EERSTE BLAD ^CONFECTIE Tweed' AT? ROOM} ZATERDAG OCTOBER 1932 8 IN DEN GREEP DER WOESTIJN. Rust, kalmte en zelfbeheersching DE IEPENZIEKTE. MANTEL Shetland visch- graat geheel op duchesse gewat teerd, met kraag van echt persia- nerlam in maren- go,marine en grijs f 25c p. maat lOIROKJE, 275 25c p. maat 1EISJES- jUSE, flanel, W| ie fantasie- ns, bleu en K OIROKJE, ikerblauw- aviot, met eringlijfje, 180 1 5c p. maat JONGENS BLOUSE, flanel met punt- kaag.versch dess. 11-15 jaar 1.45 6-to j. 1 35 PLUSFOUR- BROEK, gev, grijs en beige if0'. 445 jaar u Stijg. 25c p. maat QinsdaQ' f de br,omzÈ KW°0tA Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,075 ADVERTENTIËN van 16 regels1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels/elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 14E JAARGANG. - N°. 94 Week-revue. Buitenland. Het gaat nu in allen ernst vry hevig span nen in het groote Volkenbondsgezin, waarin tot nu toe eendrachtige saamhoorigheid niet het sterkst naar voren kwam. Het met span ning tegemoet gezien rapport van de com missie Lytton, door den Raad van den Vol kenbond belast met een onderzoek naar het conflict tusschen China en Japan inzake Mantsjoerije, is door het Volkenbondssecreta- riaat dezer dagen gepubliceerd. In dit omvangrijke rapport, verdeeld in 10 hoofdstukken en beslaande maar eventjes 150 pagina's moeten de Japanners heel wat harde waarheden slikken, behoorden dit eigenlijk fatsoenshalve te doen. Maar Tokio is niet bereid dit rapport der commissie Lytton als een boetvaardige en berouwvolle zondaar te aanvaarden, het wil zelfs hiervan weinig of niets weten en indachtig aan de militaire tactiek dat de beste verdediging in den aanval ligt, zal Japan een memorandum aan den Volkenbond zenden en daarin zal volgens het blad Hotsji worden betoogd, zulks in lijnrechte tegenstelling met het rapport der commissie Lytton, dat de eenige weg om tot een duurzamen vrede in het Verre Oosten te geraken is: te erkennen dat de Mantsjoe-staat een gezonde staat is en dat de eenige bron van gevaar, welke tot een verstoring van den vrede in het Verre Oosten kan leiden, ligt in den verwarden politieken toestand van China, dat geen onverbrokkelde staat meer is. Het rapport der commissie Lytton beziet de situatie aldaar lichtelijk anders. Zoo be. toogt de commissie in haar rapport o.m.. dat de onafhankelijkheidsbeweging in Mant sjoerije, waarvan voor 1931 nooit gehoord was, alleen mogelijk gemaakt werd door de aanwezigheid van Japansche troepen en dat het tegenwoordige regime in Mantsjoerije niet beschouwd kan worden als een spon tane onafhankeltjksbeweging, zooals de Ja panners zulks zoo graag voorstellen. Het rapport constateert tevens dat in de regeering van Mantsjoerije de Japansche ambtenaren overheerschend zijn en dat nagenoeg alle door de commissie gehoorde getuigen allen vtjandig staan tegenover de nieuwe regeering van Mantsjoerije. Wel erkent het rapport dat de houding der Chineesche overheid in menig opzicht prikkelend is geweest voor de Japanners en de vreemdelingen in het algemeen, doch het acht dit geen rechtvaardiging voor hetgeen Japan daarna in Mantsjoerije heeft gedaan. De militaire staatsgreep wordt dus door het rapport der commissie veroordeeld en zij be veelt aan om China en Japan tot elkaar te brengen door de vorming van een autonomen staat Mantsjoerije, zulks onder de souvereini- teit van China en onder bescherming van een politiemacht welke in staat is de veilig heid naar binnen en buiten afdoende te waarborgen, hetgeen dus de terugroeping der Japansche troepen tengevolge zou hebben. Dit laatste zal voorloopig wel een vrome wensch blijven. De Japanners toonen niet den minstens lust om voor dit rapport te buigen, integendeel, de Japansche minister raad heeft reeds besloten geen wijziging te FEUILLETON. ZANE