NOG
EERSTE BLAD
-SOMMELSDIJK
[iddelharnis
straat A 253
ZATERDAG
29 OCTOBER 1932
IN DEN GREEP DER WOESTIJN.
Onaangename Leesstof.
Bieten rooien
PUROL
LANDBOUW en VEETEELT
OOPINGEN.
31 October 1932 bü afslag:
Ivonds 7 uur in het Hotel
relsdijk. Huizen metBerg-
-are opstallen aan den Dorps-
Ifstraat te Sommeludp.
aan den heer Ju.LE COMÏE
Notaris VAN BUUREN.
I November 1932 bij inzet in
|E en
November 1932 bij afslag
„HARMONIE" te Sommels-
es avonds 7 uur.
Jaren (20 gem. 135 roeden
Bche maat) Bouwland, Wate-
in den polder Kraaijenstein
hd te Sommelsdijk.
Juin aan de Oostelijke Achter-
jinielsdijk, groot 4 are 80 cen-
fden Sommelsdijksche maat).
>t Erf aan de Voorstraat te
groot 1 are 71 centiaren;
Jvaarden.
van de Erven van den heer
SCHOUWEN.
Notaris VAN BUUREN.
tde munten.
Is uit Oss
eft men bij graafwerkzaam-
ansche munten opgegraven,
uit het begin van de acht-
iVBIil) ontdekt.
prkers hebben in de Nieuw-
Jovincie Otago een goudveld
laarschijnltjk het rijkste zal
velden op het Zuidereiland.
:r van de rivier hebben zü een
lebied van 4 mijl verkregen.
is reeds eind September ge-
ffhans eerst bekend gemaakt
vast te leggen.
lu Glaslampen v. electrisch
i vanaf f 4,50; Zijden Kap-
ln vanaf f 4,25; Schemer-
es v.af f 1,75; Kachels, Voe-
|rmers, Bedkrulken, Thee-
Waschmachlnes. enz.
l Elk J
w
IN 3
IZE EILANDEN
vinden om
en bij het
g/e Philips
Dat zijn
opnieuw
Uerschaffen
p apparaten
opt werke-
|»ding zélf.
lio-bezitter,
In, hetzij in
ader verplichting
leparateur
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTËNTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
14E JAARGANG. - N°. 100
Week-revue.
Buitenland.
leder jaar wordt in geheel Italië den dag van
den fascistischen opmarsch naar Rome ge
vierd en herdacht en pleegt vadertje Mussolini
alsdan een of meerdere groote redevoeringen
te houden en daarbij ook de buitenlandsche
politiek ter sprake te brengen, vaak op meer
openhartige dan wel op voorzichtige wijze.
Mussolini houdt er niet van een blad voor den
mond te nemen, evenmin om zwarte poedels
wit te praten, kortom zou wel de allerlaatste
mqn zijn die in staat is een alles vergoeilijkende
Volkenbondsredevoering met een onbewogen
gelaat tot het bitter eind aan te hooren. 't is
overigens maar heel erg jammer dat er te
Genève niet wat meer Mussolini's voorhanden,
we bedoelen geen fascisten, maar kerels van
de daad zijn. Maar we dwalen af en gaan eerst
naar Furyn, welke Mussolini een grootsche
ontvangst heeft bereid, waar honderddui
zenden hun duce met ongeduld stonden op te
wachten, ai was het alleen maar om slechts
even een glimp van hem op te vangen, waar de
straten en pleinen op schitterende wijze te
zijner eere waren versierd en waar het geweldig
groote plein voor het stadhuis te klein bleek om
alle toeschouwers te kunnen bevatten, zoodat
ook de daarop uitloopende straten propvol met
aandacht luisterende zwarthemd en zwart-
hemdjes stonden.
Sprekende over de ontwapening merkte
Mussolini o.m. op, dat de door Italië op det
ontwapeningsconferentie te berde gebrachte
■voorstellen niet door Macchavellistische bere
keningen ingegeven waren. Allen die te goeder
trouw zijn, vervolgde Mussolini, dienen hun
ooren open te zetten en speciaal diegenen,
die te kwader trouw zijn, dienen dat ten
zeerste te doen.
