IUS |d-Holland(K.Z.H.) 'oJapon ABRIKAAT enwoordigers PKCDÏKBEUKItN rjaarsgewassen. BSTE PLAATS KWALITEIT loerzeiieo, Loopsrs, Gordijnstoffen (ELHOUWER seizoen LLHARNIS WOENSDAG 29 MAART 1933 Van Spionnen en Spionnage. ZIGEUNERBLOED. Schoonmaak Geeft U op aL Afoonné. VERSLAGEN J 1URGERLIJKE J.TAND. MIDDELHARNIS ïboren: Rolf Qeinncb, z. L. Goudb it ea P. E. Nissen. ferleden: P. v. d. Rovaart, 15 j., ecbt- ote van A. Witvliet. SOMMELSDIJK. 1 |t i f i c a 11 e «rieden: Betje VroegiDdeweü, 36 iaar, J. van Jobaams Bakclaar. Zondag 26 Maart 1933. lUKKlaAAiiocH aMiVUKAiDE KKHK. haruis, tui. en 'say. dhr. Vermaas uit terdam. l.-lsdyk, viu leeskerk en's av. ds. v. Asch. iiud, vil), en 'sar. ds. Vau der Wal. ftgeu, viu. en 'sav. dhr. Overweel. iiut, vm. en 'sav. ds Bouw. ■dam, vm. 'sav. dbr. Bouiuan. le-t-de, nam ds. Polhuys. lp. vm. leeskerk en ua-u. ds. v. Anieide. i-r Tonge, vm.ds. v. Asch en 'sav. leeskerk. I'ouge, vm. ds. Verk» rk en's av. leeskerk fcsplaat, vm ds.v. Ameideen urn. leeskerk. faal, vm. dhr. Vetter limiiel, vm. leeskerk en 'sav. ds. Verkerk. lu t Uarmgvliet, vm. ds. Polhuijs en *s av. ikrk. GEREFORMEERDE KERK. ■arms, vm. en 'sav. ds. Zeilstra. Sit. vm. en 'sav. leeskerk. lam, vm. en 'sav leeskerk. 1». vm. en nam. leeskerk. pplaat, vm en nam. ds. de Graaff. ftinnel. vm en 'sav. ds. Schuafsma. 1 't Haringvliet, vm. leeskerk en 's a v. S Graaff EREFORMEERDE GEMEENTEN, irnis vm. en 'sav. leeskerk. Id, vm en 's av. ds. de Blois. Tn. vm nam. en 'sav. leeskerk. vm. en nam. leeskerk. R. GEREFORMEERDE KERK. Jrnis, vm. en 'sav. ds. Laman. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. vm. ds Foppema. tennis van belanghebbenden, dat |oorjaarsgewassen voor den oogst Zuid-Holland te velde wenscben Lpril 1933 schriftelijk kennis na-Paulownastraat 20, 's Oraven- De Hoofd-Controleur G. A. VAN DER WAAL. Jten van Uw woning komt het wel in pts op de kwaliteit der goederen aan. Ir jaren plezier van hebben, mits zij |aliteit zijn. Wij brengen U een serie 'an goede beproefde kwaliteiten tegen iag gestelde prijzen Kwaliteiten, want ook voor de betere |ldt ons devies )PER DAN WIE OOK! fpiaal Bed- en Tapijtmagazijn .SDIJK Tel. 243 bw blijvend artikel in Holland pFLAKKEE, VOORNE EN j provisiebasis garandeert een heeren, voorzien van prima Maandagmorgen 10è12 uur Dordrecht. Vragen naar den aanstelling. irraad bij zuiver I Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTÏËN van 16 regels 1.20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. - N°. 41 (2e serie). VII. Een die aan beide kanten stond. Toen in den vroegen morgen van 11 Novem- >er 1918 de kanonnen aan het Westelijk front ilotseling zwegen, stond de strijd tusschen vitte en roode troepen in Rusland op het punt mi krachtig uit te breken. In dezen strijd, die ioor verschillende vroegere keizerlijke gene- aals met meer of minder geluk en in verschil- ende deelen van Rusland is gestreden, vormde ie spionnage en contra-spionnage een niet mbelangrijk element. Overigens, zoo merkt Vigilant terecht op, welk een verschil niet voor ten spion, die in normalen oorlogstijd in aanden van den vijand valt, en een spion, die n handen van de Sovjetlegers viel. Voor den :erste de vrijwel zekere en onmiddellijke dood, komende uit de loopon van een twaalftal op iiem gerichte geweren. Voor den laatste niet minder zekerheid van een dergelijk einde, wat ïchter eerst bereikt wordt, nadat onmensche- lijke wreedheden jegens hem zijn begaan en martelingen op hem zijn toegepast, waarbij die van de Fransche revolutie in de schaduw kunnen worden gesteld. Ter verklaring, zeker niet ter verontschuldiging