Tandarts BU1JS
l
is
PREDIKBEURTEN.
D
D. 6
;s3
S3
S3
S3
S3
S3
S3
S3
S3
S3
S3
S3
ES
ES
ES
S3
ES
ES
ES
ES
S3
S3
S3
ZITDAG
Verkooping
Dg Steenen WindËorsnmoIen
AAMBEIEN.
DE SALAMANDER JL
Bij contract aanzienlijk korting.
WOENSDAG
3 AUGUSTUS 1932
14E JAARGANG. - N°. 75
Moderne Landbouwwerktuigen in
de Wieringermeer.
FEUILLETON.
IN DEN GREEP DER WOESTIJN.
Aardappelen f 1,10 tot 3,20 per 100 k.g.
Poters ƒ1,— tot 2,50 per 100 k.g.
Frambozen 0,38 tot 0,62 per k.g.
Bessen (roode) 0,13 tot 0,31 per k.g.
(witte) 0,16 per k.g.
(zwarte) 0,37 tot 0,43 per k.g.
Blauwe druiven 0,60 per k.g.
Morellen 0,10 per k g.
Boonen (groote) 3,90 per 100 k.g.
Burgerlijke Stand.
MIDDELHARNIS.
Geboren: Jan, z. vanL. W.Vroegindeweij
en L. Korteweg; Willem, Jacob, z. van W. J.
van Dis en J. m. den Boer; Adriana Cornelia,
d. van J. J. Nipius en N. van Loenen.
Ondertrouwd: J. C. van Eek, 30 j. (Poor-
tugaal) en M. J. Boomsma, 25 j.
OOLTGENSPLAAT.
GeborenAdrianus Zacharias, z. van Theo-
dorus Anthonius de Waal en Johanna Maria
van Dravik; Wouter, z. van Eliza Hotting
en Pieternella Hokke; Lena, d. van Willem
Paasse en Maria van Dam.
Getrouwd: Laurens Neels, 21 j. en Jannetje
Troost, 21 j.; Teun Frans Beije, 25 j. en
Wijntje de Vos, 25 j.
Zondag 31 Juli 1932.
NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK.
Middelharnis, Tm. en 's av. (''oop) ds. Vroeg-
indeweij uit Wiluis.
Sommelsdijk, vm. leeskerk en 's av. ds. v. Asch.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. v. d.Wal.
Helkingen, vm. en 'sav. dhr. Overweel.
Melissant, vm. en 'sav. ds. Bouw.
Stellendam, vm. en 'sav. dhr. Bouman.
Goedereede, nam. ds. Verkerk.
Ouddorp, vm. leeskerk en nam. ds. van Ameide.
Nieuwe Tonge, vm. en 'sav. ds. Dekker.
Oude Tonge, vm. ds. Verkerk en's av. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. leeskerk en 's av. dhr. Polder
vaart.
Langstraat, vm. dhr. Vetter.
Den Bommel, vm. ds. v.]Ameide en 's av. leeskerk.
Stad aan 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. Polhuijs.
GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
Melissant, vm. en 'sav. leeskerk.
Stellendam, vm. en 'sav. ds. Broekstra.
Onddorp, vm. en nam. leeskerk.
Ooltgensplaat, vm. en 's av. ds. de Lange.
Den Bommel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
Stad a. 't Haringvliet, vm. en 's av. ds. de Graaff.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Middelharnis, vm. en 's av. leeskerk.
Dirksland, vm. en 'sav. ds. de Blois.
Herkingen, vm., nam. en 'sav. leeskerk.
Ouddorp, vm. en nam. dhr. Romijn.
CHR. GEREFORMEERDE KERK.
Middelharnis, vm. en 'sav. dhr. Smits uit Hil-
legom.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Ouddorp, geen dienst.
houdt vanaf 10 September
Donderdags te Dirksland, in
Hotel Polderman vanaf half 11
tot 4 uur.
Vrijdags te Oude Tonge, in
Hotel Van Veen vanaf half 11
tot 4 uur.