GREY Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG (iüeauluitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 21) Op een ellendige manier stootte hij mij weer van zich af. Het huwelijk maakt, volgens hem, van den man een slaaf en hij dankt er voor te luisteren, naar wat ik zeg; alsof ik het beter weet dan hij. ik luisterde, al had ik het kunnen uitsnikken, nu opnieuw aan mijn verwachtingen den bodem werd ingeslagen. Dat was ons laatste gesprek. Hij strafte mij door te zwijgen en al dien tijd aarzelde ik of ik naar Fiaggerston zou schrijven of niet. Toen ik den volgenden dag de eieren aan den post ging ver- koopen, verdween Wilbur, ik vond een briefje, waarin hij schreef, niet langer zijn vrijheid te willen missen. Hij gaf mij de kans, schreef hij, te flirten met wien ik wil en desnoods compagnon te worden van den photograaf, als ik daar zin in had. Hij nam de weinige sieraden, die ik voor ons huwelijk van hem kreeg, mee en ledigde ook het geldkistje, hoewel de huur nog niet betaald is. Ik zou je die ellendige bijzonderheden niet vertellen, ware het niet, dat het mij tenminste een beetje oplucht. Al die eenzaamheid wordt mij van tijd tot tijd te machtig. brengen in de tot nu toe in Mantsjoerije gevolgde politiek. Het is op aandringen der Japanners dat dat rapport Lytton pas 14 November te Senève ter tafel komt, zoodat de met zorgen overladen Europeesche staats lieden nog enkele weken den tijd hebben over deze Oostersche puzzel na te denken. Tot nu toe hebben de Franschen zich niet warm gemaakt over het optreden der Japan ners, ook de Engelschen waren niet erg happig om de Japanners eens ongezouten de waarheid te zeggen en per slot van reke ning was het van de groote staten alleen dat de Japanners meermalen een stevige waarschuwing stuurde. De Japanners schenen indertijd nog de hoop te hebben gehad om de Vereenigde Staten het gemotiveerde van hun optreden aan het verstand te kunnen brengen. Een Japansch admiraal zou naar Amerika ver trekken, doch dit aangekondigde bezoek gaat niet door. Gezondheidsredenen beletten den Japanschen admiraal een bezoek aan Amerika te brengen. De ontvangst in Amerika zou zelfs een admiraal te warm kunnen worden, warm en toch niet hartelijk. En het is ook nu vooral Amerika dat met bijzondere belangstelling de gebeurtenissen in het Verre Oosten blijft volgen. De Ameri- kaanscbe vloot blijft voorloopig nog een jaartje in den Grooten Oceaan geconcentreerd, niet als dreigement tegenover Japan, maai bij wijze van „bezuiniging". Den 14 Novem ber zal pas gaan blijken wie het sterkst zijn, de militaire machthebbersin Japan, dan wel het gedeukte prestige van den Volkenbond. Voor Genève kan het een zeer bedenkelijke krachtproef worden. Ook de bekende Duitsche pariteitseisch inzake bewapening is tot nu toe voor Genève een te zware krachtproef gebleken. Herriot en de Duitsche minister van buitenlandsche zaken hebben elkaar te Genève angstvallig vermeden en het ontwapeningskarretje is dientengevolge muurvast geloopen.Hetztjn opnieuw de Engelschen die een poging onder nomen hebben om Duitschland alsnog den weg te openen na zijn halsstarrige weigering ter ontwapeningsconferentie te verschijnen. Sir John Simon, de Britsche minister van buitenlandsche zaken, heeft Herriot te Parijs opgezocht en heeft in een gesprek van IJ uur geprobeerd hem over te halen tot het bij wonen van eeD vijfmogend-conferentie te Londen, met Amerika, Italia, Frankrijk, Duitschland en Engeland als deelnemers. Doel en eerste punt dezer conferentie is de Duitsche pariteitseisch. Herriot voelt niets voor een dergelijke conferentie, omdat hij blijkbaar heel erg bevreesd is op deze'con- ferentie geïsoleerd te staan en moet volgens de schaarsche berichten over het bezoek van Sir John Simon hebben geëischt dat ook Polen en België aan deze conferentie wordt