BINNENLAND
Radio en Radiogenot
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 28 JANUARI 1933.
3
brand te Velp vernemen w(j het volgende:
De brandweer van Rheden, welke met
drie stralen water gaf, zag wel spoedig In
dat zy den brand niet zou kunnen beperken.
Daarom werd de hulp ingeroepen van de
Arnbem8che brandweer, welke met een
motorspuit en een slangenwagen onder lei
ding van den commandant onmiddellijk uit
rukte. De Arnhemscbe brandweer verleende
assistentie met drie slangen, zoodat nu zes
stralen op de vuurzee gericht konden wor
den. Het gelukte de aangrenzende pereeelen,
o.m. een auto- en rijwielgarage, door voort
durend nathouden tegen het vuur te be
schermen. De „Kleine Harmonie", de zaal,
café en woonhuis z(jn geheel afgebrand, zoo
mede werd een schuur door het vuur vernield.
Kr staat alleen nog een stuk van den gevel
van het woonhuis. Al het andere is een
puinhoop geworden. De strenge vorst belette
wel is waar niet het blusschingswerk, doch
het bluschwater, dat over de straat stroomde,
vormde een gladde ijsbaan, die het moeilijk
maakte voor de brandweer om op to werken.
De commissaris van politie liet wagens
,met zand aanrukken om deze ongewenschte
jsbaan te doen verdwijnen. Tegen drie uur
|was de brandweer het vuur meester. De
randweer bleef nog de rookende puinhoopen
athouden. WegeDS de felle koude waren
r niet veel nieuwsgierigen. Ook de burge-
eester en een der wethouders waren aan-
ezig.
Deze brand is vermoedelijk ontstaan dooi
en kachel, welke achter in de zaal van
De Kleine Harmonie" stond. Verzekering
ekt de schade.
De brandweer van Rheden had, zoo wordt
og gemeld, aanvankelijk veel last met het
oppelen der slangen aan de waterleiding,
'oen zij in de nabijheid van denbraodeen
erbiDöiDg tot stand bracht, sproDgeender
oppels en ontstond een groot leb, welke
en druk van de waterleiding verminderde,
ien en ander gaf vertraging en had ten
evolge, dat toen er water werd gegeven,
e brand reeds een dergeijjken omvang had
enomen, dat aan veel redden niet meer te
enken viel.
FELLE BRAND TE KELDONK.
Zagerij en twee loodsen verwoest.
KELDONK, 25 Jan. In den afgeloopen
lacht woedde in de fabrieksgebouwen der
lioomzagerij en -kuiperij der firma Van
lith alhier een zware brand, waardoor het
>heele gebouwencomplex werd verwoest.
Jmstreeks een uur hedennacht werd de
Igenaar der fabriek, de heer Van Lith,
riens woonhuis naast de fabriek gelegen is,
lotseling gewekt door het geknetter van
lammen. Toen hü uit het venster keek,
pmerkte by tot zijn grooten schrik, dat
^n der fabrieksgebouwen, waarin o.a. de
uiperij, de zagerij on de machinekamer
Jjn ondergebracht, en waarin tevens een
foote partij hout was opgeslagen, in lichte-
aie stond. Onmiddellijk werd de dorps-
landweer gealarmeerd. De brandspuit ver-
Iheen spoedig ter plaatse, doch was door
:mis aan water in de naaste omgeving
|et in staat het fel oplaaiende vuur te
uiten.
lAangewakkerd door den feilen Oostenwind
iepen de vlammen snel om zich heen,
Eetig voedsel vindend in de groote voor-
Aden hout, die in de gebouwen waren op-
Islagen. Twee er naast gelegen houten
:>dsen werden eveneens door het vuur
rrast en stonden ook weldra in volle vlam.
in redden viel niet meer te denken. Alle
brieksgebouwen vielen aan het vernielende
|ur ten offer. Vanmorgen was er van het
beele complex nog slechts een rookende
linboop overgebleven. Dank zij de gunstige
ndrichtiDg was het naast de fabriek ge
ren woonhuis van den fabrikant voor aan-
ïting gespaard.
De schade, die zeer groot is, wordt door
^-zekering op beurspolis gedekt. Omtrent
oorzaak van den brand valt niets met
^erheid te zeggen. In het fabrieksgebouw,
ar het vuur is ontstaan, is tot gister-
bod zes uur ongeveer gewerkt. Het ver
deden wordt geopperd, dat de arbeiders
vuur in den baard, waarin de houten
len worden droog gestookt, niet voldoende
pben gedoofd, waardoor waarschijnlijk
ter een vonk op een nabij gelegen partij
pt is gevallen.
