e" AAMBEIEN. J" DE SALAMANDER A eil-lBORM'S flJANOL WOENSDAG 26 APRIL 1933 15E JAARGANG. - N°. 48 ij^Tand^ Land- en Tuinbouw ZIGEUNERBLOED. DE FRUITTUIN. lis meisjes, ziet men nog altijd het ie baretje in allerlei kleuren. Nieuwer het guitige mutsje uit de Schotsche den met z'n Schotsehen rand en z'n tan achteren. a onze meisjes vijftien, 2estien jaar schouwen ze zich, terecht, niet meer als kleine kinderen. Ze dragen nu bijna hetzelfde mantelcos- tuum als mama, al leen is de rok veel korter. Een aardig en semble voor dezen leeftijd bestaat b.v. uit een mantel van beige dagonaalstof, met een roodeu kraag en roode manchetten, en een beige jurk, waarvan het boven stuk van roode stof is. Voor de jeugd houdt men veel van deze kleuren-combi- naties die vroolijk en levendig staan, terwijl even op dezen leeftijd gelukkig nog niet voor opzichtigheid be vreesd hoeft te zijn. Zeer in de mode is b.v. een roode wollen v jurk met blauwe nop- Ia Pen' waarbii een gfc blauw manteltje past JB met roode reveis. <8?J Voör meisjes is als acht de bolero zeer in den smaak. Ze /lug en jong, terwijl het feit, dat ze keiijker dan een manteltje, zelf te maken uurlijk ook een woordje meespreekt, noderne bolero reikt tot aan de taille, schuin op zij gesloten en heeft geen in de puntige uitsnijding van boven rt men de vroolijke tint van de blouse, ook dikwijls de kraag van deze óver ero gedragen wordt. eenvoud der kinderkleeren wordt ook 'gegeven wanneer het partij- of uitgaans- 1 betreft. Natuurlijk worden dan ook wel ïere stoffen genomen, zooals georgette, n satijn. Maar evengoed ziet men mous- voile, soepele wol en zelfs katoen. Of eefsel echter kostbaar is of goedkoop, iksel is eenvoudig: geen mooie kanten, s, borduursel en bloemen. Alles wat naar ik zweemt wordt zooveel mogelijk ver- i. Wel zullen we van den zomer weer ,-eel kinderjurken zien van met nopjes duurd linnen of van het zoogenaamd sch borduursel, maar deze stofjes staan udig en jong, juist zooals het bij een kind >rt. WILHELMINE. ze lezeressen» die uitvoerig wen- n Ingellclit te worden over de laat- mode, zoowel voor dames als kin- n, raden wij dringend aan een 3nement te nemen op ,,Bet Nieuwe eblad". uiterst practische Nederlandsen® Je tijdschrift, hetwelk ook een schal gegevens biedt voor handwerken lie genres, Is bij de uitgevers dezer •ant tegen sterk gereduceerden prijs trijgbaar. abonnementsprijs van Het Nieuwe eblad. 2 maal per maand verschil de In 24 bladzijden met telkenmale atis knlppatronenbladcn, bedraagt hts f 1,28 per kwartaal, franco per I 1,50. teunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie, Hiermede dient gij Uw land n bestrijdt gij de werkeloosheid. '3, ■vel RADICALE GENEZING dehardnekKlgsto Aambeien kunt U genezen binnen enkele weken. Kipstraat 59, R'dam KLDJFA5IA tie. Verkrijgbaar bij alle R.>ekhande!aren ^ADVERT- RT I~ Prijs per kwartaal Losse nummers f 1.- 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels1.20 Elke regel meer0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent* Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de NvV. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. DINGEN, VAN DEZE DAGEN. ROND HET ONGEVAL TB NIEUWENHOOKN. Terwyi dezer dagen onze brievenbussen volgepropt worden met verkiezingsmanifes ten, met bewyzen over de politieke onjuist heid van secte- en klasseleuzen, terwijl Nederland meer en meer uiteen gaat vallen van één volk, tot verschillende, doodeiyk vijandige menschengroepen die elkauder het levenslicht niet gunnen, op dit moment worden wy herinnerd dat practisch idealisme honderdvoudig beter is dan al dat politiek gekonkel en geroddel, al