Doorzitten
EERSTE BLAD
PUROL
il landbouTÏveeteelt j
ZATERDAG
24 JUNI 1933
De moordherberg „Het Ankertje",
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTÊNTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent,
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
15E JAARGANG. - N°. 64
Week-revue.
Buitenland.
Op de Londensche conferentie, altyd nog
de hoofdschotel van het wereldnieuws-menu,
blijft men naarstig aan het zoeken en puzze
len over gezond geld, hoogere prijzen voor
de grooto stapel- en nijverheidsproducten en
lagere tolmuren.
Van een systematisch zoeken is te Londen
tot nu toe nog geen sprake, men is het eens
over het doel en niet over de middelen en
er wordt nog niet anders dan van gedachten
gewisseld over de middelen. Er heerscht te
Londen tusschen de delegaties een menge
ling van uiteenloopende stroomingen en ook
verschillende delegaties zelf zijn hopeloos
verdeeld. Een merkwaardig voorbeeld in dit
opzicht is wel de Amerikaansche delegatie,
waarvan niemand meer iets begrijpt. Spot
tend is reeds door Amerikaansche persver
tegenwoordigers opgemerkt, dat er in de
Amerikaansche delegaties meer meeningen
vertegenwoordigd zijn dan de delegatie leden
telt.
De Amerikanen begonnen heel verdienste
lijk met het indienen van een voorstel voor
een t(jdel(jke valuta-stabilisatie, ongetwijfeld
een stap in de goede richting. Maaronmid-
delijk kwam Washington tusschenbeide. het
door het hoofd der Amerikaansche delegatie
ingediende voorstel werd eenvoudig verloo
chend, het heette plotseling slechts bedoeld
te zijn als een aanwijzing van hetgeen op
de agenda der conferentie zou kunnen wor
den opgenomen en meer niet. Washington
is wel bereid beleefd naar stabilisatie-plan
nen te luisteren, voelt nu evenwel niets
voor een practische overeenkomst op dit
gebied, omdat anders bet binnenlandscbe
plan der Amerikaansche regeering in ge
vaar komt. Duidelijker gezegd: Washington
wensebt aan te sturen op verdere inflatie,
dit tijdelijks verdoovingsmiddel en ziet met
welgevallen de zonderlinge capriolen van den
dollar op de onzekere en gevaarlijke valuta-
baren. De daling van den dollar wakkert de
inflitie-koorts in Amerika aan, het heeft een
prijsstijging over de eeheele linie, verwekt
en geeft meer bedrijvigheid in de industrie.
Voor de Amerikanen, die diep in de misère
zitten een ware opluchting en de Amerikaan
sche regeering durft of wil daar geen einde
aan maken.
Prof Jfoley, die als speciale waarnemer
voor Roosevelt op 'toogenblik over den eroo-
ten vischvijver naar Londen stoomt, zal
Europa nog even extra aan het verstand
brengen, dat president Roosevelt uit nationale
overwegingen het program tot verhooging
der pryzen in Amerika onbeperkt uit te
voeren, alvorens er aan stabilisatie van den
'dollar gedacht kan worden.
Deze houding der Amerikanen heeft te
Londen en ook elders groote teleurstelling
gewekt. Zonder gestabiliseerde geldkoersen
is elk verder gepraat over verlaging van
tariefmuren vrijwel nutteloos, omdat men
tariefverlagingPD gemakkelijk door valuta
manipulaties teniet kan doen. Nu de druk-
kende oorlogsschulden een voorionpige op
lossing gevonden hebben, in ieder gevaleeD
verder voortgaan der conferentie niet meer
belemmerden, het Amerikaansche Congres
PUUt TON.
voor zes maanden naar huis is gezonden en
Roosevelt over een formidabel stapeltje vol
machten beschikt en de handen dus min of
meer vrij heeft, had men aanvankeiyk te
Londen een weinig meer hoop. Veel hoop
heeft men daar nimmer gehad in den afloop
der conferentie, die de slechts voorbereide
conferentie is, welke ooit is gehouden.
Zoo hokt dus op het oogenblik de Londen
sche conferentie op het eerste struikelblok:
de Amerikaansche binnenlandsche politiek,
die een verdere aftakeling van den dollar'
noodig heeft om den gang er in te houden,
voor een schamele inflatie-winst, welke op
de grootste strop kan uitloopen.
