:g
N DE
PREDIKBEURTEN^
wm
wilt u echt
genieten
van uw KOP
koffie,
aagt ze Uw winkelier!
'6
I Tandarts DALSTRA
I
WOENSDAG
16 November 1932
GRAAF EGBERT
sigaren
VERBRUGGE
middelharnis j
Scheepsramp op de Noordzee.
feuilleton.
aambeien.
X BE SALAMANDER X
IN DEN GREEP DER WOESTIJN.
Echt en goed
De „P. C. Hooft" Brandt.
Felle brand te Vlissingen.
Plaatselijk Nieuws
■ist
■ijs
het
it.
over-
tl tot
I
nbare
ïg te
1 dag
:rvoer
[Tonge
ver
zijn
een
2 d.
rem,
of
Zondag 13 November 1932.
NEDERLANDSCU UEHVÜKMDE KERK.
Middelharnis, Tin. en 's av. dhr. van Barneveld
uit Delft.
Sommelsdjjk, vm.leeskerk en 'sav. ds. van Asch.
Dirkslaud, vin. ds. v. d. Wal en 's av. leeskerk.
Herkingeu, vin. en 'sav. dhr. Overweel.
Melissant, vin. en 'sav. ds. Bouw.
Stellendam, vm. ds. van Asch (doop) en 'sav.
dhr. Bouman.
Goedereede, vm. ds. van Ameide.
Ouddorp, vm. leeskerk eu nam. ds. van Ameide.
Nieuwe Tonge, vm.leeskerk en 'sav. ds. v.d. Wal.
Oude Tonge, vm. ds. Verkerk (doop) en 'sav.
leeskerk.
Üoltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuys.
Langstraat, vm. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm. leeskerk en'sav. ds. Verkerk.
Stad aan't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en nam.
I leeskerk.
VEREENIG1NG VRIJZ. HERV.
Sommelsdijk (Langeweg), 's av. 7 uur ds. E. J.
v. d. Brugh van Tiel.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
Melissant, vm. en 's av. leeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nam. leeskerk.
Oollgensplaat, vm. en 'sav. leeskerk.
Den Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft'.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois.
1 üerkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
J Ouddorp, vm. en nam. leeskerk.
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Ouddorp, vm. ds. Foppema.
koopt dan voortaan
een dezer merken:
Rood 55 cent per pakje
Y paars 40
Y zwart 35
geel24
Igemeen geroemd om hun kwaliteitl
>33
houdt vanai 27 October ZITDAG
te OUDDORP lederen Don
derdag van 12-4 uur in Hotel
5akershoek.
nnnderdaes geen middag-
spreekuur te Middelharnis.
ïootdpUu-
lg weg nog
itreft, zonder
esultaat.wat
„poeders
t.t de letters
In de sloot,
krijgbaar bij
I A DVERTEERT
IN Ij
DN7E EILANDEN
roefluin
ertlakkee
i (Langeweg)
Joor belangstel-
3 AN KEL1JK.
tuinman alle
■n worden ver-
Prijs per kwartaal
Losse nummers
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
15E JAARGANG.
N°. 5
verkrijgbaar voor winkeliers bij
Bemanning gered.
lil den nacht van Zaterdag op Zondag om
streeks kwart o.ver twaalf zijn op de Noordzee
nabij het lichtschip Noordhinder het Neder-
landsche stoomschip Rozenburg en het Griek
sche, onder Panameesche vlag varende stoom
schip Mount Helikon, ex Ned. stoomschip
Jagersfontein, met elkaar in aanvaring geko
men met het gevolg, dat de Rozenburg" zulk
een ernstige schade bekwam, dat het schip
begon te zinken, waarop de bemanning, be
staande uit 22 personen, het schip heeft ver
laten. Slechts de gezagvoerder en een van de
stuurlieden zijn aanvankelijk aan boord ge
bleven.