dat politiek geschel, gescheld en geschetter op elkander. Misschien komt het dat schry ver dezes te liberaal deukt, dat hy niet volledig op kan gaan in al dat politiek-gedaas in deze dagen, maar voor hem is het feit van Nieuwenhoorn, het diep tragische ongeluk ontzettend veel meer zeggend, dan die vellen gedrukt papier met argumenten en met verwaten, over en tegen elkander 1 Wy, menschen, moeten met elkander leven, wy hebben elkander te accepteeren zoo we geschapen zyn met onze gebreken en met onze nukken. Wy moeten elkander deze gebreken niet verwyten, wy moeten trachten elkander het leven aangenamer en vooral beter te maken. Wy hebben den plicht elkander te steunen en te schragen, niet den plicht elkander te vermoorden, moreel of lichamelijk. En aan deze dingen denken wij te weinig. Wij denken tegenwoordig aan politiek, aan maatscbappeiy k voordeel, aan dubbeltjes en centen, niet meer aan het feit dat wy allen by elkander behooren, als een schaal om het ei, zoo we zijn, rijk by arm, proletariërs met kapitalisten, gezonden en zieken, werkers, zij het met het hoofd, zij het met de hand, voortbrengers van productiemiddelen of voe dingsstoffen Wy denken ook heelemaal veel te weinig dat wy elkander moeten helpen als ei gevaar is, als er hulp noodigis. Daar hebben we het Voorosche Kanaal, een auto, die in het water rijdten geen hulp, wat dringend noodig is. Voor ons staat dit vast, dat er Doodeloos slachtoffers zijn gevallen Een lid vao de Reddingbrigade had gemakkelijk alle slacht offers direct uit de auto kunnen halen, al lag deze ook onder water Bij demonstratie van de Rotterdamsche Reddingbrigade in samenwerking met de Flakkeesche Redding brigade te Middelharnis werd getoond en bewezen, hoe een zwemmer na een halve minuut een drenkeling uit een gesloten auto op drie meter diep uit het water kan halen. Dit werd getoond voor een groote menigte menschen, zoowel door een Rotterdamseh als een Flakkeesch zwemmer WaDneer de brugwachter, of een van hen, die nabij het ongeval was geweest, een dergeiyk zwemmer was geweest, of notie had gehad hoe zwem mend hulp te verleenen, dan waren alle slachtoffers sneller en beter, met groote kaDS dat allen gered waren, uit de auto gehaald Dat is het droevige van de historie, wy Nederlanders gaan zoo op in politiek, in verdwazing, dat wy vergeten... om paraat te zijn bij ongevallen Onze E H.b O kaD veel meer leden gebruiken, hy ernstige on gevallen zijn drié of vier E.H.b O -ers te weinig! Middelharnis en Sommelsdyk tellen een twaalftal gediplomeerde E H.b.O.-ledenVeel te weinig, als er werkeiyk een groot ongeluk gebeurt! Een tram kan derailleeren, enz Massale ongelukken gebeuren dagelijks, op het bouwbedryf, by bet spoorwegbedryf! Maar de menschen voelen er schynbaar niets voor om paraat te zyn, om liefdadig en menscheiyk te denken voor anderen 1 We hebben te Middelharnis een Redding brigade, die bewezen heeft noodig en nuttig te zyn, met verscheidene redders die meer dan eenmaal hun menscheiyken plicht vol brachten. Maar toch is dit te weinig, veel te weinig. Op Voorne is er niets, Hellevoetsluis noch Den Briel heeft een Reddingbrigade, ofschoon er goede zwemmers zijnl Juist dit ongeluk bewees weer eens, hoe noodig de Reddingbrigade en de E H.b.O. is. We kun nen niet zonder hen, de enkele medicus in een streek is absoluut onvoldoende om hulp te kunnen verleenen als het ongeluk wat groot isl We hebben opFlakkee veel vereenigingen, wier nut ik niet kan weten en niet kan be- grypen. We hebben jongelingsvereenigingen, wier eenig doel is den by bel bestudeeren, laten deze jongelieden eens practisch wor den. Maatscbappeiy k