mm f V' fRATTEN MUIZEN Onze Eilanden EERSTE BLAD verkoopingen. ZATERDAG 10 September 1932 IN DEN GREEP DER WOESTIJN. DE IEPENZIEKTE. fer huis, al was het maar één glas w^n pier gaf, zou dit voldoende zjjn om van flinksten werkman een verstokt drinker laken." |en waarschuwing die best ter harte ge ien mag worden. [WOENSDAG, 7 September 1932 bij Af lag telkens des avonds 7 uur (Zomertijd) het Café Du Commerce te Sommelsd(jk in Woon- en Winkelhuis bewooDd door en heer C. Grootenboer Az. aan de West- ik te Sommelsdijk. Notaris VAN BUUKEN. Iteunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie, Hiermede dient gij Uw land fcn bestrijdt gij de werkeloosheid. 3PËI5 SOL 4 draads, eurenassort., van 100 gr. kEiRDi .ENWOL kwaliteit, knot van gram ■©L pie kwaliteit, not van gram 0' 1 FAALT NOOIT W DOODT het wel! 1 j^erstaat het wel: geen enkel middel, rmoede en zenuwzwakte, van lichame- Iter en vlugger helpt dan de JINOSE f plantaardig; zij wordt door de deli- ,vekt den eetlust op, maakt Uw slaap nieuwe veerkracht, levenslust, werk en fl. f 2.—, 6 fl. f 11.—, 12 fl. f 21.—. Bij Apothekers en Drogisten. |CH FABRIKAAT, iemeistraat 2c/4, Den Haag- Prijs per kwartaal Losse nummers f L- 0,07= ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels» elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel, Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 14E JAARGANG. - n°. 86 Week-revue. Buitenland. In de hoogste regionen van den Volken bond heerscht merkbare spanning, voelt men zich niet geheel en al gerust, omdat er van meerdere kanten politieke donderwolkjes komen opzetten. In de eerste plaats dreigt er een crisis via de ontwapeningsconferentie, doordat de Duitsche regeering ernst gaat maken van haar eisch op gelijke rechten en dreigt niet meer aan de ontwapeningsconferentie deel te nemen, wanneer het niet van te voren weet hoe het daar met zijn recht op gelijk heid gesteld is. Het is niet voor het eerst dat de Duitschers aansturen op het verkrijgen van gelijke rech ten op het gebied der nationale bewapening. Te Lausanne en eveneens te Genève is er reeds achter de schermen over geconfereerd, doch thans heeft de Duitsche minister van buitenlandsche zaken hierover een officieel onderhoud gehad met den Franschen gezant te Berlijn, zulks onder aanbieding van een schriftelijke toelichting, welke behalve aan de Fransche regeering, eveneens aan de overige geallieerden is toegezonden. Vroeg of laat was deze min of meer sen sationeels stap der Duitsche regeering te verwachten, alleen het tijdstip waarop dit nu is geschied is verrassend, vooral voor de Franschen. Maar zoomin als het mogelijkis gebleken Duitschland tot het bittere einde de loodzware herstelschulden te laten dragen, evenmin zal het mogelijk zijn Duitschland w.at zijn bewapening betreft, in het dwang buis van Versailles te houden. De Duitsche regeering weet dit ook heel goed en handelt dienovereenkomstig. Ze kan van te voren met nagenoeg wiskundige zeker heid aannemen, dat ze succes zal hebben, al is het dan ook niet voor de volle honderd procent. Door het stellen van den eisch van gelijke rechten wat de bewapening betreft versterkt ze bovendien haar eigen positie in het binnenland en dus valt het te verwach ten, welk verzet de Franschen ook zullen bieden, dat de Duitsche regeering er voor zal zorgen dat deze kwestie niet van de baan geschoven wordt. De Fransche pers is over het algemeen hevig verontwaardigd over de stappen der Duitsche regeering en snuffelt heel het jour nalistieke arsenaal van argumenten door om het standpunt der Duitschers te ontzenuwen. De Italianen daarentegen, de rechtmatig heid der Duitsche verlangens in dit opzicht erkennend, vinden dat deze vraagstukken op de weldra weer bijeenkomende