ERNSTIGE BRAND TE TILBURG.
foensdagavond omstreeks acht uur is een
Ie uitslaande brand uitgebroken in de Til-
lgsche Kamgarencentrale van de firm»
|ge en Co. aan de Willem II straat te
burg. Een groote voorraad wol gaf onmid-
|(jk aan het vuur in het drie verdiepingen
ge gebouw gretig voedsel, zoodat toen
brandweer verscheen, alles reeds in licht»
e stond Met een groot aantal stralen
den de vlammen aanstonds krachtig aan-
pst, maar er was geen redden meer aan-
achtergelegen graan- en meelpakhuis
de firma van Loon en Co. werd even-
spoedig in den ramp betrokken
werd het een grootsch, angstwekkend
nuwspel, met een ontzaglijken regen van
rvonken, die voor de omgeving, in het
'rum van de stad, Diet weinig gevaar
werden. Een naastgelegen autogarage van
Ifirma van Osch, zoomede een stal me'
paarden, eigendom van den heer L-
Loon, konden nog juist ontruimd wor-
en weldra bleek, dat ook de synagoge
het post- en telegraafkantoor konden
den behouden.
angzaam maar zeker brandden de beide
zetaste gebouwen geheel uit. De voor-
wol en oDgeveer 60 000 K G. graan e"
gingen met de aanwezige machinerie
kl verloren. Omstreeks tien uur was meB
den brand in zooverre meester, dat voor
verdere uitbreiding niet meer behoefde te
worden gevreesd. De schade, die nog niet
kon worden vastgesteld, is voor beide firma's
zeer groot, maar wordt door verzekering
gedekt.
STlttifiK VAN EËN UPLIUUTEtt.
Hoe een familie te Kotterdaiu
in de val liep.
ROTTERDAM, 24 Jan. De familie P.
aan den Bergweg alhier is de dupe geworden
van een sluwen oplichter. Het huis dezer
familie stond reeds eenigen tijd te huur.
Dikwijls waren er vreemdelingen geweest
om het te bezichtigen, zoodat het den be
woners niet verwonderde, toen zich gister
middag weer een gegadigde meldde. Het was
aeu nog betrekkelijk jeugdig heer, zeer be
leefd en bijzonder bespraakt. Het gesprek
o?er het huren van het huis vlotte dan ook
best. Aanvankelijk vond hij den huurprijs
wel wat hoog, maar „een gezellig huis is
toch maar alles", had hij gezegd. Hij sprak
nog wat over eventueels overneming van
meubels, waarvoor de familie veel voelde.
De toekomstige bewoner wandelde door de
verschillende kamers, betastte stoelen, tafels
en opende laden van dressoirs en kasten om
de afwerking eens te zien. In weinig minuten
tljds had hij alles bekeken en hij zeide veel
te voelen voor de overneming der meubelen.
AUes scheen vlot van stapel te loopen. Plot
seling deed de huurder een vraag, welke het
echtpaar wellicht niet had verwacht, n.l.of
het huis ook gehoorig was. De huurder had
aan niets zulk een grooten hekel als aan een
gehoorig huis, temeer daar hij graag knut
selde en dit werk voor de hu\3genooten zeker
zou moeten staken, als het gehamer tot in
alle kamers doordrong. De heer P. beweerde,
dat het huis in het geheel niet gehoorig was,
hetgeen mevrouw beaamde. Alles wat het
echtpaar hem had verteld over het huis had
de bezoeker dadelijk willen aannemen, doch,
wat men hem vertelde over den soliden bouw,
daaraan wilde hij maar niet dadelijk geloo-
ven. Echter het bewijs zon spoedig geleverd
kunnen worden als de heer des huizes nu
eens naar den kelder ging en mevrouw naar
de serre. Zij zou dan eens flink op den muur
kloppen, dan zou de huurder wel kunnen
constateeren, of het geluid tot in de woon
kamer doordrong. De heer P. was voor deze
proef te vinden en verdween in den kelder.
Mevrouw ging schoorvoetend naar de serre.
De vreemdeling bleef in de kamer en com
mandeerde even later, dat er geklopt moest
worden. Eenige minuten lang had de heer
reeds op den muur gestompt, toen de be
zoeker hem toeriep, dat hij het nu wel wist.
Even later kwamen de heer P. en zijn vrouw
in de kamer terug, maar weg was de vreem
deling. Uit de kast vermiste het echtpaar
een geldkistje met 173.