hebben we weinig aan dergelyke schriftstudie, we moeten menschen hebben die hun handen uit de mouw kunnen steken als het noodig is. Bidden... en wer ken. Laten deze jongelingsvereenigingen eens begrijpen dat hun taak op maatschappeiyk gebied ligt in naastenliefde, in het voorkomen van doodelijke ongevallen, in het verbinden van gewondenLaten ze mensGheiyk worden, iaat de jongelieden uit het stof van de con sistorie loskomen voor daadwerkeiyke hulp. Dat is Christelyke naastenliefde, wel doen, goed doen, menschelLjk doen. Het leed ver zachten van anderen! Het vreeselijk ongeluk op Voorne toont, hoe wij in deze streken niet paraat zyn om te heipen, hoe weinig wy hulp weten te bieden. Van het enkele reddingsbrigadelid kan het niet alleen komen, we moeten heb ben een cordon van redders, een cordon van E.H.b.O -ers, die by ongevallen direct hun plicht kennen. i We moeten niet hebben wat wij eens i in Middelharnis gehad hebben, dat by een i ongeval duizend menschen staan toe te kijken hoe een persoon... naar een drenke ling duikt, om te trachten een menschen- leven te behouden. We hebben mannen noo dig, mannen van een zuiveren geest, niet gevat in het yzer van dogmatiek, van politiek of wat dan ook, maar mannen en jonge- menschen, die menscheiy k zijn, die begrijpen dat wij op deze wereld elkander moeten steunen en helpeD, die hulp kunnen brengen of verlichting aan hen, die door een ongeluk getroffen en gewond zyn. Men dempt een put... als het kalf ver dronken is. Men heeft niet graag dat een tweede kalf verdrinkt Laten wij, eilanders van Voorne en Putten, van Flakkee, dat tweede kalf het verdrinken trachten te voor komen, het seizoen komt weer om het te leeren. laten we vormen het net van red dingsbrigade-leden elke zwemmer ook redder om het groote leed van verdrinken zooveel we kunnen in massa tegen te gaan 1 J. BOOMSMA, gedipl lid Ned Bond tot het Redden van Drenkelingen FfEUILL TON, |gj lONZ^I^NOEj^J CH. GARVICE Uit het Engelsch door HENRI VAN DE WEG. Geaut. Uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle. 38) Nu deze gedachte eenmaal bij hem was op gekomen, kon hij die niet meer kwijt raken. Het leek hem voortdurend meer zeker, dat hij de diepere oorzaak van alles had ontdekt. Indien dit ook werkelijk het geval was, diende hij sluwer te zijn dan zijn tegenstander en dan zou het veel beter zijn zich schuil te houden en tegelijkertijd het zoeken voort te zetten. Hij nam de krant weer op en kon een glimlachje niet onderdrukken, toen hij de beschrijving las, die men van hem had gegeven. Lord Raymond, of degene, die het signalement had verstrekt, overtrof zichzelf in boosaardigheid. Het signale ment wees een gevaarlijken zigeuner aan en mocht in elk opzicht misleidend heeten. Hij vond nog een kort berichtje in de bladen, waarin gezinspeeld werd op de mogelijkheid, dat lord Northbridge het verstand zou verliezen. Het heette, dat Raymond tijdens de ziekte van zijn vader, de handen vol had met het beheer van de uitgestrekte bezitting. Tazoni, die intuïtief en naar aanleiding van Martha's verhaal in de meening verkeerde, dat lord Raymond Maya aan zijn volk had ontstolen, BESTRIJDING VAN BASTAARDRUPSEN IN BESSENSTRUIREN. De Plantenziektenkundige Dienst te Wage- ningen schiyft: Op 12 April werden eitjes van de bessen- bladwesp (Pteronus ribesti Nematus ventri- cosus) op bladeren van kruisbessen gevonden. Vrij spoedig kunnen dus de larven verwacht worden. Zy verraden hun aanwezigheid het eerst door kleine gaatjes in de bladschyf te vreten. Als zy iets grooter zijn, vreten zy de bladeren van den bladrand aan. By de bestrijding der bastaardrupsen kan gebruik gemaakt