Ij^ngëzonden Stukkei^J Bij gevatte Koude CENTRAAL biedt U LANDBOUW en VEETEELT Waarom Veiling? HEVEA fietsband HET DRAMA TE ECHT. ONZE EILANDEN VAN ZATERDAG 5 DECEMBER 1931. gebruikt voor muntmetaal. Men at te Aniater dam Sinterklaas koeken, die met goudpapier waren beplakt. In de Camera Obscura van Nicolaas Beets leest men nog van een ver- guldparty by den koekebakker. De „vrijers" en „vrijsters" van koek eu de harten van marsepein herinneren aan de dochters van den armen edelmau. Na de Reformatie werd hier en daar liet vieren van het Sinterklaasfeest verboden, maar zonder veel effect. Vroeger gaf het aan leiding tot het verloten van kook, marsepein en gevogelte als eenden en ganzen. Sedert de loterljwet is ingevoerd, ziet men dit niet meerevenwel probeert men op allerlei wijzen door de mazen der wet te kruipen, omdat het volk nu eenmaal „gokken" wil Men houdt nu allerlei veikapte loterijen. En voorts is Sint Nicolaas de dag der verrassingen, lang niet altijd de aangename. Maar boven alles is het een kinderfeest. De kleinen zingen hun liedjes onder den schoor steen en deponeeren daar hun schoentjes of mandjes met hooi voor den schimmel van den Sint. In veie huizen, in scholen en elders verschijnt de Sint in levenden lijve. En menig kinderhartje klopt eenigszins onrustig bjj pe gedachte aau bedreven ondeugendheden en aan den zak van „Zwarte Piet". Helaas, ook het feest van den legen dart schen Heilige gaat men profaneeren. Ia de groote steden kan men de Sinterklazen in menigte tegenkomen; men heeft er zelfs verhuurinrichtingen voor en het is zelfs voor gekomen, dat twee concurreerende „eer waarden" in het publiek gingen knokken O, tempores, o, moresIs het wonder, dat de jeugd in de groote steden al zoo gauw wereldwijs is. Toch is er iets onvergankelijk schoons in het Sint Nicolaasfeest. En dat is de liefde in het hart van ouders en kinderen, van vrienden en vriendinnen, die in stilte hun verrassingen bereiden en die zich ver heugen in de blijdschap, welke deze zullen brengen. Helaas, niet overal „loopt" Sinterklaas. In de krotten der arme kinderen komt hij niet Gelukkig zijn er haast in alle plaatsen kindervrienden, die hun tijd en werkkracht en geld geven, om ook aan de misdeelden een gelukkig uur te bezorgen. Steunt hun werk lezer, door uw bijdrage. ietS blijvends. Zie annonce. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Is de sterfte in Nieuwe Tonge en Middelharnis resp. 3 en 2 maai zoo groot als in Rotterdam en de algemeene gezondheidstoestand in Flakkee slechter dan daar? Mijnheer de Redacteur, Verleden week vestigde een gemeente raadslid van Nieuwe Tonge mijn aandacht er op, dat dit in de plaatselijke bladen ver meld stond in een raadsverslag van Middel harnis en vroeg me, hoe het hiermede stond. Daar ik ai herhaaldelijk over de sterfte van volwassenen en zuigelingen in de groote steden en op het platte land gesproken en geschreven heb, kon ik hem al dadelijk mêedeelen, dat die bewering kant noch wal raakte; maar dat ik dit binnenkort nog wel eens aan de hand van officieele gegevens zou bewijzen. Een dergelijke bewering was door mijn berichtgever hier vroeger ook al eens vernomen uit den mond van een so cialistische propagandist die vanuit een roode auto 'tvolk zyn wijsheid verkondigd had. 