uitgenoodigd. Berlijn doet het nog een tikje vreemder. Nadat de Engelsche gezant de mondelinge uitnoodiging overbracht, komt Berlijn met den eisch dat de te Londen te voeren be sprekingen niet gevoerd zullen worden met het Engelsche memorandum tot basis en dat bovendien Frankrijk zijn tot nu toe af wijzend standpunt zal wijzigen en Duitsch- lands pariteitseisch zal erkennen. Maar in williging dezer eischen zou de heeleLonden- sche conferentie, of waar die dan ook zal Denk niet, dat ik, omdat dit gebeurd is, Taho onmiddellijk zal veriaten. Ik kan niet weggaan, Katherine. De woestijn houdt mij vast. Ik kan niet buiten den verren horizon en misschien vind ik rust in de woestijn. Er is trouwens genoeg te doen, want ik ga probeeren, werk te vinden onder de Indianen. Misschien komen jij en Alice weer naar Taho terug en zijn jelui bereid, bij mij te wonen. Dat vooruitzicht zou voor mij een groote troost zijn." Hevige woedde maakte zich van John meester. Hij doorzag Mary's moeilijkheden en juist dat kwelde hem te meer. De lust bekroop hem, New ton op te zoeken, dien half dood te ranselen en hem dan terug te sleepen naar de vrouw, die hij had verlaten. Waarom mag zoo'n kerel niet worden afge maakt?" vroeg hij zichzelf af. Maar onmiddellijk wist hij, dat deze oplossing nooit de juiste kon zijn. Mary was een vrouw, wier rechtvaardigheidsgevoel niet bevredigd zou worden 'door strenge bestraf fing. Hij verfrommelde den brief om dan, ziende wat hij gedaan had, de velletjes weer glad te strijken en ijlings zich te begeven naar de plaats, waar Katherine op hem wachtte. „Ik was al bang, dat u niet meer komen zou," begroette zij hem. „We moeten direct eten. Alice zal wel niet weten waar ik blijf." „Ik moest langzaam lezen, omdat ik het niet kon gelooven. Het is al te erg, juffrouw Winfield. Wat zou ik dien kerel graag dwingen terug te gaan. Zij voelt zich vreesciijk gekwetst door hem. U gaat toch zou gauw naar haar toe? Zij voelde zich dapper, toen zij dien brief schreef, maar misschien staat ze er anders tegenover." „Ik ga morgen terug," antwoordde Katherine. worden gehouden, volmaakt overbodig ma ken. Met een klein beetje meer tact zouden de Duitschers vermoedelijk sneller op dit punt succes boeken en het de Fransche regeering gemakkelijker maken concessies te doen. Op 6 November zal de Duitsche kiezer opnieuw ter stembus trekken en naarmate deze datum nadert, neemt het begeleidende verkiezingslawaai in hevigheid toe. Adolf Hitler zal dit keer zijn slag slaan, de groote man heeft het in een interview tegenover een Italiaansch persman gezegd. Wij zullen de vijanden van het vaderland onverbiddelijk verpletteren, aldus de groote Adolf. Merk waardig is evenwel, dat bij verschillende gemeenteraadsverkiezingen, dezer dagen ge houden, de* nationaal-socialisten op een heel straffe wijze voor de broek hebben gekre gen. Nu zeggen enkele plaatselijke uitslagen, vooral van kleinere plaatsen weinig of niets, doch de nazi's zijn gewend bij iedere ver kiezing met sprongen omhoog te gaan en nu is het net andersom. keeren weer terug na het gebruik van Mljnhardt's Zenuw tabletten. Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv.) De toepassing van de sociale ver zekeringswetgeving op inwonende kinderen. Indien een bonafide arbeidsovereenkomst tusschen ouders en kinderen bestaat. Het bestuur der Rijksverzekeringsbank verzoekt ons het volgende op te nemen: In verband met de jongste jurisprudentie van den Centralen Raad van Beroep (Onge vallenverzekering) heeft ons bestuur thans ten aanzien der verzekering van kinderen, die in het bedrijf van hun ouders werkzaam zijn, zijn standpunt als volgt bepaald: a. Inwonende kinderen worden in den regel niet als in loondienst van hun ouders aangemerkt, dus niet als onder de verplichte verzekering vallende beschouwd. Uitzondering hierop zal slechts