van zulke daden want daarvoor is geen verontschuldiging kan slechts dienen, dat de Sovjetlegers in hooge mate de gevaren van de contraspionnage hebben ondervonden. Tal van lieden, die zich, hetzij uit lafheid, hetzij uit geldzucht hadden laten aanwerven voor den Sovjetdienst, werden verraders van de Sovjetgeheimen, zoodra zij dit met eigen veiligheid of winstbejag in over eenstemming achtten. In die omstandigheden kan het niet verwonderen, al is het daarom niet goed te praten, dat tegenover spionnen, die op heeterdaad worden betrapt, in de Sovjet legers een regime heerschte van de ergste ver schrikkingen. Te allen tijde zijn er in Rusland spionnen geweest, die met voorliefde aten van twee wallen. Zij dienden de eene en de andere partij, en deden er hun voordeel mede. Maar weinigen gelukte het dit tot het einde toe vol te houden, en voor het meerendeel werden zij het slacht offer van een wraakneming of van de eene of 'andere zijde. Een der weinigen, die bijna tot het laatste oogenblik toe succes heeft gehad Jmet een steeds veranderde trouw, was de voormalige Keizerlijke Russische Raadsheer Orlofdie enkele jaren geleden in Duitschland werd gevangen genomen, betrapt op spion nage, bij wiens proces zoowel op politiek als op commercieel gebied de meest onverwachte zaken te voorschijn kwamen. Orlof was een zoon van arme ouders, die hem intusschen met groote opofferingen in staat hadden gesteld te studeeren. Na zijn examen kwam hij in den staatsdienst, waarin hij goed voldeed. Hij diende als Reserve-officier in den Russisch- iJapanschen oorlog, en verkreeg door de voor spraak van zijn chefs in 1907 een belangrijke burgerlijken post in St. Petersburg. Geen wonder, dat hij carrière maakte, zoodanig, dat hij reeds bij den aanvang van den oorlog het I hoofd der politieke beschuldigingen was in alle geheime zaken van het Tsaristische regime. Al behoorde Orlof niet eigenlijk gezegd tot de lOchrana, als politie-magistraat kon hij over ha^e geheimen en hare dossiers beschikken. Lenin, Trotzky, Stalin en welke andere voor aanstaande revolutionairen niet, die tevoren en thans de hoogste posities in den Russischen Staat hebben ingenomen, zijn vermoedelijk! voor hem verschenen en meer dan een hunner heeft hij in verbanning naar Siberië gezonden. Practisch gesproken kwamen alle politieke misdrijven, die in de zeven jaren voor het uit breken van den oorlog werden begaan, onder zijn oogen, zoodat hij alle gelegenheid had om de wegen van de politieke spionnage en ook van de contra-spionnage van de regeering te bestudeeren. Zijn naam werd met afschuw in de recolutionaire kringen genoemd; evenzeer als hij velen hunner ter dood had veroordeeld, werd hij in het geheim menigmaal ten doode gewijd. Maar telkenmale ontsnapte hij aan de tegen hem gerichte aanslagen, gelijk hij ook ontsnapte toen bij den politieken ommekeer in 1917, de Sovjetregeering een prijs op zijn hoofd stelde. Orlof slaagde erin te ontsnappen met mede neming van een niet onbelangrijk aantal, zeker niet onbelangrijke documenten. Deze kostbare bagage vergezelde hem op al zijn reizen, totdat hij tenslotte aankwm in het hoofdkwartier van Generaal Denikin, waar hij met open armen welkom werd geheeten. Dat was op het oogenblik dat Denikin's witte legers vrij dicht in de nabijheid van Mouskou waren; op hetzelfde oogenblik dat Koltsjak in actie was en ook vanuit de Baltische Staten het Communistisch gezag werd bedreigd. Er was den Generalissimus uiteraard veel aan gelegen om van de voornemens zijner bolsje wistische tegenstanders op de hoogte te ge raken en te blijven. Orlof, men moet