)TE MOERING m IEDINGEN EELINGEN EERSTE BLAD I^roui ESKLEEDING Bij Examens leest „onze eilanden" »\S sf •SA.' intrum - Middelharnis >m - Voorstraat A 253 :s voor :E OVERFLAKKEE. ZATERDAG 17 JUNI 1933 De moordherberg „Het Ankertje", VROUWENHOEKJE i Hulden, Leer, Wol, Diversen. |lie ROTTERDAM. 12 Juni. (Opgaaf van de marktmeesters) 3710 K.G. blauw, schoon 4055 ct.7400 K.O. Holl. geel 40—55 ct.; 3000 K.O. Groningsch 40—50 ct. alles per K.G. Markt stil, aangevoerd vlas verkocht. Op het land kalm. ïia sp. ROTTERDAM, 12 Juni. Vlas. In het land was er in de afgeloopen week goede vraag voor k. de lagere soorten. Het aanbod was evenwel klein, en konden slechts weinig zaken tot stand komen. Heden aan de beurs bestond de j aanvoer uit: 3710 kg. blauw vlas, 3000 kg. |da Groningsch en 7400 kg. geel vlas, die grooten- deels tot bestaande prijzen konden worden ék. geruimd. Men betaalde voor wit- en blauw- 0: vlas ƒ45,—. nu WAALWIJK, 12 Juni. De conjunctuur in de ui. lederindustrie heeft sedert eenige dagen een in, ongewoon gunstige bedrijvigheid aan den dag sp. gelegd, die zich veropenbaart in alle hoofd- en ik. bijartikelen, van elke branche klein of groot. Deze algemeenheid juist, doet ons hopen, dat men aan een keerpunt komt te staan. Indien de looierij zich meer en meer weet aan te passen en eveneens hoogere prijzen kan bedingen, zoo dat deze in overeenstemming zijn met de huidenprijzen, dan gaat ongetwijfeld een betere toekomst zich baanbreken. De binnen- en buitenlandsche huidenberichten luiden een- stemmig gunstig. Alleen de schoenmakerij maakt in zoo verre uitzondering, dat de Pinksterdrukte achter den rug is, zoodat hier eenige vermindering der werkzaamheden is waar te nemen. Een gewoon verschijnsel om dezen tijd van het jaar. niet I de Iche Iche lche ners 150: 140. JL.; Llta llijk A tb tb Prijs I 165. konstralie zonder verplichting leel Philips Reparateur Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 1—6 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. - N°. 62 W eek-revue. Buitenland. In een der zalen van het Geologisch Museum te Londen heeft do Britsche koning de economische wereldconferentie met een korte redevoering geopend. Niet minder dan 67 delegaties nemen aan deze conferentie deel, het wemelt dus te Londen van ministers en experts, terwijl 500 journalisten uit alle landen der wereld naar alle uithoeken het verloop van dit grootste wereldconsult van nabj) zullen volgen. Weken achtereen zal te Londen een vloed van economische wijsheid ten beste worden gegeven, doch gezien het ongewoon groot aantal deelnemers is het maar gelukkig dat de oratorische stroom vrfl drastisch zal wor den beperkt. Om te beginnen zijn de eerste drie dagen gewjjd aan algemeene beschou wingen en daarna vangen de besprekingen in de ingestelde economische en monetaire commissies aan. Er wordt dus wel spoed achter de zaak gezet en zulks is noodig ook. Het begin der conferentie is zeker niet slecht geweest. Om te beginnen hebben onmiddellijk 19 staten, waaronder ook ons land, zich verplicht, tijdens den duur der conferentie geen nieuwe maatregelen meer te nemen, welke den inter nationalen toestand zouden kunnen bemoei lijken. De nadering van den fatalen 15 Juni dwong de Engelscben en de Amerikanen om on middellijk met het schuldenprobleem te beginnen, de Amerikanen badden daar weinig lust in, uf juister gezegd, de Amerikaansche delegatie durfde zulks niet met het oog op bet verzet daartegen in het Amerikaansche Congres. Tijdens het schrijven