ES +1
MANDER
$4
<s>
midd).
MpHKl
'S.rt
ROTTERDAM
WOENSDAG
22 MAART 1933
15E JAARGANG. - N°. 39
LANDBOUW en VEETEELT
FEUILLETON
80
;OLFF ZOON
ZIGEUNERBLOED.
.iela he
ronaven^olieke Bak.
waardodgels kunnen
mij zeei aansluiten
Lt ook zlÜ te kennen'
«streeft, de .Sanee.
lotte Vri
dank vtjn welge.
gaarne tad, welken
□er tj)d waarvan
In. uik hoop
dels slui
Is, daar i verdere
voorstell.it ik de
is, duidali groote
ink voor itoond.
and.
ffA.
IRGERI
|sn: Teunt
Iöerreblnt ,jer
cques van jus
den: Job
laantje Ze»1D'
OOLTG
bwd: "Wille
i Bakelaarn
/ERKO
SNSDAG, 2i
ÏNSDAü, 6
?onda 7 uur
te Som int
m jaren Lc
rl, genaamd
e Sommelsd.
Not
Zondag 19
ItlLASDSCH t
oi
trnis,, Tm. en
Jam.
dgk. vm. en
'neveld.
vm. en 'sav.
to, vm. en 'sav/
t, vm. ds. Bout
m, vm. en 'sa*
tde, Dam. ds. Bo
vm. leeskerk e.
Tonge, vm. en
elft. yu j
nge, vm. ds. Verk "v
plaat. nam. ds Va. -niti®
en 's av. ds. Polbi s. o
at, vm. dhr. Vetter -qq
mei, vm. ds. v. Ameid -xcao.1
't Haringvliet, vm.d.
-k.
GEREFORMEERDE Ge'
irnis, vm. en 'sav. ds.
t. vm. en 'sav. leesker
im, vm. en 'sav. leeske 0
vm. en nam. leeskerk. s
plaat, geen opgaaf',
jimel, vm. en 'sav. ds. S
t Haringvliet, vm. en 's av.
^REFORMEERDE GEMEEN!
irnis, vm., nam. en 'sav. ds.
tterdam.
d, vm. en 'sav. ds. de Blois.
(en, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
i, vm. en nam. leeskerk.
HR. GEREFORMEERDE KERK.
irnis, vm. en 's av. ds. Laman.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE,
i, vm. ds. Foppema.
en, ter regeling der bloedsom- I
nbevolen. Uit wereldberoemde -
ïgelsche Laboratoriums, ge-
or de gezondheid,
verzekerd. Dus wacht U vo or
ng. Koopt Uw druppels en
en gummiwaren in o nze
n zijn vakkundig en rsuc-
n niet door minderw aar-
iaan geschoven te worden. Wij
soliedst en vertrouwdst
e met 25 cents aan postzegels
inlichtingenboekje met duide-
iLITEITEN
JURGOGNE-,
ÏZELWIJNEN
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
DB REGEERINGSSTEUN AAN
EËT-AARDAPPELEN.
Gelden niet verhaald op den consument.
Medewerking Turwe-organisatie.
Na de mededeeling door den minister van
Economische Zaken en Arbeid, dat de con
sumptie-aardappelen zullen worden gesteund
met 0,25 per 100 K.G., z0n geen nadere
officieele gegevens bekend gemaakt. Met
zekerheid kon dus niets worden medege
deeld.
Naar w(j echter uit goede bron vernemen,
schrijft het officieele orgaan der Friesche
Mij. van Landbouw, zullen b(j de plannen
welke in voorbereiding zijn, de volgende
ovei wegingen gelden.
Onder consumptie-aardappelen zullen wor
den verstaan alle aardappelen boven 33 mM.,
welke niet als fabrieksaardappelen worden
gesteund. De aardappelen worden getaxeerd
als leverbare waar, dus zonder overtollige
aarde en vrü van kriel, poters, beschadigde
en misvormde knollen. Alle soorten vallen
er dU3 onder, terwijl ook geen verschil wordt
gemaakt in grondsoort.
an deze consumptie-aardappelen komen
voor steun in aanmerking, de partijen, welke
nog op het bedrüf van den verbouwer aan
wezig zijn. Een bandelaar, die aardappelen
heeft geteeld op een contract, wordt voor
dezt aardappelen beschouwd als verbouwer.