De Mount Helikon was Zaterdagmorgen van
Rotterdam vertrokken en heeft nadien ge-
ruimen tijd op de reede van Hoek van Holland
gelegen tot het herstellen van een defect aan de
stuurinrichting, dat tijdens de uitreis aan den
dag was gekomen. Eenige uren nadat de reis
was voortgezet, is het gelijk gemeld met de
Rozenburg in aanvaring gekomen. Terstond
zijn over de aanvaring draadlooze berichten
verspreid, maar een zeesleepboot, welke vrij
dicht in de nabijheid lag, heeft deze seinen
niet op kunnen vangen, omdat zij geen radio
had. De berichten werden o.a. wel ontvangen
te Vlissingen, waarna onmiddellijk de zee
sleepbooten Heros van de Bugier te Hamburg,
welke te Vlissingen op Station ligt, en de
zeesleepboot Goliath van den Belgischen sleep
dienst, welke eveneens te Vlissingen ligt ge-
stationneerd, ter assistentie uitvoeren.
Toen de Heros de Rozenburg gistermorgen
omstreeks zes uur bereikte, heeft men een
bergingscontract op basis no cure no pay af
gesloten. Later is ook de Golaith op de plaats
van de ramp verschenen. De Heros bracht
een tros uit op het voorschip, terwijl de Goliath
achter vastmaakte. Met groote moeite gelukte
het de Rozenburg drijvende te houden en
langzaam werd koers gezet naar Vlissingen.
De Mount Helikon, die eveneens ernstige
schade had opgeloopen, heeft 11 leden van de
equipage van de Rozenburg aan boord, die
tijdens de aanvaring zijn overgesprongen. Het
scnip heeft k-oers"gezet naar Duinkerken.
Negen andere leden vaii de bemanning zijn in
een sloep gegaan en zijn later opgepikt door
het Amerikaansche stoomschip Black Heron,
dat later deze nienschen heeft overgegeven
aan de Black Gull, welk schip op weg was naar
Antwerpen en de geredden te Vlissingen zou
landen.
Inmiddels hadden ook de kapitein en de
stuurman de Rozenburg verlaten en waren
door de Black Heron aan boord genomen.
Moeilijke sleep.
Over het beloop van de berging bleef de
berichtgeving aanvankelijk vrij vaag. Over het
algemeen bleek men van oordeel, dat het nog
maar de vraag zou zijn of het zou gelukken
de Rozenburg behouden binnen te brengen,
omdat het schip veel water maakte en de sleep
maar langzaam vorderde, te meer waar ze een
vrii straffen wind pal tegen had. Een lid der
directie van de Halcyon-lijn de Rozenburg
behoorde aan de Mij. „De Goede Verwachting",
welke Mii. een dochteronderneming is van de
Halcyonlijn heeft zich gisteren in den loop
van den dag naar Vlissingen begeven, omdat
men daar de sleep en een gedeelte van de
equipage verwachtte. Het uur van aankomst
werd steeds later en om kwart na tien gister
avond werd bericht ontvangen, dat de sleep
het vuurschip „de Wandelaar" was gepasseerd,
welk vuurschip op 20 mijl van Vlissingen ligt.
Vermoedelijk zal het daglicht worden afgewacht
om binnen te komen.
Voor zoover bekend is zijn bij deze aan
varing geen persoonlijke ongelukken te be
treuren.
De Mount Helikon is zoo ernstig geraakt, dat
de machines op volle kracht moesten draaien,
om Duinkerken te halen. Het schip is daar in
den loop van den avond aangekomen.
Omstreeks 1 uur is de Black Gull Vlissingen
gepasseerd, waarna de loodsboot de 11 op
varenden van de Rozenburg aan wal heeft
gebracht. Onmiddellijk daarna hebben we een
onderhoud gehad met de geredden, waarin ze
ons het volgende mededeelden.
Wat de bemanning vertelde.
De aanvaring is 's nachts om 5 minuten na
12 uur geschied. Er stond toen een flinke bries
en een vrij liooge zee. De Rozenburg, die 3800
ton meet, kwam van Rotterdam en was be
stemd voor Italië met een lading kolen. De
Griek volgde dezelfde koers ais de Rozenburg
en voer achter het Hollandsche schip. Op een
gegeven oogenblik blies de Griek voor bak
boord een sein aan de Rozenburg om uit te
wijken. De Rozenburg is toen nog achteruit
gestoomd, maar de aanvaring kon al niet meer
worden voorkomen. Aan stuurboord werd het
Hollandsche schip midscheeps geraakt.
