trouwen?
Middelharnis
EDIKBEURTEN.
in met ongeveer 60 platen.
's of fotobriefkaarten
en te Middelharnis.
IV DER PLAAT
3EMASTRAAT
DELHARNIS
jk maar!
leen
WOENSDAG
25 MEI 1932
14E JAARGANG. - N°. 55
Land- en Tuinbouw
FEUILLETON.
DE WILDERNIS OVERWONNEN.
Weigert namaak!
Voor de tweede maal over de
Oceaan gevlogen.
ondag 22 Mel 1932.
LNDSCH HERVORMDE KERK.
vm. en 's av. dhr. Dijkman uit
vm. en 'sav. ds. v. Asch.
m. ds. van der Wal en 'sav. dhr.
m. en 'sav. dhr. O verweel.
en 's av. ds. Bouvv.
n. en's av. dhr. Bouman.
vm. ds. van Ameide.
leeskerk nam. ds. v. Ameide.
e,vm.leeskerken 'sav.ds.Dekker,
vm. en 'sav. ds. Verkerk.
vm. ds. Dekker en'sav. leeskerk.
m. en 'sav. dhr. Vetter,
vm. leeskerk en nam.ds.Polhuijs.
aringvliet, vm. ds. Polhuijs en's av.
ROTESTANTENBOND.
(Langeweg) vm. 10 uur ds. Olde-
REFORMEERDE KERK.
vm. en 'sav. ds. Zeilstra.
l. en 's av. leeskerk.
vm. en 'sav. ds. Oussoren.
en nam. leeskerk.
vm. en 'sav. ds. de Lange,
vm. en's av. ds. Schaafsma.
ringvliet, vm. en's av. ds. de Graaft',
s, geen opgaaf,
et, geen opgaaf.
'ORMEERDE GEMEENTEN.
vm., en 'sav. leeskerk.
n. leeskerk en 'sav. ds. de Blois.
m., nam. en 'sav. dhr. Honkoop
am.
n. en nam. dhr. Schothorst uit
GEREFORMEERDE KERK.
vm. en 's av. ds. Bokhorst uit
ude.
PSGEZINDE GEMEENTE,
ds. Foppema.
aangeboden prima
eer goedkoop.
er letter B. Bureau v. d. Blad.
ïtkaarten, 't is nu de
van dorpsgezichten.
N (bekleed).
Java-Kapok, met peluw
MATRAS met peluw en
AS.
r totaal f 125.00
n korting,
Uw geld!
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f 1-
0,07s
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f 1,per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt ieder en
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
WAARSCHUWING AAN BE
FRUITTELERS.
Spuit met Bordeauxsche pap.
De Rljkstuinbouwconsulent te Apeldoorn
ir. D. Bloemama bericht aan het „Geldersche
Vereenigingsnieuws"
Het ia mij een voorrecht te mogen con-
stateeren, dat de fruittelers in de IJaelstreek
en omgeving, dit jaar op vrp groote schaal
de winterbespuiting met vruchtboomcarbo-
lineum hebben toegepast in hun boomgaar
den. Ik meen veilig de bespoten oppervlakte
te mogen ramen op ongeveer 10 van hot
totaal-oppervlak, met fruit bezet. Ik zeg een
voorrecht, omdat het een voldoening is voor
hen, die zich leeds verscheidene jaren de
grootste inspanning getroostten de ziekten-
bestrijding in de fruitteelt te propageeren.
Anderzijds, omdat de fruittelers in deze
streken daarmede het bewps leveren, dat zp
ten volle beseffen, van welk een algemeen
belang zulks is in verband met de toenemende
buitenlandsche concurrentie en bovendien in
het jaar 1931 de vele proefvelden in de IJsel-
streek hun het bewijs leverden, dat de winter
bespuiting met carbolineum onmisbaar is,
als de bladluis (enorme) schade doet.
Op diezelfde proefvelden werd intusschen
evenzeer bewezen in welk een belangrijke
mate de schurftbestrijding het al of niet
loonend-zijn van de fruitteelt beheersebt.