Die dagen SPREEKUUR te MID
DELHARNIS, 's morgens van hall
9 tot 10 uur, 's avonds van 7
tot 8 uur.
°p Woensdag 17 Augus
tus 1932 bij Inzet in het Café
Osseweijer
Op Woensdag 24 Augus
tus 1932 bij Afslag in het Café
Witte te NIEUWE TONGE, telkens
des nam. 4 uur (Nieuwe Tijd),
ten overstaan van Notaris P. A. VAN
BUUREN te Middelharnis
met 2 koppelsteenen, koek-
breker, buil. taaverpletter,
graanschooder met toe-
behooren, woonhuis met
schuurtjes en pakhuis met
het erfpachtsrecht van den
grond,
aan den Noordlandschendijk te Nieu
we Tonge.
In 2 perceelen en combinatie.
PADICALE GENEZING
de hardnekkigste Aambeien
kunt U genezen binnen enkele weken.
I Kipstraat 59, P'dam I
Oe Centrale Proeftuin
voor
Goeree en Overflakkee
te Middelharnis (Langeweg)
Is op eiken werkdag voor belangstel
lenden GRATIS TOEGANKELIJK.
Desgewenscht geeft de tuinman alle
Inlichtingen, die mochten worden ver
langd.
Prijs per kwartaal f 1,
Losse nummers 0,076
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent,
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
De vorige week zijn voor de landbouwers
leden der landbouw-maatschappijen verschil
lende landbouwwerktuigen gedemonstreerd.
De belangstelling was zeer goed, gezien ook
de zeer ongunstige weersomstandigheden. Deze
waren voor een demonstratie de ongunstigst
denkbare: vrijwel onafgebroken regen, zoodat
en de bodem en de mensclien door en door nat
waren.
De gronden in den polder zijn op akkers van
10 M. breedte gelegd. Het is dus van belang,
dat de werkbreedte der werktuigen zich bij
deze akkerbreedte aanpast.
Allereerst werd een scharnierzaaimachine in
werking gesteld. Deze machine, met een werk
breedte van 5 M., kan in 5 gangen dus 3
akkers 30 M. bezaaien. De zaaihuisjes,
die daarbij boven een greppel komen, kunnen
worden afgesloten. De machine is in het
midden scharnierend gekoppeld (vandaar de
naam) zoodat ook bij rondliggend land overal
even diep gezaaid wordt.
Terzijde is aan een langen balk een schijf
bevestigd, die het spoor markeert dat de
tractorbestuurder bij een volgenden gang
moet volgen. De breedte dezer machine
behoeft niet tot 6 M. bepaald te blijven, in
Rusland loopen verscheidene tot een totale
werkbreedte van 20 M. De wielen der machine
waren, speciaal voor de Zuiderzeegronden, van
20 c.M. breede velgen voorzien, zoodat te diep
wegzakken niet voorkwam. Dit werktuig
leverde blijkbaar goed werk; per dag kan
20 H.A. bezaaid worden.
Ook het omzwenken van deze gecombineerde
installatie leverde geen moeilijkheden op.
Ook de achtscharige ploeg, met een werk
breedte van 2 M., die vervolgens in het werk
gesteld werd, leverde mooi werk. Vooral ook
het afwerken der kanten van den akker kon
de goedkeuring der aanwez^en wegdiagen.
Deze ploeg kon worden ingesteld op diepten
van 4 tot 14 c.M. Het oppervlakkig bouwen,
waarbij het ontzilten van den vroegeren zee
bodem vooropgesteld wordt, kan met dezen
ploeg dus geschieden. De trekkracht kan wor
den geleverd door een 15 paards tractor,
terwijl per dag 8 H.A. kan worden geploegd.
Het in werking stellen der eggen met een
werkbieedte van 10 M. waarmede dus een
geheele akker tegelijk kan worden bediend
werd achterwege gelaten met het oog op liet
weer. Ook deze eggen zijn in het midden
scharnierend aan elkaar gekoppeld.
