Leest „Onze Eilanden"
IA-van VALKENBURG'S-
••iLEVERTRAM
RECHTZAKEN
Ingezonden Stukken
VERKOOPINGEN.
lictfuit te strekken ook over den Sa3d(jk
pet vuil ten deele in de haven terecht
Evenzoo over andere gedeelten van
waar tot heden het vuil niet wordt
^ald.
8. V. Waar ik daareven denlSasdljk
|e, wfjs ik op de gevaarlijke plaata
bij de nieuw gemaakte sluis, welke
Ier afrastering en zonder verlichting,
|taat wel een lantaarn hoorl doch zij
n de vastrechtgelden hooger te maken.
H. Wethouders heb ik reeds meer-
j>p deze gevaarlijke plaats gewezen,
aar mij bekend is, blijft nog steeds
,e „onhoudbare, gevaarlijke toestand
|ligd".
de levering van druk en bindwerk
is mij bfj onderzoek gebleken dat
alle leveranciers niet geleidelijk ver-
vordt noch rouleert en wensch ik
voor 't vervolg voorziening.
;ns mijn meening verdient het aanbe-
van het doen plaatsen van Urinoirs
euwe gedeelte, terwijl de bestaande,
rekelijks dienen te worden begoten
jiinigd.
werkverschaffing en ondersteuning
te dien opzichte wijs ik nog even
ïaar mijn betoog, gehouden in de
aadsvergadering, waar m.i. gedeelte
oplossing ligt.
ïader bespreking ben ik gaarne be-
wacht t.d o. de noodiging daartoe.
d. V. Een voorstel tot algeheele
van Cafe's des Zondags zie ik voor
inde periode gaarne van het College
sn W. tegemoet.
j voorstel van B. en W. ter beteu-
lan z.g.n. „nachtgerucht", met radio,
ïtaand raam, en, of deur, komt mij
foor; te méér, waar er enkelen in de
en zijn die dit als burenplagerij
Je bezigen.
dienaangaande zijn B. en W. vol-
lekend.
mek ik scherp politioneel toezicht,
ble invallen in nachtkroegen, ter
ng van hazardspel, is dringend ge-
de toestand van Kerk en Staat,
^tschappij is indroevig. Een waar-
druk ligt op alles. Velen verwach-
van den mensch, döch, alleen, in
igen wederkeer tot God, den Heere,
I heil.
U.
IT-LEEUWARDEN
(Adv.)
Irzitter merkt op, dat wat betreft
»ssluiting, de volgende weekhier-
Sommelsdijk vergaderd zal worden.
Jfeft het ontbreken van een memorie
Ihting bij de begrooting, zegtspr.,
imeente-secretaris de commissie
k heeft terzLjde gestaan en zij dus
tingen konden verkrijgen, die ver-
|bten worden.
J. van der Meide: Er was een
van toelichting bij de stukken,
■leden hebben het recht de begroo-
atudeeren en krijgen desgewenscht
cretarie alle gewenschte inlichtin-
Vermaas: De heer C. v.d.Meide
gezegd, dat er geen memorie van
bij was.
sitter: Die heeft de heer C. v. d.
zeker voorbijgekeken. (Gelach.)
truik: Hij zal niet weten wat een
an toelichting is. (Daverend gelach
op de tribune).
sitter: Nu kunnen de heeren weer
waar het op uitloopt als ze hun
ken in allerlei Kaaipraatjes en
dan nog maar de waarheid. U
er zijn en hier geen achteraf praat-
lere raadsleden in de vergadering
maakt er zichzelf belachelijk mee.
Vermaas: Maar de heer Cor van
ïeeft het mezelf gezegd,
itter: Dan wordt hier gelogen en
zaak nu eens uitgemaakt hebben,
was er een memorie van toelicb-
of neen?
iris: Jalen toont de memorie van
aan het commissielid Koote, die
likt.
itter: Dan moeten de heeren hier
ns voorgoed een les aan nemen
r met Kaaipraatjes in den Raad
elieg achter den rug van anderen
noe.
'ermaas: Maar de heer Cor van
Segt, dat er geen memorie van
pij was.
