herberg, doch de beide mannen bemoeiden er zich niet mede. Ze gingen in een donkeren hoek van de gelagkamer zitten, waar ze hun gesprek fluisterend voort zetten. „Kunnen we hier vannacht blijven, Janneke? We moeten op weg naar Waalwijk..., morgen vroeg." „Oe weet toch, da 'k geen logeergasten hou," sprak de waardin. Tenzij... ja... tenzij ik de menschen goed ken." „Dan zijn we klaar. Ge kent ons toch?" „U wel, maar uw maat niet..." „Da's een Dordtenaar. Beste jongen, hoor. Hij is hier in Brabant om zaken in wol te doen. 'k Sta voor 'm in. „Nu, vooruit dan maar, sprak Janneke berus tend. „Ik zal dan maar denken, dat eerlijke men schen geen dieven zijn..." „Woont ge hier nog alleen, Janneke?" „Met de meld," zeide de vrouw, opnieuw een kroes bier inschenkend. „U hieldt er toch vroeger een knecht ook op na?" Zonnebrand en Stukloopen van Huid en Voeten verzacht en geneest 1 Doos 30. Tube 80 ct. Bij Apoth- Dtogistgo (Adv.) CONSUMPTIE-MELKER IN EEN TE GUNSTIGE POSITIE. Wanverhoudingen bij werking der crisiszulvelwet. In het Friesch landbouwblad wordt het een en ander opgemerkt over wanverhoudingen bij de werking van de Crisis-zuivelwet. Gewezen wordt op de bestaande wanverhouding tus schen consumptie- en industriemelk, waardoor de één veel meer ontvangt dan de ander en de verleiding tot knoeien groot is. Misschien dat de ernstige ontstemming, zoo wordt opgemerkt, er nog eens toe leiden zal dat de geheele regeling voor de consumptie- melk onder de loupe wordt genomen. Tegen over de zuivelbereidende boeren komt de con sumptiemelker met z'n vasten prijs van 4J 5 cent in een te gunstige positie. Volgens den secretaris van den F. N. Z. was de opbrengst der melk met 3.15 vet in de laatste week van Mei bij de zuivere boterbereiding 3.10 cent per K.G., bij de boter- en kaasbereiding vol gens de Friesche toestanden 3.73 cent; volgens de Noord-Hollandsche methode 4.35 cent en bij de bereiding van volvette Goudsche boeren kaas 5 cent en dit alles als gevolg van dezelfde crisiswet en haar uitvoering. Schrijver lijkt een eenvoudiger regeling, waarbij de boterbereider in een sterkere positie wordt geplaatst tegen over consumptiemelker en kaasbereider, nood zakelijk. „Ja, vroeger, maar de herberg gaat zoo druk niet meer. Dien heb 'k afgeschaft." ,,'t Zou toch anders wel veilig zijn geweest," merkte een der mannen op. „Een alleenwonende weduwe." „Och, we zitten hier rustig genoeg," sprak de waardin schouderophalend. „Je hoort hier van geen diefstallen..., neen, daarvoor ben 'k niet bevreesd." „Heeft u ham In huls, Janneke?" „Ja, vrienden." „Geeft ons dan wat brood en ham. Dan gaan we naar bed." „Zooals jelui verkiezen, 'k Zal het klaar maken." Janneke slofte naar het achterhuis en de beide mannen, zich alleen ziende, zetten hun gesprek voort. „Geen knecht in huis," sprak de oudste. „Dat zaakje is gezond." De meid bracht het brood cn de ham binnen, waarop Peter en zijn maat gulzig aanvielen. En ze ledigden een aantal groote bekers bier. Nadat ze verzadigd waren, vroegen ze hun slaapplaats, die de meid dan ook terstond in een aangrenzend vertrek wees. „En waar slaapt gij nou, lachebek?" „Onder het rieten dak," antwoordde ze. „Dus niet bij uw meesteres?" „Neen, die slaapt alleen." „Dan ligt men het lekkerste ook, lachte de jongste. „Maar zeg liefje, roept ge ons morgen vroeg, want we moeten vroeg op pad." „Zooals de vrienden verkiezen." „Wel te rusten. „Goe'nacht. Beide mannen waren alleen. Hun eerste werk Verbetering der consumptiemelkregeling, op heffing van 't menggebod en beperking der margarinef abri cage openen daartoe den weg. Men zou anders kunnen gaan denken dat de beperking van de kaasproductie, die de Friezen zich eensgezind hebben opgelegd, in de eerste plaats in 't belang zou zijn van kaasproducen ten buiten de provincie, hetgeen een zeer slechte belooning zou zijn voor de organisato risch hoogstaande regeling. Een dergelijke uit werking zou spontane medewerking der zuivel- bereiders voor de toekomst moeilijk maken. En toch zal men, zoo wordt opgemerkt, alleen door vlotte samenwerking, ongeacht de vele moeilijkheden, tot