ontwapenings conferentie- thuis hooren en ook de Eügel- schen huldigen deze opvatting. Maar Berlijn dreigt daar niet te willen verschijnen voor en aleer het zekerheid heeft. Berlijn toont zich in dit opzicht heel koppig, doch zal, wanneer deze vraagstukken op de ontwape ningsconferentie besproken worden, toch graag aanwezig willen zijn om zelf ook een vinger in de pap te hebben. In een tweede zorg voor de heeren der internationale politiek is de houding van Japan. De Japanners hebben met al te goed gevolg de wijze lessen der Europeesche staten gevolgd en de waarde van voldongen feiten leeren kennen en tevens waardeeren. In hun conflict met China hebben ze Genève steeds maar wat laten praten en leuteren, doch er zich intusschen niets van aangetrokken. Binnenkort zal de Raad van den Volken bond zich voor de zooveelste maal met het conflict in het Oosten bezig houden bij de behandeling van het rapport van de com missie Lytton, het optreden der Japanners in Mantsjoerije betreffende. Dit rapport moet voor de Japanners niet erg gunstig zijn uit gevallen, kon dit trouwens ook moeilijk anders. Maar tot welke conclusies dit rapport ook mag komen, de Japanners zullen er zich heel weinig aan storen. Tokio is reeds zoo handig geweest om voor nieuwe voldongen feiten te zorgen en zal zich niet zoo ge makkelijk door Genève de daaraan verbon den voordeelen laten ontnemen. Japan heeft namelijk met Mantsjoerije een defensief verbond gesloten, welke stap prac- tisch de voltooiing beteekent van de posi tie van Mantsjoerije als Japansch protecto- ïaat. Japan verkrijgt door dit defensief ver bond het recht overal in Mantsjoerije troe pen te legeren, mitsgaders nog enkele andere rechten, welke de positie der Japanners in alle opzicht verzekeren. Alle voordeelige hapjes welke er in Mantsjoerije te halen zijn zullen de Japanners ten goede komen en voorzoover er wat overschiet waar de Japanners weinig interesse voor hebben, kunnen ook de anderen aan bod komen. Voordat Japan te Genève als het ware voor de rechtbank verschijnt heeft het zijn positie in het Oosten zoo sterk mogelijk gemaakt. De behandeling van het rapport der commissie Lytton te Genève belooft interessant te worden, tenminste, wanneer men het niet eens weet te worden over een formule, waardoor zoowel de kool en de geit gespaard worden. Want Japan duit niet veel inmenging in het Oosten en heeft zelfs gedreigd uit den Volkenbond te treden als het wat Mantsjoerije betreft zijn wil niet kan doordrijven. Eigenlijk zou dit dan niet anders beteekenen dan een snactionee- ren van de oude machtsmethoden en voor hen die nog steeds hoop hebben op Genève een groote teleurstelling. Genève heeft ech ter in het Japansch-Chineesche conflict zoo vaak een oogje dicht moeten knijpen, dat dit geenzins onmogelijk is. Genève heeft wat te stellen met zijn klanten. In het mooie Italiaansche stadje Stresa is Maandag onder voorzitterschap van den Franschman Georges Bonnet, een der in tiemste vrienden van Herriot, een confe rentie begonnen over de Centraal- en Oost- Europeesche vraagstukken. Allen de hierbij rechtstreeks betrokken staten nemen aan deze conferentie deel. Doel dezer conferen tie is middelen te zoeken tot leniging van den nood die in Centraal-Europa en op de Balkan heerscht. De verwachtingen omtrent de resultaten dezer conferentie zijn niet hoog gespannen en men zal reeds dankbaar zijn wanneer er een voorloopig plan kan worden voorbereid, dat op de in den herfst te houden Wereld conferentie alsdan nader kan worden uitge werkt of in den doofpot gestopt. FEUILLETON. ZANE GREY Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG (Oeaut. uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 13) Het geheele gesprek bepaalde zich bij het onder werp: Wiibur. Lenora vertelde eerst van zijn jeugd en bij het dessert was zij genaderd tot den ver- «chrikkelijken dag, toen Mary hem thuis weg haalde. Te oordeelen naar hetgeen zij zeide, kon er geen tweede bestaan ais Wilbur. „Zou ze dat nu werkelijk gelooven?" dacht Mary. Zij keek uit het keukenvenster, nadat zij de schalen en borden had weggebracht en zag broer en zuster bij elkaar staan, zij met het hoofd tegen zijn schouder. Men had hen voor verloofden kunnen houden. Even later liepen zij gearmd naar de waranda. Mary waschte alleen om. Zij begreep, dat men haar wachtte, zoodra zij klaar zou zijn en daarom zij liep naar buiten, toen het werk gereed was. Er bevond zich niemand in de waranda. Misschien liet Wilbur Lenora den tuin zien. Maar ze waren ook niet in den tuin en Mary, boos over zooveel veronachtzaming, stond reeds op het punt naar huis terug te keeren, toen van achter de struiken stemmen tot haar door drongen. Besluiteloos bleef zij staan. De doodsche stilte van den avond omving de woestijn. Duide- Voor het eerst sinds langen t(jd komen er vanuit Amerika wat gunstiger berichten over de aldaar heerschende crisis. Niemand minder dan president Hoover heeft ver klaard dat de grootste moeilijkheden over wonnen zijn, dat het vertrouwen weer terug keert. Aan de beurzen wordt, evenals hier in Europa, weer lustig gegokt en verschil lende industrieën trachten door. het doen van groote aankoopen van grondstoffen, weer wat meer leven in de brouwerij te brengen. Voor Hoover, die een felle verkiezingstrijd tegemoet gaat, zou een zich voortzettend herstel niet ongelegen komen. Maar ook buiten het land van oom Sam zal men niets liever zien. DRAiSltlA-vANVALKENBURG'S- A LEVERTRAM G TT-LEEUWARDEN-ff (Adv.) IV. BESTRIJDING DOOR VERNIETIGING VAN BE IEPBN8PINTKEVERS. Wij hebben de iepenspintkevers als belang rijke overbrengers van de iepenziekte leeren kennen. Maakt men deze insecten nu het leven moeilijk of zelfs onmogelijk, dan moet het aantal achteruit gaan en daardoor zal de kans op nieuwe besmetting van onze iepen verminderen of ophouden. Hoe kan men nu de ontwikkeling dezer kevers tegengaan? Theoretisch is de zaak hoogst eenvoudig. Men behoeft slechts er voor te zorgen, dat kevers geen geschikte broedgelegenheid meer vinden. Wij hebben gezien, dat zij zich uitsluitend ontwikkelen in de schors van stammen en dikkere takken van zeer zieke, stervende of doode iepen. Het voorschrift ligt dus voor de hand: Ruim al deze iepen op! De moeilijkheid is alleen, in welk stadium van de ziekte een aange taste iep voor verwijdering in aanmerking komt. In de eerste plaats is dit het geval, als zoo'n iep dood of bijna dood is. Maar er zijn grensgevallen. Deze betreffen hoornen, die weliswaar zeer duidelijk ziek zijn, maar toch nog eenigen tijd in leven kunnen blijven. Dergelijke boomen kunnen voorloopig gespaard worden en wel zoolang als hun schors nog niet door de kevers wordt be woond. Daar dit echter slechts een kwestie van tijd is, beteekent het sparen gewoonlijk uitstel van executie. De tweede moeilijkheid is het verwijderen van de gevelde boomen. Men bedenke, dat men met het vellen alleen er nog niet is, want in de schors van gevelde iepenstam- men gaat de ontwikkeling der spintkevers nog geruimen ttjd door. Zelfs als men boomen kapt, die nog niet door de kevers zijn bewoond en men laat ze ergens liggen of stapelt ze op, dan worden ze onmiddellijk door tal van kevers opgezocht, die zich in de schors boren en zich verder erin ont wikkelen. Zulke boomen werken als een magneet, die talrijke kevers uit de omgeving aantrekt. Reeds na betrekkelijk korten tijd, lijk drongen de klanken tot haar door. Eerst Lenora: „Ze houdt je natuurlijk vast vanwege het geld. Het sluwe wijf!" Toen Wiibur: „Nee, Norry, nou vergis je je. Dat was vroeger zoo en daarom liep ik er in." „Het sluwe wijf!" Zij bedoelden haar. Natuur lijk bedoelden zij haar! Maar nee, dat was toch te vreeselijk! Zij moest zich hebben vergist. Doch de roi om heimelijk te luisteren stond haar niet aan. Zij liep kalm in de richting van de struiken. De stemmen werden zachter, zoodra zij naderde. Doch Mary groette hen nauwelijks en liep verder den breeden weg op, naar de woestijn. Zij kwam bij een verlaten huifkar en klom op den hoogen bok om te kijken naar den prachtigen zonsonder gang. Den volgenden morgen vertrok Wiibur. Lenora schreide een paar tranen en beloofde goed op Mary te zullen passen. „Hij vroeg het me speciaal," vertrouwde zij Mary toe en dag in, dag uit zat Lenora, als ze niet las, onder den booin op Mary's erf, die haar schaduw verspreidde in wijden om trek. Kleurige japonnen kenmerkten haar aan wezigheid. Ze trokken de aandacht van de be woners van Taho, zoo goed ais van de vreemde lingen, die toevallig langs kwamen. Menschen, die zich nooit om Mary hadden bekommerd, kwamen nu op bezoek. Al spoedig bleek, dat Lenora met hen had gepraat en hen had uitgenoodigd om te komen theedrinken. Niet lang duurde het, of zij ging naar den handelspost om nieuwe japonnen te koopen, voor rekening van Wilbur. „Heb je geen zin om een rijtoer te maken?" vroeg Mary op een straienden morgen. „Ik kan wei paarden te leen krijgen." „De zon zou mijn mooie tint maar bederven. soms een maand na het vellen, storten zij nieuwe generaties van kevers in ontelbare hoeveelheden over de omgeving uit. Hierdoor vindt nieuwe besmetting op groote schaal plaats en het is dus duidelijk dat zulke versch gekapte iepenboomen groot gevaar opleveren. Het beste middel om de gevelde boomen voor de ontwikkeling van de spintkevers ongeschikt te maken is het ontschorsen. Dus men trachte dit zooveel mogelijk in de praktijk te brengen, ook waar zich moeilijk heden mochten voordoen. Indien mogelijk, moet men de schors verbranden of deze op andere wijze vernietigen. Ook in de dikkere takken kan nog ontwikkeling van den schors kever plaats hebben. Men zorge dus er voor, dat de schors van deze takken eveneens zooveel mogelijk onschadelijk worde gemaakt. Zeer dikwijls is vastgesteld, dat b.v. de iepen bij boerderijen besmet worden, doordat men niet ontschorst iepenhout, van elders aan gevoerd, op het erf had opgestapeld. Ook kleine hoeveelheden niet ontschorst iepen hout, b.v. voor brandhout, kunnen reeds een ernstig besmettingsgevaar opleveren. iDplaats van het ontschorsen, dat het meest aanbevelenswaardig is, kunnen de iepen ook onder water worden bewaard, mits dit spoedig na het kappen geschiede. Indien nog deelen van de schors boven water uit steken, gaat echter de ontwikkeling van de kevers in deze deelen door. Proeven vanwege het Iepenziekte-Comité genomen, om geveld iepenhout op andere wijze tegen de kevers te beschermen, wezen uit, dat behandeling van de stammen met ruwe carbolineum goede resultaten oplevert. De kevers zochten de stammen die daarmede waren besmeerd niet op. Bovendien bleef de schors van op deze wijze behandelde stammen er geruimen tijd opzitten, hetgeen voor de gebruikswaarde van het hout van groot belang is. Indien deze methode ook in de praktijk aan de verwachtingen voldoet, dan zou hier mede de bestrijding van den iepenspintkever ongetwijfeld een belangrijke schrede verder Z(jn gebracht. De Gewestelijke Varkens Centrale voor Zuid-Holland. In verband met de vele vragen die tot ons worden gericht, over de CRISIS VAR KENS WET en alles wat hiermede verband houdt, achten wij het dienstig het volgende ter algemeene kennis te brengen. De CRISIS VARKENS WET heeft ten doel den varkensprijs te stabiliseeren op een zoodanig