worden: 1. van een maag gif. De struiken worden na den bloei be spoten met 0.1 pet. Parysch groen of 0.3 pet. poedervormigloodarsenaatin 1 pet. kalkmelk (100 gr. Parljsch groen of 300 gr. loodarsenaat per 100 L. water, waarin 1 kg. droog ge- bluschte kalk of poederkalk gemengd is. Goed en herhaaldelijk roeren is noodzakelijk). Door tydeDS den bloei een maaggif te verspuiten, kunnen de byen vergiftigd wor den. Als de vreterij aan de bladeren tydens den bloei reeds zoo ernstig is, dat een be strijdingsmiddel aangewend moet worden, dan kan men ook gebruiken: 2. het minder giftige bariumchloride. Van deze stof is per 100 L. kalkmelk 2 kg. noodig. 3. nicotine- van de sterke nicotine (95 tot 98 pet.) is een verdunning 1 1500 (100 c.m3. op 150 L. water) voldoende. Toevoeging van 1 pet. zeep verhoogt de werking. 4. zeepspiritus. In 100 L. water wordt 2 kg. zachte zeep opgelost en aan deze oplos sing wordt 1 L brandspiritus toegevoegd. De gevoelige bastaardrupsen kunnen ook bestreden worden door enkele middelen, welke in den regel tegen zwamziekten aan gewend worden, n.l.: 5 alcalish Bourgondische pap (1^ kg. koper vitriool en l£ kg. sodex op 100 L. water) of 6. Bordeauxsche pap (1^ kg. kopervitriool en 1 kg. kalk op luO L. water.) Door aanwending van deze middelen, welke ook alleen na den bloei verspoten mogen worden, bestrijdt men behalve debastaard- ruspen, in het eerste geval tevens den Ame- rikaanschen kruisbessenmeeldauw en de bladvalziekte en in het tweede geval minder de eerstgenoemde, doch wel de bladvalziekte. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door den Plantenziektenkundigen Dienst, te Wageningen, door de op verschil lende plaatsen werkzaam gestelde ambte naren van dezen Dienst en door rLjkstuin- bouwconsulenten. was er blij om. Dan zou hij het in elk geval te druk hebben om zich bezig te houden met het meisje. Bovendien gaf het hem een kans, haar verblijfplaats uit te vinden voor erger dingen gebeurden. Inmiddels proefde het voorwerp van Tazoni's ongerustheid al de bitterheid van gevangenschap in een eenzaam landhuis, gebouwd aan één van de kreeken van de Theems. Het was een prachtig plekje; meermalen hadden lord Raymond en zijn vrienden hier hun dolle vermaken gezocht. Ray mond kocht het indertijd van een cabaret-ster, die wat krap bij kas was geraakt en daarom ver beneden de waarde het huis van de hand wenschte te doen. De woning zelf en het meubilair boden meer dan men kon verlangen en Maya mocht binnenshuis loopen, waar ze wilde; de deuren, die leidden naar de vrijheid, bleven dag en nacht bewaakt, de vensters waren van hekwerk voor zien, of zóó hoog, dat er geen gevaar voor ont snapping bestond. Haar leven werd een aaneen schakeling van eenzame uren. De bedienden waren vriendelijk en voorkomend, maar zij beschouwde hen allen als gevangenbewaarders. Eén hunner, die men haar als kamenier had toegevoegd, pro beerde de belangstelling van het meisje te wekken voor de luxueuse omgeving, doch na een paar dagen gaf zij het op en Maya bleef aan zichzelf overgelaten. Meestal zat zij voor het raam op haar kamer te kijken naar de rivier, hopend, dat Tazoni, die haar ongetwijfeld zou zoeken, langs zou komen. Slechts enkele bootjes kwamen naar deze afge legen kreek, omdat de „Cottage" zoo afgelegen lag. Toch ontdekte zij op zekeren dag een roeiboot, Dient de bloementuin meer het geesteiyk geDot van den mensch, de groenten- en fruittuin zyn meer nuttig uit materieel oog punt En tocb, wie den fruittuin betreedt, hetzy iü het voorjaar als de sluimerende natuur uit haar winterslaap ontwaakt tot nieuw leven en in Mei ziet hoe de kroneD der vruchtboomen