trouwen? Middelharnis EDIKBEURTEN. in met ongeveer 60 platen. 's of fotobriefkaarten en te Middelharnis. IV DER PLAAT 3EMASTRAAT DELHARNIS jk maar! leen WOENSDAG 25 MEI 1932 14E JAARGANG. - N°. 55 Land- en Tuinbouw FEUILLETON. DE WILDERNIS OVERWONNEN. Weigert namaak! Voor de tweede maal over de Oceaan gevlogen. ondag 22 Mel 1932. LNDSCH HERVORMDE KERK. vm. en 's av. dhr. Dijkman uit vm. en 'sav. ds. v. Asch. m. ds. van der Wal en 'sav. dhr. m. en 'sav. dhr. O verweel. en 's av. ds. Bouvv. n. en's av. dhr. Bouman. vm. ds. van Ameide. leeskerk nam. ds. v. Ameide. e,vm.leeskerken 'sav.ds.Dekker, vm. en 'sav. ds. Verkerk. vm. ds. Dekker en'sav. leeskerk. m. en 'sav. dhr. Vetter, vm. leeskerk en nam.ds.Polhuijs. aringvliet, vm. ds. Polhuijs en's av. ROTESTANTENBOND. (Langeweg) vm. 10 uur ds. Olde- REFORMEERDE KERK. vm. en 'sav. ds. Zeilstra. l. en 's av. leeskerk. vm. en 'sav. ds. Oussoren. en nam. leeskerk. vm. en 'sav. ds. de Lange, vm. en's av. ds. Schaafsma. ringvliet, vm. en's av. ds. de Graaft', s, geen opgaaf, et, geen opgaaf. 'ORMEERDE GEMEENTEN. vm., en 'sav. leeskerk. n. leeskerk en 'sav. ds. de Blois. m., nam. en 'sav. dhr. Honkoop am. n. en nam. dhr. Schothorst uit GEREFORMEERDE KERK. vm. en 's av. ds. Bokhorst uit ude. PSGEZINDE GEMEENTE, ds. Foppema. aangeboden prima eer goedkoop. er letter B. Bureau v. d. Blad. ïtkaarten, 't is nu de van dorpsgezichten. N (bekleed). Java-Kapok, met peluw MATRAS met peluw en AS. r totaal f 125.00 n korting, Uw geld! Prijs per kwartaal Losse nummers f 1- 0,07s ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f 1,per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt ieder en Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. WAARSCHUWING AAN BE FRUITTELERS. Spuit met Bordeauxsche pap. De Rljkstuinbouwconsulent te Apeldoorn ir. D. Bloemama bericht aan het „Geldersche Vereenigingsnieuws" Het ia mij een voorrecht te mogen con- stateeren, dat de fruittelers in de IJaelstreek en omgeving, dit jaar op vrp groote schaal de winterbespuiting met vruchtboomcarbo- lineum hebben toegepast in hun boomgaar den. Ik meen veilig de bespoten oppervlakte te mogen ramen op ongeveer 10 van hot totaal-oppervlak, met fruit bezet. Ik zeg een voorrecht, omdat het een voldoening is voor hen, die zich leeds verscheidene jaren de grootste inspanning getroostten de ziekten- bestrijding in de fruitteelt te propageeren. Anderzijds, omdat de fruittelers in deze streken daarmede het bewps leveren, dat zp ten volle beseffen, van welk een algemeen belang zulks is in verband met de toenemende buitenlandsche concurrentie en bovendien in het jaar 1931 de vele proefvelden in de IJsel- streek hun het bewijs leverden, dat de winter bespuiting met carbolineum onmisbaar is, als de bladluis (enorme) schade doet. Op diezelfde proefvelden werd intusschen evenzeer bewezen in welk een belangrijke mate de schurftbestrijding het al of niet loonend-zijn van de fruitteelt beheersebt. Voor zoover ik nu ten dezen een indruk heb gekregen, komt het mij voor, dat de schurftbestrijding op het oogenblik niet de belangstelling heeft, die zij toch eischt. Ik herinner daarom aan mijn groen vlugschrift „Fruitkweekers, let op uw saeck", dat ver leden jaar in duizend exemplaren door de veilingsvereeniging Deventer e.o. werd ver spreid en waarin met groote klem en af doende cijfers werd aangetoond, dat de schurftbestrijding dubbel en dwars loont, mits toegepast by boomen in goeden staat, met voldoende bloemvorming en een goeden voedingstoestand en ontwatering van den bodem. Thans wil ik daarom de waarschuwing uiten, dat de carbolineumbespuitingen slechts betrekkelijk weinig waarde kunnen hebben, als niet tevens de schurftbestrijding wordt toegepast. Met als gevolg, dat de prijzen op de veiling besteed, veelal slechts een teleur stelling zullen zijn, voor wie alléén