zijn moed bewonderen, bood zich aan om in de rijen zijner tegenstanders te gaan verkennen. Te meer, omdat hij zich den korten tijd, dien hij bij Denikin's leger doorbracht, gehaat had ge maakt door de vervolgingen, die hij jegens politieke tegenstanders instelde en de meedoo- genloosheid, waarmede hij eiken rooden spion naar het schavot verwees. Maar Orlof slaagde erin in de Sovjet kwartieren binnen te drin gen; hij verzamelde gegevens niet alleen, maar hij wist ook tegenmijnen in het kamp van den vijand te leggen. Hij organiseerde zoowel te Moskou als te Petrograd een contra-spionnage, verricht door lieden, die hij kende en op wie hij kon vertrouwen. Zelfs slaagde hij er werkelijk in om in de plaatsen in en om Moskou agenten aan te stellen, die hem dagelijks van waarde volle berichten voorzagen. Teneinde zoo goed mogelijk zijn gevaarlijke missie te volbrengen was Orlof erin geslaagd om in een ondergeschikte gevangenis in Petro grad een post van eenige beteekenis te ver krijgen. Hij was daar, zonderlinge speling van het noodlot, belast met het uitoefenen van toe zicht op degenen, die als verdacht van contra- spionnage, waren gevangen genomen. Dat werk deed hij niet alleen zoo intelligent, doch ook zoo uitermate nauwkeurig dat zijn directe chefs meenden hem voor belangrijker diensten te kunnen bestemmen. Het gelukte hem als lid der Tcheka te worden aangenomen, en niet alleen op de hoogte te geraken van de voor naamste geheimen dezer organisatie, doch ook door haar te worden gebruikt om verschillende missies te vervullen. Toen hij plotseling ver dween, moet men begrepen hebben, dat men in hem een contra-spion had toegelaten. Maar wat Generaal Denikin, die hem hartelijk wel kom heette, en die zijn diensten terecht op hoogen prijs stelde, eerst later heeft vernomen, is, dat Orlof zijn post in de gevangenis en in de Tcheka met werkelijk hartstochtelijke ge strengheid heeft uitgeoefend. Men zou hebben kunnen aannemen dat hij, in dienst der Witten, FEUILLETON. CH. GARVICE Uit het Engelsch door HENRI VAN DE WEG. IGeaut. Uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle. |31) „Dat is een leugen," riep Tazoni uit, „dat be- I zweer ik je. Je hebt natuurlijk denzelfden kerel gesproken, die mij in een val heeft gelokt. Vertelde I hij, welken kant zij uitging?" „Hij beweerde, dat zij in de richting van Londen gingen maar kunnen wij hem gelooven?" was het sceptische antwoord. I „Misschien denkt hij wel, dat wij haar in Londen Itoch niet kunnen vinden, omdat wij zigeuners zijn," wierp Coilin op. 1 De oude Martha sprak geen woord. Troosteloos lover het verlies van Maya zat zij voor de tent. I „Misschien heb je gelijk, Collin," antwoordde Tazoni. „Ik ben voor deze dingen verantwoordelijk; lals ik me niet zoo dwaas had aangesteld, waren Iwe niet zoo bedrogen. Maar ik zweer jelui, dat ik niet zal rusten, voor ik haar in het kamp heb teruggebracht." Rusteloos liep hij heen en weer. „Haal een paard, Collin!" riep hij plotseling. iHoe eerder ik hen vofg, hoe beter." I Binnen enkele minuten werd een paard gebracht. Tazoni sprong in het zadel en was weldra in de ■duisternis verdwenen. verwant met de Witten op hun standpunt staande, die spionnen van de Tcheka, welke tot zijn partij behoorden, milder zou hebben behandeld en zou hebben gespaard, wanneer dit kon zonder eigen veiligheid te benadeelen. Maar niets van dit alles. In de gevangenis was hij de hardvochtigst denkbare dienaar zijner roode meesters, die daarom ook tenvolle werd vertrouwd en bij de Tcheka was er geen, die meer tot in de diepste diepte der geheime nissen doordrong. Men vraagt