G
ONZE EILANDEN
TWEEDE BLAD
IOMWASSCHERIJ
Leest „Onze Eilanden,"
MAAT-
KLEED1NG
10-30°/o
'RIJSVERLAGING
ook
COUPONS
No. 17 31 Dec. 1932
Inarms - Giro 164592
COHEN&Z11
VERSLAGEN
Van Spionnen en Spionnage.
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 31 DECEMBER 1932.
5
i* Teletoon
p. f.
pf-
:N.
P- f-
P
p.f.
P. NEDERVELt»
Hotel de Gouden Leeuw
Wenscht vrienden en begunstigers
een voorspoedig Nieuwjaar.
Goedereede, 1 Jan. 1933.
P. BEZUIJEN
Bierbottelarij, Limonadefabriek enz.
Telefoon 16
wenscht vrienden en begunstigers een
voorspoedig jaar.
Ouddorp, 1 Jan. 1933.
M. SPARLING
Wijnhandel
Wenscht alle vrienden en begun
stigers een voorspoedig jaar.
Ouddorp, 1 Jan. 1933.
A. DE GRAAFF
Beurtschipper op Rotterdam
en Dordrecht
Wenscht een voorspoedig jaar.
Ouddorp, 1 Jan. 1933.
BELLEVOYSSTRAAT
ROTTERDAM
Wegens invallende Nieuwlaars-
dag zal ons blad op
WOENSDAG 4 JANUARI
niet verschijnen.
De Uilgeefster.
lar wordt U toegewenscht door
p Expediteur
'Ll\, Stoombootdienstee
ROTTERDAM. Tel. 57291-11374
in Garnalen en alle Vlschsoorten.
Vergadering van den Gemeenteraad van
Nieuw-Helvoet op 20 December
December 1932, nam. 2 uur.
Voorzitter is de heer F. W. van Driel,
Burgemeester. Allen zijn tegenwoordig.
De volgorde van de stemming wordt door
loting aangewezen als volgt de hh. Kramer,
Spuijbroek, van Beesten, de Jonge, Broere,
van den Ban en Wezemer.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken 1. De goedkeuring door
Ged. Staten van het raadsbesluit waarbij ver
mindering der landpacht voor het jaar 1932
werd verleend.
2. Een mededeeling van de pachters L-
Mooldijk en K. Boutkan, beiden te Nieuwen-
lioorn, dat zij zich tot de Pachtcommissie
gewend hebben. De Voorzitter zegt een oproe
ping te hebben ontvangen van den Kanton
rechter te Brielle, waarbij B. en W. naar aan
leiding van genoemde mededeeling moeten
verschijnen op het Kantongerecht op Donder
dagmiddag a.s.
3. Een beslissing van Ged. St. op het
beroep ingesteld, door A. J. Struijk alhier,
waarbij de tegemoetkoming ingevolge art.
13 der L.O. wet voor een tweede wordt bepaald
op 50,per jaar, ingaande 29 Augustus
1932. Met algemeene stemmen wordt besloten,
hierin te berusten.
4. Een besluit van Ged. St. tot toepassing
van een tijdelijke korting op de jaarwedden
van de Burgemeesters, Wethouders, Secre
tarissen, Ontvangers en Ambtenaren van den
Burgerl. Stand van 5 over het jaar 1933.
5." Een adres van j. v. Waardenberg ene
Wed. L. de Pijper, beiden alhier, houdende
verzoek hun bedrijven op le Kerstdag en op
Nieuwjaarsdag te mogen openhouden voor
muziek en dans. De Voorz. zegt, dat hij de
bevoegdheid mist deze vergunning te verleenen
en ook de Raad dit ook niet kan doen, aange
zien de verordening geen dispensatie hiertoe
geeft. De heer van den Ban zegt, dat de tijd
te kort is om een nieuwe verordening te maken
en bovendien de verordening kort geleden is
vastgesteld. De heer Kramer zegt, dat deze
menschen op zware lasten zitten en ais ze nu
niet in de gelegenheid gesteld worden iets te
verdienen, deze zaken wel opgeruimd kunnen
worden.