De iedere voorraden bij handelaren aan-
werg vallen buiten den steun.
D- inventarisatie zal plaats vinden op een
nad te bepalen tijdstip. Na de inventari-
sa:ie mogen de aardappelen worden bestemd
voor allerlei doeleinden, uitgezonderd voor
de zetmeelfabriek.
De gelden voor dezen steun moeten wor
den gevonden uit de schatkist en zullen dus
niet worden verhaald op den consument. Er
komen dus vermoedelijk geen nadere rege
lingen omtrent vervoervergunningen, toeslag
op den verkoopprijs enz.
Getracht zal worden de medewerking te
verkrijgen van de gewestelijke tarwe-orga-
nisatie.
Er wordt dus gestreefd naar eenvoudig
heid en bovenstaande zou nog eeDige hoop
gevep, indien het niet reeds Maart was en
ook het bedrag per 100 K.G. hooger. Bij
den zoo hoog gestegen nood onthouden wij
oos echter van verdere critiek, schrijft het
I blad. Men bedenke bovendien, dat deze
regeling nog de bekrachtiging van verschil-
ide instanties noodig heeft en dus ook
nog steeds wijzigingen mogelijk zijn.
mogen. Wel is waar hebben de meer produc
tieve koeien een grootere voedselbeboefte dan
de dieren met minder gunstige opbrengsten,
doch wanneer men de gemaakte voederkosten
narekent per K.G. melk ofperK.G.botervet,
die worden geproduceerd, zijn deze kosten
in het algemeen bij het meer productieve
melkvee het laagst. De verklaring van dit
feit is zeer eenvoudig en vloeit vooral hieruit
voort, dat by de koeien met een minder
gunstig productievermogen het onderhouds-
voeder per 1 K.G. melk grooter is dan b(j
de dieren met hoogere opbrengsten. Wanneer
men zich op dit standpunt stelt, volgt hieruit,
dat in doorsnee de oudere melkkoeien een
grooter geldelijk voordeel zullen opleveren
dan de jongere dieren. Het is in het bijzonder
de laatstgenoemde kwestie, die wordt behan
deld in een artikel van H. Wenzel Eskedal,
dat is opgenomen in het nummer van „Vort
Landbrug" van 15 December 1932. De schrij
ver van dit artikel vermeldt in de eerste
plaats gegevens betreffende het gemiddelde
productievermogen van de in Denemarken
gecontroleerde koeien van verschillende leef
tijden. Deze gemiddelde productiecijfers zijn
als volgt na het:
K.G.
K.G. Verhoud.
melk
vet
boter getal.
le kalf
2805
4 15
130.5 100
2e
3352
4.09
153 6 118
3e
3776
4.05
171.2 131
4e
4087
4.01
183.4 141
5e
4295
3 99
191.8 147
6e
4409
3 97
195 8 150
7e
4441
3 95
196 2 151
4400
3 94
193.9 149
9e
4296
3.93
188 8 145
10e
4139
3 92
181.4 139
LANGER AANHOUDEN VAN MELKVEE,
Volgens gegevens uit Denemarken stijgt
het gemiddelde productievermogen na het
zevende fokmateriaal.
Met scherpere selectie van fokmateriaal.
Aan een zeer actueel artikel in „DeBoer
derij", de rentabiliteit van de melkveehou
derij betreffende, ontleenen wij het volgende:
Bfl de lage melkprijzen van den tegen-
woordigen ttjd is het van zeer groote betee-
kenis, dat het melkvee, dat men houdt, in
bet bezit is van een gunstig productiever-
Uit deze gegevens blijkt, dat het gemid
delde productievermogen stijgt tot na het
zevende kalf, dus tot op het oogenblik, dat
de koeien 8 a 9 jaar oud zijn. Op dezen leeftijd
is dus in doorsnee de boteropbrengst 50
hooger dan bij melkvaarzen. Bij hetverstrij-
ken van den leeftijd daalt wel is waar de
boteropbrengst eenigszins, doch zij isintus-
schen na het 10e kalf nog 39% hooger dan
na het eerste kalf.
