N.V. Tooneelkunst Brinkhaus GiriBOCITS JlflNOI m Protest Vergadering van de Af deelingen der Hollandsche Maatschappij van Landbouw op Goeree en Overflakkee. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 13E JAARGANG. - N°. 4 •v p i japon Chiffon koordtlu- jlooi- weel imprimé vest Dames - Japon, tweed nieuwste tunique- fond model, met aardig noir. georgette garnituur, irton. Verkrijgbaar in ver- lechts schillende nieuwe mode-dessins - nu WltMomO DREESMANN I 412 Alom bekend door soliditeit, betrouwbaarheid en billijkheid Tooneelkleeding Tooneelkapwerk Rotterdam - Oppert 45 Vertegenwoordiger voor Flakkee den Heer C. DE MOOIJ, Boekhandelaar OUDDORP. KUOT4SU LAAT NIET LOS Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren In de zaal van Hotel Meijer is Vrijdag j.l. een protestvergadering gehouden tegen het optreden van de regeering ten aanzien van den landbouw. Meer dan 400 boeren waren opgekomen om deze vergadering bij te wonen. De heer de Haas van Dorsser, Voorzitter van de afdeeling Oude Tonge, opende deze bijeen komst en heette in het bijzonder welkom de heeren van Voorne en Putten en Ir. Huijsman, die een lezing zou houden over de crisis in den Landbouw. Spreker meende dat de Regeering de landbouw belangen geheel verwaarloosd en meende daarom den wensch te moeten uiten om een eigen land bouwminister. De huidige regeering doet niets voor den Landbouw. ïnplaats van een maal- en menggebod te bespoedigen en tot stand te brengen, gaat men zich eerst aan een Pachtwet geven. In de mobilisatie wist de regeering V3 van onze op brengst op te eischen en bovendien nog een extra belasting, en nu het den landbouw slecht gaat, wordt er niets gedaan. Geen Kamerlid is er die zich met hart en ziel werpt op de belangen van den landbouw, die toch heusch zoo gering niet zijn. De Handel en Industrie daarvoor wordt gewerkt. Aanwezigen, sluit u daarom onder onze schare en eendrachtig zullen wij optrekken om onze belangen bepleit te krijgen. Wij moeten in de Kamers pro testeeren. Vele van onze producten komen in ge vaar. De regeering kan dat gevaar voor een deel afwentelen wanneer zij dat wil, doen zij dat niet dan gaat ongetwijfeld een deel van onze nationale welvaart ten gronde. Nemen we b.v. de suiker bieten maar, daarvan houden wij per ton over voor pacht, kunstmest enz. 50 cent. Heeren, sluit u aan! Daarna gaf spreker het woord aan den Heer Huijsman, secretaris van de Holl. Mij. van Land bouw, welke rede wij hier laten volgen M. H. De toestand. De landbouwcrisis is bezig de welvaart van het Nederlandsche Platteland te ondermijnen, meer dan men beseft. Onze boerenstand ziet met zorg de toekomst tegemoet en ofschoon hij nog van goeden wille is door te arbeiden op zijn land, wordt dit voor vrijwel allen een financieele onmogelijk heid. In dezen toestand, die zich in een jaar tijds zeer verergerd heeft, staan de landbouworganisa ties op de bres voor de gerechtvaardigde ver langens der boeren en vragen aan Regeering en Volksvertegenwoordiging om hulp in den nood. Nu op dit vragen in den loop van het jaar, behalve het suikerwetje, practisch niets tot stand is gekomen, laait meer en meer een gevoel van ontevredenheid onder ons op, een wantrouwen in onze Regeering, een wantrouwen soms ook in eigen organisatie. In deze omstandigheden roept U mij M. de V. om voor eene bijeenkomst van Flakkeesche Boe ren, de landbouwcrisis te bespreken, ik ben mij van mijn verantwoordelijkheid bewust. Ik zal naar beste weten eene uiteenzetting geven van den toestand, inzonderheid der akkerbouw bedrijven; van de rechtvaardiging tot regeerings- maatregelen over te gaan; van de maatregelen, welke door