kunnen worden aangenomen, indien duidelijk blflkt en wordt aangetoond, dat er een bona-fide arbeidsovereenkomst tusschen ouders en kin deren bestaat, krachtens welke de voor waarden, waaronder gewerkt wordt, volko men gelijk zijn aan die, welke gelden ten aanzien van normale arbeiders ter plaatse in hetzelfde of in een gelijksoortig beroep. Als onmisbaar bewys van de klaarblijkelijke bedoeling om de kinderen verzekerd te doen zijn zal, naast de aanwezigheid van de overige hiervoren vermelde vereischten, voortaan worden vereischt, dat de kinderen op de voor de Ongevallenwet 1921 en (of) Ziektewet aangehouden loonlijsten zijn opgenomen, te beginnen met de loonlijsten over het 2e half jaar 1982. b. Uitwonende kinderen, werkend onder voorwaarden, welke gelijk zijn aan die, welke gelden voor normale arbeiders ter plaatse in hetzelfde of in een gelijksoortig beroep, zul len, indien zij op de loonlijsten voorkomen, Haar blik scheen hem te doorboren. Half nieuws gierig, half angstig wachtte hij op hetgeen zij verder wilde zeggen. „Zou Mary beseffen, dat nu alles voor haar verandert?" ging zij voort. „Dat zij haar vrijheid kan terugkrijgen, want dat is intusschen ook de bedoeling geweest van Wuilbur Newton." John scheen niet te begrijpen, wat zij bedoelde. „Haar vrijheid terugkrijgen?" „Zij woont in een staat, die de dwaasheid erkent, dat een vrouw alleen moet blijven, omdat haar man haar voor goed heeft vei laten." „Zou zij scheiding aanvragen?" „Natuurlijk." Dat Mary verlost zou worden van Newton, wekte nieuwe hoop in Curry's hart, maar zijn ver stand bood hem zijn ontroering te bedwingen. „Echtscheiding blijft voor de meesten een leelijk iets," zeide hij. „Er wordt zoo met modder gegooid, dat het mij voor Mary Newton te moeilijk lijkt om er mee te beginnen." „Waarschijnlijk heeft ze er nog geen oogenblik over gedacht," merkte Katherine op. „Misschien komt Newton nog terug. Het kon wel eens een truc van hem zijn om haar te dwingen in zijn levensonderhoud te voorzien." Katherine schudde het hoofd. „Vergeet niet, wat Wilbur's plannen zijn. Hij voelde zich ongerust omdat zijn vrouw argwaan moet krijgen over al die tochten in de woestijn. Ik heb een veel scherperen kijk op hem gekregen, sinds ik weet, wat die vriendschap met Hanley heeft te beteekenen." Terwijl zij sprak, luidde de gong voor het mid dageten. „Wanneer loopt hier het seizoen af," vroeg zij, zonder aanstalten te maken om terug te keeren. „Het is ongeveer afgeloopen. Met een dag of geacht worden hun arbeid in loondienst te verrichten en dus als onder de verplichte verzekering vallend, worden beschouwd. Het pensioenfonds van de R.T.M. Het Tweede Kamerlid Van Braambeek heeft den minister van waterstaat gevraagd: 1. Is het den minister van waterstaat bekend, dat van Juni 1925 af door het per soneel der N.V. Kotterdamsche Tramweg Maatschappy een zeker percentage van het loon wordt gestort voor reserveering tot het treffen van een pensioenregeling en dat het gereserveerde bedrag hetwelk aangevuld is met bijdragen der Maatschappy thans ver over de 300.000 bedraagt? 2. Weet de minister dat dit fonds uit sluitend beheerd wordt door de Maatschappij, zonder dat het personeel daarbij eenige zeg genschap heeft en de directie onlangs pogin gen heeft aangewend om met toestemming van het personeel tot likwidatie van het fonds over te gaan, waarbij de deeigenooten enkel het door hen gestorte bedrag zouden terug krijgen? 3. Kan de minister ook mededeelen of de bezittingen van het fonds zoodanig zijn belegd, dat er voldoende zekerheid bestaat, dat zij liquide kunnen worden gemaakt, in dien zij noodig zijn voor het doel waarvoor zij z(jn bijeengebracht? 