:g N DE PREDIKBEURTEN^ wm wilt u echt genieten van uw KOP koffie, aagt ze Uw winkelier! '6 I Tandarts DALSTRA I WOENSDAG 16 November 1932 GRAAF EGBERT sigaren VERBRUGGE middelharnis j Scheepsramp op de Noordzee. feuilleton. aambeien. X BE SALAMANDER X IN DEN GREEP DER WOESTIJN. Echt en goed De „P. C. Hooft" Brandt. Felle brand te Vlissingen. Plaatselijk Nieuws ■ist ■ijs het it. over- tl tot I nbare ïg te 1 dag :rvoer [Tonge ver zijn een 2 d. rem, of Zondag 13 November 1932. NEDERLANDSCU UEHVÜKMDE KERK. Middelharnis, Tin. en 's av. dhr. van Barneveld uit Delft. Sommelsdjjk, vm.leeskerk en 'sav. ds. van Asch. Dirkslaud, vin. ds. v. d. Wal en 's av. leeskerk. Herkingeu, vin. en 'sav. dhr. Overweel. Melissant, vin. en 'sav. ds. Bouw. Stellendam, vm. ds. van Asch (doop) en 'sav. dhr. Bouman. Goedereede, vm. ds. van Ameide. Ouddorp, vm. leeskerk eu nam. ds. van Ameide. Nieuwe Tonge, vm.leeskerk en 'sav. ds. v.d. Wal. Oude Tonge, vm. ds. Verkerk (doop) en 'sav. leeskerk. Üoltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuys. Langstraat, vm. dhr. Vetter. Den Bommel, vm. leeskerk en'sav. ds. Verkerk. Stad aan't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en nam. I leeskerk. VEREENIG1NG VRIJZ. HERV. Sommelsdijk (Langeweg), 's av. 7 uur ds. E. J. v. d. Brugh van Tiel. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra. Melissant, vm. en 's av. leeskerk. Stellendam, vm. en 'sav. leeskerk. Ouddorp, vm. en nam. leeskerk. Oollgensplaat, vm. en 'sav. leeskerk. Den Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaft'. GEREFORMEERDE GEMEENTEN. Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk. Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois. 1 üerkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk. J Ouddorp, vm. en nam. leeskerk. CHR. GEREFORMEERDE KERK. Middelharnis, vm. en 's av. ds. Laman. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Ouddorp, vm. ds. Foppema. koopt dan voortaan een dezer merken: Rood 55 cent per pakje Y paars 40 Y zwart 35 geel24 Igemeen geroemd om hun kwaliteitl >33 houdt vanai 27 October ZITDAG te OUDDORP lederen Don derdag van 12-4 uur in Hotel 5akershoek. nnnderdaes geen middag- spreekuur te Middelharnis. ïootdpUu- lg weg nog itreft, zonder esultaat.wat „poeders t.t de letters In de sloot, krijgbaar bij I A DVERTEERT IN Ij DN7E EILANDEN roefluin ertlakkee i (Langeweg) Joor belangstel- 3 AN KEL1JK. tuinman alle ■n worden ver- Prijs per kwartaal Losse nummers ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 15E JAARGANG. N°. 5 verkrijgbaar voor winkeliers bij Bemanning gered. lil den nacht van Zaterdag op Zondag om streeks kwart o.ver twaalf zijn op de Noordzee nabij het lichtschip Noordhinder het Neder- landsche stoomschip Rozenburg en het Griek sche, onder Panameesche vlag varende stoom schip Mount Helikon, ex Ned. stoomschip Jagersfontein, met elkaar in aanvaring geko men met het gevolg, dat de Rozenburg" zulk een ernstige schade bekwam, dat het schip begon te zinken, waarop de bemanning, be staande uit 22 personen, het schip heeft ver laten. Slechts de gezagvoerder en een van de stuurlieden zijn aanvankelijk aan boord ge bleven. De Mount Helikon was Zaterdagmorgen van Rotterdam vertrokken en heeft nadien ge- ruimen tijd op de reede van Hoek van Holland gelegen tot het herstellen van een defect aan de stuurinrichting, dat tijdens de uitreis aan den dag was gekomen. Eenige uren nadat de reis was voortgezet, is het gelijk gemeld met de Rozenburg in