PREDIKBEURTEN. Bode SNIJDER Voorstraat, MIDDELHARNIS - Tel. 93 ADVERTEERT IN ONZE EILANDEN WOENSDAG 21 September 1932 14E JAARGANG. - N°. 89 Installatie van den Burgemeester van Zwartewaal. feuille Tb N. IN DEN GREEP DER WOESTIJN. „Zij" Crème )UDE VROUW VERBRAND TE ROTTERDAM. 'TERDAM, 12 Sept. Een afschuwe- jrval heeft hedenmorgen omstreeks halt- plaats gehad in de woning van de 83- juffrouw Stuifzand aan de Thoolen- No. 10. ude vrouw, die daar met een kostganger was hedenmorgen alleen in haar kamer, een stoofje met vuur klaargemaakt, om taraan te verwarmen. Plotseling vatten ikken vlam en in een minimum van tijd zij in lichte laaie. Een overbuurvrouw, Verschuren, die op no. 11 woont, zag igerwijze de vlammen achter de ruiten woning tegenover haar. Zij greep een snelde daarmede het huis binnen en de er het slachtoffer in, terwijl even later een man, zekere S. Mooy, die zag wat de hand was, eveneens naar binnen- Met vereende krachten gelukte het ten de vlammen te dooven. De geneeskun- enst werd gewaarschuwd, die de vrouw iet ziekenhuis aan den Coolsingel ver- CH-GELDINSTALLATIE ONTDEKT. TERDAM, 12 Sept. De valsch geld- e alhier is er in geslaagd een fabriek dekken die in gereedheid was gebracht et vervaardigen van valsche guldens en wartjes. Het merkwaardige daarvan is, n wel de fabriek, doch niet het valsch eeft ontdekt. De laatste weken waren urend valsche guldens en kwartjes in gebracht. Eenige roomijsventers had- ngifte gedaan dat zij valsche guldens in gst hadden genomen. Het signalement ."van hun klant gaven, wees er op dat aarbij steeds met denzelfden uitgever te ad. Daardoor leidde het spoor naar een gen praktizijn in de Kokerstraat, een nist, die reeds herhaaldelijk met de in aanraking is geweest, verd huiszoeking gedaan in zijn woning, nen hem aantrof. Men vond toen een ge installatie voor het maken van val- uldens en kwartjes, doch valsch geld kon iet vinden. Wel ontdekte men een heele munten, die in een vergevorderden staat oorbereiding waren om eens den vorm wartjes aan te nemen. Doch kwartjes het nog niet. man ontkende valsch geld te vervaardi- ij ontkende eveneens ooit valsch geld te uitgegeven en gaf voor de „fabriek" ruiken voor het maken van broches. In werden genomen o.a. een stel matrijzen pers. De man is door de roomijsventers d als de klant, die hun lekkernij met lschen gulden betaalde. De praktizijn is iten in het hoofdbureau van politie en beschikking van de justitie worden Zondag 18 September 1932. ERLANDSCH HERVORMDE KERK. harnis, vm. en 's av. ds. W. Vroeginde- uit Zegveld. ilsdijk, vm. en 'sav. ds. Van Asch. nd, vm. en 'sav. ds. van der Wal. gen, vm. en 'sav. dhr. Overweel. nt, vm. ds. Bouw en 'sav. leeskerk. dam, vm. en 's av. dhr. Bouman. eede, nam. ds. van Ameide. rp, vm. ds. van Ameide en nam. leeskerk. e Tonge, vm. leeskerk en 's av. ds. Polhuijs. Tonge, vm. ds. Verkerk en's av. leeskerk. splaat, vm. leeskerk en 'sav. ds. Bouw. raat, vm. dhr. Vetter, ommel, vm. leeskerk en 's av. ds. Verkerk, n 't Haringvliet, vm. ds. Polhuijs en 's av. :erk. Helvoet, nam. Bev. en intrede ds. D. Vis it Kedichem. VEREENIG1NG VRIJZ. HERV. ilsdyk (Langeweg), 'sav. 7 uur ds.Hoek uit Utrecht. GEREFORMEERDE KERK. harnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra. nt, vm. en 'sav. leeskerk. dam, vm. en 's av. leeskerk. p, vm. en nam. leeskerk. nsplaat, vm. en 's av. ds. de Lange, ommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. t Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaff. GEREFORMEERDE GEMEENTEN, harnis, vm. en 's av. leeskerk. nd, vm. en 'sav. ds. de Blois. gen, vm., nam. en 'sav. leeskerk. CHR. GEREFORMEERDE