s EERSTE BLAD Bij Pijn Fa. Ir. C. KOOPMAN GIMBOCN'S flfANOL Uitvoering (•ENSEMBLE Amsterdam. moetje 't hebben" ZATERDAG FEBRUARI 1933 ZIGEUNERBLOED. Van Spionnen en Spionnage. bnden met moeite bedongen worden. Een Est kalf ging nog tot 24 cent boven no tering. lDe aanvoer van schapen eu lammeren was |iddelmatig. De haudel was kalm en de ijzen bleven ongeveer gelijk aan die van fcrige week Maandag. fvarkens aanvoer minder, maar toch nog [hoorUjk te noemen, de handel was matig de prijzen waren een tikje stijver. [Zouters niet aangevoerd. Boter, Kaas en Eieren. lAPELDOORN, 6 Februari. Gemeentelijke Lrenhal. Aanvoer 185,000 stuks. Prijzen I 30~3.S0, middelmarkt f 8 35 de lOOstuks. pndel vlug. 3UDEWATER, 6 Februari. Kaas. Aanvoer partijen, tezamen 495 stuks, wegende 7ö k.g. Eerste soort Gouda met rijksmerk pT, dito mindere f 24-26. Handel traag. ÏOERMOND, 6 Februari. Eiereumijn. Aan- voerd 2.900,000 stuks. Groote kippeneieren 1.60—4.20, dito kleine f3 10—3.50, eenden- |ren f 3 60-4, alles per 100 stuks. TIED, 6 Februari. Aanvoer 40,000 eieren, ppeneieren f 3 50—4, benneneieren f8, [de per 100 stuks. Boter f 1.60—1,65. Granen, Meel, Oliën, enz. ïOTTERDAM, 6 Februari. Fijne zaden, berennoteeriug). Blauw maanzaad f37 39, twijzaad f 17 tot f 19.50, koolzaad f 13-14, brlljnzaad f 6 8, blauwbloei zaailynzaad lo—12, witbloei zaailljnzaad f 12—13, alles 100 k.g. Groenten, Fruit en Aardappelen. ïOTTERDAM, 6 Febr. Heden waren da Ijzen der aardappelen 3ls voigt: Westl. Jd. ronde 34 cent per kg., Brielsche lenheimexs f 0,90—1,20, Zeeuwsche blauwe Ï.30—1 80, dito eigenheimers f 0,70— 1, Vuwsche bonte f 1,30—1,80, bl. eigenhei- [rs f 1 1,20, bravo's f 1,50—2, poters 70 ct., alles per hectoliter. Aanvoer [elpk, vraag stil. AMSTERDAM, 6 Febr. De aardappelprijzen Iren beden: Zeeuwsche bonten f 1,65 tot p. ,90, Zeeuwsche blauwen f 1,75 1,90. Euwsche eigenheimers f 1,10-1,25, blauwe [enheimers f 1,10- l,25.Fiakkeescbe eigen- |mers f 1,10—1,25, duinzand f 3—3,25. nvoer 2 ladingen of 1900 hectoliter. Huiden, Leer, AVol, Diversen. koTTERDAM, 6 Fehr. Vlas. (Opgaaf van marktmeesters). Aangevoerd 7810 kg. luw, schoon 40-60 ct., 5000 kg. Groningscb 1-55 ct., 4435 kg. Holl. geel 40—55 ct., 10 kg. dauwroot 40—47i ct., alles p. kg. Irkt heden niet geanimeerd. Voordauw- |t goede belangstelling. Blauw en geel was Blaten, prijzen in het voordeel van koopers. ndel op het land vorige week stil. lin lil lin 11 ZIERIKZEE. Ai te geven: Orig. Koopman's Glorie-schokker Zelka-schokker Deka-kroonerwt Aka bruine boon Beka bruine boon Ceka bruine boon Negro wikken Peryka uienzaad. Zeeuwsch bruin Div. soorten goedgek. Pootaardappelea. Orig. Klein Wanzieben E bietenzaad. HLQTTAStt LAAT NIET LOS Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren bruari 1933 's av. 8 uur ER te MIDDELHARNIS n door het het Tooneelstuk van GEORGE M. COHAN. VAN KERCKHOVEN Jr. BOUWMEESTER. Entrée f 1,50 Prijs per kwartaal Losse nummers f 1.- 0,07° ADVERTENTÏËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. 11 Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. - N°. 28 Week-revwe. Buitenland. Volgens de leer der loguminologen ont wikkelt de aardappel verstandelijke eigen schappen by den inensch en verschaffen ze bovendien rustige en kalme gedachten. Ver der leert de leguminotherapie dat spinazie energie geeft, wilskracht en uithoudings vermogen. Alles welbeschouwd, dienen we de leguminotherapie, deze jeugdige weten schap, buitengewoon dankbaar te zijn, is het alleen maar jammer dat we dit alles niet enkele eeuwen eerder hebben geweten. Het zou de menschheid heel wat ellende hebben bespaard. De Duitschers zouden alvast kunnen be ginnen met het nemen