zich af of Orlof in dien tld wel zelf geweten heeft aan welken kant zijn sympathiën waren en voor welke zijde van het Rood-witte front hij werkte. geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en roode werkhanden. Deie worden weder- om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol (Adv.) Nadat Denikin verslagen en gevlucht was, slaagde Orlof er natuurlijk in om Rusland te ontvluchten. Hij vertoefde meest in Londen en Parijs, en bood zijn diensten zoowel aan het contra-revolutionaire, in het buitenland ge vestigde Rusland als aan de Sovjet-Regeering aan. Hij diende een korten tijd als kok in de Sovjet-ambassade te Londen, maar later be hoorde hij tot den staf van Grootvorst Nicolaas na wiens dood hij te Berlijn werd gezien. Daar is hij gearresteerd, verdacht van spionnage ten nadeele van Duitschland. Dat was spionnage noch ten voordeele van het Tsaristisch, noch ten voordeele van Sovjet-Rusland, het was spionnage ten voordeele van hemzelf en zijn eigen zak. Inderdaad, het onderzoek bracht aan het licht, dat het spionnagebureau, in wiens dienst Orlof zich had gesteld, was opge richt en onderhouden door een aantal Duitsche autoriteiten, en dat onder bescherming van de beambten-politie, die zich tot een eigen intelli gence Service hadden vereenigd. Zij, die daar voor betaalden, zagen hun eigen chefs of hun ondergeschikten bespionneerd, maar ook el kander en het publiek in het algemeen. Niets bleek voor de slimme dienaren van dit parti culier spionnagebureau onmogelijk; het legde geluidsopvangers in de huizen aan, het zorgde voor betrouwbare personen, kortom het spande al die strikken aan de onvoorzichtigen, die voor de spionnagediensten der verschillende landen dagelijksch werk zijn. Orlof was de aangewezen deskundige in Russische zaken, en hij bracht dan ook het grootste deel van zijn tijd door in een der onder controle staande inrichtingen, waar hij officieele papieren ver schafte, die toegang gaven tot de geheimen der Sovjet-politiek, en de Russisch-Duitsche handelsaangelegenheden. Op het laatst was Orlof niet in staat om aan de steeds grootere verlangens van zijn chefs te voldoen. Aan vankelijk trachtte hij hen met valsche stukken te misleiden, hetgeen, toen het uitkwam, door de vingers werd gezien. Toen hij echter waarde volle stukken, die hij met geld van het spion nagebureau had gekregen aan Amerikaansche journalisten te koop aanbood, werd de strik om zijn hals toegetrokken, en werd hij, dank zij de tegen hem bestaande schriftelijke be wijzen aan de autoriteiten overgeleverd. Hij heeft, voor de rechtbank verschijnende, waar lijk van zijn hart geen moordkuil gemaakt. iniiiiiiiiüiwiuiujm HOOFDSTUK XVIII. Toen Hubert Denville glimlachend zijn entree maakte op het bal van lady Dartworth, even voor het souper begon, kon niemand zich voorstellen, dat hij per auto van Londen naar Northbridge was gekomen en vervolgens nog een hevig worste lend meisje had weggebracht. Veronica groette hem stijfjes. Opnieuw vergiste hij zich in haar houding, welke hij toeschreef aan gekrenktheid over zijngweinige attenties, sedert dat critieke oogenblik op liet terras. Maar Hubert Denville vertrouwde te zeer op zijn macht over vrouwen om ook maar een oogen blik te vreezen, dat hij in het eind de overwinning niet zou behalen. „Ik hoop, dat u althans nog één dans voor me hebt bewaard, miss Dartworth," zeide hij, zijn oogen bewonderend gericht op haar gelaat. „Ik vrees, dat u daarvoor te iaat bent gekomen," antwoordde Veronica, terwijl zij wegging met haar partner. Denville keek haar ontstemd na. „Ja, je bent te laat," zeide Judy