mm
f
V'
fRATTEN
MUIZEN
Onze Eilanden
EERSTE BLAD
verkoopingen.
ZATERDAG
10 September 1932
IN DEN GREEP DER WOESTIJN.
DE IEPENZIEKTE.
fer huis, al was het maar één glas w^n
pier gaf, zou dit voldoende zjjn om van
flinksten werkman een verstokt drinker
laken."
|en waarschuwing die best ter harte ge
ien mag worden.
[WOENSDAG, 7 September 1932 bij Af
lag telkens des avonds 7 uur (Zomertijd)
het Café Du Commerce te Sommelsd(jk
in Woon- en Winkelhuis bewooDd door
en heer C. Grootenboer Az. aan de West-
ik te Sommelsdijk.
Notaris VAN BUUKEN.
Iteunt, bij gelijken prijs en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie,
Hiermede dient gij Uw land
fcn bestrijdt gij de werkeloosheid.
3PËI5
SOL
4 draads,
eurenassort.,
van 100 gr.
kEiRDi
.ENWOL
kwaliteit,
knot van
gram
■©L
pie kwaliteit,
not van
gram
0'
1 FAALT NOOIT
W DOODT
het wel! 1
j^erstaat het wel: geen enkel middel,
rmoede en zenuwzwakte, van lichame-
Iter en vlugger helpt dan de
JINOSE
f plantaardig; zij wordt door de deli-
,vekt den eetlust op, maakt Uw slaap
nieuwe veerkracht, levenslust, werk
en fl. f 2.—, 6 fl. f 11.—, 12 fl. f 21.—.
Bij Apothekers en Drogisten.
|CH FABRIKAAT,
iemeistraat 2c/4, Den Haag-
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f L-
0,07=
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels» elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel, Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
14E JAARGANG. - n°. 86
Week-revue.
Buitenland.
In de hoogste regionen van den Volken
bond heerscht merkbare spanning, voelt men
zich niet geheel en al gerust, omdat er van
meerdere kanten politieke donderwolkjes
komen opzetten.
In de eerste plaats dreigt er een crisis
via de ontwapeningsconferentie, doordat de
Duitsche regeering ernst gaat maken van
haar eisch op gelijke rechten en dreigt niet
meer aan de ontwapeningsconferentie deel
te nemen, wanneer het niet van te voren
weet hoe het daar met zijn recht op gelijk
heid gesteld is.
Het is niet voor het eerst dat de Duitschers
aansturen op het verkrijgen van gelijke rech
ten op het gebied der nationale bewapening.
Te Lausanne en eveneens te Genève is er
reeds achter de schermen over geconfereerd,
doch thans heeft de Duitsche minister van
buitenlandsche zaken hierover een officieel
onderhoud gehad met den Franschen gezant
te Berlijn, zulks onder aanbieding van een
schriftelijke toelichting, welke behalve aan
de Fransche regeering, eveneens aan de
overige geallieerden is toegezonden.
Vroeg of laat was deze min of meer sen
sationeels stap der Duitsche regeering te
verwachten, alleen het tijdstip waarop dit
nu is geschied is verrassend, vooral voor de
Franschen. Maar zoomin als het mogelijkis
gebleken Duitschland tot het bittere einde
de loodzware herstelschulden te laten dragen,
evenmin zal het mogelijk zijn Duitschland
w.at zijn bewapening betreft, in het dwang
buis van Versailles te houden.
De Duitsche regeering weet dit ook heel
goed en handelt dienovereenkomstig. Ze kan
van te voren met nagenoeg wiskundige zeker
heid aannemen, dat ze succes zal hebben,
al is het dan ook niet voor de volle honderd
procent. Door het stellen van den eisch van
gelijke rechten wat de bewapening betreft
versterkt ze bovendien haar eigen positie in
het binnenland en dus valt het te verwach
ten, welk verzet de Franschen ook zullen
bieden, dat de Duitsche regeering er voor
zal zorgen dat deze kwestie niet van de baan
geschoven wordt.
De Fransche pers is over het algemeen
hevig verontwaardigd over de stappen der
Duitsche regeering en snuffelt heel het jour
nalistieke arsenaal van argumenten door om
het standpunt der Duitschers te ontzenuwen.