van proeven op groote schaal, het is daar noodig ook, want het gaat den verkeerden kant op in Duitsch- land, waar moord en doodslag weer aan de orde van den dag zjjn, waar de eene helft de andere naar het land van de peper wenscht of naar oorden die geografisch zeer moeilijk zijn aan te geven. Na de feestroes over de vorming der regee ring Hitler-von Papen-Hugenberg, komt bij enkelen reeds twijfel en angst. In Duitseh- nationale kringen moet men het niet geheel eens zijn met de tactiek van Hugenberg. „Wij hopen, dat de anderen eerlijke spelers zullen zyn" heeft Winterfeld, de plaatsver vangende voorzitter der Duitsch-nationalen verklaard. Uit deze uitlating spreekt duide lijk de vrees dat de nationaal-socialisten het niet zullen zijn. En de massa die van het optreden van Hitier een oogenblikkelljke, althans zeer snelle wending ten goede verwachtte, is door de door Hitier uitgevaardigde procla matie ook danig teleurgesteld. In hoogdravende bewoordingen die weinig of niets zeggen en alle schuld voor de tegen woordige moeilijkheden in de schoenen der tegenstanders schuiven, wordt getracht het Duitsche volk een riem onder 't hart te steken en twee groote vierjaarlijksche plan nen aangekondigd. De nationale regeering, aldus een deel dezer proclamatie, wil het groote doel van de reorganisatie van ons volk oplossen met twee groote vierjaarlijksche plannen. Redding van den Duitschen boer tot behoud van den voedings- en daarmede van den levens grondslag van de natie. Redding van den Duitschen arbeider door een geweldigen en uitgebreiden aanval op de werkeloosheid. In veertien jaar tljds hebben de November- parttjen den Duitschen boerenstand geruï neerd. In veertien jaar tflds hebben z(j een leger van millioenen werkeloozen geschapen. De nationale regeering zal met ijzeren vastberadenheid en met taaie volharding het volgende plan verwezelljken: Binnen vier jaar moet de Duitsche boer aan het verval ontrukt zijn. Binnen vier jaar moet de werkeloosheid definitief overwonnen z{jn. Parallel daarmede loopen de voorwaarden voor het opbloeien van het overige bedrijfs leven. Tot zoover deze proclamatie, die veel be looft, alles in vage termen, doch angstvallig verzwijgt hoe de regeering den Duitschen boer FEUILLETON. CH. GARVICE Uit het Engelsch door HENRI VAN DE WEG. Geau/. Uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle. 18) 7" HOOFDSTUK XI. Hubert Denville zeide terecht, dat Judy Slade "et uitstapje had voorgesteld, doch ook Veronica 8'ng mede. Ondanks zichzelf begon zij belang te '«Hen in den vriend van lord Raymond, zooals trouwens het geval was met de meeste vrouwen, die "em leerden kennen. Dat zij verliefd op hem zou Zlin, was niet waarschijnlijk, doch Hubert Denville rekende er op, hoe anders zij ook was dan de meeste vrouwen, dat hij den prijs, dien hij zoo zeer be geerde, zou winnen, mits hij slechts handig zijn taarten uitspeelde. Tevreden over zichzelf keerde hij terug naar met de uitnoodlging voor zich en lord Ray- ■3d om dien avond op Dartworth te dineeren. Natuurlijk was de berooving van lord Raymond ™t voornaamste onderwerp van gesprek op de "anor, doch vreemd genoeg scheen het slacht- 'Preken8CVa' "eWr Z°° m'n mo8eliik te be" Judy Slade vond, dat haar plannen ten opzichte van lord Raymond tot nu toe eigenlijk te vlot van wil helpen en de omvangrijke werkloosheid afdoende wil bestrijden. Deze geheele proclamatie is dan ook niets anders dan een verkiezingsmanifest, het heeft ten doel kiezerszieltjes te lokken. In- tusschen doen de nationaal-socialisten alsof ze volkomen heer en meester ztjn in het Duitsche regeeringskasteel, zoowel voor als na de verkiezingen. Behalve de aangekondigde