>t„OnzeEilanden" KIESPIJN!! liplM EERSTE BLAD Electr. Kronen en Kaplampen STER-TABAK Wegens Sterfgeval. ■0, ÉVRDT'S 7e;c i bietten VRDT'5 7^c jletten ARDT'S fJOc itabletten w U*DT'S (JAC betten XRDT'S fiftc ibletten ZATERDAG September 1930 12e jaargang. - N°. 88 OP EENZAMEN POST. GROOTE KEUZE IN BEZOEKT ONZE MONSTERZALEN. TOEGANG VRIJ, OOK VOOR PARTICULIEREN. AMER. UNIVERSAL STOFZUIGERS f UO.- N.V. R. S. STOKVIS ZONEN WESTZEEDIJK (hoek IJzerstraat lijnen 10 en 18) ROTTERDAM en L. van der Linde; Arentje, d. v. It en M. Poldervaart; Catharina, d. ,ten en H. Zeebregts, beiden wonende op Zand. den; Jaapje Vyfvinkel, 64 jaar en |tje de Vroet, 67 j., wed. van H. Bos. OOSTVOORNE. jn; Jan, z. v. J. van Toledo en W. KempenAbraham Cornelis, z. v. lotweg enM. J.vanSanteD-.Suzanna d. v. W. van den Blink en L. r; Cbristophorus Ludovicus, z. v. riehuis en M. Dalmollen; Antje, d. skam en T. J. J. Dedert; Jacob, z. outkam en A. Verweerd; Bertus z. v. G. Pille en J. P.Gelderland; j Geertje, d. v. C. van Toledo en J. ■uzanna Cornelia, d. v. J. Quist en ieulen. jwd: A. A. van der Snoek enN.H. ins. |den; Pieter Rehorst, 84 j. weduw- i P. van Kempen. GEERVLIET, en i Cornelis Barend, z. v. P. van rg en J. D. van der Meer; Maarten z. v. PI. W. v. d. Waal en M. J. Velde. vdJ. C. Hoek en Lena van der Meer. iden: Cornelis Barend Rosenberg, I i dag. 1 bij aangename of onaangename ge- SIDPIJN moet komen? Dit kan men iep van Dr. J. B.MEENKonmiddel- eders, die zonder schadelijke neven- trlagen. Vraagt bij Uw Apotheker of jnpoeders van Dr. J. B. MEENK os van 25 poeders. Wanneer Uiets beslist in Uw eigen belang en schrijft swïjU (Z.H.) J. J. M. MERTENS NOTARIS TE ROOSENDAAL (N.B.) zal op Donderdag IS - en Vrijdag 19 September 1930 voormiddag 9 uur, voor Mevrouw de Wed.e VAN G1LSE van Loon te Roosendaal, op hare hofstede i „Beaumontpolder" te Diateloord, publiek verkoopen MbouwMariseninboedel op gemelde hofstede aanwezig en waartoe onder meer behooren 20 stuks stamboelipaarden 3 stuks stamboebvealens 1 rijtttigpaard (luxe) allen afzonderlijk omschreven in cata logus die op aanvraag gratis verkrijg baar is ten kantore van genoemden notaris. De paarden worden verkocht Don derdag 18 Sept. 1930, 's nam. 1 uur. Monstering der paarden 16 en 17 Sept. 1930, voorm. van 1012 uur. Betaaltijd: 2 Januari 1931. Borgstelling vereischt tenzij over- i legging van bewijs van gegoedheid I afgegeven door een notaris. >1*1 ipoth.en Drogisten /an den naam .MIJNHARDT abciek. ZEISf Prijs per kwartaal f 1, Losse nummers 0,07» ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f lyper plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. 13 Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. Week-revue. Binnenland. De 23ste jaarbeurs, welke van 9 tot 18 September zal duren, lieeft Utrecht in feest dos gebracht en alles ziet er weer even fleu rig uit, tenminste wat het uiterlijke betreft. In en om het Vredenburgterrein heerscht weer volop leven en bedrijvigheid, al wordt dan ook, zooals de secretaris-generaal van de Nederlandsche Jaarsbeurs zich in zijn inleiding tegenover de pers uitdrukte, het melancholieke geluid van den misthoorn van alle zijden gehoord. Desondanks laten de deelnemers zich door dit alles niet ontmoedigen en is het aantal deelnemers zelfs grooter dan bij denajaars- beurs 1929 en geeft ook de verhuurde uit stalruimte een beduidende vooruitgang te zien. Dergelijke cjjfers zeggen natuurlijk heelemaal niets omtrent de