De oorzaak van de aanvaring is gelegen in
't feit, dat het Grieksche schip plotseling uit
zijn roer is geloopen als gevolg van een defect
aan de stuur-inrichting. Met een ontzettenden
slag stootte de Mount Helikon op de Rozen
burg. Een groot gat werd in de Rozenburg
gestooten, gedeeltelijk onder de waterlijn, zoo
dat liet water met lievigheid binnenkwam. De
machinekamer liep in korten tijd vol.
Elf leden van de bemanning waren direct
na de botsing op den Griek overgesprongen.
De Rozenburg heide sterk naar stuurboord
over en dreigde elk oogenblik te zinken. Direct
werd de reddingsboot aan de loefzijde gestre
ken, waarin de overgebleven 9 man der equi
page sprongen. De kapitein en de le stuurman
bleven toen nog aan boord.
Opgepikt.
De boot mej de 9 man werd na korten tijd
opgepikt door het Amerikaansche stoomschip
Black Heron. Gemakkelijk ging dit niet, doch
na twee vergeefsche pogingen slaagde men er
in de menschen op het Amerikaansche schip
te krijgen, waar ze zeer vriendelijk werden ont
vangen. Het Amerikaansche schip bleef in de
nabijheid van de Rozenburg en na een poosje
was het noodig, dat de reddingsboot van de
Rozenburg bemand werd met mannen van het
Amerikaansche schip om naar de Rozenburg
te roeien voor het afhalen van den kapitein
en den stuurman, daar de toestand op de
Rozenburg critiek was geworden.
Het Amerikaansche schip is tot daglicht in
de nabijheid van de Rozenburg gebleven en
toen met de 11 geredden naar de Engelsche
kust gestoomd. Om half 7 Zondagmorgen
kwam het te Dover aan, waar getracht werd
de menschen aan wal te ontschepen, docli er
stond te veel zee. Toen zijn ze overgegaan op
het juist passeerende Amerikaansche stoom
schip Black Gull, dat op weg was naar Ant
werpen, welk schip de menschen vannacht te
Vlissingen aan wal zette.
radicale genezing
TTiap-traatsa.R'dan»
ZANE GREY
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG
Geautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
32)
Hij fichtte zich op en zag nog juist, hoe de Indi
aan onbevreesd naar voren snelde. Zware schoten
trokken zijn aandacht. Het paard van High-Lo
rende het kreupelhout in, maar High-Lo zelf was
uit het zadel gesprongen en stond rechtop, een
rookend geweer in de hand. Het schieten hield op.
John rees overeind, de hand onwillekeurig druk
kend op de yochtig-warme wond in den schouder.
Toen zag hij Hanley struikelen en vallen, het
gezicht voorover |n het zand.
snclde naar hem toe, bleef een oogen
blik bij zijn slachtoffer staan en keerde zich toen
om, teneinde John te helpen. Hij was gek van
blijdschap, toen hij zag dat deze niet doodelijk
was getroffen.
„John, je bent toch niet erg gewond?" riep hij
uit, terwijl hij zijn vriend de kleeren van den
schouder scheurde. Hij betastte de kwetsuur. „Het
i bot is niet geraakt. Je lreft het Djc vcrv|oekte
schoft! Maar hij is voor het vervolg onschadelijk!"
„Heb je hem doodgeschoten?"
„Wat dacht je anders? lk had het even eerder
moeten doen.Kom mee naar het kamp, John,
De geredden deelden nog mede, dat het
Grieksche schip ook ernstig beschadigd is en
water begon te maken, zoodat het met spoed
naar Duinkerken is gevaren waar het zal repa-
reeren. De 11 geredden zullen daar aan wal
gaan.
De aanvaring geschiedde juist na het wis
selen van de wacht zoodat de helft van de
bemanning nog maar korten tijd te kooi was.
Hals over kop moesten zij zich redden, hun
bezittingen hebben ze niet kunnen meenemen.
