HET IS BEREIKT: RTELS 2 ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 17 DECEMBER 1932. storend te werken op den gang der raads vergaderingen. Wij hebben geen bezwaren tegen afschaffing van consumptie-verstrek king. De Voorzitter licht nog toe, dat de levering door den bode veel voordeeliger is. Hij doet het voor de helft van den prijs. Weth, Dijkers haalt de geschiedenis van de zaak even op. Vorig jaar z(jn B. en W. met het voorstel gekomen om de consumptie te laten vervallen. Dat wilde de Raad toen niet. Er is toen besloten om de consumptie te handhaven. Om voordeeliger uit te zijn is de levering toen aan den bode opgedragen. De heer T. van den Doel merkt op, dat er veel gedaan wordt om den middenstand te helpen. Nu moeten we de kasteleins niet vergeten, het gaat de menschen ook slecht. Weth. Dijkers zegt, dat de aanwezigheid van de kasteleinsbedienden inderdaad sto rend werkt op de vergaderingen. Ze komen soms met hun tweeen of drieën en er kan vaak niet doorgewerkt worden. Als de ge- meentebode bedient, heeft alles een rustig verloop. De Voorzitter spreekt zich ook tegen ver andering uit. Het voorstel der commissie, in stemming gebracht wordt verworpen. Het rapport der commissie vermeldt, dat de minderheid der commissie er tegen is om den post gratificatie aan de rijkspolitie te schrappen en dien post wil handhaven. B. en W. hebben geantwoord: „De Majoor-brigade-commandant der Ryks- veldwacht te Middelharnis stelt ontvangst van eene gratificatie zelfs niet langer op prijs Het is onze bedoeling den Rijksveldwachter Van Es aldaar, voor de gevallen, dat hij den gemeenteveldwachter vervangt, aan het einde van elk jaar eene gratificatie toe te kennen." De heer Schut zou wel gaarne worden ingelicht omtrent het verschil tusschen wat de commissie wil en wat B. en W. willen Weth. Mijs zegt, dat de brigadier-majoor der Rijksveldwacht een royale houding heeft aangenomen. Hij is bij een der wethouders aangekomen en heeft medegedeeld, dat hjj niet langer op de uitkeering van een gratifica tie prijs stelt. Hij heeft blijkbaar pas ontdekt, dat hij door het aanvaarden van een gratifica tie zijn zelfstandigheid verliest. Maar er zit meer achter, de motieven van den majoor z(jn bedenkelijk. B. en W. zijn niet ongeneigd om de diensten van den Rijksveldwachter Van Es te beloonen, wanneer hij deze ver richt, wat niet onmogelijk kan zijn, gelet op den gebrekkigenlpolitiedienst, welken wjj in deze gemeente hebben. De heer Schut vindt, dat nu we toch weten, dat buitengewone politiediensten noo- dig zullen zijn de post toch beter nu op de begrooting kan worden gebracht. Weth. M(js licht toe, dat uit een anderen post betaling kan plaats hebben. De heer Schut gaat met deze toelichting accsord. De commissie stelt voor subsidies ten be hoeve van politiescholen en cursussen te schrappen. De Voorzitter zegt in eene besloten zitting vertrouwelijke mededeelingen te zullen doen Bij den post straatverlichting stelt de com missie voor dezen post te verlagen met 800 en te brengen op 3300, met de be paling er bij, dat de post beslist niet over schreden mag worden, al moeten er nog enkele lantaarns voor uitbreiding bij komen JB. en W. hebben geantwoord, dat in ver band met de besprekingen in de vorige raads vergadering z(j al het mogelijke in het werk hebben gesteld, dat deze post niet over schreden wordt. Om contractueele redenen zijn voorshands geen verdere resultaten te verwachten. De Voorzitter licht toe, dat de post reeds is verlaagd met 1100, dat heeft reeds moeite genoeg gekost, want het komt neer op verlies voor de Emgo. Weth. Mös zegt, dat naar aanleiding van het besprokene in de vorige raadsvergade ring door hen stappen zijn gedaan in den Raad van Commissarissen der N.V. Emgo om de kosten der straatverlichting naar be neden te krijgen. Daartegen