In Denemarken is, aldus „De Boerderij",
evenals in ons land de gemiddelde leeftijd
van de melkkoeien nauwelijks meer dan
7 jaar, zoodat zij derhalve gedurende een
periode van 5 jaar als melkkoe dienst doet.
Hieruit volgt dus, dat gemiddeld genomen
de melkkoeien worden opgeruimd, voordat
zij haar maximaal productievermogen heb
ben bereikt.
Betere voeding en verzorging.
Men heeft hier, zooal3 begrijpelijk is, oa.
te maken met de omstandigheid, dat tal van
melkkoeien vroegtijdig van de hand worden
gedaan, omdat zij onvoldoende productie
vermogen hebben, doch daarnaast dient te
worden vastgesteld, dat tal van waardevolle
dieren voor het bedrijf verloren gaan als
gevolg van verschillende ziekelijke afwij
kingen.
Het staat onomstooteltjk vast, dat het
mogelijk zou zijn. om een groot aantal van
de voor het bedrijf bij uitstek geschikte
dieren langer te behouden, wanneer aan de
bestrijding van deze ziekten een grootere
aandacht werd geschonken en in 't bijzonder
N1S OPGERICHT 1786
CH. GARVICE
Uit het Engelsch door
HENRI VAN DE WEG.
Geaut. Uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle.
29)
„Omdat wij immers zulke goede kameraden
zijn," zeide zij, niet in het minst afgeschrokken
door zijn afstootende manier van doen. „Jij hebt
j mijn verblijf hier tenminste draaglijk gemaakt."
j Raymond keek haar scherp aan, toen; klaar
blijkelijk tevreden gesteld door haar houding, want
her scheen, dat zij volkomen meende, wat zij zeide,
1 ging hij veel vriendelijker voort:
„Ja, we zijn kameraden geworden. Ik moet je
zeggen, dat ik je graag mag. Ik zal je missen, als
je morgen weggaat. Kun je niet wat langer blijven?
„Nee, ik vrees van niet," antwoordde Judy. Een
feit was het, dat lady Dartworth haar veel on
vriendelijker begon te behandelen, sinds zij voort
durend het gezelschap zocht van lord Raymond.
Hoewel lady Dartworth het jongmensch zelf niet
bijster interessant vond, stelde zij toch prijs op een
huwelijk tusschen hem en Veronica, om zoo de
vriendschap tusschen de beide families bezegeld
te zien.
,.Kuii je niet naar de stad komen?" voegde Judy
er aan toe.
„Ik ben bang, dat het niet mogelijk zal zijn,"
„Maar als je van plan verandert, hoop ik, dat
je mij komt opzoeken," verzocht zij.
„Natuurlijk 1 We moeten samen eens naar den
schouwburg," antwoordde hij prettig gestemd, nu
zij hem zoo waardeerde. „Je bent een lieve meid;
we zullen het ons nog wel eens gezellig maken."
„Graag," lachte Judy, die inzag, welk een
prachtige gelegenheid zulke pretjes haar zouden
bieden.
Hij was dezen avond echter te afgetrokken om
spraakzaam te kunnen worden. Zij had een flauw
vermoeden, dat zijn schulden hem drukten. Den-
ville had haar van een en ander op de hoogte
gesteld.
„Je moet zorgen, dat hij al zijn schulden betaalt,
voor jelui trouwen, Judy," had Denville geadvi
seerd, „dan blijft hem alleen maar over, dat hij
voor jou schoon schip maakt."
De afwezigheid van Hubert Denville kon Judy
zich niet verklaren; vooral niet, omdat hij niet
zoo dikwijls meer met Veronica in aanraking zou
komen. Hij had geschreven, dat hij niet laat zou
komen en zij kwam langzamerhand tot de over
tuiging, dat hij óf bijzondere moeilijkheden moest
overwinnen, óf al te zeer op zijn goed geluk ver
trouwde, om Veronica zoo te durven behandelen.
Judy wist, dat het meisje den man, dien haar
ouders voor haar hadden uitgezocht, verachtte,
maar achtte zij een huwelijk mogelijk, als er
sterken drang werd uitgeoefend in die richting.