heerschende crisis, doch illustreeren enkel en alleen dat de handel en industrie niet bij de pakken blijft neerzitten, doch met nog meer energie tegen den neergaanden stroom tracht op te roeien. Naar aanleiding dezer toenemende vraag naar expositieruimte heeft het jaarbeursbe- stuur zich genoodzaakt gezien zich dezer dagen te wenden tot het gemeentebestuur van Utrecht, teneinde te onderhandelen over verdere uitbreiding van het vaste jaarbeurs gebouw. Omtrent de verwachtingen dezer beurs valt niets te zeggen, de een zet met graagte een zwarte bril op, terwijl anderen weer liever door een rooskleuriger glas de toestand beoordeelen. Het schermen met crisisge ruchten is mode geworden, de Nederlander generaliseert graag en volgens Jan Publiek is overal malaise troef, terwjjl daarvan in het amusementsbedrijf niets te merken valt en het uitgaande publiek even als voorheen royaal de duiten laat rollen. Er zijn natuur lijk branches aan te wijzen waar het inder daad een benarde tijd is, doch daartegen over staat toch ook heel wat aan te wijzen, waar van achteruitgang heelemaal geen is. bewerkt, dat reeds in beide gevallen spoedig de dood intrad. Een buitengewoon brutale roofoverval heeft zich te Alem afgespeeld, waar de kas sier der boerenleenbank in z(jn woniDg over vallen werd gedwongen de brandkast te openen, waarna de dieven met een buit van ongeveer J 3000 wisten te ontkomen. Voor een beduidend grooter bedrag is de Rotterdamsche Bankvereeniging benadeeld. By controle der boeken van het bijkantoor te Uithoorn zijn daar malversaties ontdekt van 100 h 120.000, gepleegd door den directeur van genoemd bijkantoor. Deze mal- Een weinig minder activiteit onder de vechtjassen, fraudeplegers en dergelijke zou wel geweDscht zjjn. Deze week is te Rotter dam weer een poging tot ontvoering per fiets van een 10-jarig meisje gedaan, welke poging door het actief optreden der gewaar schuwde vader en buren, in samenwerking met 'de politie gedeeltelijk kon worden ver ijdeld. De dader, een 21-jarige arbeider is gearresteerd. In pand 57 in de Prinsenstraat te Rotterdam is in den nacht van Maandag op Dinsdag een 36-jarige nachtvlinder ver-' moord, waarvan de dader tot heden onbe kend is. De moord is waarschijnlijk om onge veer 4 uur in den morgen gebeurd en pas omstreeks 10 uur ontdekt. Waar een behoor lijk signalement ontbreekt, wordt het onder zoek niet weinig bemoeilijkt. Te Lonneker en te Deurne hebben de ridders van het mes hun heldendaden uitge vierd en werden een 20-jarige wever te Lon neker en een 48-jarige gehuwde man, vader van vier kinderen, dusdanig met een mes versaties moeten over een tijdvak van negen jaar loopen, zoodat het haast onbegrijpelijk is dat zulks niet eerder is ontdekt. Gezien het groot aantal malversaties bij diverse bankinstellingen, schijnt een afdoende con trole daar wel zeer moeilijk te zjjn, zelfs indien het zeer groote bedragen betreft. Buitenland. De Poolsche prof. Tutestakskie, een ge weldige bolleboos in de wijsbegeerte, een buitengewoon verdienstelijk man dus, heeft zich dezer dagen nog meer verdienstelijk gemaakt, door de reeds maanden en jaren INGEZONDEN MEDEDEELING. FEUILLETON. BOOTH TARKINGTON. NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR HENRI VAN DE WEG. (Geaut. uitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 40) „Een geweerkogel?" riep Horner uit „Een geweerkogel? Ik kan me indenken, dat er een revolver gebruikt is, al weten wij niet, hoe zij er aan