'k Ben daar toen niet op ingegaan, omdat men aan zoo'n politieke straatrede nu niet zoo'n bijzondere waarde kan hechten. Iets anders is het echter met dit geval gesteld, omdat 't hier geldt een uitspraak gedaan in een openbare raadsvergadering door een raadslid, die volgens zeggen leeraar aan de ambachtsschool is en van wien men kan en mag verwachten, dat hij behoorlijk verant woorden kan, wat hij bij zoo'n gelegenheid zegt. Met 'toog op't eenigszins onmogelijke in 't geval besloot ik eerst echter eens te zien, wat er in dat raadsverslag stond met betrekking tot deze aangelegenheid. Ik dus aan den zoek naar 't bewuste nummer van „Onze Eilanden". Maar dit gevonden zijnde, was de gewraakte uitdrukking er in nog niet zoo gauw in 't zicht. "Wat een verslag en wat een geredeneer! dacht ik zoo bij me zelf „Algemeene beschouwingen", und kein Ende; als de baat er van voor de gemeente kas daaraan nu maar evenredig is, dan zal de begrooting tenslotte nog een flink batig slot aantoonenmaar 't „praatjes vullen geen gaatjes", maakt me een beetje sceptisch op dit punt. Maar, enfio, laat ik dat maar aan die Vroede Vaderen overlaten en verder zoe ken. En ja, na reeds er aan gewanhoopt te hebben en na eenige neiging om de krant, voorloopig maar weer op te bergen, over wonnen te hebber, zie ik waarlijk tenslotte de fameuse bewering toch gerapporteerd, zwart op wit, maar desniettemin toch in strijd met dé waarheid. Nieuwe Tonge laat dan ook deze klad niet op zich beklijven en hiertoe zal ik deze zaak daarom eens recht zetten. De cijfers voor de beide Flakkeesche gemeenten heb ik ontleend aan 't laatste jaarverslag van de gezondheids-commissie; die voor Rotterdam daar aangevraagd en pas gisteren ontvangen. 't Blijkt dan, dat Nieuwe Tonge in 1930 een sterftecijfer (d.w.z. de sterfgevallen be rekend per 1000 inwoners) bad 7,14 en Mid delharnis van 7,17, tegenover Rotterdam 7,8. 't Laatste jaar, waarover deze cijfers bekend zijn, had Rotterdam dus alvast eeu iets grootere sterfte. Nu kau vooral in kleinere ge meenten de sterfte in 't eene jaar zeer be langrijk verschillen van die in een ander, terwijl daarentegen bij zeer groote bevol kingsgroepen de wetmatigheid, die zich ook op dit terrein laat opmerken, beter uitkomt en de sterftecijfers van jaar tot jaar minder groote verschillen toonen. We zullen voor een juistere vergelijking daarom een tijdvak vau 5 jaren nemen n 1. 1926 t/ur 193U. Dan bl(jkt, dat het sterftecijfer daarin voor Nieuwe Tonge gemiddeld heeft bedragen 8,8; voor Middelharnis 9,4 en voor Rotterdam 8,5 en voor geheel Flakkee 9.1, 't heeft dus vooral die groepen geschommeld om 8 en 9, een zeer gunstig cpfer en de bovengenoemde bewering is dus geheel onjuist. Nu heeft volgens „De Maas" de bewering van den heer De Vries betrekking op do Zuigelingensterfte. Laten we eens zien, of in dat geval zijn bewering meel' overeen- somstig de waarheid is. In 1930 was het sterftecijfer voor de zuigelingen (gewoonlijk oerekend per 100 levend geboren kinderen) voor Nieuwe Tonge 0, voor Middelharnis 3,7 en voor Rotterdam 4,1, dus ook hier voor de beide Flakkeesche gemeenten weer gunstiger dan voor Rotterdam. Voor 't zoo even genoemde 5-jarig tijdvak waren ze voor N. Tonge 3,5, Middelharnis eveneens 3,5, voor Rotterdam 4,5 en voor geheel Flakkee 3. De zuigelingensterfte is dus in de genoem de Flakkeesche gemeenten aanzienlijk ge ringer geweest dan in Rotterdam en vooi geheel Flakkee geldt dit in nog sterkere mate. Ook blijkt uit het bovenstaande, dat ons eiland, wat de algemeene gezondheidstoe stand betreft, de vergelijking met de groote stad goed kan doorstaan. Dit is overigens wel opmerkenswaard en tegen den sinds 't begin dezer eeuw geldenden regel, dat de gezondheidstoestand in de steden beter is dan die op het platteland. Vóór dien was dit andersom, toen kon men spreken van de ongezonde steden tegenover het gezonde platteland. De groote steden hebben sindsdien veel meer toepassingen van de zich steeds ont wikkelde gezondheidsleer op maatschappelijk