EERSTE BLAD
^CONFECTIE
Tweed' AT?
ROOM}
ZATERDAG
OCTOBER 1932
8
IN DEN GREEP DER WOESTIJN.
Rust, kalmte en
zelfbeheersching
DE IEPENZIEKTE.
MANTEL
Shetland visch-
graat geheel op
duchesse gewat
teerd, met kraag
van echt persia-
nerlam in maren-
go,marine en grijs
f
25c p. maat
lOIROKJE,
275
25c p. maat
1EISJES-
jUSE, flanel, W|
ie fantasie-
ns, bleu en
K
OIROKJE,
ikerblauw-
aviot, met
eringlijfje,
180
1 5c p. maat
JONGENS
BLOUSE,
flanel met punt-
kaag.versch dess.
11-15 jaar 1.45
6-to j. 1 35
PLUSFOUR-
BROEK, gev,
grijs en beige
if0'. 445
jaar u
Stijg. 25c p. maat
QinsdaQ' f de
br,omzÈ KW°0tA
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,075
ADVERTENTIËN
van 16 regels1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels/elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
14E JAARGANG. - N°. 94
Week-revue.
Buitenland.
Het gaat nu in allen ernst vry hevig span
nen in het groote Volkenbondsgezin, waarin
tot nu toe eendrachtige saamhoorigheid niet
het sterkst naar voren kwam. Het met span
ning tegemoet gezien rapport van de com
missie Lytton, door den Raad van den Vol
kenbond belast met een onderzoek naar het
conflict tusschen China en Japan inzake
Mantsjoerije, is door het Volkenbondssecreta-
riaat dezer dagen gepubliceerd.
In dit omvangrijke rapport, verdeeld in
10 hoofdstukken en beslaande maar eventjes
150 pagina's moeten de Japanners heel wat
harde waarheden slikken, behoorden dit
eigenlijk fatsoenshalve te doen. Maar Tokio
is niet bereid dit rapport der commissie
Lytton als een boetvaardige en berouwvolle
zondaar te aanvaarden, het wil zelfs hiervan
weinig of niets weten en indachtig aan de
militaire tactiek dat de beste verdediging in
den aanval ligt, zal Japan een memorandum
aan den Volkenbond zenden en daarin zal
volgens het blad Hotsji worden betoogd,
zulks in lijnrechte tegenstelling met het
rapport der commissie Lytton, dat de eenige
weg om tot een duurzamen vrede in het Verre
Oosten te geraken is: te erkennen dat de
Mantsjoe-staat een gezonde staat is en dat
de eenige bron van gevaar, welke tot een
verstoring van den vrede in het Verre Oosten
kan leiden, ligt in den verwarden politieken
toestand van China, dat geen onverbrokkelde
staat meer is.
Het rapport der commissie Lytton beziet
de situatie aldaar lichtelijk anders. Zoo be.
toogt de commissie in haar rapport o.m..
dat de onafhankelijkheidsbeweging in Mant
sjoerije, waarvan voor 1931 nooit gehoord
was, alleen mogelijk gemaakt werd door de
aanwezigheid van Japansche troepen en dat
het tegenwoordige regime in Mantsjoerije
niet beschouwd kan worden als een spon
tane onafhankeltjksbeweging, zooals de Ja
panners zulks zoo graag voorstellen. Het
rapport constateert tevens dat in de regeering
van Mantsjoerije de Japansche ambtenaren
overheerschend zijn en dat nagenoeg alle
door de commissie gehoorde getuigen allen
vtjandig staan tegenover de nieuwe regeering
van Mantsjoerije.
Wel erkent het rapport dat de houding
der Chineesche overheid in menig opzicht
prikkelend is geweest voor de Japanners en
de vreemdelingen in het algemeen, doch het
acht dit geen rechtvaardiging voor hetgeen
Japan daarna in Mantsjoerije heeft gedaan.
