ES +1 MANDER $4 <s> midd). MpHKl 'S.rt ROTTERDAM WOENSDAG 22 MAART 1933 15E JAARGANG. - N°. 39 LANDBOUW en VEETEELT FEUILLETON 80 ;OLFF ZOON ZIGEUNERBLOED. .iela he ronaven^olieke Bak. waardodgels kunnen mij zeei aansluiten Lt ook zlÜ te kennen' «streeft, de .Sanee. lotte Vri dank vtjn welge. gaarne tad, welken □er tj)d waarvan In. uik hoop dels slui Is, daar i verdere voorstell.it ik de is, duidali groote ink voor itoond. and. ffA. IRGERI |sn: Teunt Iöerreblnt ,jer cques van jus den: Job laantje Ze»1D' OOLTG bwd: "Wille i Bakelaarn /ERKO SNSDAG, 2i ÏNSDAü, 6 ?onda 7 uur te Som int m jaren Lc rl, genaamd e Sommelsd. Not Zondag 19 ItlLASDSCH t oi trnis,, Tm. en Jam. dgk. vm. en 'neveld. vm. en 'sav. to, vm. en 'sav/ t, vm. ds. Bout m, vm. en 'sa* tde, Dam. ds. Bo vm. leeskerk e. Tonge, vm. en elft. yu j nge, vm. ds. Verk "v plaat. nam. ds Va. -niti® en 's av. ds. Polbi s. o at, vm. dhr. Vetter -qq mei, vm. ds. v. Ameid -xcao.1 't Haringvliet, vm.d. -k. GEREFORMEERDE Ge' irnis, vm. en 'sav. ds. t. vm. en 'sav. leesker im, vm. en 'sav. leeske 0 vm. en nam. leeskerk. s plaat, geen opgaaf', jimel, vm. en 'sav. ds. S t Haringvliet, vm. en 's av. ^REFORMEERDE GEMEEN! irnis, vm., nam. en 'sav. ds. tterdam. d, vm. en 'sav. ds. de Blois. (en, vm., nam. en 'sav. leeskerk. i, vm. en nam. leeskerk. HR. GEREFORMEERDE KERK. irnis, vm. en 's av. ds. Laman. DOOPSGEZINDE GEMEENTE, i, vm. ds. Foppema. en, ter regeling der bloedsom- I nbevolen. Uit wereldberoemde - ïgelsche Laboratoriums, ge- or de gezondheid, verzekerd. Dus wacht U vo or ng. Koopt Uw druppels en en gummiwaren in o nze n zijn vakkundig en rsuc- n niet door minderw aar- iaan geschoven te worden. Wij soliedst en vertrouwdst e met 25 cents aan postzegels inlichtingenboekje met duide- iLITEITEN JURGOGNE-, ÏZELWIJNEN 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,076 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. DB REGEERINGSSTEUN AAN EËT-AARDAPPELEN. Gelden niet verhaald op den consument. Medewerking Turwe-organisatie. Na de mededeeling door den minister van Economische Zaken en Arbeid, dat de con sumptie-aardappelen zullen worden gesteund met 0,25 per 100 K.G., z0n geen nadere officieele gegevens bekend gemaakt. Met zekerheid kon dus niets worden medege deeld. Naar w(j echter uit goede bron vernemen, schrijft het officieele orgaan der Friesche Mij. van Landbouw, zullen b(j de plannen welke in voorbereiding zijn, de volgende ovei wegingen gelden. Onder consumptie-aardappelen zullen wor den verstaan alle aardappelen boven 33 mM., welke niet als fabrieksaardappelen worden gesteund. De aardappelen worden getaxeerd als leverbare waar, dus zonder overtollige aarde en vrü van kriel, poters, beschadigde en misvormde knollen. Alle soorten vallen er dU3 onder, terwijl ook geen verschil wordt gemaakt in grondsoort. an deze consumptie-aardappelen komen voor steun in aanmerking, de partijen, welke nog op het bedrüf van den verbouwer aan wezig zijn. Een bandelaar, die aardappelen heeft geteeld op een contract, wordt voor dezt aardappelen beschouwd als verbouwer. De iedere voorraden bij handelaren aan- werg vallen buiten den steun. D- inventarisatie zal plaats vinden op een nad te bepalen tijdstip. Na de inventari- sa:ie mogen de aardappelen worden bestemd voor allerlei doeleinden, uitgezonderd voor de zetmeelfabriek. De gelden voor dezen steun moeten wor den gevonden uit de schatkist en zullen dus niet