gebied tot stand gebracht dan de dorpen, n.l. door de zorgen voor behoorlijke stadsreiniging en vuilafvoer, voor waterleiding, ziekenhuizen en barakken, voor besmettelijke ziekten, con sultatiebureaus voor tuberculose, drankzuch tige e.d., geneeskundig schooltoezicht, zuige lingenzorg enz., terwijl op 't platteland op al dat uitgebreide gebied van zorg en voor zorg vaak nog maar zeer weinig werk ver richt is. Door dat alles is dan geleidelijk aan het sterftecijfer sedert jaren daar beneden dat in 't platteland gekomen. Maar iedere regel heeft (volgens 't spreekwoord althans) zjjn uitzonderingen en hiertoe behoort ge lukkig nu ook juist ons eiland. Mogen de steden proflteeren van al hun grootscheepsche diensten, zonder welke een zóó dichte opeen- hooping van menschen zonder twijfel groote gevaren voor de volksgezondheid met zich zou sleepen. Flakkee doet't niet minder van zijn verspreide en eenvoudige, gezonde leef wijze. Dus met 'toog op den minder gun- stigen toestand van de algemeene volksge zondheid is invoering van al die gezondheids maatregelen der groote steden nog niet dringend noodig. Die motiveering is dus foutief. Maar dit beteekent ook weer niet, dat wij ons hier nu maar tevreden moeten blijven stellen met den bestaanden toestand op algemeen gezondheidsgebied. Alles wat strekken kan tot verbetering hiervan moet zooveel mogelijk aangewend worden (immers „de gezondheid is de grootste schat") en vooral is het noodig met 'toog op de maat schappelijk minst welgestelden, omdat deze gewoonlijk 't meest de gevolgen van slechte hygiënscbe toestanden ondervinden. Nu kan men Flakkee gelukkig niet ver wijten zich van al die dingen niets aange trokken en niets gedaan te hebben. Alleen 't gaat hier alles schoorvoetend en piano aan. Volgens mijn ervaring moet men dan iets zeer belangrijks op dit gebied tot stand te krijgen rekeDeD met een tijd van een halve eeuw, waarin propaganda en de tijd ten slotte toch niet vruchteloos blijken ge werkt te hebben. In al zulke zaken de groote steden te willen na apen zou niet verstandig zijn en dit is zooals meer gebleken is, ook volstrekt niet noodig, als we de voornaamste dingen, die we noodig hebben, maar krijgen ten opzichte van die 2, n.l. het Flakkeesche ziekenhuis, de waterleiding kunnen we nu ein delijk zeggen, dat we nu 't begin van uitvoe ring binnen korten tijd tegemoet kunnen zien. Wat deze laatste betreft, zullen wij veel beter af z(jn dan Rotterdam daar we hier in plaats van vaak vies en verontreinigd Maas water heeriyk zuiver duinwater zullen krij gen. 't Wordt overigens wel een Tantalus kwelling, vóór we dit water aan onze lippen kunnen brengen. Scheen Da 't bekende jaren lang oponthoud van deze zaak onlangs dan 't gunstigst oogenblik aangebroken om tot de uitvoering over te gaan, zoo is dit oogen blik helaas weer oogebruikt voorbijgegaan. Moge de waterleidingscommissie binnenkort als de geldgevers weer wat minder terug houdend zijn geworden, er in slagen 't be- noodigde kapitaal te verkrijgen vóór Rotter dam er mee gaat schuiven en moge ze dan ook toonen, dat Flakkee niet alleen zeer lang kan verzinnen en aarzelen maar ook snel handelend kan handelen en op die manier nog wat inhalen van den verloren tijd. Van nog veel grooter nut voor de Volksgezond heid zal blpen te zyn het Ziekenhuiscom plex te Dirksiand, niet alleen voor de min of meer ernstige operatiegevallen, diethaus de overgroote meerderheid vormen van de patiónten, die thans naar Rotterdam of elders moeten voor behandeling of onderzoek, maar ook voor vele gewone ziektegevallen en ook voor velen, die men gewooniyk noemt ge zonden. In het ziekenhuis