hare duizenden geurende bloemknoppen in de zonnestralen openen, zoodat het oog blikt in een zee van bloemen, omzwermd van duizenden viytige byen, die die meerde achter het huis, terwijl de roeier ge- ruimen tijd languit in de boot bleef liggen lezen. Voor het venster zittend, volgde Maya elk van diens bewegingen. Hij zag er vriendelijk uit, vond zij. Zou zij het wagen hem te roepen? Zij liet niet merken, dat zij den vreemdeling had bemerkt, maar vroeg op onverschilligen toon haar kamenier thee te willen halen. Vermoedend, dat het meisje een oogenblik weg zou blijven, schoof Maya het venster open, want haar kamer lag te hoog, om langs dezen weg te kunnen ontsnappen en begon toen een zigeunerliedje te zingen, luid genoeg om door den vreemdeling te worden gehoord. Hij schrok blijkbaar. Zoodra hij haar stem hoorde, sloot hij zijn boek. Maya wenkte hem, doch hij schudde het hoofd en roeide even later weg. Met een kreet van teleurstelling op de lippen keerde Maya zich om. De bewaakster stond achter haar. „Het geeft heusch niets," zeide zij fluisterend. „U zoudt niet aan het venster mogen zitten, zoo vlak bij het water, als er eenige kans was, dat u zoudt ontsnappen." „Hoe bedoel je dat?" vroeg Maya. „Ik wil het u wel zeggen, maar u moogt er niet over praten. Iedereen gelooft dat u familie bent van den eigenaar van dit huis, die u hier laat verplegen, inplaats van u naar een inrichting te brengen." „Dat ik gek ben?" „Ja, juffrouw," hernam het meisje ongaarne. „Dat is immers de gemakkelijkste oplossing, want nu wordt er niet over gebabbeld. Als ik u was, zou ik niet trachten de aandacht van vreemden te trekken. Ze letten toch niet op u." Maya sloeg de handen voor het gelaat en barstte in snikken uit. den eersten honing uit de bloemen zamelen, en onbewust tot bevruchting daartoe bijdragen hetzy in zoelen zomertyd als wy onder het schaduwryke dak onzer vruchtboomen wan delen of op een bank hier of daar onder hen uitrusten, wiens hart verheft zich dan niet met innig behagen! Of, als in den herfsttyd, als overal de bloemen beginnen te verwel ken, het loof der boomen zich kleurt en valt, en dan van boven de mooie vruchten ons tegenlachen en onze langjarige moeite en verpleging dankbaar loonen, en de boom ons als het ware toefluistert„zie mensch, gy hebt zoo trouw voor my gezorgd, hebt my zorg vuldig gesnoeid, verpleegd en beschermd voor mijne vyanden, nu kom, pluk van myne vrucht en verkwik u", dan hebben wy een vreugde die ons immer aanspoort onze pleegkinderen alles te geven wat zy noodig hebben. Natuurlijk is niet iedereen in de gelegen heid een fruittuin aan te leggen. Maar plant dan op eenige rabatten in den groententuin en op passende plaatsen in den bloemen tuin dwerg- en leiboomen. Is het echter eenigzins mogely k, dan richte men een aparte afdeeling in voor vruchtencultuur Op vele plaatsen heeft m8n nog niet de groote waarde der vrucht- en cultuur leeren inzien, men beschouwt het ooft daar nog als snoepery voor kinderen, niet als gezond voedsel. „Als de boom groot is, is de planter dood" heet het nog dikwyis en ook dit houdt velen van de vruchtenteelt af. In vroegere tyden, toen de vruchtenteelt nog weinig rationeel gedreven werd, moge dit waar geweest zijn, tegenwoordig is het niet meer zoo, want reeds weinige jaren na de planting komt reeds de oogst en deze vermeerdert zich jaar- lyks. Dit als gevolg van de veredeling der soorten door de kweekers en omdat door den zegenrijken invloed der tuinbouwwinter- cursussen de juiste manier van verpleging bemestensnoeien, enz. gemeen goed is gewor den. Mochten toch alle vooroordeelen tegen den ooftbouw overal verdwijnen, de liefde ervoor steeds grooter worden. De lezer houde het schrijver dezes ten goede dat hij zoo geest driftig den ooftbouw aanpry'st, maar deze zaak is werkelijk zoo gewichtig, dat hy het plicht acht in enkele artikeltjes hierop te wyzen. H.v. d M. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Dier gaardesingel 96a te Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. DE SCHADE DER KUIKENSTERFTE. Deze week kreeg ik 6en aantal brieven omtrent voedering van hennen en kuikens, doch alvorens daarop in gaan eerst als waar schuwend voorbeeld een brief van een slacht offer wiens kuikens aan pullorum stierven. Deze brief luidt: Gaarne voldoe ik aan Uw verzoek om den naam van den leverancier mijner kuikens op te geven. Deze leverancier antwoordde my op myn klacht dat hy het rapport der Rij ksseruminrichtinguiet wensch te te lezen, dat kende hy al wel, want dat was toch altijd hetzelfde, n 1 pullorum. En dat moesten de geleerden in Rotterdam maar HOOFDSTUK XXI. Het was maar goed voor Maya, dat al scheen lord Raymond niet bang voor het onderzoek van Fraser, den detective, hij toch, uit voorzichtigheid, eenigen tijd voorzichtig bleef. Uit angst, dat men hem eens mocht nagaan, liet hij het meisje met rust en speelde hij de rol van een ijverig land edelman. Hij wist, dat hij zijn bedienden op de „Cottage" kon vertrouwen; zij waren geruimen tijd bij hem in dienst en eigenbelang legde hun het zwijgen op. De gelukkige inval, Maya gek te verklaren, maakte, dat hij gerust kon zijn over haar verblijf en hij besloot zijn vogel voorloopig in haar kooi te laten. Op Northbridge veranderde weinig. Lord North bridge bleef heel zwak, doch herstelde langzamer hand voldoende om naar een ander gedeelte van het huis te worden overgebracht, waar men rui mere kamers voor hem in gereedheid hield. Sir John Blake verbood hem echter naar beneden te gaan en zich weer aan zijn zaken te wijden. Het beheer van dc landgoederen bleef dus toe vertrouwd aan lord Raymond en tot verbazing van allen, die hem kenden, wijdde hij zich met den grootsten ijver aan die taak. Doch reeds spoedig ontdekten de pachters een nieuwen trek in zijn onaangenaam karakter. Hij was gierig. Had zijn vader uitstel toegestaan voor betaling, lord Raymond dwong de verschuldigde pacht af. De rentmeester, een oud man, even wcilwillend als lord Northbridge zelf, besefte, dat hij een andere houding moest aannemen tegenover de pachters en de opbrengst van dc landerijen zoo hoog moge lijk opvoeren, wilde hij bij zijn nieuwen meester in de gunst blijven. eens waar maken dat het pullorum was. De veearts heeft de foktoomen onderzocht en die zei ook dat het niet kon. Het eind van de zaak is dat de leverancier ons niets wenschte te vergoeden. Of wij nu recht hebben op vergoediüg weten wy niet, maar zouden gaarne Uw advies vernemen. Er zyn er nu nog 120 van de 300 en er gaan er nog veel meer. Ziedaar een allertreurigst staaltje van den tegenwoordigen ttjd en jammer genoeg ook een typisch staaltje van onkunde aan den eenen kant en brutaliteit aan den anderen kant. Myn lezers weten hoe ik steeds door, haast tot vervelens toe, hamer op het aambeeld toch vooral voorzichtig te zijn by den aan koop van ééndagskuikens, zulks met het oog op pullorumziekte. Ik heb er op gewezen hoe uiterst moeiiyk deze ziekte te bestrijden is en dat deze moeilykheid schuilt in de nauw keurigheid van het onderzoek. De smetstof zit in de hennen die de broedeiereD leveren en de .kuikens komen dan ook besmet ter wereld Nu kan men door middel van bloed- onderzoek, ten minste als dat door een be kwaam dierenarts geschiedt, een groot per centage der