met carbolineum spoten, omdat dit geen bestry- dingsmiddel is tegen de schurftzwam. Het is thans tijd om met 1J Bordeaux- sche pap te spuiten op Goudreinetten en Brabantscho Bellefleurs e.a. Voor de eerste soort is de tijd spoedig voorbijvoor de tweede soort, zoowel als voor den Sterappel e.a. is er nog even tijd. Echter heeft de ervaring verleden jaar geleerd, dat met Bordeauxsche pap beter aan den vroegen kant gespoten kan worden, dus voor nog eenige kleur van de bloemblaadjes is te zien, dan dat de bloe men reeds bijna open zyn of kleur vertoonen. Met nadruk dring ik er daarom bij de fruittelers op aan: wacht niet en laat ten spoedigste spuiten en dan na den bloei zóó vaak, als noodig is in verband met het op treden van schurft en de weersomstandig heden. Er zijn thans voldoende betrouwbare motorloonsproeierijen, zoo te Veessen, Ny- broek, Voorst, Wilp, Apeldoorn,Scherpenzeel en buiten mijn gebied nabij de grens, dan dat gebrek aan goede vaklieden ten dezen een bezwaar zou zijn. Daarbij zijn de zomerbespuitingen belang rijk goedkooper dan de winterbespuitingen, en behoeft niet elke soort 4 a 5 maal bespoten te worden, zooals de Goudreinette, die het intusschen zeer goed loont. Mogen de pryzen ter veiling Twello a.s. herfst, evenals dezen winter daar en te Res teren, Geldermalsen enz. wederom de beloo ning brengen aan hen, die het doorzicht bleken te bezitten in dat, wat moet gedaan worden, wil het bedrijf loonend en de Neder- landsche fruitteelt biyven bestaan en om hoog gaan, tot steun voor den akkerbouw en veehoudery. WORMSTEKIGHEID BIJ APPEL EN PEER. Om de eerste aantasting van appels en peren door de rups (Carpocapsa), welke de aan ieder bekende wormstekigheid veroor zaakt, te voorkomen, is het noodig, dat dadelijk na den bloei de appel en pereboo- men Despoten worden meteen vloeistof, die giftig is voor deze rups. Hiervoor kan men gebruiken Parijseh- groen (0,1 1 gr. per L. water) of lood- arsenaatpoeder (0.3% 3 gr. perL. water). Om bladverbranding te voorkomen is toe voeging van kalk (1 10 gr. per L.) ge- wenscht. Daar verschillende soorten (b.v. goudrei- net, Bellefleur) niet gelijktijdig bloeien, kan men niet alle boomen op hetzelfde tijdstip bespuiten, doch moet men eerst de vroeg- bloeiende, later de laatbloeiende behandelen. Alleen een bespuiting dadelijk na den bloei geeft goede resultaten. Loodarsenaat kan toegevoegd worden aan californische en aan Bordeauxsche pap;Pa- rtjschgroen alleen aan Bord. pap. Door vermenging van deze middelen ver krijgt men een sproeivloeistof, die tegelijker tijd tegen de wormstekigheid en tegen de scburftziekte werkzaam is. Echter is tegen wormstekigheid één be spuiting voldoende, terwijl tegen de schurft ziekte eenige keeren gespoten moet worden. Bij de latere bespuitingen tegen deze ziekte kan dus toevoeging van vergif aan de pap achterwege blijven, tenzij men vreterij aan de bladeren door andere insecten (kevers, rupsen) waarneemt. Volledige gegevens over de bestrijding van de wormstekigheid zijn opgenomen in Mede deeling No. 20 van den Plantenziektenkun- digen Dienst te Wageningen en bij de op verschillende plaatsen werkzaam gestelde ambtenaren van den Dienst. HET SELECTEEREN VAN AARDAPPELEN. Daar dit jaar in verband met het mogelijk in werking treden van wettelijke voorschrif ten voor den uitvoer van pootaardappelen, waarschijnlijk meer perceelen aardappelen voor de veldkeuring zijn aangegeven en ook het aantal personen, dat zijn gewas zal laten keuren, grooter is, wordt het volgende onder de aandacht van allen, die bij deze keuringen betrokken zyn, gebracht. 