De militaire staatsgreep wordt dus door het
rapport der commissie veroordeeld en zij be
veelt aan om China en Japan tot elkaar te
brengen door de vorming van een autonomen
staat Mantsjoerije, zulks onder de souvereini-
teit van China en onder bescherming van
een politiemacht welke in staat is de veilig
heid naar binnen en buiten afdoende te
waarborgen, hetgeen dus de terugroeping
der Japansche troepen tengevolge zou hebben.
Dit laatste zal voorloopig wel een vrome
wensch blijven. De Japanners toonen niet
den minstens lust om voor dit rapport te
buigen, integendeel, de Japansche minister
raad heeft reeds besloten geen wijziging te
FEUILLETON.
ZANE GREY
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG
(iüeauluitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
21)
Op een ellendige manier stootte hij mij weer van
zich af. Het huwelijk maakt, volgens hem, van
den man een slaaf en hij dankt er voor te luisteren,
naar wat ik zeg; alsof ik het beter weet dan hij.
ik luisterde, al had ik het kunnen uitsnikken, nu
opnieuw aan mijn verwachtingen den bodem werd
ingeslagen.
Dat was ons laatste gesprek. Hij strafte mij door
te zwijgen en al dien tijd aarzelde ik of ik naar
Fiaggerston zou schrijven of niet. Toen ik den
volgenden dag de eieren aan den post ging ver-
koopen, verdween Wilbur, ik vond een briefje,
waarin hij schreef, niet langer zijn vrijheid te
willen missen. Hij gaf mij de kans, schreef hij, te
flirten met wien ik wil en desnoods compagnon te
worden van den photograaf, als ik daar zin in had.
Hij nam de weinige sieraden, die ik voor ons
huwelijk van hem kreeg, mee en ledigde ook het
geldkistje, hoewel de huur nog niet betaald is. Ik
zou je die ellendige bijzonderheden niet vertellen,
ware het niet, dat het mij tenminste een beetje
oplucht. Al die eenzaamheid wordt mij van tijd
tot tijd te machtig.
brengen in de tot nu toe in Mantsjoerije
gevolgde politiek. Het is op aandringen der
Japanners dat dat rapport Lytton pas 14
November te Senève ter tafel komt, zoodat
de met zorgen overladen Europeesche staats
lieden nog enkele weken den tijd hebben
over deze Oostersche puzzel na te denken.
Tot nu toe hebben de Franschen zich niet
warm gemaakt over het optreden der Japan
ners, ook de Engelschen waren niet erg
happig om de Japanners eens ongezouten
de waarheid te zeggen en per slot van reke
ning was het van de groote staten alleen
dat de Japanners meermalen een stevige
waarschuwing stuurde.
De Japanners schenen indertijd nog de
hoop te hebben gehad om de Vereenigde
Staten het gemotiveerde van hun optreden
aan het verstand te kunnen brengen. Een
Japansch admiraal zou naar Amerika ver
trekken, doch dit aangekondigde bezoek gaat
niet door. Gezondheidsredenen beletten den
Japanschen admiraal een bezoek aan Amerika
te brengen. De ontvangst in Amerika zou
zelfs een admiraal te warm kunnen worden,
warm en toch niet hartelijk.
En het is ook nu vooral Amerika dat met
bijzondere belangstelling de gebeurtenissen
in het Verre Oosten blijft volgen. De Ameri-
kaanscbe vloot blijft voorloopig nog een
jaartje in den Grooten Oceaan geconcentreerd,
niet als dreigement tegenover Japan, maai
bij wijze van „bezuiniging". Den 14 Novem
ber zal pas gaan blijken wie het sterkst zijn,
de militaire machthebbersin Japan, dan wel
het gedeukte prestige van den Volkenbond.
Voor Genève kan het een zeer bedenkelijke
krachtproef worden.