Sladc aan zijn oor. „Ik ga morgen weg en jij kunt hier niet veel langer blijven. Wie moet dan voorkomen, dat Raymond haar per saldo toch nog zal krijgen?" „Jij," antwoordde Denville kortaf. „Hoe bedoel je dat? Ik kan hem maar zoo nu en dan op visite verwachten en dan blijft hij niet lang, omdat hij nooit in de stad durft komen van wege zijn schuldeischers. Vandaag of morgen trouwt hij dat kind toch." „Kom mee naar het terras, dan zal ik het je vertellen. Maar doe intusschen of je je erg gevleid voelt door mijn attenties," zeide Denville ironisch. „Dat ben ik inderdaad," lachte Judy, terwijl Verslag van de vergadering van den Raad der Gemeente SOMMKL8- DIJK, op Vrijdag 24 Maart des na middags half drie uur. Voorzitter: Burgemeester Den Hollander. Alle leden tegenwoordig. De Voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna de notulen der laatste ver gadering werden gelezen en onveranderd vastgesteld. De heer Schut merkte wel op dat hy in de notulen geen uitspraak aantrof voor wat betrof het verstrekken van een kolenbon. De Voorzitter zeide dat hiertoe niet be sloten was en derhalve ook niet in de no tulen kon staan. Hierover ontspon zich een lange discussie, waarna de zaak bleef zooals het was. 2. Ingekomen stukken. De goedkeuring van Ged. Staten overge nomen raadsbesluiten. Procesverbaal van de kasopname by den gemeenteontvanger. Een schreven van S. van Nimwegen dat hy zjjn benoeming tot pl. verv. lid aannam. Van K. Korteweg tot lid dier commissie idem. Van Middelharnis een schreven waarby werd bericht dat Koote herbenoemd is tot lid der gascommissie. De heeren J. KDape en G. Joppe hadden bericht gezonden dat zy hun benoeming tot lid der Pl. schoolcommissie niet konden, aannemen. Een schrijven van G. Bom waarbij hy be richt ziju benoeming tot regent van het weeshuis wederom te zullen aannemen. Een verzoek van de Gemeente Ambt Har- denberg, om adhaesie te betuigen aan een besluit dier gemeente inzake verlaging van heffing op ongebouwde eigendommen. Werd voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van Ged Staten waarbij werd bericht dat alsnog een raadsbesluit ge nomen moest worden inzake de winstuitbee- ring van de gasfabriek over het jaar 1930. De Voorzitter deelde mede dat hiertoe geen 'tffleieel besluit genomen was, redenen waar om het voldoen hieraan als nog wordt ver zocht. Alzoo besloten. Van le Comte was een verzoek ingeko men om de bouwverordening te wijzigen. Le Comte zeide dat het gewenscht was dat de bouwers van nieuwe huizen onthef fing verbogen voor den bouw van regen- b ikken, daar dit in verband met de water leiding die over een jaar wel in werking geacht kan worden, weggegooid geld is Dh verhuurders moeten indien tusschentijd na tuurlijk zorgen dat de bewoners water krij gen en direct aansluiting bij de waterleiding B. en W. meenden dat ontheffing niet ge geven en de verordening op de waterleiding niet ingesteld kan worden zoolaDg deze nog niet in werking is. wel bunnen B. en W. voorloopig ontheffing geven, doch definitief niet. Schut vroeg of er geen noodvoorziening gemaakt kan worden zoolaDg de waterlei ding nog niet in bedrijf is. Voorzitter zeide toe dit artikel van de bouwverordening soepel te zullen toepassen. zij zijn arm accepteerde. „Luister dan een oogenblik, zonder mij in de rede te vallen," hernam Denville, toen zij een afgelegen plekje bereikten. Hij ontvouwde haar zijn plan en Judy's oogen schitterden van op winding. „Je ziet," besloot Denville, „als hij een beetje minder gemeen was en kleinzielig, zou het mis- loopen, maar hij is laf genoeg om tot alles in staat te zijn. Als