eest „Onze Eilanden"
Tandarts BUIJS
m
f
Burgerlijke Stand
PREDIKBEURTEN.
KOLFF ZOON
ZITDAG
DIE-WATERVERF
Beste!
WOENSDAG
25 JANUARI 1933
Doodelijke sprong van een toren.
ZIGEUNERBLOED.
LANDBOUW
MIDDELHARNIS.
Geboren: Tannetje Maartje d. v. Willem
Driesprong en Adriaanlje Buscop.
Overleden: Adriaantje Mejjer, 66 jr. echt-
genoote van T. C. Nipius.
DIRKSLAND.
Geboren: Jozina, d v. Baatiaan Mattheua
Zoeteman en Elizabeth Dane.
Overleden: Abraham Wolfert, 13 jaar, z,
v. Dingeman Wolfert en Arentje van Bode-
gom.
HERRINGEN.
Geboren: Johanna, d. v. Philip Logmans
en Geertje Melissant.
Overleden: Abraham Munters 86 jaar,
echtgen. van Anna Overdorp.
NIEUWE TONGE.
Ondertrouwd: Johannis HoogstraateHzn.
25 j. en Sanderina Koppenaal, 21 j.
Overleden: Margretha Verolme, 72 j., vr.
v. Jan Roozenbeek; Maatje Esser, 89 j., wed.
v. Willem van Vliet.
OOLTGENSPLAAT.
Geboren: Arend Jacob, z. v. Arend van
Hassent en Cornelia Jannetje vanNieuwaal;
Elizabeth, d. v. Cornelia van Dam en Maartje
sseweijer; Huibrecht, z. v. Cornelis van
Dam en Cornelia Kamp.
Ondertrouwd: Marius de Bakker, 25 jaar
n Maria Jannetje Troost, 24 jaar.
Zondag 22 Januari 1933.
NEDERLAiNDSCH HERVORMDE KERK.
iddelhamis, Tm. en 's ay. dhr. Vermaas uit
Rotterdam.
ommelsdijk, vm. en 'sav. ds. van Asch.
irksland, vm. ds. v. d. Wal en's av. dhr. Baart,
erkingen, vm. en 'sav. dhr. Overweel.
elissant, vm. ds. Bouw en 'sav. leeskerk.
tellendam,j vm. en nam. dhr. Bouman.
oedereede, nam. ds. Polhuqs.
uddorp, vm. en nam. ds. van Ameide.
Nieuwe Tonge, vm. en 'sav. dhr. Barneveld
uit Delft.
ude Tonge, vm. en 'sav. ds. Verkerk,
oltgensplaat, vm. leeskerk en 'sav. ds. Bouw.
aDgstraat, vm. en 'sav. dhr. Vetter,
en Bommel, vm.leeskerk en 'sav. ds. v. d. Wal.
tad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en
nam. leeskerk.
EREENIGING VAN VRIJZ. HERVORMDEN,
ommelsdijk (Langeweg), geen dienst.
GEREFORMEERDE KERK.
iddelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
elissant, vm. en 'sav. leeskerk.
tellendam, vm. en nam. leeskerk.
uddorp, vm. en nam. dhr. Volten uit Utrecht,
ltgensplaat, vm. en 'sav. ds. J. C. v. d. Kujjl
uit Laren.
n Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
ad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft'.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN,
'ddelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
rksland, vm. en 'sav. ds. de Blois.
-rkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
ddorp, vm. en nam. leeskerk.
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
'ddelharnis, vm. en 's av. ds. Laman.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE,
ddorp, vm. ds. Foppema.
WALITEITEN
BOURGOGNE-,
OEZELWIJNEN
SS
s s s
sss
RNIS OPGERICHT 1786
houdt
Donderdags te Dirkstand, in
Hotel Polderman vanaf half 11
tot 4 uur.
Vrijdags te Oude Tonge, in
Hotel Van Veen vanaf half 11
tot 4 uur.
Die dagen SPREEKUUR te MID
DELHARNIS, 's morgens van hall
9 tot 10 uur, 's avonds van
tot 8 uur.
eiken boekhandel.
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f 1-
0,07s
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
15E JAARGANG. - N°. 23
Rotterdammer, die het „record" wil verbeteren
valt op het water te pletter.
Wanhoop eener moeder.