worden verhaald op den consument. Er komen dus vermoedelijk geen nadere rege lingen omtrent vervoervergunningen, toeslag op den verkoopprijs enz. Getracht zal worden de medewerking te verkrijgen van de gewestelijke tarwe-orga- nisatie. Er wordt dus gestreefd naar eenvoudig heid en bovenstaande zou nog eeDige hoop gevep, indien het niet reeds Maart was en ook het bedrag per 100 K.G. hooger. Bij den zoo hoog gestegen nood onthouden wij oos echter van verdere critiek, schrijft het I blad. Men bedenke bovendien, dat deze regeling nog de bekrachtiging van verschil- ide instanties noodig heeft en dus ook nog steeds wijzigingen mogelijk zijn. mogen. Wel is waar hebben de meer produc tieve koeien een grootere voedselbeboefte dan de dieren met minder gunstige opbrengsten, doch wanneer men de gemaakte voederkosten narekent per K.G. melk ofperK.G.botervet, die worden geproduceerd, zijn deze kosten in het algemeen bij het meer productieve melkvee het laagst. De verklaring van dit feit is zeer eenvoudig en vloeit vooral hieruit voort, dat by de koeien met een minder gunstig productievermogen het onderhouds- voeder per 1 K.G. melk grooter is dan b(j de dieren met hoogere opbrengsten. Wanneer men zich op dit standpunt stelt, volgt hieruit, dat in doorsnee de oudere melkkoeien een grooter geldelijk voordeel zullen opleveren dan de jongere dieren. Het is in het bijzonder de laatstgenoemde kwestie, die wordt behan deld in een artikel van H. Wenzel Eskedal, dat is opgenomen in het nummer van „Vort Landbrug" van 15 December 1932. De schrij ver van dit artikel vermeldt in de eerste plaats gegevens betreffende het gemiddelde productievermogen van de in Denemarken gecontroleerde koeien van verschillende leef tijden. Deze gemiddelde productiecijfers zijn als volgt na het: K.G. K.G. Verhoud. melk vet boter getal. le kalf 2805 4 15 130.5 100 2e 3352 4.09 153 6 118 3e 3776 4.05 171.2 131 4e 4087 4.01 183.4 141 5e 4295 3 99 191.8 147 6e 4409 3 97 195 8 150 7e 4441 3 95 196 2 151 4400 3 94 193.9 149 9e 4296 3.93 188 8 145 10e 4139 3 92 181.4 139 LANGER AANHOUDEN VAN MELKVEE, Volgens gegevens uit Denemarken stijgt het gemiddelde productievermogen na het zevende fokmateriaal. Met scherpere selectie van fokmateriaal. Aan een zeer actueel artikel in „DeBoer derij", de rentabiliteit van de melkveehou derij betreffende, ontleenen wij het volgende: Bfl de lage melkprijzen van den tegen- woordigen ttjd is het van zeer groote betee- kenis, dat het melkvee, dat men houdt, in bet bezit is van een gunstig productiever- Uit deze gegevens blijkt, dat het gemid delde productievermogen stijgt tot na het zevende kalf, dus tot op het oogenblik, dat de koeien 8 a 9 jaar oud zijn. Op dezen leeftijd is dus in doorsnee de boteropbrengst 50 hooger dan bij melkvaarzen. Bij hetverstrij- ken van den leeftijd daalt wel is waar de boteropbrengst eenigszins, doch zij isintus- schen na het 10e kalf nog 39% hooger dan na het eerste kalf. In Denemarken is, aldus „De Boerderij", evenals in ons land de gemiddelde leeftijd van de melkkoeien nauwelijks meer dan 7 jaar, zoodat zij derhalve gedurende een periode van 5 jaar als melkkoe dienst doet. Hieruit volgt dus, dat gemiddeld genomen de melkkoeien worden opgeruimd, voordat zij haar maximaal productievermogen heb ben bereikt. Betere voeding en verzorging. Men heeft hier, zooal3 begrijpelijk is, oa. te maken met de omstandigheid, dat tal van melkkoeien vroegtijdig