Uit angst hiervoor besloot Judy Slade, ondanks
de moeilijkheden, welke zich voordeden, lord
Raymond uit zijn tent te lokken. Zij wist, dat hij
meer van haar hield dan van Veronica en reeds
eens had hij op onhandige manier getracht het haar
te zeggen. Maar voor zij hem een verklaring wist te
ontlokken, kwam sir Harry Beriford binnen om
door in het algemeen met wat meer oordeel
te werk te gaan. Vooral moet in dit verband
ook worden gewezen op het geven van een
doeltreffende voeding en een goede verzorging.
"Wanneer men er dus in zou kunnen slagen
om den gezondheidstoestand en de vrucht
baarheid van het melkvee beter op peil te
houden, zou zulks van grooten invloed kun
nen z(jn op het gemiddelde productiever
mogen van de dieren en dientengevolge op
de rentabiliteit van het veehoudersbedrijf.
Een niet te onderschatten voordeel zou ver
der nog vooral dit zfln, dat door het langer
aanhouden van het melkvee het totale be
drag, dat aan opfokkosten moet worden be
steed, aanzienlijk zou kunnen worden ver-
,gd. Het aantal stuks melkvee in ons land
zal op dit oogenblik pl.m. 13/s millioen be
dragen. Wanneer een melkkoe gemiddeld
5 jaar als zoodanig dienst doet, zullen in
doorsnee per jaar 260.000 dieren moeten
worden vervangen. Wordt evenwel dit aan
tal jaren tot 6 of 7 uitgebreid, dan bedraagt
het aantal jaarlijks benoodigde dieren resp.
pl.m. 216.500 en ruim pl.m. 185.000.
Volgens Deensche onderzoekingen heeft
een jong dier van de geboorte tot het oogen
blik, waarop het voor de eerste maal afkalft,
in totaal pl.m. 3000 voedereenheden noodig.
Dit aantal voedereenheden komt overeen
met de voedselbehoefte van een melkkoe,
die jaarlijks 3500 k 4000 K.G. melk produ
ceert. Waar momenteel de prijzen van het
melkvee bijzonder ongunstig zjjn, is het
niet gewenscht om een grooter aantal jonge
dieren op te fokken dan strikt noodzake
lijk is.
Minder groote vleeschproductie
Er zijn verder nog enkele gezichtspunten,
die vooral onder de tegenwoordig minder
gunstige toestanden pleiten voor een langer
aanhouden van de melkkoeien. In de eerste
plaats zou aldus de vleesch-productie minder
groot worden. Wij staan er natuurlijk in dit
opzicht laüg niet zoo ongunstig voor als in
Denemarken, waar men te maken heeft met
een veel te omvangrijke productie en rund-
vleesch, zoodat men er toe is moeten over
gaan om een groot aantal koeien tot dier
meel te verwerken, doch ook voor ons heeft
deze mogelijkheid ontegenzeggelijk betee-
kenis.
Hier behoeft slechts gewezen te worden
op het voordeel, dat men zou verkrijgen,
wanneer by een afdoende contigenteeriDg
van het rundvleesch de consumptie van
varkensvleesch zou worden bevorderd.
In de tweede plaats wordt door het langer
aanhouden van het melkvee de mogelijkheid
geopend, om bij de keuze van de kalveren,
die voor den opfok bestemd zijn, een scherpe
selectie uit te oefenen. Als regel moeten nog
te veel kalveren worden aangehouden, die
wat hun productie afstamming betreft, niet
aan de te stellen eischen kunnen voldoen
en het zou dus mogelijk zijn in dezen toe
stand verbetering aan te brengen.
voorjaarscampagne in gebruik worden ge
nomen, wordt 63 millioen H.A. met graan
bezaaid. Hoe sterk de Russische landbouw
gesocialiseerd is, blijkt wanneer we zien dat
van de 95 millioen H.A. 10 millioen H.A.
op de graanfabrieken vallen en 66.8 millioen
H A. op de „kolchozen", terwyi er voor de
vrye boeren 18.1 millioen H.A. ter beschik
king blijkt. De winteruitzaai van graan had
plaats op 37.1 millioen H.A. zoodat in totaal
ruim 100 millioen H.A. als voor den oorlog
met graan bebouwd is.
Typisch is, dat men van den extensieven
naar den intensieven landbouw wil overgaan.
Door gebruikmaking van kunstmest wil men
de productie per H.A. sterk verhoogen.