De Italianen daarentegen, de rechtmatig
heid der Duitsche verlangens in dit opzicht
erkennend, vinden dat deze vraagstukken op
de weldra weer bijeenkomende ontwapenings
conferentie- thuis hooren en ook de Eügel-
schen huldigen deze opvatting. Maar Berlijn
dreigt daar niet te willen verschijnen voor
en aleer het zekerheid heeft. Berlijn toont
zich in dit opzicht heel koppig, doch zal,
wanneer deze vraagstukken op de ontwape
ningsconferentie besproken worden, toch
graag aanwezig willen zijn om zelf ook een
vinger in de pap te hebben.
In een tweede zorg voor de heeren der
internationale politiek is de houding van
Japan. De Japanners hebben met al te goed
gevolg de wijze lessen der Europeesche staten
gevolgd en de waarde van voldongen feiten
leeren kennen en tevens waardeeren. In hun
conflict met China hebben ze Genève steeds
maar wat laten praten en leuteren, doch er
zich intusschen niets van aangetrokken.
Binnenkort zal de Raad van den Volken
bond zich voor de zooveelste maal met het
conflict in het Oosten bezig houden bij de
behandeling van het rapport van de com
missie Lytton, het optreden der Japanners
in Mantsjoerije betreffende. Dit rapport moet
voor de Japanners niet erg gunstig zijn uit
gevallen, kon dit trouwens ook moeilijk
anders.
Maar tot welke conclusies dit rapport ook
mag komen, de Japanners zullen er zich
heel weinig aan storen. Tokio is reeds zoo
handig geweest om voor nieuwe voldongen
feiten te zorgen en zal zich niet zoo ge
makkelijk door Genève de daaraan verbon
den voordeelen laten ontnemen.
Japan heeft namelijk met Mantsjoerije een
defensief verbond gesloten, welke stap prac-
tisch de voltooiing beteekent van de posi
tie van Mantsjoerije als Japansch protecto-
ïaat. Japan verkrijgt door dit defensief ver
bond het recht overal in Mantsjoerije troe
pen te legeren, mitsgaders nog enkele andere
rechten, welke de positie der Japanners in
alle opzicht verzekeren. Alle voordeelige
hapjes welke er in Mantsjoerije te halen
zijn zullen de Japanners ten goede komen
en voorzoover er wat overschiet waar de
Japanners weinig interesse voor hebben,
kunnen ook de anderen aan bod komen.
Voordat Japan te Genève als het ware
voor de rechtbank verschijnt heeft het zijn
positie in het Oosten zoo sterk mogelijk
gemaakt. De behandeling van het rapport
der commissie Lytton te Genève belooft
interessant te worden, tenminste, wanneer
men het niet eens weet te worden over
een formule, waardoor zoowel de kool en
de geit gespaard worden. Want Japan duit
niet veel inmenging in het Oosten en heeft
zelfs gedreigd uit den Volkenbond te treden
als het wat Mantsjoerije betreft zijn wil
niet kan doordrijven. Eigenlijk zou dit dan
niet anders beteekenen dan een snactionee-
ren van de oude machtsmethoden en voor
hen die nog steeds hoop hebben op Genève
een groote teleurstelling. Genève heeft ech
ter in het Japansch-Chineesche conflict zoo
vaak een oogje dicht moeten knijpen, dat
dit geenzins onmogelijk is. Genève heeft
wat te stellen met zijn klanten.
In het mooie Italiaansche stadje Stresa
is Maandag onder voorzitterschap van den
Franschman Georges Bonnet, een der in
tiemste vrienden van Herriot, een confe
rentie begonnen over de Centraal- en Oost-
Europeesche vraagstukken. Allen de hierbij
rechtstreeks betrokken staten nemen aan
deze conferentie deel. Doel dezer conferen
tie is middelen te zoeken tot leniging van
den nood die in Centraal-Europa en op de
Balkan heerscht.
De verwachtingen omtrent de resultaten
dezer conferentie zijn niet hoog gespannen
en men zal reeds dankbaar zijn wanneer er
een voorloopig plan kan worden voorbereid,
dat op de in den herfst te houden Wereld
conferentie alsdan nader kan worden uitge
werkt of in den doofpot gestopt.
FEUILLETON.
ZANE GREY
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG
(Oeaut. uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
13)
Het geheele gesprek bepaalde zich bij het onder
werp: Wiibur. Lenora vertelde eerst van zijn jeugd
en bij het dessert was zij genaderd tot den ver-
«chrikkelijken dag, toen Mary hem thuis weg
haalde. Te oordeelen naar hetgeen zij zeide, kon
er geen tweede bestaan ais Wilbur. „Zou ze dat
nu werkelijk gelooven?" dacht Mary. Zij keek
uit het keukenvenster, nadat zij de schalen en
borden had weggebracht en zag broer en zuster
bij elkaar staan, zij met het hoofd tegen zijn
schouder. Men had hen voor verloofden kunnen
houden. Even later liepen zij gearmd naar de
waranda. Mary waschte alleen om.