niveau, dat in elk geval de var kenshouders hun bedrijf zonder verlies zullen kunnen uitoefenen. Om dit te bereiken is het noodig: le. regelend op te treden ten aanzien van den export en dezen te bevorderen; 2e. regelend op te treden ten aanzien van de productie en 3e. zoo noodig leiding te geven aan de fokkerij, voor zoover het betreft de kwaliteit van het te gebruiken fok- materiaal. Met de uitvoering van de WET is belast de Nederlandsche Varkens centrale, die zich in haar taak doet bystaan door de Gewes telijke Varkens Centrales, terwyl deze laatste weer een gedeelte van haar werk opdragen aan-de z.g.n. districts-Commissies. Voor zoover het betreft den handel in en den export van baconvarkens is de rege ling en uitvoering geheel in handen van de Nederlandsche Centrale en dus niet by de Gewesteiyke Centrales. Verder geeft dit lichaam leiding aan de regeling der pro ductie, door voor elk gewest vast testellen het aantal biggen, dat in elk half jaar in dat Gewest mag worden gefokt. Zij stelt voor elk Gewest het aantal uit te geven biggenmerken vast. Het komt nu hierop neer dat een fokker in het eerste halfjaar, (1 October 1932—1 April 1933) 6 maal zoo veel biggen zal mogen fokken, als hy in 1930 en 1932 gemiddeld aan zeugen had. Wil hy meer biggen houden dan het hem toegewezen aantal, dan kan hij ook deze gemerkt kragen, doch de kosten bedragen dan ƒ5,— per big. Dit natuurlijk om te zorgen, dat de fokkerij zooveel mogelijk binnen de gestelde grenzen blijft. De Gewestelijke Centrales geven leiding aan het werk der district-commissies en verdeelen de aan het Gewest toegewezen merken over de districten. Het aantal dis tricten bedraagt in Zuid-Holland 53. De districts-commissies, die benoemd zijn door het Bestuur der Gewesteiy'ke Centrale op voordracht van de afdeelingen der 3 Cen trale Landbouw-organisatie (Holl. Mij. v. Landb., L.T. B. en C, T.B.) zijn belast met de verdeeling van de merken in het district. De districtscommissie wordt in haar werk bygestaan door een z.g.n. merker, dit is de persoon, die met het merken der varkens wordt belast. De gang van zaken is nu de volgende: In den loop van de maand September worden alle varkens geinventariseerd (ge teld) en gemerkt. Dit inventariseeren ge beurt door den districts-secretaris, terwijl het merken door den merker wordt verricht. Alle varkenshouders worden hiertoe bezocht. Alvorens tot het merken wordt overge gaan teekent de varkenshouder een aanvraag om te worden toegelaten als lid van de Gewestelijke Varkens Centrale, waarop hij een lidmaatschapsbewijs ontvangt van den Secretaris der districtscommissie. Het lid maatschap is kosteloos. Vervolgens betaalt de varkenshouder zooveel maal 12 Gent, als hy varkens heeft, die in aanmerking komen om te worden gemerkt, waarna het merken plaats heeft. Niet gemerkt worden: 1. hoogdrachtige zeugen, 2. varkens ly dende aan besmettelijke ziekten of vertoevende op erven waar besmette lijke ziekten heerschen, 3. varkens beneden 10 K.G. 4. varkens, die reeds van het tatoueermerk der Nederlandsche Varkens-Centrale zjjn voorzien. Deze laatste varkens worden ook niet geteld. Als we nu in de schaduw konden blijven...' Mary gaf geen antwoord. Lenora giegelde spot tend en ging voort: „Slechts op één voorwaarde zou ik onmiddellijk meegaan; als een zekere cow boy het mij vroeg!" Mary wist, dat er drie cowboys waren, die dik wijls met Lenora kwamen babbelen. „Welke?" vroeg zij. „Curry John Curry!" Mary stond versteld. „Waarom bloos je nu?" sarde Lenora. „Jij,.een getrouwde vrouw! Daarom zou ik hem juist zoo graag eens ontmoeten. Hij moet een wonder zijn. Jij bent altijd zoo koel en op een afstand en als jij met hem.Wiibur vertelde me, dat hij je het hoofd heelemaa! op hol gebracht heeft. Hij