ALS TWEE RUILEN, MOET ER EEN
HUILEN
In dit geval de varkens.
ALPHEN a. d. RIJN, 24 Jan. Waartoe
de meer en meer toenemende ruilhandel
kan leiden, bewijst het volgende:
Een landbouwer in de omgeving van
Alphen ad. Rijn was met een veehande
laarster in veevoeder een overeenkomst aan
gegaan, waarbij laatstgenoemde aan den
landbouwer een hoeveelheid veevoeder zou
leveren, waarvoor deze als tegenprestatie
op eveneens overeengekomen datum eeü
zeker aantal varkens en koeien aan de han
delaarster zou leveren. Toen de levertijd
echter aanbrak, ontstond er een geschil
tusschen partijen over kwaliteit, soort en
gewicht der varkens en de veevoederhan
delaarster weigerde de dieren te accepteeren.
Toen de varkens, 20 a 30 stuks, toch werden
aangeboden, werd men naar een adres ver
wezen, waar de dieren onder dak gebracht
konden worden. De op dit adres wonende
persoon, die eerst den volgenden morgen
tot de ontdekking kwam plotseling eigenaar
te zyn geworden van een zoo grooten vee
stapel, moest echter niets van het knorrend
gedoe hebben. Hierop werden de varkens
weer naar het terrein van de veevoeder-
handelaarster getransporteerd. De beesten
gaven in een luid geknor hun misnoegen
over het drukke vervoer te kennen en snuf
felden bovendien al spoedig op belendende
terreinen daar zij honger kregen. Het gevolg
dat de hulp der politie werd inge-
toepen, doch deze achtte zich niet geroepen
10 grijpen, zoolang de dieren zich niet
°P den openbaren weg vertoonden. Naar haar
doening betreft het hier een civiele kwestie.
Het slot van deze varkens-geschiedenis
^U3 wel zijn, dat de hulp van den rechter
g worden ingeroepen om het geschil te
Intusschen worden echter de varkens, die
geheel zonder verzorging zhD, de dupe van
Q0 historie,
POSTBOOT YASTGELOOPEN.
'An Schiermonnikoog wordt gemeld:
on d°rJ?efc ve'e en rï0n 'a£ten waterstand
d« li ,Vaddenzee en in het Friesche Gat is
mnn Ju ?US8Chen Oostmahorn en Schier-
VerrJ 0,0* 10 het M8 vast blijven zitten
Ita oftJ v. za^ de f^608t wegens het vele
zal SJ utmoeten worden. Bij hoog wat.er
krijgen ^rcJeD' d0 b°ot weer vlot te
do noVhfJ. 18r» pa98aeier aan boord van
boot je over trachten °P eeD
kunnen bereiken °m Z°° den wal te
VRACHTBOOT INGEVROREN.
Woensdag is de vrachtboot Burgemeester
Van Marie, van den dienst Deventer—Am
sterdam, welke in verband met den toestand
op het meer Flevo binnendoorvoer, in de
binnenhaven van het Zederikkanaal tusschen
Gorinchem en Vianen ingevroren.
VEESMOKKELARIJ NAAR BELGIË.
Eenige grensbeambten geschorst.
AARDENBURG, 23 Jan. - Er wordt,
zooals men weet, den laatsten tijd vee in
grooten getale over de grens naar België
gesmokkeld.
Hoe dat mogelijk is, is dezer dagen weer
eens gebleken. Een bekend veehandelaar uit
deze gemeente, die er kort geleden nog in
een herberg op snoefde, wei het record te
hebben geslagen in dezen, door op een avond
90 koeien over te brengen, werd de vorige
week in België als verdacht van smokkelen
in hechtenis genomen. Het betrof hier een
vroegere smokkelzaak, waarin men hein
verdacht, betrokken te zijn geweest. Van
betrapping op heeterdaad was dus geen
sprake.
Bij fouilleering, na zijn aanhouding, vond
men in zijn zak een volledig rooster vao
den dienst der grensbeambten voor de vol
gende drie dagen. Deze ontdekking, die veei
opheldert, gaf den Belgischen autoriteiten
aanleiding een paar grensbeambten te schor-
MARGARINE OVER DE GREN8
GESMOKKELD,
DIEPENHEIM, 24 Jan. Door rijks- en
gemeentepolitie en een jachtopziener is aan
den rand van een bosch, behoorende tot het
kasteel „Nijenhuis" een party van 450 K.G.