kwamen. Mr. Harkless had in geen geval een vuurwapen bij zich, maar is hier sprake van een geweerkogel?" Een verpleger kwam binnen en fluisterde enkele woorden tot den dokter, waarop deze opstond en naar de deur liep. „De heeren mogen volgen," zeide hij tot de anderen, „al geloof ik niet, dat het eenig effect zal sorteeren. De mijn ijlt op het oogenblik." Zij liepen een langen gang door naar een klein, rustig gelegen vertrek. Er hing een doordringende geur van chemicaliën in de kamer; het licht was gedempt en inde flauwe schemering konk onsamenhangend gemompel. Bij het eenige bed zat een verpleegster, de wacht houdend naast het lichaam van den man, dien Barrett „Jerry den leugenaar" had genoemd. Het hoofd was nagenoeg geheel in verband ge wikkeld rond den neus die alleen vrij was, werden blauwe plekken, en schrammen zichtbaar. Zooals de gewonde uitgestrekt neerlag onder het witte wanhopende menschheideen betere toekomst te voorspellen. Deze toekomst ziet er volgens Tutestawski ongeveer als volgt uit: Op aarde zullen zjjn zeven groote nationale staten, zonder belastingen, zonder legers, zonder misdaad en zonder werkeloosheid. Geestelijke, verstandelijke en kunstzinnige werkzaamheden zullen overheerschen. Bin nen de grenzen der even groote staten zal alles koek en ei zijn, de grondgebieden zul len ruim toereikend zjjn voor de behoeften der bevolking en de geestesgesteldheid van deze toekomstige volken zou verre superieur zijn aan die van de huidige menschheid. Legers zullen overbodig zijn, alle energie zal worden aangewend voor vreedzame voort brenging, geleidelijk zullen rechters en po litie overbodig worden, omdat met deze verbeterde omstandigheden de misdaad zal verdwjjnen. Dit is in 'tkort de blijde toekomstbood- schap van prof. Lutestawski te Oxford op het congres voor wijsbegeerte uitgesproken. De lezer weet het nu, we zjjn allen waar- schjjnljjk een paar eeuwen te vroeg geboren, want landen zonder legers en zonder be lastingen alleen is reeds om van te water tanden, om maar te zwijgen van de afwezig heid van kissenbissende diplomaten, liegende en scheldende verkiezingspropagandisten, zenuwsloopende krantenberichten, kortom allemaal van die twijfelachtige voorrechten van dezen tjjd, waar men zoo zachtjes aan meer dan genoeg van krjjgt. Helaas, voorloopig zjjn we nog zoo ver niet, hier^injEuropaniet en ook aan den ande ren kant van den grooten vischvjjvernieten prof. Lutestawski doet, indien hij zulks nog niet gedaan heeft, verstandig eerst de Polen zijn bljjde boodschap te verkondigen, want ook daar heeft men een kleine opkikkering heel hard noodig en vandaar komen nog altjjd klanken doorwaaien en dat nog wel uit den mond van hooggeplaatsten, die het tegenovergestelde zjjn van wat onder supe rieure beschaving wordt verstaan, althans volgens onze begrippen. Verder zou de brave man ook in Duitschland een goed arbeids veld hebben, waar men Zondag a.s. ter stembus trekt in verband hiermede de laat ste krachten verzameld voor den eindspurt, waarbij op een paar dooden meer of minder niet wordt gelet, laat staan op een gros min of meer gekwetsten. Ook dat kan moeilijk voor een superieure beschaving doorgaan en bovendien ziet de toekomst er in Duitsch land dusdanig somber uit, dat ook daar een kleine opbeuring niet overbodig is. Er zijn heel wat Duitschers die vreezen dat na het luwen der verkiezingshartstochten de onrust min of meer bestendigd zal worden en dat er van een „Lieb Vateriand, kannst