m
ïft U op als A
ERICH"!
ISMAKING
Iter fournituren
95
cent
Iouwer
eerde combinatie
o.n
ï.io
3E3E3E3S3B3E3E3E3E3E3j3
f 1,-
WOENSDAG
12 APRIL 1933
VERSLAGEN
ZIGEUNERBLOED.
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
De Gezondheidscommissie.
GEREFORMEERDE
Jelharnis, vm. eu 'sur.
Iland, viu. en 'sav. da
liugen, vrn., nam. en 'i
lorp, vin. en nam. lees
CÜR. GEREFORMEE
^1 har nis, via. en 'sav.
DOOPSGEZINDE G1
lorp, vin. ds. Foppema.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
HHIlPtRTIl
UV/Hl
iMAAROtBRU»
/en MOOIE KltLRl
/lElHOyWERJ
BOMMEL. Tot Gemee
is benoemd den Heer
Ambtenaar ter Secretar
DE EILANDEN GOEREE
IWEN EN DUIVELAND.
in alle gekochte goederen
inco worden thuisbezorgd,
imen hiervoor in aanmerking.
IZE EIGEN BESTELDIENST
[WIJ HEDEN BESCHIKBAAR
ICO" wit
co" zwart
wit
zwart
bÓ stuks
bud 10 stuks,
bud 25 stuks
O.ll'/z
0.04
0.04'j.
0.14
0.09'
0.04'j 2
0.05'12
0.09 'U
0.05 'l2
0.06
0.09 'l2
0.09'12
0.03 'l2
ILEN ZIJN GEREGELD
EN VERKRIJGBAAR
llijk voor directe aflevering
zich hebben, terwijl ook
innen worden opgegeven.
is ons Maandblad de
ehalve een nuttige weg-
in ook aardige artikelen
houd nieuwtjes, de laatste
tiet ontvangt gelieve te
me Afdeeling Rotterdam).
v. d. TAKSTRAAT
240
CO
Loopers, prima pluche e.a.
79 ct. per el.
Tafelkleeden, zeer mooi
f 3,45.
Iers, 44 cent.
[tACHTKWALITEIT
Szijn buitengewoon in prijs
verlaagd.
pp de kwaliteiten van
■nag gestelde prijzen
en Tapijtmagazijn
SOMMELSDIJK
0,075
ADVERTENTIËN
van 1—6 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
15E JAARGANG.
i
N°. 45
Gemeenteraad van NIEUW-HELVOET op 30
Maart 1933, nam. 2 uur.
Voorzitter is de heer F. W. van Driel, Bur
gemeester. Aanwezig alle leden. De volgorde
der stemming wordt door loting aangewezen
als volgt: de heeren B. Boere, J. de Jonge,
A. Spuybroek, W. v. d. Ban, J. Wezenier, P.
Kramer en H. van Beesten.
De Voorzitter opent de vergadering en ver
zoekt den Secretaris de notulen der vorige
vergadering te willen voorlezen. Deze worden
onveranderd vastgesteld. De heer Spuybroek
meende, dat tot het aanbrengen van een sche
ring op het sportterrein besloten was. De Voor
zitter zegt, dat daaromtrent geen besluit ge
nomen is. Ook de heer Steenkist was niet voor
een schering. Bij regen en vooral in den winter
zou het terrein glibberig worden en zou deze
schering groote last en ellende veroorzaken.
Ingekomen stukken: 1. Een beschikking van
Ged. Staten, waarbij de tegemoetkoming inge
volge art. 13 der L. O. wet, ten behoeve van
M. "van Straten alhier, die door den Raad
was bepaald op 40,per jaar, is gebracht
op 65,en zulks ingaande 19 November
1932.
2. Een schrijven van het Gem. Electrici-
teitsbedrijf, Bijkantoor Brielle, houdende me-
dedeeling, dat een paar paalarmaturen niet in
orde waren en storingen in de radio veroor
zaakten. Deze armaturen zijn hersteld.
3. Het jaarverslag van Voorne's proeftuin
over 1932.