Ban deze grensstad uit, die nimmer den
oorlog heeft gevreesd (de geweldige menschen-
nienigte buldert „Neen") verklaar ik, opdat
heel de wereld het moge vernemen, dat Italië
een waarachtige vredespolitiek voert, voor een
vrede berustend op rechtvaardigheid, een
vrede, die aan Europa het evenwicht terug
geeft om die de menschheid opnieuw met
geloof en hoop vervult.
Desondanks, vervolgde Mussolin, zijn er
echter aan de overzijde der grens dwazen, die
het aan liet fascistisch Italië niet kunnen ver
geven, dat liet zijn stem laat hooren. Voor
dezulken vormt trouwens het bestaan van een
fascistisch Italië een ongehoord schandaal,
hetgeen begrijpelijk is, aangezien dit bestaan
bewijst, dat hun principes verouderd zijn.
Over den Volkenbond, dat bij Mussolini
nimmer een wit voetje heeft gehad, liet Musso
lini zich vrij vriendelijk uit. In ieder geval
blijft Italië lid van den Volkenbond en vooral
thans, nu de Volkenbond ernstig ziek is, aldus
Mussolini, mag men hem niet in den steek laten
Ten aanzien van den Duitschen pariteits-
eisch verklaarde Mussolini: Ook met betrek
king tot dit probleem heeft het fascisme be
paalde opvattingen en richtsnoeren. Juridisch
staat Duitschland met dezen eich volkomen
in zijn recht. Hoe eerder men dit erkent, des
te beter zal het zijn. Echter kan Duitschland,
zoolang de ontwapeningsconferentie duurt, in
geen enkel opzicht herbewapening vragen. Is
echter de ontwapeningsconferentie ten einde
en mocht zij een negatief resultaat hebben
gehad, dan zal Duitschland niet in den Volken
bond kunnen blijven, wanneer deze ongelijk
heid niet wordt opgeheven. Wij wenschen geen
hegemonieën in Europa. Wij zijn gekant tegen
een handhaving van hegemonieën van welekn
aard ook, vooral wanneer daarbij de bedoeling
voorzit, een duidelijk aan den dag getreden
onrecht te bestendigen.
Tot zoover de rede van Mussolini, die meer
malen door harstochtelijke toejuichingen der
massa's werd onderbroken en die vooral de
Franschen weer niet bijster vriendelijk in de
ooren zal klinken.
Is de toestand in het Westen ver van schit
terend en zijn de naaste vooruitzichten ook
bedroevend, in het Verre Oosten is de toestand
bij het hopelooze af. De Japanners, die zelt
hebben te vechten tegen de volgens Westersche
begrippen ontzaglijke moeilijke economische
omstandigheden, die dooi hun al te dolle en
gevaarlijke militaire avonturen in China aan
den rand van een bankroet staan en die dus
meer dari de handen vol hebben om het hoofd
boven water te houden, gaat het in Mantsjoerije
niet al te best voor den wind. De kleine,
ondeugende Japanners, die heel den Volken
bond met zijn praatcolleges en Uncle Sam met
zijn sabelgekletter eenvoudig aan zijn laars
lapt, kan Mantsjoerije in zijn schrokkerige
haast niet behoorlijk onder de knie krijgen en
weet met zijn aldaar opereerend legertje van
60.000 man, overigens een heel duur grapje
zoo'n 60.000 man, nagenoeg niets uit te lichten
tegen de talrijke Mantsjoerijsche vrijscharen,
door de Japansche berichten trouw betiteld
met „bandieten". Er zijn natuurlijk wel ban
dieten bij deze vrijscharen, doch verreweg het
grootste gedeelte zijn geen bandieten, zijn
troepen optredend in kleiner verband, die den
Japanschen overweldiger af en toe eens leelijk
op de huid zitten en hem geducht klop geven.