KERK. harnis, vm. en 'sav. leeskerk. DOOPSGEZINDE GEMEENTE, rp, vm. ds. Foppema. Voor het vervoer van Goederen is uw adres: BESTELHUIS: Botersloot 38, Tel. 15154 Dagelijks Vice—Versa. Aanbevelend, De Centrale Proeftuin voer Goeree en Overflakkee te Middelbands (Langeweg) Is op eiken werkdag voor belangstel lenden GRATIS TOEGANKELIJK. Desgewenscht geeft de tuinman alle inlichtingen, die mochten worden ver langd. Prijs per kwartaal Losse nummers f 1»- 0,07" 1.20 ,0,20 ADVERTENTIËN van 16 regels Elke regel meer Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelhar nis. Op Donderdag 15 September 1932 is hier onze nieuwe Burgemeester de Weled. Heer Mr. A. P. van don Blink geïnstalleerd. Hiertoe was de Raad bijeengeroepen in een buitengewone Raadsvergadering. Ook waren er vele genoodigden en ook eenige dorpe lingen aanwezig. Onder de genoodigden merkten we o.a. op: Den heer S. da Silva, oud-Burgemeester van Zwartewaal, C. von Lindern, Burge meester van Heenvliet, Dominé Brink, Pre dikant der Ned. Herv. Kerk, J. van der Lugt, voorganger van de Geret. Kerk, J. de Knegt, hoofd der School en nog vele anderen. Afwezig waren de heeren: M. C. Boers, A. P. Kroes, J. van der Zee en Wethouder Mol. (Wegens ziekte). Op de agenda stond maar een punt ter behandeling n.l: Installatie van den Nieuwen Burgemeester Mr. A. P. van den Blink, Burgemeester van Vierpolders. Te ongeveer half twaalf arriveerde onze nieuwe Burgemeester met zijn familie aan het Raadhuis, waar zij door den loco-Burge meester den heer J. Verschoor werden ont vangen. Daarna ging de familie naar de Raadzaal, waar ter gelegenheid van deze gebeurtenis bloemen stonden. Hier waren de Raad en de genoodigden reeds aanwezig. Nadat allen gezeten waren opende de heer Verschoor de vergadering: Heeren, als eenigste punt op onze agenda staat vermeld: „Installatie van den nieuwen Burgemeester." Ik heb daartoe het Konink lijk Besluit van 30 Augustus ontvangen. Hierna leest de heer Verschoor den brief voor en wordt de presentielijst geteekend. Daarna neemt de heer Verschoor het woord: Mijnheer van den Blink! Ik behoef U niet te zeggen, dat toen wij Uwe benoeming tot Burgemeester onzer ge meente vernamen dit voor ons en voorzoo goed als alle ingezetenen niet was verwacht. Waar ons verlangen ging in een bepaalde richting, zal dit ook zeker voor U begrijpe lijk zijn. Daar ik de overtuiging bezit dat ook gij ten volle met onzen wensch instemde en er niet aan heeft durven denken dat men U het Burgemeesterschap dezer gemeente zou opdragen, kunt gij des te beter onze eerste opwelling begrijpen. Wjj zien thans echter in U niettemin onzen Burgemeester. Wij zien in U iemand uit een zeer geachte familie die ons eiland en ook onze gemeente door en door kent. Wij zien bovendien in U een zeer humaan mensch en wij weten dat de belangen onzer gemeente bij U in goede handen zijn. Het bestuur van een kleine gemeente als de onze levert steeds groote moeilijkheden op, doch wij zijn er van overtuigd dat gij ook die zult weten op te lossen. Ik bied U hierbij mijn welgemeenden gelukwensGh aan, die nog steeds is achtergebleven. Ik heb het volste vertrouwen dat U alles in het werk zult stellen om de goede verstandhouding tusschen den Raad en U steeds te bevorderen, terwijl ik de overtuiging bezit, dat U ook ZANE GREY Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG Geautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 16) „Groote goden!" mompelde hij, „Het is High- Lo." Bloed drupte op de hand, waarmede hij het hoofd van den jongen ondersteunde. „Daar zullen ze voor boeten!" riep hij uit, als wilde hij zichzelf moed inspreken. High-Lo