is van belang oppositie gerezen. Van te voren reeds over leg gepleegd met den directeur en die is met een plan naar voren gekomen, waarmee op de straatverlichting zou kunnen worden be zuinigd Het wegnemen der lantaarns zou plm. 80 h 90 per lantaarn kosten Er wordt nu een gering bedrag betaald voor deze niet-dieDStdoende lantaarns voor af schrijving. Een en ander komt neer op een bezuiniging van 1100. Voorshands is er niets meer te bereiken, dan moeten we wachten tot den t\jd, dat de Emgo winst gaat opleveren. De heer T. van den Doel is verheugd over het bereikte resultaat. In het betreffende rapport is evenwel sprake van 90lantaarns. Van te betalen kosten voor het wegnemen van lantaarns is in de gesloten overeenkomst met de Emgo geen sprake. Wie heeft mach tiging gegeven om zooveel lantaarns meer te plaatsen. Als er hier een fout gemaakt is door B. en W., dan is er niets meer aan te doen, maar als het door de Emgo eigen machtig is geschied, dan wel. Weth. Mjje: Dat is nu het critieke punt. Ais w(j nu maar zeggen, dat we een fout gemaakt hebben,dan z(jn de heeren tevreden. Maar het ia gegaan als altijd, het rapport is slechts een schema geweest, het rapport moest de levensvatbaarheid van het bedrijf aantoonen. De Emgo is opgericht, de lan taarns zijn geplaatst en wie is daar nu ver antwoordelijk voor? Spr. wil zich niet aan de verantwoordelijkheid onttrekken. B. en W. hebben hier wel schuld. Maar ook de Raad, want die heeft niet dadelijk daarop aan merking gemaakt. De Voorzitter wijst er op, dat Dirksland voor SO gaslantaarns jaarlijks 3600 moet betalen, dan is hier een uitgaaf van 4000 voor de straatverlichting niet onverantwoor delijk te noemen. De heer Schut gaat met het denkbeeld om verschillende lantaarns tijdelijk buiten ge bruik te stellen accoord. Hy wyst voorts op het belang van een goede verlichting op de kruispunten en op de noodzakelijkheid, dat defecten spoedig worden hersteld. Voorts vraagt spr. of er ook op den stroom niet kan worden bezuinigd. By lichte maan zouden de lampen b.v. uit kunnen blyven. Weth. Dykers wyst er op, dat de ont steking automatisch plaats vindt. De stroom maakt do zaak ook niet duur. De heer Van Es zegt, dat de thans door B. en W. ingevoerde bezuiniging niets te maken heeft met zy'n voorstel tot beperking der straatverlichting, in een vorige verga dering gedaan. Voorts kan hy maar niet begrypen, dat het wegnemen van een lantaarn 100 kost, de eenheidsprys van een lantaarn is volgens het rapport 75. De Voorzitter licht toe, dat by hat weg nemen van een lantaarn een mof moet worden gelegd en dat is duur. De heer Le Comte zegt, dat als we de bezuiniging te ver doorvoeren, we voor bet feit zullen komen te staan, dat we toch op een andere manier zullen moeten betalen, dan zal de Emgo met verlies gaan werken. Weth. Dykers: De eenige oplossing is, dat alle burgers bij de Emgo aansluiten. Ook de financieele omstandigheden loopen voor de Emgo tegen. Spr. is het met den heer Le Comte eens. De post wordt op de begrooting gehand haafd met toezegging van B. en W. dat ze nog zooveel mogeiyk op de straatverlichting zullen trachten te bezuinigen. De Voorzitter deelt uit het rapport mede, dat de minderheid der commissie voorstelt een post op de begrooting te brengen voor opruiming van krotwoningen met een bedrag van 200 om nieuwe woningen te kunnen bouwen met rijkssubsidie voor huurtoeslag. B. en W. hebben medegedeeld, dat zp meer voor particulieren bouw gevoelen. De krot woningen komen toch geleideiyk te ver vallen. De heer Schut pleit voor het minderheids- voorstel. Diverse woningen kunnen door be tere vervangen worden. De huren der wo ningen gaan nu dikwijls boven de draag kracht der bewoners. Bouw van woningen komt ook aan de werkloosheid onder de bouwvakarbeiders ten goede. Het voorstel komt