De eerste crisis is er dus op de Londensche
conferentie en volgens den voortdurenden
stroom van geruchten zijn er nog meerdere
op komst, moeten met name de Duitschers
met plannen rondloopen welke de conferentie
voor heete vuren zullen plaatsen en moet het
ook al niet al te best boteren tusschen Mac
Donald en dr. Coltjn.
Dat er te Londen een weinig aan pluk
haren wordt gedaan is zoo erg niet, de botsing
van belangen brengt dit noodzakeiykerwys
mee, by iedere crisis komt onmiddeliyk de
stroom van pessimisme los. Hier te meer,
omdat vrijwel niemand aan het welslagen
der conferentie geloofd, vooral nu niet, nu
de Amerikanen zoo halsstarrig op hun stuk
staan en men algemeen vreest dat de komst
van prof.Moley de gespannen toestand eerder
zal verscherpen dan verzachten.
Es kann den Beste nicht in Frieden leben
Wenn es den bösen Nachbarn nicht gefallt
Dit citaat van Schiller heeft Dolfuss, de
kleine Oostenryksche dictator te Londen
aangehaald in zyn rede aldaar en deze aan
haling (toespeling op het optreden van Beriyn
tegenover Oostenrijk) werd door de aan
wezigen, uitgezonderd door de Duitschers,
met demonstratief gejuich begroet.
Beriyn verstaat de kunst niet een goed
gezicht te trekken by een slecht spel. En
tegenover Weenen heeft Berlijn wel buiten
gewoon slecht gespeeld, lomp en onhandig
tegelijk. De actie van Berlijn om Oostenryk
eventjes in te palmen is werkeiyk grootsch
van opzet, de Duitschers hebben er gewel
dige kapitalen voor beschikbaar gesteld,
alleen zyn de heeren wat te hard van stapel
geloopen, het verlangen naar een spoedig
succes heeft Berlijn leeiyke parten gespeeld.
Nadat de Oostenryksche nazi's alle waar
schuwingen in den wind hebben geslagen
en desondanks voortgaan met aanslagen,
is de Oostenrijkscbe regeering tot krachtige
maatregelen overgegaan, de ontbinding der
nationaal-socialisti9Cbe party in Oostenryk
en de inbeslagneming van alle bezittingen
der party. Wat te Beriyn de woede slechts
doet stygen In de Duitsche nationaal-socia-
listische bladen wordt hevig tegen Dolfuss
en zijn medewerkers van leergetrokken.de
Vfiikische Beobachter gaat zelfs zoo ver
Dolfuss en consorten voor landverraders uit
te maken en kondigt aan dat de strijd ii
OosteDrtjk niet eerder gestaakt zal worden
voor Dolfuss en Vaugoin, odz. weggejargd
zijn uit het land
Ondertusschen is het nog niet zoo ver, stelt
•1e Oostenryksche regeering zich nog steeds
heel krachtig te weer en blijft do politie en
het leger paraat om in te grijpen Maardii
voortdurend gespannen in actie blyven is
te DORDRECHT.
(Uit de geschiedenis der lijfstraffelijke rechtpleglng).
4)
Hun voorkomen was niet direct ongunstig, doch
hun gelaat kreeg toch iets onaangenaams als zij
lachten. Ze waren met elkaar in een zeer druk
gesprek gewikkeld, waarbij ze een derden toe
hoorder niet schenen te wenschen, want telkens
zagen ze omzichtig rond.
Toen ze Oudenbosch bereikt hadden, begaven
ze zich in een herberg, die een uithangbord had,
waarop een bruin paard onbeholpen was geschil
derd.
De herberg behoorde al jaren aan een weduwe,
Janneke Blommers genaamd.
Beide mannen schenen er bekenden te zijn,
want toen ze de gelagkamer waren binnen gekomen
en aan een tafel hadden plaats genomen, zeiden
zij familiaar tot de kasteleines:
,,'n Avend, Janneke."
„En wat zullen de vrienden gebruiken," sprak
deze, een echte Brabantsche vrouw.
..'n Potteke bier, moeke," antwoordden beide
mannen en ze wierpen elkaar een veelbeteekenen-
den blik toe.