De Japanners hebben het met hun zoo uit
stekend gedrilde troepen zoo ver weten te
brengen, dat het nergens in Mantsjoerye meer
veilig is. Niettemin bereidt Japan zich op een
hardnekkige verdediging voor, wanneer straks
voor den buitengewonen Assemblee het be
faamde Lytton-rapport in behandeling komt.
En wanneer zekere berichten uit Tokio juist
zijn dan doet de Japansche regeering een wan
hopige poging om te Genève niet geheel alleen
t geïsoleerd te staan, doch zoekt het steun bij
[Rusland, door het sluiten van een non-agres
sieverdrag met de Russen, voorafgegaan door
'een economische overeenkomst. Japan zou
volgens deze berichten graag het Russische
1 aandeel in den Chineeschen Oosterspoorweg
willen koopen. Voorts zou Japan aan Rusland
Japansche machines willen leveren en Rusland
steunen bij de ten uitvoer legging van het vijf
jarenplan. Dit alles natuurlijk niet uit een
oogpunt van filantropie, maar als een contra
prestatie tegenover Rusland, wanneer dit land
bereid is Mantsjoerije te erkennen. Of de Rus
sische beer zich door deze Japansche honing
pot zal laten verlokken is bij het tikken van dit
overzicht niet ekend, doch voor de Japanners
zou liet geen onvoordeelig zaakje zijn en zijn
positie te Genève grondig wijzigen.
De Japanners hebben redenen te over om
toenadering te zoeken tot Rusland. De Japan
ners zijn niet bevreesd voor de Amerikanen,
omdat de vloot hiervan zoo onmetelijk ver
weg is, maar zijn doodsbenauwd voor de
Russen, welke hun met hun militaire vlieg
tuigen vanuit Wladiwostok krachtig kunnen
I bestoken. De Japanners weten bovendien dat
de militaire luchtmacht der Russen heel wat
sterker is dan die der Japanners zelf.
De Japansche vertegenwoordiger bij den
Volkenbond, thans op weg naar Genève, zal te
Moskou eventjes uitstappen en eenige dagen
aldaar blijven, teneinde met den volkscom
missaris voor buitenlandsche zaken over de
bijzonderheden van het te sluiten verdrag
te onderhandelen. Aan de Japanners zal het
tenminste niet ligegen wanneer de Russen
zich minder happig toonen. Het zal de Japan
ners 'heel wat waard zijn om de Volkenbond,
de dwarskijker in Mantsjoerije, een Ieelijke
hak te zetten.
FEUILLETON.
ZANE GREY
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG
(Geaut. uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
27)
Joy was zoo blij met het bericht, dat ze smeekte
den brief te mogen vasthouden. Zij bestudeerde
de teekentjes, welke deze prettige boodschap
behelsden. Intusschen opende Mary het andere
couvert. Een advocaat, klaarblijkelijk degene, die
de zaken van haar vader behartigde, deelde haar
mede, dat haar vader plotseling was overleden en
dat zij, a's zijn erfgename, een bedrag van tien
duizend dollar zou ontvangen, waarvoor een
cheque was ingesloten.
Mary stond te versteld om onmiddellijk de
zwaarte van den slag te voelen. Zij moest den
brief nog eens lezen en den cheque bekijken, voor
het tot haar doordrong.
„Vader dood!" kreunde zij hardop.
„Wat zegt u, moeder? vroeg Joy.
Mary gaf geen antwoord. Verdriet bekroop haar
over de weinig teedere liefde van den man, die
haar alleen maar had beschouwd als een wezen, dat
hij moest uithuwelijken, die haar had geduld,
zooals een man de dingen duldt, welke hij aan
aan zichzelf heeft te wijten.
Zij betreurde het niet te hebben geweten, dat
hij deze beschikking had gemaakt. Dan had zij
hem tenminste nog kunnen bedanken voor hij
stierf. Eens, toen zij hem bedankte voor een kerst
geschenk, had hij gezegd: „Ik kan het toch zeker
niet helpen, dat je jarig bent."