aanvaring gekomen. Terstond zijn over de aanvaring draadlooze berichten verspreid, maar een zeesleepboot, welke vrij dicht in de nabijheid lag, heeft deze seinen niet op kunnen vangen, omdat zij geen radio had. De berichten werden o.a. wel ontvangen te Vlissingen, waarna onmiddellijk de zee sleepbooten Heros van de Bugier te Hamburg, welke te Vlissingen op Station ligt, en de zeesleepboot Goliath van den Belgischen sleep dienst, welke eveneens te Vlissingen ligt ge- stationneerd, ter assistentie uitvoeren. Toen de Heros de Rozenburg gistermorgen omstreeks zes uur bereikte, heeft men een bergingscontract op basis no cure no pay af gesloten. Later is ook de Golaith op de plaats van de ramp verschenen. De Heros bracht een tros uit op het voorschip, terwijl de Goliath achter vastmaakte. Met groote moeite gelukte het de Rozenburg drijvende te houden en langzaam werd koers gezet naar Vlissingen. De Mount Helikon, die eveneens ernstige schade had opgeloopen, heeft 11 leden van de equipage van de Rozenburg aan boord, die tijdens de aanvaring zijn overgesprongen. Het scnip heeft k-oers"gezet naar Duinkerken. Negen andere leden vaii de bemanning zijn in een sloep gegaan en zijn later opgepikt door het Amerikaansche stoomschip Black Heron, dat later deze nienschen heeft overgegeven aan de Black Gull, welk schip op weg was naar Antwerpen en de geredden te Vlissingen zou landen. Inmiddels hadden ook de kapitein en de stuurman de Rozenburg verlaten en waren door de Black Heron aan boord genomen. Moeilijke sleep. Over het beloop van de berging bleef de berichtgeving aanvankelijk vrij vaag. Over het algemeen bleek men van oordeel, dat het nog maar de vraag zou zijn of het zou gelukken de Rozenburg behouden binnen te brengen, omdat het schip veel water maakte en de sleep maar langzaam vorderde, te meer waar ze een vrii straffen wind pal tegen had. Een lid der directie van de Halcyon-lijn de Rozenburg behoorde aan de Mij. „De Goede Verwachting", welke Mii. een dochteronderneming is van de Halcyonlijn heeft zich gisteren in den loop van den dag naar Vlissingen begeven, omdat men daar de sleep en een gedeelte van de equipage verwachtte. Het uur van aankomst werd steeds later en om kwart na tien gister avond werd bericht ontvangen, dat de sleep het vuurschip „de Wandelaar" was gepasseerd, welk vuurschip op 20 mijl van Vlissingen ligt. Vermoedelijk zal het daglicht worden afgewacht om binnen te komen. Voor zoover bekend is zijn bij deze aan varing geen persoonlijke ongelukken te be treuren. De Mount Helikon is zoo ernstig geraakt, dat de machines op volle kracht moesten draaien, om Duinkerken te halen. Het schip is daar in den loop van den avond aangekomen. Omstreeks 1 uur is de Black Gull Vlissingen gepasseerd, waarna de loodsboot de 11 op varenden van de Rozenburg aan wal heeft gebracht. Onmiddellijk daarna hebben we een onderhoud gehad met de geredden, waarin ze ons het volgende mededeelden. Wat de bemanning vertelde. De aanvaring is 's nachts om 5 minuten na 12 uur geschied. Er stond toen een flinke bries en een vrij liooge zee. De Rozenburg, die 3800 ton meet, kwam van Rotterdam en was be stemd voor Italië met een lading kolen. De Griek volgde dezelfde koers ais de Rozenburg en voer achter het Hollandsche schip. Op een gegeven oogenblik blies de Griek voor bak boord een sein aan de Rozenburg om uit te wijken. De Rozenburg is toen nog achteruit gestoomd, maar de aanvaring kon al niet meer worden voorkomen. Aan stuurboord werd