Duitsche margarine gevonden. Ten aanzien
van deze margarine was niet voldaan aan
de bepalingen van de Crisis-zuivelwet,zoodat
het hier smokkelwaar betrof. Het tweetal
personen dat in de nabijheid van de waren
werd aangetroffen, zekere G. B. uit Gianer-
brug en G L uit Amsterdam, werd door de
politiebeambten staande gehouden Zij hebben
bekend dat door hen margarine vervoerd
was, zonder dat zij in het bezit waren van
een geleibiljet. De partij is in beslag geno
men en tijdelijk op het gemeentehuis ge
deponeerd.
Nader vernemen wij, dat de marechaussee
te Hengelo en Goor er mede bekend was,
dat deze boter over de grens gesmokkeld
zou worden en daarna per auto naar Am
sterdam zou worden gebracht. Aan geen
enkel bevel tot stoppen werd echter gevolg
gegeven, totdat een autodefect de smokke
laars noodzaakte de waar tijdelijk in het
struikgewas te verbergen.
VAN EEN IJSSCHOTS GERED,
i Moedige daad van vier visschers. Moeilijke
tocht in roeibootjes tusschen ijsschollen
j om hun kameraden te redden.
Bange uren in ijzige koude.
BLOKZIJL, 25 Jan. Zooals wij reeds ge
meld hebben, zijn drie spieringvisschers op een
ijsschots afgedreven. Na een uiterst moeilijken
tocht wist men de visschers te bereiken en
behouden thuis te brengen.
Toen wij op den dijk tusschen Vollenhoven
en Blokzijl kwamen, zagen wij reeds de ijsvlet
uit Vollenhoven met zeil omhoog en bemand
door visschers op de schaatsen in de richting
van Blokzijl trekken. Van den wal af konden
wij duidelijk waarnemen dat deze menschen
met moeilijkheden hadden te kampen en
slecht opschoten. Langs den dijk stonden
overal groepjes belangstellenden en nieuws
gierigen te kijken en heel Blokzijl was uitge-
loopen om naar de moeilijke reddingspogingen
van het havenhoofd af te kijken. Wij verna
men dat per kijker was waar te nemen dat deze
visschers aan boord van twee vaartuigen waren
genomen en dat deze in de richting van het
strand voeren.
Ter spieringvangst waren vanmorgen met
een slede uitgegaan de gehuwde visschers
Riekent Vis, Marten Geurs Czn., en Marten
Geurs Hzn., allen te Blokzijl woonachtig. Zoo
als bekend is het IJsselmeer tot enkele meters
uit de kust met een dikke ijslaag bedekt en
oefenden de visschers daarop hun beroep uit.
Omstreeks tien uur was een ingezetene van
Blokzijl op het havenhoofd en zag daar dat
het ijs' afscheurde en snel afdreef. Hij holde
naar Blokzijl terug en maakte daar alarm,
alles ijlde naar den havendijk, waarheen ook
een wagen werd getrokken, daarop werd een
groote roeiboot geplaatst met slechts één riem-
bloken door twintig personen getrokken ging
het naar het strand, over het ijs, totdat de
boot het water had bereikt. Ook een tweede
kleine roeiboot werd ten slotte uit de haven
gebracht, over den havendijk gejord en even
eens te water gelaten. De eerste boot was
bemand met S. Ruiter en N. Zandbergen, de
tweede boot met P. Ruiter en J. Regeling.
Van den wal af werd met angst en bewon
dering de moedige daad der jongelieden ge
volgd. Daar de ijsschol met de visschers erop
ongeveer twee kilometer was afgedreven en
de zee zeer ho! stond, was het een zware karwei
voor de jongens. Duidelijk was te zien dat de
kleine vaartuigjes water over kregen en een
moeilijken strijd tegen golven en ijsschollen
hadden te voeren.
Doch onversaagd werd de tocht voortgezet.
Ten slotte wisten de heide bootjes, die op on
geveer vijftig meter van elkaar voeren, door
de talrijke ijasschotsen heen te komen en aan
de wegdrijvende ijsschots te meeren. De drie
visschers, de slede en de netten werden aan
boord genomen en men aanvaardde vervolgens
de terugreis, waarbij het kleine bootje de groote
boot op sleeptouw moest nemen aangezien
met den vaarboom geen grond was te halen.
De terugtocht.
