N.V. Tooneelkunst Brinkhaus
GiriBOCITS
JlflNOI
m
Protest Vergadering van de Af deelingen der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw op
Goeree en Overflakkee.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
13E JAARGANG. - N°. 4
•v p i
japon Chiffon koordtlu-
jlooi- weel imprimé
vest Dames - Japon,
tweed nieuwste tunique-
fond model, met aardig
noir. georgette garnituur,
irton. Verkrijgbaar in ver-
lechts schillende nieuwe
mode-dessins - nu
WltMomO
DREESMANN I
412
Alom bekend door soliditeit,
betrouwbaarheid en billijkheid
Tooneelkleeding
Tooneelkapwerk
Rotterdam - Oppert 45
Vertegenwoordiger voor Flakkee
den Heer
C. DE MOOIJ,
Boekhandelaar OUDDORP.
KUOT4SU
LAAT NIET LOS
Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren
In de zaal van Hotel Meijer is Vrijdag j.l. een
protestvergadering gehouden tegen het optreden
van de regeering ten aanzien van den landbouw.
Meer dan 400 boeren waren opgekomen om deze
vergadering bij te wonen.
De heer de Haas van Dorsser, Voorzitter van
de afdeeling Oude Tonge, opende deze bijeen
komst en heette in het bijzonder welkom de heeren
van Voorne en Putten en Ir. Huijsman, die een
lezing zou houden over de crisis in den Landbouw.
Spreker meende dat de Regeering de landbouw
belangen geheel verwaarloosd en meende daarom
den wensch te moeten uiten om een eigen land
bouwminister. De huidige regeering doet niets
voor den Landbouw. ïnplaats van een maal- en
menggebod te bespoedigen en tot stand te brengen,
gaat men zich eerst aan een Pachtwet geven. In
de mobilisatie wist de regeering V3 van onze op
brengst op te eischen en bovendien nog een extra
belasting, en nu het den landbouw slecht gaat,
wordt er niets gedaan. Geen Kamerlid is er die
zich met hart en ziel werpt op de belangen van den
landbouw, die toch heusch zoo gering niet zijn.
De Handel en Industrie daarvoor wordt gewerkt.
Aanwezigen, sluit u daarom onder onze schare en
eendrachtig zullen wij optrekken om onze belangen
bepleit te krijgen. Wij moeten in de Kamers pro
testeeren. Vele van onze producten komen in ge
vaar. De regeering kan dat gevaar voor een deel
afwentelen wanneer zij dat wil, doen zij dat niet
dan gaat ongetwijfeld een deel van onze nationale
welvaart ten gronde. Nemen we b.v. de suiker
bieten maar, daarvan houden wij per ton over
voor pacht, kunstmest enz. 50 cent.
Heeren, sluit u aan!
Daarna gaf spreker het woord aan den Heer
Huijsman, secretaris van de Holl. Mij. van Land
bouw, welke rede wij hier laten volgen
M. H.
De toestand.
De landbouwcrisis is bezig de welvaart van het
Nederlandsche Platteland te ondermijnen, meer
dan men beseft. Onze boerenstand ziet met zorg
de toekomst tegemoet en ofschoon hij nog van
goeden wille is door te arbeiden op zijn land, wordt
dit voor vrijwel allen een financieele onmogelijk
heid. In dezen toestand, die zich in een jaar tijds
zeer verergerd heeft, staan de landbouworganisa
ties op de bres voor de gerechtvaardigde ver
langens der boeren en vragen aan Regeering en
Volksvertegenwoordiging om hulp in den nood.
Nu op dit vragen in den loop van het jaar,
behalve het suikerwetje, practisch niets tot stand
is gekomen, laait meer en meer een gevoel van
ontevredenheid onder ons op, een wantrouwen in
onze Regeering, een wantrouwen soms ook in eigen
organisatie.
In deze omstandigheden roept U mij M. de V.
om voor eene bijeenkomst van Flakkeesche Boe
ren, de landbouwcrisis te bespreken, ik ben mij
van mijn verantwoordelijkheid bewust.