Nu vroeg zij zich af of hij haar woorden van
dank zou hebben beantwoord met de opmerking:
„Ik kan het toch niet helpen, dat de dood me
komt halen!"
Tienduizend dollar! Dat beteekende op het
oogenblik voor haar een fortuin. Zou het bezit
Van tienduizend dollar, toen Wilbur nog bij haar
was, niet alles anders hebben gemaakt? De be-
leedigende woorden, welke Lenora had geuit,
kwamen weer terug in haar herinnering. Dat had
Wilbur noodig geld!
„Joy, lieveling, misschien kan ik je nu gelukkig
maken," riep Mary uit. „Misschien zijn nu alle
moeilijkheden voorbij. Deze brief kan het begin
zijn van betere dagen. Een zilte smaak kwam op
baar lippen. Ze weende, zonder dat ze het wist
Zij weende, al begreep ze zelf niet waaiom.
„Ja, moeder," zeide Joy gehoorzaam. Ongerust
over het verdriet van Mary, kwam ze naar deze
toe en drukte zich tegen haar aan. Dit eenvoudig
bewijs van hartelijkheid, waaraan zij zoozeer
behoefte had, deed Mary goed en ze trok Joy op
haar schoot orrt al schreiende allerlei .beloften te
doen van toekomstige heerlijkheid.
Nauwelijks was Joy dien avond naar bed
gaan, of een zware voetstap op de waranda klonk,
gevolgd door kloppen op de deur. Billy klopte
nooit aan. Zou Wilbur kloppen, als hij terugkwam?
De gedachte aan Wilbur deed haar verlammen van
schrik. Zij wilde roepen: „Binnen!", doch de stem
begaf haar. Aarzelend stond zij op. Als Wilbur
De krantenberichten van tegenwoordig behelzen
weinig meer dan reeksen van auto-ongelukken,
inbraken, schietpartijen, gevechten op politieke
vergaderingen en branden. Wat 'n woelige en on
verkwikkelijke wereld. Hoe rustig, vreedzaam en
landelijk klinkt daarnaast de naam van 'tBleekertje
de welkome gast van iedere verstandige huis
vrouw. Immers, „'tBleekertje" doet in hoofdzaak
het werk. Staat de wasch één nacht in een heerlijk
sopje van 'tBleekertje dan is er niet veel meer te
doen dan uitspoelen. En de wasch wordt niet geel.
Vraag dus, als U 't nog niet gedaan hebt, zeep of
zeeppoeder merk 't Bleekertje bij Uw winkelier.
Bij elk pak zijn een of twee bons, waarvan er
slechts veertig noodig zijn om keus te mogen
maken uit meer dan honderd nuttige en fraaie
artikelen die een winkelwaarde van twee a drie
gulden vertegenwoordigen. Stel Uw goede voor
nemens nu eens niet langer uit en laat U niet
afschepen met iets anders sta op „Bleekertje".
23 (Adv.)
Wereldspaardag 31 October.
Jaarlijks wordt in alle landen op den dag
van heden de spaarzaamhéid herdacht. Niet
door in ledigheid feest te vieren, maar met
daden, gedachten en woorden, die geïnspireerd
zijn door de spaar-idee.
Wij zien in den spaarzin, evenals in den
arbeid, den algemeenen en zekersten waarborg
voor het weizijn, den vooruitgang en het
gevoel van eigenwaarde van den mdtvidueelen
mensch. De beoefening van de spaarzaamheid
beteugelt den wil; de eenvoud van levens
wijze, die zij oplegt, brengt de burgers tot el
kaar en opent de mogelijkheid om hun arbeid
productief te maken op een wijze, welke voor
allen het nuttigste is.
Wij zien in den spaarzin, die ons verbindt
met hen, die ons voorgingen en met hen, die
ons zullen volgen, de onvermoeide stuwkracht
van de macht en de welvaart van alle volkeren.
De Doodschap, welke wij, vertegenwoordi
gers der Spaarbanken van de geheele wereld
in het Internationaal Instituut, dat hen allen
samenbindt, laten uitgaan op dezen dag, be
helst nog meer, namelijk een aanmaning en een
plechtige verklaring.