Zij begreep, dat men haar wachtte, zoodra zij
klaar zou zijn en daarom zij liep naar buiten,
toen het werk gereed was. Er bevond zich niemand
in de waranda. Misschien liet Wilbur Lenora den
tuin zien. Maar ze waren ook niet in den tuin en
Mary, boos over zooveel veronachtzaming, stond
reeds op het punt naar huis terug te keeren, toen
van achter de struiken stemmen tot haar door
drongen. Besluiteloos bleef zij staan. De doodsche
stilte van den avond omving de woestijn. Duide-
Voor het eerst sinds langen t(jd komen
er vanuit Amerika wat gunstiger berichten
over de aldaar heerschende crisis. Niemand
minder dan president Hoover heeft ver
klaard dat de grootste moeilijkheden over
wonnen zijn, dat het vertrouwen weer terug
keert. Aan de beurzen wordt, evenals hier
in Europa, weer lustig gegokt en verschil
lende industrieën trachten door. het doen
van groote aankoopen van grondstoffen, weer
wat meer leven in de brouwerij te brengen.
Voor Hoover, die een felle verkiezingstrijd
tegemoet gaat, zou een zich voortzettend
herstel niet ongelegen komen. Maar ook
buiten het land van oom Sam zal men niets
liever zien.
DRAiSltlA-vANVALKENBURG'S-
A LEVERTRAM
G TT-LEEUWARDEN-ff
(Adv.)
IV.
BESTRIJDING DOOR VERNIETIGING
VAN BE IEPBN8PINTKEVERS.
Wij hebben de iepenspintkevers als belang
rijke overbrengers van de iepenziekte leeren
kennen. Maakt men deze insecten nu het
leven moeilijk of zelfs onmogelijk, dan moet
het aantal achteruit gaan en daardoor zal
de kans op nieuwe besmetting van onze
iepen verminderen of ophouden.
Hoe kan men nu de ontwikkeling dezer
kevers tegengaan? Theoretisch is de zaak
hoogst eenvoudig. Men behoeft slechts er
voor te zorgen, dat kevers geen geschikte
broedgelegenheid meer vinden. Wij hebben
gezien, dat zij zich uitsluitend ontwikkelen
in de schors van stammen en dikkere takken
van zeer zieke, stervende of doode iepen.
Het voorschrift ligt dus voor de hand: Ruim
al deze iepen op! De moeilijkheid is alleen,
in welk stadium van de ziekte een aange
taste iep voor verwijdering in aanmerking
komt. In de eerste plaats is dit het geval,
als zoo'n iep dood of bijna dood is. Maar er
zijn grensgevallen. Deze betreffen hoornen,
die weliswaar zeer duidelijk ziek zijn, maar
toch nog eenigen tijd in leven kunnen
blijven. Dergelijke boomen kunnen voorloopig
gespaard worden en wel zoolang als hun
schors nog niet door de kevers wordt be
woond. Daar dit echter slechts een kwestie
van tijd is, beteekent het sparen gewoonlijk
uitstel van executie.
De tweede moeilijkheid is het verwijderen
van de gevelde boomen. Men bedenke, dat
men met het vellen alleen er nog niet is,
want in de schors van gevelde iepenstam-
men gaat de ontwikkeling der spintkevers
nog geruimen ttjd door. Zelfs als men
boomen kapt, die nog niet door de kevers
zijn bewoond en men laat ze ergens liggen
of stapelt ze op, dan worden ze onmiddellijk
door tal van kevers opgezocht, die zich in
de schors boren en zich verder erin ont
wikkelen. Zulke boomen werken als een
magneet, die talrijke kevers uit de omgeving
aantrekt. Reeds na betrekkelijk korten tijd,
lijk drongen de klanken tot haar door.
Eerst Lenora: „Ze houdt je natuurlijk vast
vanwege het geld. Het sluwe wijf!"
Toen Wiibur: „Nee, Norry, nou vergis je je.
Dat was vroeger zoo en daarom liep ik er in."