ruhig sein" voorloopig geen sprake zal zijn, vooral in den a.s. winter niet. Den Engelscben is deze Poolsche straal der hoop geheel en al ontgaan, want daar is de mist nog altijd zoo ondoordringbaar, daar zijn de zorgen zoo talrijk en zwaar, dat JobD Buil geen tijd over heeft om aan een verre toekomstmuziek te denken en misschien zelfs niet eens durft te denken, men heeft te Londen lang een zwakke hoop gekoesterd, dat de onderhandelingen met Gandhi en zijn voornaamste Leiders over de deelneming aan de bekende ronde-tafel-conferentie nog INGEZONDEN MEDEDEELING. Zeg mij, welke tabak gij rookt, en ik zal U zeggen, wie gij zijt. Rookt gij dan zijt gij een rooker van smaak, dan zijt gij een kenner, die slechts het beste verlangt. laken, scheen hij bijzonder groot te zijn en hij lag zoo roerloos, alsof al zijn botten waren gebroken. Elke poging om zich te bewegen, werd door de zuster onderdrukt. Slechts zijn eene hand, hoewel zwaar verbonden, mocht zich rusteloos bewegen over het bed. Meredith was binnengetreden, ver vuld van woesten haat tegen den man, die hier lag te sterven, den moordeaar van zijn vriend, van wiens nabijheid hij niets had geweten, voor het te laat was. Maar deze machtelooze gestate deed alle vijandschap wegvallen. Ontzetting en diep mede lijden kwamen over hem toen hij staarde naar de bleeke vingers van den leugenaar". De man mom pelde onsamenhangende woorden. „Ik krijg het gevoel, dat er een vergissing in het spel is," fluisterde Meredith tot Gay. „Groote goden wat is dat een kerel geweest! Ik kan me niet voor stellen, dat zoo'n hand een misdaad heeft gepleegd.' De dokter knikte. „Het is natuurlijk mogelijk, dat Barretten zijn mannen een fout hebben ge maakt. Ik twijfel er zelf aan, of dit hun man wel is. Zij vonden hem in kleeren, bedekt met bloed en aan flarden gescheurd, doch het linnengoed was van goede kwaliteit! Barett boog zich over den gewonde "heen, „Jer ry," zeide hij, „ik wou een beetje met je praten! Kun je even luisteren? Ik heb het goed met je voor." Het onsamenhangend gemompel duurde voort. „Zeg Jerryhernam Barett op scherpen toon, „Jerry, nou moet je luisteren. Hier wordt geen comedie gespeeld, begrijp-je dat?" Hij raakte den man bij den schouder aan en schudde hem heen en weer. De „leugenaar" uitte een luiden gil. „Laat mij eens met hem praten," zeide Gay. Hij boog zich over het bed en begon op gemoedelijken toont „Het komt wel goed, ouwe jongen, het komt wel goed. Slattery wou alleen maar weten, waar je dien kerel uit Plattvilie hebt gelaten, toen je met hem klaar was. Hij had het zich niet herinneren en meent, dat jullie vergeten hebt het geld mee te nemen. Slattery heeft een klap op zijn hoofd gehad, weet-je en herinnert er zich niets meer van. Jullie zoudt immers gelijk opdeelen! Slattery zal je niet in den steek laten, als hij zijn aandeel krijgt." De leugenaar probeerde slechts zijn vrije hand te bewegen naar den schouder, welken Barett had aangeraakt. „Dat wou Slattery weten," ging de dokter voort, terwijl hij vriendelijk de hand op het laken neer legde. „Hij zal zwijgen, als hij zijn deel krijgt. Hij zal je niet in den steek laten, ouwe jongen". „Hebt u er erg bezwaar tegen," fluisterde de „leugenaar", bijna onverstaanbaar, „mijn schou der niet opnieuw te breken." De dokter richtte zich verbaasd op. De leuge naar begon iets luider te spreken en men hoorde hem wonderlijke dingen zeggen. Meredith kwam iets dichter bij. „Wat beweert hij?" vroeg