4. Het schrijven van Mr. Nijgh, die namens
het Comité van Actie dank betuigt voor de
toegekende tegemoetkoming in de kosten voor
het behoud der Rijkswerf te Hellevoetsluis.
5. Van den Keuringsdienst van Waren een
tweetal tabellarische overzichten van de ver-
l richte werkzaamheden over het 2e halfjaar
1932.
6. Een afdruk der voor 1933 vastgestelde
I begrooting van den Keuringsdienst van Waren
met memorie van toelichting.
7. Een schrijven van den Commissaris der
Koningin betreffende de ingezonden verorde
ning voor heffing van schoolgeld voor het
vervolgonderwijs met verzoek te willen be
richten waarom het tarief van het schoolgeld
zoo laag is gesteld. De Voorzitter zegt, dat
B. en W. hebben overwogen, dat indien het
schoolgeld hooger gesteld wordt, de animo
voor dit onderwijs heelemaal van geen betee-
kenis zal zijn. Na discussie wordt besloten het
tarief niet te verhoogen.
8. Een bericht van den Minister van On
derwijs, K. en W., houdende mededeeiing, dat
tengevolge van de ziekte van Mej. Borst een
plaatsvervanger-wachtgelder had kunnen aan
gewezen worden, waarvoor rijkssubsidie wordt
verstrekt. De Voorzitter zegt, dat B. en W.
niet konden nagaan hoelang de tijdelijke
afwezigheid van Mej. Borst zou duren en in
overleg met den Inspecteur Mej. Groeneveld
als plaatsvervangster hebben aangewezen. Het
is inmiddels gebleken, dat deze tijdelijke waar
neming slechts een maand heeft geduurd. B.
en W. stellen voor Mej, Groeneveld een grati
ficatie toe te kennen gelijk aan het bedrag
van het verschil, dat zij als onderwijzeres zou
moeten hebben en hetgeen zij ontvangt als
FEUILLETON
CH. GARVICE
Uit het Engelsch door
HENRI VAN DE WEG.
Geaut. Uitgave van de N. VUitgeverij P. D. Bolle.
35)
Lord Raymond was op het punt een bediende
te roepen om den detective naar boven te geleiden,
toen Fraser, met iets van verwijt in zijn stem,
hernam
„U zoudt me zeer verplichten door persoonlijk
mede te gaan; het lijkt mij nooit verstandig be
dienden in een zaak te mengen, zoo lang het
onderzoek niet zoo ver mogelijk is gevorderd."
„Zooals u wilt," antwoordde lord Raymond, die
zich minder op zijn gemak begon te voelen tegen
over den detective. Hij ging zijn bezoeker even
wel voor naar de kleedkamer. Weldra stonden zij
voor de deur van de safe, maar de detective
scheen er geen oog voor te hebben.
„Wie veegt gewoonlijk dit vertrek aan?" vroeg
hij.
„Een vrouw, Marion Smeaton heet zc zij is
onvoorwaardelijk te vertrouwen," antwoordde
Lord Raymond, die niet wilde, dat zij zou worden
ondervraagd. Toen hij dit zeide, drong plotseling
tot hem door, dat Luke, alles wat hij over de in
richting van het huis wist, van zijn vrouw moest
hebben vernomen.
„Hier is de laatste drie of vier dagen niet ge
kweekelinge, zijnde ƒ40,Dit voorstel wordt
met algemeene stemmen goedgekeurd.
9. Een adres van D. Touw, H. B. Henrion
Verpoorten, C. Burggraaf en D. de Pijper,
houdende verzoek aan elk hunner 10,
schadevergoeding te verleenen. Deze schade
vergoeding zou ontstaan zijn, doordat de heer
Boogert, aan wien de uitvoering gegund was,
het kleedlokaaltje op het sportterrein op voor-
deeliger wijze heeft kunnen aanbrengen, dan
toen het bestek en teekening aan de timmer
lieden werden overgelegd. De Voorzitter zegt,
dat de heer Boogert ook niet wist, dat het
kleedlokaaltje na vier weken na den dag der
inschrijving op een andere plaats zou komen
te staan en deze dus ook te hoog heeft inge
schreven, Er is dus geen reden tot schadeloos
stelling. Na discussie wordt besloten de ge
vraagde schadeloosstelling niet te verleenen.