„Het sluwe wijf!" Zij bedoelden haar. Natuur
lijk bedoelden zij haar! Maar nee, dat was toch
te vreeselijk! Zij moest zich hebben vergist. Doch
de roi om heimelijk te luisteren stond haar niet
aan. Zij liep kalm in de richting van de struiken.
De stemmen werden zachter, zoodra zij naderde.
Doch Mary groette hen nauwelijks en liep verder
den breeden weg op, naar de woestijn. Zij kwam
bij een verlaten huifkar en klom op den hoogen
bok om te kijken naar den prachtigen zonsonder
gang.
Den volgenden morgen vertrok Wiibur. Lenora
schreide een paar tranen en beloofde goed op
Mary te zullen passen. „Hij vroeg het me speciaal,"
vertrouwde zij Mary toe en dag in, dag uit zat
Lenora, als ze niet las, onder den booin op Mary's
erf, die haar schaduw verspreidde in wijden om
trek. Kleurige japonnen kenmerkten haar aan
wezigheid. Ze trokken de aandacht van de be
woners van Taho, zoo goed ais van de vreemde
lingen, die toevallig langs kwamen. Menschen, die
zich nooit om Mary hadden bekommerd, kwamen
nu op bezoek. Al spoedig bleek, dat Lenora met
hen had gepraat en hen had uitgenoodigd om te
komen theedrinken. Niet lang duurde het, of zij
ging naar den handelspost om nieuwe japonnen
te koopen, voor rekening van Wilbur.
„Heb je geen zin om een rijtoer te maken?"
vroeg Mary op een straienden morgen. „Ik kan
wei paarden te leen krijgen."
„De zon zou mijn mooie tint maar bederven.
soms een maand na het vellen, storten zij
nieuwe generaties van kevers in ontelbare
hoeveelheden over de omgeving uit. Hierdoor
vindt nieuwe besmetting op groote schaal
plaats en het is dus duidelijk dat zulke
versch gekapte iepenboomen groot gevaar
opleveren.
Het beste middel om de gevelde boomen
voor de ontwikkeling van de spintkevers
ongeschikt te maken is het ontschorsen.
Dus men trachte dit zooveel mogelijk in de
praktijk te brengen, ook waar zich moeilijk
heden mochten voordoen. Indien mogelijk,
moet men de schors verbranden of deze op
andere wijze vernietigen. Ook in de dikkere
takken kan nog ontwikkeling van den schors
kever plaats hebben. Men zorge dus er voor,
dat de schors van deze takken eveneens
zooveel mogelijk onschadelijk worde gemaakt.
Zeer dikwijls is vastgesteld, dat b.v. de iepen
bij boerderijen besmet worden, doordat men
niet ontschorst iepenhout, van elders aan
gevoerd, op het erf had opgestapeld. Ook
kleine hoeveelheden niet ontschorst iepen
hout, b.v. voor brandhout, kunnen reeds een
ernstig besmettingsgevaar opleveren.
iDplaats van het ontschorsen, dat het meest
aanbevelenswaardig is, kunnen de iepen
ook onder water worden bewaard, mits dit
spoedig na het kappen geschiede. Indien
nog deelen van de schors boven water uit
steken, gaat echter de ontwikkeling van de
kevers in deze deelen door. Proeven vanwege
het Iepenziekte-Comité genomen, om geveld
iepenhout op andere wijze tegen de kevers
te beschermen, wezen uit, dat behandeling
van de stammen met ruwe carbolineum
goede resultaten oplevert. De kevers zochten
de stammen die daarmede waren besmeerd
niet op. Bovendien bleef de schors van op
deze wijze behandelde stammen er geruimen
tijd opzitten, hetgeen voor de gebruikswaarde
van het hout van groot belang is.
Indien deze methode ook in de praktijk
aan de verwachtingen voldoet, dan zou hier
mede de bestrijding van den iepenspintkever
ongetwijfeld een belangrijke schrede verder
Z(jn gebracht.
De Gewestelijke Varkens Centrale
voor Zuid-Holland.
In verband met de vele vragen die tot
ons worden gericht, over de CRISIS VAR
KENS WET en alles wat hiermede verband
houdt, achten wij het dienstig het volgende
ter algemeene kennis te brengen.
De CRISIS VARKENS WET heeft ten
doel den varkensprijs te stabiliseeren op een
zoodanig niveau, dat in elk geval de var
kenshouders hun bedrijf zonder verlies zullen
kunnen uitoefenen.
