m ïft U op als A ERICH"! ISMAKING Iter fournituren 95 cent Iouwer eerde combinatie o.n ï.io 3E3E3E3S3B3E3E3E3E3E3j3 f 1,- WOENSDAG 12 APRIL 1933 VERSLAGEN ZIGEUNERBLOED. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. De Gezondheidscommissie. GEREFORMEERDE Jelharnis, vm. eu 'sur. Iland, viu. en 'sav. da liugen, vrn., nam. en 'i lorp, vin. en nam. lees CÜR. GEREFORMEE ^1 har nis, via. en 'sav. DOOPSGEZINDE G1 lorp, vin. ds. Foppema. Prijs per kwartaal Losse nummers HHIlPtRTIl UV/Hl iMAAROtBRU» /en MOOIE KltLRl /lElHOyWERJ BOMMEL. Tot Gemee is benoemd den Heer Ambtenaar ter Secretar DE EILANDEN GOEREE IWEN EN DUIVELAND. in alle gekochte goederen inco worden thuisbezorgd, imen hiervoor in aanmerking. IZE EIGEN BESTELDIENST [WIJ HEDEN BESCHIKBAAR ICO" wit co" zwart wit zwart bÓ stuks bud 10 stuks, bud 25 stuks O.ll'/z 0.04 0.04'j. 0.14 0.09' 0.04'j 2 0.05'12 0.09 'U 0.05 'l2 0.06 0.09 'l2 0.09'12 0.03 'l2 ILEN ZIJN GEREGELD EN VERKRIJGBAAR llijk voor directe aflevering zich hebben, terwijl ook innen worden opgegeven. is ons Maandblad de ehalve een nuttige weg- in ook aardige artikelen houd nieuwtjes, de laatste tiet ontvangt gelieve te me Afdeeling Rotterdam). v. d. TAKSTRAAT 240 CO Loopers, prima pluche e.a. 79 ct. per el. Tafelkleeden, zeer mooi f 3,45. Iers, 44 cent. [tACHTKWALITEIT Szijn buitengewoon in prijs verlaagd. pp de kwaliteiten van ■nag gestelde prijzen en Tapijtmagazijn SOMMELSDIJK 0,075 ADVERTENTIËN van 1—6 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. i N°. 45 Gemeenteraad van NIEUW-HELVOET op 30 Maart 1933, nam. 2 uur. Voorzitter is de heer F. W. van Driel, Bur gemeester. Aanwezig alle leden. De volgorde der stemming wordt door loting aangewezen als volgt: de heeren B. Boere, J. de Jonge, A. Spuybroek, W. v. d. Ban, J. Wezenier, P. Kramer en H. van Beesten. De Voorzitter opent de vergadering en ver zoekt den Secretaris de notulen der vorige vergadering te willen voorlezen. Deze worden onveranderd vastgesteld. De heer Spuybroek meende, dat tot het aanbrengen van een sche ring op het sportterrein besloten was. De Voor zitter zegt, dat daaromtrent geen besluit ge nomen is. Ook de heer Steenkist was niet voor een schering. Bij regen en vooral in den winter zou het terrein glibberig worden en zou deze schering groote last en ellende veroorzaken. Ingekomen stukken: 1. Een beschikking van Ged. Staten, waarbij de tegemoetkoming inge volge art. 13 der L. O. wet, ten behoeve van M. "van Straten alhier, die door den Raad was bepaald op 40,per jaar, is gebracht op 65,en zulks ingaande 19 November 1932. 2. Een schrijven van het Gem. Electrici- teitsbedrijf, Bijkantoor Brielle, houdende me- dedeeling, dat een paar paalarmaturen niet in orde waren en storingen in de radio veroor zaakten. Deze armaturen zijn hersteld. 3. Het jaarverslag van Voorne's proeftuin over 1932. 4. Het schrijven van Mr. Nijgh, die namens het Comité van Actie dank betuigt voor de toegekende tegemoetkoming in de kosten voor het behoud der Rijkswerf te Hellevoetsluis. 5. Van den Keuringsdienst van Waren een tweetal tabellarische overzichten van de ver- l richte werkzaamheden over het 2e halfjaar 1932. 6. Een afdruk der voor 1933 vastgestelde I begrooting van den Keuringsdienst van Waren met memorie van toelichting. 7. Een schrijven van den Commissaris der Koningin betreffende de ingezonden verorde ning voor heffing van schoolgeld voor het vervolgonderwijs met verzoek te willen be richten waarom het tarief van het schoolgeld zoo laag is gesteld. De Voorzitter zegt, dat B. en W. hebben overwogen, dat indien het schoolgeld hooger gesteld wordt, de animo voor dit onderwijs heelemaal van geen betee- kenis zal zijn. Na discussie wordt besloten het tarief niet te verhoogen. 