Ik zal naar beste weten eene uiteenzetting geven
van den toestand, inzonderheid der akkerbouw
bedrijven; van de rechtvaardiging tot regeerings-
maatregelen over te gaan; van de maatregelen,
welke door de organisaties worden bepleit en in
behandeling zijn en van de beteekenis van dit
alles voor het Nederlandsche volk in zijn geheel,
doch daarnevens zullen mijne woorden naar ik
hoop voor U getuigenis afleggen van het werk
Uwer organisatie, van de beteekenis van een aan
eengesloten staan aller boeren, van het verraad,
dat men pleegt aan den boerenstand in deze tijde
afzijdig te blijven staan van de organisatie of door
afbrekende critiek hare kracht te ondermijnen.
Thans meer dan ooit zij het één voor allen en
allen voor één onze leus.
FEUILLETON.
BOOTH TARKINGTON.
OP EENZAMEN POST.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
Geautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
De toestand in de akkerbouwbedrijven.
Ofschoon het voor deze vergadering overbodig
is hierover veel te zeggen, kan het zijn nut hebben,
inzonderheid door de aanwezigheid van de pers
enkele cijfers te noemen. Ik heb hiervoor mij de
bedrijfsuitkomsten over Mei 1929/30 van het boek-
houclbureau der Groningsche Maatschappij van
Landbouw. De akkerbouwstreken hebben in Gro
ningen het genoemde jaar geen inkomen aan de
pachters gegeven op een uitzondering na. In de
bouwstreken in Friesland was het verlies van den
pachter 35 per H.A. en in Z.-H. 20. Hierbij
moeten wij bedenken dat vele dezer bedrijven in
het najaar 1929 een groot gedeelte van den oogst
hebben verkocht en daardoor niet te lijden hebben
gehad van de sinds dien voortgezette prijsdaling,
welke inzonderheid bij aardappelen zeer groot was.
Als wij de prijzen der akkerbouwproducten over
1910/14 op 100 stellen, dan zijn zij in September
1930 voor de tarwe 82, gerst 64, haver 81, erwten
78, suiker 62. Alleen de aardappelen waren in die
maand weer op hooger peil, op 157. Als men
hierbij bedenkt, dat de productiekosten alle met
een hooger indexcijfer worden aangeduid, loonen
b.v. met 200, dan gevoelt iedereen dat bij de tegen
woordige prijsverhouding het akkerbouwbedrijf
niet alleen geen inkomen voor den pachter op
brengt, doch in vele gevallen bij een reductie van
de pacht, als het een pachtbedrijf is, tot nul, toch
den pachter nog geen inkomen geeft. Bij de hypo-
theekboeren is de toestand overeenkomstig.
De aard der bedrijven loopt streeksgewijs en
individueel te veel uiteen om niet uitzonderingen
op den regel te mogen verwachten, doch deze
uitzonderingen 'zulen thans uiterst zeldzaam zijn,
daar vrijwel alle teelten ernstige verliezen geven
Rechtvaardiging regeeringsmaatregelen.
De toestand waarin thans de akkerbouw
bedrijven verkeeren beteekent dan ook een finan-
cieelen ondergang van allen, die op deze bedrijven
hun brood verdienen en die er meer zijdelings bij
betrokken zijn. De boerenstand zelf kan hier niets
van beteekenis tegen doen, hij heeft geen invloed
op de wereldmarktprijzen, hulp moet dus van
regeeringswege komen.
De Regeering echter is geen Regeering van
I boeren, doch van het Nederlandsche volk en zij
heeft voor de belangen van alle groepen der be
volking te waken. Nu zal iedere maatregel, welke
steun geeft aan een bepaalde groep, andere ber
langen moeten schaden. De voordeelen, welke door
zoodanigen maatregel voor de akkerbouwbedrijven
vrij zouden komen, moeten ergens anders vandaan
komen. Een Regeering dient dus goede motieven
te kunnen aanvoeren alvorens tot steun over te
gaan, temeer waar wij ons niet alleen in een land
bouwcrisis, al is deze het heftigste, bevinden, doch
in een crisis van algemeenen aard. Een verleenen
van steun aan de eene groep brengt in deze om--
standigheden zoo gemakkelijk de consequentiem^r te" v°Ue geldt,
mede, dat ook steun aan andere groepen moet nnh
worden verleend en als ten slotte alle groepen
gesteund worden door alle groepen, dan lijdt het
Nederlandsche Volk in zijn geheel en zal een voor
bijgaan der crisis ongetwijfeld worden geremd in-
plaats van bevorderd.