Rijksdagver kiezingen op 5 Maart zullen dan tevens ianddagverkiezingen in Pruisen worden ge houden, de nationaal-socialisten wilden dit hebben, bovendien de regeering Braun een voudig heelemaal even opzij gezet, er zijn middeltjes genoeg om de grondwet aan hun laars te lappen. In de dezer dagen afgekondigde nieuwe persverordening heeft de regeering een af doend middel om de oppositie in vele op zichten te muilkorven. De Duitsche journa listenorganisatie heeft daartegen onmiddeiyk geprotesteerd, natuurlijk zonder succes. Wordt er in Duitschland op een dictatuur aangestuurd? Zekere uitlatingen doen zulks vermoeden. Zoo staat er in de proclamatie der regeering te lezen, „de regeering kan niet het herstel onderwerpen aan de goed keuring van hen, die schuld hebben aan deze ineenstorting". En de nationaal-socia- listische Pruisische landdagpresident Kerrl heeft in een rede te Munster o.m. betoogd, dat Hitier thans aan de macht is en niets ter wereld hem deze weer kan ontnemen. Het laat zich daarom begrijpen dat ver schillende Duitsch-nationalen zich minder prettig gaan gevoelen, zooals blijkt uit de uitlating van Winterfeld, die tevens de boop uitsprak, dat het socialistische steeds meer uit de gedachten wereld der nationaal-socia listen zal verdwijnen en dat het nationale steeds meer op den voorgrond zal treden. Maar dit laatste zal de honderdduizenden nationaal-socialisten die meer socialist dan nationaal zijn niet naar den zin zijn. Tus- schen de gedachtenwereid van Hugenberg en von Papen en de radicalen onder de na tionaal-socialisten ligt een niet te overbrug gen kloof en op den duur zijn conflicten hier niet te vermijden. In dit opzicht is de posi tie van Hitier niet te benijden, zal h(j, om de nationale kool en de socialistische geit te spaten, vaak water in zijn wijn moeten doen. Er gaan ook reeds geruchten over de wankelende positie van Hindenburg en diens verlangen om af te treden. Als eventueeie opvolger wordt de ex-kroonprins genoemd. Overzichtelijk is de toestand in Duitschland allerminst en tot de verkiezingen zal de heerschende spanning eer toe dan afnemen. De redacteuren der nationaalrsocialistische bladen, die de communistische pers nog over troeven met hun scheldpartijen, doen ijverig hun best den laaienden haat nog verder aan te wakkeren. Hun bladen vallen blijkbaar buiten de nieuwe persverordening en hiervan wordt een dankbaar gebruik gemaakt. Deze persridders hebben te weinig aardappelen gegeten. De ontwapeningsconferentie heeft onop gemerkt zjjn eersten verjaardag gepasseerd. Men zit iu figuurlijken zin weer eens met de handen in het haar, nu het er om gaat spijkers met koppen te slaan. Ook de commissie van negentien, die over het Japansoh-Chineesche conflikt rapport uit stapel liepen. Hij toonde een absolute voorkeur voor haar en zij moest al te dikwijls uitvluchten bedenken om lady Dartworth om den tuin te leiden. Dien avond zouden echter zoowel Jndy Slade als Hubert Denville voor een verrassing komen te staan. Hoeveel lust Raymond ook had om te drinken en zoodoende de herinnering aan zijn moeilijkheden van zich af te zetten, hij weigerde ditmaal zijn glas te laten vullen, wat aan de beide bondgenooten niet onopgemerkt voorbijging. Toen de heeren zich bij de dames voegden, wendde hij zich niet, zooals gewoonlijk tot Judy Slade om deze te vragen, wat voor hem te zingen, doch nam hij zonder meer plaats naast Veronica. Doch deze gedwongen geheelonthouding had zijn humeur er niet op verbeterd, al was hij nuchter. Hij verveelde Veronica ontzaglijk. Zij stelde voor een wandeling te maken op liet terras, om de maan te zien opgaan boven de heuvels en gaf Hubert Denville gelegenheid haar