van dit over zicht meldt een der vele telegrammen hier over dat de Amerikaansche en Engelsche regeering het eens zijn geworden over de betaling der oorlogschulden. Dat het oorlogsschuldenvraagstuk een op lossing eischt is duidelijk. De verschillende valuta-depreciaties maken zulks noodzake lijk, omdat zulks wijziging brengt in de reéele bedragen, bovendien drukt de gewel dige daling der goederenprijzen ondraaglijk zwaar op de flnancieele positie der verschil lende landen. Overigens verkeert de conferentie nog geheel en al in afwachtende stemming, men is scheutig met reeds meermalen herhaalde oude waarheden, welke algemeene instem ming vinden. Deze instemming is erg goed koop, bet kost niets en het bindt tot niets. Het goedkoopst heeft de Duitsche minister van buitenlandsche zaken zich er in zijn korte speech van afgemaakt. Wat begrijpelijk is. De Duitschers hebben alle redenen om zich minder prettig te gevoelen. Enkele dagen voor den aanvang der Londensche conferentie hebben de Duitschers het buiten land op wel buitengewoon onaangename manier verrast door de afkondiging van een moratorium voor de betaling van rente en aflossing van buiten de „Stillbalte-overeen- komst" gebleven en voor 1931 ontstane vorderingen. De Duitschers hebben een stevige dosis ervaring iD het uitkleeden hunner crediteuren, en trekken zich weinig of niets van alle protesten aan. De goedige sukkels die in goed vertrouwen bonderden millioenen aan Duitscbland hebben toever trouwd, worden door dit moratorium op zeer geraffineerde manier afgeslacht, zonder daar bij ook maar in bet minst te worden gekend. Ook ons land, dat hierbij weer voor honder den millioenen is betrokken, lijdt hierdoor enorme schade. Dat andere landen als Amerika eveneens hierdoor groote stroppen halen is een meer dan schrale troost, welke allerminst deze pijnlijke aderlating verzacht. Maar de Duitschers kunnen het op deze manier nog wel een tijdje volhouden, er kunnen heel wat kostbare betoogingen voor gehouden worden en kostbare experimenten mee worden bestreden. Krijgt het buitenland flnancieele klappen en raak ook, binnen de Duitsche grenzen slaan de nieuwe machthebbers er nog steeds niet minder geducht op los en wordt de tucht per gummiknuppel nog braaf beoe fend. „Revolutie, heeft von Papen gezegd, is een worsteling met het doel op hooger plan te geraken. Haar verloop is nooit pre cies te berekenen". Enkele dagen nadat von Papen deze woor den had gezegd, werden ze op geheel onver wachte wijze bevestigd, n.l. te Muncben, waar het Katholieke Gezellencongres, dat eerst verboden was en nadien op speciale voorwaarden werd toegestaan, als gevolg van incidenten met nationaal-socialisten moest worden afgebroken. Volgens de offici- eele lezing van het verloop dezer incidenten ligt de schuld b(j de katholieken, doch vol gens een correspondent van de „Daily Tele graph" hebben de nationaal-socialisten deze incidenten uitgelokt,zjjn talrijke deelnemers van dit congres op ergerlijke wijze lastig gevallen en mishandeld, met het gevolg dat de deelnemers hals over kop Muncben zjjn ontvlucht. Want als gevolg van deze inci denten kon voor een verder ordelijk verloop van bet toegestane congres, waar niemand minder dan von Papen en een Beiersch minister aan hebben deelgenomen, terwijl Hitier een begroetingstelegram had gezon den, niet worden ingestaan. Watdusbetee- kent dat men de eigen nationaal-socialisti- sche elementen niet meer in de hand had. Von Papen had dus wel gelijk, het verloop van een