In het 2de vyfjarenplan 1933-1937 speelt
de uitbreiding van de kunstmestindustrie
een belangiyke rol. In den afgeloopen winter
zijn reeds belangrijke kwantums kunstmest
geproduceerd. Ongetwijfeld kan bij ruimen
deskundig kunstmestgebruik de productie
sterk verhoogd worden, maar vermoedelijk
zal dit deskundig gebruik nog heel wat
moeiiykheden opleveren.
DE RUSSISCHE GRAANPLANNËN.
In verband met de lezing van prof. Boris
Brutzkus voor de Rotterdamsche Graan-
studie Club", deelt „Granen, Meel, Veevoe
der" bijzonderheden mede over de Russische
plannen voor de nieuwe graancampagne,
planneD, die men, aldus het blad, met groote
gestrengheid tot uitvoering hoopt te brengen.
Van de 95 millioen H.A. welke voor de
GROENVOER-PROEVEN IN 1932.
Middelen tot kostenbesparing en goedkoope
eiwitproductie.
Uit het verslag over groenvoederproeven van
het Instituut voor Plantenveredeling bespreekt
Ir. Pi, de Groot in het Friesche Landbouwblad
het volgende:
Deze proeven trachten de zeer algemeene
vraag te beantwoorden, welke vormen van
voederbouw in Nederland op hun plaats zijn
en hoe ze met het meeste succes kunnen worden
toegepast. Hiertoe worden verschillende hoofd
gewassen vergeleken, verschillende stoppel
gewassen en ook werd nagegaan of de combi
natie van een vroeg oogstbaar gewas, gevolgd
door een stoppelgewas, een hooge opbrengst
kon geven. Vooral in het laatste geval moet
rekening worden gehouden met de bedrijfs
omstandigheden en hebben proefvelden slechts
beperkte waarde. De practijk moet hier te
hulp komen.
De tijd om proeven te nemen is niet bij
zonder geschikt, want bij een hoogere op
brengst per H.A. zal meer vee gehouden
moeten worden, hetgeen natuurlijk niet strookt
met de tijdsomstandigheden, nu men meer
denkt aan beperking. Voor de toekomst kun
nen deze proeven echter zeer veel waarde
hebben en ook nu nog op kleinere bedrijven,
waar men eigen arbeid tot waarde wil brengen,
en als middel tot kostenbesparing en goed
koope eiwitproductie. Door invoeren van nieu
we ensilagemethoden is opnieuw belangstelling'
voor den ^ederbouw ontstaan. Voor mede
deeling van practische, zoowel goede als
slechte, ervaringen van voederbouw en ensilage
houdt de directeur van het I. v. P. zich aan
bevolen.
De proeven met mais geven weer te zien, dat
de opbrengst aan-droge stof hoog kan zijn. De
mais moet niet te vroeg gezaaid worden (als
tweede gewas wordt laat gezaaid), terwijl toch
tijdig oogsten waarschijnlijk het best'is bij
vroegrijpe rassen, omdat dan het eiwitgehalte
het hoogst is en de stengels nog niet- houterig
zijn. Gehakseld inkuilen is duurder dan onge-
hakseld, maar geeft minder verliezen. Wat het
best is, is nog niet uitgemaakt. Gemengd inkui
len met een "eiwitrijk gewas als klaver, wikken
verdient aanbeveling.
Bij laat zaaien op hoogen zandgrond in een
haar te noodigen tot een dans. Spijtig moest Judy
bekennen, dat zij althans voor dezen avond geen
kans meer zou hebben.
In de nederzetting der zigeuners was den avond
van het bal op Dartworth iedereen in slaap, be
halve Tazoni en Maya. De menschen hadden den
geheelen dag hard gewerkt.
Tazoni zat bij het langzaam doovende kampvuur
en vocht opnieuw den strijd tusschen plicht en
verlangen. Soms keek hij even op in de richting
van Dartworth Manor, waar thans muziek werd
gemaakt en ieder vroolijk was gestemd, dan weer
keek hij naar de tent van zijn pleegzusje, dat geen
rust kon vinden.