Het voornaamste gedeelte der demonstratie
vormde het in werking zijn van den Rud
Sack draineerploeg. Het vraagstuk der in
brenging van draineerbuizen in den bodem is
met de uitvinding van deze machine goeddeels
opgelost. Reeds geruimen tijd heeft men ge
tracht door het graven van gangen onder den
grond den waterafvoer bevredigend te regelen.
Zooals bekend, worden bij het systeem van
prof. Visser in deze gangen houten buizen
ingebracht.
Bij den Rud. Sack draineerploeg wordt nu
als nieuwste vinding gedemonstreerd dat
tegelijk met het maken van den mollengang
in den grond de draineerbuis ingebracht
wordt. De gang wordt met behulp van een
granaatvormige mol, die onderaan een verti
kaal mes is bevestigd, door den grond ge
trokken. Achter aan dien mol zit een stang,
welke aan een oog een roestvrije stalen buis
ZANE GREY
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG
(Geaut. uitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
2)
Ware zij economisch onafhankelijk geweest, zij
zou een kans hebben gehad te ontkomen, doch de
opvoeding, welke haar vader voor zijn dochter
noodig achtte, had deze volkomen afhankelijk ge
houden totdat zij, kort na moeders dood, thuis
niet meer van nut kon zijn. Was het wonder, dat
Mary te vlug meende den man van haar leven te
hebben gevonden dat zij mevrouw Wilbur New
ton werd, nog eer er een jaar was verstreken?
„Ik ga trouwen met een man uit Texas," had
zij geschreven, ..met iemand van buitengewone
capaciteiten, uit een oude, bekende familie. Hij
heeft het niet beneden zich geacht rancher te wor
den, om op die wijze het fortuin der familie te
herstellen. Het is zulk een prachtige taak hem te
helpen er boven op te komen. ïk ben zoo verschrik
kelijk verliefd. Nooit zal ik vergeten die wonderlijke
gewaarwording, toen ik hem voor het eerst ont
moette. Ik hoorde het rinkelen van zijn sporen,
zag een grooten sombrero en en daaronder een
gezicht, dat bijna niet te beschrijven is zoo vrien
delijk, zoo vol ingehouden kracht. Niet roekeloos,
maar voor niets bevreesd."
mede door den grond trekt, zoodat na een
doorgang direct een goede afvoerbuis de ont
watering blijvend verzorgt. Reeds eerder
ingebrachte buizen zagen we dan ook regel
matig stroomend.
De inbrenging van de buizen heeft op de
volgende wijze plaats:
De haspel, waarop de 16 c.M. breede en 1
mM. dikke stalen band ligt opgerold (buis
wagen), wordt boven de sloot gebracht. Daar
voor komt de ploeg te staan, die getrokken
wordt door een 60 P.K. tractor. In dit geval
werd met het oog op de doorweekheid van het
terrein nog een tweede tractor van 20 P.K.
voor den eerstgenoemden gespannen.
In den buiswagen wordt de band, door een
onderaan zich bevindend walswerk, gedurende
het afrollen tot een buis gemaakt, welke buis,
zooals boven gezegd, door den grond wordt
getrokken.
Met behulp van een electrische lamp in een
verstelbaren schijnwerper wordt een licht
straal uitgezonden, welke precies op het voor
geschreven verval van de draineerbuis wordt
ingesteld. Deze lichtstraal wordt opgevangen
op een matglas in een houten kijker, welke
kijker vast verbonden is aan het zwaard van
de mol. Gezorgd moet worden dat de uitge
zonden lichtstraal steeds op het midden van
het matglas wordt opgevangen. Hiertoe stelt
de moment-diepgangverstelling van de mol in
staat. Deze diepgang wordt n.l. door middel
van een hydraulischen druk van ongeveer
45 Atm. oogenblikkelijk geregeld, zoodat het
volgen van den lichtstraal zeer gemakkelijk
gaat.
De buizen worden vervaardigd uit geperfo
reerd roestvrij koperhoudend staal. Het water
kan behalve-door de gaatjes ook door den
overlangschen naad van de buis toetreden.