Voor zoover ik nu ten dezen een indruk
heb gekregen, komt het mij voor, dat de
schurftbestrijding op het oogenblik niet de
belangstelling heeft, die zij toch eischt. Ik
herinner daarom aan mijn groen vlugschrift
„Fruitkweekers, let op uw saeck", dat ver
leden jaar in duizend exemplaren door de
veilingsvereeniging Deventer e.o. werd ver
spreid en waarin met groote klem en af
doende cijfers werd aangetoond, dat de
schurftbestrijding dubbel en dwars loont,
mits toegepast by boomen in goeden staat,
met voldoende bloemvorming en een goeden
voedingstoestand en ontwatering van den
bodem.
Thans wil ik daarom de waarschuwing
uiten, dat de carbolineumbespuitingen slechts
betrekkelijk weinig waarde kunnen hebben,
als niet tevens de schurftbestrijding wordt
toegepast. Met als gevolg, dat de prijzen op
de veiling besteed, veelal slechts een teleur
stelling zullen zijn, voor wie alléén met
carbolineum spoten, omdat dit geen bestry-
dingsmiddel is tegen de schurftzwam.
Het is thans tijd om met 1J Bordeaux-
sche pap te spuiten op Goudreinetten en
Brabantscho Bellefleurs e.a. Voor de eerste
soort is de tijd spoedig voorbijvoor de tweede
soort, zoowel als voor den Sterappel e.a. is
er nog even tijd. Echter heeft de ervaring
verleden jaar geleerd, dat met Bordeauxsche
pap beter aan den vroegen kant gespoten
kan worden, dus voor nog eenige kleur van
de bloemblaadjes is te zien, dan dat de bloe
men reeds bijna open zyn of kleur vertoonen.
Met nadruk dring ik er daarom bij de
fruittelers op aan: wacht niet en laat ten
spoedigste spuiten en dan na den bloei zóó
vaak, als noodig is in verband met het op
treden van schurft en de weersomstandig
heden.
Er zijn thans voldoende betrouwbare
motorloonsproeierijen, zoo te Veessen, Ny-
broek, Voorst, Wilp, Apeldoorn,Scherpenzeel
en buiten mijn gebied nabij de grens, dan
dat gebrek aan goede vaklieden ten dezen
een bezwaar zou zijn.
Daarbij zijn de zomerbespuitingen belang
rijk goedkooper dan de winterbespuitingen,
en behoeft niet elke soort 4 a 5 maal bespoten
te worden, zooals de Goudreinette, die het
intusschen zeer goed loont.
Mogen de pryzen ter veiling Twello a.s.
herfst, evenals dezen winter daar en te Res
teren, Geldermalsen enz. wederom de beloo
ning brengen aan hen, die het doorzicht
bleken te bezitten in dat, wat moet gedaan
worden, wil het bedrijf loonend en de Neder-
landsche fruitteelt biyven bestaan en om
hoog gaan, tot steun voor den akkerbouw
en veehoudery.
WORMSTEKIGHEID BIJ APPEL
EN PEER.
Om de eerste aantasting van appels en
peren door de rups (Carpocapsa), welke de
aan ieder bekende wormstekigheid veroor
zaakt, te voorkomen, is het noodig, dat
dadelijk na den bloei de appel en pereboo-
men Despoten worden meteen vloeistof, die
giftig is voor deze rups.
Hiervoor kan men gebruiken Parijseh-
groen (0,1 1 gr. per L. water) of lood-
arsenaatpoeder (0.3% 3 gr. perL. water).
Om bladverbranding te voorkomen is toe
voeging van kalk (1 10 gr. per L.) ge-
wenscht.
Daar verschillende soorten (b.v. goudrei-
net, Bellefleur) niet gelijktijdig bloeien, kan
men niet alle boomen op hetzelfde tijdstip
bespuiten, doch moet men eerst de vroeg-
bloeiende, later de laatbloeiende behandelen.
Alleen een bespuiting dadelijk na den bloei
geeft goede resultaten.
Loodarsenaat kan toegevoegd worden aan
californische en aan Bordeauxsche pap;Pa-
rtjschgroen alleen aan Bord. pap.