ROTTERDAM, 21 Jan. Een ontzettende
gebeurtenis heeft zicli hedenmiddag ten aan-
schouwe van honderden menschen in de Ko
ningshaven afgespeeld. Daar is een 20-jarige
jongeman, de varensgezel J. B. Tabernee uit
de "Warinoezierstraat alhier, van een der
enorme hooge heftorens van de spoorbrug af
gesprongen en op het water te pletter ge
vallen.
Het behoeft nauwelijks betoog, dat deze
jongeman hetzelfde wilde doen als de jeugdige
Vlasblom, die juist een week geleden heime
lijk op een der heftorens klom en van dezen
zelfden toren een sprong waagde, die ook hem,
evenals den jongeman die hedenmiddag van
een nog hooger punt naar beneden sprong, het
leven had kunnen kosten, doch die gisteravond
nog in een theater hier ter stede werd gehul
digd voor zijn „koene daad". Vol ontzetting
hebben hedenmiddag honderden menschen
weer dicht in de nabijheid van dezen hoogen
heftoren gestaan, weer stond het verkeer ten
deele stii, weer staarde men met beklemd hart
naar dat hoogste puntje van dien heftoren,
waarvan zich een jong lichaam naar beneden
zou storten met een vreeselijk gevolg. Het
lichaam kwam met een ontzettenden harden
klap op het water terecht en verdween ver
volgens in de diepte.
Tabernee, die blijkbaar gisteravond bij de
huldiging van Vlasblom aanwezig was ge
weest, had kort na die huldiging het plan
opgevat eveneens van denzelfden heftoren een
sprong te wagen, met dit verschil echter dat
hij zich voornam nog iets hooger te klimmen
dan zijn voorganger, die voor zijn sprong het
platje ter hoogte van de as van het groote
katrolwiel op ongeveer zeventig meter hoogte
had uitgezocht. Tabernee was nu van plan
boven op het groote wiel te klauteren om, zoo
de sprong gelukte en daaraan twijfelde hij
blijkbaar niet, het z.g. record van Vlasblom
met circa twee meter te verbeteren. „Wat
Vlasblom kan, dat kan ik ook", had hij tegen
zijn vrienden gezegd. Doch niemand had deze
uitlating beschouwd als een mededeeling, dat
hij eveneens van den ijzingwekkend hoogen
toren zou afspringen.
Thuis er over gesproken.
Ook thuis had hij tegen zijn moeder zooiets
gezegd, maar ook zij hechtte geen waarde aan
die woorden en beschouwde het als een grap.
Toch was ze er niet gerust op toen de jongen
hedenmiddag weer over den sprong begon te
praten.
Des middags zou hij even naar het zieken
huis aan den Coolsingel gaan om daar zijn
vader, die ernstig ziek ligt bloemen te brengen.
Voordat hij echter de deur uitging had zijn
moeder hem gezegd direct na het bezoek weer
thuis te komen om nog eenige boodschappen
te doen. De vrouw, die blijkbaar toch wei
eenigszins bevreesd was, dat haar jongen mis
schien toch den sprong zou wagen, wilde hem
daarvoor begrijpelijkerwijs geen gelegenheid
geven.
Met een vriend, den 22-jarigen Pieter Otto
uit de Frederikstraat, ging Tabernee naar het
ziekenhuis. Op weg daarheen had hij reeds
tegen zijn vriend gezegd, dat hij na het bezoek
aan zijn vader evenals Vlasblom van den
toren zou springen. Pieter Otto deed al het
mogelijke 0111 zijn vriend het verkeerde en
onverantwoordelijke van zijn plan onder oogen
te brengen, doch wat deze ook aanvoerde, zijn
vriend was niet meer van zijn plan af te brengen
Direct nadat Tabernee zijn vader in het
ziekenhuis had bezocht, liep hij met zijn vriend
in de richting van de Prins Hendrikkade.
Onderweg kwamen beide jongens nog twee
vrienden tegen. Ook deze trachtten Tabernee
tegen te houden doch de jongen wilde zijn
plan niet opgeven.
Op de spoorbaan.