wegens gemis aan on dersteuning niet in stemming. De meerderheid der commissie stelt voor een post van 5 op de begrooting te plaat sen voor onderzoek naar schoolartsendi6nst. De Voorzitter licht toe, dat naar de mee ning van B. en W. de tegenwoordige finan cieele omstandigheden invoering van een schoolartsendienst niet toelaten. Daarom achten zij een onderzoek dienaangaande nog niet dringend noodig. De heer Schut is het met B. en W. eens, dat het nu niet de geschiktste tijd is om een schoolartsendienst in te stellen. Maar dat is ook maar niet zoo ineens voor elkander. Spr. stelt de wensobelijkbeid en het nut van een schoolartsendienst in het licht. Het voorstel wordt niet voldoende onder steund. De commissie stelt voor den post wyk- verpleging niet te verlagen en op 350 te handhaven en den pest bijdrage aan de afd. Middelharnis—Sommelsdijk der Z.-H. vereeniging „Het Groene Kruis" te band haven op 100, terwijl de minderheid der commissie voorstelt den post „subsidie aan vereeniging Lighalien Middelharnis-Som melsdijk" op 200 te brengen. De Voorzitter licht toe, dat volgens door den voorzitter van het Groene Kruis ver strekte inlichtingen de financiën van de vereen, in 1933 niet in de war zullen geraken by de door B. en W. voorgestelde subsidie- verminderingen, terwijl ook de vereeniging Lighalien zich met een verminderd subsidie bedrag zal moeten behelpen. De heer Van Es stemt toe, dat er momen teel geen bezwaar is tegen de voorgenomen vermindering. Dat kan evenwel plotseling veranderen. De beer Schut vindt, dat we by deze zaak in het oog moeten houden, dat de volks gezondheid er by in het geding is. De kans op het voortwoekeren van ziekten is groot. Spr. verwyst naar het adres van de vereeni ging voor sociale geneeskunde, die er ook voor waarschuwt, dat bezuinigingen op de volksgezondheid van invloed kunnen zyn. De betrokken vereenigingen moeten niet gebonden zijn tengevolge schrielheid. Met een klein bedrag is soms een menscheDleven te redden. Spr. is er van overtuigd, dat de vereenigingen niet roekeloos met het geld zullen omspringen. Een kwestie van 100 mag hier geen gewicht in de schaal leggen. Weth. M[js is er niet van overtuigd, dat door vermindering de vereenigingen schade zullen iyden. Mochten hun financiën in de war loopen, dan zal de gemeente zich niet afzijdig houden. De heer Van Es constateert, dat na deze toezegging het voorstel der commissie wel kan worden ingetrokken. By den post belooning van kweekelingen stelt de meerderheid der commissie voor dezen post te handhaven op 800. B. en W. hebben de commissie geantwoord: Voor bet sluitend maken van de begrooting was het noodzakeiyk de belooning van de kweekelinge slechts tot 1 Mei 1933 uit te trekken. Met het aan de openbare lagere school te benoemen nieuwe hoofd zal overleg worden gepleegd of de kweekelinge ban wor den gemist en evenzoo met den Inspecteur vau het lager onderwys. Biyft de kweeke* linge gehandhaafd, dan zal ook naar ons bekend is het bestuur der byzondere school alhier met ingang van 1 Mei 1933 een kwee keling aan zyn school verbinden op kosten der gemeente. Als het noodig blykt kan over het aanblyven van de kweekelinge tegen 1 Mei volgend jaar nader worden beslist. Het verdient zeer zeker aanbeveling het onder wys zoo te doen inrichten, dat de post kan vervallen. De heer Van Es onderschryft, dat goed moet worden uitgekeken of de kweekeling inderdaad noodig is. Het is dan ook niet de bedoeliDg der commissie om nu al een uit spraak te doen, maar ze wil de gelden er voor disponibel houden. Weth. Mys antwoordt, dat B. en W. en de commissie hetzelfde willen. De doorslag voor het verlaagd uittrekken van den post is gegeven door de noodzakelykheid om de begrooting sluitend te maken. Weth. Dijkers zegt, dat daarstraks is op gemerkt, dat in deze dagen van