te begeleiden, het aan lord Raymond overlatend, of hij met Judy Slade wilde volgen. Deze was editor te slecht gemutst om dit te doen en stelde plotseling voor naar het bosch te gaan, alleen reeds in de hoop Veronica te grieven. Veronica en Hubert Denville bicven staan bij de balustrade, terwijl de maan boven de verre heuvels oprees, de wolken in zilveren randen door lichtend. Denville wist de stemming van een vrouw zoo te beïnvloeden, dat hij gemakkelijk spel had. Het werd Veronica, of hij zich een weg wist te banen in haar zwijgen en haar gedachten door grondde. Hij raakte haar arm aan, aanvankelijk onbe wust naar het scheen, doch hij trok zijn hand niet moet 'brengen, heeft niet veel haast. En de Japanners, die Geuève reeds zoovele malen de stuipen op het iyf hebben gejaagd, toonen zich nu wel een weinig inschikkelijker, doch hebben gelijktijdig aangekondigd dat ze in Jehol een offensief hebben ingezet. De nieuwe Fransche regeering Daladier, opvolger van de op zijn bezuinigingsvoor stellen geduikelde regeering Boncour, heeft de Fransche belastingbetalers verblijd met de tijding, dat het tekort minder groot is dan door het voorgaand kabinet geraamd. En daarom wordt het bezuinigingsmes min der zwaar gehanteerd, althans voorloopig. in hoofd en ledematen, alsook bij Kiespijn en gevatte Koude, Rheumatische pijnen, Griep, Influenza en vastzittende Hoest, zullen Mijttbardt?s Poeders U spoedig helpen. Prijs per poeder 8 ct. Doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist. (Adv.) 2e serie. III. Hoe een lafaard gemakkelijk verrader kan worden. De spionnage in den oorlog ontzag niemand of niets. Zij werkte voor haar eigen doel; zij huldigde den regel, dat het doel de middelen heiligt. Zij hield geen rekening, en kon geen rekening houden met menschelijke zwak heden. De leiders van den spionnagedienst deden dit niet tegenover eigen ondergeschik ten; slechts zij die verhardden, konden zich in dit stoutmoedig bedrijf staande houden. Het geval, dat zich met den kapitein van het Indo-Chineesche leger heeft afgespeeld, is een typisch voorbeeld ervan. Psychologisch is het teekenend, en sprekend voor den funesten invloed, dien er jegens Frankrijk uitging van de overzijde van de Pyreneeën: vanuit het neutrale Spanje waar de Duitschers waak zame spionnageposten hadden. Het drama, want dat is het ondanks alles, ving in indo- China aan en eindigde in de slotgracht van het kasteel te Vincennes nabij Parijs. Daar is thans het museum gevestigd, gewijd aan alle verschijnselen van den grooten oorlog; van uit de ramen van het voormalig pavilloen, bewoond door Mazarin, ziet men neer op de plaats, waar vele spionnen zijn geëxecuteerd. Kapitein Estéve was een goed militair, die in het Indo-Chineesche leger zijn niet altijd gemakkelijken dienst goed deed. Maar hij hield van liet leven, dat hij gewoon was te leiden; van den dienst, zooals deze door hem was ingericht; van het niet gevaarlijk beroep, dat hij er vervulde. Toen kwam de oorlog en het bevei om zich in te schepen naar Europa. De troepen waren, althans naar het uiterlijk, vol enthousiasme, en bijna geen wanklank werd vernomen. Slechts kapitein Estève kon zich met het vevel niet vereenigen. Een paar dagen nadat het gekomen was en de eerste bataljons van zijn regiment reeds waren ver trokken, meldde hij zich ziek. Daardoor werd de datum van zijn vertrek althans vertraagd, maar dit hielp hem weinig, want de krijgs verrichtingen duurden voort en de genees- terug en Veronica ging te zeer op in de schoonheid van de natuur om er op te letten. De zuiverheid van haar vreugde werd nog grooter door de kame raadschap, die zij voor hem voelde. De stem van Hubert