8. Een bericht van den Minister van On derwijs, K. en W., houdende mededeeiing, dat tengevolge van de ziekte van Mej. Borst een plaatsvervanger-wachtgelder had kunnen aan gewezen worden, waarvoor rijkssubsidie wordt verstrekt. De Voorzitter zegt, dat B. en W. niet konden nagaan hoelang de tijdelijke afwezigheid van Mej. Borst zou duren en in overleg met den Inspecteur Mej. Groeneveld als plaatsvervangster hebben aangewezen. Het is inmiddels gebleken, dat deze tijdelijke waar neming slechts een maand heeft geduurd. B. en W. stellen voor Mej, Groeneveld een grati ficatie toe te kennen gelijk aan het bedrag van het verschil, dat zij als onderwijzeres zou moeten hebben en hetgeen zij ontvangt als FEUILLETON CH. GARVICE Uit het Engelsch door HENRI VAN DE WEG. Geaut. Uitgave van de N. VUitgeverij P. D. Bolle. 35) Lord Raymond was op het punt een bediende te roepen om den detective naar boven te geleiden, toen Fraser, met iets van verwijt in zijn stem, hernam „U zoudt me zeer verplichten door persoonlijk mede te gaan; het lijkt mij nooit verstandig be dienden in een zaak te mengen, zoo lang het onderzoek niet zoo ver mogelijk is gevorderd." „Zooals u wilt," antwoordde lord Raymond, die zich minder op zijn gemak begon te voelen tegen over den detective. Hij ging zijn bezoeker even wel voor naar de kleedkamer. Weldra stonden zij voor de deur van de safe, maar de detective scheen er geen oog voor te hebben. „Wie veegt gewoonlijk dit vertrek aan?" vroeg hij. „Een vrouw, Marion Smeaton heet zc zij is onvoorwaardelijk te vertrouwen," antwoordde Lord Raymond, die niet wilde, dat zij zou worden ondervraagd. Toen hij dit zeide, drong plotseling tot hem door, dat Luke, alles wat hij over de in richting van het huis wist, van zijn vrouw moest hebben vernomen. „Hier is de laatste drie of vier dagen niet ge kweekelinge, zijnde ƒ40,Dit voorstel wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. 9. Een adres van D. Touw, H. B. Henrion Verpoorten, C. Burggraaf en D. de Pijper, houdende verzoek aan elk hunner 10, schadevergoeding te verleenen. Deze schade vergoeding zou ontstaan zijn, doordat de heer Boogert, aan wien de uitvoering gegund was, het kleedlokaaltje op het sportterrein op voor- deeliger wijze heeft kunnen aanbrengen, dan toen het bestek en teekening aan de timmer lieden werden overgelegd. De Voorzitter zegt, dat de heer Boogert ook niet wist, dat het kleedlokaaltje na vier weken na den dag der inschrijving op een andere plaats zou komen te staan en deze dus ook te hoog heeft inge schreven, Er is dus geen reden tot schadeloos stelling. Na discussie wordt besloten de ge vraagde schadeloosstelling niet te verleenen. De heer de Jonge meent, dat een kleine afwij king bestaat van bestek en teekening aan gaande het kleedlokaaltje. 10. Een dankbetuiging van het bestuur der V.I.Z. voor de toegekende subsidie voor 1933. 11. Een schrijven van den Comm. der Ko ningin, houdende verzoek de verordening, regelende de eischen van benoembaarheid en bezoldiging van den veldwachter, nogmaals te willen wijzigen. Aldus wordt besloten. Algemeene Politieverordening. 12e Aanvul ling en Wijziging. B. en W. stellen voor eenige bepalingen in verband met de veiligheid en de orde in het leven te roepen. Dit betreft n.l. het venten, het plukken en beschadigen van bepaalde planten, het kampeeren en het plaat sen van auto's op den openbaren weg. Deze bepalingen worden met algemeene stemmen aangenomen. De heer Kramer vraagt meerdere verlichting bij het beursgebouw. De Voorzitter zegt over weging hiervan toe. Verordening Hinderwet (art. 4). De Voor zitter zegt, dat een verordening bestaat inge volge het 2e lid van genoemd artikel houdende verbod benzinebergplaatsen en petroleumbe- waarplaatsen op te richten, te hebben of te gebruiken in de kom der gemeente en deze gold voor den tijd van 20 jaar. Deze 20 jaren waren op 31 Januari 1933 voorbij. B. en W. stellen voor deze verordening opnieuw voor 20 jaar vast te stellen. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Kohier Hondenbelasting 1933. Dit kohier wordt vastgesteld tot een bedrag van ƒ391, Af- en overschrijving, dienst 1932 No. XI en dienst 1933 No. 2. Deze worden na toelich ting met algemeene stemmen geodgekeurd. Schoolgeld 1932. De bedragen van L. 't Man netje en A. Koppenaal, respectievelijk 14,56 en 1,30, worden oninbaar verklaard, aan gezien deze personen over dit dienstjaar niet meer schoolgeldplichtig waren. Voorts deelt de Voorzitter mede, dat van den Commissaris der Koningin, in verband met de herdenking van Prins Willem den Zwij ger, een 100-tal platen zijn ontvangen ter uit reiking aan de schoolgaande kinderen, uit de hoogste klassen. B. en W. stellen voor aan alle schoolkinderen een plaat uit te reiken en hier toe nog een 250 stuks bij te koopen. Aldus wordt besloten. Verder deelt de Voorzitter mede, dat in verband met het gascontract, er nog niets is ingekomen. Rondvraag. De heer Spuybroek zegt de be graafplaats te hebben bezocht en daar een hond te hebben gezien. Hoewel gezegd werd, veegd," constateerde de detective. Raymond werd doodsbleek; al merkte hij zelf het laagje stof op den grond niet. Nu de slaperige oogen van den detective het hadden ontdekt, begreep hij, dat deze speurhond van de justitie verschillende sporen afkomstig van hem of Lukc zou weten te vinden. „U wilt wel order geven, dat hier niemand komen mag, mylord? Wiit u me nu de zijdeur laten zien, door weike de inbrekers waarschijnlijk zijn binnengekomen?" „Denkt u, dat er meer dan één zijn geweest?" vroeg lord Raymond ongerust. „Ze waren met hun beiden," antwoordde de detective. Lord Raymond bracht den man bij de achter deur. De detective overtuigde zich van het feit, dat deze uitgang slechts zelden werd gebruikt en verzocht alleen te mogen blijven om een nader onderzoek in te stellen. Raymond beloofde order te zullen geven, dat niemand bij de safe mocht komen en liep weer naar boven. Halverwege ge komen, bedacht hij zich echter. „Peters," wendde hij zich tot zijn bediende, „haal eens even den brief, die in mijn kleedkamer op tafel ligt. Mis schien ligt die in de slaapkamer. Doch stuur aller eerst Marion Smeaton bij me." Toen Peters terugkwam, na vergeefs zoeken, zag hij, dat Marion Smeaton de kamer, waar de safe stond, aanveegde en de bloedplekken van den grond opnam. „Drommels!" riep Hij ontsteld uit. „Die kerel wil niet, dat hier iemand binnenkomt!" Marion's gezicht verschoot van kleur, toen zij vroeg: „Weet je dat zeker?" dat die hond niet gevaarlijk was, wil spr. hier toch de aandacht op vestigen. De Voorzitter zegt, dit te zullen onderzoeken. De heer Wezeiner zegt, dat de uitgetrokken arbeiders een gulden minder gehad hebben en vraagt hoe dit zit. De Voorzitter zegt, dat eenige kortingen zijn toegepast, aangezien er rekening gehouden werd met werkloozen, die grond in gebruik hadden. Thans zijn eenige uitkeeringen weer verhoogd. Voorts zegt de heer Wezemer, dat bij hem een klacht is ingekomen van den werkloozen Sch., die beweerde nog 4,75 te goed te heb ben, waarvan Fölting nog iets moest hebben. De Voorzitter zegt, dat genoemde persoon achterstallig is met het betalen van zijn con tributie en derhalve voor hem in de bocht is gesprongen. Deze persoon ging uit eigen be weging op de begraafplaats werken, zonder dat hem iets was opgedragen. Hij heeft nog schuld. De heer Wezemer vraagt of op het sport terrein nog een keering komt achter de achter ste goal. De Voorzitter antwoordt, dat ver schillende dingen op kosten der Vereeniging zouden aangebracht worden. B. en W. wen- schen te wachten tot er meer bijkomt. De heer van Beesten informeert naar de verstrekking van kunstmest vanwege het cri siscomité, waarna de Voorzitter de noodige inlichtingen verstrekt. Daarna sluiting. (Adv.) Wij ontvingen dezer dagen het verslag over 1932 van