Door vermenging van deze middelen ver
krijgt men een sproeivloeistof, die tegelijker
tijd tegen de wormstekigheid en tegen de
scburftziekte werkzaam is.
Echter is tegen wormstekigheid één be
spuiting voldoende, terwijl tegen de schurft
ziekte eenige keeren gespoten moet worden.
Bij de latere bespuitingen tegen deze ziekte
kan dus toevoeging van vergif aan de pap
achterwege blijven, tenzij men vreterij aan
de bladeren door andere insecten (kevers,
rupsen) waarneemt.
Volledige gegevens over de bestrijding van
de wormstekigheid zijn opgenomen in Mede
deeling No. 20 van den Plantenziektenkun-
digen Dienst te Wageningen en bij de op
verschillende plaatsen werkzaam gestelde
ambtenaren van den Dienst.
HET SELECTEEREN VAN
AARDAPPELEN.
Daar dit jaar in verband met het mogelijk
in werking treden van wettelijke voorschrif
ten voor den uitvoer van pootaardappelen,
waarschijnlijk meer perceelen aardappelen
voor de veldkeuring zijn aangegeven en ook
het aantal personen, dat zijn gewas zal laten
keuren, grooter is, wordt het volgende onder
de aandacht van allen, die bij deze keuringen
betrokken zyn, gebracht.
2ANE GREY
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG
Oeautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
33)
„Zij hebben zijn schuilplaats ontdekt; zooals te
verwachten was, bleek die te vinden in het kamp
van Bing Legget."
„Jack werd dus gevangen genomen?"
Kolonel Zane vertelde, wat er gedurende de
laatste drie dagen had plaats gevonden, zooals hij
dit in het kort van Wetzel had vernomen.
„De Indiaan, dien ik bij de bron zag, droeg den
boog, dien Jonathan mee terugbracht. Die moet
dus de pijl hebben afgeschoten. Het was een reus
achtige kerel cn geoefend schutter."
„Het was een van de behendigste spionnen, die
we ooit gekend hebben, maar nu ligt hij roerloos
op het mos. Bing Legget krijgt nooit weer een bood
schapper als die Shawnee. Zullen we naar binnen
gaan?"
Hij bracht Helen in de groote huiskamer, waar
Jonathan lag op een matras, terwijl Betty en Will
naast hem zaten. Silas Zane en verscheidene buren
waien eveneens aanwezig.
„Jack, hier is een dame, die naar je gezondheids
toestand komt informeeren. Het doet me denken
aan den tijd, toen Isaac gewond thuis kwam na
zijn vlucht voor de Hurons. Hij en zijn lndiaansch
vrouwtje mochten wel weer eens op bezoek komen."
Helen vergat alles en iedereen, toen zij den
gewonde zag liggen. Zij wendde haar oogen niet
van hem af.
„Hoe gaat het nu?" vroeg zij zachtjes.
„Ik maak het best, meisje," antwoordde Jona
than.
Kolonel Zane slaagde er in met onnavolgbaren
takt, al degenen, die buiten Jack en Helen in de
kamer waren, te interesseeren voor een merk
waardige tijding, die hij pas had gekregen, zoodat
het tweetal voor een oogenblik geheel aan elkander
was overgelaten.
„Ik was zoo bang," mompelde Helen.
„Waarom?" vroeg Jonathan.
„Je zag zoo doodsbleek en dan die vreeselijke
wond."
„Dat heeft immers niets te beteekenen."
Helen glimlachte hem toe. AI had de verwonding
misschien niet zoo veel te beteekenen, zijn zwakte
wees wel uit, dat de tocht naar de nederzetting
ontzaglijk veel van hem had gevergd. Zijn donkere
oogen hadden nu niets van die koelheid, welke
hem anders kenmerkte. Bijna somber keek hij
haar aan; en zoo vriendelijk, alsof hij te moe was,
om nog ooit den strijd te hervatten. Zijn zwakheid
oefende een vloed als zijn kracht nooit had gedaan.
Onwillekeurig legde zij haar hand op de zijne.