De heer de Jonge meent, dat een kleine afwij
king bestaat van bestek en teekening aan
gaande het kleedlokaaltje.
10. Een dankbetuiging van het bestuur
der V.I.Z. voor de toegekende subsidie voor
1933.
11. Een schrijven van den Comm. der Ko
ningin, houdende verzoek de verordening,
regelende de eischen van benoembaarheid en
bezoldiging van den veldwachter, nogmaals te
willen wijzigen. Aldus wordt besloten.
Algemeene Politieverordening. 12e Aanvul
ling en Wijziging. B. en W. stellen voor eenige
bepalingen in verband met de veiligheid en
de orde in het leven te roepen. Dit betreft n.l.
het venten, het plukken en beschadigen van
bepaalde planten, het kampeeren en het plaat
sen van auto's op den openbaren weg. Deze
bepalingen worden met algemeene stemmen
aangenomen.
De heer Kramer vraagt meerdere verlichting
bij het beursgebouw. De Voorzitter zegt over
weging hiervan toe.
Verordening Hinderwet (art. 4). De Voor
zitter zegt, dat een verordening bestaat inge
volge het 2e lid van genoemd artikel houdende
verbod benzinebergplaatsen en petroleumbe-
waarplaatsen op te richten, te hebben of te
gebruiken in de kom der gemeente en deze
gold voor den tijd van 20 jaar. Deze 20 jaren
waren op 31 Januari 1933 voorbij. B. en W.
stellen voor deze verordening opnieuw voor
20 jaar vast te stellen. Dit voorstel wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
Kohier Hondenbelasting 1933. Dit kohier
wordt vastgesteld tot een bedrag van ƒ391,
Af- en overschrijving, dienst 1932 No. XI
en dienst 1933 No. 2. Deze worden na toelich
ting met algemeene stemmen geodgekeurd.
Schoolgeld 1932. De bedragen van L. 't Man
netje en A. Koppenaal, respectievelijk 14,56
en 1,30, worden oninbaar verklaard, aan
gezien deze personen over dit dienstjaar niet
meer schoolgeldplichtig waren.
Voorts deelt de Voorzitter mede, dat van
den Commissaris der Koningin, in verband
met de herdenking van Prins Willem den Zwij
ger, een 100-tal platen zijn ontvangen ter uit
reiking aan de schoolgaande kinderen, uit de
hoogste klassen. B. en W. stellen voor aan alle
schoolkinderen een plaat uit te reiken en hier
toe nog een 250 stuks bij te koopen. Aldus
wordt besloten.
Verder deelt de Voorzitter mede, dat in
verband met het gascontract, er nog niets is
ingekomen.
Rondvraag. De heer Spuybroek zegt de be
graafplaats te hebben bezocht en daar een
hond te hebben gezien. Hoewel gezegd werd,
veegd," constateerde de detective.
Raymond werd doodsbleek; al merkte hij zelf
het laagje stof op den grond niet. Nu de slaperige
oogen van den detective het hadden ontdekt,
begreep hij, dat deze speurhond van de justitie
verschillende sporen afkomstig van hem of Lukc
zou weten te vinden.
„U wilt wel order geven, dat hier niemand
komen mag, mylord? Wiit u me nu de zijdeur
laten zien, door weike de inbrekers waarschijnlijk
zijn binnengekomen?"
„Denkt u, dat er meer dan één zijn geweest?"
vroeg lord Raymond ongerust.
„Ze waren met hun beiden," antwoordde de
detective.
Lord Raymond bracht den man bij de achter
deur. De detective overtuigde zich van het feit,
dat deze uitgang slechts zelden werd gebruikt en
verzocht alleen te mogen blijven om een nader
onderzoek in te stellen. Raymond beloofde order
te zullen geven, dat niemand bij de safe mocht
komen en liep weer naar boven. Halverwege ge
komen, bedacht hij zich echter. „Peters," wendde
hij zich tot zijn bediende, „haal eens even den
brief, die in mijn kleedkamer op tafel ligt. Mis
schien ligt die in de slaapkamer. Doch stuur aller
eerst Marion Smeaton bij me."