Verordening ontslag Gemeente-Ambtenaren
op GS jarigen leeftijd. De Voorz. leest de ver
ordening inzake dit ontslag voor het onderwijs
personeel. Met algemeene stemmen wordt
besloten op ongeveer gelijke wijze de verorde
ning voor de Gemeente-Ambtenaren vast te
stellen. Het Ambtenarenreglement zal mits
dien aangevuld worden met de bepaling, dat
het ontslag zal ingaan met den laatsten dag
der maand, waarin de 65-jarigen leeftijd wordt
bereikt. In bijzondere gevallen kan dit tijd
stip van ontslag met hoogstens twee maanden
worden verlengd. Nader zzl nog onderzocht
worden of deze bepalingen ook de gemeente-
veluwachters kunnen worden toegepast.
Benoeming Hoofd School Westdijk. vaca-
tyre de heer J. G. Visser. De Voorzitter zegt
dat deze benoeming is vertraagd, omdat om
trent deze school moest beslist worden of
die al of niet zou worden opgeheven. Zooeven
is bericht ingekomen, dat deze school blijft.
Spr. leest de voordracht en zegt, dat deze drie
heeren proefles zullen geven. Een op Donder
dagmorgen a.s. en de anderen op Vrijdag
morgen a.s. Tevens noodigt hij de raadsleden
uit hierbij tegenwoordig te zijn. De Inspecteur
ral niet aanwezig zijn, omdat die de sollici
tanten heeft onderzocht, inzonderheid, die
der voordracht.
Kleedgelegenheid sportterrein. De Voorzitter
leest een adres van de voetbalvereeniging
houdende verzoek een kleedgelegenheid tc
willen aanbrengen op het sportterrein en stelt
namens B. en W. voor een eenvoudige gelegen
heid te doen maken. Spr. legt hierbij over
bestek en teekening. Dit werk zal ongeveer
komen op 700,terwijl de voetbalver
eeniging zich verbindt om voor het gebruik
van gebouwtje en terrein 150,per jaar te
betalen. Na discussie besluit de Raad met alge-
stemmen dit werk uit te voeren en het aan te
besteden onder de ingezetenen. De huur wordt
voorloopig bepaald voor den tijd van één jaar.
Daarna worden B. en W. gemachtigd het
achterste gedeelte van het sportterrein te laten
hraineeren. Hiervoor zijn p.m. 1300 buizen
noodig. Deze buizen kosten 33,50 per duizend
Af- en Overschrijving no. VIII dienst 1932.
Ma toelichting door den Voorz. wordt deze met.
algemeene stemmen goedgekeurd.
Werkloozensteun. De Voorzitter leest ver
schillende circulaires van den Minister van
Einncnl. Zaken; le. dc circulaire van 10
December 1932, waarbij de steunregeling voor
he land- en bouwvakarbeiders totmet 31 Dec.
1932 wordt verlengd.
2e. die van 8 December 1932, waarbij toe
stemming wordt verleend om aan onder
steunde arbeiders over dc week van 18 t/iu
24 December 1932 een Kerstgave te verstrek
ken ten bedrage van 25 van liet bedrag,
hetwelk zij over die week aan ondersteuning
ontvangen.
3e. die van 16 December 1932 als ant
woord op liet schrijven van B. en W. inzake
het ingekomen adres van den Bestuurders-
bond „Voorne-Putten."
4e. Die van 1 December 1932, waarbij aan
werkloozen, wier gezinsomstandigheden en
gezinsbehoeften ondersteuning noodig maken,
ook de wachtweek kan worden vergoed.
Voorts wordt ook mededeeling gedaan van
een circulaire van den Ned. Bond van Arbei
ders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivel
bedrijf te Utrecht, den Ned. Chr. Landarbei-
dersbond te Utrecht en den Ned. R. K. Land-
arbeidersbond te Haarlem, waarbij wordt
aangedrongen op het verleenen van een zoo-
danigen bijslag op de werkloozenkas-uitkee-
ringén, dat de verzekerden per week beduidend
meer ontvangen dan de niet-verzekerden en
op her verstrekken van een wekelijkschen
braudstoffenbijslag van 1,
De Voorz. zegt, dat zooals blijkt de circu
laire genoemd bij 3 verschil oplevert met die
genoemd bij 4. Namens B. en W. wordt voor
gesteld te handelen overeenkomstig het be
paalde bij de circulaire genoemd bij 4, daar
deze circulaire algemeen is. Aldus wordt
besloten.