hij per slot van rekening de con sequenties betreurt, had hij zich maar niet aan het risico moeten blootstellen. „Wij zullen jou plan probceren, als het andere mislukt," stipuleerde Judy, schijnbaar zonder eenigen tegenzin in het nieuwe voorstel. „Natuurlijk," stemde Denville toe. Vervolgens geleidde hij haar aan tafel. Denville reed naar de Hall terug, met zijn gast heer en lord Raymond. Lord Northbridge zag er vermoeid uit, maar vreugde straalde uit zijn oogen, toen hij naar Raymond keek, die den gcheeleti avond bijzonder attent was geweest voor zijn vader. Zulks in tegenstelling met zijn gewoonte om den ouden man zooveel mogelijk te vermijden. Niemand wist, hoeveel verdriet lord Northbridge over zijn zoon had gehad. Van zijn jeugd af had deze voortdurend alle verwachtingen van zijn vader den bodem ingeslagen. De rit naar huis werd zwijgend afgelegd; lord Northbridge voelde zich moe en de anderen had den te veel om over tc denken. Toen de wageit stilhield voor de Hall sprong Raymond er uit en liep naar boven, zonder op zijn vader te wachten. Hij ging de anderen voor naar de eetzaal. „Je wilt zeker nog wel wat drinken, Denville?" vroeg Raymond gastvrij. Denville verwonderde zich over de hartelijkheid van zijn vriend en schreef dit toe aan het feit, dat de ontvoering van het zigeunerinnetje zoo goed was geslaagd. Hij had reeds in het kort verslag gedaan van zijn wedervaren en Raymond zou hem den volgenden morgen de beloofde chèque geven. Met geen woord had Denville over het gebeurde gerept tegen Judy Slade hij ver trouwde een vrouw nooit iets toe, al wist zij meer van hem, dan wie ook. „Graag kerel!" antwoordde Denville op Ray mond's uitnoodiging, ziende, dat deze reeds bezig was in te schenken. „Zou u het ook maar niet doen?" vroeg Ray mond met ongewone hartelijkheid aan zijn vader. „U ziet er moe uit en hebt een langen dag achter den rug." Dankbaar voor Raymond's houding stemde lord Northbridge toe. „Heel graag, Geoffrey." „Wat wil je hebben, Denville?" zeide Ray mond zenuwachtig manoeuvreerend met de glazen, die de butler op tafel had gezet; de oogen van lord Northbridge voelde bij op zich gericht en hij wist niet, hoe hij de aandacht van zijn vader zou kunnen afleiden. Tenslotte schonk hij zichzelf in. Het glas rinkel de tegen zijn tanden, zoo nerveus was hij. Er was nog geen gelegenheid geweest om het poeder van Lukc Smeaton in het glas van zijn vader te doen en hij vreesde reeds, dat de kans verkeken was. Denville dronk zijn glas in één teug leeg en vroeg toen, opstaande, vergunning om zich te mogen terugtrekken, vermoedende, dat Ray mond zijn vader geld zou vragen, om de chèque te kunnen uitschrijven. De Voorzitter zeide dat van den heer Schut een verzoek waa ingekomen om vragen te mogen stellen inzake de houding van de politie by den overval op de Wed. Mooyaard. De Voorzitter zeide dat de raad hierover moet beslissen. Spreker zeide dat hij persoon lijk als Hoofd der politie niet verplicht was die vragen te beantwoorden en dit ook niet wenschte te doen. Adviseerde den heer Scbut deze vragen niet in het openbaar te stellen daar deze geen enkel nuttig effect kunnen hebben. Een voorstel van Schut om die vragen in het openbaar te stellen vond geen onder steuning. De heer Schut zeide, dat daarin geen din gen zouden voorkomen die niet voor open baarheid geschikt waren, doch zuiver zake lijk gesteld zouden zyn. Het voorstel kreeg geen bijval en dienten gevolge werd die zaak aangehouden tot de gesloten zitting. Nog was een verzoek ingekomen van een ingezetene om een varkenshok te mogen plaatsen op een afstand van 21 M. van zyn