de Gezondheidscommissie voor Goe- ree en Overflakkee, gezeteld te Middelharnis. Daaraan ontleenen wij het volgende: Het bestuur bleef ongewijzigd; herbenoemd werden de heeren de Later en Hossen, terwijl bij Kon. besluit van 13 September tot secre taris werd benoemd de heer Ir. J. C. Snelle- man. De Rekening over het jaar 1931 sluit met een batig saldo van 143,22. Uit de algemeene beschouwing valt af te leiden dat het aantal-inwoners is gestegen met 461. Dit verschil is ontstaan uit hoofde van geboorte en sterfte met 402. Dan volgt een tabel over de. sterfte per 1000 inwoners. Het jaar 1932 gaf een vrij goed cijfer van 8.56. Het jaar 1930 is het laagste geweest sinds 24 jaar, zoover deze staat aan geeft. Het aantal levenloos aangegeven kinderen bedroeg 16. Sinds 1911 geeft 1929 de laagste cijfers. De gemeente Ouddorp staat als ge woonlijk het hoogste, doch Stellendam gaf over 1932 een cijfer van 5. Het aantal overleden kinderen beneden een jaar bedroeg 16, wat zeer laag is. De jaren 1916 tot 1921 geeft cijfers van 51 tot 68, en van 1923 tot 1930 wisselt dit om de 30 ge vallen. Het aantal geboorten bedroeg 675 of iets hooger dan 1931. Dan volgt de behandeling van de navolgende klachten: „Natuurlijk," luidde het antwoord. „Wie heeft gezegd, dat je dit doen moest?" Marion gaf geen antwoord, doch haar oogen zochten die van lord Raymond, die juist vergezeld van den detective binnenkwam. Peters wendde zich fluisterend tot Raymond. „Marion Smeaton heeft zoocven den vloer van de kleedkamer aangeveegd," rapporteerde hij. De detective uitte een kreet van schrik en ves tigde zijn blikken een oogenblik op de vrouw. „Wie heeft dat gelast?" vroeg hij. „Lord.begon zij, de oogen gericht op Ray mond's gelaat. Wat zij zag, noopte haar echter tot zwijgen en zij deed geen poging een antwoord te geven. „Maar mensch," viel lord Raymond haar in dc rede, in hooge mate ontstemd, „hoe kun je zoo iets doen, ik heb je toch duidelijk verboden, dc kamer aan tc vegen." De detective, die lord Raymond scherp gade sloeg, toen dit antwoord gegeven werd, merkte iets van opluchting op het gezicht van den jongen man en noteerde dit als een zeer merkwaardig feit. „Ik hoop, dat het uw verder onderzoek niet zal bemoeilijken," liet lord Raymond er op volgen toen hij en dc detective samen waren in de biblio theek. „Ik hoop het ook," was het weinig zeggende antwoord. „Hebt u nog iets bijzonders gevonden bij de achterdeur, meneer Fraser?" „Een zeer belangrijk gegeven, mylord. Er waren twee personen bij den roof betrokken, doch slechts één hunner kwam en één ging weer weg." Lord Raymond's gelaat was aschgrauw, toen Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbetering daarvan is verricht. a. Waterloopen, Slooten, enz. De volgende klachten kwamen bij ons in: 1. Van H. Bcchtum, Molendijk 182 te Nieu we Tonge een klacht over vervuiling van een sloot door den afvoer van een W.C. van A. van Es. Bij onderzoek is deze klacht juist be vonden. Doordat de heer van Es den overloop zal afsluiten is een zoodanige regeling getroffen dat de klacht opgeheven is. 2. Van het Provinciaal Bestuur van Zuid- Holland kwam een verzoek bij ons in naar aanleiding van een klacht van M. Witkamp, arts te Goedereede, over den staat van ver vuiling van een sloot in den polder Oud- en Nieuw Westerloo, aldaar. Bij onderzoek is ge bleken, dat deze klacht gegrond is. Aan het Gem. Bestuur is verzocht die maatregelen te willen treffen, die tot opheffing van de klacht zullen leiden. Een afschrift van het aan ons uitgebracht rapport hebben wij daarbij ge voegd. Het antwoord van B. en W, van Goe dereede is van dien aard, dat wij in den zomer van 1933 er op willen terugkomen. 