Op de Prins Hendrikkade gekomen trok
Tabernee zijn overjas uit en gaf die in bewa
ring aan zijn vriend Pieter Otto, die met de
anderen zwijgend toezag hoe zijn vriend daar
op het nek klom en vervolgens de spoorbaan
bereikte, die hij over moest om bij den noor
delijken heftoren te komen. Niemand anders
dan de drie jongens zagen Tabernee op zijn
weg naar het circa 72 Meter hooge punt van
den toren. Eerst toen hij boven op liet aller
hoogste punt stond werd het jongmensch
opgemerkt door anderen. Steeds meer nieuws
gierigen stroomden toe, zoodat in slechts
weinig oogenblikken honderden menschen
zich op de voetbrug verdrongen 0111 direct
den sprong te zien maken. Zoo groot was de
belangstelling dat het tramverkeer voor
korten tijd moest worden gestopt.
Daar boven op den toren had Tabernee reeds
zijn schoenen en zijn colbertjasje uitgetrokken
0111 te springen. Men zag hoe de jongen nog
even bleef weifelen en in dezen tijd de men
schen toewuifde. Plotseling, precies 10 minu
ten voor 5, schoot het lichaam in de diepte.
Even, slechts ongeveer 10 meter viel het
lichaam kaarsrecht naar beneden, doch toen
zag men een lichaam, dat tallooze keeren om
wentelde en dat nauwelijks enkele seconden
later met een geweldigen slag op het water
viel, en vrijwel terzelfder tijd in de diepte ver
dween. Een kreet van ontzetting steeg uit de
menschenmenigte op. Het lichaam kwain niet
j meer boven.
De wanhoop van de moeder, die terstond
gewaarschuwd werd, laat zich moeilijk be-
schrijven. De rivierpolitie, die vrij spoedig
ter plaatse verscheen heeft nog langen tijd
naar het lichaam gedregd, doch laat in den
avond had men het nog niet gevonden.
Het lijk gevonden.
Nader meldt onze correspondent: Na vele
uren dreggen heeft men hedenavond te circa
half negen het lijk van Tabernee in de Konings
haven gevonden. Dat de jongeman zijn sprong
even goed heeft willen voorbereiden als de
jeugdige Vlasblom bleek wel uit het feit, dat
Tabernee eveneens een zakdoek voor den mond
had gehouden om niet de kans te loopen dat
hem tijdens den val zijn adem zou worden af
gesneden. Eerst thans is ook gebleken dat hij
niets anders heeft aan gehad dan een flanel en
een bovenbroek. Het lijk is naar het bureau
van de rivierpolitie overgebracht.
Bij onderzoek bleek dat er een sleutelbeen
is gebroken, terwijl er ook een schedelfractuur
werd geconstateerd.
DE DERDE DWAAS.
Op Zondagmorgen om half tien verwekte de
verschijning van een man cp de spoorbrug
opnieuw een enorme oploop. Deze bleek bij
de Roentgenstraat op de spoorbaan geklommen
FEUILLETON.
CH. GARVICE
Uit het Enoelsch door
HENRI VAN DE WEG.
Geeut. Uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.
13)
Gedurende de eerstvolgende dagen zag Veronica
Hubert Denville dikwijls, want hij en lord Ray
naud kwamen menigmaal op Dartworth Manor.
Veronica kon het niet helpen, dat een vergelijking
van deze twee mannen zeer in het nadeel van lord
Raymond uitviel. Zij voelde zich gevleid door
Denville's houding. Langzamerhand scheen hij
W wakker te worden uit zijn verveling en hun
Oprekken werden geanimeerder, zoodra het ging
°ver kunst of literatuur.
Denville was handig genoeg om te laten merken,
•lat alleenfzij hem in deze stemming wist te brengen
een merkwaardige vorm van complimcnteeren,
waarin hij specialiteit was. Hij wist, dat niets
naricht worden verzuimd, wilde hij Veronica win-
nen. Zij was zeer intellectueel, had een uitstekende
apviieding genoten en was bovendien zeer trotsch.
'ij ging hem geen oogenblik uit de gedachten.
Hij merkte al licei spoedig, dat zij het prettig
Vfmd, wanneer hij haar een bezoek bracht.
Veronica vroeg zich onwillekeurig af, waarom
Hubert Denville zulk een indruk op haar had
gemaakt. Instinctief voelde zij, dat hij met de een
of andere bedoeling in haar leven was gekomen;
zij wist niet of het ten goede, dan wel ten kwade
zou zijn.
Alleen de tijd zou deze vraag kunnen beant
woorden.
HOOFDSTUK VIII.