Nadat ze gedronken hadden, vroeg de jongste,
zich tot de vrouw in de tapkast wendende:
„Wel, Janneke, komt er nog al volk in de her
berg? We zijn hier een heele poos niet geweest 1
De vrouw keek den spreker aan en zeide:
geweldig afmattend en op den duur niet vol
te houden. Oostenrijk is een politiek vul-
kaantje, waar alles mogelijk is.
9 9
In de Duitsche politieke keuken zelf is het
ook zoo lekker niet en dr. Goebbels heeft reeds
aangekondigd dat we nog slechts een klein
voorspel hebben gezien en meer niet. Daar
is dus nog het een en ander te wachten.
Inmiddels draait de revolutiefilm in Duitsch-
land in snel tempo door, na de spanning
tusschen nationaal-socialisten eD verschillen
de groepen der Stalen Helm, hebbeD de nazi's
het nu aan den stok met de strijdhonden
der Duitsch-nationalen, welke in verschillen
de bondsstaten zyn ontbonden, omdat deze
Duitsch-nationale strijdhonden vele commu
nisten als lid hebben opgenomen, aldus de
lezing van het persbureau Wolff. Daarom
vormden deze strijdhonden een gevaar en
zijn ze in geheel Pruisen verboden. Voor
Hugenberg, die zoo langzamerhand zich wel
minder prettig zal gevoelen, een pfiniyke
geschiedenis, niet geschikt om de eendracht
in de Duitsche politieke keuken te bevor
deren. Eigenlijk verbaast het dat hfi niet
reeds buiten de deur is gezet.
„Ja.'k heb u meer gezien. Zijt gij niet Arend
Peter?"
„Juist, Janneke."
„Wel.wel.in geen tijd heb 'k u gezien."
„Ik ben lang in Keulen geweest."
„Ah... juist, nu herinner 'k het me. Gij hebt
me eenigen tijd geleden van den moord te Baard
wijk verteld, die op mijn nicht gepleegd is. En
hebben ze de schavuiten nog niet ontdekt?"
„Wel neen, Janneke. Die zullen wel nooit ont
dekt worden. Dat zullen wel slimme vogels zijn."
Hoewel de man zoo luchtig mogelijk sprak,
scheen hij zich toch niet op z'n gemak te voelen.
Er kwamen meer gasten in de herberg, doch
de beide mannen bemoeiden er zich niet mede.
Ze gingen in een donkeren hoek van de gelagkamer
zitten, waar ze hun gesprek fluisterend voort
zetten.
„Kunnen we hier vannacht blijven, Janneke?
We moeten op weg naar Waalwijk..., morgen
vroeg."
„Oe weet toch, da 'k geen logeergasten hou,"
sprak de waardin. Tenzij... ja... tenzij ik de
menschen goed ken."
„Dan zijn we klaar. Ge kent ons toch?"
„U wel, maar uw maat niet..."
„Da's een Dordtenaar. Beste jongen, hoor. Hij
is hier in Brabant om zaken in wol te doen. 'k Sta
voor 'm in.
„Nu, vooruit dan maar, sprak Janneke berus
tend. „Ik zal dan maar denken, dat eerlijke men
schen geen dieven zijn..."
„Woont ge hier nog alleen, Janneke?"
„Met de meld," zeide de vrouw, opnieuw een
kroes bier inschenkend.
„U hieldt er toch vroeger een knecht ook op na?"
Zonnebrand en Stukloopen
van Huid en Voeten
verzacht en geneest
1 Doos 30. Tube 80 ct. Bij Apoth- Dtogistgo
(Adv.)
CONSUMPTIE-MELKER IN EEN TE
GUNSTIGE POSITIE.
Wanverhoudingen bij werking der
crisiszulvelwet.
In het Friesch landbouwblad wordt het een
en ander opgemerkt over wanverhoudingen bij
de werking van de Crisis-zuivelwet. Gewezen
wordt op de bestaande wanverhouding tus
schen consumptie- en industriemelk, waardoor
de één veel meer ontvangt dan de ander en
de verleiding tot knoeien groot is.