3. Van A. van Reijen te Achthuizen een klacht inzake hinder van stank van een sloot nabij het keukenraam van zijn woning. Bij onderzoek is deze klacht gegrond bevonden. Aan B. en W. van Den Bommel hebben wij verzocht deze sloot te doen dempen en rioleeren door de Gemeente, waarbij wij medegedeeld hebben de bereidheid der belanghebbenden tot het bijdragen in de daartoe te maken kosten. 4. Een klacht over vervuiling van een sloot achter de woningen aan den Molendijk te Den Bommel. Bij onderzoek is deze klacht juist bevonden. Aan B. en W. van Den Bommel hebben wij geadviseerd deze sloot, die als mestvaalt wordt gebruikt, te dempen en te rioleeren. 5. Van P. Joppe en anderen te Sommels- dijk een klacht over de vervuiling van de watering, genaamd „De Wildeman". Bij onder zoek is deze klacht gegrond bevonden. Aan B. eti.W. van Sommelsdijk hebben wij ver zocht die maatregelen te willen treffen, 'waar door de ongewenschte toestand beëindigd wordt. 6. Aan het Gem. Bestuur van Oude Tonge hebben wij verzocht om de Grijzenoord te ver vangen door een rioleering en daardoor op te heffen de|wantoestand tengevolge v;m den ver vuiling van de Grijzenoord. B. en W. hebben ons daarop bericht, dat, indien de omstandig heden daartoe gunstig zijn, de Grijzenoord schoongemaakt zal worden. b. Verzameling en afvoer van vuil. 1. Een klacht van P. v. d. Velde, Brancl- steeg D 72 en A. v. d. Sluys, Brandsteeg D 75 te Middelharnis over hinder van stank ten gevolge van het niet schoonhouden van een kippenhok door Auperlee, Brandsteeg D 74. Een onderzoek ter plaatse ingesteld heeft geen aanleiding tot het treffen van maatrege len daaromtrent gegeven. 2. Een klacht van J. Kosten te Dirksland inzake hinder veroorzaakt door aanwezigheid van een privaat in een werkplaats van Gebr. de Waal te Middelharnis. Bij onderzoek is deze klacht juist bevonden. Door het wegnemen van dit privaat is deze klacht vervallen. 3. Een klacht van J. Wildeboer te Middel harnis over hinder van stank tengevolge van vervuiling van een brandput nabij zijn woning. Aan het Gemeentebestuur van Middelharnis hebben wij verzocht die maatregelen te willen hij, schijnbaar rustig, trachtte te zeggen: „Dus u vermoedt, dat iemand hier in huis mede plichtig is?" „Juist." Op dit oogenblik trad een bediende binnen met de pet, welke lord Raymond bij zijn overhaast vertrek vergeten had mee te nemen. Eén* van de bedienden had ze opgeraapt, toen lord North- bridge werd gevonden. Dc detective onderzocht het hoofddeksel nauwkeurig en vroeg: „Werd den laatsten tijd nog gestroopt op uw landgoed, mylord?" „Niet noemenswaard," verzekerde Raymond. „U hadt anders buren, die er nogal werk van maakten," merkte Fraser op. „Ik zag sporen van een zigeunerkamp op de heide." „Sporen!" riep lord Raymond uit, niet weinig verbaasd. „Is die bende dan verdwenen?" „Het schijnt," antwoordde dc detective, die de verbazing van lord Raymond had opgemerkt, wat juist de bedoeling van den jongen man was. „Ze waren er nog den avond vóór de inbraak," mompelde hij. „Mag ik die pet eens zien?" Fraser overhandigde hem het voorwerp. Hij keek er een oogenblik naar en gin£ toen voort: „Misschien kan ik u nog een paar bijzonderheden geven." In weinig woorden vertelde hij van den overval door den geheimzinnigen struikroover, die hem een paar weken te voren zijn horloge en ket ting had ontrold. „Dat is inderdaad heel belangrijk," constateerde de detccfivc. „Kunt u misschien een nader signale ment opgeven?" Lord Raymond gaf den detective een nauw keurige beschrijving van Tazoni. „Ik ben u zeer dankbaar," antwoordde Fraser. treffen, welke tot opheffing van de klacht zullen leiden. Door het schoonmaken van dezen put is de klacht opgeheven. 