crisis van de ambtenaren meer werk mag worden ge vorderd, dit geldt ook voor de onderwyzers. Het gaat hier om een bedrag van 1600, want het bestuur der byzondere lagere school maakt zeker ook aanspraak op een kwee keling. De heer Schut wil alleen het belang van het kind den doorslag doen geven. Als het kind by afschaffing van het kweekelingschap toch krijgt wat het toekomt, heeft spr. er geen bezwaar tegen. Maar dan wenscht spr. ook, dat straks de zaak ook bekeken wordt buiten de fiinancieele zijde van de zaak. Besloten wordt tot handhaving van den post, zooals die door B. en W. is geraamd. De post schoolreisjes is door B. en W, ver laagd uitgetrokken op ƒ60. De meerderheid der commissie wil dezen post gehandhaafd zien op 90. De Voorzitter zegt, dat B. en W. ook op dezen post iets meenden te kunnen bezuini gen. Zy zijn van meening, dat het ontbre kende uit andere middelen zal worden ge vonden, zoodat de schoolreisjes toch kunneD doorgaan. We kunnen in den loop van 1933 altyd nog eens zien. De heer T. van den Doel zegt, dat hij er voor is om den post heelemaal te schrappen. Weth. Dijkers gaat met de toezegging van den Voorzitter niet accoord. We beslissen nu voor 1933. De beer Van Es wyst op de moeilijkheid voor de organisators van de schoolreisjesom de rekening sluitend te maken. De heer T. van den Doel: Als ieder kind per week 3 cents bydraagt is dat niet zoo veel. Weth. Dykers: De spaarpotten van de kinderen zijn minder berooid dan de ge- meente-financiën Weth. Mijs. De subsidie van de gemeente moet aanvulling blyven. Besloten wordt den post op 60 te laten. De minderheid der commissie stelt voor een post op de begrooting te plaatsen groot 200 voor verstrekking vau schoolkleeding. De Voorzitter zegt, dat B. en W. niet veel gevoelen voor het verstrekken van school kleeding. De heer Schut pleit voor dit minderheids- voorstel. De begrooting moet in deze zaak voorzien. Het voorstel komt niet in stemming. De minderheid der commissie stelt voor den post talencursus te schrappen. B. en W. hebben geantwoord: Wij achten deze cursussen nog wei van zooveel nut, dat handhaving van den post tot een bedrag van 250 oorbaar is. De heer T. van den Doel zegt de minder heid in deze te zijn. Hy acht het taalonder wijs een weeldeartikel. Iemand, die aan zijn kinderen vreemde talen wil laten onder- wyzen, moet dat zelf maar betalen. De heer Schut: Als ze dat kunnen. Weth. Dykers licht toe, dat de regeling zoo is, dat de menschen, die het zelf betalen kunnen, het ook zelf betalen. Het is in bet belang der kinderen, dat de talencursussen bestaan. De heer Le Comte informeert hoeveel leerlingen de cursussen tellen. Weth. Dykers: De cursus aan de openbare lagere school 14, aan de bijz. lagere school 8. De heer Le Comte vindt het onderwijs in vreemde talen voor kinderen van gewone menschen van geen nut. We hebben al een teveel aan menschen, die met diploma's van U L.O. en H.B.S. in hun zak loopen. Weth, Dykers merkt op, dat er onder de armere klassen der bevolking toch ook be gaafde kinderen zijn. De heer SlisZouden de kindoren er schade by iyden wanneer de cursussen werden op geheven? De heer Schut zou het een ramp voor het middelbaar onderwijs vinden. Met 7 tegen 4 stemmen wordt besloten den post te schrappen. De minderheid der commissie stelt voor den post, Kosten van de districtsarbeids beurs en van de arbeidsbemiddeling te bren gen op 300. B. en W. wenschen dezen post op bet uit getrokken bedrag te handhaven. De heer Schut zegt, dat van de jaarwedde van den agent der arbeidsbemiddeling twee derde gedeelte gerekend wordt te zyn voor het eigeniyke werk der arbeidsbemiddeling en een derde gedeelte van het werk der werkloosheidszorg. In de jaarwedde draagt het Ryk ƒ40 bij. Deze uitgaaf komt opdui ken in een slechten tyd. Het werk der werk- loozenzorg