een goed einde kunnen ge raken. DE WOL BLEEK GOED STAPELPRODUCT. Op de algemeene vergadering van de Ver. tot verbetering van den wolhandel bleek, dat de kwaliteit van onze wol steeds verbetert, prima steeg in 5 jaar van 13.000 tot 15.000, eerste soort van 20.000 tot 23.000 K.G., tweede soort bleef 5000 K.G., de derde en de vierde soort liepen in hoeveelheid terug. De prijzen waren echter slecht; varieerden van 4560 ct. per K.G. Een uitvoerig request werd aan de regeering gezonden om steun gelijk aan de kleeding- industrie verleend werd. Het blijkt intusschen, dat het laagste niveau voorbij is. Er was 1 Mei j.i. nog 75.000 K.G. aanwezig. De wol is een goed stapelproduct gebleken, mits in goede conditie bewaard, hetgeen, blijkens verklarin gen van koopers, het geval is. Geadviseerd werd om den geheelen nog aanwezigen voor raad te verkoopen tegen wereldmarktprijs, hetgeen de vergadering goedkeurde. „NIETS NIEUWS ONDER DE ZON". „Hij, die onze aanwijzingen wil volgen, moet eerstens bedenken, hoeveel hennen hij moet nemen en van welke soort; ten tweede, op welke wijze hij ze moet voeden en verzorgen; ten derde, op welken tijd des jaars hij er eieren van moet krijgen, en op welken tijd hij ze er op moet zetten om ze te laten broeden; en ten laatste, dat hij groote zorg moet besteden aan de kuikens. „Want dit zijn de dingen waarop het gansche kippenhouden berust. Twee honderd stuks ver- eischen den tijd en al de zorg van één man, mits nog een ijverige oude vrouw en een jongen er op passen, opdat ze niet wegdwalen of een prooi worden van stroopers. „Het is niet wijs pluimgedierte te koopen, dat niet tot een goed vruchtbaar soort behoort. Laat ze bovendien van één kleur zijn, zoo mogelijk, en sterk van lichaam, met vierkante breede borst, kleine koppen, rechte kammen, klein en helder rood, witte oorlellen, en van zoo groote gestalte als men maar vinden kan. Niet met een even getal teenen, daar die met vijf teenen als de beste worden beschouwd. „Een kippenhok behoort te worden gebouwd op dat deel van het erf, dat het 's winters de morgenzon krijgt. Daar het niet geschikt is, dat de vogels op hun eigen mest slapen, moeten er roeststokken voor hen aangebracht worden. „Het beste voer voor hennen is gebroken gerst en wikken, en ook gierst. Kleine tarwe bekomt ze ook heel goed. Eveneens zemelen waar het meel nog niet heelemaal uit is. Houdt men de vogels opgesloten, dan moeten ze drie maal daags worden gevoederd. „Maar de hoofdzaak is de getrouwheid van den houder, want zonder dat valt er niet op veel gewin te rekenen. was de deur te sluiten. Daarna nanlen ze het ver trek eens goed op. Het was langwerpig vierkant. In het eiken houten beschot bevonden zich twee deuren, die ieder een tamelijk hooge bedstede verborgen. Tegen den muur stond een eikenhouten kast, die bene vens een paar stoelen het geheele meublement uitmaakten. Ze wierpen een begeerigen blik naar de kast. „Die moeten we onderzoeken!" sprak de oudste. „Nu nog niet. Want de vrouw en de meid zijn nog niet te bed." „Dat zaakje loopt hier puik mede. Als ge nu maar zeker van de plaats bent, waar Janneke haar goud geborgen heeft." „Dat wist ik reeds lang vooruit." „Nu ja... ik ben hier niet bekend en moet geheel naar uw inlichtingen te werk gaan." Het bleek dat de kast gesloten was. Ze haalden nu een paar kromme ijzertjes te voorschijn en trachtten daarmede het slot te openen, wat even wel niet gelukte. Teleurgesteld gaven ze het op. „Die zullen we later wel onderzoeken," sprak de oudste fluisterend. „We moeten een bijl heb ben." „Hoe laat is het nu?" ,,'t Zal één uur zijn." „Dan wordt het tijd." De oudste haaide een groot mes uit den zak en onderzocht daarvan zorgvuldig de snede. „Zullen we het licht uitblazen?" vroeg dc jong ste, een lamp opnemend, die op tafel stond. „Lamp aanlaten. We moeten toch zien... ik zal er wel voor zorgen, dat Janneke geen kik geeft als zij het licht ziet." „Laat men ook bij pluimgedierte den regel toepassen, geldig voor alle huisdieren: zoek de beste uit om mee te fokken, en doe de rest van de hand. Doe het laatste o.ok met hennen die over de