Toen Peters terugkwam, na vergeefs zoeken,
zag hij, dat Marion Smeaton de kamer, waar de
safe stond, aanveegde en de bloedplekken van den
grond opnam.
„Drommels!" riep Hij ontsteld uit. „Die kerel
wil niet, dat hier iemand binnenkomt!"
Marion's gezicht verschoot van kleur, toen zij
vroeg:
„Weet je dat zeker?"
dat die hond niet gevaarlijk was, wil spr. hier
toch de aandacht op vestigen. De Voorzitter
zegt, dit te zullen onderzoeken.
De heer Wezeiner zegt, dat de uitgetrokken
arbeiders een gulden minder gehad hebben en
vraagt hoe dit zit. De Voorzitter zegt, dat
eenige kortingen zijn toegepast, aangezien er
rekening gehouden werd met werkloozen, die
grond in gebruik hadden. Thans zijn eenige
uitkeeringen weer verhoogd.
Voorts zegt de heer Wezemer, dat bij hem
een klacht is ingekomen van den werkloozen
Sch., die beweerde nog 4,75 te goed te heb
ben, waarvan Fölting nog iets moest hebben.
De Voorzitter zegt, dat genoemde persoon
achterstallig is met het betalen van zijn con
tributie en derhalve voor hem in de bocht is
gesprongen. Deze persoon ging uit eigen be
weging op de begraafplaats werken, zonder
dat hem iets was opgedragen. Hij heeft nog
schuld.
De heer Wezemer vraagt of op het sport
terrein nog een keering komt achter de achter
ste goal. De Voorzitter antwoordt, dat ver
schillende dingen op kosten der Vereeniging
zouden aangebracht worden. B. en W. wen-
schen te wachten tot er meer bijkomt.
De heer van Beesten informeert naar de
verstrekking van kunstmest vanwege het cri
siscomité, waarna de Voorzitter de noodige
inlichtingen verstrekt.
Daarna sluiting.
(Adv.)
Wij ontvingen dezer dagen het verslag over
1932 van de Gezondheidscommissie voor Goe-
ree en Overflakkee, gezeteld te Middelharnis.
Daaraan ontleenen wij het volgende:
Het bestuur bleef ongewijzigd; herbenoemd
werden de heeren de Later en Hossen, terwijl
bij Kon. besluit van 13 September tot secre
taris werd benoemd de heer Ir. J. C. Snelle-
man.
De Rekening over het jaar 1931 sluit met
een batig saldo van 143,22.
Uit de algemeene beschouwing valt af te
leiden dat het aantal-inwoners is gestegen met
461. Dit verschil is ontstaan uit hoofde van
geboorte en sterfte met 402.
Dan volgt een tabel over de. sterfte per 1000
inwoners. Het jaar 1932 gaf een vrij goed
cijfer van 8.56. Het jaar 1930 is het laagste
geweest sinds 24 jaar, zoover deze staat aan
geeft.
Het aantal levenloos aangegeven kinderen
bedroeg 16. Sinds 1911 geeft 1929 de laagste
cijfers. De gemeente Ouddorp staat als ge
woonlijk het hoogste, doch Stellendam gaf over
1932 een cijfer van 5.
Het aantal overleden kinderen beneden een
jaar bedroeg 16, wat zeer laag is. De jaren
1916 tot 1921 geeft cijfers van 51 tot 68, en
van 1923 tot 1930 wisselt dit om de 30 ge
vallen.
Het aantal geboorten bedroeg 675 of iets
hooger dan 1931.
Dan volgt de behandeling van de navolgende
klachten:
„Natuurlijk," luidde het antwoord. „Wie heeft
gezegd, dat je dit doen moest?"
Marion gaf geen antwoord, doch haar oogen
zochten die van lord Raymond, die juist vergezeld
van den detective binnenkwam.