de organisaties worden bepleit en in behandeling zijn en van de beteekenis van dit alles voor het Nederlandsche volk in zijn geheel, doch daarnevens zullen mijne woorden naar ik hoop voor U getuigenis afleggen van het werk Uwer organisatie, van de beteekenis van een aan eengesloten staan aller boeren, van het verraad, dat men pleegt aan den boerenstand in deze tijde afzijdig te blijven staan van de organisatie of door afbrekende critiek hare kracht te ondermijnen. Thans meer dan ooit zij het één voor allen en allen voor één onze leus. FEUILLETON. BOOTH TARKINGTON. OP EENZAMEN POST. NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR HENRI VAN DE WEG. Geautuitgave van de N. V. Uitgeverij P. D. Bolle.) De toestand in de akkerbouwbedrijven. Ofschoon het voor deze vergadering overbodig is hierover veel te zeggen, kan het zijn nut hebben, inzonderheid door de aanwezigheid van de pers enkele cijfers te noemen. Ik heb hiervoor mij de bedrijfsuitkomsten over Mei 1929/30 van het boek- houclbureau der Groningsche Maatschappij van Landbouw. De akkerbouwstreken hebben in Gro ningen het genoemde jaar geen inkomen aan de pachters gegeven op een uitzondering na. In de bouwstreken in Friesland was het verlies van den pachter 35 per H.A. en in Z.-H. 20. Hierbij moeten wij bedenken dat vele dezer bedrijven in het najaar 1929 een groot gedeelte van den oogst hebben verkocht en daardoor niet te lijden hebben gehad van de sinds dien voortgezette prijsdaling, welke inzonderheid bij aardappelen zeer groot was. Als wij de prijzen der akkerbouwproducten over 1910/14 op 100 stellen, dan zijn zij in September 1930 voor de tarwe 82, gerst 64, haver 81, erwten 78, suiker 62. Alleen de aardappelen waren in die maand weer op hooger peil, op 157. Als men hierbij bedenkt, dat de productiekosten alle met een hooger indexcijfer worden aangeduid, loonen b.v. met 200, dan gevoelt iedereen dat bij de tegen woordige prijsverhouding het akkerbouwbedrijf niet alleen geen inkomen voor den pachter op brengt, doch in vele gevallen bij een reductie van de pacht, als het een pachtbedrijf is, tot nul, toch den pachter nog geen inkomen geeft. Bij de hypo- theekboeren is de toestand overeenkomstig. De aard der bedrijven loopt streeksgewijs en individueel te veel uiteen om niet uitzonderingen op den regel te mogen verwachten, doch deze uitzonderingen 'zulen thans uiterst zeldzaam zijn, daar vrijwel alle teelten ernstige verliezen geven Rechtvaardiging regeeringsmaatregelen. De toestand waarin thans de akkerbouw bedrijven verkeeren beteekent dan ook een finan- cieelen ondergang van allen, die op deze bedrijven hun brood verdienen en die er meer zijdelings bij betrokken zijn. De boerenstand zelf kan hier niets van beteekenis tegen doen, hij heeft geen invloed op de wereldmarktprijzen, hulp moet dus van regeeringswege komen. De Regeering echter is geen Regeering van I boeren, doch van het Nederlandsche volk en zij heeft voor de belangen van alle groepen der be volking te waken. Nu zal iedere maatregel, welke steun geeft aan een bepaalde groep, andere ber langen moeten schaden. De voordeelen, welke door zoodanigen maatregel voor de akkerbouwbedrijven vrij zouden komen, moeten ergens anders vandaan komen. Een Regeering dient dus goede motieven te kunnen aanvoeren alvorens tot steun over te gaan, temeer waar wij ons niet alleen in een land bouwcrisis, al is deze het heftigste, bevinden, doch in een crisis van algemeenen aard. Een verleenen van steun aan de eene groep brengt in deze om-- standigheden zoo gemakkelijk de consequentiem^r te" v°Ue geldt, mede, dat ook steun aan andere groepen moet nnh worden verleend en