Terwijl de zaken op de Manor en Northbridge
Hall zulk een gevaarlijken keer namen, scheen het
leven Tazoni ondraaglijk toe.
Den geheelcn dag hoopte hij Veronica te zien
en toch was hij er bang voor. Soms zag hij haar
op een afstand met Hubert Denville en een enkelen
keer met lord Raymond. In de bittere uren van
jalouzie en zelfvernedering, die volgden, vroeg hij
zich af, hoe hij zich toch durfde inbeelden, dat
zij zich een oogenblik zijn bestaan zou herinneren.
Hoe weinig hij sliep, zou alleen Maya, wier
zachte oogen elk zijner bewegingen volgden, kun
nen zeggen, in de tent, welke zij decide met dc
oude Martha die getwist had met Luke en
haar connecties met den stam kort na de geboorte
van lord Raymond weer had aangeknoopt zag
zij duidelijk zijn groote gestalte oprijzen in den
gloed van het vuur en naar buiten gaan; dikwijls
om te verdwijnen in de richting van de Dartwortli
bosschen.
Onrustige oogen volgden Tazoni in liet kamp.
Martha maakte menigmaal uitgezochte schoteltjes
voor hem klaar en als hij die afkeurde met een
ongeduldige beweging, verving zij die zonder een
woord te zeggen door andere. Ook de mannen
te zijh en liep naar den Noordelijken heftoren.
De inspecteurs v. d. Valk en Dales met eenige
agenten verlieten dadelijk het bureau aan de
Nassaukade en snelden den man na. Alles
wees er op, dat men weer met een roekelooze
te doen had en, als 't kon wilde men een tweede
drama voorkomen. Er viel nu bovendien nog
iets te doen, omdat de man betrekkelijk vroeg
was opgemerkt. Er ontstond een renpartij
over de brug. Toen de politiemannen bij den
toren waren gekomen, was de man al dertig
M. hoog geklommen. Hij werd gesommeerd
naar omlaag te komen, maar hij vertikte het.
Toen is inspecteur v. d. Valk met een agent
hem na geklommen. De aspirantspringer had
evenwel een voorsprong en hij wist dien te
behouden. Toen de man den top had bereikt,
waren de politiemannen een meter of vijftien
lager. Voortdurend maanden zij hem aan,
toch verstandig te zijn. Zij wezen hem op het
gebeurde van den vorigen avond, maar het
antwoord luidde; die heeft het fout gedaan,
ik zal laten zien hoe het moet. Toen de inspec
teur en de agent ook naar den top wilden
klimmen, nam de man een dreigende houding
aan. Als jullie me komen hinderen, gaan
we met zijn allen omlaag, schreeuwde hij. De
politiemannen hebben toen het eenige gedaan,
wat zij konden doen; zij gingen naar beneden.
Een worsteling op den top van den toren, waar-
alles glad was van de vorst, mocht niet geris
keerd worden. Bovendien zou het uiterst
moeilijk zijn geweest om dien top te bereiken,
daar de woedende man boven aan de smalle
steile ladder stond, en de politiemannen dus
gemakkelijk had kunnen schoppen. Toen de
inspecteur en de agent begonnen te dalen,
hadden zij tenminste nog de mogelijkheid voor
den man gelaten om tot inkeer te komen en
niet halsoverkop omlaag te springen. Beneden
aan den toren werd gewacht, aan de oevers
en op de brug stond het publiek. Een vraag
beheerschte allen: werd het een herhaling
van den vorigen avond? E11 toen, na een
kwartier, zag men tot groote verlichting, dat
de man weer naar beneden klom. De politie
rekende hem in en sloot hem in het bureau op.
Een cynische grappenmaker, die alleen maar
voor de leus naar boven was gegaan, bleek
de man niet te zijn. Hij heeft wel degelijk het
plan gehad om te springen, had er zelfs een
weddenschap over afgesloten met kameraden.
En hij had zich zelfs op zoo'n wijze moed inge
dronken, dat hij er door „onder den invloed
was geraakt. De man is echter, toen hij op
de geweldige hoogte stond, gaan twijfelen aan
het welslagen en gelukkig bang ge
worden. Proces verbaal is tegen hem het is
de 32-jarige monteur D. R. Hofman uit de
Tuinderstraat opgemaakt, 's Middags is zijn
vrouw hem van het bureau komen halen. De
wijze, waarop zij haar „dapperen" en gelukkig
tenslotte „baugen" echtvriend begroette, moet
verre van vriendelijk zijn geweest.