Tot de eerste hebben wij het recht door de
algemeene soliditeit van onze instellingen,
waarvan tallooze meer clan een eeuw oud zijn
en onaangetast en onverzwakt doorstaan
hebben revoluties en oorlogen, crises en waan
zinnige speculatievlagen, de ineenstorting van
regeeringen en volkeren.
Onze "verklaring vindt haar grond in de
hechte vriendschap, die ons vereenigt in onze
schoone gemeenschappelijke taak, welke zich
uitstrekt over de grenzen van 24 landen.
De aanmaning is gericht tot hen, aan wie de
spaai gelden bij openbare en particuliere instel
voor haar stond, wanneer zij de deur opende, dan
zou alles haar te machtig worden; reeds nu scheen
alles rond te draaien. Eerst bij een tweede poging
om den knop vast te grijpen, lukte het haar.
Zoodra de deur openging, ontsnapte haar een
kreet van schrik. John Curry was er. Iemand buiten
haar hoorde, wat hij zeide, een andere dan Mary
Newton, die in doodsangst wachtte op de terug
komst van haar man. Zij knikte hem toe en noodig-
de met haar oogen hem uit binnen te komen. Zij
moest steun zoeken tegen de tafel, waar hij bij
haar kwam staan en haar handen nam in de zijne.
„Verwachtte je me niet zoo vroeg?" hoorde zij
zeggen, „Ik kon niet wachten. Ik heb geen ander
excuus. Heb je geen enkel woord voor mij?"
„Ik ben blij, dat je komt," mompelde Mary.
„Ik vrees, dat ik te blij ben
Smeekend keek zij hem aan. „Hoe kwam ik er
toe, te zeggen, dat je in het voorjaar komen mocht?
Dat heeft bij ons beiden allerlei verwachtingen
opgewekt. Ik ben iemand, die niet weet wat ze
wil. Misschien ben ik juist daarom te elfder ure
op mijn plicht gewezen."
John keek haar rustig aan. „Dat begrijp ik niet."
Zij las zijn bedoeling in de oogen, die op haar
waren gericht. Zijn gezicht vol kracht en uit
drukking, was vlak bij haar en zij snakte er naar
het te mogen liefkozen. Zij wilde naar henl toe
gaan, haar gezicht opheffen naar het zijne, maar
ze greep zich vast aan de tafel en vocht tegen het
krankzinnig makend verlangen.
„Wilbur is weer terug in het reservaat," zeide
zij op een toon, die te verstaan moest geven, dat
dit feit een eind moest maken aan alles.
„Wilbur is nooit weggeweest uit het reservaat,"
antwoordde John kalm.
lingen zijn toevertrouwd, om die gelden strikt
eerlijk te beheeren, overeenkomstig den wensch
en de behoeften van de inleggers en overeen
komstig eventueele wettelijke voorschriften.
Onze verklaring is er eene van solidariteit
tusschen de spaarders over de geheele wereld,
die in den vrede onder de volkeren de eenige
doeltreffende bescherming zien, niet alleen
van de persoonlijke, met veel moeite bijeen
gebrachte spaarpenningen, maar ook van de
materieele, intellectueele en moreele rijk
dommen van de menschheid.
De vertegenwoordigers der Spaar
banken van alle landen zitting heb
bend in het Comité Permanent van
het Internationaal Instituut voor
het Spaarwezen te Milaan.
aardappelen rooien en andere land
arbeid, veroorzaakt kloven in de
handen en maakt ze ruw en pijnlijk.
Dit verzacht en geneest men met
Doos 30, 60 en 90 ct.
(Adv.)
Vereeniging tot bestrijding van de tuber
culose en van andere ziekten onder bet vee.
In Zuid-Holland.
In het café Coomana te Rotterdam heeft
Dinsdag de Vereeniging tot bestrijding van
de tuberculose en van andere ziekten onder
het rundvee in Zuid-Holland haar derde
algemeene vergadering gehouden, onder voor
zitterschap van den heer P. Jas, uit Dub-
belbam.