als ten slotte alle groepen gesteund worden door alle groepen, dan lijdt het Nederlandsche Volk in zijn geheel en zal een voor bijgaan der crisis ongetwijfeld worden geremd in- plaats van bevorderd. Een Regeering, die hare taak goed opvat dient dus met goed doorzicht te handelen. De landbouworganisaties meenen, erkennende vorenbedoelde plicht der Regeering, aanspraak te mogen maken op een bijzonderen steun voor onzen akkerbouw. Kunstmatige prijszetting. Over de oorzaken der crisis in het algemeen wil ik niet veel zeggen, de geleerdste economen zijn overtuigd, dat zij ze niet nauwkeurig weten. Door menigeen wordt in een tekort aan goud, met als gevolg te weinig geld in verhouding tot de goede renhandel, waardoor tegenover eenzelfde som gelds meer goederen zijn komen te staan, de voor naamste oorzaak gezien der algemeene prijsdaling. Dat deze prijsdaling vooral op landbouwproducten betrekking heeft, wordt mede veroorzaakt doordat de dalng bij vele andere artikelen en diensten kunstmatig wordt geremd. Kunstmatig door trustvorming, door prijs afspraken en door hechte organisatie van arbeiders en werkgevers. Vooral bij de bedrijven, die voor de plaatselijke markt werken is een prijsdaling uiterst moeilijk te bewerkstelligen, zie naar hetgeen bij de drukkersbedrijven is gebeurd. ïnplaats van een loonsverlaging hetgeen, nu vele goederen goedkooper geworden zijn, nog geen reëele ver laging behoeft te beteekenen, is er een loons- verhooging gekomen. Bij de bouwvakken, bakkers, ambachtslieden is een prijsverlaging hunner pro ducten en diensten door hechte organisatie en door het werken voor de plaatselijke markt, waar bij van concurrentie van elders geen of weinig sprake is, nog niet te constateeren-en voor zoo verre dit wel het geval is, is zij voornamelijk een uitvloeisel van de daling der prijzen onzer land bouwproducten. Doch als het waar is, dat de goudvoorraad minder is toegenomen dan de be hoefte aan goud en dat daardoor onherroepelijk een prijsdaling der goederen moet plaats hebben tot er weer evenwicht is bereikt, dan volgt daaruit tevens, dat ais die prijsdaling geremd wordt op de eene plaats, zij des te sterker moet optreden op de andere plaats, dat inzonderheid de prijs der land bouwproducten extra zal zijn gedaald. Dit is een omstandigheid die de landbouw het slachtoffer doet worden van het kunstmatig op peil houden der prijzen en tevens der loonen in andere bedrijfstakken. We kunnen dit ook anders zeggen. Als men het over vrijhandel heeft denkt men in den regel aan vrijen in- en uitvoer. Onder vrij handel in zijn algemeene beteekenis dienen we echter te verstaan het doen voortleven der vrije concurrentie op alle gebied. Indien deze vrije con currentie zich overal deed gelden, zoo zouden bij iedere crisis zich de verhoudingen spoeidg wijzigen tot een nieuwe evenwichtstoestand is bereikt. Die vrije concurrentie bestaat echter niet meer. De beschutte bedrijven, dat zijn die welke voor de plaatselijke markt werken, doen er slechts in zeer beperkte mate aan mee en weten langen tijd de loonen op hoog peil te handhaven en de prijzen der producten en diensten eveneens. De hoogere levens standaard welke hierdoor bereikt wordt, wordt betaald door de afnemers dier producten en dien sten. Deze afnemers verhalen het, als ze de kans hebben, weder op hunne afnemers en ten slotte zijn die groepen der bevolking de dupe die niet in staat zijn de hoogere prijzen op hun beurt te verhalen op de afnemers van hunne arbeidsproducten. Tot de laatste groep behooren de boeren en de land arbeiders. Steun aan den landbouw elders. Zij, die de hier gegeven zienswijze onderschrijven en dat