Om dit te bereiken is het noodig:
le. regelend op te treden ten aanzien van
den export en dezen te bevorderen;
2e. regelend op te treden ten aanzien van
de productie en
3e. zoo noodig leiding te geven aan de
fokkerij, voor zoover het betreft de
kwaliteit van het te gebruiken fok-
materiaal.
Met de uitvoering van de WET is belast
de Nederlandsche Varkens centrale, die zich
in haar taak doet bystaan door de Gewes
telijke Varkens Centrales, terwyl deze laatste
weer een gedeelte van haar werk opdragen
aan-de z.g.n. districts-Commissies.
Voor zoover het betreft den handel in en
den export van baconvarkens is de rege
ling en uitvoering geheel in handen van de
Nederlandsche Centrale en dus niet by de
Gewesteiyke Centrales. Verder geeft dit
lichaam leiding aan de regeling der pro
ductie, door voor elk gewest vast testellen
het aantal biggen, dat in elk half jaar in
dat Gewest mag worden gefokt. Zij stelt
voor elk Gewest het aantal uit te geven
biggenmerken vast. Het komt nu hierop
neer dat een fokker in het eerste halfjaar,
(1 October 1932—1 April 1933) 6 maal zoo
veel biggen zal mogen fokken, als hy in
1930 en 1932 gemiddeld aan zeugen had.
Wil hy meer biggen houden dan het hem
toegewezen aantal, dan kan hij ook deze
gemerkt kragen, doch de kosten bedragen
dan ƒ5,— per big. Dit natuurlijk om te
zorgen, dat de fokkerij zooveel mogelijk
binnen de gestelde grenzen blijft.
De Gewestelijke Centrales geven leiding
aan het werk der district-commissies en
verdeelen de aan het Gewest toegewezen
merken over de districten. Het aantal dis
tricten bedraagt in Zuid-Holland 53. De
districts-commissies, die benoemd zijn door
het Bestuur der Gewesteiy'ke Centrale op
voordracht van de afdeelingen der 3 Cen
trale Landbouw-organisatie (Holl. Mij. v.
Landb., L.T. B. en C, T.B.) zijn belast met
de verdeeling van de merken in het district.
De districtscommissie wordt in haar werk
bygestaan door een z.g.n. merker, dit is de
persoon, die met het merken der varkens
wordt belast.
De gang van zaken is nu de volgende:
In den loop van de maand September
worden alle varkens geinventariseerd (ge
teld) en gemerkt. Dit inventariseeren ge
beurt door den districts-secretaris, terwijl
het merken door den merker wordt verricht.
Alle varkenshouders worden hiertoe bezocht.
Alvorens tot het merken wordt overge
gaan teekent de varkenshouder een aanvraag
om te worden toegelaten als lid van de
Gewestelijke Varkens Centrale, waarop hij
een lidmaatschapsbewijs ontvangt van den
Secretaris der districtscommissie. Het lid
maatschap is kosteloos. Vervolgens betaalt
de varkenshouder zooveel maal 12 Gent, als
hy varkens heeft, die in aanmerking komen
om te worden gemerkt, waarna het merken
plaats heeft.
Niet gemerkt worden:
1. hoogdrachtige zeugen,
2. varkens ly dende aan besmettelijke ziekten
of vertoevende op erven waar besmette
lijke ziekten heerschen,
3. varkens beneden 10 K.G.
4. varkens, die reeds van het tatoueermerk
der Nederlandsche Varkens-Centrale zjjn
voorzien. Deze laatste varkens worden
ook niet geteld.
Als we nu in de schaduw konden blijven...'
Mary gaf geen antwoord. Lenora giegelde spot
tend en ging voort: „Slechts op één voorwaarde
zou ik onmiddellijk meegaan; als een zekere cow
boy het mij vroeg!"
Mary wist, dat er drie cowboys waren, die dik
wijls met Lenora kwamen babbelen.
„Welke?" vroeg zij.
„Curry John Curry!"
Mary stond versteld.
„Waarom bloos je nu?" sarde Lenora. „Jij,.een
getrouwde vrouw! Daarom zou ik hem juist zoo
graag eens ontmoeten. Hij moet een wonder zijn.
Jij bent altijd zoo koel en op een afstand en als
jij met hem.Wiibur vertelde me, dat hij je het
hoofd heelemaa! op hol gebracht heeft. Hij wil,
dat ik hem uit de buurt houd."
„Zoo!" Mary's uitroep klonk als een zweepslag.
