eest „Onze Eilanden" Tandarts BUIJS m f Burgerlijke Stand PREDIKBEURTEN. KOLFF ZOON ZITDAG DIE-WATERVERF Beste! WOENSDAG 25 JANUARI 1933 Doodelijke sprong van een toren. ZIGEUNERBLOED. LANDBOUW MIDDELHARNIS. Geboren: Tannetje Maartje d. v. Willem Driesprong en Adriaanlje Buscop. Overleden: Adriaantje Mejjer, 66 jr. echt- genoote van T. C. Nipius. DIRKSLAND. Geboren: Jozina, d v. Baatiaan Mattheua Zoeteman en Elizabeth Dane. Overleden: Abraham Wolfert, 13 jaar, z, v. Dingeman Wolfert en Arentje van Bode- gom. HERRINGEN. Geboren: Johanna, d. v. Philip Logmans en Geertje Melissant. Overleden: Abraham Munters 86 jaar, echtgen. van Anna Overdorp. NIEUWE TONGE. Ondertrouwd: Johannis HoogstraateHzn. 25 j. en Sanderina Koppenaal, 21 j. Overleden: Margretha Verolme, 72 j., vr. v. Jan Roozenbeek; Maatje Esser, 89 j., wed. v. Willem van Vliet. OOLTGENSPLAAT. Geboren: Arend Jacob, z. v. Arend van Hassent en Cornelia Jannetje vanNieuwaal; Elizabeth, d. v. Cornelia van Dam en Maartje sseweijer; Huibrecht, z. v. Cornelis van Dam en Cornelia Kamp. Ondertrouwd: Marius de Bakker, 25 jaar n Maria Jannetje Troost, 24 jaar. Zondag 22 Januari 1933. NEDERLAiNDSCH HERVORMDE KERK. iddelhamis, Tm. en 's ay. dhr. Vermaas uit Rotterdam. ommelsdijk, vm. en 'sav. ds. van Asch. irksland, vm. ds. v. d. Wal en's av. dhr. Baart, erkingen, vm. en 'sav. dhr. Overweel. elissant, vm. ds. Bouw en 'sav. leeskerk. tellendam,j vm. en nam. dhr. Bouman. oedereede, nam. ds. Polhuqs. uddorp, vm. en nam. ds. van Ameide. Nieuwe Tonge, vm. en 'sav. dhr. Barneveld uit Delft. ude Tonge, vm. en 'sav. ds. Verkerk, oltgensplaat, vm. leeskerk en 'sav. ds. Bouw. aDgstraat, vm. en 'sav. dhr. Vetter, en Bommel, vm.leeskerk en 'sav. ds. v. d. Wal. tad aan 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en nam. leeskerk. EREENIGING VAN VRIJZ. HERVORMDEN, ommelsdijk (Langeweg), geen dienst. GEREFORMEERDE KERK. iddelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra. elissant, vm. en 'sav. leeskerk. tellendam, vm. en nam. leeskerk. uddorp, vm. en nam. dhr. Volten uit Utrecht, ltgensplaat, vm. en 'sav. ds. J. C. v. d. Kujjl uit Laren. n Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. ad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft'. GEREFORMEERDE GEMEENTEN, 'ddelharnis, vm. en 's av. leeskerk. rksland, vm. en 'sav. ds. de Blois. -rkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk. ddorp, vm. en nam. leeskerk. CHR. GEREFORMEERDE KERK. 'ddelharnis, vm. en 's av. ds. Laman. DOOPSGEZINDE GEMEENTE, ddorp, vm. ds. Foppema. WALITEITEN BOURGOGNE-, OEZELWIJNEN SS s s s sss RNIS OPGERICHT 1786 houdt Donderdags te Dirkstand, in Hotel Polderman vanaf half 11 tot 4 uur. Vrijdags te Oude Tonge, in Hotel Van Veen vanaf half 11 tot 4 uur. Die dagen SPREEKUUR te MID DELHARNIS, 's morgens van hall 9 tot 10 uur, 's avonds van tot 8 uur. eiken boekhandel. Prijs per kwartaal Losse nummers f 1- 0,07s ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. - N°. 23 Rotterdammer, die het „record" wil verbeteren valt op het water te pletter. Wanhoop eener moeder. ROTTERDAM, 21 Jan. Een ontzettende gebeurtenis heeft zicli hedenmiddag ten aan- schouwe van honderden menschen in de Ko ningshaven afgespeeld. Daar is een 20-jarige jongeman, de varensgezel J. B. Tabernee uit de "Warinoezierstraat alhier, van een der enorme hooge heftorens van de spoorbrug af gesprongen en op het water te pletter ge vallen. Het behoeft nauwelijks betoog, dat deze jongeman hetzelfde wilde doen als de jeugdige Vlasblom, die juist een week geleden heime lijk op een der heftorens klom en van dezen