Denville klonk door dc stilte in ontroerde klanken. Veronica wilde ecu gesprek beginnen om de ont roering, die haar overmande, van zich af te zetten, maar hij, niet lettend op hetgeen zij zeide, ant woordde plotseling: „Weet je, wat het zeggen wil, als vreemdeling het voorrecht te genieten iemand bij jc te hebben, aan wie je dagen nacht hebt gedacht? Veronica's stemming was zoo zorgvuldig be werkt, dat zij onmogelijk kon zeggen, wat zij dacht of voelde. Hubert Denville wierp zijn sigaret weg en zij keek naar het lichtpuntje tusschen het grint, ai merkte zij het nauwelijks. Toen voelde zij een hand op haar arm; zij begon te beven. „Veronica." De naam klonk als een kreet van vreugde. Zijn arm sloeg hij om haar heen en zij was er zicli nauwelijks van bewust; misschien was het de muziek, de melodie van zijn stem, dc geur van de bloemen, die haar bedwelmden. ..Veronica." Plotseling scheen alles te veranderen. Zij dach dat de zon straalde en dat zij reed door het bosckf een fijn gevormde, gebruinde hand roerde haar aan. Zij zag een ontroerd gelaat, grijze oogen richtten zich op haar. „U hebt niet het recht ons te verachten, Veronica." Raadselachtig was het, bespottelijk ook en toch kundige controle was streng en weinig toe schietelijk in deze dagen. Aan boord van de „Euphraat" scheepte hij zich met zijn man schappen in, en ondanks alle sombere voor spellingen, die hij had geuit, kwam het schip veilig en wel in Marseille aan. Kapitein Estève hield niet van de zeereis, wat niemand hem kwalijk kon nemen. Maar hij had angst voor de Duitsche onderzeeërs, en vreesde niet ten onrechte dat die van de reis en van den in houd van het schip reeds kennis mochten hebben. Hoe dit echter zij, op den vastgestel- den datum voer het schip het bekende Cha teau d'Yf, de beruchte gevangenis van den graaf de Monte Christo voorbij, en landden zijn troepen, onder het enthousiasme der toe gestroomde menigte, aan de kaden van Mar seille. Kapitein Estève was nu nader dan tevoren gebracht tot den oorlog, dien hij vervloekte. Hij was nu eenmaal geen held, maar ook zij, die geen helden zijn, weten zich in gegeven omstandigheden in hun lot te schikken. Es tève kon het niet, en hij kon zelfs niet ver bergen, dat hij dit niet kon. Den eersten dag, daf hij geland was, bezocht hij een café, ge legen aan de beroemde Cannebière, en daar maakte hij van zijn hart alweer geen moord kuil. Hij maakte er kennis met een dokter, die zich aan hem voorstelde onder den naam van Bussene, en tegen dezen zette hij zijn geliefde stelling uiteen, dat de koloniale troepen be stemd waren voor de koloniën, maar niet om in den modernen oorlog op Fransch grond gebied mede te strijden. De dokter had blijk baar zoodanige uitlatingen en zoo onomwonden niet verwacht; niet ten onrechte maande hij den spreker tot zekere voorzichtigheid, gezien het patriotisme, dat alom, ook in dit café, heerschte. „Men zou denken," zoo merkte hij glimlachend op, „dat ge bang zijt; men legt zoo spoedig iets verkeerd uit." „O, bang in den gewonen zin des woords ben ik niet, maar ik stel weinig vertrouwen in militaire operaties, die zoo lichtzinnig geleid worden als de tegenwoordige." Tegenover de klachten van kapitein Estève zette de dokter zijne ver zachtingen. Hij noodigde hem met zich te dineeren, en aan het dessert kwam zijne mede- deeling, dat hij den kapitein gaarne te hulp wilde komen, maar slechts gedeeltelijk in staat was dit te doen. Te Barcelona echter woonde een vriend van hem ,een groot be wonderaar van Frankrijk en een philantroop. Deze zou zich zeker voor het lot van den kapi tein interesseeren, en zou hem, dank zij de relaties, waarover hij beschikte, ongetwijfeld een