Een Regeering, die hare taak goed opvat dient
dus met goed doorzicht te handelen.
De landbouworganisaties meenen, erkennende
vorenbedoelde plicht der Regeering, aanspraak te
mogen maken op een bijzonderen steun voor onzen
akkerbouw.
Kunstmatige prijszetting.
Over de oorzaken der crisis in het algemeen wil
ik niet veel zeggen, de geleerdste economen zijn
overtuigd, dat zij ze niet nauwkeurig weten. Door
menigeen wordt in een tekort aan goud, met als
gevolg te weinig geld in verhouding tot de goede
renhandel, waardoor tegenover eenzelfde som
gelds meer goederen zijn komen te staan, de voor
naamste oorzaak gezien der algemeene prijsdaling.
Dat deze prijsdaling vooral op landbouwproducten
betrekking heeft, wordt mede veroorzaakt doordat
de dalng bij vele andere artikelen en diensten
kunstmatig wordt geremd.
Kunstmatig door trustvorming, door prijs
afspraken en door hechte organisatie van arbeiders
en werkgevers. Vooral bij de bedrijven, die voor
de plaatselijke markt werken is een prijsdaling
uiterst moeilijk te bewerkstelligen, zie naar hetgeen
bij de drukkersbedrijven is gebeurd. ïnplaats van
een loonsverlaging hetgeen, nu vele goederen
goedkooper geworden zijn, nog geen reëele ver
laging behoeft te beteekenen, is er een loons-
verhooging gekomen. Bij de bouwvakken, bakkers,
ambachtslieden is een prijsverlaging hunner pro
ducten en diensten door hechte organisatie en
door het werken voor de plaatselijke markt, waar
bij van concurrentie van elders geen of weinig
sprake is, nog niet te constateeren-en voor zoo
verre dit wel het geval is, is zij voornamelijk een
uitvloeisel van de daling der prijzen onzer land
bouwproducten. Doch als het waar is, dat de
goudvoorraad minder is toegenomen dan de be
hoefte aan goud en dat daardoor onherroepelijk
een prijsdaling der goederen moet plaats hebben
tot er weer evenwicht is bereikt, dan volgt daaruit
tevens, dat ais die prijsdaling geremd wordt op de
eene plaats, zij des te sterker moet optreden op de
andere plaats, dat inzonderheid de prijs der land
bouwproducten extra zal zijn gedaald. Dit is een
omstandigheid die de landbouw het slachtoffer doet
worden van het kunstmatig op peil houden der prijzen
en tevens der loonen in andere bedrijfstakken.
We kunnen dit ook anders zeggen.
Als men het over vrijhandel heeft denkt men in
den regel aan vrijen in- en uitvoer. Onder vrij
handel in zijn algemeene beteekenis dienen we
echter te verstaan het doen voortleven der vrije
concurrentie op alle gebied. Indien deze vrije con
currentie zich overal deed gelden, zoo zouden bij
iedere crisis zich de verhoudingen spoeidg wijzigen
tot een nieuwe evenwichtstoestand is bereikt.
Die vrije concurrentie bestaat echter niet meer.
De beschutte bedrijven, dat zijn die welke voor de
plaatselijke markt werken, doen er slechts in zeer
beperkte mate aan mee en weten langen tijd de
loonen op hoog peil te handhaven en de prijzen der
producten en diensten eveneens. De hoogere levens
standaard welke hierdoor bereikt wordt, wordt
betaald door de afnemers dier producten en dien
sten. Deze afnemers verhalen het, als ze de kans
hebben, weder op hunne afnemers en ten slotte zijn
die groepen der bevolking de dupe die niet in staat
zijn de hoogere prijzen op hun beurt te verhalen
op de afnemers van hunne arbeidsproducten. Tot de
laatste groep behooren de boeren en de land
arbeiders.
Steun aan den landbouw elders.
Zij, die de hier gegeven zienswijze onderschrijven
en dat doen de landbouworganisaties, zien hierin
de voornaamste grondslag voor het recht op bij
zondere Regeeringszorg voor den landbouw.