Itters En de secretaris zegt van
het toch zeker wel weten, en
van der Meide zegt ook, dat ze
van der Meide: Ze was er wel
goed gezien, maar de heer Cor
de heeft er niet naar gevraagd
waarschijnlijk niet gezien ook
van der Meide: Ik heb ze zeker
n een wethouder van een groote
Middelharnis moest zich scha-
zeggen, dat ik niet weet wat
van toelichting is.
:er: In ieder geval blijkt nu wel,
Ine van toelichting in de com-
iring was en dat is het kardinale
ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 15 OCTOBER 1932.
punt. De heeren deden wijs wat minder
kletspraatjes op de straat aan elkander te
vertellen en meer zakelijk in den Raad voor
den dag te komen. Spreker sluit de discussie
hierover.
De heer J. Vroegindewelj vindt het ver
schrikkelijk om bfj zoo'n ernstige zaak zoo
veel te lachen. Dat de commissie geen beter
rapport kan uitbrengen, komt misschien wel
hierdoor, dat er zoo vlug een raadsvergade
ring is gehouden en ze dus weinig tijd had
den. Het verbaast spr. dat men met zoo'n
begrooting komt. Het is beter ze nog eens
na te zien en wat te bezuinigen, want de
gemeente moet niet zoo zwaar belast wor
den. Spr. is het niet eens met den heer De
Vries, dat de Herv. school zooveel lasten op
de gemeente legt. Dat is maar een 10.000
en het tekort is 30.000. Wat betreft de
opmerking van den heer De Tries over be
voorrechting bij de werkverschaffing voor
verkiezingspropaganda, merkt spr. op, dat
dit niet kan, daar de werkverschaffing door
den correspondent geregeld werd. Het Rijk
staat ook voor tekorten en er moeten daar
stukken vallen. Dat voorbeeld zal de ge
meente moeten volgen. De ambtenaren, die
groote inkomens hebben, kunnen wel iets
verlaagd worden, maar de kleine inkomens
mogen niet te zwaar beiast worden. Willen
Ged. Staten de begrooting niet goedkeuren,
dan moeten zjj zelf de gemeente maar be
lasten.
De Voorzitter betreurt het, dat de com
missie haar rapport niet tevoren bij B.enW.
heeft ingediend, dan hadden deze zich op
haar voorstellen kunnen voorbereiden en
hadden B. en W. kunnen uitrekenen hoe
ver men met de voorstellen der commissie
had gekomen. Het beste is de zaak nu maar
in een volgende vergadering te behandelen.
Maar de Raad moet wel weten wat hij doet
als hij de begrooting verwerpt. Wanneer de
Raad zijn plicht niet doet, komt hij volgens
de gemeentewet onder curateele van Ged.
Staten te staan en gaan we hier den weg
van Opsterland en Weststellingerwerf op en
moet een Rijkswet voorzien in den plaatse
lijken toestand. Dat is hier nog niet noodig.
Spr. hoopt niet, dat de raadsleden zoover
hun eer en plicht zullen vergeten, dat ze
het hier op aan laten komen. Regeeren is
in tijden van voorspoed heel gemakkelijk,
maar juist dan moet het verantwoordelijk
heidsbesef ontwaken, wanneer de omstan
digheden donker zijn en de gemeente in
moeilijke omstandigheden verkeert. Het is
gemakkelijk om dan het schip te verlaten
en te zeggen: nu moeten anderen het maar
doen, maar spr. wijst de heeren er op, dat
z(j een duren eed gezworen hebben bij de
aanvaarding van hun ambt als raadslid en
dringt daarom aan in dezen tijd van crisis
eendrachtig schouder aan schouder te staan
en met elkander de gemeente door deze
moeilijke tijden heen te helpen. De ingeze
tenen, die U hebben afgevaardigd, zegt spr.
rekenen er op, dat gij uw plicht zult doen.
De heer Koote: Dat wil de commissie ook.
De Voorzitter: Dan had gij uw rapport
bijtijds aan B. en W. moeten geven, dan
hadden we rekening met uw voorstellen
kunnen houden en kunnen berekenen wat
uw voorstellen beteekenen. De leden moeten
zich in dezen moeilijken tijd niet van hun
plicht onttrekken, maar de Raad moet zelf
zien de moeilijkheden door eendrachtig
samenwerken in orde te brengen. Het zou
voor de gemeente een schande zijn alshoo-
gere macht hier moest ingrijpen.