het Hollandsche schip midscheeps geraakt. De oorzaak van de aanvaring is gelegen in 't feit, dat het Grieksche schip plotseling uit zijn roer is geloopen als gevolg van een defect aan de stuur-inrichting. Met een ontzettenden slag stootte de Mount Helikon op de Rozen burg. Een groot gat werd in de Rozenburg gestooten, gedeeltelijk onder de waterlijn, zoo dat liet water met lievigheid binnenkwam. De machinekamer liep in korten tijd vol. Elf leden van de bemanning waren direct na de botsing op den Griek overgesprongen. De Rozenburg heide sterk naar stuurboord over en dreigde elk oogenblik te zinken. Direct werd de reddingsboot aan de loefzijde gestre ken, waarin de overgebleven 9 man der equi page sprongen. De kapitein en de le stuurman bleven toen nog aan boord. Opgepikt. De boot mej de 9 man werd na korten tijd opgepikt door het Amerikaansche stoomschip Black Heron. Gemakkelijk ging dit niet, doch na twee vergeefsche pogingen slaagde men er in de menschen op het Amerikaansche schip te krijgen, waar ze zeer vriendelijk werden ont vangen. Het Amerikaansche schip bleef in de nabijheid van de Rozenburg en na een poosje was het noodig, dat de reddingsboot van de Rozenburg bemand werd met mannen van het Amerikaansche schip om naar de Rozenburg te roeien voor het afhalen van den kapitein en den stuurman, daar de toestand op de Rozenburg critiek was geworden. Het Amerikaansche schip is tot daglicht in de nabijheid van de Rozenburg gebleven en toen met de 11 geredden naar de Engelsche kust gestoomd. Om half 7 Zondagmorgen kwam het te Dover aan, waar getracht werd de menschen aan wal te ontschepen, docli er stond te veel zee. Toen zijn ze overgegaan op het juist passeerende Amerikaansche stoom schip Black Gull, dat op weg was naar Ant werpen, welk schip de menschen vannacht te Vlissingen aan wal zette. radicale genezing TTiap-traatsa.R'dan» ZANE GREY Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG Geautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 32) Hij fichtte zich op en zag nog juist, hoe de Indi aan onbevreesd naar voren snelde. Zware schoten trokken zijn aandacht. Het paard van High-Lo rende het kreupelhout in, maar High-Lo zelf was uit het zadel gesprongen en stond rechtop, een rookend geweer in de hand. Het schieten hield op. John rees overeind, de hand onwillekeurig druk kend op de yochtig-warme wond in den schouder. Toen zag hij Hanley struikelen en vallen, het gezicht voorover |n het zand. snclde naar hem toe, bleef een oogen blik bij zijn slachtoffer staan en keerde zich toen om, teneinde John te helpen. Hij was gek van blijdschap, toen hij zag dat deze niet doodelijk was getroffen. „John, je bent toch niet erg gewond?" riep hij uit, terwijl hij zijn vriend de kleeren van den schouder scheurde. Hij betastte de kwetsuur. „Het i bot is niet geraakt. Je lreft het Djc vcrv|oekte schoft! Maar hij is voor het vervolg onschadelijk!" „Heb je hem doodgeschoten?" „Wat dacht je anders? lk had het even eerder moeten doen.Kom mee naar het kamp, John, De geredden deelden nog mede, dat het Grieksche schip ook ernstig beschadigd is en water begon te maken, zoodat het met spoed naar Duinkerken is gevaren waar het zal repa- reeren. De 11 geredden zullen daar aan wal gaan. De aanvaring geschiedde juist na het wis selen van de wacht zoodat de helft van de bemanning nog maar korten tijd te kooi was. Hals over kop moesten zij zich redden, hun bezittingen hebben ze niet kunnen meenemen. De namen van de te Vlissingen