De heer Wezemer verbaast zicli over de uit
drukking van den Minister „als het noodzake
lijk is", zou hij dan meenen, dat het niet nood
zakelijk is?
De heer Broere vraagt naar den huurtoeslag
en waarom alleen steun verstrekt wordt aan
gehuwden en ongehuwde kostwinners en niet
aan ongehuwden. De Voorz. zegt, dat de
Minister niet verder gaat
Daarna leest de Voorz. een brief van het
Polderbestuur „de Quack" dd. 14 Nov. j.l.
betreffende het baggeren van een watering,
gelegen langs den Zuiddijk, door werkloozen
met Rijkssteun. De kosten komen voor 3/5
voor de gemeente en 25 voor genoemden
polder.
De heer Wezemer spreekt zijn verwondering
er over uit, dat de polders met dergelijke ver
zoeken komen. Dit is eigen en geen algemeen
belang. Toen wij laatst naar de vergadering
van het Crisis-Comité gingen, schepten wij
onze schoenen over van de modder. Zoolang
deze besturen den Moriaanscheweg niet ver
beteren en rotte deelen, waar noodig, niet
dempen, zal spr's fractie er niet in meegaan.
Ze hebben laatst de modder naar een kant
geveegd, zoodat gevraagd werd of ze gek
waren. De Voorz. zegt, dat deze zaak op zich
zelf moet beschouwd worden. Gemeenschap
pelijke samenwerking wordt ook op andere
plaatsen meer en meer gewoonte.
De heer Boere zegt, dat het bij het Polder
bestuur altijd eigenbelang is en geen algemeen
belang. De heer Kramer zegt, dat de bepalin
gen van gemeente en polder dwars tegen elkaar
ingaan. Die heeren zijn baas in eigen huis
De heer van der Ban zegt dat, als de Heer
Wezeme zoo doorgaat de verhouding met de
Polder steeds scherper wordt. Spr. is er voor
in het belang der gemeente het aanbod van de
Polder te aanvaarden.
De heer Boere zegt gecorrespondeerd te
hebben met den heer Spronkers. Een schrijven
van laatstgenoemde heeft spr. overgelegd, en
hetwelk door den Voorzitter wordt voorge
lezen. De Voorz. zegt, dat de toetaand van den
Moriaanscheweg ongunstig is, maar het blijkt,
dat Ged. St. tot een nader onderzoek bereid
zijn. De heer Kramer dringt er op aan om deze
zaak warm te houden, en vestigt de aandacht
op boomen, die van de begraafplaats moeten
worden verwijderd, waardoor de entree wordt
verbeterd. De Voorz. zegt, dat bij B. en W. dit
plan reeds bestaat.
Terugkomende op het genoemde schrijven
van den polder „de Quack", wordt na discussie
besloten, dat de gemeente niet 3/5 doch 2/5 der
kosten zal betalen en zonder toezicht der heide
maatschappij. De heer Wezemer dringt er op
aan dat het uurloon niet minder zal bedragen
dan 30 cent. De Voorzi. zegt, dat het Dag.
den polder hiermee in kennis zal stellen.
Daarna brengt de heer van den Ban verslag
uit van zijn bevinding omtrent het land in huur
bij W. van Strien. Spr. is met den lieer Boere
daarheen geweest en volgens spr's oordeel zal
de weide bij egalisatie minder worden in kwali
teit. De huurder W. van Strien was het hier
mee eens. De heer van Beesten zegt hiermee
niet acoord te kunnen gaan. De Voor. verzoekt
den heer van Beesten om met de hh. van de Ban
en Boere deze zaak te willen onderzoeken Aldus
wordt overeengekomen.