De heer Doornbos: Maar de personeele
belasting wordt te zwaar.
De Voorzitter: Dat mag geen reden zijn
om U aan het werk te onttrekken, dan moet
U niet zeggen: we kunnen de begrooting
niet aannemen en ze zonder meer terug
wijzen, maar dan moet U middelen aan
wijzen, waarop de begrooting zonder die
verhooging is sluitend te krijgen.
De heer De Vries: Het beste zal zijn, dat
de burgemeester de commissie voor het
onderzoek het volgend jaar aanwijst uit de
grootste raadsfracties. Dat doen grootere
gemeenten ook. Er is dan althans een zekere
basis, dat de begrooting zal worden aan
genomen. Dat wil niet zeggen, dat spr. zich
er buiten wil houden, want hij hoopt in de
toekomst ook nog eens een groote fractie
in den Raad te hebben.
Besloten wordt, dat de Raad over 14 dag
weer zal vergaderen om de begrooting te
behandelen.
De heer Vermaas: Ik stel voor voortaan
de begrooting in afdeelingsonderzoek te
nemen. (Gelach).
Dan wordt nog even over de straatverlich
ting gesproken en gaat de Raad in gesloten
zitting over.
Verslag van de vergadering van
den Raad der gemeente OUDE
TONGE op Dinsdag 11 Oetober
1932, des voormiddags 10 uur.
VoorzitterBurgemeesterVooljs. Alle leden
tegenwoordig.
De voorzitter opende de vergadering waar
na de notulen der laatste vergadering wer
den gelezen en goedgekeurd.
De heer Fase zeide, en verzocht daarvan
aanteekening in de notulen, dat bjj het voor
stel tot herbergsluiting, behandeld in de
vorige zitting door hem abusievelijk was
gestemd en hij als tegenstemmer wenscht
beschouwd te worden.
Ingekomen stukken:
Procesverbaal van de kasopname bij den
gemeenteontvanger, waaruit bleek dat op
29 September j.l. in kas was een bedrag van
5017,17 overeenkomstig boeken en be
scheiden.
De goedkeuring van Ged. Staten over ge
nomen raadsbesluiten,
Het rapport van den Keuringsdienst van
"Waren in het district Dordt over het 3de
kwartaal.
De goedkeuring van Ged. Staten over de
verordening tot heffing van het vergunnings-
en verlofsrecht, de verordening tot heffing
van de fondsbelasting en het aangaan van
diverse geldleeningen.
De voorzitter deelde mede dat door B. en
W. de tijdelijke kasgeldleeniDg in een vaste
leening is omgezet en verzoekt sanctionee
ring van dit besluit.
Prince meende dat de voorzitter daarvoor
beter eerst de toestemming van den Raad
had kunnen vragen nu het rentetype hooger
is geworden, dan waarvoor machtiging is
verleend.
De voorzitter deelde mede dat tegen lager
rentestandaard geen geld te krijgen was en
dat één en ander vlug afgedaan moest wor
den. Ook ter voorkoming van de kosten,
verbonden aan een raadsvergadering is dat
nagelaten.
Prince: Daaraan mag echter een gemeente
belang niet mank gaan. Wanneer dat uit
bezuinigingsoverweging meer voorkomen
moet, dan stelt spreker voor het presentie
geld af te schaffen. Hij zag gaarne dat de
Raad zoo volledig mogelijk op de hoogte
gesteld bleef.
Voorzitter zeide daaraan voortaan te zullen
denken.
Van den Commissaris der Koningin was
een verzoek ingekomen om een post van
25,— op de begrooting te plaatsen voor
een provincialen politiecursus.
B. en W. stelden voor hieraan te voldoen,
gezien het groote belang dat aan deze zaak
verbonden is.
Aldus werd besloten.
Van den Minister van Arbeid was terug
ontvangen de verordening regelende de afwij
kende bepalingen van de Winkelsluitingswet.