Misschien dat de ernstige ontstemming, zoo
wordt opgemerkt, er nog eens toe leiden zal
dat de geheele regeling voor de consumptie-
melk onder de loupe wordt genomen. Tegen
over de zuivelbereidende boeren komt de con
sumptiemelker met z'n vasten prijs van 4J
5 cent in een te gunstige positie. Volgens den
secretaris van den F. N. Z. was de opbrengst
der melk met 3.15 vet in de laatste week
van Mei bij de zuivere boterbereiding 3.10 cent
per K.G., bij de boter- en kaasbereiding vol
gens de Friesche toestanden 3.73 cent; volgens
de Noord-Hollandsche methode 4.35 cent en
bij de bereiding van volvette Goudsche boeren
kaas 5 cent en dit alles als gevolg van dezelfde
crisiswet en haar uitvoering. Schrijver lijkt een
eenvoudiger regeling, waarbij de boterbereider
in een sterkere positie wordt geplaatst tegen
over consumptiemelker en kaasbereider, nood
zakelijk.
„Ja, vroeger, maar de herberg gaat zoo druk
niet meer. Dien heb 'k afgeschaft."
,,'t Zou toch anders wel veilig zijn geweest,"
merkte een der mannen op. „Een alleenwonende
weduwe."
„Och, we zitten hier rustig genoeg," sprak de
waardin schouderophalend. „Je hoort hier van
geen diefstallen..., neen, daarvoor ben 'k niet
bevreesd."
„Heeft u ham In huls, Janneke?"
„Ja, vrienden."
„Geeft ons dan wat brood en ham. Dan gaan
we naar bed."
„Zooals jelui verkiezen, 'k Zal het klaar maken."
Janneke slofte naar het achterhuis en de beide
mannen, zich alleen ziende, zetten hun gesprek
voort.
„Geen knecht in huis," sprak de oudste. „Dat
zaakje is gezond."
De meid bracht het brood cn de ham binnen,
waarop Peter en zijn maat gulzig aanvielen. En
ze ledigden een aantal groote bekers bier.
Nadat ze verzadigd waren, vroegen ze hun
slaapplaats, die de meid dan ook terstond in een
aangrenzend vertrek wees.
„En waar slaapt gij nou, lachebek?"
„Onder het rieten dak," antwoordde ze.
„Dus niet bij uw meesteres?"
„Neen, die slaapt alleen."
„Dan ligt men het lekkerste ook, lachte de
jongste. „Maar zeg liefje, roept ge ons morgen
vroeg, want we moeten vroeg op pad."
„Zooals de vrienden verkiezen."
„Wel te rusten.
„Goe'nacht.
Beide mannen waren alleen. Hun eerste werk
Verbetering der consumptiemelkregeling, op
heffing van 't menggebod en beperking der
margarinef abri cage openen daartoe den weg.
Men zou anders kunnen gaan denken dat de
beperking van de kaasproductie, die de Friezen
zich eensgezind hebben opgelegd, in de eerste
plaats in 't belang zou zijn van kaasproducen
ten buiten de provincie, hetgeen een zeer
slechte belooning zou zijn voor de organisato
risch hoogstaande regeling. Een dergelijke uit
werking zou spontane medewerking der zuivel-
bereiders voor de toekomst moeilijk maken.
En toch zal men, zoo wordt opgemerkt, alleen
door vlotte samenwerking, ongeacht de vele
moeilijkheden, tot een goed einde kunnen ge
raken.
DE WOL BLEEK GOED STAPELPRODUCT.
Op de algemeene vergadering van de Ver.
tot verbetering van den wolhandel bleek, dat
de kwaliteit van onze wol steeds verbetert,
prima steeg in 5 jaar van 13.000 tot 15.000,
eerste soort van 20.000 tot 23.000 K.G., tweede
soort bleef 5000 K.G., de derde en de vierde
soort liepen in hoeveelheid terug. De prijzen
waren echter slecht; varieerden van 4560 ct.
per K.G.
Een uitvoerig request werd aan de regeering
gezonden om steun gelijk aan de kleeding-
industrie verleend werd. Het blijkt intusschen,
dat het laagste niveau voorbij is. Er was 1 Mei
j.i. nog 75.000 K.G. aanwezig. De wol is een
goed stapelproduct gebleken, mits in goede
conditie bewaard, hetgeen, blijkens verklarin
gen van koopers, het geval is. Geadviseerd
werd om den geheelen nog aanwezigen voor
raad te verkoopen tegen wereldmarktprijs,
hetgeen de vergadering goedkeurde.
„NIETS NIEUWS ONDER DE ZON".