aan wal ge- zetten zijn: kapitein Kuiper, le stuurman Van Duin, le machinist P. de Kam, 2e machinist J. van Kouwenhove, 3e machinist A. v. d. Mey, kok Wapenaar, olieman W. Versteeg, stokers C. Verbruggen en T. A. Verheul, matrozen C. Boudenstein en H. Hofland. zijn Poeders alleen, wanneer zij de hand- teekening dragen van den fabrikant A. Mijnhardt. Maagpoeders, Hoofdpijnpoeders, Kiespijnpoe ders, Hoestpoeders, Wormpoeders, enz. Per poeder 8 ct. Per doos 45 ct. Bij uw drogist, (Adv.) Het schip volledig verloren. Zondagnacht omstreeks half een is brand uitgebroken aan boord van het stoomschip P. C. Hooft van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, dat op het oogenblik gemeerd ligt aan de Sumatrakade te Amsterdam. Het vuur werd het eerst ontdekt op het sloependek. Aangewakkerd door den feilen wind sloegen de vlammen na korten tijd over naar een der andere dekken. De brandweer, die onmiddellijk bij het ont dekken van den brand gewaarschuwd was, ver scheen spoedig ter plaatse. Zij werd echter gewaarschuwd, dat zij niet aan boord kon gaan, daar het schip nog onder blauwgas zat. Het was n.l. door den G.G.D. ontrat. Zoodoende kon het vuur alleen be streden worden vanaf de kade en het bovenste dek. Hoog schoten de reuzenvlammen op en al spoedig bleek, dat de eerste en tweede klas hutten in lichte laaie stonden. Naar men ons mededeelde, was ook daar' vermoedelijk de brand ontstaan. Om omstreeks half twee brandde ook het middenschip fel. Met brullend geweld schoten 1 de geweldige vlammen op naar de op de kade 1 staande kranen en reeds na korten tijd stortte een stuurkooi van een dezer kranen brandend naar beneden. Inmiddels wierp de brandweer geweldige hoeveelheden water in de vuurzee, doch niet temin wakkerde de brand steeds aan. Tegen twee uur schenen ook de oliebunkers vuur te hebben gevat. Deze bunkers bevatten 1000 ton stookolie. Een kwartier later deelde het vuur zich aan het achterdek mede. Om ongeveer kwart voor drie stond het middengedeelte van het schip geheel in lichter laaie. Met onverminderde kracht werden van de landzijde en door de beide drijvende stoom spuiten Jan v. d. Heyden en Jason groote hoeveelheden water in den vuurgloed geworpen. Het gevolg was, dat de vlammenzee op het bovendek iets minder fel werd, doch inwendig breidde de brand zich gestadig in de richting van liet achterschip uit. Van tijd tot tijd wer den doffe knallen gehoord, welke vermoedelijk afkomstig waren van springende zuurstof- flesschen of flesschen met samengeperste lucht. Enkele oogenblikkeii beraadslaagde men nog met den directeur van de Stoomvaart Mij. Nederland den heer Delprat over de mogelijk heid het schip van den wal weg te trekken, doch dit plan werd spoedig opgegeven, daar dit werk ongeveer een half uur in beslag zou nemen, in welken tijd het blusschingswerk onderbroken zou moeten worden. Het blusschen werd dus voortgezet. Ontel bare slangen waren op de kade uitgelegd. Men meldt later: Hand over hand nam de brand toe. Tegen vier uur, was nog slechts een klein gedeelte van het voorschip, ruim I en het achterschip vrij van vuur. Hierop begon het schip echter gevaarlijk over te hellen naar den kant van de kade. weshalve besloten werd het te „verhalen". Om kwart voor vier begon de P. C. Hooft haar laatste reis. Aan alle kanten vlammend werd het schip van de Sumatrakade naar de Kompasboeien bij Schellingwoude gesleept. De brandweer staakte toen het werk. De beide drijvende stoomspuiten bleven bij het schip. De