Peters wendde zich fluisterend tot Raymond.
„Marion Smeaton heeft zoocven den vloer van
de kleedkamer aangeveegd," rapporteerde hij.
De detective uitte een kreet van schrik en ves
tigde zijn blikken een oogenblik op de vrouw.
„Wie heeft dat gelast?" vroeg hij.
„Lord.begon zij, de oogen gericht op Ray
mond's gelaat. Wat zij zag, noopte haar echter
tot zwijgen en zij deed geen poging een antwoord
te geven.
„Maar mensch," viel lord Raymond haar in dc
rede, in hooge mate ontstemd, „hoe kun je zoo
iets doen, ik heb je toch duidelijk verboden, dc
kamer aan tc vegen."
De detective, die lord Raymond scherp gade
sloeg, toen dit antwoord gegeven werd, merkte
iets van opluchting op het gezicht van den jongen
man en noteerde dit als een zeer merkwaardig
feit.
„Ik hoop, dat het uw verder onderzoek niet zal
bemoeilijken," liet lord Raymond er op volgen
toen hij en dc detective samen waren in de biblio
theek.
„Ik hoop het ook," was het weinig zeggende
antwoord.
„Hebt u nog iets bijzonders gevonden bij de
achterdeur, meneer Fraser?"
„Een zeer belangrijk gegeven, mylord. Er waren
twee personen bij den roof betrokken, doch slechts
één hunner kwam en één ging weer weg."
Lord Raymond's gelaat was aschgrauw, toen
Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen
tot verbetering daarvan is verricht.
a. Waterloopen, Slooten, enz.
De volgende klachten kwamen bij ons in:
1. Van H. Bcchtum, Molendijk 182 te Nieu
we Tonge een klacht over vervuiling van een
sloot door den afvoer van een W.C. van A.
van Es. Bij onderzoek is deze klacht juist be
vonden. Doordat de heer van Es den overloop
zal afsluiten is een zoodanige regeling getroffen
dat de klacht opgeheven is.
2. Van het Provinciaal Bestuur van Zuid-
Holland kwam een verzoek bij ons in naar
aanleiding van een klacht van M. Witkamp,
arts te Goedereede, over den staat van ver
vuiling van een sloot in den polder Oud- en
Nieuw Westerloo, aldaar. Bij onderzoek is ge
bleken, dat deze klacht gegrond is. Aan het
Gem. Bestuur is verzocht die maatregelen te
willen treffen, die tot opheffing van de klacht
zullen leiden. Een afschrift van het aan ons
uitgebracht rapport hebben wij daarbij ge
voegd. Het antwoord van B. en W, van Goe
dereede is van dien aard, dat wij in den zomer
van 1933 er op willen terugkomen.
3. Van A. van Reijen te Achthuizen een
klacht inzake hinder van stank van een sloot
nabij het keukenraam van zijn woning. Bij
onderzoek is deze klacht gegrond bevonden.
Aan B. en W. van Den Bommel hebben wij
verzocht deze sloot te doen dempen en rioleeren
door de Gemeente, waarbij wij medegedeeld
hebben de bereidheid der belanghebbenden tot
het bijdragen in de daartoe te maken kosten.
4. Een klacht over vervuiling van een sloot
achter de woningen aan den Molendijk te Den
Bommel. Bij onderzoek is deze klacht juist
bevonden. Aan B. en W. van Den Bommel
hebben wij geadviseerd deze sloot, die als
mestvaalt wordt gebruikt, te dempen en te
rioleeren.
5. Van P. Joppe en anderen te Sommels-
dijk een klacht over de vervuiling van de
watering, genaamd „De Wildeman". Bij onder
zoek is deze klacht gegrond bevonden. Aan
B. eti.W. van Sommelsdijk hebben wij ver
zocht die maatregelen te willen treffen, 'waar
door de ongewenschte toestand beëindigd
wordt.