doen de landbouworganisaties, zien hierin de voornaamste grondslag voor het recht op bij zondere Regeeringszorg voor den landbouw. Het streven naar vrijhandel beteekent tegen woordig het handhaven der vrije concurrentie voor den landbouw en andere voor de wereldmarkt wer kende bedrijfstakken, terwijl zij voor anderen niet men er niet meer loonend zou kunnen concurreeren, doch deze landstreken zouden o.i. niet in Neder land liggen. Door kunstmatige middelen, door bescherming, wordt echter het uitschakelen dezer streken van de productie voorkomen. DUITSCHLAND. Het invoerrecht voor tarwe en gerst is achtereen volgens geworden In marken per 100 K.G.: Tarwe. Brouwgerst. Voeder- INGEZONDEN MEDEDEELING. Vóór den oorlog gerst 5.50 4.— 1.30 1925—1929 5.— 5.— 2.— Juni 1929 6.50 5.— 2.— Januari 1930 9.50 9.— 5.— Maart 1930 12.— 12.— 10.— April 1930. 15.— 15.— 10,— Mei 1930 15.— 15.— 12.— October 25.— 20.— 12.— 57) In het halfduister bleef haar gezicht verborgen. „Maar die idioot is dan toch ondernemend?" informeerde zij. „Veel meer ondernemend en veel minder idioot dan ik. Ze zoeken op het oogenblik in Carlow county naar olie. Toen hij begon, wist hij net zoo veel van olie als een baby en in zijn eersten brief aan mij stonden de gekste fouten. Nu weet hij er alles van en schrijft hij geologische artikelen. Als er een bron wordt aangeboord, zal hij een extra nummer laten verschijnen. Misschien begrijpt u, wat dat voor de „Herald" met z'n beetje personeel beteekent. Ik heb dien kerel alles tc danken, zelfs mijn aandeelen in de olie-maatschappij, die ik kocht op zijn advies. Hij durft het aan een dagblad te maken van de „Herald". Herinnert u zich niet, dat u mij gevraagd hebt, waarom ik het niet deed. Het leek mij te gewaagd den strijd aan te binden met de kranten in Rouen, vooral wat betreft het buitenlandsch nieuws, maar deze jonge reus is het van plan. Eens per week, op Zaterdag komt een dubbel nummer uit met acht pagina's, de andere dagen vier pagina's. Maandag begint het groote avontuur." „Zou het lukken?" „Weineen," lacht hij. „Denkt u van niet? Haar belangstelling viel hem op, maar moest in haar aard liggen, voor zoover hij haar in Plattville had leeren kennen. Hij vroeg zich af, of zij misschien hoopte, dat praten over de „Herald" en over het werk aan een provinciaal dagblad haar in staat zou stellen, Macauly beter te begrijpen. „Waarom hebt u hem dan laten begaan?" vroeg zij. „U hebt hem zeker aangemoedigd?" „Natuurlijk heb ik hem aangemoedigd! Zijn brutaliteit fascineerde me. Een kerel, die alles durft, is altijd aantrekkelijk." ..Dus u gelooft niet, dat er eenige kans is van slagen?" „Geen enkele," antwoordde hij onverschillig. „Wat bedoelde u met die werkmandjes?" Hij begon weer te lachen. „Het is in elk geval een origineele kerel. Eens per week verschijnt er een vrouwenpagina, waarin de dames van Carlow recepten vinden om jam te maken, om sla tc be reiden en waaruit ze kunnen leeren, in twintig minuten tijd een werkmandje te maken. Het meest wonderlijke van alles is, dat de vrouwen, die 2ijn raad hebben opgevolgd, hem nog niet de stad heb ben uitgejaagd." „Dus u vreest, dat het dagblad een mislukking zal worden en meent, dat die ondernemende idioot moet worden weggejaagd? Waarom?" Zij scheen zijn woorden zeer ernstig te nemen. „Alleen al om dat vrouwenblad." „Deugt dat niet?" „Wat weet een Yankee een kerel van twee Doch naast deze motiveering voor Regeerings- ingrijpen zijn er nog andere en de voornaamste hiervan is te zoeken in den kunstmatigen steun van den landbouw in andere landen. Indien in alle landen de landbouw overgeleverd was aan de vrije concurrentie, dan