Rondvraag. "De heer Kramer vraagt hoe
lang de erfpacht van de Erven M. den Bakker
duurt. De Voorzitter zegt tot 31 Dec. 1935
Voorts vraagt de heer Kramer naar de subsidie
van V. I. Z. De Voorz. antwoordt dat deze
voorwaardelijk is verleend. De heer Spuybroek
zegt, dat des avonds op den hoek van den
Moriaanscheweg jongenlui bijeen zijn, die
ergenis vertrekken. De Voorz. zegt dit ookge-
constanteerd te hebben toen orde heeft gesteld.
Spr. zal daarop letten. De lieer de Jonge zegt,
daar de Moriaanscliewf slecht is, d'e aandacht
tot verbetering levendig te houden. Spr.
vraagt een lichtpunt bij de waterplaats in het
Raadhuis. De Voorzi zegt, dat dit noodig is en
zal ook een lichtpunt op liet portaal boven
doen aanbrengen. De lieer van den Ban vestigt
de aandacht op de sloot aan de westzijde van
liet beursgebouw. Deze dient voor de helft
schoongemaakte te worden, anders valt hij
onder de schouw van den polder. De lieer
Wezemer vraagt: le. mededeeling van den tijd
van het geven van proefles aan den Westdijk)
2e. de wachtweek zoo spoedig mogelijk uit te
betalen en 3e. als er van gemeentewege werk
wordt opgedragen, het uurloon tc bepalen op
30 cent. Daarna sluiting.
VII.
De geschiedenis van Mala Hari.
De geschiedenis van Mata Hari behoort op
het gebied van spionnage in den grooten oorlog
tot de meest besprokene, de over en weer
meest bestredene. Bekend mag worden ver
ondersteld, dat nog altijd, en niet slechts van
Duitsche zijde, wordt volgehouden, dat Mata
Hari door den Krijgsraad te Parijs onschuldig
is veroordeeld; dat zij geen spionne in den
eigenlijken zin des woords was en, al moge zii
onvoorzichtigheden hebben begaan die zeker
met van dien aard waren, dat zij daarvoor
met den kogel diende te worden gestraft Aan
den anderen kant daarentegen zijn de bewijzen
die voor haar schuld zijn bijeengebracht, zoo
danig gerekend, dat men geen twijfel meer
koestert en ook bij anderen niet toelaat Niet
zoo heel lang geleden heeft Commandant
Ladoux, die, zooals mede mag worden ver-
ondersteld den Franschen geheimen dienst
geleid heeft totdat hij in 1917 jn ongenade
viel gesproken van zijne wetenschap omtrent
Mata Hari. Zijn verhaal lezende kan men
moeilijk anders meer gelooven dan dat deze
danseres die én door haar dans én door haar
schoonheid Parijs zoozeer boeide, niet slechts
spionnagediensten voor Duitschland verrichtte
al waren zij misschien van vrij onschuldiger!
aard, doch tegelijkertijd den schijn aannam
als wilde zij Frankrijk dienen, terwijl zij in
werkelijkheid bleef voortgaan Duitschland te
dienen.