2ANE GREY Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG Oeautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 33) „Zij hebben zijn schuilplaats ontdekt; zooals te verwachten was, bleek die te vinden in het kamp van Bing Legget." „Jack werd dus gevangen genomen?" Kolonel Zane vertelde, wat er gedurende de laatste drie dagen had plaats gevonden, zooals hij dit in het kort van Wetzel had vernomen. „De Indiaan, dien ik bij de bron zag, droeg den boog, dien Jonathan mee terugbracht. Die moet dus de pijl hebben afgeschoten. Het was een reus achtige kerel cn geoefend schutter." „Het was een van de behendigste spionnen, die we ooit gekend hebben, maar nu ligt hij roerloos op het mos. Bing Legget krijgt nooit weer een bood schapper als die Shawnee. Zullen we naar binnen gaan?" Hij bracht Helen in de groote huiskamer, waar Jonathan lag op een matras, terwijl Betty en Will naast hem zaten. Silas Zane en verscheidene buren waien eveneens aanwezig. „Jack, hier is een dame, die naar je gezondheids toestand komt informeeren. Het doet me denken aan den tijd, toen Isaac gewond thuis kwam na zijn vlucht voor de Hurons. Hij en zijn lndiaansch vrouwtje mochten wel weer eens op bezoek komen." Helen vergat alles en iedereen, toen zij den gewonde zag liggen. Zij wendde haar oogen niet van hem af. „Hoe gaat het nu?" vroeg zij zachtjes. „Ik maak het best, meisje," antwoordde Jona than. Kolonel Zane slaagde er in met onnavolgbaren takt, al degenen, die buiten Jack en Helen in de kamer waren, te interesseeren voor een merk waardige tijding, die hij pas had gekregen, zoodat het tweetal voor een oogenblik geheel aan elkander was overgelaten. „Ik was zoo bang," mompelde Helen. „Waarom?" vroeg Jonathan. „Je zag zoo doodsbleek en dan die vreeselijke wond." „Dat heeft immers niets te beteekenen." Helen glimlachte hem toe. AI had de verwonding misschien niet zoo veel te beteekenen, zijn zwakte wees wel uit, dat de tocht naar de nederzetting ontzaglijk veel van hem had gevergd. Zijn donkere oogen hadden nu niets van die koelheid, welke hem anders kenmerkte. Bijna somber keek hij haar aan; en zoo vriendelijk, alsof hij te moe was, om nog ooit den strijd te hervatten. Zijn zwakheid oefende een vloed als zijn kracht nooit had gedaan. Onwillekeurig legde zij haar hand op de zijne. Jonathan keek haar aan met oogen, die door pijn verzacht waren. De teederhejd in haar blik, haar schoonheid ook overweldigden hem. Hij sid derde, toen haar vingers de zijne aanraakten. „Meisje," fluisterde hij, met diepe ontroering in zijn stem. Helen boog zich over hem heen. Zij zag, hoe zijn lippen beefden, maar een onuitsprekelijke droef Bij de teelt van pootaardappelen spelen de ziekten, vooral die van het loof, een zeer belangryire rol. Daarom is het noodig, dat allen, die zich met deze teelt bezighouden, zich goed op de hoogte stellen van alle ziekte verschijnselen, die aan de planten (en aan de knollen) waargenomen kunnen worden, zoomede met den aard dezer ziekten en de wijzen, waarop zy verspreid worden. Een opsomming en een uiteenzetting van deze ziekten kan in een bericht niet gegeven worden. Alle belanghebbenden worden daar om verwezen naar de uitvoerige beschrijving van de ziektebeelden en van de wijzen, waarop de selectie moet worden toegepast in Mededeeling No. 6 van den Plantenziekten- kundigen Dienst: Aardappelziekten, waar mede rekening moet worden gehouden bij de veldkeuring en by de selectie (Prps 0.30) Raadplegen van den inhoud van dit boekje wordt ten zeerste aanbevolen. Verder wordt (en dit geldt ook voor de verbouwers, die reeds langer aan de keuring deelnemen) gewezen op de noodzakelijkheid van het zeer vroeg verwyderen van alle zieke planten uit het gewas. Hierdoor toch voorkomt men verbreiding in het gewas van ziekten als bladrol en top- bont. Van de nauwkeurigheid, waarmede deze maatregel wordt toegepast, hangt grootendeels, zoo niet geheel, de waarde van de nateelt af. Vandaar, dat alle verbouwers, die aan de aardappelkeuringen deelnemen, met nadruk er op worden gewezen, dat met de selectie een aanvang moet