Een groote verandering scheen de laatste dagen
over Maya gekomen. Tazoni merkte het. Zijn plicht
fluisterde hem in, dat hij bevel moest geven op te
breken, omdat zij verandering van lucht noodig
had. Hij wist ook, dat hij verplicht was de om
geving te verlaten. Doch zijn hartstochtelijke liefde
verlangde haar nog eenmaal te zien voor een laatst
vaarwel, voor hij de eenzaamheid zou ingaan. Den
dag, waarop hij Veronica Dartworth voor het
laatst zou zien, zou de moeilijkste worden in zijn
leven.
Van gedachten vervuld als hij was, schrok hij
plotseling op van de gestalte van een man, die het
kamp inliep en hem aansprak,
„Wat is er aan de hand vroeg Tazoni ongerust.
„Ik kom met een boodschap van de Manor,
omdat de bedienden op het oogenblik geen tijd
hebben," zeide de vreemdeling.
„Voor mij?" vroeg Tazoni verbaasd. „Van wie?"
„Van miss Dartworth," klonk het antwoord.
„Zij heeft iemand opgedragen hierheen te gaan en
te zeggen, dat zij u dringend wenscht te spreken,
Zij wil u spreken in het rosarium; mocht zij er nog
niet zijn, dan moet u wachten, tot zij komt."
„Wie heeft dat gezegd?" vroeg Tazoni onge-
loovig.
„Haar kamenier," antwoordde de man. „Ik heb
die zooeven thuis gebracht en deed een paar bood
schappen naderhand, omdat iedereen het zoo druk
heeft. Als u geen zin hebt om te gaan, zeg het dan,
want miss Veronica mag niet voor niets op u
wachten."
Tazoni aarzelde niet langer.
„Natuurlijk ga ik," zeide hij„je weet zeker niet,
wat er aan de hand is."
„Dat spreekt vanzelf," antwoordde de man
openhartig. „Met mij bespreekt zij zoo iets niet."
„Dat is zoo," stemde Tazoni toe. Zijn verlangen
naar Veronica leefde nieuw op bij de gedachte, dat
hij haar van dienst zou kunnen zijn. Hij zou on
middellijk gaan. Toen hij langs de tent van Maya
kwam, hoorde het meisje zijn voetstap en kwam
naar buiten.
„Waar ga je heen, Tazoni?" vroeg zij verrast.
Zij legde haar hand op zijn arm, als wilde zij hem
tegenhouden.
„Ik word geroepen, zusje."
„Wie heeft je noodig?" vroeg zij.
„Er is een boodschap gekomen van de Manor,"
hernam hij eenigszins terughoudend.
Zij liet zijn arm los; een vreemde gloed kwam in
haar donkere oogen.
„Tazoni," smeekte zij, „wil je iets voor mij doen?
Wil .jc bij me blijven, ik.ik ben zoo bang."
Tazoni staarde haar ontsteld aan.
„Wat is er aan de hand?" vroeg hij ongerust.
„Waar ben je bang voor, Maya?"
drogen tijd kan diep (10 c.M.) zaaien aanbe
volen worden bij wijze van proef; de opkomst
is regelmatiger, vlugger en de vogel beschadi
ging geringer. Standruimte- en bemestings-
proeven hebben geen nieuwe gezichtspunten
geopend in 1932, zoodat de bemesting als bie
ten nog het zekerst lijkt.
Vroegrijpe rassen als Blanc des Landes zullen
misschien voorkeur hebben, het drogestof
gehalte is hooger, de massa kleiner, wat dus
minder transportkosten enz. vraagt. Bij laat-
rijpe rassen is echter de totale opbrengst droge
stof grooter.
Klachten over ongunstige ervaringen bij het
voeren zijn bijna niet opgetreden, hetgeen
echter wel het geval was bij zonnebloemen,
waar de ervaringen van dien aard waren, dat
niet kan worden aanbevolen ze als hoofdgewas
te verbouwen. Als stoppelgewas leveren zonne
bloemen echter meer op dan andere gewassen,
terwijl de stengel bij niet te groote standruimte
dan ook veel minder verhout is. Zelfs kan proef
neming als stoppelgewas worden gewaagd,
zonder dat men over een hakselmachine be
schikt, vooral als men gemengd met bieten
koppen of ander groenvoer kan inkuilen. Het
Amerikaansche ras Empire lijkt het meest
geschikt.