van de hand worden gedaan, omdat zij onvoldoende productie vermogen hebben, doch daarnaast dient te worden vastgesteld, dat tal van waardevolle dieren voor het bedrijf verloren gaan als gevolg van verschillende ziekelijke afwij kingen. Het staat onomstooteltjk vast, dat het mogelijk zou zijn. om een groot aantal van de voor het bedrijf bij uitstek geschikte dieren langer te behouden, wanneer aan de bestrijding van deze ziekten een grootere aandacht werd geschonken en in 't bijzonder N1S OPGERICHT 1786 CH. GARVICE Uit het Engelsch door HENRI VAN DE WEG. Geaut. Uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle. 29) „Omdat wij immers zulke goede kameraden zijn," zeide zij, niet in het minst afgeschrokken door zijn afstootende manier van doen. „Jij hebt j mijn verblijf hier tenminste draaglijk gemaakt." j Raymond keek haar scherp aan, toen; klaar blijkelijk tevreden gesteld door haar houding, want her scheen, dat zij volkomen meende, wat zij zeide, 1 ging hij veel vriendelijker voort: „Ja, we zijn kameraden geworden. Ik moet je zeggen, dat ik je graag mag. Ik zal je missen, als je morgen weggaat. Kun je niet wat langer blijven? „Nee, ik vrees van niet," antwoordde Judy. Een feit was het, dat lady Dartworth haar veel on vriendelijker begon te behandelen, sinds zij voort durend het gezelschap zocht van lord Raymond. Hoewel lady Dartworth het jongmensch zelf niet bijster interessant vond, stelde zij toch prijs op een huwelijk tusschen hem en Veronica, om zoo de vriendschap tusschen de beide families bezegeld te zien. ,.Kuii je niet naar de stad komen?" voegde Judy er aan toe. „Ik ben bang, dat het niet mogelijk zal zijn," „Maar als je van plan verandert, hoop ik, dat je mij komt opzoeken," verzocht zij. „Natuurlijk 1 We moeten samen eens naar den schouwburg," antwoordde hij prettig gestemd, nu zij hem zoo waardeerde. „Je bent een lieve meid; we zullen het ons nog wel eens gezellig maken." „Graag," lachte Judy, die inzag, welk een prachtige gelegenheid zulke pretjes haar zouden bieden. Hij was dezen avond echter te afgetrokken om spraakzaam te kunnen worden. Zij had een flauw vermoeden, dat zijn schulden hem drukten. Den- ville had haar van een en ander op de hoogte gesteld. „Je moet zorgen, dat hij al zijn schulden betaalt, voor jelui trouwen, Judy," had Denville geadvi seerd, „dan blijft hem alleen maar over, dat hij voor jou schoon schip maakt." De afwezigheid van Hubert Denville kon Judy zich niet verklaren; vooral niet, omdat hij niet zoo dikwijls meer met Veronica in aanraking zou komen. Hij had geschreven, dat hij niet laat zou komen en zij kwam langzamerhand tot de over tuiging, dat hij óf bijzondere moeilijkheden moest overwinnen, óf al te zeer op zijn goed geluk ver trouwde, om Veronica zoo te durven behandelen. Judy wist, dat het meisje den man, dien haar ouders voor haar hadden uitgezocht, verachtte, maar achtte zij een huwelijk mogelijk, als er sterken drang werd uitgeoefend in die richting. Uit angst hiervoor besloot Judy Slade, ondanks de moeilijkheden, welke zich voordeden, lord Raymond uit zijn tent te lokken. Zij wist, dat hij meer van haar hield dan van Veronica en reeds eens had hij op onhandige manier getracht het haar te zeggen. Maar voor zij hem een verklaring wist te ontlokken, kwam sir Harry Beriford binnen om door in het algemeen met wat meer oordeel te werk te gaan. Vooral moet in dit verband ook worden gewezen op het geven