vordert van den agent minstens twee volle avonden werk. Onder kantoortijd kan hiervan niets worden gedaan, dat laat het werk niet toe. De vergaderingen der commissie worden 's avonds gehouden en daarby moet hy vanzelf tegenwoordig zyn. Een lid mag wel eens een enkelen keer ont breken, maar de secretaris der commissie kan op geen enkele vergadering worden ge mist. En voor dit verantwoordeiyke werk hebben B. en W. een verhooging uitgetrok ken van 60. De agent der arbeidsbemid deling heeft altyd een belooning gehad van 100. Sindsdien is er bygekomen de ver deeling van het werk aan de gemeente onder de werkloozen, de werkverschaffing en de steunregeling. Wanneer daar 200 voor gegeven wordt is dat niet te veel. We hebben hier te doen met iemand, die de za machtig is en interesseer voor heeft.Boven dien is by ambtenaar ter secretarie en heeft alle voorschriften by de haDd. Spr. wil het werk van den secretaris der werkloozen- commissie gewaardeerd zien. De heer Le Comte meent, dat er in dezen tyd veel gestreden wordt tegen'cumulatie van betrekkingen. Wanneer deze functie moet worden bezoldigd als de heer Schut wii, dan zou hij naar een anderen functioDnaris willen omzien. Er zyn er op het oogenblik zooveel zonder betrekking. Spr. zegt dit afgescheiden van den persoon van den tegenwoordigen functionnaris. De Voorzitter wijst er op, dat het van belang is, dat de secretaris der werklooïen- commissie iemand van de secretarie is. De heer Schut: Als we voor dit werk iemand nemen van buiten de secretarie, dan zal het hierop neerkomen, dat deze in naam secretaris is en het werk toch op de secre tarie gebeurt. Er zijn veel voorschriften, die in acht moeten worden genomen. Het voorstel van den heer Schut wordt niet ondersteund. De heer Korteweg zegt voor verhoogiDg tot 200 te zpn. Dit voorstel wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen. In het rapport is een aanteekeniDg opge nomen: „De minderheid der commissie wenscht zijn afkeuring door aanteekening te kennen te geven, dat B. en W. niet tydig gebruik gemaakt hebben van het recht om wijziging te brengen in de tarieven op de hoofdsom der personeele belasting." De heer Schut zegt deze minderheid te zijn. Het spijt hem, dat B. en W. niet tydig met voorstellen zijn gekomen. De commissie stelt voor de opcenten der personeele belasting te wyzigen van 50-85 in 50-120. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. alleen aan belastingverhooging mede willen werken als de uiterste noodzaak daar is. Van de commissie is nog een nader rapport ingekomen, luidende: Naar aanleiding van de nota van B. en W. dd. 7 dezer inzake de gemeentebegrooting 1933 wenscht de commissie voor onderzoek dier begrooting het navolgende op te merken Bij het onderzoek is vastgesteld, dat prijs gesteld zal worden op heffing van een minder aantal opcenten op de Gemeentefondsbelas ting 1933/34 dan door B. en W. werd voor gesteld. In het concept-rapport der commis sie is dit ook vastgelegd. Nog voor dit rapport werd ingezonden, vernam de commissie, dat het Armbestuur zeer waarschijniyk op de begrooting 1933 een tekort zou hebben van ongeveer 1000. Als gedeeltelijke dekking van dit tekort be sloot de commissie haar voorstel tot het heffen van een minder aantal opcenten op de Gemeentefondsbelasting 1938/34 in te Nader is gebleken, dat het bericht inzake het tekort op de begrooting 1933 van het Armbestuur niet geheel juist is, althans voorbarig was, zoodat de commissie thans haar oorspronkelijk voorstel (eenigszins ge wijzigd) handbaafd en voorstelt voor het belastingjaar 1933/34 een aantal opcenten op de Gemeentefondsbelasting te heffen van 70 hoogstens 75. De heer Schut toont aan, dat tengevolge de jongste wetswijziging belastingverschui ving heeft plaats gehad. Het is voordeelig geweest voor de belastingschuldigen