De ploeg rijdt met een snelheid van c.a.
4 K.M. per uur. Op de akkers van 250 M.
lengte wordt tot halverwege, dus 125 M., inge
bracht, waarna de buiswagen boven de sloot
verplaatst moet worden.
De buizen werden op een diepte van 1.20
M. ingebracht.
De machines, die gedemonstreerd werden,
zijn alle berekend voor het groot-bedrijf. In
ons land is echter het klein-bedrijf overheer-
schend en zal aan hec groot-bedrijf wel nooit
een toekomst beschoren zijn. Het zal dus voor
den Nederlandschen boer in het algemeen niet
veel zin hebben om tot aankoop van dergelijke
werktuigen over te gaan. Iets anders echter is
het of niet tot coöperatieven aankoop kan
worden besloten of, wat misschien nog beter
is, of er niet bepaalde ondernemers kunnen
komen, die zulke werktuigen aankoopen en
daarmede in loondienst gaan werken. Maar
ook voor de droog gemaakte en te maken
gronden van de Zuiderzee dienen we af te
wachten hoe de toestand zich wil ontwikkelen.
Hierbij hebben we ook rekening te houden met
de mentaliteit van hen, die straks dien grond,
op welke wijze dan ook, te bewerken krijgen.
Dat met die mentaliteit wel gerekend dient
te worden, werd ons nog eens weer duidelijk
gedemonsterred door de wijze waarop de
Noord-Hollandsche boeren de in den Wieringer-
meerpolder gebouwde en in aanbouw zijnde
bedrijfsgebouwen becritiseerden. Hieruit bleek
ons dat tot verwondering dier boeren schuren
gebouwd werden, die naar hun oordeel voor
het bedrijf niet geschikt zijn, terwijl ze toch,
zonder veel meer kosten wel doelmatig gemaakt
konden worden.
Verslag van de buitengewone ver
gadering van den Raad der gemeente
ZWARTEWAAL op Zaterdag 30 Juli
1932, des avonds 7 uur.
Aanwezig alle leden, behalve wethouder
Mol, die wegens ziekte verhinderd was.
Te ongeveer 7 uur heeft de Burgemeester
met zijn familie afscheid genomen van deze
gemeente.
De geheele Raad, benevens eenige oud
raadsleden waren aanwezig, de Burgemees
ter, die inmiddels met zijn familie was gear
riveerd, opende de vergadering met enkele
woorden.
De Voorzitter verzoekt daarna den secretaris
de notulen van de vorige vergadering voor
te lezen.
De Secretaris voldeed aan dit verzoek en
las de notulen voor van de vorige vergadering
van 10 Juli 1932.
Burgemeester: „Heeft iemand van de
heeren nog iets aan te merken?Neen?Dan
worden deze notulen onveranderd goedge
keurd.
Zooals U weet is tot tfldeljjk Burge
meester benoemd de heer Verschoor. Nu
zullen we nog een tijdelijk wethouder ook
moeten kiezen. Heeft een van de heeren
een bepaalde voorkeur?"
Verschoor: „Heeren, ik wil dit nog op
merken. Mol is van dezelide lijst als van
der Zee en Brobbel. Van der Zee kan moeilijk
door z(jn bedrijf en Brobbel heeft er geen
zin in. Nu heb ik er met den heer Kroes
over gesproken en die had er ook geen zin
in. Ik geloof toch zeker als wij Kroes be
noemen, dat hij die benoeming wel aan
zal nem6n."
Burgemeester: „Heeren dan zullen wij
overgaan tot stemmen."
Bij stemming heeft de heer Kroes 4,
Brobbel 1 stem en 1 biljet was blanco,
zoodat Kroes werd benoemd.
Burgemeester! „Kroes neemt het aan?
Denk eens aan de 3 korting."
De heer Kroes neemt zijn benoeming aan.
Burgemeester: „Heeren heeft U er bezwaar
tegen dat ik eersol ontslag neem als Amb
tenaar van den Burgerlijken Stand?"