was evenwel niet dood. Zijn hart klopte onregelmatig en de pols was flauw te voelen. Hij merkte, hoe het bloed, dat High-Lo's gezicht be dekte, afkomstig was van een wond boven op het hoofd, niet veroorzaakt door een kogel. De man moest zijn neergeslagen door iemand, die hem ongemerkt van achteren was genaderd. Met diep medelijden zag John, dat zelfs in zijn bewusteloosheid het gezicht van den jongen ver trokken was van pijn. Wasschen met 'koud water bleek niet in staat het bewustzijn op te wekken. John reinigde de wond en verbond het hoofd met linnen, dat hij van zijn overhemd scheurde. Ver volgens tilde hij High-Lo op den schouder en liep hij, het paard aan den teugel leidende, verder, tot Waar de rotsen ophielden. Een tocht van achttien mijlen lag voor hem, terwijl High-Lo bewusteloos in dezen op den Raad kan rekenen, zoodat ik reken op een zeer aangename samen werking tusschen U en den Raad. Ik over handig U hierbij den ambtsketen in de hoop dat gij nog vele jaren dit teeken Uwer waardigheid zult mogen dragen in het belang van onze kleine gemeente." Hierna wordt de Burgemeester door de Raadsleden geluk gewenscht met zijn be noeming. De Burgemeester antwoordt hierop: Geachte aanwezigen In de eerste plaats wil ik Hare Majesteit de Koningin dank zeggen voor de eer welke Zij mij heeft bewezen, door mij te benoemen als Burgemeester van Zwartewaal. Dan wil ik den heer Verschoor hartelijk dank zeggen voor de tot my gerichte woorden. Onge twijfeld is er in mijn benoeming iets eigen aardigs. Daar deze dan ook van zeer bij- zonderen aard is en ik weet dat Uw verlangen in andere richting ging, begryp ik dat men mij in den beginne wat stroef tegemoet zal komen. Ik hoop echter dat deze verstandhouding spoedig zal veranderen. Deze verandering kan geschieden alleen met de volle mede werking- van de burgerij. Uit de zooeven gesproken woorden van den heer Verschoor merk ik dat men op een prettige samenwerking hoopt, hetgeen den omgang wel harteiyker zal doen worden. Van mijn kant zeg ik U mijn volle mede werking toe. Zwartewaal is een gemeente die vroeger zeer bloeiend is geweest. Visscherij en scheep vaart vierden hier destyds hoogtij. Hiervan getuigt nog de oude kerk, die in het midden van het dorp moet hebben ge staan. Daarvan getuigt nog de oude haven en daarvan getuigen ook de oude hoofden in de Maas. Dat alles wijst op een grootere gemeente die wel zeer bloeiend moet zijn geweest. Zwartewaal is achteruitgegaan door verschillende economische omstandigheden, het graven van den nieuwen Waterweg, mechaniseering in de Visscherij enz. Het eene tijdsgewricht neemt de welvaart af, en het andere bouwt deze weder op. Wat het laatste betreft dat ziet men ook op dit eiland dat zijn deel krijgt van de wegen die aangelegd worden. Heel vroeger ging alles per schip omdat dit het goed koopste was, daarna kwam de tram en nam het vroegere verkeer in zich op. Nu gaat echter het meeste verkeer langs de wegen. Ik geloof echter dat er voor Zwartewaal ook nog wel een weg is om weer tot meer bloei te komen. Hiermede bedoel ik niet dat de visscherij weer zal toenemen. Daar is geen geld voor. De financiëele toestand laat niet toe om weer een kleine vloot uit te rusten. Met die verbetering bedoel ik dit: Zwartewaal komt te liggen aan een grooten verkeersweg die loopt van Rotterdam tot den Westkant van ons eiland. Deze weg komt te liggen heel dicht bij de haven. Met medewerking van de burgery, den Raad en in het bijzonder van de Wethouders moeten deze omstandigheden zooveel moge lijk worden uitgebuit. Ik zal daartoe mijn beste krachten besteden. Ik hoop dat Wet houder Mol dan ook