revolutie is nooit precies te bere kenen. Dat de Oostenrtjksche regeering zich zoo ongewoon krachtig tegen de nationaal-socia listen zoude verzetten, heeft men en in Oostenrijk en in Berlijn vermoedelijk niet goed berekend. Tegen twee Oostenrljkscbe staatslieden, Steidle en dr. Rintelen, z(jn aanslagen gepleegd, welke beide gelukkig zjjn mislukt. Bovendien z(jn enkele bom aanslagen op gebouwen gepleegd Deze aan slagen moeten door nationaal-socialisten zijn bedreven. Onmiddellijk heeft de Oostenrtjk sche regeeriDg zeer krachtige maatregelen genomen. Alle Bruine Huizen in Oostenrijk zijn bezet en ongeveer 1000 leiders der nationaal-socialisten zijn gearresteerd, ook Habicht, persattaché van het Duitsche ge zantschap en Rijksdagafgevaardigde. Over dit alles is Berlijn erg nijdig. Zoo schrijft Alfred Rosenberg in de Volkische Beobachter: „Wat zich op bet oogenblik in het ongelukkige Oostenrijk afspeelt, is vaD FEUILLETON, te DORDRECHT. (Uit de geschiedenis der lijfstraffelijke rechtpleging 2) HET ANKERTJE Wijn en Bier. Een slecht geschilderd zwart ankertje was nog even te zien, uitgewischt als het grootendecls was door den tijd. „Nu moet ik nog even een ernstig woord met u spreken, Jans," sprak de kerel, zijn dochter dreigend aanziende. Het meisje zag hem angstig aan, vermoedende wat hij haar zou zeggen. „Wanneer gij mij nu nipt belooft, u onzijdig te houden aan hetgeen er dadelijk in ons huis zal gebeuren, dan komt gij er niet meer levend uit. Gij weet dus hoe ik er over denk en waaraan ge blootgesteld zijt, zoo gc..." „Heb maar geen vrees," zuchtte het meisje. „Ik zal mij wel naar mijn kamer begeven en niet eer verschijnen voor gij mij roept." Weder kwant de afschuwelijke lach op Het gelaat van den kerel. „Dan moogt gij u wel in het achterste deel van het huis opsluiten. Want gij zijt zoo weekhartig, mijn poesje, dat de kleinste kreet van pijn of angst u den schrik om het hart doet slaan. En juist die weekhartigheid is het, die mc u doet wantrouwen." „Vader!" kreet het meisje. een bjjna verpletterende tragiek. Met alle middelen der Pransche buitenlandsche poli tiek, den druk van de Joodsche geldmacht en de marxistische internationale ophitsings- propaganda, heeft de z.g. christelijk sociale partjj zich verbonden tegen groot-Duitsch- land en tegen de Duitsche gedachte. Wij weten dat ondanks alles het Duitsche ka rakter in zjjn vurig ontwaken ook in Oos tenrijk zal doorbreken en dat de dag van de werkelijke vrijheid ook voor onze Oosten rtjksche broeders zal komen... De verbolgenheid te Berlin is zelfs zoo groot, dat de Duitsche regeering, veront waardigd over de arrestatie van dr. Habicbt en nadat haar gebleken was dat de Oosten rtjksche regeering geen verontschuldiging wilde maken, bij wijze van tegenmaatregel de Oostenrtjksche persattaché bfl het gezant schap te Berlijn heeft laten arresteeren en daarna uitgewezen. De spanning tusschen Beritjn en Weenen is dus ver van broeder lijk, is nog nimmer zoo hevig geweest als nu en de Oostenrtjksche regeering moet alle krachten inspannen om baas te bltjven in eigen huis. Wat tot nu toe op de meest energieke en doortastende wijze geschiedt. Maar deze Duitsch-Oostenrljksche spanning is lang niet een der ongevaarlijkste wolkjes, welke boven het oude Europa drjjven. blijft men kalm en helder, indien men vooraf Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt. Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv.) PARIJSCHE MODEBRIEF Het bruidje in den zomer. Een „bloeinenmeubel" in de serre. Mooie rijtuigen met vroolijk trappelende paarden, chique koetsiers in leverkleurige livrei, en een snoezig bruidje, geheel in het wit, met een prachtige toef witte bloemen vóór zich in het rijtuig. We keken allen opgetogen toen de atoet ons passeerde zoo iets feestelijks en moois zie je tegenwoordig zoo dikwijls niet meer. De menschen hebben te veel zorg om te trouwen. En als ze trouwen, kleedt het aan staande mevrouwtje zich, op practiscbe gronden, in een mantelpak of een eenvoudig zomertoilet. Ze heeft natuurlijk gelijk, maar het staat zoo prozaïsch Wil men op dezen „dag der dagen" dan niet eens graag anders gekleed zijn, dan gewoonlijk? Is het, in later jaren, niet een heerlijke voldoening, een eDkelen dag in z'n leven „bruid" te zijn geweest, in smetteloos wit met wazigen sluier? Of gevoelen onze mo derne jongemeisjes niet meer voor deze poëzie? Met een beetje goeden wil kan men immers de bruidsjapon later in een avond toilet of zelfs in een aardig middagjapon netje veranderen. Men zorgt een stof te kiezen, die goed ge verfd kan worden en een maaksel, dat niet al te pompeus is. Dit laatste is al zeker niet „Stil! Geen opschudding. Wat wilt ge nte zeg gen?" „Vader, wilt ge weer een misdaad plegen? Hebt gij er weer een voorbereid? O neen, Iaat me dan het huis niet binnen gaan. Ik smeek u er om, vader, toe laat me gaan. O, vader.doe het toch niet..." Smeekend greep ze zijn hand. Weder kwam de grijns op het gelaat van den misdadiger. „Wat zegt gij? Wilt gij er niet bij zijn? Wilt ge er tusschen uit trekken? Nééééén meisje.Ge zült er bij tegenwoordig zijn, evenals uw moeder, uw zuster en uw broeders er bij tegenwoordig zijn." Hij trok haar mee de herberg binnen. Het interieur leverde weinig bezienswaardigs op. Er stonden eenige houten banken en een tafel, die den inventaris vormden. In een der hoeken stond een eikenhouten tapkast, waarin tinnen kroezen en bekers. Terzijde tegen den muur hing een kleine Venti- aansche spiegel, waarvan dc rand was gevormd door fraaie figuren in het glas. I Toen vader en dochter de gelagkamer binnen traden, stond de vrouw op, die achter de toonbank zat en ging haar man tegerrloet, hem in het oor l fluisterend: .Marie zal 'm wel dronken krijgen. Bemoei je rrtaar niet met hem." De vader keek onverschillig rond, alsof hij dc woorden van geen betcekenis achtte. Maar sluiks ging zijn blik naar een tafel, waaraan een jong- mensch zat met eenige kannen en kroezen voor zich. I Naast hem zat een meisje van groote schoon moeilljk, daar vele bruidstoiletten tegen woordig opvallen door hun simpelen, een- voudigen snit. Men behoeft den rok maar iets te verkorten en men kan er in een andere kleur natuurlijk zóó mee op thee visite gaan. Voor de bruidsmeisjesjaponnen is dit zelfs letterlijk het geval. Want wil niet een gril der mode dat deze eeredames dezelfde japon dragen als de bruid, alleen iets korter en zonder sluier? G9en bruidstoilet is compleet zonder bloe men. Nu eens vindt men een toefje kleine witte rozen aan de taille, een ander maal een groote toef witte gardenia's voor aan de sluiting, terwijl een enkele gardenia links tegen bet hoofd op den sluier prijkt. Een andere bruid geeft weer de voorkeur aan den traditioneelen oranje-bloesem,'dien ze als een fijne guirlande om het hoofd slingert. Het nieuwste is een guirlande van bloemen aan beide zijden van voren langs den sluier. Men kan deze garneering zoo klein en zoo heid, waarmede hij in een vertrouwelijk gesprek gewikkeld was. Het scheen, naar