Toen men de vaartuigen zag terugkeeren,
holden velen, waaronder de burgemeester, de
heer Bulten, naar liet strand. Dc terugtocht
met de thans zwaar beladen bootjes was wel
verre van gemakkelijk, doch tegen halftwee
waren redders en geredden weer op liet vaste
ijs gekomen, waar de burgemeester de gered
den gelukwenschte en den moedigen redders
hulde bracht voor luin kloek en vastberaden
optreden. Allen zaten, zooals begrijpelijk is, dik
onder het ijs en ook de booten waren met een
stevige ijslaag overdekt. Met gejuich werd de
schare te Blokzijl ontvangen.
Nadat zich in Blokzijl de mare verspreid
had dat er visschers op een ijsschol van de
kust waren gedreven en in nood verkeerden,
was terstond hulp en assistentie gevraagd van
de Lemster-reddingsboot en voorts aan de vis
schers van Vollenlioven. Uit Lemmer kon men
echter geen hulp verleenen, daar de boot niet
buiten kon komen. Te Vollcnhove bracht men
de ijsvlet naar buiten en trokken 16 visschers
er op uit. Herhaaldelijk zakte de zware boot
door het ijs; zij werd er evenwel telkens weer
opgeheschen en voorwaarts ging het weer.
Langzaam vorderden oeze kloeke zeerobben.
Ten slotte hadden zij de menschen aan den wal
naar het strand zien hollen, waardoor het hun
duidelijk werd dat de redding reeds was gelukt
en hun pogingen niet meer van noode waren,
waarop de mannen de vlet lieten liggen en per
schaats naar Blokzijl reden om wat meer over
het gebeurde te vernemen en voorts redders en
geredden geluk te wenschen. Ook deze mannen
verklaarden ons dat het een kunstuk was ge
weest om met die gebrekkige bootjes bij zoo'n
woeste zee ter redding uit te varen. Wanneer
de wind iets had opgestoken, zouden de redders
zeker den dood in de golven gevonden hebben.
Afgedreven.
Later op den middag hadden wij een onder
houd met een der gebr". Vis. Deze vertelde ons
dat zij des morgens om negen uur ter spiering
vangst waren vertrokken.
Op ongeveer 1500 meter uit de kust waren
wij bezig met het hakken van bijten in het ijs
voor de netten, aldus vertelde Vis ons, en wij
hadden reeds acht van de tien netten uitgezet,
toen wij plotseling de netten in de richting
van de kust zagen verdwijnen, in eens bemerk
ten wij toen een scheur in het ijs. Wij liepen
direct den kant uit in de richting van de kust.
Op dat oogenbiik was de scheur echter al vijf
tig meter breed geworden. Wij haalden de net
ten weer op. Toen zagen wij dat wij op een
groote ijsschol stonden en met groote snelheid
in de richting Urk-Schokland afdreven. Door
middel van een zak, die aan een stok ge
bonden werd, gaven wij noodseinen. Eerst na
verloop van drie kwartier zagen wij iemand op
den havendijk hard in de richting Blokzijl loo
pen en wij begrepen dat men het gevaar, waar
in wij verkeerden, aan den wal had bemerkt.
Hoewel wij snel afdreven, konden wij niette
min zien dat van den wal af reddingspogingen
in het werk werden gesteld. De zee was tus
schen den wal en de ijsschol intusschen zeer
ruw geworden. Weldra zagen wij een tweetal
bootjes dat tusschen de ijsschollen rond
dobberde en op de hooge golven veel moeite
had om ons te bereiken en hulp te bieden.
Wij waren onderwijl zeker wel 2000 meter van
de kust afgedreven en de vaartuigjes, die wij
in de verte zagen worstelen om ons te helpen,
vorderden slechts langzaam. Doch toen wij
hen al meer en meer zagen naderkoinen wer
den wij weer geruster.
Met levensgevaar trotseerden de opvarenden
van de bootjes het dreigende gevaar en zij
ploeterden voorwaarts, totdat ten slotte de
grootste boot aan den afgescheurden kant
meerde. Even later kwam ook het tweede
schuitje. Wel is waar waren wij toen van de
ijsschol gered, doch we waren intusschen. nog
lang niet veilig aan den vastewal. Met veel
moeite gelukte het echter de beide bootjes
weer van den kant van de afgescheurde schol
naar de kust te brengen, waar burgemeester
en veldwachter met vele ingezetenen ons ver
welkomden. Het was een knap stukje werk
geweest van deze vier jongemannen. De net
ten van vandaag, zoo ging Vis verder met zijn
relaas, hebben wij nog weten te redden, doch
die van gisteren, een twintigtal, die wij had
den uitstaan, zijn verloren gegaan.