woning. Eenige leden meenden dat het geen bezwaar was om die menschen daar in ter wille te zijn. Schut meende dat wij beter eerst eens het oordeel van de gezondheidscommissie konden afwachten. Wy hebben dat instituut verzocht om een rapport en nu zouden wy zelf eigenmachtig die zaken weer maar gaan uitbreiden. T. van den Doel zeide, dat de tijden weer gewijzigd zyn, velen zouden zelf weer een varken willen gaan houden, waartoe de om standigheden dwingen en dat zou men toch niet tegen moeten werken. Besloten werd eerst het advies van de Gezondheidscom? missie af te wachten. 3. De gemeente-begrooting dienst 1932 en 1933 werden met af- en overschrijvingen gewijzigd. De Voorzitter zeide dat dit in hoofdzaak betrof den post voor steunuitkeering. Op de begrooting staat een post van 1500,— voor steun en nu is in die drie maanden uitgekeerd 1611,78. B en W. stelden voor den post werkver schaffing by steunuitkeering te voegen. Besloten werd op den geraamden post voor werkverschaffing nog 100,— te houden staan en alzoo aan steunuitkeeringen 1900,- toe te voegen. 4. Het voorschot ex. art. 101 der L. O. wet, wordt bepaald op 2596 45. 5. De commissie van onderzoek adviseerde tot goedkeuring van de begrootiDg van de gasfabriek voor het jaar 1933 De commissie achtte het echter driDgend gewenscht dat de gascommissie er voor zorgde dat deze begrootiDg uiterlijk 1 Aug by de gemeente raden werd ingediend en geen 5 maanden te laat. De commissie was van oordeel dat by een bedrijf van stabielen omvang het geen moeilijkheden kan opleveren om de in diening tydig te doen geschieden zooals de gemeenschappelijke regeliDg aangeeft. De commissie vroeg ook naar de aanwezig- beid van een loonschaal die er niet bleek te zijn ook dit zag zij gaarne spoedig veranderd. De commissie vroeg wanneer de 3e fitter zljD maximum salaris kon behalen. Voorzitter zeide dat die verhooging stellig nog komt. Schut vroeg of de uitspraak in hoogste instantie dit jaar nu definitief ten einde zou Toen Denville weg was, merkte lord North bridge dat de rusteloosheid van zijn zoon toenam. Vriendelijk gestemd door het gedrag van den jongen man, begon hij welwillend: „Geoffrey, is er iets gebeurd? Je ziet er zoo onrustig uit. Als je iets hindert, waarom zou je het mij dan niet toevertrouwen? Ik heb mij toch nooit onwillig getoond om je te helpen?" Raymond werd doodsbleek. Als de oude man het zwijgen had bewaard, of onvriendelijk ware geweest, zou hij het beter hebben verdragen, maar diens vriendelijke woorden troffen hem als een zweepslag en voor het eerst in zijn leven huiverde hij voor zichzelf. Maar het volgende oogenblik besefte hij, dat het dezen nacht zou moeten gebeuren, wilde hij ooit over voldoende geld kunnen beschikken. „Er is niets aan de hand," antwoordde hij. „Ik heb werkelijk geen vertrouwelijke mededeelingen te doen. Drinkt u nog wat?" vroeg hij. „Dank je wel, jongen," antwoordde lord North bridge, die de hand reeds uitstrekte naar zijn glas, maar Raymond voorkwam hem en nam het glas, voor zijn vader het in de hand had. „Laat ik er nog wat sodawater bij doen, dan hebt u morgen in geen geval hoofdpijn." Lord Northbridge glimlachte. „Voor dezen keer danik zal me maar eens aan jou toevertrouwen 1" Raymond's gelaat werd spierwit, toen hij met het glas liep naar den syphon op het buffet. Met bevende vingers schudde hij het poeder uit. er voor zorgend, dat' lord Northbridge niets merkte. „Dat ding is leeg," zeide hij nerveus, om te ver ontschuldigen, dat het zoo lang duurde. i (Wordt vervolgd). 'i I m-1 fop vijl eer

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1