kan en vermoede lijk ook zal zich een specialiatendienst vor men van oog-, oor-, keel- en zenuwartsen, b.v. Eu dit is m.i. juist noodig, wil men de zaak van groot gewicht voldoende effect kunnen sorteeren, n.l. het geneesk. school toezicht. Moeilijk zal iemand meer overtuigd kunnen zyn van het nut hiervan dan onder- geteekende, die reeds meer dan een kwart eeuw geleden hierover een lezing gehuuden heeft voor 't Flakkeesche Onderwijzersge nootschap. Maar zoolang hier geen specia- listendienst als zooeven genoemd is inge steld en de kinderen met hun ouders daar voor gewoonlijk naar R'dam moetoD, zulleD van dat geneesk. schooltoezicht nooit de ware vruchten geplukt kunnen worden. Daarom en ook met't oog op de tijdsomstandigheden (want 't zou ons eiland toch altyd nog een 4000,- kosten) kan hiermede m.i. beter nog een paar jaar gewacht worden. Wat echter wel zondereenig bezwaar of onkosten hier onmiddellijk zou ingesteld kunnen wor den, is het toezicht op de zuigelingen in den vorm van het consultatiebureau daarvoor. Wel is dit instituut hier ingevoerd, maar nog op zóó'n bescheiden schaal, dat Flakkee vrijwel nog als maagdelijk terrein beschouwd kan worden. Moge binnenkort op verschil lende gemeenten de hand aan den ploeg ge slagen worden, 't Is weliswaar weer een nieuwe taak op de schouders van de doktoren, maar toch zoo'n mooie en dankbare! Een al of niet normaal en voorspoedig doorge maakt 1ste levensjaar wordt vaak van be slissende beteekenis voor heel het verdere leven geacht. Alles bijeengenomen ziet de Flakkeesche algemeene gezondheidstoestand er alles behalve donker uit vergeleken met die van Rotterdam en als al't bovengenoem de binnen een paar jaren werkelpkheid ge worden is, mag R'dam wel oppassen, of 't wordt door Flakkee nog in de schaduw C. TAN GELDER. Nieuwe Tonge, 2 Dec. 1931. in hoofd en ledematen, Rheumatische pijnen, Griep en Influenza, Hoofdpijn, Kiespijn, Aan- gezichtspijn en vastzittende Hoest, zullen Mijnhardt's Poeders U spoedig helpen. Doos 45 ct. Bij Uw Drogist. (Adv.) Het orgaan der Coöperatieve Handelsver- eeniging van den N. C. B. schryft: „VERKEERD INZICHT." Door de meeste afdeelingen van den N. C. B. zijn de laatste weken groote partijen Tho- masslakkenmeel aangekocht. Ook werden reeds belangrijke hoeveelheden stikstolhou- dende meststoffen, vooral Zwavelzure Am moniak betrokken.„Naar Kalizouten echter is en blijft tot heden nog weinig vraag. Nu de stikstof en fosforzuurhoudende meststof fen zooveel in prijs zijn gedaald, verwachten vele boeren ook een prysverlaging der kali- zouten en stellen bijgevolg uit met deze aan te koopen. Zij kunnen nog wel een tydje den kat uit den boom kyken, ofschoon wij vree zen, dat met wachten weinig is te wiDnen. Want zoover wij het kunnen bekijken, is er van een nieuwe prijsregeling of een verlaging der kalizouten voorloopig geen sprake. Ook hoorden wij, dat sommige boeren van plan zijn om het voorloopig maar eeDS zonder kalizout te probeeren en in plaats hiervan wat meer thomasslak en stikstof willen geven. Tegen dergelijke onoordeelkundige bemesting moeten wy echter met klem wa ken. Immers het mag toch als algemeen bekend worden beschouwd, dat kali een nood zakelijke plantenvoedingsstof is, die door geen enkele andere, dus ook niet door stikstof of fosforzuur kan worden vervangen. En niet alleen de hakvruchtendoch schier alle gewas sen, ook de grassen en klavers hebben een grootere behoefte aan kali dan aan stikstof of fosforzuur. Op een groote reserve aan kali mag op de zandgronden niet worden gerekend, zelfs niet bij die, welke eenige jaren overvloedig met kali bemest zijn geworden. De kali spoelt