betrekking kunnen bezorgen naar zijn keuze en naar zijn verlangen. Het zou kapitein Estève niet moeilijk vallen verlof te krijgen om een reis naar Spanje te ondernemen; fami lieaangelegenheden bestonden overal .Maar hij moest voorzichtig zijn en bescheiden, en jegens niemand van dit onderhoud reppen, en zeker niet den naam van den philantropischen vriend in Barcelona noemen. Dat herhaalde de vriendelijke dokter hem nog eens met na druk toen hij hem aan het station uitgeleide deed. Nauwelijks naar het front getransporteerd, was kapitein Estève opnieuw ziek. Een oud koloniaal als hij, zoo klaagde hij tegen den majoor-dokter, kon het Fransche klimaat niet verdragen, temeer niet waar de zeereis hem halfziek had gemaakt. Maar de majoor had weinig ooren voor zijn klachten; hij zag te veel ellende aan het front om voor deze kleine opmerkingen nog gevoelig te zijn. Met een zeker sarcasme merkte hij op dat, wanneer zij voelde zich op het punt om in tranen uit te barsten. Waarom moest de herinnering aan Tazoni opkomen, nu deze man haar zijn liefde wilde ver klaren. Nog een oogenblik en hij zou haar hebben gekust en zoo een verbond tusschen hen hebben bezegeld, waarvan een huwelijk het gevolg moest zijn. Maar de herinnering aan Tazoni drong zich op, sterker nog. Was hij dan geen zigeuner? Was zij niet iemand, die het noodlot, krachtens geboorte, positie en fortuin in een andere wereld had geplaatst? Hubert Denville voelde haar huiveren. Hij nam haar gelaat tusschen zijn handen en zag tranen in haar oogen, al glimlachten haar lippen. Hij meende gewonnen te hebben en boog zich om haar te kussen, maar met een zenuwachtig lachje weer hield zij hem. „ik, ik geloof, dat wij ons vergissen, meneer Denville." Meer dan eens had hij een schijnbaar verloren spel gewonnen door een vrouw te behandelen, alsof zij zichzelf niet kende. „U bent een beetje opgewonden," zeide hij kal meerend. „Wij zullen er later nog wel eens over spreken. Het wordt tijd naar binnen te gaan; het is koel." Op hetzelfde oogenblik kionk dc stem van lord Raymond, die haar naam riep. „Vee, Vee, Veronica I" Tegenzin kwam in haar op, nu zij het gezelschap van Hubert Denville moest prijsgeven voor dat van lord Raymond. En zij vroeg zich af, of zij zich per saldo toch nog vergist had, toen zij dit uitsprak. Judy Slade en haar cavalier kwamen in hun richting. „Veronica," vertelde Judy Slade met lieve officieren, niet zieker dan de kapitein, zich in het hospitaal deden opnemen, er spoedig nie mand meer aan het front zou zijn. Estève had dan ook weinig succes; spoedig moest hij naar zijn regiment in de nabijheid van Berry au Bac. En toen hij den ochtend in een klein stationnetje in Champagne ontwaakte, be schoten Duitsche vliegtuigen de stelling en wekten hem uit zijn rustigen slaap. En nog erger, reeds dienzelfden dag moest hij aan een aanval meedoen. Temidden van den kogel regen hield hij het niet meer uit; hij liet zich vallen, en niemand kon anders denken dan dat hij of dood of gewond was. Hij werd naar de eerste hulppost getransporteerd, maar daar bleek, dat hij niets, zelfs niet het minste schrammetje mankeerde. De kolonel, geroepen om het geval te beoordeeien, wilde echter aan de manschappen van het regiment het ellendig gezicht besparen van een officier, die, des noods met het pistool in de hand, tot zijn plicht moest worden gedwongenhij gaf order den kapitein te evacueeren en naar het in de vrije zone gelegen hospitaal te brengen. Daar kwam Estève spoedig tot rust, zijn besluit stond wel vast om de correspondentie met den onbekenden weldoener in Barcelona te openen. Merkwaardig, dat deze man, die toch jaren als officier had gediend, over zoo