De namen van de te Vlissingen aan wal ge-
zetten zijn: kapitein Kuiper, le stuurman Van
Duin, le machinist P. de Kam, 2e machinist
J. van Kouwenhove, 3e machinist A. v. d. Mey,
kok Wapenaar, olieman W. Versteeg, stokers
C. Verbruggen en T. A. Verheul, matrozen
C. Boudenstein en H. Hofland.
zijn Poeders alleen, wanneer zij de hand-
teekening dragen van den fabrikant A. Mijnhardt.
Maagpoeders, Hoofdpijnpoeders, Kiespijnpoe
ders, Hoestpoeders, Wormpoeders, enz.
Per poeder 8 ct. Per doos 45 ct. Bij uw drogist,
(Adv.)
Het schip volledig verloren.
Zondagnacht omstreeks half een is brand
uitgebroken aan boord van het stoomschip
P. C. Hooft van de Stoomvaart Maatschappij
Nederland, dat op het oogenblik gemeerd ligt
aan de Sumatrakade te Amsterdam. Het vuur
werd het eerst ontdekt op het sloependek.
Aangewakkerd door den feilen wind sloegen
de vlammen na korten tijd over naar een der
andere dekken.
De brandweer, die onmiddellijk bij het ont
dekken van den brand gewaarschuwd was, ver
scheen spoedig ter plaatse.
Zij werd echter gewaarschuwd, dat zij niet
aan boord kon gaan, daar het schip nog onder
blauwgas zat. Het was n.l. door den G.G.D.
ontrat. Zoodoende kon het vuur alleen be
streden worden vanaf de kade en het bovenste
dek.
Hoog schoten de reuzenvlammen op en al
spoedig bleek, dat de eerste en tweede klas
hutten in lichte laaie stonden.
Naar men ons mededeelde, was ook daar'
vermoedelijk de brand ontstaan.
Om omstreeks half twee brandde ook het
middenschip fel. Met brullend geweld schoten 1
de geweldige vlammen op naar de op de kade 1
staande kranen en reeds na korten tijd stortte
een stuurkooi van een dezer kranen brandend
naar beneden.
Inmiddels wierp de brandweer geweldige
hoeveelheden water in de vuurzee, doch niet
temin wakkerde de brand steeds aan.
Tegen twee uur schenen ook de oliebunkers
vuur te hebben gevat. Deze bunkers bevatten
1000 ton stookolie.
Een kwartier later deelde het vuur zich aan
het achterdek mede. Om ongeveer kwart voor
drie stond het middengedeelte van het schip
geheel in lichter laaie.
Met onverminderde kracht werden van de
landzijde en door de beide drijvende stoom
spuiten Jan v. d. Heyden en Jason groote
hoeveelheden water in den vuurgloed geworpen.
Het gevolg was, dat de vlammenzee op het
bovendek iets minder fel werd, doch inwendig
breidde de brand zich gestadig in de richting
van liet achterschip uit. Van tijd tot tijd wer
den doffe knallen gehoord, welke vermoedelijk
afkomstig waren van springende zuurstof-
flesschen of flesschen met samengeperste lucht.
Enkele oogenblikkeii beraadslaagde men nog
met den directeur van de Stoomvaart Mij.
Nederland den heer Delprat over de mogelijk
heid het schip van den wal weg te trekken,
doch dit plan werd spoedig opgegeven, daar
dit werk ongeveer een half uur in beslag zou
nemen, in welken tijd het blusschingswerk
onderbroken zou moeten worden.
Het blusschen werd dus voortgezet. Ontel
bare slangen waren op de kade uitgelegd.
Men meldt later:
Hand over hand nam de brand toe. Tegen
vier uur, was nog slechts een klein gedeelte
van het voorschip, ruim I en het achterschip
vrij van vuur.
Hierop begon het schip echter gevaarlijk
over te hellen naar den kant van de kade.
weshalve besloten werd het te „verhalen".
Om kwart voor vier begon de P. C. Hooft
haar laatste reis. Aan alle kanten vlammend
werd het schip van de Sumatrakade naar de
Kompasboeien bij Schellingwoude gesleept.
De brandweer staakte toen het werk. De
beide drijvende stoomspuiten bleven bij het
schip. De P. C. Hooft moet als volledig ver
loren beschouwd worden. Nog voortdurend
worden knallen gehoord, afkomstig van ont
ploffende zuurstofcylinders.