4. Indien dit niet het geval mocht zijn, doch deze bedragen van het fonds geheel of gedeeltelijk in de eigen onderneming zijn opgenomen, wil de minister dan maatregelen nemeD, dat zoo spoedig mogelijk een pen sioenfonds wordt opgerichtin den vereischten vorm, waartoe de Maatschappij krachtens de tusschen haar en den Staat gesloten overeenkomst van 1 October 1917 verplicht is en dat aan dit fonds deze bijeengebrachte gelden worden overgedragen? VIII. Het Iepenziekte-comite en zijn werk. Ten einde de voortzetting en uitbreiding van het onderzoek inzake de iepenziekte mogelijk te maken, werd in 1930 op initiatief van de Vereeniging van deskundige hoofden van Gemeentebeplantingen in Nederland het „Co mité tot bestudeering en bestrijding van de Iepenziekte" opgericht. Daarin namen zitting de hoofden van instellingen, die deel zouden nemen aan het onderzoek, of die bij hun prac- tisch werk bij de oplossing van het vraagstuk bijzonder belang hadden. Op verschillende wijzen heeft liet Comité een groote bedrijvig heid ontwikkeld. Het wist provincies, gemeen ten, waterschappen enz. en ook particulieren te bewegen tot geldelijken steun, want aller eerst was geld noodig voor het onderzoek. Zooals uit de vorige artikelen is gebleken, zijn reeds belangrijke uitkomsten verkregen. Het is echter in verband met het groote belang, waarom het hier gaat, n.l. het behoud van de voor ons land feitelijke onmisbare iepen, nood zakelijk het onderzoek voort te zetten. Onder leiding van Prof. Dr. Joha. Wester- dijk wordt in het laboratorium Willie Comme- iin Scholten te Baarn getracht, nog meer te weten te komen omtrent de levensverschijn selen van de ziekteverwekkende zwam (Gra- pliium Ulmi). Zeer belangrijk voor de practijk is voorts, dat het onderzoek naar iepen, die een groote mate van onvatbaarheid voor de gevreesde ziekte bezitten, zoo krachtig moge lijk wordt voortgezet. Men heeft gegronde hoop, er in te zullen slagen, voor de ziekte onvatbare iepen te vinden, die ook voor weg- beplanting geschikt zijn. Het onderzoek omtrent de meest doeltref fende wijze van bestrijding der iepenspint- kevers de overbrengers der ziekte wordt te Wageningen onder leiding van Prof. Dr. W. Roepke voortgezet. Van alle kanten werden middelen, waarvan de samenstelling meestal geheim was, ter genezing van aangetaste iepen aanbevolen. De Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen onderzocht deze op hun bruik baarheid, doch tot nu toe bleek geen enkel middel deugdelijk te zijn. Behalve door het geven van veel steun aan het eigenlijk onderzoekingswerk, heeft het Comité zich ook beijverd, in breeden kring belangstelling te wekken voor de iepenziekte en haar bestrijding. Zoo weid het vorig jaar te Utrecht een tentoonstelling georganiseerd en dit jaar zijn er een drietal gehouden. Door middel van vlugschriften en persberichten tracht het Comité zooveel mogelijk kennis te verspreiden en op te wekken tot medewerking, ook van particuliere zijde. Een zoo algemeen mogelijke medewerking van belanghebbenden is noodzakelijk om de ziekte tot staan te brengen. De taak van het Comité is nog geenszins geëindigd. Integendeel, de loopende onder zoekingen in samenwerking met de practijk opgezet, moeten worden voortgezet; de voor lichting mag niet worden gestaakt. - Dit kan slechts geschieden, indien allen, die zich tot dusverre afzijdig hielden, in de ver kregen uitkomsten een aansporing zien om het Comité zooveel mogelijk te steunen. Volledigheidshalve wordt hierbij mede gedeeld, dat het Comité als volgt is samen gesteld: E. D. van Dissel, Dir. van het Staats- boschbeheer, Utrecht, Voorzitter; J. L. Brou wer, Voorz. v. d. Ver. van deskundige hoofden van gemeentebepl., Haarlem, vice-voorzitter; Ir. N. van Poeteren, lnsp. Hoofd v. d. Planten- ziektenkundigen Dienst, Wageningen, secre taris; lr. J. P. van Lonkhuijzen, Dir. v. d. Ned. Heidemij., Arnhem, penningmeester; S. G. A. Doorenbos, Dii. der Gemeente-Plant soenen, Den