wéinig gezond verstand beschikte, dat hij niet begreep, dat zijne correspondentie met het buitenland nauwkeurig zou worden nagegaan. Ongetwijfeld hebben de controleurs van het tweede bureau van het Ministerie van Oorlog zijn brieven gelezen en zoodoende geweten wat hij van plan was te doen. Wellicht daarom werd zijn verlof naar Spanje zoo gemakkelijk toegestaan, en ook uit dienzelfden hoofde ondervond hij bij het uitgaan van Frankrijk niet de minste moeite. Te Barcelona aange komen, begaf hij zich naar den hem door Dr. Bussens aangewezen philantroop, woonachtig aan de Rambla Santa Honica. Daar echter ontmoette hij hem niet, want een auto voerde hem langs zijpaden een eind buiten de stad, waar een man met reeds grijzend haar hem een nauwkeurig onderzoek deed ondergaan. „Uw vriend, Dr. Bussens," aldus kapitein Es tève, „heeft mij verzekerd, dat ik van U de hulp zou krijgen, die ik noodig heb. Want ik haat dien vervloekten oorlog^ en ik wil in Spanje blijven leven, waar mijn vrouw zich spoedig bij mij zal voegen. Als ge werkelijk een philantroop zijt, help mij dan." Maar dat was nu niet juist de bedoeling van de Duitsche spionnage-centrale, in welker handen de kapitein, zonder het te weten, was gevallen. Estève kon haar slechts van dienst zijn, wanneer hij naar Frankrijk terugkeerde. „Zeker," zoo zeide von Bolland want dat was de heer met het grijzend haar „wil ik U op voorspraak van D'r. Bussens van dienst zijn, maar ge moet dan ook mijne instructies opvolgen en U zoo spoedig mogelijk naar Parijs begeven." En wat Estève ook tegenwierp, welke angst hij toonde, van dit besluit was de vriendelijke philantroop niet af te brengen. „Dr. Bussens heeft gemakkelijk praten," zoo mopperde hij, „hij kan royaal zijn van het geld van anderen, maar dat geld moet eerst worden verdiend". En toen, hem ruw over den toestand inlichtend, merkte hij op, dat hij toch wel weten moest, dat hij met Duitschers sprak, met vijanden van zijn land, die echter de ware vrienden van den vrede waren. Doch Estève, die zich in veiligheid voelde op Spaansch grondgebied, wilde van geen terugkeer naaf Frankrijk booren. Tenslotte deed von Rolland het voorkomen als wild» stem, „lord Raymond heeft ons beloofd, dat wij morgen gaan picniccen in Hindworth." Lord Raymond was klaarblijkelijk zijn booze bui vergeten; hij scheen in vroolijke stemming en hield familiair Judy Slade's hand vast. Toen deze zag, dat Veronica het opmerkte, riep zij lachend: „Lord Raymond beweert, dat hij zijn voet ver stuikt heeft en bijna niet loopen kan!" „Hoe kom je er bij?" was zijn verbaasde ant woord, „ik heb je handen vastgehouden, omdat ik het prettig vind als je dat bedoelt?" Judy Slade en Hubert Denville keken elkaar geamuseerd aan, doch Veronica keerde hem den rug toe en liep terug naar huis. Denville, die haar begeleidde, bewaarde het stilzwijgen, totdat hij afscheid nam. Toen, zicil over haar han dbuigend, zeide hij: „Wel te rusten, Veronica." Zij bloosde en voelde zich een oogenblik als een gevangen vogel. Doch het volgende oogenblik nam hij reeds afscheid van Judy Slade. Dien avond, toen de kamenier Veronica's lang, blond haav had uitgekamd, bleef het meisje voor den spiegel zitten, turend naar eiken trek op haar gelaat, als wilde zij zoo trachten wijs te worden uit haar eigen gedachten. Plotseling stond zij op, draaide het licht uit en liep naar het venster. De maan stond hoog boven de heuvels en van haar lippen klonk zacht als een gebed: „ik wou, dat ik wist, wat liefde werkelijk is. Als zij vreugde brengt, zal ik er blij om zijn, als het verdriet beteekent, zal ik mij toch gelukkig ge voelen." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1