De geschiedenis in het algemeen van Mata
Hari is bekend. Van zichzelve Zelle geheeten
van gedeeltelijk Indische afkomst, trouwde zii
den officier van het Ncderlandsch-lndische
leger Machleod. Of deze haar dan wel zij hem
slecht behandeld heeft beide lezingen zijn
in het publiek geventileerd doet weinig ter
zake; dit staat wel vast, dat op een gegeven
oogenblik het echtpaar met twee kinderen
naar Europa vertrok, en dat vervolgens man
en vrouw niet lang bij elkander zijn gebleven
De voormalige Mevrouw Machleod heeft zich
daarna, wat alleszins juist kan worden geacht
eemgen tijd bij haar ouders opgehouden, en
toen is-zij op een goeden dag in Parijs ver
schenen, waar haar zeer bijzondere Indische
danskunst haar met een slag de belangstelling
deed veroveren. Reeds tijdens haar verblijf in
Indie verdiepte zij zich in de schoonheid van'
godsdienst der Inlanders, in hun ceremo
niën, in hun dansen, waaraan meer verbonden
is dan aan onze Westersche dansen, kortom
zij heeft daar geleerd uit de Indische schoon-
heid te putten. Zij heeft dat, vermoedelijk
tijdens een langdurig verblijf buitenslands ge
cultiveerd en dit heeft haar in staat gesteld
om op een gegeven oogenblik, omstreeks herfst
1905 toen zij ongeveer 35 jaar telde, te Parijs
in het Musee Guimet op te treden Het was
geen openbare avond; slechts door introductie
en uitnoodiging kon men er toegang ver
krijgen; er was een deel van wat men de uit
gaande wereld van Parijs noemt; er was een
groot aantal kenners van Oostersch leven en
Oostersche kunst. Zij had den naam Mata Hari
aangenomen, waarbij men heeft te bedenken
dat mata het oog en hari den dag beteekent!
Wat zij gaf 111 haar dansen, werd onmiddellijk
erkend van zeer bijzonderen aard te zijn. Ook
daarover ioopen de meeningen uiteen; er zijn
er, die meer aan de excentriciteit van haar
dansen dan aan de werkelijke danskunst het
verworven succes toeschrijven; er zijn er die
slechts de kunstenares in haar zien. Hoe het
zij, zij bleef op haar standpunt van groote
belangstelling staan in denzelfden tijd dat een
utero en een Duncan zich op hetzelfde gebied
p!ï?|ein' ^re" lang was ZÖ een ster f»" den
Parijschen hemel, en zoodoende kwam zij in
aanraking met een zekeren Markies de Mon
tessac, een vooraanstaand figuur in het Pani
sche mondaine leven, van wien niemand eigen-
J,U!St.e oorsPro,fg wist, en van wien
eerst veel later, omstreeks 1927, toen een der
koningen van de Parijsche onderwereld zich
tot een normaal burgerlijk leven bekeerde is
komen vast te staan wie hij in werkelijkheid
was. Dezen Markies de Montessac vond Mata
Han een avond in haar logehet was de eerste
aanraking, die jaren, eigenlijk tot op liet
oogenblik van haar veroordeeling, zou duren.
Eerst omstreeks het oogenblik, dat de oorlog
op het punt staat uit te breken, duikt Matl
Hari ook 111 Berlijn op; daar is haar succes
groot, en maakt zij zich niet minder bewonde-
raars dan vrienden.
Aanvankelijk bij het uitbreken van den
oorlog was de danseres in Amsterdam. Soms
Dracht zij een bezoek aan Londen, soms wist
zij, dank zij invloedrijke relaties tc Parijs te
komen. De Intelligence Service, waakzaam als
altijd, vond deze verplaatsingen wat verdacht
maar ondanks alle nauwkeurige nasporingen'
die werden gedaan, kon niets positiefs tegen
haar worden gevonden. Commandant Ladoux
vertelt ook in zijn boek, dat toen zij zijn
kabinet binnentrad, hij niet anders wist dan
dat er verdenking tegen baar bestond,- maar
dat velen die verdenking ver van zicli wierpen,
loen hij openhartig dit onderwerp ter sprake
bracht, beklaagde Mata Hari zich over de ver
volging, die zij had tc doorstaan; zij werd
voortdurend gevolgd, en het was haar niet
duidelijk waaraan zij deze „attentie" ver-
diende. Het doel van haar bezoek bij Com
mandant Ladoux was om verlof tc verkrijgen
de baden te Vittel tc bezoeken. Dit verlof
was ook daarom noodig, omdat sedert korten
nip, ""/'"voornaamste kampen van
de Fransche luchtvaart was gevestigd
Inderdaad vertrok Mata Hari naar Vittel
inderdaad wijdde zij zich daar, gelijk zij voor
gegeven had, aan de zorg voor de gewonden
maar tegelijkertijd bleef het niet onbekend'
dat zij vele en zeer intieme relaties met Fran
sche officieren aanknopptc, en dat er alleszins
gelegenheid voor haar bestond 0111 geheimen, Duitschers niets weten konden, en die, na
voor de Fransche verdediging van waarde, te Mata Hari's reis naar Spanje spoedig daarna
verkrijgen. werd gegrepen en ter dood gebracht.