Uit het gebeurde van Zondagochtend moet
dus helaas worden opgemaakt, dat de mislukte
sprong van Zaterdagavond nog niet voldoende
is geweest, om waaghalzen te weerhouden, op
den toren te klimmen. Het zal dan ook wel
noodzakelijk zijn, dat er maatregelen worden
genomen door de politie of door de spoorwegen,
om dit te voorkomen. En dan zai het beste
wel zijn, dat de Noordelijke heftoren onder
bewaking komt, want de mogelijkheden om
op de spoorbaan te komen zijn nogal groot.
In den Zuidelijken toren is het brugwachters-
huisje gebouwd, zoodat daar de duikers geen
kans hebben.
Het is genoeg.
De torensprongen zijn Zaterdagavond en
den geheelen Zondag het gesprek van den dag
geweest. Er valt nergens meer de minste waar
deering voor te bespeuren. En het staat dan
ook vast, dat een volgende, die door geluk
of hoe dan ook misschien weer goed terecht
zal komen, absoluut niet op „roem" zal mogen
rekenenslechts op blaam. Vlasblom heeft na
zijn sprong te kennen gegeven het gerust nog
eens te durven doen en het verluidt ook, dat
hij van dc heftorens van de Barendrechtsche
brug zou willen springen, maar wij hpoen
en iedereen zal hiermee instemmen dat het
gelukken zal hem van die plannen af te
brengen, Er moet een eind komen aan dat
ellendig spel; één slachtoffer is genoeg!
Ruwe Huid 0>I
Ruwe Handen
n T 1 Doos 30 cent.
i\UWe Lippen Bij Apoth. en Drogist
(Adv.)
jggg
23B8SBWSM
STEUN AAN VERBOUW VAN
E&T-A ARB APPELEN.
Door premie-stelsel of verbruiksbelasting.
Adres van K. N. L. C. aan minister.
Het Kon. Ned. Laudbouw-Comité heeft
een schrijven betreffende steun aan den
verbouw van consumptie-aardappelen tot den
min. van Economische Zaken en Arbeid
gericht, waaraan wij het volgende ontleenen.
„In de jongste vergadering van vertegen
woordigers van de bij ons Laodbouw-Comité
aangesloten provinciale landbouwmaatschap-
pijen werd omtrent genoemde aangelegen
heid van gedachten gewisseld naar aanleidiug
van een door de Friesche Maatschappij van
Landbouw samengestelde nota.
De reeds vanaf het vorige najaar gevreesde
débacle bij den aardappelafzet is niet uitge
bleven. De toestand van den aardappelafzet
is in de laatste maanden steeds ongunstiger
geworden. De prijzen zijn steeds verder
gedaald, zoodat de aardappelen thans in het
algemeen weinig meer dan niets opbrengen.
De meest eenvoudige en doeltreffende weg
voor staatsteun zal zijn het uitkeeren van
een premie voor aardappelen, die aan de
consumptie worden onttrokken. De nood-
toestand, waarin de aardappelverbouwers
verkeeren, zal eenigszins kunnen worden
verzacht als voor dit doel een premie werd
uitgekeerd van:
60 cent per H.L gedurende de maand
Februari 1933.
50 cent per H.L gedurende de maand
Maart 1938.
25 cent per H.L. gedurende de maand
April 1933.
Deze premie is gedacht voor aardappelen
boven de 42 m.M. Voor zand- en veenaard-
appelen zou deze premie vermoedelijk iets
lager kunnen worden gesteld (bijv. 10 cent
lager), zulks in verband met de hoogere
ophrengsten dezer soorten.
Ten einde de uitkeering van deze premie
mogelijk te maken zou een crediet van 10
millioen gulden beschikbaar dienen te wor-
merkten de verandering in hem op. Maar niemand
viel hem lastig met vragen en praatjes. Hij bleef
even edelmoedig, als hij altijd was geweest en
deelde met hen tot zijn laatsten penning, leder
betreurde, wat er moest zijn voorgevallen, maar
het was Maya, die ten slotte het stilzwijgen brak,
toen ze instinctief bemerkte, dat het gevaar hem
geheel en al te verliezen, toenam.