De P. C. Hooft werd in 1926 te St. Nazaire
gebouwd. Het schip meet 15000 ton en werd
twee jaar geleden te Rotterdam "van een
nieuwen voorsteven voorzien om het sneller
te doen varen.
Vorige week was het uit Batavia aangekomen
en 23 dezer zou het weer vertrekken.
dan zal ik de wond uitwasschen en verbinden
Maar je moet onmiddellijk terug naar den post
om je te laten behandelen."
„Newton is er zeker tusschen uit?" vroeg John.
„Die is al mijlen ver weg, de lafaard!"
„En ik zit hier met zijn brief," hernam John.
Met de linkerhand haalde hij dien uit zijn zak.
„Nu is die nog bebloed ook," merkte High-Lo
op, terwijl hij wees op John's vingerafdrukken,
die in rood op de enveloppe verschenen.
„Ik krijg geen kans meer om die persoonlijk af
te geven," verklaarde John spijtig. „Newton zal
voortaan wel uit mijn buurt blijven. Maar wat is.
er van den Indiaan geworden?"
Een geritsel in de struiken gaf het antwoord.
Pete kroop voorzichtig te voorschijn. „U zegt, dat
ik mijn geweer moest thuislaten," protesteerde hij.
„Ik had me de zaken anders voorgesteld," zeide
John. „Jij schijnt de verstandigste te zijn van ons
drieën, High-Lo. Ik word zeker oud!"
„Je zult nog meer spijt hebben van je vergissing,
als we niet maken dat wc hier vandaan komen."
„Maar de brief dan?" hield John aan. Hij keek
nadenkend voor zich uit en vervolgde even later!:
„Pete kan er misschien voor zorgen. Het is een
brief, Pete, die Newton onmiddellijk naar Taho
zal doen tcrugkeeren. We zullen je tien dollar
geven, als je dien bezorgt. Kom het geld maar
halen in Black Mesa. Ik zal het voor je achter
laten bij Weston. Newton is terug in Taho, voor
je daar bent. Begrijp je me?"
„Ik heb geen geweer," antwoordde Pete.
High-Lo begon te lachen. „Een geweer? Heb
je Newton dan niet zien wcgloopen ais een op
gejaagd kalf? Die loopt, tot hij doodmoe is. Dan
blijft hij liggen om op jou te wachten. Neem
Hanley's geweer maar. Als je het niet meer noodig
hebt, kun je het altijd nog weggooien.
„Pete gaat onmiddellijk. Misschien haalt hij hem
spoedig in." De jongen raapte het geweer op,
schopte met grimmige voldoening tegen het lijk
van Hanley en reed weg.
Er was niet veel toe noodig om te begrijpen,
waarom de dranksmokkelaars zoo ontsteld waren
geweest. Toen de ongenoode bezoekers kwamen,
zat Newton op een vat whiskey welke door Hanley
werd gebotteld. John constateerde, dat zij den
alcohol verdunden en de Indianen dus nog be
drogen bovendien.
„Het zaakje was bijna gereed voor den dans,"
zeide John.
High-Lo veroorloofde zich enkele onparlemen
taire uitdrukkingen, terwijl hij John's verwonding
uitwaschte. Deze kreunde van pijn. Zoodra de
behandeling was afgcloopen, sloeg High-Lo het
vat stuk eu verbrijzelde hij de flesschen.
„Ik vind het niet eens jammer om den boel
kapot te maken," grinnikte hij. „De Indianen zullen
er nooit meer van proeven. Wie wat van dit
incident wil weten, moet het zelf maar uitzoeken.
De Indianen zullen er zeker niet over praten."
Voor John's geest rezen geheel andere beelden.
„Zij zal er nooit iets van hooren," bedacht hij.
„Pete haalt hem wel in. Dan kan hij teruggaan.
Alles is voorbij. Nu eerst naar Black Mesa. Dan
Mexico."
Zes huizen in de Kerkstraat afgebrand.
Zaterdagavond en een groot deel van den
Zondagnacht heeft in Vlissingen een zware
brand gewoed, waardoor 5 k 6 huizen zijn ver
woest, een brand, die levendige herinneringen
heeft gewekt aan dien, welke in 1929 in Middel
burg.