Het streven naar vrijhandel beteekent tegen
woordig het handhaven der vrije concurrentie voor
den landbouw en andere voor de wereldmarkt wer
kende bedrijfstakken, terwijl zij voor anderen niet
men er niet meer loonend zou kunnen concurreeren,
doch deze landstreken zouden o.i. niet in Neder
land liggen. Door kunstmatige middelen, door
bescherming, wordt echter het uitschakelen dezer
streken van de productie voorkomen.
DUITSCHLAND.
Het invoerrecht voor tarwe en gerst is achtereen
volgens geworden
In marken per 100 K.G.:
Tarwe. Brouwgerst. Voeder-
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Vóór den oorlog
gerst
5.50
4.—
1.30
1925—1929
5.—
5.—
2.—
Juni 1929
6.50
5.—
2.—
Januari 1930
9.50
9.—
5.—
Maart 1930
12.—
12.—
10.—
April 1930.
15.—
15.—
10,—
Mei 1930
15.—
15.—
12.—
October
25.—
20.—
12.—
57)
In het halfduister bleef haar gezicht verborgen.
„Maar die idioot is dan toch ondernemend?"
informeerde zij.
„Veel meer ondernemend en veel minder idioot
dan ik. Ze zoeken op het oogenblik in Carlow
county naar olie. Toen hij begon, wist hij net zoo
veel van olie als een baby en in zijn eersten brief
aan mij stonden de gekste fouten. Nu weet hij er
alles van en schrijft hij geologische artikelen. Als
er een bron wordt aangeboord, zal hij een extra
nummer laten verschijnen. Misschien begrijpt u,
wat dat voor de „Herald" met z'n beetje personeel
beteekent. Ik heb dien kerel alles tc danken, zelfs
mijn aandeelen in de olie-maatschappij, die ik
kocht op zijn advies. Hij durft het aan een dagblad
te maken van de „Herald". Herinnert u zich niet,
dat u mij gevraagd hebt, waarom ik het niet deed.
Het leek mij te gewaagd den strijd aan te binden
met de kranten in Rouen, vooral wat betreft het
buitenlandsch nieuws, maar deze jonge reus is het
van plan. Eens per week, op Zaterdag komt een
dubbel nummer uit met acht pagina's, de andere
dagen vier pagina's. Maandag begint het groote
avontuur."
„Zou het lukken?"
„Weineen," lacht hij.
„Denkt u van niet? Haar belangstelling viel hem
op, maar moest in haar aard liggen, voor zoover
hij haar in Plattville had leeren kennen. Hij vroeg
zich af, of zij misschien hoopte, dat praten over
de „Herald" en over het werk aan een provinciaal
dagblad haar in staat zou stellen, Macauly beter te
begrijpen.
„Waarom hebt u hem dan laten begaan?" vroeg
zij. „U hebt hem zeker aangemoedigd?"
„Natuurlijk heb ik hem aangemoedigd! Zijn
brutaliteit fascineerde me. Een kerel, die alles
durft, is altijd aantrekkelijk."
..Dus u gelooft niet, dat er eenige kans is van
slagen?"
„Geen enkele," antwoordde hij onverschillig.
„Wat bedoelde u met die werkmandjes?"
Hij begon weer te lachen. „Het is in elk geval
een origineele kerel. Eens per week verschijnt er
een vrouwenpagina, waarin de dames van Carlow
recepten vinden om jam te maken, om sla tc be
reiden en waaruit ze kunnen leeren, in twintig
minuten tijd een werkmandje te maken. Het meest
wonderlijke van alles is, dat de vrouwen, die 2ijn
raad hebben opgevolgd, hem nog niet de stad heb
ben uitgejaagd."
„Dus u vreest, dat het dagblad een mislukking
zal worden en meent, dat die ondernemende idioot
moet worden weggejaagd? Waarom?" Zij scheen
zijn woorden zeer ernstig te nemen.
„Alleen al om dat vrouwenblad."
„Deugt dat niet?"
„Wat weet een Yankee een kerel van twee
Doch naast deze motiveering voor Regeerings-
ingrijpen zijn er nog andere en de voornaamste
hiervan is te zoeken in den kunstmatigen steun
van den landbouw in andere landen.
Indien in alle landen de landbouw overgeleverd
was aan de vrije concurrentie, dan zouden onze
akkerbouwers nog niet bevreesd behoeven te zijn.