zouden onze akkerbouwers nog niet bevreesd behoeven te zijn. Het mag zijn, dat de graanteelt door geweldige mechanisatie in Amerika en elders goedkooper kan geschieden, dan hier. Wij zijn niet overtuigd, dat dit een daling der graanprijzen in de mate als thans het geval is, tot gevolg zou hebben. De prijs van een artikel wordt bij vrije concurrentie niet bepaald door hem, die het goedkoopste produ ceert, doch door de productie kostender grens- bedrijven, dat zijn die, welker producten nog noodig zijn om in de wereldbehoefte te voorzien. Bij vrije concurrentie zouden wellicht groote streken van graanbouw ontvolkt geraken, daar Veldbode, 1 Nov. '30. blz. 131 De Einfuhrscheine (invoerbewijzen), waarmede Duitschalnd werkte zijn voor granen buiten wer king gesteld, doch voor slachtvee en voor de door een Duitsch-Poolsche commissie geëxporteerde rogge wordt zij weg gegeven. Hierdoor kunnen zij, die deze producten exporteeren een bepaalde hoe veelheid graan tegen verlaagd invoerrecht in voeren. Dit beteekent dus, dat de exporteurs van rogge en slachtvee gesubsidieerd worden met een deel der invoerrechten. Naast deze maatregelen bestaan er tallooze andere, een maalgebod van 80 voor tarwe, een gedwongen gebruik van rogge en aardappelvlokken door reductie voor den kooper er van bij invoer van gerst, een verplichte vermenging met benzine van spiritus uit aard appelen bereid, een verplicht gebruik van aard appelmeel voor de maizenafabrikanten, die een evenredige hoeveelheid.mais tegen verlaagd invoer recht mogen invoeren enz. In Noorwegen, Estland, Letland, Spanje, Oosten rijk bestaat een graanmonopolie, die de prijzen in het buitenland beschermd al of niet met invoer verboden of invoerrechten gepaard gaande; Zwe den en Frankrijk hebben een maalgebod, respec tievelijk van 50 en 90 Zwitserland steunt zijn landbouw op veelzijdige wijze, de regeering neemt de tarwe voor een bepaalden prijs over, terwijl ook de aardappelprijzen zeker worden gesteld. In Amerika en Canada heeft men getracht de tarwe- prijzen door centralisatie van den afzet te steunen, doch waar het hier exportlanden betreft, stuit men op zeer groote moeilijkheden. Naast al deze maatregelen in andere landen, hoofdzakelijk op de graanteelt betrekking hebbend, kunnen wij wijzen op de allerwegen bestaande bescherming van de suikerbietencultuur, op de be scherming door invoerrechten, van de aardappel cultuur, van de veeteelt producten, in het kort van gansch den landbouw en veeteelt. Als deze be scherming er nu een was zooals zij in die landen zou daaraan geen recht voor ons te ontleenen zijn voor ingrijpen onzer regeering. De wijze waarop de landbouw elders wordt beschermd en gesteund gaat echter ver uit boven de wijze waarop de industriëelc bedrijven door de regeeringen worden geholpen. Inzonderheid in Duitschland, doch ook in Frank rijk en vermoedelijk andere landen heeft de be scherming van den landbouw tot ondergrond een economisch nationalisem van de gevaarlijkste soort. Inzonderheid in Duitschland treedt sterk in het openbaar naar voren de doelstelling den invoer van landbouw- en tuinbouwproducten onmogelijk te maken en de bevolking te dwingen, genoegen te nemen met de producten op vaderlandschen bodem geteeld. De gevolgen hiervan voor onzen landbouw zijn funest. De productie blijft door al die bescherming hoog. De overproductie blijft bestaan en bedreigt bij voortduring de markten in die landen die de geringsten weerstand aan den invoer ervan bieden. Door uitvoer premies of door hechte organisaties binnenslands worden de binncnlandsche prijzen hooger gehouden dan dc prijzen waarvoor men de goederen op de wereldmarkt