worden ge maakt, zoodra de eerste verschynselen van de ziekten, die met het pootgoed overgaan, aan de planten kunnen wordenwaargenomen. Nalatigheid in deze kan niet anders dan teleurstelling opleveren. Nadere inlichtingen zijn gratis te bekomen bij den Plantenziektenkundigen Dienst en bij de bij deze Dienst werkzame ambtenaren. Onze melkvcehouderü in betere banen Op de vergadering van hoofden van land- bouwcursussen in Zuid-Holland (ambtsge bied van ir. A. A. Neeb), heeft Zaterdag de rijksveeteeltconsulent ir. P. Verhoeve een belangwekkende inleiding gehouden over: Het volgen van vaste lijnen by de veefok- kery en de berekening van voederrantsoenen. Allereerst wees spr. er op, dat in het boven aangeduide gebied, waar de plm. 40 aanwe zige heeren landbouwonderwyzers geregeld hun cursuslessen geven, zeer veel aan het volgen van vaste lijnen op het gebied der rundveehouderij ontbreekt. De Zuidhollandsehe veehouders zijn heel wat achter, in vergelyking met de akker bouwers in deze provincie. Deze laatste zul len er in de verste verte niet aan denken zaai- of pootgoed aan te koopen waarvan de herkomst en de prima eigenschappen niet controleerbaar zijn of niet vaststaan. Maar de doorsnee-zoetboer koopt zondereenig be zwaar zijn „mooie beestjes" op. de markten fe Utrecht, Rotterdam, Leiden enz., waar dikwyis aangevoerd wordt allerlei minder waardig melkvee, dat men elders opzettelijk van de hand heeft gedaan. Dat onder de op de genoemde markten aangekochte koeien er zeer vele voorkomen die, ook onder normale tijdsomstandigheden, nog nadeel opleveren, is aan vele boeren niet bekend. En zy schijnen van deze waar heid niet overtuigd te willen zyn ook, anders zouden ze wel het uitnemende middel melk- contróle toepassen, zooals elders in ons land met zooveel voordeel reeds jaren gedaan is en nog voortdurend gedaan wordt. Zuid-Holland steekt hierby zeer ongunstig ai; immers wordt van de ongeveer 200,000 melkkoeien in dit gewest, de melkproductie van slechts 10 h 12,000 koeien gecontro leerd. Spr. noemt voorbeelden, waaruit blijkt, dat zelfs in normale tyden de winst, die sóm mige koeien opleveren, weer geheel te niet gaat door het verlies, dat op de andere dieren van denzelfden eigenaar door dezen geleden wordt. De landbouwonderwijzers moeten onze boeren en hun zoons er vooral op wyzen, dat ze een minder groot aantal koeien moeten houden. De waanvoorstelling, dat hy de grootste boer is, die het grootste aantal koeien heeft, wordt nog vry algemeen aangetroffen en leidt tot bestendiging van den bestaanden toestand. Onze boeren moeten leeren inzien, dat alleen voordeel is te behalen met eerste kwaliteit melkvee. Ook met het oog op de kaasmakerij is het van groot belang, naar veeverbetering te streven. We kunnen, om tot dit inzicht te komen, uitnemend gebruik maken van een schema tische berekening als de volgende, die vóór vele maanden gemaakt werd. Vooraf ga de opmerking, dat we by elke melkkoe te doen hebben met deze twee belangryke factoren wélk deel van het toegediende voeder dient voor het iichaamsonderhoud van het dier, en welk ander deel blijft beschikbaar voor de melkvorming, de productie. Hoe kleiner naar verhouding het onderhoudsgedeelte van 't verstrekte voeder is, hoe voordeeliger de koe zal blyken. Eenige maanden geleden dan waren de verhoudingen van hoeveelheden melk, de pryzen van aangekocht veevoeder, de ver kochte melk, het veevoeder uit het bedryf en de winst (of verlies) per koe en per dag globaal voor te stellen als volgt: (met koeien van 500 Kg. levend gewicht wordt hier gerekend). De opgaven zijn in centen. Bij 5 liters melk p. koe en p. dag totale voederkosten 32 c.; geldel. melkopbrengst (5 cent de 1.) 