zelfden toren een sprong waagde, die ook hem, evenals den jongeman die hedenmiddag van een nog hooger punt naar beneden sprong, het leven had kunnen kosten, doch die gisteravond nog in een theater hier ter stede werd gehul digd voor zijn „koene daad". Vol ontzetting hebben hedenmiddag honderden menschen weer dicht in de nabijheid van dezen hoogen heftoren gestaan, weer stond het verkeer ten deele stii, weer staarde men met beklemd hart naar dat hoogste puntje van dien heftoren, waarvan zich een jong lichaam naar beneden zou storten met een vreeselijk gevolg. Het lichaam kwam met een ontzettenden harden klap op het water terecht en verdween ver volgens in de diepte. Tabernee, die blijkbaar gisteravond bij de huldiging van Vlasblom aanwezig was ge weest, had kort na die huldiging het plan opgevat eveneens van denzelfden heftoren een sprong te wagen, met dit verschil echter dat hij zich voornam nog iets hooger te klimmen dan zijn voorganger, die voor zijn sprong het platje ter hoogte van de as van het groote katrolwiel op ongeveer zeventig meter hoogte had uitgezocht. Tabernee was nu van plan boven op het groote wiel te klauteren om, zoo de sprong gelukte en daaraan twijfelde hij blijkbaar niet, het z.g. record van Vlasblom met circa twee meter te verbeteren. „Wat Vlasblom kan, dat kan ik ook", had hij tegen zijn vrienden gezegd. Doch niemand had deze uitlating beschouwd als een mededeeling, dat hij eveneens van den ijzingwekkend hoogen toren zou afspringen. Thuis er over gesproken. Ook thuis had hij tegen zijn moeder zooiets gezegd, maar ook zij hechtte geen waarde aan die woorden en beschouwde het als een grap. Toch was ze er niet gerust op toen de jongen hedenmiddag weer over den sprong begon te praten. Des middags zou hij even naar het zieken huis aan den Coolsingel gaan om daar zijn vader, die ernstig ziek ligt bloemen te brengen. Voordat hij echter de deur uitging had zijn moeder hem gezegd direct na het bezoek weer thuis te komen om nog eenige boodschappen te doen. De vrouw, die blijkbaar toch wei eenigszins bevreesd was, dat haar jongen mis schien toch den sprong zou wagen, wilde hem daarvoor begrijpelijkerwijs geen gelegenheid geven. Met een vriend, den 22-jarigen Pieter Otto uit de Frederikstraat, ging Tabernee naar het ziekenhuis. Op weg daarheen had hij reeds tegen zijn vriend gezegd, dat hij na het bezoek aan zijn vader evenals Vlasblom van den toren zou springen. Pieter Otto deed al het mogelijke 0111 zijn vriend het verkeerde en onverantwoordelijke van zijn plan onder oogen te brengen, doch wat deze ook aanvoerde, zijn vriend was niet meer van zijn plan af te brengen Direct nadat Tabernee zijn vader in het ziekenhuis had bezocht, liep hij met zijn vriend in de richting van de Prins Hendrikkade. Onderweg kwamen beide jongens nog twee vrienden tegen. Ook deze trachtten Tabernee tegen te houden doch de jongen wilde zijn plan niet opgeven. Op de spoorbaan. Op de Prins Hendrikkade gekomen trok Tabernee zijn overjas uit en gaf die in bewa ring aan zijn vriend Pieter Otto, die met de anderen zwijgend toezag hoe zijn vriend daar op het nek klom en vervolgens de spoorbaan bereikte, die hij over moest om bij den noor delijken heftoren te komen. Niemand anders dan de drie jongens zagen Tabernee op zijn weg naar het circa 72 Meter hooge punt van den toren. Eerst toen hij boven op liet aller hoogste punt stond werd het jongmensch opgemerkt door anderen. Steeds meer nieuws gierigen stroomden toe, zoodat in slechts weinig oogenblikken honderden menschen zich op de voetbrug verdrongen 0111 direct den sprong te zien