Ook de bekende Duitsche pariteitseisch
inzake bewapening is tot nu toe voor Genève
een te zware krachtproef gebleken. Herriot
en de Duitsche minister van buitenlandsche
zaken hebben elkaar te Genève angstvallig
vermeden en het ontwapeningskarretje is
dientengevolge muurvast geloopen.Hetztjn
opnieuw de Engelschen die een poging onder
nomen hebben om Duitschland alsnog den
weg te openen na zijn halsstarrige weigering
ter ontwapeningsconferentie te verschijnen.
Sir John Simon, de Britsche minister van
buitenlandsche zaken, heeft Herriot te Parijs
opgezocht en heeft in een gesprek van IJ uur
geprobeerd hem over te halen tot het bij
wonen van eeD vijfmogend-conferentie te
Londen, met Amerika, Italia, Frankrijk,
Duitschland en Engeland als deelnemers.
Doel en eerste punt dezer conferentie is de
Duitsche pariteitseisch. Herriot voelt niets
voor een dergelijke conferentie, omdat hij
blijkbaar heel erg bevreesd is op deze'con-
ferentie geïsoleerd te staan en moet volgens
de schaarsche berichten over het bezoek van
Sir John Simon hebben geëischt dat ook
Polen en België aan deze conferentie wordt
uitgenoodigd.
Berlijn doet het nog een tikje vreemder.
Nadat de Engelsche gezant de mondelinge
uitnoodiging overbracht, komt Berlijn met
den eisch dat de te Londen te voeren be
sprekingen niet gevoerd zullen worden met
het Engelsche memorandum tot basis en
dat bovendien Frankrijk zijn tot nu toe af
wijzend standpunt zal wijzigen en Duitsch-
lands pariteitseisch zal erkennen. Maar in
williging dezer eischen zou de heeleLonden-
sche conferentie, of waar die dan ook zal
Denk niet, dat ik, omdat dit gebeurd is, Taho
onmiddellijk zal veriaten. Ik kan niet weggaan,
Katherine. De woestijn houdt mij vast. Ik kan
niet buiten den verren horizon en misschien vind
ik rust in de woestijn. Er is trouwens genoeg
te doen, want ik ga probeeren, werk te vinden
onder de Indianen. Misschien komen jij en Alice
weer naar Taho terug en zijn jelui bereid, bij mij te
wonen. Dat vooruitzicht zou voor mij een groote
troost zijn."
Hevige woedde maakte zich van John meester.
Hij doorzag Mary's moeilijkheden en juist dat
kwelde hem te meer. De lust bekroop hem, New
ton op te zoeken, dien half dood te ranselen en
hem dan terug te sleepen naar de vrouw, die hij
had verlaten.
Waarom mag zoo'n kerel niet worden afge
maakt?" vroeg hij zichzelf af. Maar onmiddellijk
wist hij, dat deze oplossing nooit de juiste kon zijn.
Mary was een vrouw, wier rechtvaardigheidsgevoel
niet bevredigd zou worden 'door strenge bestraf
fing. Hij verfrommelde den brief om dan, ziende
wat hij gedaan had, de velletjes weer glad te
strijken en ijlings zich te begeven naar de plaats,
waar Katherine op hem wachtte.
„Ik was al bang, dat u niet meer komen zou,"
begroette zij hem. „We moeten direct eten. Alice
zal wel niet weten waar ik blijf."
„Ik moest langzaam lezen, omdat ik het niet
kon gelooven. Het is al te erg, juffrouw Winfield.
Wat zou ik dien kerel graag dwingen terug te gaan.
Zij voelt zich vreesciijk gekwetst door hem. U gaat
toch zou gauw naar haar toe? Zij voelde zich
dapper, toen zij dien brief schreef, maar misschien
staat ze er anders tegenover."
„Ik ga morgen terug," antwoordde Katherine.
worden gehouden, volmaakt overbodig ma
ken. Met een klein beetje meer tact zouden
de Duitschers vermoedelijk sneller op dit
punt succes boeken en het de Fransche
regeering gemakkelijker maken concessies
te doen.