Jonathan keek haar aan met oogen, die door
pijn verzacht waren. De teederhejd in haar blik,
haar schoonheid ook overweldigden hem. Hij sid
derde, toen haar vingers de zijne aanraakten.
„Meisje," fluisterde hij, met diepe ontroering
in zijn stem.
Helen boog zich over hem heen. Zij zag, hoe zijn
lippen beefden, maar een onuitsprekelijke droef
Bij de teelt van pootaardappelen spelen de
ziekten, vooral die van het loof, een zeer
belangryire rol. Daarom is het noodig, dat
allen, die zich met deze teelt bezighouden,
zich goed op de hoogte stellen van alle ziekte
verschijnselen, die aan de planten (en aan
de knollen) waargenomen kunnen worden,
zoomede met den aard dezer ziekten en de
wijzen, waarop zy verspreid worden. Een
opsomming en een uiteenzetting van deze
ziekten kan in een bericht niet gegeven
worden. Alle belanghebbenden worden daar
om verwezen naar de uitvoerige beschrijving
van de ziektebeelden en van de wijzen,
waarop de selectie moet worden toegepast
in Mededeeling No. 6 van den Plantenziekten-
kundigen Dienst: Aardappelziekten, waar
mede rekening moet worden gehouden bij
de veldkeuring en by de selectie (Prps 0.30)
Raadplegen van den inhoud van dit boekje
wordt ten zeerste aanbevolen.
Verder wordt (en dit geldt ook voor de
verbouwers, die reeds langer aan de keuring
deelnemen) gewezen op de noodzakelijkheid
van het zeer vroeg verwyderen van alle zieke
planten uit het gewas.
Hierdoor toch voorkomt men verbreiding
in het gewas van ziekten als bladrol en top-
bont. Van de nauwkeurigheid, waarmede
deze maatregel wordt toegepast, hangt
grootendeels, zoo niet geheel, de waarde van
de nateelt af. Vandaar, dat alle verbouwers,
die aan de aardappelkeuringen deelnemen,
met nadruk er op worden gewezen, dat met
de selectie een aanvang moet worden ge
maakt, zoodra de eerste verschynselen van
de ziekten, die met het pootgoed overgaan,
aan de planten kunnen wordenwaargenomen.
Nalatigheid in deze kan niet anders dan
teleurstelling opleveren.
Nadere inlichtingen zijn gratis te bekomen
bij den Plantenziektenkundigen Dienst en
bij de bij deze Dienst werkzame ambtenaren.
Onze melkvcehouderü in betere banen
Op de vergadering van hoofden van land-
bouwcursussen in Zuid-Holland (ambtsge
bied van ir. A. A. Neeb), heeft Zaterdag de
rijksveeteeltconsulent ir. P. Verhoeve een
belangwekkende inleiding gehouden over:
Het volgen van vaste lijnen by de veefok-
kery en de berekening van voederrantsoenen.
Allereerst wees spr. er op, dat in het boven
aangeduide gebied, waar de plm. 40 aanwe
zige heeren landbouwonderwyzers geregeld
hun cursuslessen geven, zeer veel aan het
volgen van vaste lijnen op het gebied der
rundveehouderij ontbreekt.
De Zuidhollandsehe veehouders zijn heel
wat achter, in vergelyking met de akker
bouwers in deze provincie. Deze laatste zul
len er in de verste verte niet aan denken
zaai- of pootgoed aan te koopen waarvan de
herkomst en de prima eigenschappen niet
controleerbaar zijn of niet vaststaan. Maar
de doorsnee-zoetboer koopt zondereenig be
zwaar zijn „mooie beestjes" op. de markten
fe Utrecht, Rotterdam, Leiden enz., waar
dikwyis aangevoerd wordt allerlei minder
waardig melkvee, dat men elders opzettelijk
van de hand heeft gedaan.