Haag; Ir. L. C. Geerling, waarn. Dir. v. h. Rijksboschbouwproefstation, Wage ningen; Prof. Dr. H. M. Quanjer, beheerder v. h. Lab. voor Mycologie, id.; Prof. Dr. W. Roepke, beheerder v. li. Lab. voor Entomolo gie, id.; Prof. Dr. Jolia. Westerdijk, Dir. v. h. Phytopathoiogiscii Lab. Willie Commelin- Scholten, Baarn. GESCHIKTE WINTERGERST-1932. „Minister Ruys" aanbevolen. In October 1931 werden op het vermeer- deringsbedrfif van het I. v. P. teRoodeschool (Gr.) een aantal zomergerstrassen uitgezaaid. KLOKKEN, PENDULES, BAROMETERS geleverd door de Fa. E. HARTOOS ZN. Middelharnis voldoen aan de hoogste eischen. Prijzen belangrijk lager dan elders. veertien heeft Weston geen werk meer voor mij." „Wat gaat u dan doen?" „Gewoonlijk zak ik af naar Colorqdo. Dit najaar wou ik eens een oogje in 't zeil houden op hetgeen Hanley uitvoert. Misschien vind ik werk op een schapenfokkerij. Dan heb ik een mooi excuus om hier in de buurt te blijven." „Hebt u dat excuus noodig tegenover Hanley?" John merkte plotseling, dat Katherine hem ver keerd begreep. „Ja. Alleen voor Hanley. Tegenover Mary behoef ik geen voorwendsels te zoeken. Ik zou niet weggaan zonder haar gesproken te hebben en als ik haar sprak, ging ik misschien in 't geheel niet meer weg!" „Katherine! Jij!" Deze begroerting, die klonk als een juichkreet, was Katherine's belooning, nu zij geen oogenblik had getalmd om haar vriendin op te zoeken. „Mijn brief heeft je dus direct naar huis gehaald," ging Mary voort, nog voor Katherine had plaats genomen. Zij keek Katherine aan vol eerbied. Katherine begreep, dat zij er naar snakte eens vrij uit te kunnen spreken. „Ik ben zoo vlug mogelijk gekomen. Ik wist toch wel, dat je iemand moet hebben, met wie je kunt praten. Ik kom om je te helpen. Stort je hart nu maar eens uit." Een flauw glimlachje kwam op Mary's gelaat. „Hij is weggegaan," begon zij. „Het is geen bluf ditmaal. Hij heeft alles meegenomen." „Zou hij weer teruggegaan zijn naar Texas?" vroeg Katherine. „Misschien niet direct. Maar dat schijnt toch de eenige plaats te zijn, waar hij zich thuis voelt. Daar begrijpen de menschen hem. O, Katherine, wat ben ik toch een mislukking geworden. Ik kan maar niet begrijpen waarom. Ik voel me zoo hulpeloos. God weet, dat ik geprobeerd heb Wilbur gelukkig te maken, maar de omstandigheden waren zoo tegen mij. Ik probeer eerlijk te zijn tegenover me zelf, want het kan niet alleen de schuld van Wilbur zijn, dat ei" tusschen ons geen overeensteemming mogelijk was. Ben ik soms een van die menschen, die niet weten van zichzelf, hoe zij zijn? Toen ik trouwde met Wilbur wist ik zeker, dat ik van hem hield. Wij hebben jaren noodig gehad om een beetje aan elkaar te wennen en nooit is het ons voldoende gelukt. Zou het nu te laat zijn? Zou ik nog iets kunnen doen?" „Hou je nog van Wilbur?"... „Ik heb mezelf ook die vraag gesteld. Ik geloof het wel, maar die liefde is dan toch voor het grootste deel medelijden. En Katherine, zoo heb ik nooit van een man willen houden. Het is de liefde van een die sterker is voor den zwakkere. Alsof ik zijn moeder ben! Zoo iets moet het ten minste zijn. In plaats van bescherming te vinden, moest ik Wilbur beschermen tegen* zichzelf en tegen de menschen iedereen zag zijn monster achtige ijdelheid. Ik moest zijn fouten goedpraten zijn schulden betalen." „Heb je er over gedacht jc vrijheid te herkrijgen" vroeg Katherine. „In Arizona is het mogelijk, als een man gedurende een jaar zijn vrouw in den steek heeft gelaten, echtscheiding te verkrijgen. Die wordt bijna onmiddellijk toegestaan, zonder dat er scandaleuze verhalen over verschijnen in de kranten. Dat heeft moeder me verteld, toen zij bezig was, de echtscheidingswetten te bestudeeren, in verband met voordrachten, welke zij zou houden (Wordt vervolgd.) 4 I*

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1932 | | pagina 1