„Hij, die onze aanwijzingen wil volgen, moet
eerstens bedenken, hoeveel hennen hij moet
nemen en van welke soort; ten tweede, op
welke wijze hij ze moet voeden en verzorgen;
ten derde, op welken tijd des jaars hij er eieren
van moet krijgen, en op welken tijd hij ze er
op moet zetten om ze te laten broeden; en
ten laatste, dat hij groote zorg moet besteden
aan de kuikens.
„Want dit zijn de dingen waarop het gansche
kippenhouden berust. Twee honderd stuks ver-
eischen den tijd en al de zorg van één man,
mits nog een ijverige oude vrouw en een jongen
er op passen, opdat ze niet wegdwalen of een
prooi worden van stroopers.
„Het is niet wijs pluimgedierte te koopen,
dat niet tot een goed vruchtbaar soort behoort.
Laat ze bovendien van één kleur zijn, zoo
mogelijk, en sterk van lichaam, met vierkante
breede borst, kleine koppen, rechte kammen,
klein en helder rood, witte oorlellen, en van
zoo groote gestalte als men maar vinden kan.
Niet met een even getal teenen, daar die met
vijf teenen als de beste worden beschouwd.
„Een kippenhok behoort te worden gebouwd
op dat deel van het erf, dat het 's winters de
morgenzon krijgt. Daar het niet geschikt is,
dat de vogels op hun eigen mest slapen, moeten
er roeststokken voor hen aangebracht worden.
„Het beste voer voor hennen is gebroken
gerst en wikken, en ook gierst. Kleine tarwe
bekomt ze ook heel goed. Eveneens zemelen
waar het meel nog niet heelemaal uit is. Houdt
men de vogels opgesloten, dan moeten ze drie
maal daags worden gevoederd.
„Maar de hoofdzaak is de getrouwheid van
den houder, want zonder dat valt er niet op
veel gewin te rekenen.
was de deur te sluiten. Daarna nanlen ze het ver
trek eens goed op.
Het was langwerpig vierkant. In het eiken
houten beschot bevonden zich twee deuren, die
ieder een tamelijk hooge bedstede verborgen. Tegen
den muur stond een eikenhouten kast, die bene
vens een paar stoelen het geheele meublement
uitmaakten.
Ze wierpen een begeerigen blik naar de kast.
„Die moeten we onderzoeken!" sprak de oudste.
„Nu nog niet. Want de vrouw en de meid zijn
nog niet te bed."
„Dat zaakje loopt hier puik mede. Als ge nu
maar zeker van de plaats bent, waar Janneke haar
goud geborgen heeft."
„Dat wist ik reeds lang vooruit."
„Nu ja... ik ben hier niet bekend en moet
geheel naar uw inlichtingen te werk gaan."
Het bleek dat de kast gesloten was. Ze haalden
nu een paar kromme ijzertjes te voorschijn en
trachtten daarmede het slot te openen, wat even
wel niet gelukte.
Teleurgesteld gaven ze het op.
„Die zullen we later wel onderzoeken," sprak
de oudste fluisterend. „We moeten een bijl heb
ben."
„Hoe laat is het nu?"
,,'t Zal één uur zijn."
„Dan wordt het tijd."
De oudste haaide een groot mes uit den zak en
onderzocht daarvan zorgvuldig de snede.
„Zullen we het licht uitblazen?" vroeg dc jong
ste, een lamp opnemend, die op tafel stond.
„Lamp aanlaten. We moeten toch zien... ik
zal er wel voor zorgen, dat Janneke geen kik geeft
als zij het licht ziet."
„Laat men ook bij pluimgedierte den regel
toepassen, geldig voor alle huisdieren: zoek de
beste uit om mee te fokken, en doe de rest
van de hand. Doe het laatste o.ok met hennen
die over de drie jaar zijn, en die welke zijn
geboren na 21 Juni, want die zullen hun vollen
groei niet bereiken."
Aldus werd geschreven 2000 jaar geleden in
Spanje, gelijk de Rijksvoorlichtingsdienst voor
Pluimveeteelt mededeelt.
INKRIMPING VAN DEN VARKENS-
FOKSTAPEL.
Gunstige verschijnselen.