Dat onder de op de genoemde markten
aangekochte koeien er zeer vele voorkomen
die, ook onder normale tijdsomstandigheden,
nog nadeel opleveren, is aan vele boeren
niet bekend. En zy schijnen van deze waar
heid niet overtuigd te willen zyn ook, anders
zouden ze wel het uitnemende middel melk-
contróle toepassen, zooals elders in ons land
met zooveel voordeel reeds jaren gedaan is
en nog voortdurend gedaan wordt.
Zuid-Holland steekt hierby zeer ongunstig
ai; immers wordt van de ongeveer 200,000
melkkoeien in dit gewest, de melkproductie
van slechts 10 h 12,000 koeien gecontro
leerd. Spr. noemt voorbeelden, waaruit blijkt,
dat zelfs in normale tyden de winst, die sóm
mige koeien opleveren, weer geheel te niet
gaat door het verlies, dat op de andere dieren
van denzelfden eigenaar door dezen geleden
wordt.
De landbouwonderwijzers moeten onze
boeren en hun zoons er vooral op wyzen, dat
ze een minder groot aantal koeien moeten
houden. De waanvoorstelling, dat hy de
grootste boer is, die het grootste aantal koeien
heeft, wordt nog vry algemeen aangetroffen
en leidt tot bestendiging van den bestaanden
toestand. Onze boeren moeten leeren inzien,
dat alleen voordeel is te behalen met eerste
kwaliteit melkvee. Ook met het oog op de
kaasmakerij is het van groot belang, naar
veeverbetering te streven.
We kunnen, om tot dit inzicht te komen,
uitnemend gebruik maken van een schema
tische berekening als de volgende, die vóór
vele maanden gemaakt werd. Vooraf ga de
opmerking, dat we by elke melkkoe te doen
hebben met deze twee belangryke factoren
wélk deel van het toegediende voeder dient
voor het iichaamsonderhoud van het dier, en
welk ander deel blijft beschikbaar voor de
melkvorming, de productie. Hoe kleiner naar
verhouding het onderhoudsgedeelte van 't
verstrekte voeder is, hoe voordeeliger de koe
zal blyken.
Eenige maanden geleden dan waren de
verhoudingen van hoeveelheden melk, de
pryzen van aangekocht veevoeder, de ver
kochte melk, het veevoeder uit het bedryf
en de winst (of verlies) per koe en per dag
globaal voor te stellen als volgt: (met koeien
van 500 Kg. levend gewicht wordt hier
gerekend). De opgaven zijn in centen.
Bij 5 liters melk p. koe en p. dag totale
voederkosten 32 c.; geldel. melkopbrengst
(5 cent de 1.) 25 c.; kosten aan gekocht voer
7 c.; rendement voer eigen bedryf 18 c.;
winst of verlies per koe en per dag 7 c.;
bij tien liters melk resp. 42 c., 50 c., 17 c.,
33 c., 8 c.; by 15 liters melk resp. 52 c.,
75 c., 27 c., 48 c., 23 c.; bij 20 liters
melk resp. 62 c., 100 c., 37 c., 63 c.38 c.;
bij 25 liters melk resp. 72 c., 125 c.. 47 c.,
78 c., 53 c.; bij 30 liters melk resp. 82 c.,
150 c., 57 c., 93 c., 68 c.
Uit dit schema is onmiddellijk te zien,
dat ondanks de hoogere voederkosten by
melkrijk vee, toch by een melkprijs van
5 cent de winst toeneemt. Verder blykt
heel duidelijk, dat het geldeiyk rendement
(of de opbrengst in geld van de eigen pro
ducten) geleideiyk toeneemt met de toe
neming van de productie der melkkoeien.
Op grond hiervan zegt spr.: „verbouw
daarom zelf, als ge productief vee hebt,
zooveel mogelijk het voeder voor uw vee."
Op dit uiterst actueele referaat volgde
een gedachtenwisseling, waaraan zeven der
aanwezigen deelnamen. Nog even kwam hier
by ter sprake, dat, behalve het meest-pro-
ductieve melkvee, ook bij de noodzakelijke
inkrimping van den varkensstapel, de beste
fokvarkens gehouden moeten worden.
De voorzitter wekte de landbouwonder
wyzers op, zooveel mogeiyk de denkbeel-
heid doorschaduwde zijn oogen.