Dat het een paar bange uren waren geweest
ook voor de familieleden, die aan den wal
waren achtergebleven, gaf de eclitgenoote van
den visscherman ons grif toe.
Bescheiden redders.
De redders waren wel wat erg bescheiden
en eerst na veel moeite en herhaaldelijk aan
dringen bereid een en ander te vertellen over
hun moeilijken en kouden tocht door liet ijs
en het water. Zij beschouwden het blijkbaar
niet als zoo bijzonder belangrijk wat zij ver
richt hadden. De reddeis waren'geen visschers-
menschen, maar niettegenstaande dit, goed op
het water thuis. In hotel Van Ens spraken wij
de gebroeders Ruiter en J. Regeling. De ge
broeders vertelden thuis te hebben gezeten
toen zij plotseling hoorden dat iemand riep;
„De visschers drijven af!" Een van hen greep
een hakbijl, rende naar de sluis en begon daar
een punter uit het ijs te hakken, üc boot,
waaraan slechts één roeidolf (d.i. het voor
werp aan den rand van de boot waarin de
roeiriem behoort bevestigd te worden) zat,
werd op een wagen gezet en deze werd door
rappe handen naar het strand getrokken. De
boot werd vervolgens op liet ijs van den wagen
gehaald en naar open water getrokken, waarna
S. Ruiter en N. Zandbergen erin plaats namen.
Wij moesten, aldus Ruiter, met een vaar
boom deze boot voortbewegen en door de
vorst werd die met een ijslaag bedekt, waar
door dus het werk ernstig werd bemoeilijkt.
Ook kregen wij veel water over dat direct in
ijs veranderde. Het andere bootje was per
slede naar buiten gebracht, over het haven
hoofd gesjord en wij zagen dit kort achter ons
aau plueteren. Dit schuitje kreeg het, daar het
veel te klein en te rank was, zwaar te ver
antwoorden en wij vreesden al het ergste toen
het op een ijsschol voer. Zij hield het gelukkig
vol, zij het met moeite.
Ja, dat was niet zoo plezierig, interrum
peerde Regeling. Wij verloren met die manoeu
vre althans een riem, dien we echter na veel
moeite weer op wisten te pikken.
Hoe dichter wij de zware ijsschots nader
den, vertelde Ruiter verder, hoe meer last we
van het drijfijs en van de schollen ondervon
den. Ten slotte slaagden wij erin bij de af-
gedrevenen te komen; wij namen dezen aan
boord van onze bootjes enkeerden daarna naar
den wal terug.
VALSCHE MUNTERSCOMPLOT.
Den laatsten tjjd kwamen weer herhaal
delijk klachten by de Rotterdameche politie
öiunen van menschen,die valscbgeld hadden
ontvangen. Het betreft hier evenals in
het najaar valsche muntstukken, zooals
guldens, ryksdaalders en kwartjes.
De afdeeling valschgeld-eentrale van de
centrale recherche alhier kreeg na eenige
dagen 3peuren, verdenking tegen twee broers,
de 89-jarige broodbezorger J. W. B. en de
29-jarige broodbezorger G. J. S. B. Op dit
tweetal waa men gekomen, doordat er vooral
veel klachten waren gekomen van menscben,
by wie deze broers dagelyks brood bezorgen.
De klanten hadden, nadat zij van de brood
bezorgers geld terug hadden ontvangen,
veelal valsche munten in hun bezit gekregen.
Maandag werd bovendien ontdekt, by he!
nagaan van de gangen van de broeders, dat
J. W. B. materiaal koebt, dat dienst zou
kunnen doen voor het vervaardigen van
valsch geld. De recherche had toen evenwel
nog niet voldoende gegevens verzameld, die
een aanhouding reeds wettigden.
Dinsdagmorgen echter kon men tot de arres
tatie van J. W. B. overgaan. Dit geschiedde,
toen hij de woning, die hij met zijn broei
in de Heemraadstraat gehuurd heeft, verliet
Op den arrestant werden een groot aantal
valsche guldens, rijksdaalders en kwartjet
gevonden. Korten tyd na de eerste aanhou
ding werd ook G. J. S. B. op straat aan
gehouden, die eveneens valsche munten in
zijn bezit had. De broers zyn in het hoofd
bureau opgesloten.
Dinsdagmiddag had in hun woning aan
ie Heemraadstraat een huiszoeking plaats.