van een doeltreffende voeding en een goede verzorging. "Wanneer men er dus in zou kunnen slagen om den gezondheidstoestand en de vrucht baarheid van het melkvee beter op peil te houden, zou zulks van grooten invloed kun nen z(jn op het gemiddelde productiever mogen van de dieren en dientengevolge op de rentabiliteit van het veehoudersbedrijf. Een niet te onderschatten voordeel zou ver der nog vooral dit zfln, dat door het langer aanhouden van het melkvee het totale be drag, dat aan opfokkosten moet worden be steed, aanzienlijk zou kunnen worden ver- ,gd. Het aantal stuks melkvee in ons land zal op dit oogenblik pl.m. 13/s millioen be dragen. Wanneer een melkkoe gemiddeld 5 jaar als zoodanig dienst doet, zullen in doorsnee per jaar 260.000 dieren moeten worden vervangen. Wordt evenwel dit aan tal jaren tot 6 of 7 uitgebreid, dan bedraagt het aantal jaarlijks benoodigde dieren resp. pl.m. 216.500 en ruim pl.m. 185.000. Volgens Deensche onderzoekingen heeft een jong dier van de geboorte tot het oogen blik, waarop het voor de eerste maal afkalft, in totaal pl.m. 3000 voedereenheden noodig. Dit aantal voedereenheden komt overeen met de voedselbehoefte van een melkkoe, die jaarlijks 3500 k 4000 K.G. melk produ ceert. Waar momenteel de prijzen van het melkvee bijzonder ongunstig zjjn, is het niet gewenscht om een grooter aantal jonge dieren op te fokken dan strikt noodzake lijk is. Minder groote vleeschproductie Er zijn verder nog enkele gezichtspunten, die vooral onder de tegenwoordig minder gunstige toestanden pleiten voor een langer aanhouden van de melkkoeien. In de eerste plaats zou aldus de vleesch-productie minder groot worden. Wij staan er natuurlijk in dit opzicht laüg niet zoo ongunstig voor als in Denemarken, waar men te maken heeft met een veel te omvangrijke productie en rund- vleesch, zoodat men er toe is moeten over gaan om een groot aantal koeien tot dier meel te verwerken, doch ook voor ons heeft deze mogelijkheid ontegenzeggelijk betee- kenis. Hier behoeft slechts gewezen te worden op het voordeel, dat men zou verkrijgen, wanneer by een afdoende contigenteeriDg van het rundvleesch de consumptie van varkensvleesch zou worden bevorderd. In de tweede plaats wordt door het langer aanhouden van het melkvee de mogelijkheid geopend, om bij de keuze van de kalveren, die voor den opfok bestemd zijn, een scherpe selectie uit te oefenen. Als regel moeten nog te veel kalveren worden aangehouden, die wat hun productie afstamming betreft, niet aan de te stellen eischen kunnen voldoen en het zou dus mogelijk zijn in dezen toe stand verbetering aan te brengen. voorjaarscampagne in gebruik worden ge nomen, wordt 63 millioen H.A. met graan bezaaid. Hoe sterk de Russische landbouw gesocialiseerd is, blijkt wanneer we zien dat van de 95 millioen H.A. 10 millioen H.A. op de graanfabrieken vallen en 66.8 millioen H A. op de „kolchozen", terwyi er voor de vrye boeren 18.1 millioen H.A. ter beschik king blijkt. De winteruitzaai van graan had plaats op 37.1 millioen H.A. zoodat in totaal ruim 100 millioen H.A. als voor den oorlog met graan bebouwd is. Typisch is, dat men van den extensieven naar den intensieven landbouw wil overgaan. Door gebruikmaking van kunstmest wil men de productie per H.A. sterk verhoogen. In het 2de vyfjarenplan 1933-1937 speelt de uitbreiding van de kunstmestindustrie een belangiyke rol. In den afgeloopen winter zijn reeds belangrijke