Het mag zijn, dat de graanteelt door geweldige
mechanisatie in Amerika en elders goedkooper kan
geschieden, dan hier. Wij zijn niet overtuigd, dat
dit een daling der graanprijzen in de mate als
thans het geval is, tot gevolg zou hebben. De prijs
van een artikel wordt bij vrije concurrentie niet
bepaald door hem, die het goedkoopste produ
ceert, doch door de productie kostender grens-
bedrijven, dat zijn die, welker producten nog
noodig zijn om in de wereldbehoefte te voorzien.
Bij vrije concurrentie zouden wellicht groote
streken van graanbouw ontvolkt geraken, daar
Veldbode, 1 Nov. '30. blz. 131
De Einfuhrscheine (invoerbewijzen), waarmede
Duitschalnd werkte zijn voor granen buiten wer
king gesteld, doch voor slachtvee en voor de door
een Duitsch-Poolsche commissie geëxporteerde
rogge wordt zij weg gegeven. Hierdoor kunnen zij,
die deze producten exporteeren een bepaalde hoe
veelheid graan tegen verlaagd invoerrecht in
voeren. Dit beteekent dus, dat de exporteurs van
rogge en slachtvee gesubsidieerd worden met een
deel der invoerrechten. Naast deze maatregelen
bestaan er tallooze andere, een maalgebod van
80 voor tarwe, een gedwongen gebruik van
rogge en aardappelvlokken door reductie voor den
kooper er van bij invoer van gerst, een verplichte
vermenging met benzine van spiritus uit aard
appelen bereid, een verplicht gebruik van aard
appelmeel voor de maizenafabrikanten, die een
evenredige hoeveelheid.mais tegen verlaagd invoer
recht mogen invoeren enz.
In Noorwegen, Estland, Letland, Spanje, Oosten
rijk bestaat een graanmonopolie, die de prijzen
in het buitenland beschermd al of niet met invoer
verboden of invoerrechten gepaard gaande; Zwe
den en Frankrijk hebben een maalgebod, respec
tievelijk van 50 en 90 Zwitserland steunt zijn
landbouw op veelzijdige wijze, de regeering neemt
de tarwe voor een bepaalden prijs over, terwijl ook
de aardappelprijzen zeker worden gesteld. In
Amerika en Canada heeft men getracht de tarwe-
prijzen door centralisatie van den afzet te steunen,
doch waar het hier exportlanden betreft, stuit men
op zeer groote moeilijkheden.
Naast al deze maatregelen in andere landen,
hoofdzakelijk op de graanteelt betrekking hebbend,
kunnen wij wijzen op de allerwegen bestaande
bescherming van de suikerbietencultuur, op de be
scherming door invoerrechten, van de aardappel
cultuur, van de veeteelt producten, in het kort
van gansch den landbouw en veeteelt. Als deze be
scherming er nu een was zooals zij in die landen
zou daaraan geen recht voor ons te ontleenen zijn
voor ingrijpen onzer regeering. De wijze waarop
de landbouw elders wordt beschermd en gesteund
gaat echter ver uit boven de wijze waarop de
industriëelc bedrijven door de regeeringen worden
geholpen.
Inzonderheid in Duitschland, doch ook in Frank
rijk en vermoedelijk andere landen heeft de be
scherming van den landbouw tot ondergrond een
economisch nationalisem van de gevaarlijkste soort.
Inzonderheid in Duitschland treedt sterk in het
openbaar naar voren de doelstelling den invoer
van landbouw- en tuinbouwproducten onmogelijk
te maken en de bevolking te dwingen, genoegen te
nemen met de producten op vaderlandschen bodem
geteeld.
De gevolgen hiervan voor onzen landbouw zijn
funest. De productie blijft door al die bescherming
hoog. De overproductie blijft bestaan en bedreigt
bij voortduring de markten in die landen die de
geringsten weerstand aan den invoer ervan bieden.
Door uitvoer premies of door hechte organisaties
binnenslands worden de binncnlandsche prijzen
hooger gehouden dan dc prijzen waarvoor men de
goederen op de wereldmarkt werpt. Zoo wordt het
Duitsche aardappelmeel hier te lande voor Iageren
meter, nu toch van jam en werkmandjes?"
„Weet u er zelf iets van?"
„Waarschijnlijk nog minder dan hij."
„Is hij werkelijk twee meter lang?"