De politie vond er -een partij matrijzen,
dienende voor het vervaardigen van valsche
munten, een aantal valsche kwartjes, tin,
lood, smeltkroezen en chemicaliën. De heele
inventaris van de valsche munters werk
plaats werd in beslag genomen. Hierbij viel
vooral ook op een groote party valsche
stuivertjes.
De aangehoudenen hebben by het eerste
verhoor verklaard niet te weten hoe zy aaD
het valsche geld kwamen en evenmin te
begrijpen hoe de valsche munters installatie
in hun woning is gekomen. Deze verklaring
zal hen evenwel heel weinig baten. De broers
zijn oude bekenden van de politie, die reeds
verschillende vonnissen achter den rug
hebben.
De Centrale Recherche waarschuwt het
oubliek om bij het ontvangen van geld goed
uit te kijken of men geen valsche munten
in handen krijgt. Men vermoed n.lheel sterk,
dat er •'og een groot aantal valsche munteD
in omloop zijn te Rotterdam. Bovendien
wordt het publiek dringend verzocht om de
politie dadelijk te waarschuwen, indien men
„verdachte" geldstukken heeft ontvangen.
Dit vooral, omdat er vermoedelijk in deze
stad nog eenige valsche munterswerkplaat
sen zyn, van waaruit min of meer geregeld
nagemaakt geld in omloop wordt gebracht
Het onderzoek hierna wordt door de recherche
krachtig voortgezet.
li.
BE GEVAREN.
Wanneer men belang stelt in een onderwerp
en dus geen gelegenheid laat passeeren om
ervaring en kennis hieromtrent te vergaren
dan komt men soms tot een conclusies weike,
zeer voor de hand liggend en eenvoudig, toch
een ander zijn ontgaan. Zoo is het ook gesteld
met het radioprobleem. Er zit veel meer aan
vast dan oppervlakkig vermoed wordt, een
opmerkzaam beschouwer begrijpt dit alras.
Boven deze schets staat „de gevaren" en
u schudt ongeloovig het hoofd en denkt glim
lachend „gevaren hier, gevaren daar. ook al
in een radiotoestel, och kom, natuurlijk weer
die overdrijving." Neen, waarde lezer, geen
overdrijving doch werkelijkheid. Met deze
gevaren bedoel ik niet de moeilijkheden waarin
de kunstenaarswereld is geraakt, doch de
persoonlijke nadoelen welke bij een onoordeel
kundig radioluisteren gevaren voor u zelf
inhouden.
Ten eerste bestaat de mogelijkheid dat de
iuidsprekermuziek gaat vervelen en ten tweede
dat men er aan verslaafd geraakt; beide
omstandigheden duiden op verkeerd radio-
gebruik. iemand dier ookt en dit den ganschen
dag doet, proeft de ware aroma van z'n sigaren
niet meer, liet is sleur geworden om een eindje
sigaar tusschen vingers en lippen te klemmen,
doch wie op bepaalde tijden zich trakteert
op een prima rookertje zal met intens genoegen
deze weelde waardeeren. Zoo van af „Lappy
dag en „goede morgen dames en heeren" tot
het „de Avro gaat nu sluiten" Uw toestel
dagelijks in functie is en van uur tot uur de
gerechten van liet omroepmenu u door de
keel gegoten worden, dan dreigt onherroepe
lijk gevaar om te geraken tot een der twee
genoemde toestanden.
Gaat liet u vervelen, dan sluit zicli een
bron van genot en ontwikkeling voor u; raakt
j u er aan verslaafd, dan zijt ge de uitvinding
;der radio niet nut. Zoo een sleur-rookcr
zonder damp-inateriaal een visch op het
droge is, dat is de sleur-iuisteraar met een
kapot toestel dit eveneens. Hoewel hij zicli
doorgaans geen rekenschap geeft van wat op
dit moment van uit de studio hem wordt toe
gezonden, en dan alleen wanneer een bekende
„mop" galmt hij zich bewust wordt van hel
radiogeluid welke intresse zich uit in het mee-
brullen van 't refrein, deze zelfde „luisteraar"
weet geen raad zoo een defect stilte in z'n
omgeving brengt en allerlei variaties op de
mopperzin „het is toch niks als zoo'n ding
kapot is, veel te stil" worden geuit. Zoo iemand
kan het best zonder programma stellen. Een
typisch geval heb ik meegemaakt, hetwelk
ook nog een ander licht werpt op deze zaak.