In zijn openingswoord bracht de voorzitter
in herinnering het overlijden van hetjbe-
stuurslid den heer Van Dorsser te Hellevoet-
sluis, waardoor de vereeniging een harer
beste leden is ontvallen.
Spr. heette daarna het nieuwe bestuurslid,
den heer P. Qualm te Voorburg, welkom en
deelde mede, dat deze in de laastgehouden
bestuursvergadering benoemd is tot 2e voor
zitter.
Bij de ingekomen stukken was een brief
van het Provinciale bestuur, waarin mede-
deeling werd gedaan, dat het voornemens
is als bezuinigingsmaatregel het aan de ver
eeniging toegekende subsidie met ingang
van het jaar 1933 te verlagen met 10
De voorzitter deelde mede, dat het bestuur
zich over dezen brief reeds beraden heeft en
als gevolg daarvan het provinciale bestuur
een tegenverzoek gedaan heeft om het subsi
die te verhoogen.
Tevens was een verzoek ingekomen van
de vereeniging van dierenartsen om de bij
dragen van rijk en provincie voor behande
ling van het vee niet meer af te dragen via
de bestvtjdingsvereeniging en aan de vee
houders, maar rechtstreeks aan de dieren
artsen.
Het tarief zou dan tijdelijk verlaagd worden
tot ƒ0,90 per dier en weer verhoogd worden
Mary hoorde wat hij zeide. Maar het beteekende
immers niets. Dat waren alleen maar woorden.
Zij voelde zich duizelig.
„Je vergist je bepaald. Hij is weggegaan, maar
hij heeft zich bedacht en is nu op weg naar mij toe."
John keek ha ar ernstig aan en probeerde te door
gronden, wat hij zag in die smeekende oogen.
„Wil je dat denken?" vroeg hij. „Of wil je de
waarheid weten?"
„Waarom zeg je dat?" Weet je dan iets?"
pareerde Mary zijn vraag, hoewel beseffend, dat
het overbodig was.
„Wilbur is nooit weggeweest uit het reservaat.
Hij heeft een handelspost geopend bij Sage Springs.
„Heeft hij een post geopend? En hij heeft geen
geld. Geen crediet ook. Hoe kan hij die finan
cieren? Heb je hem zelf gezien?"
„Neen, dat niet, maar Beany vertelde het. Je
herinnert je Beany, die het uitstapje naar den
slangendans meemaakte. Macdonald weet het ook.
Hij wilde er niet over praten, omdat het toch gauw
genoeg bekend zou worden in Taho."
„Dus Billy weet het? Dan heeft hij het mij niet
willen vertellen," zeide Mary. „Hij wilde het mij
natuurlijk besparen." Zij vroeg zich af of de
tijding, die Curry haar bracht, wel waarheid kon
bevatten. Hoe stond Wilbur dan met geld? „Kan
hij een post financieren," herhaalde zij bij zichzelf.
Zij zag alleen de oplossing, dat hij onverwacht
wat geld moest hebben geërfd, zonder dat zij het
wist. Want zij stond immers ook nog altijd voor
het raadsel van die cheque van vijfhonderd dollar
uit Texas, ontvangen, kort nadat hij was weg
gegaan. Misschien had hij haar geld en juweelen
meegenomen, omdat hij anders niet over klein
geld beschikken kon.
tot 1,— zoodra het veehoudersbedrijf als
loonend is te beschouwen.
De heer 't Hooft deed het voorstel om het
versoek in zooverre in te willigen, dat de
penningmeesters der vereenigingen aan de
veeartsen datgene zullen uitbetalen, wat zij
voor onderzoek aan subsidie van rijk en
provincie ontvangen.
De heer Staring en de voorzitter opperden
het denkbeeld eerst de afdeelingen nog de
gelegenheid te geven zich over deze zaak
uit te spreken, maar in elk geval het bestuur
te machtigen haar af te doen, daarbij reke
ning houdend met de verschillende adviezen,
welke de afdeelingen zullen geven.