De voorzitter van de Ned. varkenscentrale
wijst als toelichting aan een vergelijkend over
zicht van de cijfers in 1930, najaar 1932 en
voorjaar 1933, met voldoening op de belang
rijke vermindering van bijna 23 in het totaal
aantal varkens, vergeleken bij de in 1932 vast
gestelde cijfers. De vermindering komt vooral
tot uiting bij de geheel of gedeeltelijk slacht
rijpe varkens van 60100 en van boven 100
K.G. De vermindering is ten deele toe te
schrijven aan de normale seizoensschommelin- -
gen (in het voorjaar zijn er gewoonlijk ver
houdingsgewijs meer biggen en minder andere
varkens dan in den herfst), doch daarnaast
aan een aanzienlijke inkrimping van den var
kensstapel in zijn geheei.
Een gunstig verschijnsel is de vermindering
van het aantal fokzeugen met ruim 30.000
stuks, n.l. van 264.794 tot 234.776 stuks, te
meer, omdat in den regel in Maart meer fok
zeugen op de bedrijven zijn dan in September.
Jammer is het, dat in sommige provinciën
door bijzondere omstandigheden geen vermin
dering van het aantal fokzeugen plaats vond.
Daar deze bijzondere omstandigheden geens
zins van duurzamen aard zijn, meent de direc
teur der N. V. C., Ir. De Jong, dat men in deze
streken wel zeer speciaal aandacht aan de in
krimping van de varkensfokkerij mag schen
ken.
DE AANSTAANDE RUNDVEETELLING.
's-GRAVENHAGE, 20 Juni. Ten behoeve
van de binnenkort te houden rundveetelling
zullen de gegevens plaatselijk worden opgeno
men door de zorgen van de plaatselijke com
missies der Gewestelijke Varkenscentrales.
De algemeene gegevens worden verzameld
op hoofdkaarten, de bijzondere op bijkaarten,
zoodat de gegevens van één zelfde bedrijf
worden vermefd op één hoofdkaart en één bij
kaart. Na invulling moeten de kaarten door
den betreffenden veehouder en den opnemer
onderteekend worden en toegezonden aan de
Gewestelijke Centrales der Nedcriandsche Var
kenscentrale, welke voor doorzending naar het
bureau van de commissie van voorbereiding
voor de oprichting der Crisis-rundveecentrale
zorgdragen.
De Gewestelijke Centrales zuilen nog in deze
maand vergaderen met de plaatselijke com
missies ten einde deze voor te lichten omtrent
de wijze, waarop de arbeid zal dienen te wor
den uitgevoerd en de gestelde vragen moeten
worden beantwoord. Tusschen 1 en 22 juli
kunnen de opnemingen bij de veehouders ge
schieden naar den toestand op 1 Juli, terwijl
uiterlijk op 22 Juli de kaarten bij de Geweste
lijke Centrales'moeten zijn ingeleverd.
Uiterlijk 1 Augustus moeten de kaarten,
benevens de van de hoofdkaarten door de Ge
westelijke Centrales gemaakte verzamelstaten
bij de bovengenoemde commissie van voor
bereiding ingeleverd zijn.
„Maar de meid.
„Die is voor uw rekening."
„Vooruit dan!"
Ze openden de deur en traden met ontbloot
mes in de gelagkamer. Ze slopen op de deur toe,
die zich naast het buffet bevond en met een klink
gesloten was.
Met ingehouden adem luisterden zij.
„Ze slaapt! ik hoor ze snorken," sprak de oudste.
Behoedzaam opende hij de deur en den jongste
de lamp uit de handen nemende, belichtte hij
daarmede het vertrek.
„Blijf nu hier met het licht wachten, totdat ik
Janneke gesproken heb."
Hij betrad het vertrek. Een rauwe kreet klonk,
gevolgd door een zucht.
Even later betrad hij de gelagkamer weer, een
bebloed mes in de hand houdend.
,,'t ls klaar," fluisterde hij. „Nu hier met liet
licht."
Beiden betraden nu het vertrek.
„Ze is toch dood?"
„Zoo ik haar tenminste zeker in het donker
getroffen heb. Bij dergelijke werkjes is mijn band
nogal vast."
In dc bedstede lag de arme vrouw met een
breeden messteek in de borst. Dc booswichten
glimlachten bij dit gezicht.
„Goed getroffen. Ge hebt er eer van!" sprak
de jongste.
„En nu geen tijd verzuimd. Ga naar boven cn
reken met de meid af."
„Laten we samen gaan..."
„Bang?"
(Wordt vervolgd).