Korten tijd daarna was zij opnieuw bij Tc Parijs teruggekomen, hetgeen voor haar
Commandant Ladoux. Uit diens verhaal blijkt noodig was, omdat zij geld behoefde, nam
het, dat hij haar bij dat onderhoud geenszins Mata Hari haar intrek in het Palace Hotel,
gelast heeft 0111 onmiddellijk Frankrijk te ver- het ecnige van dien naam, dat Parijs telt nabij
laten; wel heeft hij haar gewezen op de ver- de Boulevard St. Germain. Een hotel, dat, hoe
denking, die opnieuw op haar rustte. Zij be- goed ook, in haar glorietijd zeker niet door
kende rondweg in Vittel een Russiscli officier haar zou zijn bezocht, maar dat nu alleszins
te hebben ontmoet, dien zij boven alles lief goed genoeg voor haar was. De commissaris
had, 0111 welke reden zij niet gaarne uit Frank- van politie deed er met een drietal inspecteurs
rijk zou worden gezet. Zij wist tevoren, dat op den vroegen morgen een inval; zijn de ver-
deze Rus, van zeer voorname familie zijnde, i halen juist, dan heeft op het laatste oogenblik
nooit met haar zou kunnen trouwen; zij liet Montessac getracht haar nog te redden, maar
zich toen met een zucht ontvallen „Als ik
maar geld had". Toen Ladoux het gesprek in
deze richting voortzette, deed Mata Hari, zijn
verhaal volgend, zelf aan de hand, dat zij hare
vroegere relaties met den Kroonprins zou her
nieuwen teneinde op die wijze voor Frankrijk
in Duitschland te kunnen spionneeren. In elk
geval staat we) dit vast, dat toen Mata Hari
het. kabinet van Ladoux verliet, zij op zich
genomen had om in Franschen dienst te treden.
Zij zou het beztte gebied in België bezoeken
en kreeg mede een vijftal brieven aan Fransche
agenten in het beztte gebied in België, die zij
aan hun adressen zou bezorgen.
Mag men Ladoux gelooven, dan heeft hij
zeer ernstig met Mata Hari gesproken en haar
duidelijk onder de oogen gebracht wat het
haar zou kunnen kosten, indien zij dubbel spel
speelde. Op dat oogenblik was haar leven niet
in gevaar; zij zou wellicht uit Frankrijk gezet
zijn, maar meer zou niet zijn geschied. Voor
loopig kon zij, krachtens de orders, die Ladoux
haar gaf, niet vertrekken. Zij wilde over Zwit
serland naar Duitschland, maar Ladoux
wenschte, dat zij over Spanje zou gaan, omdat
hij haar daar beter kon laten volgen en nog
altijd niet op de hoogte was van haar geheime
bedoelingen.
Een Duitsch schrijver over spionnage weet
van een tusschenpersoon te verhalen, die in
de aanteekeningen van Ladoux zelfs niet
wordt genoemd. Het zou een zekere Hanna
Wittig zijn, Duitsche van geboorte, die een
zekeren Graaf de Chilly zou hebben verpleegd,
en zoodanig van dezen gecharmeerd was ge-
(Adv.)
worden, dat zij met hem naar Lausanne was
vertrokken om er de spionnage ten gunste van
Frankrijk te beoefenen. Daar luisterde zij een
gesprek af, dat over een Duitschen agent H 21
liep; met deze wetenschap kwam Chilly bij
den geheimen dienst Te Parijs om er, waar
hij in het leger geen actieven dienst meer kon
verrichten, zijne diensten aan te bieden. Deze
Hanna Wittig wist zich in het vertrouwen van
Mata Hari in te dringen; zij werden vriendin
nen. Chilly bezocht eveneens Mata Hari, werd
weilich. *e vriendschappelijk met haar naar
het gevoelen van Hanna, maar verklaarde
zich tegenover deze overtuigd, dat Mata Hari
geen spion kou zijn. Dit spoorde Hanna slechts
tot dubbelen ijver aan. Zij ontlokte op inder
daad slimme wijze aan Mata Hari de bekente
nis, dat het geld, dat haar in staat stelde zoo
luxueus te leven, door spionnage werd ver
diend; ja, dat zij agent H 21 was. Op het
oogenblik, dat zij dit nieuws aan Commandant
Ladoux zou hebben gebracht, w.s Mata Hari
naar Spanje vertrokken, en deelde vanuit
Madrid haar aankomst aan Ladoux mede.