Na eenige discussie vereenigde de verga
dering zich met het voorstel van den heer
Van 't Hooft.
In behandeling kwam vervolgens het jaar
verslag van den secretaris, den heer A. Louter.
Dit verslag maakt er melding van, dat in
nagenoeg alle deelen der provincie besttjdings-
vereenigingen zijn opgericht. Het aantal ver
eenigingen bedraagt thans 18.
In het afgeloopen jaar hebben 488 vee
houders aan de bestrijdingdeelgenomen tegen
428 in het jaar daarvoor. In totaal zijn be
handeld 17.131 dieren tegenover ruim 15.400
in het vorige jaar.
Wat betreft de verhoudingscijfers tusschen
de beide laatste jaren zij opgemerkt, dat deze
moeilijk zijn te vergelijken, daar steeds
nieuwe stallen bij het onderzoek worden
betrokken.
De totale ontvangsten hebben bedragen
16.234,66| en de uitgaven 16.116,88,
zoodat thans een batig saldo aanwezig is
van 117,78J. Uit de rijksbijdrage is per
rund betaald 0,50 en voor iedere openlij
der 25,—.
Uit het provinciale subsidie, dat eerst
wordt uitgekeerd nadat de rekening door
Ged. Staten is goedgekeurd zal per behandeld
rund 10 cent worden betaald en ƒ10,— voor
iedere openlijder.
Het verslag is goedgekeurd.
De contributie voor de erkende bestrtjdings-
vereenigingen werd evenals het vorig jaar
vastgesteld, op 2J cent per rund.
De begrooting, welke daarna werd vast
gesteld, sluit aan inkomsten en uitgaven
met een bedrag van 18,097.
Nadat de heer P. J. 't Hooft P.J.zn. in
specteur van den veeartseDijkundigen dienst
te 's-Gravenhage, nog het een en ander had
medegedeeld over den opfofc van tuberculose-
vrije dieren en het gescheiden houden van
reactie-dieren, is de vergadering gesloten.
EEN BRIL geleverd door de
Fa. E. HARTOGS ZN. Middelharnis
voldoet aan de hoogste eischen.
Prijzen belangrijk lager dan elders.
(Adv.)
Zij opperde het denkbeeld tegen John. „Mis
schien heb ik me vergist." Mary moest gaan zitten,
zoo zwak voelde zij zich. John bleef staan.
„In November kreeg ik een cheque van vijf
honderd dollar uit Texas," ging zij voort. „Er was
geen enkele nadere mededeeling bij. Aanvankelijk
verwierp ik het denkbeeld, dat hij geld zou hebben
gezonden. Nu weet ik, dat hij het deed."
Omdat zij John aankeek, terwijl zij dit zeide,
bemerkte zij de verwarring, die zich afteekende
op zijn gelaat. Hij keek haar niet aan, toen hij
achteloos opmerkte: „Alles is mogelijk."
Plotseling daagde het in haar, dat ze eerst nu
de waarheid ontdekte. John Curry was haar wel
doener! Het overweldigde haar. Zij begreep niet,
hoe zij zoo dwaas had kunnen zijn ooit aan een
andere mogelijkheid te denken.
„Alles is mogelijk!" herhaalde zij op bitteren
toon. „Maar dat bedoelde jij niet."
„Wat wil je toch?" riep hij uit, nog meer in de
war dan even tevoren.
Mary dwong hem haar aan te kijken. Toen hun
hlikken elkander kruisten, antwoordde zij: „Pas
nu besef ik, dat jij mij die cheque hebt gezonden."
Hij wilde een poging doen om het te ontkennen,
doch met een gebaar van hulpeloosheid stemde hij
toe. „Ais je eens wist, hoe ik er naar gesnakt heb
je te helpen, zou je me geen verwijt maken."
„Het is vreeselijk om in geldverlegenheid te
zitten. Ik weet immers, wat het beteekent. Je
moest iets achter de hand hebben, als de nood
te hoog steeg."
(Wordt vervolgd.)