maken. Zoo groot was de belangstelling dat het tramverkeer voor korten tijd moest worden gestopt. Daar boven op den toren had Tabernee reeds zijn schoenen en zijn colbertjasje uitgetrokken 0111 te springen. Men zag hoe de jongen nog even bleef weifelen en in dezen tijd de men schen toewuifde. Plotseling, precies 10 minu ten voor 5, schoot het lichaam in de diepte. Even, slechts ongeveer 10 meter viel het lichaam kaarsrecht naar beneden, doch toen zag men een lichaam, dat tallooze keeren om wentelde en dat nauwelijks enkele seconden later met een geweldigen slag op het water viel, en vrijwel terzelfder tijd in de diepte ver dween. Een kreet van ontzetting steeg uit de menschenmenigte op. Het lichaam kwain niet j meer boven. De wanhoop van de moeder, die terstond gewaarschuwd werd, laat zich moeilijk be- schrijven. De rivierpolitie, die vrij spoedig ter plaatse verscheen heeft nog langen tijd naar het lichaam gedregd, doch laat in den avond had men het nog niet gevonden. Het lijk gevonden. Nader meldt onze correspondent: Na vele uren dreggen heeft men hedenavond te circa half negen het lijk van Tabernee in de Konings haven gevonden. Dat de jongeman zijn sprong even goed heeft willen voorbereiden als de jeugdige Vlasblom bleek wel uit het feit, dat Tabernee eveneens een zakdoek voor den mond had gehouden om niet de kans te loopen dat hem tijdens den val zijn adem zou worden af gesneden. Eerst thans is ook gebleken dat hij niets anders heeft aan gehad dan een flanel en een bovenbroek. Het lijk is naar het bureau van de rivierpolitie overgebracht. Bij onderzoek bleek dat er een sleutelbeen is gebroken, terwijl er ook een schedelfractuur werd geconstateerd. DE DERDE DWAAS. Op Zondagmorgen om half tien verwekte de verschijning van een man cp de spoorbrug opnieuw een enorme oploop. Deze bleek bij de Roentgenstraat op de spoorbaan geklommen FEUILLETON. CH. GARVICE Uit het Enoelsch door HENRI VAN DE WEG. Geeut. Uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle. 13) Gedurende de eerstvolgende dagen zag Veronica Hubert Denville dikwijls, want hij en lord Ray naud kwamen menigmaal op Dartworth Manor. Veronica kon het niet helpen, dat een vergelijking van deze twee mannen zeer in het nadeel van lord Raymond uitviel. Zij voelde zich gevleid door Denville's houding. Langzamerhand scheen hij W wakker te worden uit zijn verveling en hun Oprekken werden geanimeerder, zoodra het ging °ver kunst of literatuur. Denville was handig genoeg om te laten merken, •lat alleenfzij hem in deze stemming wist te brengen een merkwaardige vorm van complimcnteeren, waarin hij specialiteit was. Hij wist, dat niets naricht worden verzuimd, wilde hij Veronica win- nen. Zij was zeer intellectueel, had een uitstekende apviieding genoten en was bovendien zeer trotsch. 'ij ging hem geen oogenblik uit de gedachten. Hij merkte al licei spoedig, dat zij het prettig Vfmd, wanneer hij haar een bezoek bracht. Veronica vroeg zich onwillekeurig af, waarom Hubert Denville zulk een indruk op haar had gemaakt. Instinctief voelde zij, dat hij met de een of andere bedoeling in haar leven was gekomen; zij wist niet of het ten goede, dan wel ten kwade zou zijn. Alleen de tijd zou deze vraag kunnen beant woorden. HOOFDSTUK VIII. Terwijl de zaken op de Manor en Northbridge Hall zulk een gevaarlijken keer namen, scheen het leven Tazoni ondraaglijk toe. Den geheelcn dag hoopte hij Veronica te zien en toch was hij er bang voor. Soms zag hij haar op een afstand met Hubert Denville en een enkelen keer met lord Raymond. In de bittere uren van jalouzie en zelfvernedering, die