„En jij gelooft die laffe praatjes? Jij bent dus hier
om op ine'te passen? Om me te bespionneeren!
Ik veracht je!"
IV.
HIGH-LO.
John Curry behield zijn populariteit onder de
cowboys in Black Mesa, omdat men voortdurend
behoefte had aan zijn goeden raad. Hij was de
aangewezen leider, niet alleen door persoonlijke
eigenschappen, maar ook door zijn werk als voor
man bij Weston.
Dat hij High-Lo als zijn beste kracht beschouwde,
deed hem nog meer stijgen in de achting van de
ruwe woestijnbewoners. High-Lo had zijn eigen
naam vrijwel vergeten voor den bijnaam, dien hij
aan John had te danken. Als iemand hem aan
sprak met Alex Hardy, gaf hij zelden antwoord.
Maar zoodra iemand „High-Lo" riep, verscheen
de breede glimlach op zijn gelaat.
Op een van High-Lo's zonderlinge tochten zon
der vast doel, toen hij te dronken was ont te weten
of hij naar Utah dan wel naar Arizona reed, was
hij binnengevallen op de ranch van John Curry's
broer in Colorado. High-Lo vertelde toen niet te
weten wat hij moest beginnen en huilde later bij
het kampvuur zijn dronkemansverdriet uit. John
trok zich liet Jot van den jongen aan en zorgde
voor hem, zoolang hij niet in staat was, op zich
zelf te passen. Toen hij hem den volgenden dag
weer misbruik zag maken van drank, sloeg hij de
flesch, die High-Lo 's geheelen voorraad bevatte,
stuk en schold den man de huid vol. Tien dagen
later had hij in hem een bruikbare kracht ge
wonnen voor het werk op de ranch van Weston.
Door hun voortdurend in aanraking komen met
vreemdelingen waren de cowboys op den handels
post er meestal op gespitst te zorgen voor hun
uiterlijk, doch High-Lo schee n zich nooit te be
kommeren over zijn toilet. Toen echter John terug
kwam uit Oraibj, liep High-Lo rond op nieuwe
schoenen, met een nieuwen sombrero op en in een
brandschoon, nieuw overhemd. Het stond Curry
weinig aan. De meisjes Blakely schenen den jongen
te hebben geïnspireerd, maar vrouwen, die in de
gunst stonden bij Hanley moesten wel de minst
geschikste te zijn om de gunst te winnen van
High-Lo. John besloot verzet aan te teekenen.
High-Lo, bezig een paard te beslaan, deed of
hij John Curry niet zag aankomen. „Zoo breng jij
dus je dagen door!" leidde Curry den aanval in.
KLOKKEN, PENDULES, BAROMETERS
geleverd door de
Fa. E. HARTOGS ZN. Middelharnis
voldoen aan de hoogste eischen.
Prijzen belangrijk lager dan elders.
(Adv.)
High-Lo grinnikte. „Ze weten niet eens, dat ik
een paard kan beslaan. Die luie rekels wilden het
maar weer uitstellen tot morgen."
„Ik heb weer eens een reisje voor je," antwoordde
John.
„Nu al weer voor mij?" stribbelde High-Lo
tegen. „Het is toch mijn beurt niet. Wat is er aan
de hand? Ga je zelf ook weg?"
„Nee, ik blijf hier."
High-Lo staarde zijn baas een tijdlang zwijgend
aan. „Heb je er een bepaalde bedoeling mee?"
Curry gaf niet direct antwoord. „Ik wil liever
niet zeggen, waar jij je weer aan bezondigt."
„Drommels. Maar je hebt gelijk! Het spijt me,
dat ik het je moet zeggen, maar ik heb weer
gedronken, juist daarom heb ik geen zin om een
dag of wat van huis te gaan."
John begon te lachen. „Jij weer aan den drank?
En dat op een Indianen-reservaat in Arizona? Je
hoeft heusch niet te probeeren, mij iets wijs te
maken."
„Ik heb pas gisteren mijn laatsten borrel ge
dronken."
„Zeg, cowboy, waarom sta je mij voor te liegen?"
vroeg John, die volhield den ander niet te gelooven.
High-Lo liet zijn werk in den steek, joeg het
paard de wei in en nam plaats op een stapel tim
merhout. „Ditmaal lieg ik niet, John," verzekerde
hij met nadruk, „maar je hoeft niet boos te worden.
Ik zal het je wel vertellen."
(Wordt vervolgd.)