spoedig genezen zal zijn. Voorts hoop ik op een prettige samen werking met den Gemeente Secretaris, Ge was en wie weet hoe lang nog, bewusteloos zou zijn. Als hij tenminste ooit wakker zou worden. Nugget was een goed paard met een rustigen stap, maar zelfs onder deze omstandigheden werd het gevaarlijk, High-Lo te paard te vervoeren. Elke beweging vormde een schok, die vermeden moest worden. In stap liet hij zijn paard voortgaan. Het was bij drieën toen hij vertrok en hij wist zeker niet voor negen uur den post te kunnen bereiken. Terwijl hij tusschen de boomen, die in den pas groeiden, reed, werd John's aandacht getrokken door hoefslagen. Turend in de richting vanwaar het geluid kwam, ontwaarde hij de gestalte van een paard en ruiter. Het volgende oogenblik zag hij, dat de ruiter een vrouw was. Aan haar manier van rijden herkende hij Magdaline. Hij begreep niet, hoe het mogelijk was, want hij had Magdaline immers uren geleden achtergelaten, vlak bij den post. Al was het meisje zich bewust van zijn nadering, zij groette niet, voor zij, een tiental meters van hem verwijderd, afsteeg en te voet naar hem toe kwam. „Wat scheelt High-Lo?" hijgde Magdaline, de oogen wijd-open van ontzetting. „Hij is gewond. Ik ben bang, dat het heel eig is. Misschien kun je me helpen." „Zou je hem niet liever neerleggen? Dan kan ik terugrijden naar den post om een wagen te halen. Ik zal hem wel vasthouden, terwijl jij afstijgt." John volgde dien raad op. Een oogenblik later droeg hij High-Lo naar een beschaduwd plekje, dat Magdaline hem aanwees. „Hoe lang is hij al bewusteloos?" vroeg zij. Haar manier van doen was geheel veranderd. Zij toonde zich een en al meente Veldwachter, Ontvanger, Personeel van de School en met alleen met wie ik in aanraking mocht komen. Dan dank ik de aanwezigen voor hun be langstelling, waarvoor ik zeer gevoelig beu. In de hoop dat mijn werk hier met vrucht bekroond moge worden, aanvaard ik hier mede het ambt als Burgemeester vanZwarte- Na den Burgemeester neemt de Heer da Silva het woord: Geachte Collega. Geachte aanwezigen! „Toen ik eenige jaren geleden op Uw plaats stond was Zwartewaal voor mij geheel on bekend. Ik ben 7£ jaar hier geweest en ik onderschrijf gaarne de woorden van den heer Verschoor. Inderdaad bied een zoo kleine gemeente als Zwartewaal vele moeilijkheden. Ik voel my als oud-Burgemeester van Zwar tewaal verplicht U te zeggen dat én de mede werking van den Raad én de gezindheid van de bevolking U zullen sterken in de taak die U opgelegd is. Ik twijfel er niet aan of U zult de moeilijkheden hier wel overwin nen. U hebt daareven gesproken over den bijzon- deren aard van Uw benoeming. U bent tot dezen plicht geroepen en als goed ambtenaar, hebt U er zich by neer te leggen. Vooral als het betreft een wil van de KROON. Ik hoop en vertrouw dat U deze Gemeente zult leeren begrijpen en liefhebben. Ik weet dat U Uw best hiervoor zal doen. Reeds enkele jaren ben ik met U op verschil lende manieren in aanraking geweest en ik heb de overtuiging dat U met Uw wil voor Zwartewaal nog heel wat zal kunnen be reiken. Hiermede eindig ik met den wensch, dat U voor Zwartewaal een goed Burgemeester moogt zijn en dat ook Uw wensch om met de bevolking in goede harmonie te mogen leven, in vervulling zal gaan." De heer da Silva besluit zijn woorden met een driewerf hoera voor den nieuwen Bur gemeester, waarmede allen instemmen. De Burgemeester antwoordt den heer da Silva: Geachte Collega! „Ik dank U hartelijk voor Uw woorden en ik kan U zeggen dat ik met liefde tot Zwar tewaal ben gekomen. Ik hoop dan ook alleen mijn plicht te doen. Verleden week ben ik de