volgden, vroeg hij zich af, hoe hij zich toch durfde inbeelden, dat zij zich een oogenblik zijn bestaan zou herinneren. Hoe weinig hij sliep, zou alleen Maya, wier zachte oogen elk zijner bewegingen volgden, kun nen zeggen, in de tent, welke zij decide met dc oude Martha die getwist had met Luke en haar connecties met den stam kort na de geboorte van lord Raymond weer had aangeknoopt zag zij duidelijk zijn groote gestalte oprijzen in den gloed van het vuur en naar buiten gaan; dikwijls om te verdwijnen in de richting van de Dartwortli bosschen. Onrustige oogen volgden Tazoni in liet kamp. Martha maakte menigmaal uitgezochte schoteltjes voor hem klaar en als hij die afkeurde met een ongeduldige beweging, verving zij die zonder een woord te zeggen door andere. Ook de mannen te zijh en liep naar den Noordelijken heftoren. De inspecteurs v. d. Valk en Dales met eenige agenten verlieten dadelijk het bureau aan de Nassaukade en snelden den man na. Alles wees er op, dat men weer met een roekelooze te doen had en, als 't kon wilde men een tweede drama voorkomen. Er viel nu bovendien nog iets te doen, omdat de man betrekkelijk vroeg was opgemerkt. Er ontstond een renpartij over de brug. Toen de politiemannen bij den toren waren gekomen, was de man al dertig M. hoog geklommen. Hij werd gesommeerd naar omlaag te komen, maar hij vertikte het. Toen is inspecteur v. d. Valk met een agent hem na geklommen. De aspirantspringer had evenwel een voorsprong en hij wist dien te behouden. Toen de man den top had bereikt, waren de politiemannen een meter of vijftien lager. Voortdurend maanden zij hem aan, toch verstandig te zijn. Zij wezen hem op het gebeurde van den vorigen avond, maar het antwoord luidde; die heeft het fout gedaan, ik zal laten zien hoe het moet. Toen de inspec teur en de agent ook naar den top wilden klimmen, nam de man een dreigende houding aan. Als jullie me komen hinderen, gaan we met zijn allen omlaag, schreeuwde hij. De politiemannen hebben toen het eenige gedaan, wat zij konden doen; zij gingen naar beneden. Een worsteling op den top van den toren, waar- alles glad was van de vorst, mocht niet geris keerd worden. Bovendien zou het uiterst moeilijk zijn geweest om dien top te bereiken, daar de woedende man boven aan de smalle steile ladder stond, en de politiemannen dus gemakkelijk had kunnen schoppen. Toen de inspecteur en de agent begonnen te dalen, hadden zij tenminste nog de mogelijkheid voor den man gelaten om tot inkeer te komen en niet halsoverkop omlaag te springen. Beneden aan den toren werd gewacht, aan de oevers en op de brug stond het publiek. Een vraag beheerschte allen: werd het een herhaling van den vorigen avond? E11 toen, na een kwartier, zag men tot groote verlichting, dat de man weer naar beneden klom. De politie rekende hem in en sloot hem in het bureau op. Een cynische grappenmaker, die alleen maar voor de leus naar boven was gegaan, bleek de man niet te zijn. Hij heeft wel degelijk het plan gehad om te springen, had er zelfs een weddenschap over afgesloten met kameraden. En hij had zich zelfs op zoo'n wijze moed inge dronken, dat hij er door „onder den invloed was geraakt. De man is echter, toen hij op de geweldige hoogte stond, gaan twijfelen aan het welslagen en gelukkig bang ge worden. Proces verbaal is tegen hem het is de 32-jarige monteur D. R. Hofman uit de Tuinderstraat opgemaakt, 's Middags is zijn vrouw hem van het bureau komen halen. De wijze, waarop zij haar „dapperen" en gelukkig tenslotte „baugen" echtvriend begroette, moet verre van vriendelijk zijn geweest. Uit het