Gezien de bepaling van den Minister stellen
B. en W. voor, art. 6 uit deze verordening
te schrappen, omdat het gebruik van auto
maten door den betrokken Minister is gere
geld.
Van de Gezondheidscommissie was een
verzoek ingekomen om gevolg te geven aan
haar advies, uitgebracht in 1930, om de
Grijze Noord te rioleeren, daar het aldaar
een onhoudbare toestand is, waarover regel
matig klachten binnenkomen.
Voorzitter zeide dat B. en W. van oordeel
waren dat rioleering niet kan plaatshebben,
omdat de gemeentebegrootiDg dienst 1933
zoo'n pessimistischen indruk geeft. Wel zou
den B. en W. willen voorstellen de Grijze
Noord te doen nitbaggeren door werkeloozen,
dit zal toch wel een aanmerkelijke verbe
tering geven.
Beijer: Ik kan me met het voorstel van
de Gezondheidscommissie wel, doch met dat
van B. en W. niet vereenigen. Rioleering
is het eenig afdoend middel om aan dien
stinkpoel een einde te maken.Ik stel echter
voor dit punt aan te houden tot de volgende
vergadering en dan bij de behandeling van
de begrooting te zien of de flnantién riolee
ring toelaten.
Voorzitter zeide daartegen geen bezwaar
te hebben,, waartoe aldus werd besloten.
De Voorzitter deelde mede dat het Rjjk
voortaan 75 toeslag zal geven op de werk
verschaffing, inplaats van 45 en brengt
daarvoor de Regeering dank.
Van C. Snijder was een verzoek ingeko
men om ontslag als lid der schattingscom
missie. Dit werd aldus verleend.
A. van der Voorde dankte den Raad voor
de dispensatie verleend op da verordening
regelende de afwijking van de Winkelslui
tingswet.
Daarna werden aangeboden de verschillende
rekeningen over 1931. De gemeenterekening
sloot met een batig saldo van ƒ6617,65, doch
gezien deze geopend is met een batig slot
van 18.868,08, schetst dit den toestand der
finantiSn ernstig af.
De rekening van het Algem. Armbestuur
sluit met een voordeelig saldo van 12025,05,
die van het Weeshuis met 386,46 en die
van den Boedel Dabbe met 775,64.
Tot leden van de commissie van onder
zoek werden door den voorzitter aangewezen
de heeren Gebraad, Polleman en Prince.
Daarna boden B. en W. aan de Gemeente-
begrooting dienst 1933, de Voorzitter deelde
mede dat B. en W. deze begrooting met een
groot pessimisme hebben opgemaakt en aldus
den Raad aanboden.
Moesten wfj vorig jaar reeds de opcenten
op de gemeentefondsbelasting verhoogen van
80 op 100, in dit jaar is die verhooging niet
eens voldoende om het budget te dekken.
Ged. Staten hebben ons bij de vorige be-
grootingsrede den wenk gegeven dat een
eventueele verhooging van belasting gevon
den zou moeten worden in Personeele-be-
lasting en zoo hebben B, en W. bij deze
begrooting ook die bron moeten verzwaren
en stellen B. en W. voor een heffing tot
155 opcenten inplaats van tot maximum 90.
De begrooting in haar geheel is door B.
en W. somber)opgesteld, geen enkel pers
pectief is zichtbaar en dit stemt zeer pes
simistisch.
Zoo werd aangeboden de begrooting voor
het Weeshuis, die van het Algemeen Arm
bestuur en van den Boedel Dabbe.
Tot leden van de commissie van onder
zoek werden aangewezen de heeren Betjer,
Van Schouwen en De Wit.
Nog werd vastgesteld het Kohier van de
Honden-belasting voor dit jaar.
De gemeentebegrooting dienst 1932 werd
met af- en overschrjj vingen gewijzigd, waarna
de vergadering werd gesloten.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Uitspraken.
De rechtbank heeft veroordeeld:
P. W. 21 jaar, chauffeur te Middelharnis,
wegens diefstal van benzine verdachte
had zonder toestemming van den eigenaar
diens auto uit de garage gehaald en had
daarmee een ritje gemaakt tot ƒ15 boete
subs. 15 dagen hechtenis.