Ik kwam bij iemand op bezoek, bij mij inge
schreven als „sleur-iuisteraar" en zijn toestel
was zwijgende. Belangstellend informeerde ik
of er mankement de oorzaak van dit ver
schijnsel was; het antwoord luidde alleszins
verrassend: „de dokter heeft voorloopig radio
verboden." Met groote vraagoogen staarde
ik hem aan en toen kwam de oplossing. Mijn
kennis had namelijk een kleinkind en dit had
reeds geruimen tijd teekenen van groote
zenuwachtigheid vertoond, zóó zelfs dat
't noodig was een arts te raadplegen. Deze
constateerde dat het voortdurende radiolawaai
van zeer nadeeligen invloed was op het gestel
der kleine, van daar bovenstaand verbod!
Langer verwijlen bij dit punt mag ik niet
want er is nog meer in de pan. Met de radio
is er iets in het gedrang gekomen, en een
gevaar ontstaan dat ernstige gevolgen met
zich brengt. Dit gevaar is te bestempelen met
den liefelijken naam van parasiteeren, en is het
tegenovergestelde van het aangenaam klin
kende woord presteeren. Iemand die presteert
bereikt iets met overwinning van moeilijk
heden en het zich bijbrengen van kunde. Dit
presteeren is opzichzelf een genot en kweekt
zelfrespect en energie. De parasiet (bah, wat
een woord) stemt geheel op de bereikte pres
taties van andere, geeft zich geen moeite om
voor zich iets te bereiken, en staat doorgaans
spoedig met een oordeel klaar. Versta mij goed,
ik bedoel niet dat een ieder verplicht is om
alvorens van andermans werk te genieten
zelf daarin een zekere bedrevenheid moet
verwerven! Maar wat dunkt u van het vol
gende? Pa koopt een radiotoestel en zet de
piano de deur uit „Nou hebben we genoeg
muziek in huis." Punt. Ma zit te luisteren naar
een Jazz-band; het is voor zus de tijd van
muziekstudie, de kleine maakt ma hieraan
opmerkzaam (oh, wat een ijverige meid) en ma
zet niet het radiotoestel af doch stelt zus
studieuur uit. d.w.z. daar komt niets meer
van. Punt.
Op bovenstaande gevallen zijn natuurlijk
legio variaties te beleven en dagelijks doe ik
op dit terrein nieuwe ondervindingen op. De
ouders, misschien waren zij vroeger niet in de
gelegenheid om zelf op muzikaal gebied iets
te presteeren, de omstandigheden kunnen van
dien aard geweest zijn dat van muziekstudie
niets kon komen. Hierin treft hen geen schuld,
en de omroepconcurrenten kunnen den waren
muziekliefhebber veel vergoeden van het
gemis om zelf muziek te herscheppen. Maar
velen gaan thans zoover om hun kinderen de
gelegenheid te ontzeggen zich datgene eigen
te maken wat zij zelf ontberen. Aan de eene
zijde een egoïsme met het oog op het moeten
afzetten van het radiotoestel, aan de andere
zijde heerscht de foutieve gedachte dat het
thans niet meer noodig is zelf te musiceeren.
Nog iets. In de concei tzaai zwijgt en luistert
men, in de huiskamer tracht u te~luisteren en
spreekt een ander of ander&.om-Hier-schuilt
't gevaar dat men den eerbied voor een groote
machtige niuziekbelevenis gaat verliezen.
Verder. Met dezelfde knop is de mogelijk
heid daar om rommel, pruts, nietszeggende
muziek en goede kunst in uw omgeving toe te
laten. O, hadden alle radioirs één ons onder
scheidingsvermogen, en we waren een reuze
stap in de goede richting, namelijk die welke
leidt naar" de muzikale ontwikkeling der
menscheid door middel der radio.
Hierover zal ik een volgende maal iets
schrijven, hopende een weinigje bij te dragen
tot de muzikale vorming door"hooren en doen.
Middelhamis. F. A. Bernard.
-V
(Adv.ï
Centraio Veiling voor Goeree Orerflakkee
te Middelharnis.
Veiling van Donderdag 26 Januari 1933.
UIEN.
GROVE1,70.
GEWONE (cirkelmerk) 2,66.
GEWONE (met trosm.) 2,82.
DRIELINGEN 1,40.
PICKLERS2,50.
Alles per- en inclusief baal.
Aanvoer 85.960 K.G.
EIEREN.
Kipeieren 48—49 K.G. 3,— tot
idem 56-60 3,75 4,05.
Idem bruin 69 4,06 4,60.
Eendeieren 4,—
Aanvoer 10.500 eieren.