kwantums kunstmest geproduceerd. Ongetwijfeld kan bij ruimen deskundig kunstmestgebruik de productie sterk verhoogd worden, maar vermoedelijk zal dit deskundig gebruik nog heel wat moeiiykheden opleveren. DE RUSSISCHE GRAANPLANNËN. In verband met de lezing van prof. Boris Brutzkus voor de Rotterdamsche Graan- studie Club", deelt „Granen, Meel, Veevoe der" bijzonderheden mede over de Russische plannen voor de nieuwe graancampagne, planneD, die men, aldus het blad, met groote gestrengheid tot uitvoering hoopt te brengen. Van de 95 millioen H.A. welke voor de GROENVOER-PROEVEN IN 1932. Middelen tot kostenbesparing en goedkoope eiwitproductie. Uit het verslag over groenvoederproeven van het Instituut voor Plantenveredeling bespreekt Ir. Pi, de Groot in het Friesche Landbouwblad het volgende: Deze proeven trachten de zeer algemeene vraag te beantwoorden, welke vormen van voederbouw in Nederland op hun plaats zijn en hoe ze met het meeste succes kunnen worden toegepast. Hiertoe worden verschillende hoofd gewassen vergeleken, verschillende stoppel gewassen en ook werd nagegaan of de combi natie van een vroeg oogstbaar gewas, gevolgd door een stoppelgewas, een hooge opbrengst kon geven. Vooral in het laatste geval moet rekening worden gehouden met de bedrijfs omstandigheden en hebben proefvelden slechts beperkte waarde. De practijk moet hier te hulp komen. De tijd om proeven te nemen is niet bij zonder geschikt, want bij een hoogere op brengst per H.A. zal meer vee gehouden moeten worden, hetgeen natuurlijk niet strookt met de tijdsomstandigheden, nu men meer denkt aan beperking. Voor de toekomst kun nen deze proeven echter zeer veel waarde hebben en ook nu nog op kleinere bedrijven, waar men eigen arbeid tot waarde wil brengen, en als middel tot kostenbesparing en goed koope eiwitproductie. Door invoeren van nieu we ensilagemethoden is opnieuw belangstelling' voor den ^ederbouw ontstaan. Voor mede deeling van practische, zoowel goede als slechte, ervaringen van voederbouw en ensilage houdt de directeur van het I. v. P. zich aan bevolen. De proeven met mais geven weer te zien, dat de opbrengst aan-droge stof hoog kan zijn. De mais moet niet te vroeg gezaaid worden (als tweede gewas wordt laat gezaaid), terwijl toch tijdig oogsten waarschijnlijk het best'is bij vroegrijpe rassen, omdat dan het eiwitgehalte het hoogst is en de stengels nog niet- houterig zijn. Gehakseld inkuilen is duurder dan onge- hakseld, maar geeft minder verliezen. Wat het best is, is nog niet uitgemaakt. Gemengd inkui len met een "eiwitrijk gewas als klaver, wikken verdient aanbeveling. Bij laat zaaien op hoogen zandgrond in een haar te noodigen tot een dans. Spijtig moest Judy bekennen, dat zij althans voor dezen avond geen kans meer zou hebben. In de nederzetting der zigeuners was den avond van het bal op Dartworth iedereen in slaap, be halve Tazoni en Maya. De menschen hadden den geheelen dag hard gewerkt. Tazoni zat bij het langzaam doovende kampvuur en vocht opnieuw den strijd tusschen plicht en verlangen. Soms keek hij even op in de richting van Dartworth Manor, waar thans muziek werd gemaakt en ieder vroolijk was gestemd, dan weer keek hij naar de tent van zijn pleegzusje, dat geen rust kon vinden. Een groote verandering scheen de laatste dagen over Maya gekomen. Tazoni merkte het. Zijn plicht fluisterde hem in, dat hij bevel moest geven op te breken, omdat zij verandering van lucht