P. C. Hooft moet als volledig ver loren beschouwd worden. Nog voortdurend worden knallen gehoord, afkomstig van ont ploffende zuurstofcylinders. De P. C. Hooft werd in 1926 te St. Nazaire gebouwd. Het schip meet 15000 ton en werd twee jaar geleden te Rotterdam "van een nieuwen voorsteven voorzien om het sneller te doen varen. Vorige week was het uit Batavia aangekomen en 23 dezer zou het weer vertrekken. dan zal ik de wond uitwasschen en verbinden Maar je moet onmiddellijk terug naar den post om je te laten behandelen." „Newton is er zeker tusschen uit?" vroeg John. „Die is al mijlen ver weg, de lafaard!" „En ik zit hier met zijn brief," hernam John. Met de linkerhand haalde hij dien uit zijn zak. „Nu is die nog bebloed ook," merkte High-Lo op, terwijl hij wees op John's vingerafdrukken, die in rood op de enveloppe verschenen. „Ik krijg geen kans meer om die persoonlijk af te geven," verklaarde John spijtig. „Newton zal voortaan wel uit mijn buurt blijven. Maar wat is. er van den Indiaan geworden?" Een geritsel in de struiken gaf het antwoord. Pete kroop voorzichtig te voorschijn. „U zegt, dat ik mijn geweer moest thuislaten," protesteerde hij. „Ik had me de zaken anders voorgesteld," zeide John. „Jij schijnt de verstandigste te zijn van ons drieën, High-Lo. Ik word zeker oud!" „Je zult nog meer spijt hebben van je vergissing, als we niet maken dat wc hier vandaan komen." „Maar de brief dan?" hield John aan. Hij keek nadenkend voor zich uit en vervolgde even later!: „Pete kan er misschien voor zorgen. Het is een brief, Pete, die Newton onmiddellijk naar Taho zal doen tcrugkeeren. We zullen je tien dollar geven, als je dien bezorgt. Kom het geld maar halen in Black Mesa. Ik zal het voor je achter laten bij Weston. Newton is terug in Taho, voor je daar bent. Begrijp je me?" „Ik heb geen geweer," antwoordde Pete. High-Lo begon te lachen. „Een geweer? Heb je Newton dan niet zien wcgloopen ais een op gejaagd kalf? Die loopt, tot hij doodmoe is. Dan blijft hij liggen om op jou te wachten. Neem Hanley's geweer maar. Als je het niet meer noodig hebt, kun je het altijd nog weggooien. „Pete gaat onmiddellijk. Misschien haalt hij hem spoedig in." De jongen raapte het geweer op, schopte met grimmige voldoening tegen het lijk van Hanley en reed weg. Er was niet veel toe noodig om te begrijpen, waarom de dranksmokkelaars zoo ontsteld waren geweest. Toen de ongenoode bezoekers kwamen, zat Newton op een vat whiskey welke door Hanley werd gebotteld. John constateerde, dat zij den alcohol verdunden en de Indianen dus nog be drogen bovendien. „Het zaakje was bijna gereed voor den dans," zeide John. High-Lo veroorloofde zich enkele onparlemen taire uitdrukkingen, terwijl hij John's verwonding uitwaschte. Deze kreunde van pijn. Zoodra de behandeling was afgcloopen, sloeg High-Lo het vat stuk eu verbrijzelde hij de flesschen. „Ik vind het niet eens jammer om den boel kapot te maken," grinnikte hij. „De Indianen zullen er nooit meer van proeven. Wie wat van dit incident wil weten, moet het zelf maar uitzoeken. De Indianen zullen er zeker niet over praten." Voor John's geest rezen geheel andere beelden. „Zij zal er nooit iets van hooren," bedacht hij. „Pete haalt hem wel in. Dan kan hij teruggaan. Alles is voorbij. Nu eerst naar Black Mesa. Dan Mexico." Zes huizen in de Kerkstraat afgebrand. Zaterdagavond en een groot deel van den Zondagnacht heeft in Vlissingen een zware brand gewoed, waardoor 5 k 6 huizen zijn ver woest, een