J. V., 27 jaar, commissionnair te Nieuwe
Tonge wegens opzettelijke vernieling van
een scheidingshaag die het gemeenschappe
lijk eigendom was van hem en van C. Kievit,
tot 1 boete subs. 1 dag hechtenis.
ARRONDISSEMENT8-RECHTBANK.
Zitting van den Politierechter.
Maandag 10 Oetober.
Massa-conilict te Ouddorp.
Een getuige vastgehouden voor ineineed.
Terzake van opruiing hadden zich heden
voor den politierechter, mr. J. G. Huyser,
te verantwoorden de 41-jarige W. K., de
39-jarige P. B. en de 30-jarige K. van D.,
drie landarbeiders uit Ouddorp.
In Januari vau dit jaar broeide er een
ontevreden stemming onder de werblooze
leden van den Algem. Ned. Chr. Landar
beiders Bond, omdat zij ingevolge een
besluit van B. en W. van Ouddorp min
der steungeld zouden ontvangen dan tot.
dusver. Toen op Vrijdag 29 Januari, voor
het eerst aan genoemd besluit werd gevolg
gegeven, ontstond in de nabijheid van de
school te Ouddorp een volksoploop. Hon
derd Christelijke landarbeiders, die ontevre
den waren met de betaling, verzamelden
zich op den openbaren weg en begaven zich
in de richting van het nabijgelegen huis
van den burgemeester. Bfj die gelegenheid
zou verd. K. hebben geroepen: „Gooi op,
jongens!" en B. zou er nog wat bij gezegd
hebben; terwijl Van D. den kreet zou heb
ben aangeheven: „Vooruit jongens, naar de
woning van den burgemeester!"
Deze woorden werden door de overheid
van Ouddorp als „opruiing" gekwalificeerd.
In deze zaak werden vijf getuigen a, charge
gehoord en één getuige a décharge, n.l. één
der bestuursleden van den Alg. Ned. Chr.
Landarbeiders Bond.
De burgemeester, de heer G. J.F.Gobius
du Sart, had zelf van de opruiende woorden
niets vernomen. Wat hij wist, had hij van
hooren zeggen. Get. meende, dat men hem
niets kon verwijten, daar hij had gehandeld
volgens de Rijkssteunregeling.
De tweede getuige, de veldwachter C. J.
Loof heeft, terwijl hijzelf ter secretarie ver
toefde, op straat eenig gejoel vernomen. Er
kwamen wel honderd menschen uit de school.
Zij formeerden een soort optocht en trok
ken tweemaal om het dorp heen. Opruiende
woorden heeft hij niet vernomen.
De volgende getuige, de arbeider A.v.d.
Linde verklaarde, dat hij heeft hooren roepen
„Gooi op jongens!" Hij heeft verder Van D.
in de school hooren zeggen: „We mogen
geen propaganda maken!"
Vervolgens verscheen voor het hekje de
arbeider O. van 't Geloof. Hij beweerde, niet
te hebben gehoord, dat Van D. riep: „Gooi
op, jongens!" Hjj had trouwens heelemaal
niets van deze dingen gehoord.
Politierechter: O nee? Nu dan zullen we
eens kijken, wat je vroeger hebt verklaard!
Je gaat straks toch wel graag naar huis, he?
Get Och, dat blijft hetzelfde.
Pol.: O goed, mij ook. U bent indertijd
al voor deze kwestie gegijzeld geweest. Toen
wist u ook zoogenaamd van niets. En opeens
kwam het eruit: „O ja, ik heb van D. hooren
roepenI... Man, denk er om, hoor. Je blijft
hier, als je nou de waarheid niet spreekt.
Ik geef je nog één minuut bedenktijd, tot
kwart over twaalf.
Get. Van 't Geloof bleef hardnekkig zwij
gen.
Pol.: Een blanco verhaal wordt ook als
een meineed beschouwd, als je dat maar
weet! Je gaat absoluut naar het Huis van
Bewaring. Denk er eerst nog maar eens
over na. Intusschen hoor ik een anderen
getuige.
De volgende getuige was de arbeider P.
Venneman. Ook deze hield zijn mond.