noodig had. Hij wist ook, dat hij verplicht was de om geving te verlaten. Doch zijn hartstochtelijke liefde verlangde haar nog eenmaal te zien voor een laatst vaarwel, voor hij de eenzaamheid zou ingaan. Den dag, waarop hij Veronica Dartworth voor het laatst zou zien, zou de moeilijkste worden in zijn leven. Van gedachten vervuld als hij was, schrok hij plotseling op van de gestalte van een man, die het kamp inliep en hem aansprak, „Wat is er aan de hand vroeg Tazoni ongerust. „Ik kom met een boodschap van de Manor, omdat de bedienden op het oogenblik geen tijd hebben," zeide de vreemdeling. „Voor mij?" vroeg Tazoni verbaasd. „Van wie?" „Van miss Dartworth," klonk het antwoord. „Zij heeft iemand opgedragen hierheen te gaan en te zeggen, dat zij u dringend wenscht te spreken, Zij wil u spreken in het rosarium; mocht zij er nog niet zijn, dan moet u wachten, tot zij komt." „Wie heeft dat gezegd?" vroeg Tazoni onge- loovig. „Haar kamenier," antwoordde de man. „Ik heb die zooeven thuis gebracht en deed een paar bood schappen naderhand, omdat iedereen het zoo druk heeft. Als u geen zin hebt om te gaan, zeg het dan, want miss Veronica mag niet voor niets op u wachten." Tazoni aarzelde niet langer. „Natuurlijk ga ik," zeide hij„je weet zeker niet, wat er aan de hand is." „Dat spreekt vanzelf," antwoordde de man openhartig. „Met mij bespreekt zij zoo iets niet." „Dat is zoo," stemde Tazoni toe. Zijn verlangen naar Veronica leefde nieuw op bij de gedachte, dat hij haar van dienst zou kunnen zijn. Hij zou on middellijk gaan. Toen hij langs de tent van Maya kwam, hoorde het meisje zijn voetstap en kwam naar buiten. „Waar ga je heen, Tazoni?" vroeg zij verrast. Zij legde haar hand op zijn arm, als wilde zij hem tegenhouden. „Ik word geroepen, zusje." „Wie heeft je noodig?" vroeg zij. „Er is een boodschap gekomen van de Manor," hernam hij eenigszins terughoudend. Zij liet zijn arm los; een vreemde gloed kwam in haar donkere oogen. „Tazoni," smeekte zij, „wil je iets voor mij doen? Wil .jc bij me blijven, ik.ik ben zoo bang." Tazoni staarde haar ontsteld aan. „Wat is er aan de hand?" vroeg hij ongerust. „Waar ben je bang voor, Maya?" drogen tijd kan diep (10 c.M.) zaaien aanbe volen worden bij wijze van proef; de opkomst is regelmatiger, vlugger en de vogel beschadi ging geringer. Standruimte- en bemestings- proeven hebben geen nieuwe gezichtspunten geopend in 1932, zoodat de bemesting als bie ten nog het zekerst lijkt. Vroegrijpe rassen als Blanc des Landes zullen misschien voorkeur hebben, het drogestof gehalte is hooger, de massa kleiner, wat dus minder transportkosten enz. vraagt. Bij laat- rijpe rassen is echter de totale opbrengst droge stof grooter. Klachten over ongunstige ervaringen bij het voeren zijn bijna niet opgetreden, hetgeen echter wel het geval was bij zonnebloemen, waar de ervaringen van dien aard waren, dat niet kan worden aanbevolen ze als hoofdgewas te verbouwen. Als stoppelgewas leveren zonne bloemen echter meer op dan andere gewassen, terwijl de stengel bij niet te groote standruimte dan ook veel minder verhout is. Zelfs kan proef neming als stoppelgewas worden gewaagd, zonder dat men over een hakselmachine be schikt, vooral als men gemengd met bieten koppen of ander groenvoer kan inkuilen. Het Amerikaansche ras Empire lijkt het meest geschikt. Gierst vraagt veel arbeid voor schoffelen en wieden, maar als hoofdgewas is de opbrengst zelfs