25 c.; kosten aan gekocht voer 7 c.; rendement voer eigen bedryf 18 c.; winst of verlies per koe en per dag 7 c.; bij tien liters melk resp. 42 c., 50 c., 17 c., 33 c., 8 c.; by 15 liters melk resp. 52 c., 75 c., 27 c., 48 c., 23 c.; bij 20 liters melk resp. 62 c., 100 c., 37 c., 63 c.38 c.; bij 25 liters melk resp. 72 c., 125 c.. 47 c., 78 c., 53 c.; bij 30 liters melk resp. 82 c., 150 c., 57 c., 93 c., 68 c. Uit dit schema is onmiddellijk te zien, dat ondanks de hoogere voederkosten by melkrijk vee, toch by een melkprijs van 5 cent de winst toeneemt. Verder blykt heel duidelijk, dat het geldeiyk rendement (of de opbrengst in geld van de eigen pro ducten) geleideiyk toeneemt met de toe neming van de productie der melkkoeien. Op grond hiervan zegt spr.: „verbouw daarom zelf, als ge productief vee hebt, zooveel mogelijk het voeder voor uw vee." Op dit uiterst actueele referaat volgde een gedachtenwisseling, waaraan zeven der aanwezigen deelnamen. Nog even kwam hier by ter sprake, dat, behalve het meest-pro- ductieve melkvee, ook bij de noodzakelijke inkrimping van den varkensstapel, de beste fokvarkens gehouden moeten worden. De voorzitter wekte de landbouwonder wyzers op, zooveel mogeiyk de denkbeel- heid doorschaduwde zijn oogen. „Ik heb je zoo lief." Helen hoorde de zachtgefluisterde woorden. Zij voelde zich opgenomen ais in een andere wereld en keek hein aan. Had zij het gedroomd? Neen, zijn donkere oogen hielden zijn liefde niet langer verborgen. Het werd haar zoo wonderlijk te moede, zoo heel anders was het dan zij ooit had durven hopen, dat ze bevend het hoofd boog. Het volgend oogenblik hoorde zij de vroolijke stem van kolonel Zane zeggen: „Zul jij nu eens zorgen, dat Jack niet zoo veel praat? Zie je niet, hoe bleek en vermoeid hij is?" HOOFDSTUK XV Binnen acht en veertig uur liep Jonathan Zane weer rond alsof hij nooit gewond was geweest; een dag later wandelde hij naar de bron en voor de week ten einde was hield hij zich gereed om met Wetzel een nieuwen tocht te ondernemen. Den achtsten dag van zijn gedwongen niets doen, toen hij met Betty en den kolonel stond te praten, verscheen Wetzel op een heuveltop, ooste lijk van liet fort. Niet lang duurde het, of hij was bij hen. De uitdrukking van zijn gelaat was drei gend. De kalme vastberadenheid, die hem anders kenmerkte, scheen verdwenen, al verried niets in hem den onnatuurlijken hartstocht tot dooden. Wetzel sprak heel kort. Na met Jonathan de afspraak te hebben gemaakt, dat zij elkander den volgenden dag zouden ontmoeten, vijf mijl stroom opwaarts, rapporteerde hij den kolonel, dat Legget en diens bende hun schuilplaats hadden verlaten, klaarblijkelijk om een nieuwen strooptochtten, Vraagt de echte Poeders en Tabletten! Echt zijn ze alleen, wanneer op de verpakking de naam van den fabrikant in nevenstaande handteekening voorkomt. (Adv.) den van ir. Verhoeven te helpen verbreiden in dezen tyd, en samenwerking met den rijks veeteeltconsulent te zoeken, waarvan hier en daar in de provincie reeds resul taten gezien worden. „LADY LINDY» Het relaas van Miss Earhart over haar gelukten Oceaantocht. Geen vergelyking met den eersten tocht. Lady Lindy, zooals de Amerikanen miss Amelia Earhart, de vliegster, die nu voor de tweede maal een wel gelukte tocht over den Atlantischen Oceaan heeft gemaakt, noemen, heeft haar by naam eer aan gedaan. Niet minder dan drie records heeft zij ge broken. Het voornaamste is wel, dat zij den snelsten oceaantocht volbracht heeft. Zij heeft n 1. den afstand van 2062 mijl in ruim 15 uur afgelegd. Het tweede record is, dat zij de eerste vrouw is, die alleen over den oceaan vloog en het derde, dat zij de eerste is, die tweemaal die vlucht maakte. De kortste tijd was tot nog toe, die van Alcock en Brown, die in Juni 1919 den af stand St. John New Foundland Ierland (1890 mijl) aflegden in 16 uur en 12 minuten. Lindbergh, die zijn beroemden tocht juist vyf jaar geleden maakte, had 33£ uur noodig voor zijn vlucht van 3689 