gebeurde van Zondagochtend moet dus helaas worden opgemaakt, dat de mislukte sprong van Zaterdagavond nog niet voldoende is geweest, om waaghalzen te weerhouden, op den toren te klimmen. Het zal dan ook wel noodzakelijk zijn, dat er maatregelen worden genomen door de politie of door de spoorwegen, om dit te voorkomen. En dan zai het beste wel zijn, dat de Noordelijke heftoren onder bewaking komt, want de mogelijkheden om op de spoorbaan te komen zijn nogal groot. In den Zuidelijken toren is het brugwachters- huisje gebouwd, zoodat daar de duikers geen kans hebben. Het is genoeg. De torensprongen zijn Zaterdagavond en den geheelen Zondag het gesprek van den dag geweest. Er valt nergens meer de minste waar deering voor te bespeuren. En het staat dan ook vast, dat een volgende, die door geluk of hoe dan ook misschien weer goed terecht zal komen, absoluut niet op „roem" zal mogen rekenenslechts op blaam. Vlasblom heeft na zijn sprong te kennen gegeven het gerust nog eens te durven doen en het verluidt ook, dat hij van dc heftorens van de Barendrechtsche brug zou willen springen, maar wij hpoen en iedereen zal hiermee instemmen dat het gelukken zal hem van die plannen af te brengen, Er moet een eind komen aan dat ellendig spel; één slachtoffer is genoeg! Ruwe Huid 0>I Ruwe Handen n T 1 Doos 30 cent. i\UWe Lippen Bij Apoth. en Drogist (Adv.) jggg 23B8SBWSM STEUN AAN VERBOUW VAN E&T-A ARB APPELEN. Door premie-stelsel of verbruiksbelasting. Adres van K. N. L. C. aan minister. Het Kon. Ned. Laudbouw-Comité heeft een schrijven betreffende steun aan den verbouw van consumptie-aardappelen tot den min. van Economische Zaken en Arbeid gericht, waaraan wij het volgende ontleenen. „In de jongste vergadering van vertegen woordigers van de bij ons Laodbouw-Comité aangesloten provinciale landbouwmaatschap- pijen werd omtrent genoemde aangelegen heid van gedachten gewisseld naar aanleidiug van een door de Friesche Maatschappij van Landbouw samengestelde nota. De reeds vanaf het vorige najaar gevreesde débacle bij den aardappelafzet is niet uitge bleven. De toestand van den aardappelafzet is in de laatste maanden steeds ongunstiger geworden. De prijzen zijn steeds verder gedaald, zoodat de aardappelen thans in het algemeen weinig meer dan niets opbrengen. De meest eenvoudige en doeltreffende weg voor staatsteun zal zijn het uitkeeren van een premie voor aardappelen, die aan de consumptie worden onttrokken. De nood- toestand, waarin de aardappelverbouwers verkeeren, zal eenigszins kunnen worden verzacht als voor dit doel een premie werd uitgekeerd van: 60 cent per H.L gedurende de maand Februari 1933. 50 cent per H.L gedurende de maand Maart 1938. 25 cent per H.L. gedurende de maand April 1933. Deze premie is gedacht voor aardappelen boven de 42 m.M. Voor zand- en veenaard- appelen zou deze premie vermoedelijk iets lager kunnen worden gesteld (bijv. 10 cent lager), zulks in verband met de hoogere ophrengsten dezer soorten. Ten einde de uitkeering van deze premie mogelijk te maken zou een crediet van 10 millioen gulden beschikbaar dienen te wor- merkten de verandering in hem op. Maar niemand viel hem lastig met vragen en praatjes. Hij bleef even edelmoedig, als hij altijd was geweest en deelde met hen tot zijn laatsten penning, leder betreurde, wat er moest zijn voorgevallen, maar het was Maya, die ten slotte het stilzwijgen brak, toen ze instinctief bemerkte, dat het gevaar hem geheel en al te verliezen, toenam. Dc mannen waren naar de veemarkt gegaan in een stadje op ecnigen afstand, terwijl Maya voor het avondeten zorgde. Tazoni wierp