gemeente eens doorgeloopen en heb daarin heel wat gezien. Zwartewaal is de laatste jaren zwaar getroffen maar met aller mede werking, zie ik de mogelijkheden tot verbe tering. Wij zullen dan ook alle krachten inspannen om tot een goede oplossing te komen. Ik dank U." Vervolgens sprak de heer Ds. Brink het Geachte Burgemeester „Het is mijn bedoeling, als ik hier voor enkele oogenblikken het woord vraag, om als predikant van de Ned. Herv. Kerk, U hartelijk welkom te heeten, op deze, voor U nieuwe plaats en mijn samenwerking aan te bieden, daar waar onze wegen zich mogen samen brengen. Wees U ervan verzekerd dat wij U niet alleen zullen laten staan. Vooral nu is samen werking noodig, waar de tijd zooveel moei lijkheden met zich brengt en gezien de slechte financiëele toestand van deze gemeente. Het is waar, de bewoners hadden liever bezorgdheid. „Ik denk al meer dan twee uur. Hij was buiten kennis, toen ik hem vond." „Ga nu eerst frisch water halen in den canyon." beval Magdaline. „Ik zal zoolang bij High-Lo waken. Zoodra je terugkomt, rijd ik naar den post, want het is beter, dat hij hier blijft. Maar High-Lo moet zich zoo min mogelijk bewegen, want dat zou zijn toestand kunnen verergeren." Een blij glimlachje begroette John, toen hij weer terugkwam. „Hij heeft zich bewogen en iets ge zegd," kondigde zij aan. „Maar hij is nog niet volkomen helder. Hij doet als een jongen, die doodmoe is." Er was iets onuitsprekelijk liefs in het Indiaan- sche meisje. Zij was als een inoedei met haar kind. Zij had High-Lo's kleeren losgemaakt en streek nu langzaam met haar hand over zijn zijde. „Ik vrees, dat hij hier ernstiger is gekwetst dan aan het hoofd," zeide zij. Hij drukte met zijn hand tegen de zijde, van den gewonde terwijl hij kreunde. John bukte zich over High-Lo en goot hem water tusschen de lippen. Het gezicht van den patient vertrok van pijn en terzelfdertijd bewoog hij een hand, om die van Magdaline weg te duwen. De oogen staarden, niet begrijpend, naar degenen, die bij hem waren. „Waar ben ik?" High-Lo's vraag ging vergezeld van een zucht. Hij hijgde moeilijk. „Waar zijn de beesten.Druk niet zoo tegen mijn heup, idioot!" Geen oogenblik wendden zijn oogen zich af van Joh's gezicht, maar hij scheen hem niet te her kennen. „Herken je nie niet, kerel?" vroeg John vrien delijk. „Herken je John Curry niet? Je bent giste ren weggeloopen, maar ik ben je bevolgd en vond een ander gezien in Uw plaats. Daarvan ge tuigde de lijst welke aan de Regeering is gezonden, en waarop alle bewoners, onver schillig van welke richting ook geteekend hebben." De Regeering heeft echter anders beslist. Wij moeten ons daarvoor buigen. Deze be noeming echter houdt geen rancune tegen U in. God geve, dat onder Uw bestuur, Zwar tewaal een tijd van voorspoed tegemoet zal gaan De Burgemeester antwoordde hierop: Geachte Dominee! Ik dank U voor uwe woorden zooeven tot mij gericht. De samenwerking waar U op wyst stel ik op zeer hoogen pry's. Ik ben de man die gaarne besprekingen voert en besluiten neemt met algemeene stemmen. Zwartewaal ken ik reeds lang, mijn vrouw heeft hier vroeger de school bezocht. Juist nu ik hier ontvangen word zonder dat men eenige rancune tegen ons heeft, zijn mijn werkt als een late, warme herfstzon met haar gouden kleurenpracht; zij toovert een ongekend fraaie teint op Uw huid. In prijzen van 2030—45 en 75 cent. (Adv.) vrouw en ik met geheel ons hart tot Zwarte waal gekomen. De heer J. van der Lugt neemt vervolgens het woord: Het zy mij vergund als voorganger van de Geref. kerk U welkom te heeten in Zwarte waal. Ik stel de uitnoodiging om hier aan wezig te zijn op