smetstof verspreidende hennen onderkennen, maar niet alle. Ik reken er altijd op dat by één onderzoek ongeveer 10 k 15 der besmette hennen niet ge vonden wordt. Begryp dus eens wat het zeg gen wil dat de foktoomen op pullorum onder zocht zijn. Dat wil zeggen, als er een flink percentage hennen bij zoo'n onderzoek ge vonden worden, dat er altijd no besmette hennen in den foktoom over kunnen blij ven. Niemand mag dan ook zeggen dat zijn fok toom pullorum vrij is en degeen die dat adverteert zegt een onwaarheid Jammer genoeg kost een rechtszaak veel geld, anders zou ik gaarne eens zien dat iemand die kuikens kocht bij een leverancier die ge publiceerd heeft dat zijn foktoomen pullorum vrij zijn, den leverancier aanklaagde. Volgens myn standpunt moet iedere leverancier van ééndags kuikens weten, door de talrijke artikelen in de vakpers, dat hy niet mag zeggen dat zijn hennen pullorum vrij ziin. Om meer zekerheid te hebben moet men dus de foktoomen vaker onderzoeken, doch dit kost natuurlijk nog al geld. Een goed fokker, die wat meer voor zijn kuikeDs krygt, kan zoo'n herhaald onderzoek laten doen, maar velen kunnen dat niet betalen. Stel nu eens voor dat er in de broedmachine maar één besmet ei terecht komt, dat is al heel gauw mogelijk, juist omdat het onder zoek niet voor 100 betrouwbaar is Dit ééne ei kan als het uitkomt direct een groot aantal kuikens tydens het uitkomen be smetten. Gaan deze besmette kuikens nu in de verzenddoozen of komen ze onder een kunst- moeder met anderen te samen, daD kunnen ze weer massa's andere kuikeDs besmetten en zoo is het dan mogelijk dat één besmet ei een heele kunstmoeder van 500 kuikens doet uitsterven Wie de kuikens onder de kunstmoeder goed verzorgt, ze iederen dag nieuw strooisel geeft, kaD veel onderlinge besmetting voorkomen, doch als de kuikens eeomaal in de broedmachine of in de verzend doozen besmet zyn, zullen er velen sterven. Vooral in de groote broedmachines, waarin duizenden eieren tegelyk uitkomen, is de besmettingskans groot, vandaar dat ik ook gewezen heb op het uiterst moeilyke punt Deze gang van zaken mishaagde lord en lady Dartworth in hooge mate; zij troostten zich echter met de gedachte, dat hij zich in andere opzichten uitstekend gedroeg. In hun oogen bleef hij een begeerenswaardige schoonzoon en toen Veronica terugkeerde op de Manor, hoopten zij te zullen merken, dat het meisje van den jongen man was gaan houden. Maar Veronica dacht aan een ander. Zij had de bitterste les geleerd, die het leven biedt* lief hebben en twijfelen. Zij hield van Tazoni, al begon zij aan hem te twijfelen. Als hij onschuldig was aan den aanslag op lord Northbridge, waarom bewees hij dan zijn onschuld niet? "Deze vraag martelde haar en dieper werd eiken dag de scha duw der wanhoop over haar leven. Lord Raymond had den raad van Luke Smaeton ten opzichte van Verionica opgevolgd. Hij begon echter weldra in te zien, hoe hopeloos de kans was haar belangstelling te wekken. Het verhaal van Luke vergat hij allerminst; de wetenschap, dat Marion Smeaton van alles op de hoogte was, boezemde hem zulk een gestadige onrust in, dat hij besloot een poging te doen haar van North bridge Hall te verwijderen. Niet zóó ver, dat hij van haar doen en laten niet op de hoogte zou ziin', maar ver genoeg om haar niet eiken "dag te ont moeten. Tot dat doel had hij een hut in het bosch laten bouwen. Toen hij haar op een morgen tegen- kwam op dc trap, zeide hij plotseling:" ..Marion, ik wou, dat jij voorloopig ging wonen in de nieuwe hut in het bosch, dan kan alles in orde zijn, als jer huurders komen." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1