grooter dan mais en het gewas lijkt ook geschikt om groen vervoederd te worden. Als stoppelgewas is het ongeschikt. Voederkool (mergkool) kan als stoppelgewas worden aangeraden. De opbrengst aan droge stof is grooter dan die van koolrapen, waarmee de cultuur verder eenfeszins is te vergelijken. Voeuerkool verdraagt echter verplanten beter en is tegen lichte vorst bestand. Beproevens- waard zijn de rassen: Garton's Green Marrow Stem Kail (mergkool) en Chou branchu du Pointon. Als ondervrucht blijkt de verbouw van serra- della meest tegen te vallen door langzame en onregelmatige ontwikkeling. De ervaringen met stoppelwortels in het voorjaar gezaaid in rogge zijn gunstig, zoodat het van belang is dit op meerdere plaatsen te beproeven. Van de proeven van combinatie van twee gewassen vermelden we die waarbij op klei grond een mengsel van haver en Negrowikken werd uitgezaaid op 15 Maart. Het ongehakseld inkuilen kon met uitstekend gevolg plaats heb ben op 1 Juli. Noodig is per H.A. 100 K.G. haver en 80 K.G. wikken. Het mengsel is min der geschikt voor hooien, wikken alleen wel. De combinatie snijrogge gevolgd door mals of snijrogge en zandwikken gevolgd door mals heeft "een gunstig resultaat gegeven. De wikken verhoogen het eiwitgehalte. Rogge vervangen door wintertarwe geeft lagere opbrengsten, de oogst valt later maar het gewas blijft'langeren tijd sappig. Het mengsel wintertarwe met incamaat- klaver kan hier niet aangeraden worden daar deze klaver in het algemeen hier waarschijnlijk slecht door den winter zal komen, onvermengd gemaaid zeker niet goed. De proeven met verschillende stoppelgewas sen leverden behalve in de boven reeds ge noemde gevallen niet veel nieuws op. Het verslag is bovendien nog aangevuld met enkele mededeelingen betreffende de enquête over voedergewassen. Hieruit blijkt, dat als voedergewas voederbieten de belangrijkste plaats innemen, terwijl de koolraapcultuur af nemende is. Koolraap als tweede gewas komt nogal veel voor. Misschien verdient hier aan- „Dat weet ik niet. Ik weet alleen, dat er iets ge beuren gaat, als jij van avond uit het kamp bent. Ik kan de gedachte niet van me afzetten. Blijf hier, Tazoni," drong zij aan. „Zooals je wilt, Maya," hernam hij koel. „Je weet, dat je het recht hebt bevelen te geven. Ik zal hier blijven." Hij wendde zich tot den man, die nog in de nabijheid was. „Zeg miss Dartworth, dat ik onmogelijk kan komen," riep hij dezen toe. De vreemdeling haalde de schouders op. „Ik zal het haar zeggen," antwoordde hij, „maar ik vind het nogal dwaas, dat je dat meisje haar zin geeft. Miss Veronica zal zich wel beleedigd voelen. Zoo behandel je een dame niet." Tazoni wist geen woord uit te brengen, doch Maya riep hem toe: „Je moet gaan, Tazoni! Ik mag je niet tegen houden, als een dame je laat roepen." „Nee, Maya," antwoordde hij. „Mijn taak is hier, als jij me noodig hebt." „O, het gaat heusch wel," zeide ze dapper. „Je blijft immers niet langer weg, dan noodig is. Ga toch maar." „Zooals je wilt," antwoordde hij langzaam. Hij kuste haar en volgde den onbekende, die reeds het kamp uitliep. Het meisje staarde hem na, terwijl een angstig voorgevoel haar bekroop. Een tijdlang liep Tazoni zwijgend voort; de man naast hem rookte een pijp en toonde zich even zwijgend als zijn metgezel. Toen zij den zoom van het bosch bereikten, zeide de vreemdeling plot seling: vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1