Niemand van de heeren heeft er iets tegen,
zoodat aan den Burgemeester met ingang
van 1 Augustus 1932 eervol ontslag is ver
leend als Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand.
Hierna richt de Burgemeester het woord
tot de aanwezigen:
„Mijne heeren, toen ik in November 1924
voor het eerst in Uw Raad verscheen, na
feestelijk te zijn ingehaald, beloofde ik voor
deze gemeente te zijn een goed Burgemeester.
Ik beloofde te zijn een vriend, die naar
zijn vermogen zou werken in het belang
van Zwartewaal. Nu ik weer voor U sta
om afscheid te nemen, ligt het niet aan mij
om te beoordeelen of ik mijn woord heb
gehouden of Uwe verwachtingen heb be
schaamd. Wat ik wel weet is, dat ik tot
op het laatste toe mijn plicht heb gedaan
en de rechtvaardigheid heb betracht.
Het doet mij leed dat de wethouder Mol
door ziekte reeds geruimen t(jd geen deel
heeft kunnen nemen aan onze besprekingen
Zes maanden later kwam bericht, dat de po
gingen van Wilbur Newton, om een ranch te be
ginnen, ten eenen male waren mislukt, al had
Mary tot het uiterste getracht vol te houden. Om
aan de schande te ontkomen een man, ais hij,
zou geen oneer kunnen dragen, waren zij ver
trokken naar zuidelijk Arizona. Twee jaar later
was de farm in een afgelegen Arizoiia-dal een mis
lukking gewordenKatherine had nooit begrepen
waarom en vertrokken zij met hun weinige
bezittingen naar Taho, in het reservaat van de
Navajo-Indianen, waar de man, die voor niets
bevreesd was, in dienst trad bij een handelaar,
als assistent. Hij was iemand, die zich in elke
positie wist aan te passen, omdat zijn vrouw
zwoegde en zich uitsloofde. Katherine had het
onmiddellijk gemerkt. Zij kookte van verontwaar
diging. Eens, toen zij nog in het oosten vertoefde,
had Katherine Mary den raad gegeven niet te lang
te laten wachten op nieuws van een kleinen Wilbur
junior. Doch er kwam geen enkel bericht, zoo min
als Mary ooit zinspeelde op den brief, waarin dit
advies had gestaan. Wel kwam er een tijd, dat
Katherine van harte dankbaar was hiervoor; hon
den en kinderen hielden nu eenmaal niet van
Wilbur.
„Vind je niet, düt de woestijn tot nadenken
stemt?" klonk het plotseling, storend in haar over
peinzingen.
Katherine bloosde en haastte zich te antwoorden,
dat dit inderdaad zoo was, doch Mary's oogen,
vlug en onderzoekend, hadden zich reeds van haar
afgewend. „Kijk eens," klonk het nu, „daar ligt
Leupp. Zie je den molen? Zie je die stippen? Dat
zijn de schoolgebouwen."
„Maar dat is toch geen vijftien mijlen hier van
en ook heden weer afwezig moet z(jn.
Moge hg spoedig herstellen om weer voor
de Gemeente werkzaam te kunnen zijn, zoo
als hij dit steeds gedaan heeft, met trouw
en eerlijkheid, waarvoor een woord van dank.
Het doet mij echter weer genoegen hier
aanwezig te zien den ouden wethouder
Kieviets, met wien ik geruimen tijd zoo
prettig heb mogen samenwerken, en die mij
bij mijne installatie zoo hartelijk heeft toe
gesproken. Ik dank U heor Kievits voor
deze samenwerking en voor Uwe vriend
schap.
De Heeren leden en oud-leden van den
Raad, hartelijk dank voor Uwe medewer
king, inzonderheid U wethouder Verschoor,
die mij steeds trouw terzijde heeft gestaan
en ondanks de keeren dat wij wel eens fel
tegenover elkaar hebben gestaan, nooit in de
fout verviel om personen met zaken te ver
warren.