der per soneele belasting en nadeelig voor de belas tingschuldigen der gemeentefondsbelasting. De verhooging van het aantal opcenten op de personeele belasting heeft ook dit voordeel, dat de opbrengst ten volle komt op den dienst 1933. Spr. gelooft ook, dat de voorhanden reserve spoedig zal zyn opgeteerd en aan vaarding van dit voorstel zou den schok eenigszins opvangen en by kunnen dragen tot een billyke verdeeling van den belasting druk. Het moet toch komen tot verhooging der belastingen. Weth. Mys constateert, dat we te vlug zijn overgegaan tot verlaging der belastingen. We zijn misschien wat te optimistisch ge weest. Hoe had men zich ook ooit kunnen voorstellen, dat we in een noodtoestand zou den geraken als waarin we nu zitten. Spr. acht, dat de opcenten op de gemeentefonds- belasting het eerst voor verhooging in aan merking komen. Er is leeuwenmoed voor noodig om nu nog een potje voor de toe komst te willen maken. Weth. Dykers: In zy'n algemeene beschou wingen heeft de heer Schut gezegd, dat de goede tyd zeker weer terug komt en nu komt hy met voorstellen tot belastingver hooging, omdat er donkere tyden voor de deur staan. De heer Schut: Een dergelijke opmerking slaat als een tang op een varken. Spr. zal den heer Mys beantwoorden, daar is ten minste mee te praten. Hy geoftcyfers, waar uit biy'kt, dat inderdaad belastingverschui ving heeft plaats gehad. Spr. wil in elk ge val nu reeds iets aan belastingverhooging doen en hy is bl(j, dat de heer T. van den Doel, die een koopman is, het in dezezaak Prof. B. Sjolleraa schatte de voordeelen die te bereiken zijn door rationeele voeding op gemiddeld 20 cent per koe per dag, hetgeen voor een bedrijf met 40 koeien gedurende 200 staldagen een bedrag van f. 1600.- uit maakt en dat millioenen guldens bespaart kunnen worden. Op sommige bedrijven was de besparing zelfs grooter en steeg melkglft en melkvet. Dit is bereikt en alle foutief voe deren wordt opgeheven door voedering met: R PI flO A uit9ebalanceerd CX L 1 KJ I~\ dagrantsoenkoekje voor iedere melkgift tot 4 melkvet. De melk hiervan kost pl.m. 2 l/a ct. p. liter. R PI f 1 n R uitgebalanceerd koekje •Tv cX t 1 O D voor mestrunderen. Ratio A en B (wettig gedeponeerd) bevat de juiste dosis jodium, opgeloste ijzerver bindingen en voedingszouten waardoor grooter weerstandsvermogen tegen verschillen de ziekten o.a. mond- en klauwzeer en in 't algemeen verbetering van den gezond heidstoestand der dieren en vergrooting der melk- en vleeschproductie wordt verkregen zoo als op verschillende veebedrijven is gebleken. Vraagt Brochure*. 22 ruwvoederrantsoenen met Ratio voor iedere melkgift en attesten. Ratiokoekjes mogen op geen stal ontbreken Veehouder spr ijs A f. 7.90, B f. 7.15 per 100 Ko. vrij spoor/boot Amsterdam. Bijvoedering in de Weide: Ratio en Bertels' lijnzaadkoekjes 't beste en voordeeligste. Weigert namaakLet op ons ongeschonden Loodje en dat in elk koekje voluit den naam Bertels staat en niet een enkele B. Bestel bij Uw leverancier in Uwe plaats; indien daar niet voorradig direct a.d. fabriek. Oliefabrieken N.V., Amsterdam. (Adv.) met hem eens is. Weth. Mijs: Als de vos de passie preekt, boer past op je kippen I De heer Le Comte: Wanneer er over elke zaak door den heer Schut zoo lang moet worden gesprokeu, dan krijgt een ander geen tijd. De Voorzitter moet het reglement van orde handhaven. De heer Schut zegt, dat de Raad een com missie heeft benoemd voor het onderzoeken der begrooting. Daar heeft de commissie twee avonden aan gewerkt en lang geen gekheid zitten maken. Als de commissie nu niet behooriyk tijd krijgt om hare voor stellen te verdedigen en hare opmerkingen te maken, dan had de benoemiDg beter achterwege kunnen blijven. De heer Le Comte: Maar een ander krijgt geen gelegenheid. De heer Schut: Dat ligt dau aan