drie jaar zijn, en die welke zijn geboren na 21 Juni, want die zullen hun vollen groei niet bereiken." Aldus werd geschreven 2000 jaar geleden in Spanje, gelijk de Rijksvoorlichtingsdienst voor Pluimveeteelt mededeelt. INKRIMPING VAN DEN VARKENS- FOKSTAPEL. Gunstige verschijnselen. De voorzitter van de Ned. varkenscentrale wijst als toelichting aan een vergelijkend over zicht van de cijfers in 1930, najaar 1932 en voorjaar 1933, met voldoening op de belang rijke vermindering van bijna 23 in het totaal aantal varkens, vergeleken bij de in 1932 vast gestelde cijfers. De vermindering komt vooral tot uiting bij de geheel of gedeeltelijk slacht rijpe varkens van 60100 en van boven 100 K.G. De vermindering is ten deele toe te schrijven aan de normale seizoensschommelin- - gen (in het voorjaar zijn er gewoonlijk ver houdingsgewijs meer biggen en minder andere varkens dan in den herfst), doch daarnaast aan een aanzienlijke inkrimping van den var kensstapel in zijn geheei. Een gunstig verschijnsel is de vermindering van het aantal fokzeugen met ruim 30.000 stuks, n.l. van 264.794 tot 234.776 stuks, te meer, omdat in den regel in Maart meer fok zeugen op de bedrijven zijn dan in September. Jammer is het, dat in sommige provinciën door bijzondere omstandigheden geen vermin dering van het aantal fokzeugen plaats vond. Daar deze bijzondere omstandigheden geens zins van duurzamen aard zijn, meent de direc teur der N. V. C., Ir. De Jong, dat men in deze streken wel zeer speciaal aandacht aan de in krimping van de varkensfokkerij mag schen ken. DE AANSTAANDE RUNDVEETELLING. 's-GRAVENHAGE, 20 Juni. Ten behoeve van de binnenkort te houden rundveetelling zullen de gegevens plaatselijk worden opgeno men door de zorgen van de plaatselijke com missies der Gewestelijke Varkenscentrales. De algemeene gegevens worden verzameld op hoofdkaarten, de bijzondere op bijkaarten, zoodat de gegevens van één zelfde bedrijf worden vermefd op één hoofdkaart en één bij kaart. Na invulling moeten de kaarten door den betreffenden veehouder en den opnemer onderteekend worden en toegezonden aan de Gewestelijke Centrales der Nedcriandsche Var kenscentrale, welke voor doorzending naar het bureau van de commissie van voorbereiding voor de oprichting der Crisis-rundveecentrale zorgdragen. De Gewestelijke Centrales zuilen nog in deze maand vergaderen met de plaatselijke com missies ten einde deze voor te lichten omtrent de wijze, waarop de arbeid zal dienen te wor den uitgevoerd en de gestelde vragen moeten worden beantwoord. Tusschen 1 en 22 juli kunnen de opnemingen bij de veehouders ge schieden naar den toestand op 1 Juli, terwijl uiterlijk op 22 Juli de kaarten bij de Geweste lijke Centrales'moeten zijn ingeleverd. Uiterlijk 1 Augustus moeten de kaarten, benevens de van de hoofdkaarten door de Ge westelijke Centrales gemaakte verzamelstaten bij de bovengenoemde commissie van voor bereiding ingeleverd zijn. „Maar de meid. „Die is voor uw rekening." „Vooruit dan!" Ze openden de deur en traden met ontbloot mes in de gelagkamer. Ze slopen op de deur toe, die zich naast het buffet bevond en met een klink gesloten was. Met ingehouden adem luisterden zij. „Ze slaapt! ik hoor ze snorken," sprak de oudste. Behoedzaam opende hij de deur en den jongste de lamp uit de handen nemende, belichtte hij daarmede het vertrek. „Blijf nu hier met het licht wachten, totdat ik Janneke gesproken heb." Hij betrad het vertrek. Een rauwe kreet klonk, gevolgd door een zucht. Even later betrad hij de gelagkamer weer, een bebloed mes in de hand houdend. ,,'t ls klaar," fluisterde hij. „Nu hier met liet licht." Beiden betraden nu het vertrek. „Ze is toch dood?" „Zoo ik haar tenminste zeker in het donker getroffen heb. Bij dergelijke werkjes is mijn band nogal vast." In dc bedstede lag de arme vrouw met een breeden messteek in de borst. Dc booswichten glimlachten bij dit gezicht. „Goed getroffen. Ge hebt er eer van!" sprak de jongste. „En nu geen tijd verzuimd. Ga naar boven cn reken met de meid af." „Laten we samen gaan..." „Bang?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1