Ik dank U heer Verschoor en ik zal steeds
met genoegen aan onze samenwerking terug
denken.
Wat gedurende mijn beheer in Zwarte
waal tot stand is gebracht heb ik te danken
aan de oude en tegenwoordige Raadsleden,
die steeds welwillend waren zoodat prettige
en vriendschappelijke samenwerking moge
lijk was.
Het ligt niet op mijn weg, op te sommen
wat in Zwartewaal gedurende mijn beheer
zooal veranderd is, ik laat dat aan U over
dit te beoordeelen.
En als ik strakB van U ga, dan doe ik dat
met een zekeren weemoed, omdat ik Zwarte
waal heb leeren kennen en liefhebben.
U mijnheer de Secretaris m(jn bijzonderen
dank. Door Uw nauwgezette plichtsbetrach
ting, Uw ijver en Uw trouw, hebt U mij
het werken aangenaam en gemakkelijk ge
maakt. Zwartewaal mag ik van harte geluk-
wenschen met Secretaris Boers.
Dank aan U heer Kort, die steeds een goed
Politieman was, die blijk heeft gegeven van
vertrouwd te zijn met de wetten en veror
deningen, waardoor ook in deze richting aan
mjj veel steun is verleend. Uw trouw en eer
lijkheid zal ik nimmer vergeten. Het moge
en Uw gezin wel gaan.
Een woord van dank aan U Hoftijzer moge
niet achterwege blijve, ook gij waart een
goed ontvanger die steeds zijn plicht deed.
Tenslotte een woord van dank aan de
Onderwijzers, aan de Heeren van Kerk en
Armbesturen, aan de leden van het Crisis-
Comité, die mij allen vriendschap hebben
bewezen, waardoor steeds aangenaam samen
werken mogelijk was.
En gij allen, burgers van Zwartewaal al
of niet aanwezig, U allen zonder onder
scheid roep ik een hartelijk vaarwel toe,
Ook U dank ik voor Uwe vriendschap, voor
Uwe achting.
Het ga U allen wel.
Zwartewaal zal ik steeds blijven geden
ken."
De heer Verschoor sprak daarna als volgt:
Geachte Burgemeester en familie,
Naar aanleiding van Uw gesproken woor
den zoo juist tot ons gericht, wil ik nog
een paar woorden spreken.
Ik kan niet zoo mooi spreken. Ik ben
maar een man van het oogenblik en ik kan
alleen dat zeggen, wat m(j momenteel naar
voren komt. Ik heb het niet zoo mooi op
een papiertje staan ais U. Ik hoop dat U
en de Uwen veel plezier zult beleven in
in Uw nieuwe gemeente. Het is zeker dat
wij prettig hebben samengewerkt, U als
Burgemeester en ik als wethouder.
Alle bloemetjes kunnen geen aalbessen
worden, en ook het weer in ons land heeft
zijn buien, zoo is het in de vergadering ook
wel eens geweest, maar dat neemt niet weg
dat wij het heel goed hebben kunnen vinden
en steeds onzen plicht hebben gedaan in het
belang van Zwartewaal, vooral aan U heer
Burgemeester heeft Zwartewaal veel te
danken. Onder U zijn belangrijke verbete
ringen aangebracht. Zoo hebben wij in de
eerste plaats den weg naar den Briel. Zooals
de meesten van ons wel weten is de toestand
heel wat veranderd. De auto's zaten elkaar
daar steeds in het vaarwater. Ook dit euvel
is door U op de meest prettige wijze op
gelost. Wij hebben ook nog aan U te danken
het stofvrij maken van het Zuideinde, de
menschen die daar wonen, mogen U wel
dubbel dankbaar zijn, dat U ze uit het stof
hebt gehaald. Als men altijd in het stof zit
is het ook zoo plezierig niet. Zoo zijn er
hier verschillende dingen verbeterd onder
Uw beheer.
U hield van correctheid en zuinigheid,
daar zullen velen het met mij over eens z(jn.