mijl van New York naar Parijs. In 1928 vloog miss Earhart, die nu eigenlijk mrs Putman heet, daar zij ge trouwd is met den uitgever en ontdekkings reiziger van dien naam, voor het eerst over den Oceaan in gezelschap van Wilmer Stulz en den mecanicien Gordon. Zooals men weet was de bedoeling van de vliegster eigenlijk naar Parijs te gaan, maar waarschijnlijk door het slechte weer, waar mede zij boven den oceaan te kampen heeft gehad, is zij van den rechten weg afgeweken en is zij geland in Ierland, vrijwel een nood landing, daar er eenige kleine mankementen aan de machine waren. Eigenaardig is de manier, waarop het relaas van den tocht bekend werd. Alleen de eigenaar van de weide, waarop de vliegster landde, was aanwezig bij de landing. Hij hielp haar uit het toestel en de bewoonster van een huis in de nabijheid bood een kop koffie aan. Ze weigerde, gevoelde zich vol komen in orde, maar wilde direct telefonee- ren. Een motorryder was bereid de kranige aviatrice naar de dichtst bLj zijnde telefoon te brengen, want zelf wilde zy het gelukken van haar tocht wereldkundig maken. Hier is hetgeen zij zelf vertelde. „Hallo, U spreekt met Amelia Earhart. De vlucht is gelukt, hoe wel ik heb moeten landen in een weide bij Londonderry. Mij mankeert niets, en ik geloof, dat de machine ondernemen. Toen gaf hij kolonel Zane de hand en wendde zich tot Betty. „Vaarwel, Betty," zeide hij met zijn diepe, sonore stem. „Vaarwel, Lew," antwoordde Betty langzaam, als was zij verbaasd. „God behoede je." Hij schouderde zijn geweer en haastte zich weg. Voor hij het struikgewas indrong, dat rond de nederzetting groeide, keek hij nog eenmaal om. Het volgend oogenblik was zijn donkere gestalte verdwenen. „Betts, ik heb Wetzel honderden malen zien weggaan, maar hij heeft mij nog nooit bij het afscheid de hand gegeven. Vond je hem niet vreemd?" Betty antwoordde niet, voor Jonathan, die op het punt stond naar binnen te gaan, buiten gehoor was. „Lew deed precies eender als dien ochtend, toen hij de achtervolging van Miller begon," hernam Betty op zachten toon. „Ik geloof, dat hij ondanks zijn doodsverachting, er zich toch rekenschap van geeft, dat zijn kansen heel slecht staan; minstens zoo slecht als op den tocht, toen het spoor van Miller hem leidde naar Girty's kamp. Ik weet, dat Lew van ons houdt, al toont hij dat niet op de gewone manier. God geve, dat hij en Jack veilig thuis komen." „Het wordt een zware tocht, de zwaarste wel licht, dien zij ooit hebben ondernomen," zeide kolonel Zane peinzend. „Zag je hoe Jack's gelaat betrok, toen hij Wetzel zag?" „Eb, ik zeg je, dat dit Jack's laatste tocht wordt," antwoordde Betty. „Waarom denk je dat?" „Het kan zijn, dat we hem nooit terugzien, maar als hij terugkeert, laat Helen hem niet meer gaan." „Oef!" riep kolonel Zane uit, op Indiaansche wijze zijn blijdschap toonend. „Dien avond, toen Jack gewond thuis was ge komen," ging Betty voort, „lag hij Helen voort durend aan te kijken. Ik weet zeker, dat zij het gewonnen heeft." „Ik hoop het, maar ik ben er bang voor. De groote vraag is, of we hem ooit zullen terugzien. Zorg er in elk geval voor, dat hij van Helen afscheid neemt." „Ik zal mijn best doen. Daar komt hij juist aan." „Zeg, Jack!" riep de kolonel, zoodra hij zag, dat zijn broer gejaagd voortliep, „wat heb je daar bij je? Is dat die vervloekte pijl, waarmee de Shawg nee je raakte? Wat wou je er mee? Drommels. Zeg, Bets?" Betty stootte hem aan. De woudlooper scheen van zijn stuk gebracht, Liefst had hij de vraag van zijn broer vermeden, doch het was niets voor hem om geen antwoord te geven. „Helen wou het ding graag hebben," zeide hij, na eenig aarzelen. „Eb, hoe kun je!" riep Betty uit. „Hoe kan ik ook weten, dat hij haar die ver vloekte pijl cadeau wil doen?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1932 | | pagina 1