Omstreeks tien voor twaalf is er brand uit
gebroken in den sigarenwinkel van de firma
Kruyssen aan de Kerkstraat. Zoodra de brand
werd ontdekt hebben voorbijgangers een groote
spiegelruit ingeslagen met het gevolg, dat de
straffe wind vat op het vuur kreeg en de brand
zich ongeloofelijk snel uitbreidde. Even over
twaalf sloegen de vlammen boven het dak uit.
De Kerkstraat is een zeer smalle straat, in de
onmiddellijke nabijheid van het Beliamyplein
en van de Groote Kerk, waarin 20 jaar geleden
een zware brand heeft gewoed. Het is een der
oudste buurten van Vlissingen en de uit
gebrande panden waren dan ook zeer oud.
De fel uitslaande vlammen tastten weldra
ook het pand aan de overzijde aan, dat spoedig
in lichter laaie stond en op zijn beurt het be
lendend perceel mee in het geweld der vuurzee
betrok. Van hier sloegen de vlammen weer
over op het pand naast liet huis staande, waai
de brand, uitbrak eu zoo ging het door zoodat
tegen half een het oogenblik waarop de
brandweer arriveerde reeds zes panden in
lichter laaie stonden. De vlammen laaiden bij
zonder fel op, een dichte vonkenregen dwarrel
de over de stad en de roode lucht deed de
brand al van verre opmerken. In de Kerkstraat
kon men tengevolge van de enorme hitte en
mee in verband met het gevaar voor instorten
niet aan blusschen denken en de brandweer,
die met al haar materiaal werkte, moest zich
tevreden stellen met „van de vier hoeken af
water te geven, hetzij van de machinale ladder,
hetzij van de daken der hoekhuizen, hetzij
van de straat. Het gerucht als zou de Middel-
burgsche brandweer, wier assistentie was in
geroepen, niet hebben kunnen komen, omdat
er in Middelburg juist ook een brand, zij het
van geringeren omvang, woedde, konden we
niet bevestigd krijgen.
Direct na het uitbreken van den brand heeft
de politie de menschen in de woningen in de
omgeving gewaarschuwd, zoodat de woningen,
die afgebrand zijn, tijdig konden worden ver
laten. Geen persoonlijke ongelukken zijn er dan
ook te betreuren. De geheele buurt is door de
politie ontruimd.
De bewoners hebben niets kunnen redden.
Er is veel waterschade aangericht aan aan
grenzende perceelen. De schade is zeer groot.
De blussching werd verricht door drie motor
spuiten die met vele slangen werkten.
Een van de verbrande panden is een filiaal
van de melkinrichting Karna, voorts zijn ver
brand de kruidenierszaak van Meulmeester, de
manufacturenzaak van Grisener, het sigaren
magazijn van Kruyssen en een particuliere
woning.
Om half twee bestond er geen gevaar voor
verdere uitbreiding.
MIDDELHARNIS. De kostelooze inenting
of herinenting zal, voor hen die zich daartoe
aanmelden, plaats hebben op Donderdag 17
November 1932, des middags ten vier ure,
ten huize van dokter F. C. Arends.
In de Chr. Geref. kerk heeft de j.l.
week gehouden Oogstcollecte de som van
459,03 opgebracht.
Werkloozen-statistiek. Gedurende de
week van Maandag 7 tot en met Zaterdag
12 November 1932 hebben zich bij den Cor
respondent der Arbeidsbemiddeling in deze
gemeente 47 personen van onderscheidene
vakken als werkzoekenden doen inschrijven,
t. w.: 14 landarbeiders, 2 boekdrukkers-let
terzetters, 7 timmerlieden, 15 diepzeevis-
schers, 5 schilders, 1 opperman, 2 koop
vaardijmatrozen, 1 stoker sleepboot Rijn
vaart.
Woensdag 16 November a.s. des avonds
6 30 uur, hoopt in Chr. Geref. kerk aan de
Hoflaan op te treden ds. W. F. Laman.
Sinds de laatste opgaaf zijn van hier
aan veldproducten verzonden: uit de haven
1300 H.L aardappelen en 400 balen koepeen.
In de buitenhaven is nog een Engelsche
zeeboot geladen met uien en aardappelen,
met bestemming voor Londen.