Voor zoo'n klein plaatsje als Zwartewaal,
staan we, naar verhouding tot andere
plaatsen, er nog niet zoo beroerd voor.
Zoo dank ik U dan nogmaals, ook uit
naam van vele Raadsleden voor Uw eerlijk
heid en trouw en rechtvaardigheid aan deze
gemeente bewezen. Ik hoop dat U geen
berouw zult hebben van Uw verandering.
Met deze woorden neem ik afscheid van U,
maar U gaat niet zoo ver weg en de meesten
van ons komen wel eens in Oostvoorne en
hopen U ook daar nog eens te ontmoeten.
Burgemeester dat het U en Uw familie in
Oostvoorne goed moge gaan."
Burgemeester: „Heer Verschoor ik dank
U voor de hartelijke woorden tot ons gericht".
Kroes: „Ik sluit mij bij de woorden van
den heer Verschoor aan, ook ik hoop dat
het U en Uw gezin goed gaat en dat U daar
in Oostvoorne evenveel harmonie zult ouder
vinden als hier."
Burgemeester: „Dank U Kroes voor Uw
woorden van waardeering."
Bruins: „Burgemeester ik hoop dat de
weg op Oostvoorne evengoed door U be
wandeld zal worden als hier in Zwartewaal."
Burgemeester: „Heeren ik dank U nog
maals voor de hartelijke woorden. Dat het
U allen goed moge gaan.
Verlangt iemand nog het woord? Zoo
neen, dan is deze vergadering gesloten.
Hierna vraagt oud wethouder Kievits nog
het woord. Hij spreekt den Burgemeester als
volgt toe:
Geachte Burgemeester, leden van den Baad
„Het deed mij genoegen een uitnoodiging
te ontvangen voor deze laatste vergadering
van onzen Burgemeester, nu het oogeublik
gekomen is om afscheid van hem te nemen,
en ook van zijn vrouw en kinderen. Eer
ik dat doe wil ik, als het mij vergund is
nog eenige woorden spreken en wel deze:
„Het deed mij veel genoegen van U te
hooren hoe bij Uw aankomst hier in Zwar
tewaal de heer Kieviets de eerste was die
U de hand drukte. Dat zal ik niet gauw
vergeten. Ik ben door die woorden getroffen.
Wij hebben veel samengewerkt, U als Bur-
daan," protesteerde Katherine.
„Ja zeker. En van die echte lange woestijnmijlen.
Afstanden zijn hier erg bedriegelijk. Zie je die
bruine lijn, die ais een draad ligt halfweg de plaats,
waar wij nu zijn en Leupp? Dat is de Canyon
Diablo, een groote, diepe cnyon. Daar moeten wij
door om in Leupp te komen."
„Duivelskloof? Wat klinkt dat verrukkelijk! Ais
je hier staat, zou je denken, dat de woestijn een
prachtig gelijke vlakte is... het zal me heusch
spijten, als we al te spoedig worden verlost."
„Het is heel vreemd." ging Mary voort, „te
bedenken, dat de Indianen in Leupp op het oogen
blik al weten, hoe een gezelschap van vier per
sonen, twee mannen en twee vrouwen, gestrand is
in de woestijn bij ik weet niet, hoe ze het hier
noemenDat is iets van de zwarte kunst der
woestijn. Nog nooit heb ik ergens in de woestijn
gereisd, of het nieuws van mijn komst was reeds
vooruitgegaan."
„Kunnen wij hier blijven tot dez on ondergaat?"
vroeg Katherine.
„Geen sprake van!" antwoordde Mary, die plot
seling in beweging kwam. „Er is veel te veel te
doen: een kampvuur aanleggen, eten klaarmaken
enz. De chauffeur moet maar hout sprokkelen, ik
zorg voor de rest."
- „En wat moet die arme Wilbur dan doen?.
Maar die heeft het druk met zijn gedachten.
Katherine imiteerde de langzame bewegingen van
den man, dien zij belachelijk maakte en voegde
er spottend aan toe: „Vroeg of laat sterft hij nog
eens aan overbedachtzaamheid, maar degene, die
zijn necrologie schrijft, zal tot de conclusie komen,
dat zijn hersens van katoen waren!"