den Voorzitter. De Voorzitter wenscht zich te houden aan het reglement van orde. Voorstellers en leden van commissie kunnen onbeperkt het woord voeren. De heer Le Comte protesteert tegen dezen gang van zaken. De heer T. van den Doel zegt, dat het niet de bedoeling van de commissie is om een potje te maken, maar om tezorgeD, dat het bestaande potje niet wordt opgeteerd. De Voorzitter wil het voorstel der com missie in stemming brengen. De heer Le Comte constateert, dat hy weer geen gelegenheid krijgt om iets te zeggen. De Voorzitter: Ik heb U toch 't woord niet geweigerd? Ais de vergadering wat1 duurt, moet men het niet van den Voor" zitter willen hebben. Het voorstel der commissie wordt ver worpen. Aangenomen worden de voorgestelde ver ordening tot heffing en invordering van opcenten op de gemeentefondsbelasting. De Voorzitter stelt voor om den post voor den politievakcursus te handhaven, met de bepaling, dat daaruit geene betaling zal wor den gedaan zonder machtiging van den Raad, Wegens het vergevorderde uur ban nu moei lijk meer in geheime vergadering worden De Voorzitter stelt de leden in de heid alsnog hun opmerkingen te maken. De heer Van Es: De post straatverlichting is te hoog De Voorzitter: Als daar nu werkeiyk weer op terug gekomen moet worden, Weth. Dijkers: Daar kom je twee uur te laat meel De Voorzitter breDgt de begrooting in omvraag. De heer Le Comte verklaart zich voor de begrooting, maar tegen de verzekerings- posten. De heer Van Es is voor de begrooting, maar tegen den post straatverlichting. De heer Schut stemt tegen. De heer Schut vestigt er de aandacht op, dat op de begrootingscommissie nog de taal rust om de begrooting van de gasfabriek onderzoeken. Spr. zou met het oog op het zooeven voorgevallene willen vragen of de Raad nog op dat onderzoek prijs stelt en de gelegenheid zal geven om behooriyk te be spreken wat de commissie in het midden zal brengen. Spr. zag gaarne een uitspraak van den Raad. Stemmen: Waar is dat noodig voor? Natuurlyk. De heer Le Comte: Onder één beding,dat er dan gelegenheid is om do begrooting een behoorlijken tyd af te werken. Dan sluiting. Vergadering van den Raad der-gemeente HERKINGEN, op Dinsdag 13 Decern ber, des voorin, om 10 uur. De Voorzitter, burgemeester Visschcr, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen worden voorgelezen en onveranderd worden vastgesteld. De VOORZITTER doet mededeeling, dat ingekomen is het jaarverslag van het electrici teitsbedrijf te Dordrecht, dat ter visie ligt. Ged. Staten berichten de salarisverlaging van 5 op de bekende functionarissen: bur gemeester, secretaris, wethouders en ambte naar van den burgerlijken stand. Ged. Staten achten geen termen aanwezig de jaarwedde van den ambtenaar van den bur gerlijken stand te verhoogen van ƒ40 op ƒ60. Ged. Staten berichten de goedkeuring van de gemeentebegrooting. De VOORZITTER merkt op dat Herkingen de eerste gemeente van Flakkee is, die haar begrooting goedgekeurd terug ontvangt. De heer J. den Boer neemt wegens ongesteld heid ontslag als raadslid. De VOORZITTER zegt den heer Den Boer dank namens de gemeente voor al het werk dat hij in het belang der gemeente heeft ge daan, ook als wethouder, en wenscht hem toe, dat hij zijn verderen levensavond in rust moge doorbrengen. Op het adres van Ooltgensplaat om adhaesie- betuiging inzake het verzoekschrift tot behoud van het Kantongerecht, zegt de VOORZIT TER dat de Minister Sommelsdijk gehand haafd heeft. 