brand, die levendige herinneringen heeft gewekt aan dien, welke in 1929 in Middel burg. Omstreeks tien voor twaalf is er brand uit gebroken in den sigarenwinkel van de firma Kruyssen aan de Kerkstraat. Zoodra de brand werd ontdekt hebben voorbijgangers een groote spiegelruit ingeslagen met het gevolg, dat de straffe wind vat op het vuur kreeg en de brand zich ongeloofelijk snel uitbreidde. Even over twaalf sloegen de vlammen boven het dak uit. De Kerkstraat is een zeer smalle straat, in de onmiddellijke nabijheid van het Beliamyplein en van de Groote Kerk, waarin 20 jaar geleden een zware brand heeft gewoed. Het is een der oudste buurten van Vlissingen en de uit gebrande panden waren dan ook zeer oud. De fel uitslaande vlammen tastten weldra ook het pand aan de overzijde aan, dat spoedig in lichter laaie stond en op zijn beurt het be lendend perceel mee in het geweld der vuurzee betrok. Van hier sloegen de vlammen weer over op het pand naast liet huis staande, waai de brand, uitbrak eu zoo ging het door zoodat tegen half een het oogenblik waarop de brandweer arriveerde reeds zes panden in lichter laaie stonden. De vlammen laaiden bij zonder fel op, een dichte vonkenregen dwarrel de over de stad en de roode lucht deed de brand al van verre opmerken. In de Kerkstraat kon men tengevolge van de enorme hitte en mee in verband met het gevaar voor instorten niet aan blusschen denken en de brandweer, die met al haar materiaal werkte, moest zich tevreden stellen met „van de vier hoeken af water te geven, hetzij van de machinale ladder, hetzij van de daken der hoekhuizen, hetzij van de straat. Het gerucht als zou de Middel- burgsche brandweer, wier assistentie was in geroepen, niet hebben kunnen komen, omdat er in Middelburg juist ook een brand, zij het van geringeren omvang, woedde, konden we niet bevestigd krijgen. Direct na het uitbreken van den brand heeft de politie de menschen in de woningen in de omgeving gewaarschuwd, zoodat de woningen, die afgebrand zijn, tijdig konden worden ver laten. Geen persoonlijke ongelukken zijn er dan ook te betreuren. De geheele buurt is door de politie ontruimd. De bewoners hebben niets kunnen redden. Er is veel waterschade aangericht aan aan grenzende perceelen. De schade is zeer groot. De blussching werd verricht door drie motor spuiten die met vele slangen werkten. Een van de verbrande panden is een filiaal van de melkinrichting Karna, voorts zijn ver brand de kruidenierszaak van Meulmeester, de manufacturenzaak van Grisener, het sigaren magazijn van Kruyssen en een particuliere woning. Om half twee bestond er geen gevaar voor verdere uitbreiding. MIDDELHARNIS. De kostelooze inenting of herinenting zal, voor hen die zich daartoe aanmelden, plaats hebben op Donderdag 17 November 1932, des middags ten vier ure, ten huize van dokter F. C. Arends. In de Chr. Geref. kerk heeft de j.l. week gehouden Oogstcollecte de som van 459,03 opgebracht. Werkloozen-statistiek. Gedurende de week van Maandag 7 tot en met Zaterdag 12 November 1932 hebben zich bij den Cor respondent der Arbeidsbemiddeling in deze gemeente 47 personen van onderscheidene vakken als werkzoekenden doen inschrijven, t. w.: 14 landarbeiders, 2 boekdrukkers-let terzetters, 7 timmerlieden, 15 diepzeevis- schers, 5 schilders, 1 opperman, 2 koop vaardijmatrozen, 1 stoker sleepboot Rijn vaart. Woensdag 16 November a.s. des avonds 6 30 uur, hoopt in Chr. Geref. kerk aan de Hoflaan op te treden ds. W. F. Laman. Sinds de laatste