Op 6 November zal de Duitsche kiezer
opnieuw ter stembus trekken en naarmate
deze datum nadert, neemt het begeleidende
verkiezingslawaai in hevigheid toe. Adolf
Hitler zal dit keer zijn slag slaan, de groote
man heeft het in een interview tegenover
een Italiaansch persman gezegd. Wij zullen
de vijanden van het vaderland onverbiddelijk
verpletteren, aldus de groote Adolf. Merk
waardig is evenwel, dat bij verschillende
gemeenteraadsverkiezingen, dezer dagen ge
houden, de* nationaal-socialisten op een heel
straffe wijze voor de broek hebben gekre
gen. Nu zeggen enkele plaatselijke uitslagen,
vooral van kleinere plaatsen weinig of niets,
doch de nazi's zijn gewend bij iedere ver
kiezing met sprongen omhoog te gaan en
nu is het net andersom.
keeren weer terug na het gebruik van
Mljnhardt's Zenuw tabletten.
Glazen Buisje 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv.)
De toepassing van de sociale ver
zekeringswetgeving op inwonende
kinderen.
Indien een bonafide arbeidsovereenkomst
tusschen ouders en kinderen bestaat.
Het bestuur der Rijksverzekeringsbank
verzoekt ons het volgende op te nemen:
In verband met de jongste jurisprudentie
van den Centralen Raad van Beroep (Onge
vallenverzekering) heeft ons bestuur thans
ten aanzien der verzekering van kinderen,
die in het bedrijf van hun ouders werkzaam
zijn, zijn standpunt als volgt bepaald:
a. Inwonende kinderen worden in den
regel niet als in loondienst van hun ouders
aangemerkt, dus niet als onder de verplichte
verzekering vallende beschouwd.
Uitzondering hierop zal slechts kunnen
worden aangenomen, indien duidelijk blflkt
en wordt aangetoond, dat er een bona-fide
arbeidsovereenkomst tusschen ouders en kin
deren bestaat, krachtens welke de voor
waarden, waaronder gewerkt wordt, volko
men gelijk zijn aan die, welke gelden ten
aanzien van normale arbeiders ter plaatse
in hetzelfde of in een gelijksoortig beroep.
Als onmisbaar bewys van de klaarblijkelijke
bedoeling om de kinderen verzekerd te doen
zijn zal, naast de aanwezigheid van de overige
hiervoren vermelde vereischten, voortaan
worden vereischt, dat de kinderen op de voor
de Ongevallenwet 1921 en (of) Ziektewet
aangehouden loonlijsten zijn opgenomen, te
beginnen met de loonlijsten over het 2e half
jaar 1982.
b. Uitwonende kinderen, werkend onder
voorwaarden, welke gelijk zijn aan die, welke
gelden voor normale arbeiders ter plaatse in
hetzelfde of in een gelijksoortig beroep, zul
len, indien zij op de loonlijsten voorkomen,
Haar blik scheen hem te doorboren. Half nieuws
gierig, half angstig wachtte hij op hetgeen zij verder
wilde zeggen. „Zou Mary beseffen, dat nu alles
voor haar verandert?" ging zij voort. „Dat zij haar
vrijheid kan terugkrijgen, want dat is intusschen
ook de bedoeling geweest van Wuilbur Newton."
John scheen niet te begrijpen, wat zij bedoelde.
„Haar vrijheid terugkrijgen?"
„Zij woont in een staat, die de dwaasheid erkent,
dat een vrouw alleen moet blijven, omdat haar
man haar voor goed heeft vei laten."
„Zou zij scheiding aanvragen?"
„Natuurlijk."
Dat Mary verlost zou worden van Newton,
wekte nieuwe hoop in Curry's hart, maar zijn ver
stand bood hem zijn ontroering te bedwingen.
„Echtscheiding blijft voor de meesten een
leelijk iets," zeide hij. „Er wordt zoo met modder
gegooid, dat het mij voor Mary Newton te moeilijk
lijkt om er mee te beginnen."