6. Aan het Gem. Bestuur van Oude Tonge
hebben wij verzocht om de Grijzenoord te ver
vangen door een rioleering en daardoor op te
heffen de|wantoestand tengevolge v;m den ver
vuiling van de Grijzenoord. B. en W. hebben
ons daarop bericht, dat, indien de omstandig
heden daartoe gunstig zijn, de Grijzenoord
schoongemaakt zal worden.
b. Verzameling en afvoer van vuil.
1. Een klacht van P. v. d. Velde, Brancl-
steeg D 72 en A. v. d. Sluys, Brandsteeg D 75
te Middelharnis over hinder van stank ten
gevolge van het niet schoonhouden van een
kippenhok door Auperlee, Brandsteeg D 74.
Een onderzoek ter plaatse ingesteld heeft
geen aanleiding tot het treffen van maatrege
len daaromtrent gegeven.
2. Een klacht van J. Kosten te Dirksland
inzake hinder veroorzaakt door aanwezigheid
van een privaat in een werkplaats van Gebr.
de Waal te Middelharnis. Bij onderzoek is deze
klacht juist bevonden. Door het wegnemen
van dit privaat is deze klacht vervallen.
3. Een klacht van J. Wildeboer te Middel
harnis over hinder van stank tengevolge van
vervuiling van een brandput nabij zijn woning.
Aan het Gemeentebestuur van Middelharnis
hebben wij verzocht die maatregelen te willen
hij, schijnbaar rustig, trachtte te zeggen:
„Dus u vermoedt, dat iemand hier in huis mede
plichtig is?"
„Juist."
Op dit oogenblik trad een bediende binnen met
de pet, welke lord Raymond bij zijn overhaast
vertrek vergeten had mee te nemen. Eén* van de
bedienden had ze opgeraapt, toen lord North-
bridge werd gevonden. Dc detective onderzocht
het hoofddeksel nauwkeurig en vroeg:
„Werd den laatsten tijd nog gestroopt op uw
landgoed, mylord?"
„Niet noemenswaard," verzekerde Raymond.
„U hadt anders buren, die er nogal werk van
maakten," merkte Fraser op. „Ik zag sporen van
een zigeunerkamp op de heide."
„Sporen!" riep lord Raymond uit, niet weinig
verbaasd. „Is die bende dan verdwenen?"
„Het schijnt," antwoordde dc detective, die de
verbazing van lord Raymond had opgemerkt, wat
juist de bedoeling van den jongen man was.
„Ze waren er nog den avond vóór de inbraak,"
mompelde hij. „Mag ik die pet eens zien?"
Fraser overhandigde hem het voorwerp. Hij
keek er een oogenblik naar en gin£ toen voort:
„Misschien kan ik u nog een paar bijzonderheden
geven." In weinig woorden vertelde hij van den
overval door den geheimzinnigen struikroover, die
hem een paar weken te voren zijn horloge en ket
ting had ontrold.
„Dat is inderdaad heel belangrijk," constateerde
de detccfivc. „Kunt u misschien een nader signale
ment opgeven?"
Lord Raymond gaf den detective een nauw
keurige beschrijving van Tazoni.
„Ik ben u zeer dankbaar," antwoordde Fraser.
treffen, welke tot opheffing van de klacht
zullen leiden.
Door het schoonmaken van dezen put is de
klacht opgeheven.
4. Een klacht van G. Dijkgraaf, Geld. Dijk
555 te Dirksland, over hinder van stank ten
gevolge van de aanwezigheid van mestputten
in de omgeving van zijn woning en mede ten
gevolge van de vervuiling van een naburige
sloot, welke verband houdt met de aanwezig
heid der mestputten.
Bij onderzoek is gebleken, dat deze klacht
gegrond was.
Aan B. en W. van Dirksland hebben wij
verzocht verbetering van den ongewenschten
toestand te bevorderen door het houden van
varkens achter de genoemde woningen te ver
bieden of de varkenshokken en mestputten
vaak te doen schoonmaken en ook goed te
reinigen materiaal voor de hokken voor te
schrijven.