„Ik heb je zoo lief."
Helen hoorde de zachtgefluisterde woorden. Zij
voelde zich opgenomen ais in een andere wereld
en keek hein aan. Had zij het gedroomd? Neen,
zijn donkere oogen hielden zijn liefde niet langer
verborgen. Het werd haar zoo wonderlijk te moede,
zoo heel anders was het dan zij ooit had durven
hopen, dat ze bevend het hoofd boog.
Het volgend oogenblik hoorde zij de vroolijke
stem van kolonel Zane zeggen:
„Zul jij nu eens zorgen, dat Jack niet zoo veel
praat? Zie je niet, hoe bleek en vermoeid hij is?"
HOOFDSTUK XV
Binnen acht en veertig uur liep Jonathan Zane
weer rond alsof hij nooit gewond was geweest;
een dag later wandelde hij naar de bron en voor
de week ten einde was hield hij zich gereed om
met Wetzel een nieuwen tocht te ondernemen.
Den achtsten dag van zijn gedwongen niets
doen, toen hij met Betty en den kolonel stond te
praten, verscheen Wetzel op een heuveltop, ooste
lijk van liet fort. Niet lang duurde het, of hij was
bij hen. De uitdrukking van zijn gelaat was drei
gend. De kalme vastberadenheid, die hem anders
kenmerkte, scheen verdwenen, al verried niets in
hem den onnatuurlijken hartstocht tot dooden.
Wetzel sprak heel kort. Na met Jonathan de
afspraak te hebben gemaakt, dat zij elkander den
volgenden dag zouden ontmoeten, vijf mijl stroom
opwaarts, rapporteerde hij den kolonel, dat Legget
en diens bende hun schuilplaats hadden verlaten,
klaarblijkelijk om een nieuwen strooptochtten,
Vraagt de echte Poeders en Tabletten!
Echt zijn ze alleen, wanneer op de
verpakking de naam van den fabrikant
in nevenstaande
handteekening
voorkomt.
(Adv.)
den van ir. Verhoeven te helpen verbreiden
in dezen tyd, en samenwerking met den
rijks veeteeltconsulent te zoeken, waarvan
hier en daar in de provincie reeds resul
taten gezien worden.
„LADY LINDY»
Het relaas van Miss Earhart over haar
gelukten Oceaantocht.
Geen vergelyking met den eersten tocht.
Lady Lindy, zooals de Amerikanen miss
Amelia Earhart, de vliegster, die nu voor de
tweede maal een wel gelukte tocht over den
Atlantischen Oceaan heeft gemaakt, noemen,
heeft haar by naam eer aan gedaan.
Niet minder dan drie records heeft zij ge
broken. Het voornaamste is wel, dat zij den
snelsten oceaantocht volbracht heeft. Zij heeft
n 1. den afstand van 2062 mijl in ruim 15 uur
afgelegd. Het tweede record is, dat zij de
eerste vrouw is, die alleen over den oceaan
vloog en het derde, dat zij de eerste is, die
tweemaal die vlucht maakte.
De kortste tijd was tot nog toe, die van
Alcock en Brown, die in Juni 1919 den af
stand St. John New Foundland Ierland
(1890 mijl) aflegden in 16 uur en 12 minuten.
Lindbergh, die zijn beroemden tocht juist
vyf jaar geleden maakte, had 33£ uur noodig
voor zijn vlucht van 3689 mijl van New York
naar Parijs. In 1928 vloog miss Earhart, die
nu eigenlijk mrs Putman heet, daar zij ge
trouwd is met den uitgever en ontdekkings
reiziger van dien naam, voor het eerst over
den Oceaan in gezelschap van Wilmer Stulz
en den mecanicien Gordon.
Zooals men weet was de bedoeling van de
vliegster eigenlijk naar Parijs te gaan, maar
waarschijnlijk door het slechte weer, waar
mede zij boven den oceaan te kampen heeft
gehad, is zij van den rechten weg afgeweken
en is zij geland in Ierland, vrijwel een nood
landing, daar er eenige kleine mankementen
aan de machine waren.