zich neer op de vacht en staarde somber voor zich uit. Maya sloeg hem peinzend gade. Plotseling echter legde zij haar kleine, bruine hand op zijn schouder. Hij schrikte van haar aanraking. „Wat is er, zusje?" vroeg hij met een glimlach, die slechts dc schaduw was van zijn vroegere opgewektheid. „Tazoni," vroeg het meisje, „waarom werk je zoo hard? Je raakt doodop. Zes dagen werk je als een slaaf en je eet nauwelijks. De laatste zes j nachten heb je geen uur geslapen tenzij je slaapt in de bosschen. Wat scheelt er aan Tazoni? I Ik heb nooit iets voor jou geheim gehouden. Waarom maak je me zoo ongerust door iets voor mij te verbergen?" Hij bleef glimlachen, toen hij haar hand in de zijne nam. „Maya, ik ben dieven-vangcr," zcide hij. „Daar om loop ik dag en nacht dc Dartworth bosschen af." „Jij!" riep zij, terwijl haar oogen fonkelden. „Op wiens verzoek?" Zijn blos verstierf bij het hooren van haar toornige vraag, maar hij gaf kalm ten antwoord: „De een of andere bandiet is aan het stroopen. Lord Dartworth zegt, dat het één van onze mannen moet zijn. Ik ontkende het en om mijn meening meer kracht bij te zetten, heb ik hem beloofd den kerel te vangen. Tot nu toe is hij evenwel handiger geweest dan ik. Tot driemaal toe was ik hem op de hielen, maar telkens ontglipte hij mij. Ik maak de ronde door het kamp om van onze menschen zeker te zijn, anders zou ik ge zworen hebben, dat het één van de onzen is; alleen een zigeuner toch kan zóó vlug zijn en zóó scherp van gehoor. Maar ik zal dien strooper vangen, wat er ook gebeurt!" Tazoni was een oogenblik heftig, maar verviel spoedig weer in gepeins. „Is dat alles?" vroeg Maya na een oogenblik. Het geven van een antwoord werd verhinderd door de komst van Martha en Maya durfde het onderwerp niet meer aan te roeren. Toen de avond kwam, nam Tazoni, zoodra het stil was geworden, zijn geweer ter hand om zijn zwerftocht te her vatten. Het was een prachtige nacht; dc hemel tintelde van sterren. Hij sloop behoedzaam voort, telkens scherp luisterend. Zijn gedachten waren vervuld van dc taak, waaraan hij zich wijdde, maar telkens zag hij het lieve gelaat van Veronica voor zich. Het kostte hem de grootste moeite zich er tegen te verzetten. De nacht leende zich bij uitstek voor stroopen. Een paar maal meende Tazoni het kraken van twijgen te hooren, gevolgd door een voetstap, maar telkens bleek het een jachtopziener te zijn, met wicn hij een paar woorden wisselde, om dan verder te gaan. Eindelijk vernam Tazoni het typische sluipen tusschen dc bladeren, dat altijd aan dc komst van den gesteld. Werd gemiddeld een premie van 50 cent uitgekeerd, dan zou het moge lijk zijn langs dezen weg den afzet van c.a. 20 millioen H.L. aardappelen te bevorderen. Er zullen, zooals vanzelf spreekt, deugde lijke waarborgen moeten worden gegeven, dat de aardappelen inderdaad aan de con sumptie worden onttrokken en later niet opnieuw op de markt kunnen komen. Dit zal mogelijk zijn door de aardappelen o.a. tot kuilvoer te verwerken. Zai er van de thans beschikbare aardap pel voorraden nog iets terecht komen, dan zal snel ingrijpen noodzakelijk zijn. Wel is waar was de export van pootaard- appelen tot heden nog bevredigend, althans wat de hoeveelheid betreft, zij het, dat deze afzet in het laatste jaar slechts tegen niet loonende prijzen werd verkregen, doch ook in dit opzicht is men geenszins verzekerd van een duurzame afzetmogelijkheid. Onder de gebieden, die tot de belangrijke afnemers onzer poters kunnen worden gerekend, zijn er verschillende, die op hun beurt weer op export zijn aangewezen, ten einde afzet