Pol.: Het schijnt afgesproken werk te
wezen! Wil je straks graag naar huis?
Get.: Zeker wil ik dat!
Pol.: Nou, ik denk, dat het niet gebeurt,
als het zóó doorgaat. Als je zegt, dat je die
opruiende woorden niet hebt gehoord, dan
lieg je nu i>f je hebt vroeger tegenover den
burgemeester gelogen. Wat is waar?
Get.: Ik heb wel geboord, dat B. iets zei,
maar dat was niet op straat, doch in de
school.
De heer A. Padmos, bestuurslid van den
Alg. Ned. Chr. Landarbeiders Bond, wist
niets omtrent het voorgevallene mede te
deelen. Hij verklaarde echter, dat de drie
verdachten goed bekend staan en steeds
verre blijven van opruiing.
Wederom werd getuige Van't Geloof naar
voren geroepen. Hij volhardde in zijn zwijg
zaamheid.
Pol. Nu voor het laatst, wat heb je deze
verdachten hooren roepen?
Stilte.
Pol. Zeg dan alleen maar bt ze hebben
geroepen.
Stilte.
Pol.: Wil je het niet zeggen?
Stilte.
Pol.: Zeg in 's hemelsnaam iets. Zeg ja of
neen! Heb je 'tgehoord of niet?
Stilzwijgen.
Nóg eenige malen werd getuige Van 't Ge
loof aan den tand gevoeld. Toen was het
genoeg. Er werd acte opgemaakt door den
griffier. Deze acte werd voorgelezen. En ge
tuige zette er zijn handteekening onder. Hy
werd meteen gevangen genomen.
De drie verdachten hielden stijf en strak
vol, dat ze de opruiende woorden niet heb
ben gesproken.
Het O.M. waargenomen door mr. 0. F. J.
Gombault, verzocht, deze zaak te schorsen
totdat eerst het meineed-incident zal zijn
beslist.
Tot getuige Van 't Geloof sprekend, zeide
mr. Gombault: Vanmiddag kom je voor den
rechter-commissaris, dan zullen we eens
kijken. Je denkt hier den held te spelen
om je kameraden te helpen. Maar het is je
plicht als staatsburger om hier een getui
genis af te leggen.
De zaak werd tot onbepaalden tijd ge
schorst, en in de vestibule bleven de Oud
dorpers nog langen tijd over het geval staan
praten.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Geachte Redactie!
Met voldoening las ik Uw verklaring, dat
in Uw blad voortaan geen ingezonden stuk
ken van persoonlijken aard zullen opgenomen
worden, tenzij de schrijvers er hun naam
onder zetten.
Na een veeljarig verblijf in Middelharnis
weet ik, dat de inzenders van ongeteekende
stukken niet handelen om het openbaar be
lang te dienen, maar uit eigenbelang of uit
vijandige gezindheid. Veelal ook zijn de
schrijvers gespannener, die zich ontladen.
Maar zoowel de ééne als de andere soort zijn
lafaards. Wanneer iemand zich gedrongen
voelt in de courant te schrijven, laat hij het
doen, maar laat hij zich bekend maken.
Ik voor mij heb aan ongeteekende stukken
altijd weinig aandacht geschonken en ze nooit
beantwoord. Mijn standpunt is, dat men geen
aanraking moet hebben met sluipmoorde
naars. Zonder uitzondering schrijven deze
bewoners der onderwereld heel slecht, hou
den zich nooit aan de zaak zelf, welke zij
verwarren met allerlei persoonlijks, zij hebben
blijkbaar groote moeite om hun denkbeelden
ordelijk uiteen te zetten, gebruiken daarvoor
tweemaal meer woorden dan een ontwikkelde
zou noodig hebben, schrijven een erbarmelijk
taaltje, verkoopen erbarmelijke geestigheden
en slaan daarbij nog een hoogen toon aan.
Men doet het best zich met zulke minder
waardigen niet in te laten. Het eenige ant
woord, dat zulke menschen verdienen, is
onlangs gegeven door den heer ten Hope,
voorzitter van den Nederl. Auto-transport-
bond. Hij wees een Flakkeeschen criticus,
die zonder zijn naam te noemen in de Nieuwe
Rott. Courant had geschreven, terecht met
de opmerking, dat hij met iemand, die zich
schuil houdt, geen discussie begint.