„Zijn handteekening laat geen twijfel open en
iemand, die zoo werkt, moet wel zoo groot zijn."
„Dus u denkt, dat bekwaamheid in verhouding
staat tot lengte? "Er klonk een gevaarlijke drei
ging in haar stem.
Hij bemerkte, hoe hij weer op netelig terrein
aanlandde en haastte zich te antwoorden: „Die is
omgekeerd evenredig."
„Dan begrijp ik, dat uw plaatsvervanger een
mislukking is," hernam zij op zachten toon.
Zij zat met haar rug naar het licht; alleen haar
profiel was zichtbaar. Als hij had geweten, dat
haai lippen trilden en tranen stonden in haar oogen,
zou hij opgevlogen zijn van schrik. Hij voelde zich
gelukkig, voor het eerst sedert dat oogenblik bij
haar te mogen zijn. Niets, zelfs Brainard Macauley
niet, kon hem zijn genoegen rooven en bovendien,
gedurende deze enkele minuten had hij Brainard
Macauley totaal vergeten. Wat mocht een man meer
verlangen dan bij haar te zitten in dc schemering
en te praten. Het kwam er niet eens op aan, wat
er gezegd werd. Die dwaasheid over den jongen
Fisbee paste evengoed voor deze gelegenheid als
iets anders.
„Het jongmensch is inderdaad een uitzondering,"
hernam hij weer. „Ik heb u reeds verteld, dat ik
hem alles te danken heb; mijn dankbaarheid ver
biedt mij zijn bekwaamheden als geringer voor te
stellen, dan zijn gestalte, Hij drong er op aan,
olic-aandeclen van mr. Watts te koopen, juist toen
dc koersen achteruit vlogen, omdat twee bronnen
niets opleverden. Als er nu een nieuwe bron wordt
aangeboord en de jonge Fisbee betoogt, dat dit
niet lang meer op zich zal laten wachten, krijg
ik het zwaar te verantwoorden met de inkomsten
belasting. Dat arme Plattville zal worden over
stroomd door vreemdelingen en speculanten en
de „Herald" moet reclame gaan maken om de aan
dacht van beleggers op de nieuwe maatschappij
te vestigen. De geschiedenis van den opbloei van
verschillende Amerikaansche steden zal zich in
Plattville herhalen. Nu reeds dringt de „Herald"
er op aan, op verzoek van Schofield's Henry u
herinnert zich den klokkenluider toch? om
Mainstrcct te laten asfalteeren. Dat komt wel! Het
ergste is alleen dat de jonge Fisbee te knap is."
„En toch zal de uitgave als dagblad niet slagen?"
„Neen, die overgang is te groot. Tenzij de artike
len van mijn plaatsvervanger over protectie de
aandacht gaan trekken van curiositeiten-ver
zamelaars."
„Wat de politiek betreft, is hij dus volslagen on
geschikt?"
„Integendeel; hij is buitengewoon scherpzinnig.
Zijn hoofdartikelen geven dikwijls de fijnste vleierij,
welke-ooit aan mijn adres is geuit; zij verraden
telkens in kleine trekjes de methode en de zeggings
wijze van zijn voorganger. Maar de protectie heeft
hem te pakken. Dat verraadt een vrouwelijke eigen
schap in weerwil van zijn mannelijk voorkomen.
Zonder onridderlijk tc zijn mag ik dit zeggen, want
de vrouwen hebben, over het algemeen, spreek
woordelijk weinig begrip van beschermende rechten.
De jonge Fisbee schijnt zeer bereids. Hij klaagt er
over, dat dc wet een dame, die handschoenen in
Parijs heeft gekocht, in moeilijkheden brengt. Hij
vindt smokkelen het groote bezwaar van de huidige
protectie. Zijn nleening is, dat deze fnuikend wer-^
Uw vooroordeel is
inderdaad misplaatst.
Ik dacht er eerst niet anders over als
U. Toen het echter zoover was, dat de
dokter mij alle coffeïne-bevattende dran
ken, koffie en thee, moest verbieden, be
gon ik met Koffie Hag. Spoedig onder
vond ik de weldadige werking van deze
heerlijke coffeïnevrije koffie. Een gezonde
verkwikkende nachtrust keerde terug en
ik herkreeg geleidelijk mijn kalmte en
zelfbeheersching. De oorzaak mijner
prikkelbaarheid en nerveusiteit was weg
genomen.