werpt. Zoo wordt het Duitsche aardappelmeel hier te lande voor Iageren meter, nu toch van jam en werkmandjes?" „Weet u er zelf iets van?" „Waarschijnlijk nog minder dan hij." „Is hij werkelijk twee meter lang?" „Zijn handteekening laat geen twijfel open en iemand, die zoo werkt, moet wel zoo groot zijn." „Dus u denkt, dat bekwaamheid in verhouding staat tot lengte? "Er klonk een gevaarlijke drei ging in haar stem. Hij bemerkte, hoe hij weer op netelig terrein aanlandde en haastte zich te antwoorden: „Die is omgekeerd evenredig." „Dan begrijp ik, dat uw plaatsvervanger een mislukking is," hernam zij op zachten toon. Zij zat met haar rug naar het licht; alleen haar profiel was zichtbaar. Als hij had geweten, dat haai lippen trilden en tranen stonden in haar oogen, zou hij opgevlogen zijn van schrik. Hij voelde zich gelukkig, voor het eerst sedert dat oogenblik bij haar te mogen zijn. Niets, zelfs Brainard Macauley niet, kon hem zijn genoegen rooven en bovendien, gedurende deze enkele minuten had hij Brainard Macauley totaal vergeten. Wat mocht een man meer verlangen dan bij haar te zitten in dc schemering en te praten. Het kwam er niet eens op aan, wat er gezegd werd. Die dwaasheid over den jongen Fisbee paste evengoed voor deze gelegenheid als iets anders. „Het jongmensch is inderdaad een uitzondering," hernam hij weer. „Ik heb u reeds verteld, dat ik hem alles te danken heb; mijn dankbaarheid ver biedt mij zijn bekwaamheden als geringer voor te stellen, dan zijn gestalte, Hij drong er op aan, olic-aandeclen van mr. Watts te koopen, juist toen dc koersen achteruit vlogen, omdat twee bronnen niets opleverden. Als er nu een nieuwe bron wordt aangeboord en de jonge Fisbee betoogt, dat dit niet lang meer op zich zal laten wachten, krijg ik het zwaar te verantwoorden met de inkomsten belasting. Dat arme Plattville zal worden over stroomd door vreemdelingen en speculanten en de „Herald" moet reclame gaan maken om de aan dacht van beleggers op de nieuwe maatschappij te vestigen. De geschiedenis van den opbloei van verschillende Amerikaansche steden zal zich in Plattville herhalen. Nu reeds dringt de „Herald" er op aan, op verzoek van Schofield's Henry u herinnert zich den klokkenluider toch? om Mainstrcct te laten asfalteeren. Dat komt wel! Het ergste is alleen dat de jonge Fisbee te knap is." „En toch zal de uitgave als dagblad niet slagen?" „Neen, die overgang is te groot. Tenzij de artike len van mijn plaatsvervanger over protectie de aandacht gaan trekken van curiositeiten-ver zamelaars." „Wat de politiek betreft, is hij dus volslagen on geschikt?" „Integendeel; hij is buitengewoon scherpzinnig. Zijn hoofdartikelen geven dikwijls de fijnste vleierij, welke-ooit aan mijn adres is geuit; zij verraden telkens in kleine trekjes de methode en de zeggings wijze van zijn voorganger. Maar de protectie heeft hem te pakken. Dat verraadt een vrouwelijke eigen schap in weerwil van zijn mannelijk voorkomen. Zonder onridderlijk tc zijn mag ik dit zeggen, want de vrouwen hebben, over het algemeen, spreek woordelijk weinig begrip van beschermende rechten. De jonge Fisbee schijnt zeer bereids. Hij klaagt er over, dat dc wet een dame, die handschoenen in Parijs heeft gekocht, in moeilijkheden brengt. Hij vindt smokkelen het groote bezwaar van de huidige protectie. Zijn nleening is, dat deze fnuikend wer-^ Uw vooroordeel is inderdaad misplaatst. Ik dacht er eerst niet anders over als U. Toen het echter zoover was, dat de dokter mij alle coffeïne-bevattende dran ken, koffie en thee, moest verbieden, be gon ik met Koffie Hag. Spoedig onder vond ik de weldadige werking van deze heerlijke