Het schrijven zonder naam is opFlakkee
een algemeen euvel geworden en het ver
heugt mij, dat Uw blad daartoe geen ge
legenheid meer zal geven. Ik hoop, dat ook
de andere bladen Uw voorbeeld steeds zullen
volgen.
Een week geleden heeft onze gemeente-
bouwkundige blootgestaan aan een naam-
ioozen aanval in de courant. Reeds lang
geleden had ik hem over de eigenaardigheden
van Flakkee ingelicht en hem uitgelegd, wat
hem hier te wachten stond. Hij wilde mij
niet recht gelooven. Maar nu, nadat hij op
denzelfden dag in de courant het voorwerp
is geweest van vuilwerpery door een afgun
stige en in den gemeenteraad van een on-
kiesche bespreking, zal hij het wel weten.
Wat denkt men toch met zulke manieren
te bereiken? Men bereikt er slechts mee,
dat menschen, die hier een ambt komen
vervullen met den wil zoo goed mogelijk
hun plicht te doen, de vreugde in hun werk
verliezen, zoo spoedig mogelijk een goed
heenkomen zuilen zoeken en een zucht van
verlichting zullen slaken wanneer zij einde
lijk „het eiland" den rug toekeeren. Men
heeft 6r reeds mee bereikt, dat Flakkee
buiten Flakkee niet best aangeschreven
staat. Zoo is men in den Haag overtuigd,
dat men op Flakkee het leven van onzen
vorigen burgemeester verkort heeft.
In de jaren, die ik hier heb gewoond, heb
ik mijn deel gehad van dit specifiek Flak-
keesche gedoe. Maar van ongeteekende brie
ven ben ik verschoond gebleven. Die bleven
bewaard voor het terrein ter theologie. Een
predikant, die hier zijn standplaats heeft
gehad, zeide mij, dat hij zooveel anoDyme
brieven ontving, dat hij tot gewoonte had
genomen bfj eiken brief, dien hij opende,
eerst te zien of hij we] onderteekend was.
Ontbrak de naam dan ging de brief onge
lezen de kachel in.
Ten slotte merk ik nog op, dat het ver
keerd is, wanneer leden van een „Oommis
sie van Redactie" in hun courant schrijven
zonder hun naam te noemen. Want hun
taak is toezicht te houden, niet om zelf als
anonyme redacteuren op te treden en hun
blad te gebruiken om zich te verschuilen.
Hierdoor scharen zij zich bij het gilde der
anonyme schrijvers, aan wier verachtelijk
werk de gezamenlijke weidenkenden van
Flakkee een einde behooren te maken.
Middelharnis, 13 Oetober 1932.
K. BLOKHUIS.
Geachte Redactie,
Bij de besprekingen over de sluiting van
vischwinkels werd door ons Gemeente-raads
lid, den heer P. de Tries, in de laatst ge
houden Raadsvergadering o.m. het volgende
gezegd:
„Dat ze langer open willen zijn zal wel
verband houden met het sluiten van de
kroegen."
Ik weet niet of het de bedoeling van den
heer de Vries was om de Hotel- en Café
houders te Middelharnis opzettelijk te be-
leedigen en ook niet of de heer de Vries
eigenlijk wel weet wat een „kroeg"is. Daar
ik evenwel vermoed dat het laatste het
geval is wil ik den lieer de Vries de be-
teekenis van „kroeg" even duidelijk maken.
Wellicht zal hij dan in 't vervolg eerst den
ken en dan praten, wat voor een Raads
vergadering zeer zeker van groot belang is.
Dus, goed opgelet nu, meneer de Vries!
„Kroegen", zooals door U uitgedrukt, zijn
gemeene herbergen. Men heeft daar kroegjes
bazen en bazinnen, die den bezoekers ge
legenheid bieden tot het doen van hier niet
nader te deflnieeren handelingen met de
leden der zwakkere sekse.