Zij had order zich bij Vigo in te schepen op
het Hollandsche stoomschip Hollandia, Dat
heeft zij ook gedaan, maar niet nadat zij
eenigen tijd tc"Madrid doorbracht, waar zij
ook met Duitsche officieren werd gezien. Dé
Hollandia werd in het Kanaal door een Engel-
sche onderzeeboot gepraaid; deze haalde, on
danks haar protest, Mata Hari van boord.
Toen Ladoux bericht kreeg, dat men haar in
voorloopige bewaring had genomen, stond hij
volgens eigen aanteekeningen in twijfel, welkè
twijfel zeker niet meer zou hebben bestaan,
indien het verhaal van Hanna Wittig waarheid
en hem reeds bekend was. Hij verzocht aan
de Engelschen, dat zij Mata Hari naar Madrid
opnieuw zouden inschepen. Nu kon zij niet
weten, dat dc wacht van den Eifeltoren alle
radio-telegrafische boodschappen, die de Duit
schers vanuit Madrid naar Duitschland tracht
ten te zenden, kon onderscheppen, en zij kon
nog minder weten, dat de code, waarin dit
geschiedde, in Fransche handen was gevallen.
Dientengevolge kreeg Ladoux al spoedig de
mededeeling, dat aan agent H 21 door den
Duitschen spionnagedienst was opgedragen
om 111 Frankrijk terug te keeren en dat zij een
chèque tot een bepaald bedrag bij het Comp-
toir d'scompte zou vinden. Daarbij dient op
gemerkt, dat volgens andere verhalen Mata
Hari, tengevolge van een haar ingegeven ver
doovend middel, aan boord van de Eiigelsche
onderzeeboot met dc meeste nauwkeurigheid
was gefouilleerd. Een bezwarend feit, dat zij
ook voor den Krijgsraad niet heeft kunnen
ophelderen, was hierin gelegen, dat de vijf
brieven, die haar waren toevertrouwd, ver
loren waren gegaan. Ladoux vertelt in zijne
aanteekeningen, dat vier van deze brieven
betrekking hadden op spionnen, van wie dc
Franschen reeds wisten, dat zij om hun huid
te redden, in Duitschen dienst waren over
gegaan; de vijfde brief betrof een agent, eerst
Korten tijd tevoren aangesteld, van wien de
vergeefs. Men trof Mata Hari nog in haar bed
aan; zonder haar een oogenblik uit het oog
te verliezen, nam haar mede naar het bureau,
waar zij aan een eerste verhoor werd onder
worpen. Voor Commandant Ladoux was de
zaak afgeloopen; om begrijpelijke redenen liet
hij zicli met de handelingen van welken krijgs
raad ook nimmer in, maar voordat Mata Hari
naar den krijgsraad was verwezen, vroeg zij
hem te spreken. In dat onderhoud, waarvan
hij opnieuw uitvoerig gewag maakt, heeft hij
haar er aan herinnerd, dat hij haar gewaar
schuwd had. Zij ontkent het niet, doch bleek
voor haar toekomstig lot begrijpelijkerwijze
bevreesd. Ladoux noemde de doodstraf niet
met zooveel woorden, maar zij begreep hem
volkomen. Ladoux erkent, dat, indien Mata
Hari had willen spreken, haar geheimen ver
raden, hij bereid was geweest haar het ieven
en zelfs de vrijheid te schenken. Maar hij had
daarover niet te beschikken; de rechter, die
de instructie leidde, was de bevoegde man. En
bij dezen, magistraat van onkreukbare ge
woonten, kreeg hij voor zijn verzoek geen
gehoor. Het recht moest zijn loop hebben.