6 Weth. VAN ECK wil het adres toch nog maar doorzenden. De VOORZITTER: Wat je gekregen hebt behoef je toch niet meer te vragen? Weth. VAN ECK: Dat is zoo, laten we den Minister dan maar bedanken. Met algemeene stemmen wordt besloten het adres van Ooltgensplaat voor kennisgeving aan te nemen.. Door de heeren Van Kempen en Van der Linde worden de geloofsbrieven van het nieuw benoemde raadslid, den heer A. Noordijk, on derzocht. Zij adviseeren, dat alles in orde is en besloten wordt den heer A. Noordijk als raadslid toe te laten. Vastgesteld wordt de grondslag der jaar wedde van Doornhein op 775,—, Enkele afschrijvingen op de hondenbelasting hebben plaats. Het 8e punt wordt aangehouden tot gesloten zitting. B. en W. stellen voor het land aan de Molen kreek weer voor 1 jaar te verhuren. Voor 1 jaar met het oog op de slechte toestanden. De heer DE GEUS: Willen ze het weer hebben? De VOORZITTER: ja, op één na, maar daar is een ander voor. De heer J. C. Kaile verzoekt zijn kappers zaak een uur langer te mogen openhouden. Adressant wijst er op, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken hem naar den Raad verwezen heeft en meent, dat het niet toestaan een persoonlijke tegenstand zou zijn, daar de wet op de winkelsluiting het toelaat. Hij wijst voorts op den eed, welke de raadsleden hebben afgelegd, waarbij zij toch hebben beloofd in het belang der ingezetenen werkzaam te zullen zijn. Bovendien is in andere dorpen op Flakkee ook verlof tot langer open houden van kappers zaken toegestaan. De VOORZITTER: Er is hier één kapper, die het wil. De andere stelt er geen prijs op. Spr. vreest, dat er bij-motieven zijn bij adres sant en op dien grond stellen B. en W. voor afwijzend op het adres te beschikken. Alle winkeliers in Herkingen zijn ook aan dezelfde regeling onderworpen en hét is niet gewenscht daar uitzonderingen op toe te staan. De heer DE GEUS: Welk bezwaar is er om het aan allebei de kappers toe te staan? Ze hebben het indertijd allebei gevraagd en de een heeft zich er zeker bij neergelegd, omdat het nu toch winter is, maar in"den zomer is het bezwaarlijk om 8 uur de kapperszaken te sluiten, want dan komen de arbeiders pas uit het land. De VOORZITTER: In zeker opzicht ben ik het met U eens, maar voor de kappers moet er één en dezelfde regeling zijn. En nu is het opmerkelijk, dat de andere kapper er niets voor voelt. Spr. weet niet wie de grootste van de twee kappers is, maar het gaat niet aan den een boven den ander te bevoordeelen. De heer VAN DER LINDE: Het bezwaar is, dat er niet alleen gekapt wordt, maar Kalle verkoopt ook sigaren en sigaretten. De VOORZITTER: Dat is het juist, de clan destine verkoop wordt in de hand gewerkt en daardoor worden de winkeliers in het dorp, die dezelfde artikelen verkoopen, gedupeerd. De andere kapper verkoopt.geen bijkomende artikelen en zegt, dat hij er ook niets om geeft al moet hij gelijk met de andere winkeliers sluiten. Dat is toch wel opmerkelijk. De heer VAN KEMPEN: U gaat nu toch wel een beetje te ver. Het langer openblijven wordt alleen gevraagd voor het kappen en niet om andere artikelen te verkoopen, die con clusie moogt U er dus niet uit trekken. De VOORZITTER: Dat kan waar zijd, maar de clandestine verkoop wordt er toch'door in de hand gewerkt en dat is onbillijk tegenover Ie andere winkeliers. De lieer RIETDIJK: Ik voel wel wat voor iet bezwaar, dat de heer De Geus aanvoert, i-l. dat de arbeiders 's zomers geen gelegen- wid meer hebben zicli te laten barbieren. Weth. VAN ECK: Dat is niet zoo'n groot iezwaar, daar is wei gelegenheid voor. De an- lere kapper vraagt liet ook niet. Hij zegt, dat 11 i er geen belang bij heeft en sluit veel" liever 'in 8 uur. Hij zegt, dat het publiek net zoo "ng blijft loopen als de" kapperszaak open is. Iet is maar hoe de menschen liet gewend zijn. De SECREATRIS: Maar 's zomers zijn ze °ch tot 9 uur open. m he oo slu ge' pe sta no Verslag der Dim 3.15 Voorzitter tegenwoordig De Voorzit gebruikelijke laatste vergat VOGELA/ juist en uit\ daarin nog opi dat door Riei cussies. Sprek peil waarop et zag deze afda

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1932 | | pagina 2