5. Een klacht van Joh. de Korte, Oost-
Achterweg te Sommelsdijk, wegens stank ten
gevolge van het houden, slachten van varkens
enz. in de nabijheid van zijn woning. Deze
klacht is gegrond bevonden. B. en W. van
Sommelsdijk hebben wij verzocht zulke maat
regelen te treffen, waardoor de ongewenschte
toestand beëindigd wordt.
Van B. en W. van Sommelsdijk hebben wij
bericht ontvangen, welke maatregelen daartoe
getroffen zijn.
6. Een klacht van A. Osseweijer, Molendijk
te Oude Tonge, betreffende hinder van eèn
mestput in de nabijheid van zijn woning. Bij
onderzoek is deze klacht juist bevonden. Aan
B. en W. van Oude Tonge hebben wij ver
zocht die maatregelen te treffen, waardoor de
klacht opgeheven zal worden.
7. Van B. en W. van Sommelsdijk kwam
een verzoek bij ons in om een onderzoek in
te stellen naar en een rapport uit te brengen
inzake het euvel van varkensmesterijen, enz.
Een voorloopig onderzoek heeft geleid tot
het vragen om nadere gegevens aan B. en W.
van Sommelsdijk.
8. Aan B. en W. van Middelharnis hebben
wij medegedeeld, dat in de Molenstraat een
ondragelijke toestand heerscht door de aan
wezigheid van een mestput op het terrein van
den heer Pape. Wij hebben daarbij verzocht
de totstandkoming van die maatregelen, waar
door de mestput vaak schoongemaakt zal wor
den en een voldoende afscheiding van de straat
door middel van een schutting gemaakt zal
worden.
c. Verontreiniging van de lucht stank van
fabrieken, enz.)
Klacht van Joh. de Korte, Oost-Achterweg
en anderen te Sommelsdijk over hinder van
stank, welken zij ondervinden door het koken
van beenderen en afval in de slachtplaats van
den heer A. Luyendijk aldaar.
Zooals wij in ons vorig verslag vermeld heb
ben, waren' de noodige stappen bij het Ge
meentebestuur van Sommelsdijk gedaan om
door wijziging van de Politie-verordening zul-
ken hinder te kunnen bestrijden. Thans is door
den Raad der Gemeente Sommelsdijk de Poli
tie-verordening aangevuld met een verordening
om het verspreiden van hinderlijken rook of
stank of een voor de gezondheid schadelijken
damp tegen te gaan.
Hoofdstuk IV. Volkshuisvesting.
1. Aan B. en W. van Middelharnis werd
een gunstig advies uitgebracht betreffende het
uitbreidingsplan voor Middelharnis.
„Zoudt u mij nu misschien kunnen helpen aan
een rijtuig of zoo iets. Het lijkt mij noodzakelijk,
die zigeuners, onmiddellijk na te gaan."
„Ja zeker," antwoordde Raymond, blij, dat de
detective zou vertrekken. „Doe uw best, de ban
dieten te achterhalen; het zal u geen windeieren
leggen."
Terwijl hij den man scherp aankeek, dacht lord
Raymond bij zichzelf, dat hij ongetwijfeld in staat
zou blijken dezen slaperig uitzienden speurder te
misleiden een gedachte vooral gewekt door de
manier, waarop Fraser den tip omtrent de zigeu
ners opnam en diens onverschilligheid na het aan
vegen van de kamer.
„Waarom liet dat bleeke jog de kamer aan
vegen, terwijl ik het verbood?" vroeg Fraser zich
echter af, terwijl hij naar beneden ging.
HOOFDSTUK XX.
Twee uur later gaf de detective den koetsier
van de dogcart, welke lord Raymond hein had
afgestaan, bevel stil tc houden en voor dc zesde
maal stapte hij uit. van plan den weg nauwkeurig
te onderzoeken. Zij bevonden zich nu bij een punt,
waar vier wegen samenliepen. Even later keerde
hij terug naar het rijtuigje, met een paar losgerukte
takken in de hand, stapte opnieuw in en verzocht
den koetsier naar links te rijden.
(Wordt vervolgd)
de
he I
ch
k-x
rd I
it-
el-
de
;en
m-
:op
vijl
eer