Eigenaardig is de manier, waarop het
relaas van den tocht bekend werd. Alleen de
eigenaar van de weide, waarop de vliegster
landde, was aanwezig bij de landing. Hij
hielp haar uit het toestel en de bewoonster
van een huis in de nabijheid bood een kop
koffie aan. Ze weigerde, gevoelde zich vol
komen in orde, maar wilde direct telefonee-
ren. Een motorryder was bereid de kranige
aviatrice naar de dichtst bLj zijnde telefoon
te brengen, want zelf wilde zy het gelukken
van haar tocht wereldkundig maken.
Hier is hetgeen zij zelf vertelde.
„Hallo, U spreekt met Amelia Earhart. De
vlucht is gelukt, hoe wel ik heb moeten
landen in een weide bij Londonderry. Mij
mankeert niets, en ik geloof, dat de machine
ondernemen. Toen gaf hij kolonel Zane de hand
en wendde zich tot Betty.
„Vaarwel, Betty," zeide hij met zijn diepe,
sonore stem.
„Vaarwel, Lew," antwoordde Betty langzaam,
als was zij verbaasd. „God behoede je."
Hij schouderde zijn geweer en haastte zich weg.
Voor hij het struikgewas indrong, dat rond de
nederzetting groeide, keek hij nog eenmaal om.
Het volgend oogenblik was zijn donkere gestalte
verdwenen.
„Betts, ik heb Wetzel honderden malen zien
weggaan, maar hij heeft mij nog nooit bij het
afscheid de hand gegeven. Vond je hem niet
vreemd?"
Betty antwoordde niet, voor Jonathan, die op
het punt stond naar binnen te gaan, buiten gehoor
was.
„Lew deed precies eender als dien ochtend, toen
hij de achtervolging van Miller begon," hernam
Betty op zachten toon. „Ik geloof, dat hij ondanks
zijn doodsverachting, er zich toch rekenschap van
geeft, dat zijn kansen heel slecht staan; minstens
zoo slecht als op den tocht, toen het spoor van
Miller hem leidde naar Girty's kamp. Ik weet, dat
Lew van ons houdt, al toont hij dat niet op de
gewone manier. God geve, dat hij en Jack veilig
thuis komen."
„Het wordt een zware tocht, de zwaarste wel
licht, dien zij ooit hebben ondernomen," zeide
kolonel Zane peinzend. „Zag je hoe Jack's gelaat
betrok, toen hij Wetzel zag?"
„Eb, ik zeg je, dat dit Jack's laatste tocht
wordt," antwoordde Betty.
„Waarom denk je dat?"
„Het kan zijn, dat we hem nooit terugzien, maar
als hij terugkeert, laat Helen hem niet meer gaan."
„Oef!" riep kolonel Zane uit, op Indiaansche
wijze zijn blijdschap toonend.
„Dien avond, toen Jack gewond thuis was ge
komen," ging Betty voort, „lag hij Helen voort
durend aan te kijken. Ik weet zeker, dat zij het
gewonnen heeft."
„Ik hoop het, maar ik ben er bang voor. De
groote vraag is, of we hem ooit zullen terugzien.
Zorg er in elk geval voor, dat hij van Helen afscheid
neemt."
„Ik zal mijn best doen. Daar komt hij juist aan."
„Zeg, Jack!" riep de kolonel, zoodra hij zag,
dat zijn broer gejaagd voortliep, „wat heb je daar
bij je? Is dat die vervloekte pijl, waarmee de Shawg
nee je raakte? Wat wou je er mee? Drommels.
Zeg, Bets?"
Betty stootte hem aan.
De woudlooper scheen van zijn stuk gebracht,
Liefst had hij de vraag van zijn broer vermeden,
doch het was niets voor hem om geen antwoord
te geven.
„Helen wou het ding graag hebben," zeide hij,
na eenig aarzelen.
„Eb, hoe kun je!" riep Betty uit.
„Hoe kan ik ook weten, dat hij haar die ver
vloekte pijl cadeau wil doen?"
(Wordt vervolgd).