te vinden voor de te oogsten aardappelen. Na de rogge neemt de aardappelverbouw in ons land de grootste oppervlakte in be slag van alle akkerbouwgewassen Groote groepen arbeiders zijn hierdoor in hun be staan mede afhankelijk van de uitkomsten der aardappelteelt. In dit opzicht is de aard appelverbouw van veel grooter belang dan de bietenteelt, die in de jaren 1920/1930 minder dan de helft van de oppervlakte, welke met consuptieaardappelen werd be- teeld, in beslag nam. Indien er geen bijzondere maatregelen worden genomen is de toestand aldus, dat deze uit een algemeen oogpunt zoo belang rijke teelt, gepaard gaat met groote risico's voor de verbouwers, terwijl deze verbouwers niet in staat zijn dergelijke risico's te dragen. Deze toestand kan zeer ongewenschte ge volgen opleveren niet alleen voor de verbou wers, maar ook voor alle anderen, die bij de aardappelteelt zijn betrokken". Mocht er onverhoopt tegen de verwezen lijking van bovenstaand voorstel het bezwaar bestaan, dat het beschikbaar stellen van een bedrag uit 's Rijks schatkist onoverkomelijke moeilijkheden zou opleveren, dan veroor loven wij ons er Uwe Excellentie op te wijzen, dat naar ons bekend is, reeds een voorstel ter kennis van Uwe Excellentie is gebracht, waarbij de kosten voor steunverleening op andere wijze zouden kunnen worden gevon den b.v. door deze ten laste te brengen van het verbruik. KALKSTIKSTOF OP WINTERGRAAN ALS ONKRUIDBESTRIJDER. Door het inlichtingenbureau voor kalkstik- stof wordt een vlugsclïriftje gepubliceerd, waar in de nieuwste ervaringen, met kalkstikstof in de onkruidbestrijding verkregen, zijn verwerkt. Op grond van jaren achtereen genomen proe ven in verscheiden provinciën heeft men de kalkstikstof als een goed bestrijdingsmiddel tegen onkruid leeren kennen. Eenige der be langrijkste ervaringen uit den laatsten tijd, welke in het bovengenoemde vlugsclïriftje zijn uitgewerkt en dat gratis aan het"Inlichtingen bureau te Glimmen verkrijgbaar is, zijn de volgende: 1. Het is absoluut niet noodzakelijk, dat er na het uitstrooien van kalkstikstof over den geheimzinnigen strooper voorafging. Hij kroop achter een boschje en wachtte. Het gerucht scheen nu vlak bij te ontstaan en plotseling toen hij reeds begon tc wanhopen, zag hij de gestalte van een langen, stevig gebouwden man voor zich oprijzen, die een val achter zich aansleepte. Tazoni richtte zijn geweer op hem en schreeuwde: „Sta, of ik schiet!" De gedaante bleef een seconde stil staan. Toen, inplaats van te kijken naar het geweer, zooals Tazoni verwachtte, draaide hij hem den rug toe en sprong vermetel terzijde. De beweging kwam zoo snel, dat Tazoni, die niet gerekend had op een dergelijke brutaliteit, een moment aarzelde om te schieten. Toen hij vuurde, was het doel reeds onzeker en de man verdween met groote sprongen tusschen de strui ken. Tazoni wierp zijn geweer weg en vloog hein achterna. Maar hoe snel hij ook liep, hij was niet I in staat, den strooper te achterhalen. Hij bleef staan en luisterde, maar niet het minste geritsel j van den gevluchte deed zich hooren. Hij wist absoluut zeker, dat zijn prooi vlak in dc nabijheid I verborgen was en begon te zoeken. Teleurstelling vormde slechts het resultaat. Hij wachtte nog een I paar minuten, maar keerde toen terug naar de plaats waar hij zijn geweer had laten vallen, raapte het op en ging terug naar het kamp. Nauwelijks had hij het bosch verlaten, of een groote gestalte richtte zich op tusschen dc struiken en rende weg in de tegenovergestelde richting. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1933 | | pagina 1