„Waarschijnlijk heeft ze er nog geen oogenblik
over gedacht," merkte Katherine op.
„Misschien komt Newton nog terug. Het kon
wel eens een truc van hem zijn om haar te dwingen
in zijn levensonderhoud te voorzien."
Katherine schudde het hoofd. „Vergeet niet, wat
Wilbur's plannen zijn. Hij voelde zich ongerust
omdat zijn vrouw argwaan moet krijgen over al die
tochten in de woestijn. Ik heb een veel scherperen
kijk op hem gekregen, sinds ik weet, wat die
vriendschap met Hanley heeft te beteekenen."
Terwijl zij sprak, luidde de gong voor het mid
dageten. „Wanneer loopt hier het seizoen af,"
vroeg zij, zonder aanstalten te maken om terug
te keeren.
„Het is ongeveer afgeloopen. Met een dag of
geacht worden hun arbeid in loondienst te
verrichten en dus als onder de verplichte
verzekering vallend, worden beschouwd.
Het pensioenfonds van de R.T.M.
Het Tweede Kamerlid Van Braambeek
heeft den minister van waterstaat gevraagd:
1. Is het den minister van waterstaat
bekend, dat van Juni 1925 af door het per
soneel der N.V. Kotterdamsche Tramweg
Maatschappy een zeker percentage van het
loon wordt gestort voor reserveering tot het
treffen van een pensioenregeling en dat het
gereserveerde bedrag hetwelk aangevuld
is met bijdragen der Maatschappy thans
ver over de 300.000 bedraagt?
2. Weet de minister dat dit fonds uit
sluitend beheerd wordt door de Maatschappij,
zonder dat het personeel daarbij eenige zeg
genschap heeft en de directie onlangs pogin
gen heeft aangewend om met toestemming
van het personeel tot likwidatie van het
fonds over te gaan, waarbij de deeigenooten
enkel het door hen gestorte bedrag zouden
terug krijgen?
3. Kan de minister ook mededeelen of
de bezittingen van het fonds zoodanig zijn
belegd, dat er voldoende zekerheid bestaat,
dat zij liquide kunnen worden gemaakt, in
dien zij noodig zijn voor het doel waarvoor
zij z(jn bijeengebracht?
4. Indien dit niet het geval mocht zijn,
doch deze bedragen van het fonds geheel
of gedeeltelijk in de eigen onderneming zijn
opgenomen, wil de minister dan maatregelen
nemeD, dat zoo spoedig mogelijk een pen
sioenfonds wordt opgerichtin den vereischten
vorm, waartoe de Maatschappij krachtens
de tusschen haar en den Staat gesloten
overeenkomst van 1 October 1917 verplicht
is en dat aan dit fonds deze bijeengebrachte
gelden worden overgedragen?
VIII.
Het Iepenziekte-comite en zijn werk.
Ten einde de voortzetting en uitbreiding van
het onderzoek inzake de iepenziekte mogelijk
te maken, werd in 1930 op initiatief van de
Vereeniging van deskundige hoofden van
Gemeentebeplantingen in Nederland het „Co
mité tot bestudeering en bestrijding van de
Iepenziekte" opgericht. Daarin namen zitting
de hoofden van instellingen, die deel zouden
nemen aan het onderzoek, of die bij hun prac-
tisch werk bij de oplossing van het vraagstuk
bijzonder belang hadden. Op verschillende
wijzen heeft liet Comité een groote bedrijvig
heid ontwikkeld. Het wist provincies, gemeen
ten, waterschappen enz. en ook particulieren
te bewegen tot geldelijken steun, want aller
eerst was geld noodig voor het onderzoek.
Zooals uit de vorige artikelen is gebleken,
zijn reeds belangrijke uitkomsten verkregen.
Het is echter in verband met het groote belang,
waarom het hier gaat, n.l. het behoud van de
voor ons land feitelijke onmisbare iepen, nood
zakelijk het onderzoek voort te zetten.