Gierst vraagt veel arbeid voor schoffelen en
wieden, maar als hoofdgewas is de opbrengst
zelfs grooter dan mais en het gewas lijkt ook
geschikt om groen vervoederd te worden. Als
stoppelgewas is het ongeschikt.
Voederkool (mergkool) kan als stoppelgewas
worden aangeraden. De opbrengst aan droge
stof is grooter dan die van koolrapen, waarmee
de cultuur verder eenfeszins is te vergelijken.
Voeuerkool verdraagt echter verplanten beter
en is tegen lichte vorst bestand. Beproevens-
waard zijn de rassen: Garton's Green Marrow
Stem Kail (mergkool) en Chou branchu du
Pointon.
Als ondervrucht blijkt de verbouw van serra-
della meest tegen te vallen door langzame en
onregelmatige ontwikkeling. De ervaringen
met stoppelwortels in het voorjaar gezaaid in
rogge zijn gunstig, zoodat het van belang is
dit op meerdere plaatsen te beproeven.
Van de proeven van combinatie van twee
gewassen vermelden we die waarbij op klei
grond een mengsel van haver en Negrowikken
werd uitgezaaid op 15 Maart. Het ongehakseld
inkuilen kon met uitstekend gevolg plaats heb
ben op 1 Juli. Noodig is per H.A. 100 K.G.
haver en 80 K.G. wikken. Het mengsel is min
der geschikt voor hooien, wikken alleen wel.
De combinatie snijrogge gevolgd door mals
of snijrogge en zandwikken gevolgd door mals
heeft "een gunstig resultaat gegeven. De wikken
verhoogen het eiwitgehalte. Rogge vervangen
door wintertarwe geeft lagere opbrengsten, de
oogst valt later maar het gewas blijft'langeren
tijd sappig.
Het mengsel wintertarwe met incamaat-
klaver kan hier niet aangeraden worden daar
deze klaver in het algemeen hier waarschijnlijk
slecht door den winter zal komen, onvermengd
gemaaid zeker niet goed.
De proeven met verschillende stoppelgewas
sen leverden behalve in de boven reeds ge
noemde gevallen niet veel nieuws op.
Het verslag is bovendien nog aangevuld met
enkele mededeelingen betreffende de enquête
over voedergewassen. Hieruit blijkt, dat als
voedergewas voederbieten de belangrijkste
plaats innemen, terwijl de koolraapcultuur af
nemende is. Koolraap als tweede gewas komt
nogal veel voor. Misschien verdient hier aan-
„Dat weet ik niet. Ik weet alleen, dat er iets ge
beuren gaat, als jij van avond uit het kamp bent.
Ik kan de gedachte niet van me afzetten. Blijf hier,
Tazoni," drong zij aan.
„Zooals je wilt, Maya," hernam hij koel. „Je
weet, dat je het recht hebt bevelen te geven. Ik
zal hier blijven."
Hij wendde zich tot den man, die nog in de
nabijheid was.
„Zeg miss Dartworth, dat ik onmogelijk kan
komen," riep hij dezen toe.
De vreemdeling haalde de schouders op.
„Ik zal het haar zeggen," antwoordde hij, „maar
ik vind het nogal dwaas, dat je dat meisje haar zin
geeft. Miss Veronica zal zich wel beleedigd voelen.
Zoo behandel je een dame niet."
Tazoni wist geen woord uit te brengen, doch
Maya riep hem toe:
„Je moet gaan, Tazoni! Ik mag je niet tegen
houden, als een dame je laat roepen."
„Nee, Maya," antwoordde hij. „Mijn taak is
hier, als jij me noodig hebt."
„O, het gaat heusch wel," zeide ze dapper. „Je
blijft immers niet langer weg, dan noodig is. Ga
toch maar."
„Zooals je wilt," antwoordde hij langzaam. Hij
kuste haar en volgde den onbekende, die reeds het
kamp uitliep. Het meisje staarde hem na, terwijl
een angstig voorgevoel haar bekroop.
Een tijdlang liep Tazoni zwijgend voort; de man
naast hem rookte een pijp en toonde zich even
zwijgend als zijn metgezel. Toen zij den zoom van
het bosch bereikten, zeide de vreemdeling plot
seling:
vervolgd).