opgaaf zijn van hier aan veldproducten verzonden: uit de haven 1300 H.L aardappelen en 400 balen koepeen. In de buitenhaven is nog een Engelsche zeeboot geladen met uien en aardappelen, met bestemming voor Londen. Het bouwen van een boerderij voor de Erven dr. Mols te Wijneghem (Belgiö), pachter De Wit te Oude Tonge, is onder Directie van het Technisch Advies Bureau alhier, gegund aan W. v. d. Welle te Stad aan 't Haringvliet. X. VERNEDERING. Zij kwamen terug in Black Mesa en konden Weston de verzekering geven, dat de handelspost bij Sage Springs niet langer een gevaarlijk con current zou zijn. Over liet incident, waarbij New ton's medeplichtige werd gedood, spraken zij nauwelijks en Hanley's naam kwam geen hunner over de lippen. Zes en dertig uur van pijn en psychische wor steling slaagden er in van John een wrak te maken. Hij Jiad honger, maar walgde van alles wat hem werd voorgezet. Zijn verwonding kwelde hem, al deed hij of het niets te beteekenen had. High-Lo liet hem geen oogenblik alleen. Vastbesloten te doen of hij volkomen hersteld was, zat John in de huiskamer, ecu boek opengeslagen voor zich. Pete, Newton en Mary grijnsden hein aan van elke bladzijde.Newton had den brief nu. Mary had hem gedwongen terug te komen... Hij hoorde mevrouw Weston zeggen: „Magda- line liet een biief voor je achter, John. Laat ik je dien geven, voor ik het vergeet."' De brief lag vlak bij de hand in een lade van de tafel. „Hier," zeide zij, terwijl zij dien op zijn boek wierp. „Je moest eens weten, John, hoe Magdalinc jou altijd verafgoodde. Arme meid!" Magdalinc! Hij dacht aan de diepe beteekenis van haar naam. In strijd met een opwelling om zich niet te vermoeien, maakte hij toch het couvert open. Dat zij hem schreef, irriteerde hem eigenlijk. Toen herinnerde hij zich, dat hij gevraagd had, hem haar nieuwe adres op te geven. Doch dit was meer dan alleen een adres. Het was een lange brief. Tegen zijn zin begon hij te lezen. Zij her innerde hem aan hun gesprek, in 't bijzonder aan het oogenblik, toen hij het leven vergeleek bij een canyon. Zij zou den weg naar het licht kunnen terugvinden, als iemand haar hielp. Zij dacht aan John. Hij was zoo verstandig, zoo dapper. Zij was dom en bang. Alleen in hem durfde zij vertrouwen. Zou jiij, vroeg zij, die geloofde aan God, niet willen bidden voor haar, die alleen op hem betrouwde? Misschien zou dat uitkomst brengen. Een adres gaf zij niet op. „Arme meid!" mompelde hij voor zichzelf. „Zij denkt, dat ik verstandig ben. Ze weet natuurlijk niet, dat ik eigenlijk bezig was tegen mezelf te preeken, toen we met elkaar zaten te praten. Waarom geeft ze geen adres op? Wat zou ze van plan zijn? Ze is immers een uitgestootcne, zoo goed als ik. Wie zou voor haar zorgen? Zij heeft zoo'n behoefte aan hartelijkheid. Zij moést iemand hebben, die haar beschermt. Ik ben de eenige, op wicn zij vertrouwt. Waarom doe ik het zelf niet? Ik zou haar kunnen meenemen immers. Haar trouwen. Wat kan dat schelen in Mexico? Zij is een intelligente vrouw van goede opvoeding. En wat ik doe, is niets vergeleken bij de zelf opoffering van Mary Newton." Het gonsde in zijn hoofd. Hij stond op en ging naar buiten. High-Lo volgde hem. „Je ziet er uit, als het kwaad zelf. Waarom ga je niet naar bed?" protesteerde High-Lo. „Ik ga direct. Wc vertrekken morgen." „Ben je gek, of lijkt het alleen maar zoo?" „Ik ga naar Flaggerston om Magdalinc op te zoeken." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1932 | | pagina 1