Onder leiding van Prof. Dr. Joha. Wester-
dijk wordt in het laboratorium Willie Comme-
iin Scholten te Baarn getracht, nog meer te
weten te komen omtrent de levensverschijn
selen van de ziekteverwekkende zwam (Gra-
pliium Ulmi). Zeer belangrijk voor de practijk
is voorts, dat het onderzoek naar iepen, die
een groote mate van onvatbaarheid voor de
gevreesde ziekte bezitten, zoo krachtig moge
lijk wordt voortgezet. Men heeft gegronde
hoop, er in te zullen slagen, voor de ziekte
onvatbare iepen te vinden, die ook voor weg-
beplanting geschikt zijn.
Het onderzoek omtrent de meest doeltref
fende wijze van bestrijding der iepenspint-
kevers de overbrengers der ziekte wordt
te Wageningen onder leiding van Prof. Dr. W.
Roepke voortgezet. Van alle kanten werden
middelen, waarvan de samenstelling meestal
geheim was, ter genezing van aangetaste iepen
aanbevolen. De Plantenziektenkundige Dienst
te Wageningen onderzocht deze op hun bruik
baarheid, doch tot nu toe bleek geen enkel
middel deugdelijk te zijn.
Behalve door het geven van veel steun aan
het eigenlijk onderzoekingswerk, heeft het
Comité zich ook beijverd, in breeden kring
belangstelling te wekken voor de iepenziekte
en haar bestrijding. Zoo weid het vorig jaar
te Utrecht een tentoonstelling georganiseerd
en dit jaar zijn er een drietal gehouden. Door
middel van vlugschriften en persberichten
tracht het Comité zooveel mogelijk kennis te
verspreiden en op te wekken tot medewerking,
ook van particuliere zijde. Een zoo algemeen
mogelijke medewerking van belanghebbenden
is noodzakelijk om de ziekte tot staan te
brengen.
De taak van het Comité is nog geenszins
geëindigd. Integendeel, de loopende onder
zoekingen in samenwerking met de practijk
opgezet, moeten worden voortgezet; de voor
lichting mag niet worden gestaakt. -
Dit kan slechts geschieden, indien allen, die
zich tot dusverre afzijdig hielden, in de ver
kregen uitkomsten een aansporing zien om het
Comité zooveel mogelijk te steunen.
Volledigheidshalve wordt hierbij mede
gedeeld, dat het Comité als volgt is samen
gesteld: E. D. van Dissel, Dir. van het Staats-
boschbeheer, Utrecht, Voorzitter; J. L. Brou
wer, Voorz. v. d. Ver. van deskundige hoofden
van gemeentebepl., Haarlem, vice-voorzitter;
Ir. N. van Poeteren, lnsp. Hoofd v. d. Planten-
ziektenkundigen Dienst, Wageningen, secre
taris; lr. J. P. van Lonkhuijzen, Dir. v. d.
Ned. Heidemij., Arnhem, penningmeester;
S. G. A. Doorenbos, Dii. der Gemeente-Plant
soenen, Den Haag; Ir. L. C. Geerling, waarn.
Dir. v. h. Rijksboschbouwproefstation, Wage
ningen; Prof. Dr. H. M. Quanjer, beheerder
v. h. Lab. voor Mycologie, id.; Prof. Dr. W.
Roepke, beheerder v. li. Lab. voor Entomolo
gie, id.; Prof. Dr. Jolia. Westerdijk, Dir. v. h.
Phytopathoiogiscii Lab. Willie Commelin-
Scholten, Baarn.
GESCHIKTE WINTERGERST-1932.
„Minister Ruys" aanbevolen.
In October 1931 werden op het vermeer-
deringsbedrfif van het I. v. P. teRoodeschool
(Gr.) een aantal zomergerstrassen uitgezaaid.
KLOKKEN, PENDULES, BAROMETERS
geleverd door de
Fa. E. HARTOOS ZN. Middelharnis
voldoen aan de hoogste eischen.