wil, dat ik hem uit de buurt houd." „Zoo!" Mary's uitroep klonk als een zweepslag. „En jij gelooft die laffe praatjes? Jij bent dus hier om op ine'te passen? Om me te bespionneeren! Ik veracht je!" IV. HIGH-LO. John Curry behield zijn populariteit onder de cowboys in Black Mesa, omdat men voortdurend behoefte had aan zijn goeden raad. Hij was de aangewezen leider, niet alleen door persoonlijke eigenschappen, maar ook door zijn werk als voor man bij Weston. Dat hij High-Lo als zijn beste kracht beschouwde, deed hem nog meer stijgen in de achting van de ruwe woestijnbewoners. High-Lo had zijn eigen naam vrijwel vergeten voor den bijnaam, dien hij aan John had te danken. Als iemand hem aan sprak met Alex Hardy, gaf hij zelden antwoord. Maar zoodra iemand „High-Lo" riep, verscheen de breede glimlach op zijn gelaat. Op een van High-Lo's zonderlinge tochten zon der vast doel, toen hij te dronken was ont te weten of hij naar Utah dan wel naar Arizona reed, was hij binnengevallen op de ranch van John Curry's broer in Colorado. High-Lo vertelde toen niet te weten wat hij moest beginnen en huilde later bij het kampvuur zijn dronkemansverdriet uit. John trok zich liet Jot van den jongen aan en zorgde voor hem, zoolang hij niet in staat was, op zich zelf te passen. Toen hij hem den volgenden dag weer misbruik zag maken van drank, sloeg hij de flesch, die High-Lo 's geheelen voorraad bevatte, stuk en schold den man de huid vol. Tien dagen later had hij in hem een bruikbare kracht ge wonnen voor het werk op de ranch van Weston. Door hun voortdurend in aanraking komen met vreemdelingen waren de cowboys op den handels post er meestal op gespitst te zorgen voor hun uiterlijk, doch High-Lo schee n zich nooit te be kommeren over zijn toilet. Toen echter John terug kwam uit Oraibj, liep High-Lo rond op nieuwe schoenen, met een nieuwen sombrero op en in een brandschoon, nieuw overhemd. Het stond Curry weinig aan. De meisjes Blakely schenen den jongen te hebben geïnspireerd, maar vrouwen, die in de gunst stonden bij Hanley moesten wel de minst geschikste te zijn om de gunst te winnen van High-Lo. John besloot verzet aan te teekenen. High-Lo, bezig een paard te beslaan, deed of hij John Curry niet zag aankomen. „Zoo breng jij dus je dagen door!" leidde Curry den aanval in. KLOKKEN, PENDULES, BAROMETERS geleverd door de Fa. E. HARTOGS ZN. Middelharnis voldoen aan de hoogste eischen. Prijzen belangrijk lager dan elders. (Adv.) High-Lo grinnikte. „Ze weten niet eens, dat ik een paard kan beslaan. Die luie rekels wilden het maar weer uitstellen tot morgen." „Ik heb weer eens een reisje voor je," antwoordde John. „Nu al weer voor mij?" stribbelde High-Lo tegen. „Het is toch mijn beurt niet. Wat is er aan de hand? Ga je zelf ook weg?" „Nee, ik blijf hier." High-Lo staarde zijn baas een tijdlang zwijgend aan. „Heb je er een bepaalde bedoeling mee?" Curry gaf niet direct antwoord. „Ik wil liever niet zeggen, waar jij je weer aan bezondigt." „Drommels. Maar je hebt gelijk! Het spijt me, dat ik het je moet zeggen, maar ik heb weer gedronken, juist daarom heb ik geen zin om een dag of wat van huis te gaan." John begon te lachen. „Jij weer aan den drank? En dat op een Indianen-reservaat in Arizona? Je hoeft heusch niet te probeeren, mij iets wijs te maken." „Ik heb pas gisteren mijn laatsten borrel ge dronken." „Zeg, cowboy, waarom sta je mij voor te liegen?" vroeg John, die volhield den ander niet te gelooven. High-Lo liet zijn werk in den steek, joeg het paard de wei in en nam plaats op een stapel tim merhout. „Ditmaal lieg ik niet, John," verzekerde hij met nadruk, „maar je hoeft niet boos te worden. Ik zal het je wel vertellen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1932 | | pagina 1