4. Een klacht van G. Dijkgraaf, Geld. Dijk 555 te Dirksland, over hinder van stank ten gevolge van de aanwezigheid van mestputten in de omgeving van zijn woning en mede ten gevolge van de vervuiling van een naburige sloot, welke verband houdt met de aanwezig heid der mestputten. Bij onderzoek is gebleken, dat deze klacht gegrond was. Aan B. en W. van Dirksland hebben wij verzocht verbetering van den ongewenschten toestand te bevorderen door het houden van varkens achter de genoemde woningen te ver bieden of de varkenshokken en mestputten vaak te doen schoonmaken en ook goed te reinigen materiaal voor de hokken voor te schrijven. 5. Een klacht van Joh. de Korte, Oost- Achterweg te Sommelsdijk, wegens stank ten gevolge van het houden, slachten van varkens enz. in de nabijheid van zijn woning. Deze klacht is gegrond bevonden. B. en W. van Sommelsdijk hebben wij verzocht zulke maat regelen te treffen, waardoor de ongewenschte toestand beëindigd wordt. Van B. en W. van Sommelsdijk hebben wij bericht ontvangen, welke maatregelen daartoe getroffen zijn. 6. Een klacht van A. Osseweijer, Molendijk te Oude Tonge, betreffende hinder van eèn mestput in de nabijheid van zijn woning. Bij onderzoek is deze klacht juist bevonden. Aan B. en W. van Oude Tonge hebben wij ver zocht die maatregelen te treffen, waardoor de klacht opgeheven zal worden. 7. Van B. en W. van Sommelsdijk kwam een verzoek bij ons in om een onderzoek in te stellen naar en een rapport uit te brengen inzake het euvel van varkensmesterijen, enz. Een voorloopig onderzoek heeft geleid tot het vragen om nadere gegevens aan B. en W. van Sommelsdijk. 8. Aan B. en W. van Middelharnis hebben wij medegedeeld, dat in de Molenstraat een ondragelijke toestand heerscht door de aan wezigheid van een mestput op het terrein van den heer Pape. Wij hebben daarbij verzocht de totstandkoming van die maatregelen, waar door de mestput vaak schoongemaakt zal wor den en een voldoende afscheiding van de straat door middel van een schutting gemaakt zal worden. c. Verontreiniging van de lucht stank van fabrieken, enz.) Klacht van Joh. de Korte, Oost-Achterweg en anderen te Sommelsdijk over hinder van stank, welken zij ondervinden door het koken van beenderen en afval in de slachtplaats van den heer A. Luyendijk aldaar. Zooals wij in ons vorig verslag vermeld heb ben, waren' de noodige stappen bij het Ge meentebestuur van Sommelsdijk gedaan om door wijziging van de Politie-verordening zul- ken hinder te kunnen bestrijden. Thans is door den Raad der Gemeente Sommelsdijk de Poli tie-verordening aangevuld met een verordening om het verspreiden van hinderlijken rook of stank of een voor de gezondheid schadelijken damp tegen te gaan. Hoofdstuk IV. Volkshuisvesting. 1. Aan B. en W. van Middelharnis werd een gunstig advies uitgebracht betreffende het uitbreidingsplan voor Middelharnis. „Zoudt u mij nu misschien kunnen helpen aan een rijtuig of zoo iets. Het lijkt mij noodzakelijk, die zigeuners, onmiddellijk na te gaan." „Ja zeker," antwoordde Raymond, blij, dat de detective zou vertrekken. „Doe uw best, de ban dieten te achterhalen; het zal u geen windeieren leggen." Terwijl hij den man scherp aankeek, dacht lord Raymond bij zichzelf, dat hij ongetwijfeld in staat zou blijken dezen slaperig uitzienden speurder te misleiden een gedachte vooral gewekt door de manier, waarop Fraser den tip omtrent de zigeu ners opnam en diens onverschilligheid na het aan vegen van de kamer. „Waarom liet dat bleeke jog de kamer aan vegen, terwijl ik het verbood?" vroeg Fraser zich echter af, terwijl hij naar beneden ging. HOOFDSTUK XX. Twee uur later gaf de detective den koetsier van de dogcart, welke lord Raymond hein had afgestaan, bevel stil tc houden en voor dc zesde maal stapte hij uit. van plan den weg nauwkeurig te onderzoeken. Zij bevonden zich nu bij een punt, waar vier wegen samenliepen. Even later keerde hij terug naar het rijtuigje, met een paar losgerukte takken in de hand, stapte opnieuw in en verzocht den koetsier naar links te rijden. (Wordt vervolgd) de he I ch k-x rd I it- el- de ;en m- :op vijl eer

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1