Prijzen belangrijk lager dan elders.
veertien heeft Weston geen werk meer voor mij."
„Wat gaat u dan doen?"
„Gewoonlijk zak ik af naar Colorqdo. Dit najaar
wou ik eens een oogje in 't zeil houden op hetgeen
Hanley uitvoert. Misschien vind ik werk op een
schapenfokkerij. Dan heb ik een mooi excuus om
hier in de buurt te blijven."
„Hebt u dat excuus noodig tegenover Hanley?"
John merkte plotseling, dat Katherine hem ver
keerd begreep.
„Ja. Alleen voor Hanley. Tegenover Mary behoef
ik geen voorwendsels te zoeken. Ik zou niet weggaan
zonder haar gesproken te hebben en als ik haar
sprak, ging ik misschien in 't geheel niet meer
weg!"
„Katherine! Jij!"
Deze begroerting, die klonk als een juichkreet,
was Katherine's belooning, nu zij geen oogenblik
had getalmd om haar vriendin op te zoeken.
„Mijn brief heeft je dus direct naar huis gehaald,"
ging Mary voort, nog voor Katherine had plaats
genomen. Zij keek Katherine aan vol eerbied.
Katherine begreep, dat zij er naar snakte eens
vrij uit te kunnen spreken. „Ik ben zoo vlug
mogelijk gekomen. Ik wist toch wel, dat je iemand
moet hebben, met wie je kunt praten. Ik kom om
je te helpen. Stort je hart nu maar eens uit."
Een flauw glimlachje kwam op Mary's gelaat.
„Hij is weggegaan," begon zij. „Het is geen bluf
ditmaal. Hij heeft alles meegenomen."
„Zou hij weer teruggegaan zijn naar Texas?"
vroeg Katherine.
„Misschien niet direct. Maar dat schijnt toch de
eenige plaats te zijn, waar hij zich thuis voelt. Daar
begrijpen de menschen hem. O, Katherine, wat
ben ik toch een mislukking geworden. Ik kan maar
niet begrijpen waarom. Ik voel me zoo hulpeloos.
God weet, dat ik geprobeerd heb Wilbur gelukkig
te maken, maar de omstandigheden waren zoo
tegen mij. Ik probeer eerlijk te zijn tegenover me
zelf, want het kan niet alleen de schuld van Wilbur
zijn, dat ei" tusschen ons geen overeensteemming
mogelijk was. Ben ik soms een van die menschen,
die niet weten van zichzelf, hoe zij zijn? Toen ik
trouwde met Wilbur wist ik zeker, dat ik van hem
hield. Wij hebben jaren noodig gehad om een
beetje aan elkaar te wennen en nooit is het ons
voldoende gelukt. Zou het nu te laat zijn? Zou ik
nog iets kunnen doen?"
„Hou je nog van Wilbur?"...
„Ik heb mezelf ook die vraag gesteld. Ik geloof
het wel, maar die liefde is dan toch voor het
grootste deel medelijden. En Katherine, zoo heb
ik nooit van een man willen houden. Het is de
liefde van een die sterker is voor den zwakkere.
Alsof ik zijn moeder ben! Zoo iets moet het ten
minste zijn. In plaats van bescherming te vinden,
moest ik Wilbur beschermen tegen* zichzelf en
tegen de menschen iedereen zag zijn monster
achtige ijdelheid. Ik moest zijn fouten goedpraten
zijn schulden betalen."
„Heb je er over gedacht jc vrijheid te herkrijgen"
vroeg Katherine. „In Arizona is het mogelijk, als
een man gedurende een jaar zijn vrouw in den
steek heeft gelaten, echtscheiding te verkrijgen.
Die wordt bijna onmiddellijk toegestaan, zonder
dat er scandaleuze verhalen over verschijnen in de
kranten. Dat heeft moeder me verteld, toen zij
bezig was, de echtscheidingswetten te bestudeeren,
in verband met voordrachten, welke zij zou houden
(Wordt vervolgd.)
4 I*