In den goeden zin des woords, doch dit
kan hier door U natuurlijk niet bedoeld z(jn,
verstaat men onder „Kroegen" de studenten
sociëteiten. Men heeft daar kroegjool.
Is het U duidelijk, meneer de Vries? Of
wilt U soms nog weten wat wjj hier dan
in Middelharnis hebben?
Ja? Welnu dan, in Middelharnis hebben
wij heel gewone herbergen, waar „de zaaiers
en de maaiers" na afloop van hun dagtaak,
soms ook nog avondtaak, even komen ge
nieten van hun glaasje bier en als het kan
lijden ook van hun sigaartje.
Meneer de Vries, ik hoop nu maar datU
wat beter op Uwe woorden zult gaan letten,
want U begrijpt toch ook wel dat het niet
prettig voor ons is om in het openhaar op
een dergelijke wijze door U beleedigd te
worden.
Mijn vriendelijken dank aan de Redactie
voor de plaatsing.
Middelharnis, 13 Oetober 1932,
G. REIJNGOUD,
Hotel- en Caféhouder,
Zandpad, Middelharnis.
Op MAANDAG 24 Oetober 1932 b(j inzet:
Op MAANDAG 31 Oetober 1932 bij afslag:
telkens des avonds 7 uur in het Hotel
SPEE te SommelsdLjk. Huizen met Berg
plaats en verdere opstallen aan den Dorps
weg en de Hofstraat te Sommelsdljk.
Toebehoorende aan den heer Jn. LE COMTE
aldaar.
Notaris VAN BUUREN.
Op DINSDAG 1 November 1932 bij inzet in
het hotel SPEE en
Op DINSDAG 8 November 1932 bij afslag
in het café de „HARMONIE"te Sommels-
djjk telkens des avonds 7 uur.
a. 8.28.50 Hectaren (20 gem. 135 roeden
Sommelsdijksche maat) Bouwland, Wate
ring en weg in den polder Kraaijenstein
en Nieuweiand te Sommelsdijk.
b. Het perceel Tuin aan de Oostelijke Achter
straat te Sommelsdijk, groot 4 are 80 cen
tiaren (36 roeden Sommelsdijksche maat).
c. Het Huis met Erf aan de Voorstraat te
Middelharnis, groot l are 71 centiaren;
direct te aanvaarden.
Ten verzoeke van de Erven van den heer
JOHAN VAN SCHOUVEN.
Notaris VAN BUUREN.
ZIJN MEISJE UIT DEN AUTO
GEWORPEN.
HAARLEM, 12 Oct. Hedenavond heeft
zich tusschen de Zomerluststraat en den
Heerenweg een klein liefdesdrama afgespeeld
tusschen een plus minus 25-jarigen jongeman
en zyn verloofde. Omstreeks halfnegen reed
in eerstgenoemde straat een auto, waarvan
de inzittenden blijkbaar hevige ruzie hadden,
althans zoo verklaarden later enkele oogge
tuigen. Op den Wagenweg werd de twist zoo
groot, dat de jonge vrouw het aan den lijve
ondervond. Zij werd nl. door haar verloofde,
een kellner, uit den auto geworpen. Of de
snelheid van den auto op dat moment groot
was, staat niet vast, doch waarschijnlijk is
het niet, want de mishandeling bleek geen
ernstige gevolgen voor de vrouw gehad te
hebben. Wild slaand met armen en beenen
vond men haar in totaal overspannen toe
stand op den weg liggen. Zij was onder den
invloed van sterkedrank, evenals haar hard
handige aanstaande. Dr. Hubert trachtte haar
te kalmeeren, doch vond het geval ernstig
genoeg om het slachtoffer per ziekenauto van
Mathot naar haar woning in Haarlem-Noord
te vervoeren. Aldus geschiedde. De auto, die
eigendom was van den bestuurder, is niet
door de politie teruggevonden.
ONWEER BOVEN WALCHEREN.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
ontlastte zich boven Walcheren een lang
durig onweer, gepaard met ontzettende
regen- en hagelbuien.
Onder Meliskerke werd een paard door
den bliksem gedood en van een Vlissingsch
visschersvaartuig, dat buigengaats lag, werd
de mast door den bliksem getroffen en be
schadigd.
mw-