U* denkt natuurlijk, dat Hag een of
ander surrogaat is. Niets is minder juist
dan dit. Koffie Hag is een echte lekkere
plantagekoffie, alleen de coffeïne ont
breekt. Probeert U het gerust eens en
ook U zult dan spoedig ondervinden, dat
deze koffie inderdaad meer genot en betere
gezondheid verschaft.
prijs aangeboden dan de prijs welke in Duitsch
land geldt. De Roemeensche Regeering is voor
nemens 30.000 wagons tarwe over te nemen en ze
met verlies op de wereldmarkt te werpen. Onze
akkerbouwers zijn dan ook de dupe van dumpings-
methoden van andere landen. De eenige uitweg uit
de crisis is te zoeken in een vermindering der pro
ductie.
Waar aan dit laatste in den tegenwoordigen tijd
in het algemeen niet te denken valt, zal de pro
ductie noodwendig moeten worden ingeperkt. In
dien de bescherming niet bestond zou wellicht
de tarwe-cultuur in Frankrijk, Duitschland, Italië
en Spanje en andere landen verdwijnen. Als de
bescherming der suiker weg zou vallen, zou zij
wellicht verdwijnen in Engeland, Amerika, in
krimpen in Frankrijk, Duitschland, Tsjecho-
Slowakije waar zij op een Iageren trap staat als
hier te lande, doch wij zouden kunnen concurreeren.
Grijpt onze regeering niet in, dan bewerkstelligt zij,
dat in onze zeeklei-gebieden zich dc gevolgen van de
wereldcrisis in den akkerbouw voltrekken. Door het
weigeren van een bescherming aan onzen akker
bouw in de tegenwoordige omstandigheden, zou
onze regeering de consumenten de voordeelen laten
genieten van lagere prijzen, doch onze akker
bouwers, onze landarbeiders, het geheele platte
land, inzonderheid in de zeekleigebieden, zou zij
er voor opofferen.
De heer Oortwijn Botjes heeft in een artikel in
het Gron. Landbouwblad van 25 Oct. j.l. een be
rekening gemaakt van de wijze waarop de consu
menten van de door de genoemde oorzaken zoo
lage prijzen profiteeren. Sinds 1927 is de suiker
prijs rond ƒ6,per 100 K.G. gedaald. Per inwoner
wordt in ons land per jaar 26 K.G. suiker gebruikt.
Het voordeel per persoon door deze prijsdaling
genoten bedraagt 1,56 ,op 7.000.000 inwoners
wordt dit ƒ11.000.000,De verlaging der suiker
accijns heeft de consumenten 9.000.000,in den
ken op het volkskarakter. Zijn inzichten zullen
Carlow groot maken."
„Vanhetgeen u zegt is niets waar! Geen woord.
Ik dacht niet, dat u zoo wreed kon zijn," riep hij
uit.
Hij boog zich naar haar toe en staarde haar ver
baasd aan.
„U weet, dat u een totaal verkeerde voorstelling
geeft van de zaak," beklaagde zij zich hartstoch
telijk. „Geen ander man zou cr zoo weinig van be
grijpen als udie kwestie van de beschermende
rechten is zelfs een kind duidelijk. Toen u in Platt
ville waart, gedroeg u zich heel anders, ik wist
niet, dat u zoo onvriendelijk kon zijn."
„Ik begrijp u niet.
„Miss Hinsdale heeft over u gepraat. Misschien
weet u het niet maar ik geloof, dat u wel beseft,
hoe hard u gisteravond bent geweest. Het is niet
prettig voor den man, die in Plattville voor u aan
het werk is, die zijn best doet en den hcelen dag
ploetert om het u naar den zin te maken, dat u
hem 's avonds bij de muziek zit tc bespotten tegen
over Clara Hinsdale, terwijl hij.
„Maar ik heb tegenover miss Hinsdale niet over
hem gerept. Ik heb geen woord gezegd tegen miss
Hinsdale. Wat heb ik misdaan? Dat jongmensch
verdient voor zichzelf den kost en tevens voor mij.
Ik vind alleen, dat zijn hoofdartikelen over pro
tectie nogal grappig zijn."
(Wordt vervolgd.)