hoogen prys. Hoewel men zegt dat kerk en politiek gescheiden moeten blijven geloof ik toch dat er wel verband tusschen beide is. Uit uw woorden maken wij op dat wy op uw medewerking kunnen rekenen. De By'bel zegt, dat wij 's Zondags de nooden van gezag in ons gebed moeten opnemen. Ook wij zullen voor U, als hoofd van Zwartewaal des Zondags voor U bidden. Ik hoop dat wy kunnen zeggen: wij hebben een goed Burgemeester. Eeren wij hem met geheel ons hart. Ik dank U hartelijk voor uw woorden en ik hoop voor Zwartewaal een goed Burge meester te zyn. Tenslotte vraagt de heer J. de Knegt nog het woord: Geachte Burgemeester Uit de aard der zaak heeft het mij ge troffen dat een van Uw eerste bezoeken hier aan Zwartewaal, de school betrof. Dit wordt door het Personeel op hoogen prijs gesteld. Ik hoop dat U zich in de toekomst, bij den Raad en allen die gedurende mijn verblijf hier hebben blijk gegeven van zeer de belangen van de school te helpen behar tigen, zult aansluiten en dat wij aan U een goed Burgemeester mogen hebben. Ik dank U zeer. Burgemeester: Ik dank U voor Uwwaar- deerende woorden en ik hoop dat Uw wensch in vervulling zal gaan. De school heeft myn volle belangstelling. Wij zullen met elkaar wel nader in contact komen. Ik heb ver schillende dingen gezien en ik zeg ook U je in een grot." Zwijgend had Magdaline toegekeken. Nu zeide zij: „Hij komt bij. Laat hem nog wat drinken." High-Lo glimlachte vermoeid. „Let maar niet te veel op me." Hij probeerde te drinken, doch na een paar slokjes weigerde hij. „Wie zei daar iets over de grot?" hernam hij nu, alsof het water, hoe weinig hij ook gedronken had, hem toch verkwikte. „Ik was in die grot. Maar hoe kom ik hier?" „Ik heb je er uitgehaald," vertelde John. „Ga er vooral niet over piekeren. Magdaline zal een wagen gaan halen en dan brengen we je zoo gauw mogelijk naar huis." „Magdaline... naar huis..." herhaalde High- Lo. „Je mag wel een beetje voortmaken, cowboy. Ik heb een paar ribben gebroken." „Ik was er al bang voor," zeide Magdaline. „Neem jij mijn plaats in, John, dan zullen we eerst zijn hemd uittrekken." „We moeten probeeren hem te verbinden," drong John aan. „Dat weet ik ook wel," antwoordde Magdaline. „Doe maar, wat ik zeg." Zij verdween gedurende enkele oogenblikken. Toen zij terugkwam, had zij een witten rok in de hand. „Hier is linnen genoeg om verband van te maken." In minder dan geen tijd had zij den rok in reepen gescheurd, welke zij vervolgens aan John overhandigde. „Niet al te strak.nu ga ik weg. Ik zal Hicks sturen. Mevrouw Weston kan hem dan verder verplegen." Zij liep naar haar paard, steeg op en reed heen. John wendde zich weer tot High-Lo en zag, dat de jongen hem strak lag aan te kijken. „Goeie myn volle medewerking toe. Ook met het personeel van de school hoop ik op prettige wijze samen te werken. Verlangt een van de heeren nog het woord? Zoo neen, dan verzoek ik de aanwezigen nog niet te ver trekken doch met mij een glas wyn te drinken. Te 12 uur was de vergadering geëindigd. Onder het genot van een glas wyn en een sigaar bleven de aanwezigen nog een poosje bijeen. Hiermede was de Nieuwe Burgemeester op Zwartewaal geïnstalleerd. VROUW OP „DEN DIJK" VERMOORD In den naclit van Zaterdag op Zondag is de 32-jarige W. Erisman, die bekend stond onder den naam „Blonde Mien" door een onbekende in haar kamer gedood. In den nacht van Zaterdag op Zondag is op de tweede étage van een pand aan den Schiedamschendijk te Rotterdam een vrouw, die op deze étage een kamer bewoonde, vermoord. Het slachtoffer is de 32-jarige Wilhelmina Erisman, een publieke vrouw, die in donker-Rotterdam bekend stond