coffeïnevrije koffie. Een gezonde verkwikkende nachtrust keerde terug en ik herkreeg geleidelijk mijn kalmte en zelfbeheersching. De oorzaak mijner prikkelbaarheid en nerveusiteit was weg genomen. U* denkt natuurlijk, dat Hag een of ander surrogaat is. Niets is minder juist dan dit. Koffie Hag is een echte lekkere plantagekoffie, alleen de coffeïne ont breekt. Probeert U het gerust eens en ook U zult dan spoedig ondervinden, dat deze koffie inderdaad meer genot en betere gezondheid verschaft. prijs aangeboden dan de prijs welke in Duitsch land geldt. De Roemeensche Regeering is voor nemens 30.000 wagons tarwe over te nemen en ze met verlies op de wereldmarkt te werpen. Onze akkerbouwers zijn dan ook de dupe van dumpings- methoden van andere landen. De eenige uitweg uit de crisis is te zoeken in een vermindering der pro ductie. Waar aan dit laatste in den tegenwoordigen tijd in het algemeen niet te denken valt, zal de pro ductie noodwendig moeten worden ingeperkt. In dien de bescherming niet bestond zou wellicht de tarwe-cultuur in Frankrijk, Duitschland, Italië en Spanje en andere landen verdwijnen. Als de bescherming der suiker weg zou vallen, zou zij wellicht verdwijnen in Engeland, Amerika, in krimpen in Frankrijk, Duitschland, Tsjecho- Slowakije waar zij op een Iageren trap staat als hier te lande, doch wij zouden kunnen concurreeren. Grijpt onze regeering niet in, dan bewerkstelligt zij, dat in onze zeeklei-gebieden zich dc gevolgen van de wereldcrisis in den akkerbouw voltrekken. Door het weigeren van een bescherming aan onzen akker bouw in de tegenwoordige omstandigheden, zou onze regeering de consumenten de voordeelen laten genieten van lagere prijzen, doch onze akker bouwers, onze landarbeiders, het geheele platte land, inzonderheid in de zeekleigebieden, zou zij er voor opofferen. De heer Oortwijn Botjes heeft in een artikel in het Gron. Landbouwblad van 25 Oct. j.l. een be rekening gemaakt van de wijze waarop de consu menten van de door de genoemde oorzaken zoo lage prijzen profiteeren. Sinds 1927 is de suiker prijs rond ƒ6,per 100 K.G. gedaald. Per inwoner wordt in ons land per jaar 26 K.G. suiker gebruikt. Het voordeel per persoon door deze prijsdaling genoten bedraagt 1,56 ,op 7.000.000 inwoners wordt dit ƒ11.000.000,De verlaging der suiker accijns heeft de consumenten 9.000.000,in den ken op het volkskarakter. Zijn inzichten zullen Carlow groot maken." „Vanhetgeen u zegt is niets waar! Geen woord. Ik dacht niet, dat u zoo wreed kon zijn," riep hij uit. Hij boog zich naar haar toe en staarde haar ver baasd aan. „U weet, dat u een totaal verkeerde voorstelling geeft van de zaak," beklaagde zij zich hartstoch telijk. „Geen ander man zou cr zoo weinig van be grijpen als udie kwestie van de beschermende rechten is zelfs een kind duidelijk. Toen u in Platt ville waart, gedroeg u zich heel anders, ik wist niet, dat u zoo onvriendelijk kon zijn." „Ik begrijp u niet. „Miss Hinsdale heeft over u gepraat. Misschien weet u het niet maar ik geloof, dat u wel beseft, hoe hard u gisteravond bent geweest. Het is niet prettig voor den man, die in Plattville voor u aan het werk is, die zijn best doet en den hcelen dag ploetert om het u naar den zin te maken, dat u hem 's avonds bij de muziek zit tc bespotten tegen over Clara Hinsdale, terwijl hij. „Maar ik heb tegenover miss Hinsdale niet over hem gerept. Ik heb geen woord gezegd tegen miss Hinsdale. Wat heb ik misdaan? Dat jongmensch verdient voor zichzelf den kost en tevens voor mij. Ik vind alleen, dat zijn hoofdartikelen over pro tectie nogal grappig zijn." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1