De behandeling voor den Krijgsraad is be
kend; als in alle spionnagezaken geschiedde
deze in het geheim, iets ervan is uitgelekt. Er
was een vrij uitvoerig materiaal tegen Mata
Harier was haar optreden in het kamp van
Vittel, maar er waren bovenal de verloren
brieven. Zij mocht het verlies daarvan schrij
ven op rekening van de fouilleering, die de
Engelschen haar hadden doen ondergaan; het
feit, dat deze brieven tot het verlies van den
vijfden agent hadden geleid, sprak duidelijk
genoeg. Daar was nog iets anders. Voor den
Krijgsraad schijnt te zijn geconstateerd, dat,
korten tijd nadat Mata Hari te Parijs verblijf
hield, een tweetal Duitsche onderzeebooten
zijn ontdekt en overmeesterd. Voor den
Krijgsraad zou zij, om te bewijzen, dat zij
inderdaad Frankrijk diende, hierop hebben
gewezen, waarop haar ijskoud ten antwoord
werd gegeven, dat hieruit te meer bleek, dat
zij onwaarheid sprak wanneer zij zeide zich
niet aan spionnage te hebben schuldig gemaakt.
Want hoe zou zij aan deze wetenschap zijn
4 gekomen? Haar verdediger, de bekende Pa
rijsche advocaat Clunet, een der sieraden van
de Parijsche balie, heeft haar welsprekend ver
dedigd, maar het mocht niet baten. Het dood
vonnis werd uitgesproken; haar beroep daar
tegen werd verworpenhaar verzoek om gratie
door den President der Republiek afgewezen.
Als zoovelen maakte zij op den ochtend van
15 October 1917 den droeven gang naar het
kasteel van Vincennes. Over" ha"ar laatste
oogenblikken ioopen de lezingen al zeer uiteen,
naar het oordeel van sommigen is zij gestorven
als een heldin, en naar het verhaal van anderen
moest zij naar de executieplaats worden ge
sleept en kon dit slechts geschieden dank zij
haar ingegeven verdoovende middelen.
Wat er van zij, de vraag dient gesteid of in
een geval als dat van Mata Hari de schuld
zoodanig groot was, dat tot deze uiterste straf
diende te worden overgegaan. Gesteld ai, zij
heeft gespionneerd, dan nog kan niet anders
worden gezegd dan dat zij het bedrijf vrij
lichtzinnig heeft opgevat 'en vrij onhandig
heeft uitgeoefend. Dank zij hetover haar
uitgesproken doodvonnis, zal de zaak Mata
Hari altijd blijven een der geruchtmakende
spionnagezaken uit den wereldoorlog en altijd
met een zekeren sluier van geheimzinnigheid
kunnen worden omgeven!
Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie,
Hiermede dient gij Uw land
en bestrijdt gij de werkeloosheid.
VOETBAL.
Zondag kwam hier naar ons eiland
V.DL. al van Maassluis
Tweede klas K.N.V.B.'ers
Dat was voor Flakkee niet pluis
Flakkee heeft dan op deez' Zondag
Veel geleerd van kunstig spel,
Want dit spel van N.V.B.'ers
Is voor Flakkee wel wat snel;
Heel precies en afgemeten
Werken zjj op hun gemak
Flakkee werd dan ook geslagen
Met 2-5 beslissing zwak.
Maandag weer K.N.V.B.'ers
Btj Flakkee al op bezoek
Ja het Rotterdamsch Neptunus
Stond al vroeg in 't wedstrjjdboek
Ja Neptunus onvolledig
Trof Flakkee in goeden vorm
Want deez' wedstrj)d had tot uitslag
4 tegen 4 dus 't was enorm
Jammer dat men op ons eiland
Geen arbiter vinden kan
Die zoo'n wedstrjjd naar behooren
Leiden kan, als technisch man.
SommelsdUk. M. V.