als „Blonde Mien". De dader, een nog onbekende man, is voortvluchtig. De vrouw moet hem in een café of op straat hebben ontmoet en is daarna met hem naar haar kamer gegaan. Tusschen half-één en één uur moet de moord zijn gepleegd. De dader heeft het pand vrij rustig verlaten en eerst eenigen t(jd daarna werd ontdekt, dat de vrouw vermoord was. De ontdekking. Het slachtoffer bewoonde sinds eenigen tijd de voorkamer van de tweede étage van pand 197 aan den Schiedamschendijk; en leefde daar samen met een man, J. K. ge naamd, De étage, die uit een voorkamer-, tusschen- en achterkamer bestaat, is in haar geheel gehuurd door den timmerman K., welke niet dezelfde man is als de J. K., waarmee de vrouw samenleefde en die ran hem ook geen familielid is. De huurder van de étage had de voorkamer weer onder verhuurd aan de vrouw en den man. Zooals eiken avond heeft de vrouw ook Zaterdagavond op den Schiedamschedijk en in verschillende café's hier, vertoefd. Omstreeks half één kwam zij thuis, vergezeld van een man. De vrouw was toen zwaar beschonken, zooals door verschillende menschen werd opgemerkt. Ook den man, die de vrouw ver gezelde, hebben eenige menschen gezien, maar omdat het heelemaal niets bijzonders was, dat de vrouw een man meebracht, werd er aan hem weinig aandacht besteed. Om streeks één uur is de huurder van de etage thuis gekomen. Hij begaf zich direct Daar de achterkamer, die hij evenais de tusschen- kamer zelf in gebruik heeft. Hier trof hij de „vriend" van Blonde Mien, J. K. aan. Beide mannen hebben toen nog eenigen tijd zitten wachten, wetende, dat de vrouw be zoek had. Om tien minuten over éénen melkten de beide mannen, dat de bezoeker wegging. Hij verliet de voorkamer op een andere wijze, dan bezoekers van de vrouw gewoonlijk deden. Hij ging namelijk direct van uit de voorkamer door de deur naar de gang en zoo naar de trap; en dit was niet de gebruikelijke weg, omdat er voor de deur van de voorkamer naar de gang een bed staat. Het was dan ook de gewoonte, dat de bezoekers de voorkamer verlieten door John. Dus jij bent het," fluisterde hij verblijd. „Ik begin nu weer wakker te worden. Als je even wacht, kan ik je vertellen, wat er gebeurd is." „Laat ik je eerst maar eens verbinden," stelde John voor. „We hebben voorloopig den tijd." John moest de strooken linnen aan elkaar knoo- pen om voldoende verband te krijgen en zorgde er voor. dat de knoopen den gewonde niet bin derden. Vervolgens nam hij het zadel van zijn paard om dat dienst te laten doen als hoofdkussen. „Waar zou mijn paard zijn?" vroeg High-Lo. „Maak je daar maar niet ongerust over. Dat vinst zijn weg wel naar huis, als het tenminste niet gesloten wordt." Hij ging naast High-Lo zitten en stak een cigaret op. „Cricket zal wel net zoo moe zijn als ik, als hij thuis komt," peinsde High-Lo hardop. „Laat ik je nu een en ander vertellen." John durfde zijn vriend niet aan te moedigen, maar het ongeduld van den gewonde was een bewijs voor diens helderheid van geest en dus be paalde Curry zich tot de waarschuwing aan High- Lo om zich niet te druk te maken. „En dan maar beginnen bij het begin, jongen," verklaardde High-Lo. „Je herinnert je, dat we ongenoegen hadden over die meisjes Blakely en mijn drinken. Nou, dien eersten morgen, toen ik met juffrouw Blakely uitreed, merkte ik dat zij en Hanley aan het praten waren en voor zij mij zagen, hoorde ik Hanley zeggen: „Het kan heusch geen kwaad. Newton heeft een goed excuus om naar het reservaat te komen. Jij en je zuster gaan immers binnenkort weg. De rest is makkelijk genoeg. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1932 | | pagina 1