hier te gemakkeiyk uit, vooral bij de lichtere en bumusarme zandgronden. Elk jaar moet daar de voorraad opnieuw worden aaDgevuld, En de groote behoefte aan kali kan op de meeste zandbedrijven in lange na niet worden gedekt door de stal mest en de gier. Wordt dus door de zand bedrijven in een jaar geen kali aangekocht. Han beteekent dit geringere opbrengsten. Want onvermijdelijk regelt zich de opbrengst naar die opneembare plantenvoedingsstof, welke in de bouwvoor in de minderheid is. Als bijv. een perceel grond van H.A. vol doende opneembaar fosforzuur. balk en stik stof bevat voor respectieveiyk 30.000 K.G., 40 000 K.G. en 50.000 K G. voederbieten, doch in de bouwvoor is slechts kali aanwezig voor een gewas van hoogstens 15 000 K.G. voederbieten, dan kan de opbrengst onmoge lijk booger z(jn dan 16 000 K.G.doch in den regel zal deze nog lager zyn. Boeren, die van plan zyn, het maar eens. met weinig of geen kalizout te probeeren, mogen zich dus wel eerst nog eens terdege bedenken. Want onvoldoende kalibemesting wreekt zich op de zandgronden direct door geringere opbrengsten en slechte oogsten. Wy geven toe, dat onze boeren in dezen moeiiyken tyd de uiterste zuinigheid moeten betrachten om het hoofd boven water te houden. Wie echter teveel gaat bezuinigen op de bemesting, vooral op de kali, zal weldra nog dieper in den put raken. HOENDERTEELT. Hoenderteelt is een van die bedryven. die in onzen tijd nog een behoorlijken winst opleveren. En daarom is het wel gewenscht, bijzondere aandacht te wijden aan dit be drijf, vooral waar de niet-beroepskippen- houder gewooniyk geen vakblad leest Voor het pluimveebedrijf is veel kennis van zaken noodig. Dat blijkt thans weer bij de piep- kuikenfokkerij. Dit voorjaar zyn met de piepkuikens, in het bijzonder metdeNnord- Hollandsche Blauwen uitstekende zaken ge maakt Nu is men ook in Gelderland met dit ras gaan broeden. Het resultaat is slecht geweest. Niet alleen, dat de prys eraf is, maar bovendien is de zomer niet de meest geschikte broedtijd voor de Blauwen. Wil men de Noord-Hollandsche bedrijven navol gen, dan zal men zich dus in de eerste plaats met de eigenschappen van dit ras goed ver trouwd maken. Vooral de piepkuikenfokkerij kan finantiesl zeer goede resultaten geven, maar dit is lang niet ieders werk. Er zijn fokkers, die het al jarenlang doen en lang niet alle jaren slagen. Wil men zich op dit bedrijf toeleggen, dan is ernstige theoretische en practische voorbereiding noodzakelijk. Drinkgelegenheid Hiervoor gebruikt men vaak drinkemmers. Om het volkrabbel) te voorkomen, hangt men ze een paar d.M. boven den grond Evenwel gaan de kuikens of kippen dikwijls er bovenop zitten; dan komen ze scheef te hangen en het water loopt eruit Zit het gaatje boven, dan loopen ze leeg. In „De Bedrijfspluimveehouder" wordt een diinktost aanbevolen, tegen de buitenkant en toegankeiyk door een gat met tralies; het geheel aangebracht ongeveer 40 c M. boven den grond. In de kast plaatst men platte drinkbakken. Het denkbeeld lijkt ons zeer practisch. 's Winters zou verwarming mogelijk zijn, wat ongetwijfeld de leg zou bevorderen en veel last wegnemen. in. Inderdaad zien wij de evolutie op handels gebied zich langzaam maar zeker voltrekken- De geschiedenis heeft ons geleerd, dat minstens 25 jaar moet worden geworsteld om een veiling tot bloei te brengen. Wij zijn op Flakkee nu ruim 13 jaar aan 't worstelen en hebben dus volgens de geschiedenis nog 13 jaar voor den boeg. Echter hebben wij een kleine hoop, dat geen 12 jaar meer noodig zullen zijn om ons doel te bereiken, in die hoop worden we gesterkt, door het aanschouwen van tallooze mis