„Katherine!" smeekte Mary, met iets van ver
wijt in haar grijze oogen. „Ik weet, dat Wilbur
een goed kampeerder, is, wanneer hij alleen op
reis gaat of met mannen. Maar als ik bij hem ben...
„Word maar niet boos op me. Ik voel me op het
oogenblik als de zeepbel in het sprookje dat moeder
ons vroeger vertelde, de zeepbel, die uiteen
spatten wilde en niet kon. Weet je nog op zeke
ren dag werd de arme zeepbel kleurig en vroolijk
Pas op!"
„Maar de gevolgen waren nogal verdrietig,"
merkte Mary peinzend op „de zeepbel bemerkte,
dat de dingen nooit meer kunnen worden, zooals
ze geweest zijn."
Het volle gewicht van deze opmerking ontging
Katherine. Ver weg, in de richting van waar zij
gekomen waren, merkte zij een langzaam be
wegende stip. „Zou dat een auto zijn? Zie daar
eens!" riep zij.
.Dat is een auto," verzekerde Mary. „Die rijdt
sneller dan het ons toeschijnt. Maar hij is nog een
heel eind weg, ai denk ik wel, dat hij voor donker
hier zal zijn. Kom maar gauw mee."
Het afdalen viel gemakkelijk en had een vlot
verloop. Zij legden den afstand naar den auto af
met vlugge stappen. De chauffeur was in slaap
gevallen over zijn stuur, Wilbur bleek nergens te
bekennen. „Fijn," dacht Katherine. Hardop zeide
zij: „Maak den chauffeur niet wakker. Ik zal wel
hout sprokkelen. Dat prairiegras brandt toch
zeker ook?"
Het vuur, dat zij aanlegde, vormde aanvankelijk
geen succes, maar onder leiding van Mary deed
zij het weidra opvlammen. „Iedereen, die koppig
volhoudt als jij, leert het wel op den duur," lachte
Mary.
Zij had een kleed uitgespreid op eenigen afstand
van het vuur en zette daarop een smakelijke lunch
gereed. Katherine die zich heel gewichtig voelde,
nu haar vuur het deed, vroeg nieuwsgierig: „Waar
dient die zware ijzeren pot voor?"
„Dat is een oventje," kwam het antwoord, „een
heerlijkheid in het leven van iederen cowboy."
Mary was druk bezig met het maken van deeg
en babbelde met haar vriendin, terwijl zij beschui
ten kneedde. „Je leert langzamerhand pas. hoeveel
je van alles moet nemen," legde zij uit. „Ik had
met mijn eerste beschuiten wel een stad kunnen
bombardeeren, zoo hard waren die. En toch had
ik hetzelfde recept gebruikt als vroeger in het
oosten... Nu moet jij even gloeiende blokken uit
het vuur halen. Maak er een warm nestje van.
Dat is dan voor de oven."
Zij reikte Katherine de oven aan. Klompjes deeg
lagen op den bodem van den pot. Mary zette die
op de gloeiende blokken en iegde met verwonder
lijke snelheid gloeiende takken op het deksel, dat
nog terzijde lag. Zij weigerde het verzoek van den
chauffeur, haar te mogen helpen en plaatste met
behulp van een dikken tak, die door het hengsel
werd gestoken, het deksel op den pot. Geen kooltje
vuur bewoog.
„Zoo wordt het van boven ook warm," riep
Katherine, zoo trots, alsof zij zelf dezen ingeni-
euzen oven had uitgevonden.
„Als de beschuiten klaar zijn zal ik spek bakken,"
babbelde Mary. „Dat duurt maar een oogenblik.
Wat mij betreft, geef ik er de voorkeur aan het
te doen, wanneer we zitten te eten, maar Wilbur
vindt het prettiger, wanneer alles klaar is, als we
aan tafei zitten.
(Wordt vervolgd.)