Het bouwen van een boerderij voor
de Erven dr. Mols te Wijneghem (Belgiö),
pachter De Wit te Oude Tonge, is onder
Directie van het Technisch Advies Bureau
alhier, gegund aan W. v. d. Welle te Stad
aan 't Haringvliet.
X.
VERNEDERING.
Zij kwamen terug in Black Mesa en konden
Weston de verzekering geven, dat de handelspost
bij Sage Springs niet langer een gevaarlijk con
current zou zijn. Over liet incident, waarbij New
ton's medeplichtige werd gedood, spraken zij
nauwelijks en Hanley's naam kwam geen hunner
over de lippen.
Zes en dertig uur van pijn en psychische wor
steling slaagden er in van John een wrak te maken.
Hij Jiad honger, maar walgde van alles wat hem
werd voorgezet. Zijn verwonding kwelde hem, al
deed hij of het niets te beteekenen had. High-Lo
liet hem geen oogenblik alleen. Vastbesloten te
doen of hij volkomen hersteld was, zat John in
de huiskamer, ecu boek opengeslagen voor zich.
Pete, Newton en Mary grijnsden hein aan van elke
bladzijde.Newton had den brief nu. Mary had
hem gedwongen terug te komen...
Hij hoorde mevrouw Weston zeggen: „Magda-
line liet een biief voor je achter, John. Laat ik
je dien geven, voor ik het vergeet."'
De brief lag vlak bij de hand in een lade van de
tafel. „Hier," zeide zij, terwijl zij dien op zijn
boek wierp. „Je moest eens weten, John, hoe
Magdalinc jou altijd verafgoodde. Arme meid!"
Magdalinc! Hij dacht aan de diepe beteekenis
van haar naam. In strijd met een opwelling om
zich niet te vermoeien, maakte hij toch het couvert
open. Dat zij hem schreef, irriteerde hem eigenlijk.
Toen herinnerde hij zich, dat hij gevraagd had,
hem haar nieuwe adres op te geven. Doch dit was
meer dan alleen een adres. Het was een lange
brief. Tegen zijn zin begon hij te lezen. Zij her
innerde hem aan hun gesprek, in 't bijzonder aan
het oogenblik, toen hij het leven vergeleek bij een
canyon. Zij zou den weg naar het licht kunnen
terugvinden, als iemand haar hielp. Zij dacht aan
John. Hij was zoo verstandig, zoo dapper. Zij was
dom en bang. Alleen in hem durfde zij vertrouwen.
Zou jiij, vroeg zij, die geloofde aan God, niet willen
bidden voor haar, die alleen op hem betrouwde?
Misschien zou dat uitkomst brengen. Een adres
gaf zij niet op.
„Arme meid!" mompelde hij voor zichzelf. „Zij
denkt, dat ik verstandig ben. Ze weet natuurlijk
niet, dat ik eigenlijk bezig was tegen mezelf te
preeken, toen we met elkaar zaten te praten.
Waarom geeft ze geen adres op? Wat zou ze van
plan zijn? Ze is immers een uitgestootcne, zoo
goed als ik. Wie zou voor haar zorgen? Zij heeft
zoo'n behoefte aan hartelijkheid. Zij moést iemand
hebben, die haar beschermt. Ik ben de eenige, op
wicn zij vertrouwt. Waarom doe ik het zelf niet?
Ik zou haar kunnen meenemen immers. Haar
trouwen. Wat kan dat schelen in Mexico? Zij is
een intelligente vrouw van goede opvoeding. En
wat ik doe, is niets vergeleken bij de zelf
opoffering van Mary Newton."
Het gonsde in zijn hoofd. Hij stond op en ging
naar buiten. High-Lo volgde hem. „Je ziet er uit,
als het kwaad zelf. Waarom ga je niet naar bed?"
protesteerde High-Lo.
„Ik ga direct. Wc vertrekken morgen."
„Ben je gek, of lijkt het alleen maar zoo?"
„Ik ga naar Flaggerston om Magdalinc op te
zoeken."
(Wordt vervolgd.)