zijn kleeding te oordeelen, een Rijnschipper te zijn. Een goed gevulde reistasch lag naast hem op de bank. De binnentredenden bemerkende riep hij vroo lijk: „Kom vader Smidt, wilt u ook niet een kan wijn met ons ledigen?" De klank van zijn woorden verried, dat hij meer gedronken had, dan goed voor hem was. „Dank u, schipper," antwoordde de kastelein. „Ik zal een beetje licht maken, want Jiet begint hier aardig donker te worden. We kunnen eikaaT waarachtig Jiaast niet zien..." „Maar uw dochter toch wel, nietwaar?" Hij lachte Jansje vriendelijk toe. „Mag uw dochter een kannetje wijn?" De kastelein schudde ontkennend met het hoofd. „Neen schipper, me dochter drinkt geen wijn." Zich tot Jansje wendende, beet hij haar drei gend toe: „Maak dat u weg komt..." Schoorvoetend voldeed het meisje aan liet bevel, waarop haar vader en moeder een uit drie olie pitten bestaande lamp van den zolder neerlieten en er een pit van aanstak, zoodat dc gelagkamer flauw en spookachtig werd verlicht. Daarna verwijderden zich beiden, waarop het meisje, dit ziende, aan den half beschonken schip per verzocht zich even te mogen verwijderen. Dc schipper knikte en bleef dommelend in de gelagkamer achter. Hij zou zeker in een diepen slaap verzonken zijn, zoo Jiij zich niet plotseling op den schouder had voelen tikken. groot nemen als men zelf wenscht en er b.v. ook heel kleine oranjebloesems voor kiezen. Dat de bruidsmeisjes zich op het oogen blik in witte toiletjes steken, zeiden we hierboven reeds. Om de eentonigheid van het wit te breken, geeft men haar b.v. een sprekend blauwe pelerine en een ceintuur van dezelfde kleur. Dit wit-met-blauw staat snoezig voor jonge meisjes. Bij een „grand Mariage" een dezer dagen, droegen de bruids meisjes by haar witte japonnen groote roze hoeden ln frambozentint en frambozenkleu- rige satijnen schoentjes. In de hand een toef rozen van dezelfde nuance. Behalve wit wordt ook veel zacht roze en teer blauw genomen voor bruidsjaponnen. Bijna altijd worden deze gegarneerd met smalle strookjes op den rok. Het mofje dat tegenwoordig bijna alle bruidsmeisjesjapon nen completeert, is met deze zelfde strookjes bekleed. De dames, die verder in den bruidsstoet volgen, gaan op het oogenblik gaarne in het zwart gekleed. De al te groote somberheid wordu weggenomen door een diamanten speld, of een kleurige garneering. Een kleine cape, van strookjes taf zij de in de tint der japon, geldt voor zeer chic. Het heerlijkste plaatsje uit het huis is 's-Zomers de serre. Daar ontvangt men z'n gasten, daar verzamelt de familie zich 's mid dags en 's avonds voor het kopje thee, daar zit de huisvrouw overdag met haar verstel werk en 's avonds de beer des huizes met z'n krant. "Van de serre dienen we daarom een leuk, gezellig zitje te maken, zonder ze al te veel het voorkomen van een salon te geven. Heel leuk staat het, als wtj tegen den wand eeD bloemenmeubeltje aanbrengen, van eenvoudige rechte planken boven elkaar, b.v. in een felle kleur blauw geschilderd. Op die planken plaatsen we allerlei potten en vazen, in een bonte verscheidenheid van kleur en vorm, alle met bloemen en planten gevuld, heel eenvoudige bloemen, uit den tuin of buiten in veld en wei geplukt. Al die mooie frissche kleuren, tezamen met de felle tint van het houtwerk, zullen aan de serre een vroolijk, landelijk karakter verleenen, hetgeen we juist zoo graag zien in den zomer. WILHELMINE. Onze lezeressen, die altvoerlg wen- schen ingelicht Ie worden over de laat ste mode, zoowel