standen, welke het Flakkeesche handels systeem kenmerkt. Een vrachtrijder vertelde me, dat hij zóólang aan de kaai had moeten wachten, dat hij tus- schen 12 uur 's middags en half zeven 's avonds met twee span paarden 3 vrachtjes uien had kunnen afleveren. Wie betaalt dat wachten, de commissionnair? Of de vrachtrijder? Neen, 't is alweer de boer die de rekening gepresen teerd krijgt. Is het dan ook een wonder, dat meer en meer een geest van verzet rijst in de landbouwers? Het is alleen nog maar jammer, dat die geest van verzet bij velen neiging ver toont te verflauwen, bij een aanbieding van 0,05 per mud meer dan veilingprijs. Nu is dat in zekeren zin wel te verklaren, daar zij sinds onheugelijke tijden geleerd hebben te berusten, 't Hielp immers toch niet, waar moesten zij anders met huil producten heen? Een betere verkoopsmogelijkheid bestond toen niet en zij moesten, met verbanning van alle'geesten van verzet, zich weer aan hetzelfde booslieid- kweekende systeem overgeven. De veiling heeft daarin echter verandering gebracht, waarom men vele gekatte vrachtjes den weg naar de veiling zag, en nog ziet, inslaan. Een soort instituut voor teleurgestelden dus. Al was het dan ook een zeer pover bewijs van medewerking, we wisten dat dit het begin moest zijn. Het ontbrak ons nog aan steun punten, waarop wij konden voortbouwen. Die steunpunten hebben wij gevonden in den vorm van soorteeringstations, waarin een kern van veilers is georganiseerd. Het valt niet te ont kennen, dat door oprichting van die stations pionierswerk is gedaan van groote beteeke nis voor de toekomst, al beleven de leden nu direct niet die resultaten, welke zij er van hebben gedroomd. Al rammelt de organisatie nog wel eens deerlijk, de oprichting heeft be wezen, dat er een drang leeft in een groot deel onzer landbouwers, om het huidige nadeelige handelsstelsel vaarwel te zeggen en een toe stand van reeëlere verkoop te scheppen, waarbij zoowel kooper als verkooper aan voorwaarden is gebonden en recht is te vinden. Het sorteeringstation te Goedereede is zijn collega's wat betreft doorzettingsvermogen verre de baas. Daar is 90 van de land bouwende bevolking in hun station georgani seerd en zij vervullen hun ledenplicht met zulk een toewijding, dat hun daarvoor alle lof toe komt. Van Goeree begint de victorie. Onze commissionnairs zullen na verloop van tijd ook hun afwijzende houding prijs geven. In het veilingsysteem zit ook voor hen iets voordeeligs, wat ik in een volgend artikel uiteen hoop te zetten. S. van der Valk. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIE KEN VOOR DORDRECHT EN OMSTREKEN. AFSCHRIFT. Dordrecht, 28 November 1931 Aan Zijne Exectlenlie den Minister van Walerslaut, 's-Gravenhage. Met groote belangstelling nam onze Kamer kennis van de gedachtenwisseling tusschen Uwe Excellentie en de Tweede Kamer der Staten-Generaal met betrekking tot de door de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij be raamde staking van den tramdienst op de eilanden Goedereede en Overflakkee. Uit de persverslagen van de vergadering der Tweede Kamer van 25 November j.l. zag onze Kamer met voldoening, dat ook Uwe Excel lentie een bestendiging van den tramdienst op genoemde eilanden van overwegend belang acht. Uit dezen hoofde kunnen wij ons dan ook ontslagen achten van den plicht eene uiteen zetting te geven van de vitale belangen, die bij 6en staking van den tramdienst onherstelbaar zouden worden getroffen. Met name het massa- vervoer der veelsoortige landbouwproducten kan de wijze van vervoer zooals deze thans geschiedt, niet ontberen. Onze Kamer acht zich niet in de allereerste plaats aangewezen