Dc mannen waren naar de veemarkt gegaan in
een stadje op ecnigen afstand, terwijl Maya voor
het avondeten zorgde. Tazoni wierp zich neer op
de vacht en staarde somber voor zich uit. Maya
sloeg hem peinzend gade. Plotseling echter legde
zij haar kleine, bruine hand op zijn schouder. Hij
schrikte van haar aanraking.
„Wat is er, zusje?" vroeg hij met een glimlach,
die slechts dc schaduw was van zijn vroegere
opgewektheid.
„Tazoni," vroeg het meisje, „waarom werk je
zoo hard? Je raakt doodop. Zes dagen werk je
als een slaaf en je eet nauwelijks. De laatste zes
j nachten heb je geen uur geslapen tenzij je
slaapt in de bosschen. Wat scheelt er aan Tazoni?
I Ik heb nooit iets voor jou geheim gehouden.
Waarom maak je me zoo ongerust door iets voor
mij te verbergen?"
Hij bleef glimlachen, toen hij haar hand in de
zijne nam.
„Maya, ik ben dieven-vangcr," zcide hij. „Daar
om loop ik dag en nacht dc Dartworth bosschen
af."
„Jij!" riep zij, terwijl haar oogen fonkelden. „Op
wiens verzoek?"
Zijn blos verstierf bij het hooren van haar
toornige vraag, maar hij gaf kalm ten antwoord:
„De een of andere bandiet is aan het stroopen.
Lord Dartworth zegt, dat het één van onze mannen
moet zijn. Ik ontkende het en om mijn meening
meer kracht bij te zetten, heb ik hem beloofd
den kerel te vangen. Tot nu toe is hij evenwel
handiger geweest dan ik. Tot driemaal toe was
ik hem op de hielen, maar telkens ontglipte hij
mij. Ik maak de ronde door het kamp om van
onze menschen zeker te zijn, anders zou ik ge
zworen hebben, dat het één van de onzen is;
alleen een zigeuner toch kan zóó vlug zijn en zóó
scherp van gehoor. Maar ik zal dien strooper
vangen, wat er ook gebeurt!"
Tazoni was een oogenblik heftig, maar verviel
spoedig weer in gepeins.
„Is dat alles?" vroeg Maya na een oogenblik.
Het geven van een antwoord werd verhinderd
door de komst van Martha en Maya durfde het
onderwerp niet meer aan te roeren. Toen de avond
kwam, nam Tazoni, zoodra het stil was geworden,
zijn geweer ter hand om zijn zwerftocht te her
vatten.
Het was een prachtige nacht; dc hemel tintelde
van sterren. Hij sloop behoedzaam voort, telkens
scherp luisterend. Zijn gedachten waren vervuld
van dc taak, waaraan hij zich wijdde, maar telkens
zag hij het lieve gelaat van Veronica voor zich.
Het kostte hem de grootste moeite zich er tegen
te verzetten.
De nacht leende zich bij uitstek voor stroopen.
Een paar maal meende Tazoni het kraken van
twijgen te hooren, gevolgd door een voetstap,
maar telkens bleek het een jachtopziener te zijn,
met wicn hij een paar woorden wisselde, om dan
verder te gaan.
Eindelijk vernam Tazoni het typische sluipen
tusschen dc bladeren, dat altijd aan dc komst van
den gesteld. Werd gemiddeld een premie
van 50 cent uitgekeerd, dan zou het moge
lijk zijn langs dezen weg den afzet van c.a.
20 millioen H.L. aardappelen te bevorderen.
Er zullen, zooals vanzelf spreekt, deugde
lijke waarborgen moeten worden gegeven,
dat de aardappelen inderdaad aan de con
sumptie worden onttrokken en later niet
opnieuw op de markt kunnen komen. Dit
zal mogelijk zijn door de aardappelen o.a.
tot kuilvoer te verwerken.
Zai er van de thans beschikbare aardap
pel voorraden nog iets terecht komen, dan
zal snel ingrijpen noodzakelijk zijn.
Wel is waar was de export van pootaard-
appelen tot heden nog bevredigend, althans
wat de hoeveelheid betreft, zij het, dat deze
afzet in het laatste jaar slechts tegen niet
loonende prijzen werd verkregen, doch ook
in dit opzicht is men geenszins verzekerd
van een duurzame afzetmogelijkheid. Onder
de gebieden, die tot de belangrijke afnemers
onzer poters kunnen worden gerekend, zijn
er verschillende, die op hun beurt weer op
export zijn aangewezen, ten einde afzet te
vinden voor de te oogsten aardappelen.