voor dames als kin deren, raden wi} dringend aan een abonnement te nemen op „Het Nieuwe Modeblad". Dit uiterst practiscbe Nederlandsche modetijdschrift, hetwelk ook een schat van gegevens biedt voor b&ndwerken In alle genres, is bij de uitgevers dezer Courant tegen sterk gereduceerden prijs verkrijgbaar. De abonnementsprijs van Het Nlenwe Modeblad, 2 maal per maand verschij nende in 24 bladzijden met telkenmale 2 gratis knippatronenbladen, bedraagt slechts f 1,20 per kwartaal, franco per post f 1,50. „Zoodra men ophoudt met adverteeren, ver liest men grond die nooit terug te winnen is,'' is de meening van Mr. Alfred Clark van de Gramophone Co. Ltd. His Master's Voice. Hij zag op en zag de andere dochter van den kastelein, die haar mond aan zijn oor bracht en hem duidelijk toefluisterde: „Slaap niet, men wil u vermoorden! Verwijder u, eer het te laat is." Even gcruischloos als zij gekomen was, ver dween Jansje weer. Half verschrikt door deze geheimzinnige woor den, zag de schipper haar na. Hij begon zich de oogen te wrijven, terwijl hij over de hem toe gefluisterde woorden nadacht. Marie trad intusschen weer binnen en hem niet in slaap vindende, vroeg ze: „\k dacht dat ik u reeds slapende zou vinden, Van Dongen...?" „Ik heb hcelemaal geen slaap", sprak de schip per. Marie ging weer bij hem zitten, sloeg haar arm om zijn hals om hem af te leiden, maar een toe vallige gebeurtenis deed hetrt spoedig begrijpen, wat die aanhalerij te beteekenen had. Er hing namelijk een koord aan den zolder, dat boven zijn hoofd en dat van Marie met een haakje aan den muur bevestigd was. Al spelende begon Marie dat touw los te maken en het uiteinde er van behoedzaam om zijn hals te leggen. De schipper niets kwaads vermoedende, had door een toevallige wending van zijn hoofd dit plan verijdeld. Maar toen Marie haar kans opnieuw schoon zag, beproefde zij het opnieuw. Deze manoeuvre werd toevallig gezien door den schipper en wel in den spiegel die tegenover hem aan den muur hing. Hij bedwong zich meesterlijk eenige verbazing, te toonen. Hij begreep, dat hij in een moordhol verzeild geraakt was, dat hij zoo spoedig mogelijk moest ontvluchten. Maar hoe? Hoe kon hij aan deze duivelin ont komen, die niet ophield hem aan te halen? Hoe moest hij de deur uitkomen, die door den kastelein Jan Smidt gegrendeld was?. Hij moest veinzen en het gesprek een andere wending geven. „Zeg Marie," zoo begon hij, ..die wijn, die u daar geschonken hebt, is niet lekker." „En u hebt er zoo van gedronken?" „Ze is niet lekker! Maar ik kan u in mijn schip eenige kruiken laten zien, die de moeite van het Jialen waard zijn." Hij stond op en Marie deed dit eveneens. „Nou zal ik jelui eens op een lekker wijntje tracteeren." „Dat behoeft niet, schipper." „U weet niet hoe lekker die wijn is, Marie. Vooruit.Laten we naar mijn schip gaan en een flinke kruik halen. Wat zegt gc er van, Marie?". „Ach, u moest maar hter blijven, schipper. Het is al zoo laat." „Hoor 'is, wat 'k me voorgenomen heb, daar blijf ik bij. Ik wil jelui allemaal eens tracteeren." j Hij hield zich beschonkener, dan hij werkelijk was. De kastelein had er veel op tegen, doch de schipper hield vol en zoo besloot Marie dan ein- delijk mee te gaan. „Dan zien we u niet meer terug," zei de kaste- I lein. ,Dan kent gc me niet, Smidt. Ik ben een fideele j kerel, dat kunt gc langs den heelen Rijn vragen." j (Wordt vervolgd). ie I :h j| k- 1 rd ït- el- de :en m- :op vijl eer

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1