een formule voor te stellen, aangevende de verhouding waarin door het rijk, de provincie en de localiteit in gebleken tekorten op de exploitatie van den dienst zou moeten worden bijgedragen. Wel wenschen wij echter in dit verband onder de aandacht van Uwe Excellentie te brengen hetgeen door de Kamer geantwoord werd op de haar in het vorige jaar door de Staatscommissie voor het Vervoer voorgelegde vragen. Ten aanzien van de hier toepasselijke vraag: „Wanneer nu of in de toekomst een vervoermiddel niet rendabel blijkt te zijn, acht U dan verdwijning wenschelijk", stelde de Kamer zich op het standpunt dat voor zoover overheidsbedrijven betreft dan wel par ticuliere bedrijven, welke gesubsidieerd worden door of vanwege de overheid, verdwijning van het vervoermiddel alleen dan toelaatbaar moet worden geacht, als op een andere wijze in de verbinding werd voorzien. Mocht een particu liere (niet gesubsidieerde) onderneming niet rendabel blijken te zijn dan, meende onze Kamer, rust op de overheid de plicht in de verbinding te voorzien, wanneer door de op heffing van het particulier bedrijf een nood zakelijk gebleken verbinding zou komen te vervallen. Onze Kamer meent bij voorbaat te moeten weerleggen dat door het in werking brengen eener autobusdienst „op een andere wijze in de verbinding wordt voorzien". Wanneer men bedenkt dat de tramdienst op Goedereede en Overflakkee juist zijne groote beteekenis ont leent aan het vrachtvervoer, dan is het vol doende duidelijk dat met name voor het vee- vervoer naar de Rotterdamsche markt en voor het massavervoer van suikerbieten het behoud van de tramdienst eerste vereischte is. Ook voor het personenvervoer, dat voor een belangrijk percentage verband houdt met de aankomst der booten te Middelharnis, biedt het autobus- verkeer geen oplossing, wegens de geringe capaciteit van dit vervoermiddel. Op grond van deze overwegingen verzoekt onze Kamer Uwe Excellentie met kracht te bevorderen, dat in principe de R.T.M. ver plicht worde de exploitatie van haren dienst op Goedereede en Overflakkee te blijven voort zetten. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Dordrecht e.o., (get.) C. J. van Helden, Voorzitter. (get.) G. J. van Oostveen, Adjunct-Secretaris. //c/2 t/oopen d- r/zersferA (Adv.) Arrestaties. Patroonhulzen gevonden. Gisteravond werd ons gemeld: Dr. Hulst uit Leiden zal heden de sectie op de lijken der slachtoffers verrichten; het onderzoek der inmiddels gevonden patroon hulzen zal geschieden door den scheikundige J. H. van Waegeningh, directeur van den Warenkeuringsdienst, Maastricht. Op de plaats, van waar vermoedelijk de schoten gelost zijn, werden een achttal onder het mos verborgen partroonliulzen gevonden. De beide jachtopzieners aangehouden. Later meldde onze correspondent te Roer mond: Gisteravond werden per tram uit Posterholt gevankelijk v. d. E. vader en zoon, verdacht in het drama van Putbroek. Beiden zijn ge boeid naar het huis van bewaring te Roer mond overgebracht. Verre getuigen van het drama. Aan de Limb. Koerier is nog het volgende ontleend Reeds Zondagavond vernamen we, dat een drietal personen uit Posterholt den nacht van het drama in de buurt geweest waren. De geruchten daaromtrent waren echter onzeker, zoodat .wc er nog geen mededeeling van wilden doen. Het verder onderzoek door de politie leidde Maandagmiddag eveneens naar Posterholt en dra besloten we een der ons genoemde personen op te zoeken. Een moeilijke autotocht over den met diepe sporen doorkliefden landweg bracht ons tus schen de bosschen naar Posterholt waar we het

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1931 | | pagina 2