Na de rogge neemt de aardappelverbouw
in ons land de grootste oppervlakte in be
slag van alle akkerbouwgewassen Groote
groepen arbeiders zijn hierdoor in hun be
staan mede afhankelijk van de uitkomsten
der aardappelteelt. In dit opzicht is de aard
appelverbouw van veel grooter belang dan
de bietenteelt, die in de jaren 1920/1930
minder dan de helft van de oppervlakte,
welke met consuptieaardappelen werd be-
teeld, in beslag nam.
Indien er geen bijzondere maatregelen
worden genomen is de toestand aldus, dat
deze uit een algemeen oogpunt zoo belang
rijke teelt, gepaard gaat met groote risico's
voor de verbouwers, terwijl deze verbouwers
niet in staat zijn dergelijke risico's te dragen.
Deze toestand kan zeer ongewenschte ge
volgen opleveren niet alleen voor de verbou
wers, maar ook voor alle anderen, die bij
de aardappelteelt zijn betrokken".
Mocht er onverhoopt tegen de verwezen
lijking van bovenstaand voorstel het bezwaar
bestaan, dat het beschikbaar stellen van een
bedrag uit 's Rijks schatkist onoverkomelijke
moeilijkheden zou opleveren, dan veroor
loven wij ons er Uwe Excellentie op te wijzen,
dat naar ons bekend is, reeds een voorstel
ter kennis van Uwe Excellentie is gebracht,
waarbij de kosten voor steunverleening op
andere wijze zouden kunnen worden gevon
den b.v. door deze ten laste te brengen van
het verbruik.
KALKSTIKSTOF OP WINTERGRAAN ALS
ONKRUIDBESTRIJDER.
Door het inlichtingenbureau voor kalkstik-
stof wordt een vlugsclïriftje gepubliceerd, waar
in de nieuwste ervaringen, met kalkstikstof in
de onkruidbestrijding verkregen, zijn verwerkt.
Op grond van jaren achtereen genomen proe
ven in verscheiden provinciën heeft men de
kalkstikstof als een goed bestrijdingsmiddel
tegen onkruid leeren kennen. Eenige der be
langrijkste ervaringen uit den laatsten tijd,
welke in het bovengenoemde vlugsclïriftje zijn
uitgewerkt en dat gratis aan het"Inlichtingen
bureau te Glimmen verkrijgbaar is, zijn de
volgende:
1. Het is absoluut niet noodzakelijk, dat
er na het uitstrooien van kalkstikstof over
den geheimzinnigen strooper voorafging. Hij kroop
achter een boschje en wachtte.
Het gerucht scheen nu vlak bij te ontstaan en
plotseling toen hij reeds begon tc wanhopen, zag
hij de gestalte van een langen, stevig gebouwden
man voor zich oprijzen, die een val achter zich
aansleepte. Tazoni richtte zijn geweer op hem en
schreeuwde:
„Sta, of ik schiet!"
De gedaante bleef een seconde stil staan. Toen,
inplaats van te kijken naar het geweer, zooals
Tazoni verwachtte, draaide hij hem den rug toe
en sprong vermetel terzijde.
De beweging kwam zoo snel, dat Tazoni, die
niet gerekend had op een dergelijke brutaliteit,
een moment aarzelde om te schieten. Toen hij
vuurde, was het doel reeds onzeker en de man
verdween met groote sprongen tusschen de strui
ken.
Tazoni wierp zijn geweer weg en vloog hein
achterna. Maar hoe snel hij ook liep, hij was niet
I in staat, den strooper te achterhalen. Hij bleef
staan en luisterde, maar niet het minste geritsel
j van den gevluchte deed zich hooren. Hij wist
absoluut zeker, dat zijn prooi vlak in dc nabijheid
I verborgen was en begon te zoeken. Teleurstelling
vormde slechts het resultaat. Hij wachtte nog een
I paar minuten, maar keerde toen terug naar de
plaats waar hij zijn geweer had laten vallen, raapte
het op en ging terug naar het kamp.
Nauwelijks had hij het bosch verlaten, of een
groote gestalte richtte zich op tusschen dc struiken
en rende weg in de tegenovergestelde richting.
(Wordt vervolgd)