hij verbaasd. „Hij probeert blijkbaar te zingen," antwoordde Barrett, die ingespannen had geluisterd. De „leugenaar" bewoog zijn arm langs het bed, pijnlijk trekkend met de vingers. Gay veranderde het ver band om het hoofd zoo, dat de lippen geheel vrij kwamen. Men zag, dat deze zich bewogen. De gewonde fluisterde woorden, welke Meredith meende te kunnen thuisbrengen, als te zijn zijn van een oud liedje. Het fluisteren werd duide- j lijker; met gebroken stem begon de man onsamen- I hangend te zingen zouden slagen hetgeen voorloopig een einde zou maken aan de heerschende onrust in Britsch-Indië, doch door de afwijzende hou? ding van eenige der voornaamste leiders is aan deze verwachtingen den bodem inge slagen. De onderhandelingen zfc'n als mislukt te beschouwen en het is op het oogenblik niet eens zeker, of de bedoelde conferentie nu nog wel zal plaats hebben. Als gevolg dezer mislukking wordt de spanning in Britsch-Indië er niet beter op, wordt een opleving der gewelddaden verwacht, blijft de afgekondigde boycot van buitenlandsche goederen voortduren, neemt als gevolg hier van de werkeloosheid toe, hetgeen weer een uitstekende voedingsbodem voor agitatie is. Over de verdere Engelsche zorgen zullen we verder zwijgen, de Engelsche regeering vindt nog maar enkel doornen langs haar weg en de rozen zijn reeds lang verwelkt. In Zuid-Europa is het evenmin erg ideaal. In Spanje niet en in het rijk van Mussolini DRAISIflA-vAN-VALKEriBURG'S-' A ••iLEVERTRAM (Adv.) „De wilgen ruischen murmel... water gouden zonnestraal Kom nu liefste..." „Mijn God!" schreeuwde Tom Meredith. De verbonden hand bewoog in de richting van het hoofd van den „leugenaar". „Jongens," klonk nu luid de stem en de gewonde trachtte zich op te richten, „ik zeg je, dat wij nooit zoo'n stevigen kerel hebben gehad als dit jaar! Er blijft niets over van alles, wat tegen hem wordt aangevoerd. Zag je, hoe Jim Romley zijn man vanavond wist te staan?" Toen de stem duidelijker werd, deed de sheriff een stap naar voren, doch Tom Meredith liet zich met een schreeuw van ontsteltenis op de knieën voor het bed vallen en greep de tastende vingers. „John!" schreeuwde hij ontzet, „John! Ben jij het?" De gewonde vervolgde gejaagd, zonder blijk te geven iets van hetgeen tot hem werd gezegd te begrijpen. „Je behoeft niet zoo te schreeuwen; ik zou het toch wel hebben klaar gespeeld. Laten wij er maar eens om lachen. Als het mijn enkel is geweest maar mijn borst doet pijn en mijn jieUp 0ch het geeft niet zoo erg. Het is alleen maar domheid van mij. Ja, het moet mijn heup zijn, het moet mijn heup wel wezen en mijn borst en mijn heele kop, geloof ik het komt er niet op aan ik probeer het een volgend jaar weer volgend jaar maken wij een dagblad Helen zegt, ik mag u wel geen Helen noemen ik bedoel miss miss Fisbee, nee.nee Sherwood maar ik vond Helen altijd zoo'n mooien naam u bent toch niet boos?... Zeg Parker, dat er geen copie meer is er komt ook niets meer, ik probeer niet langer zijn onsterflijk heid te redden.ja, ja, een dagblad zij zegt uhet is nooit een goeie koop geweest neen ze komen geen zeven mijl... maar ik maak jou kapot Skilett, jou eerst. Ik herken je wel. Ik heb jou doopceel gelicht.Laten we nu eens zingen.." De gewonde hief de hand op, als wilde hij de maat slaan. „O John! John!" steunde Tom Meredith snik kend, jongen toch kerel..." De kreet van den schoolmakker klonk als die van een moeder. Zijn ideaal van vroeger, de held van zijn jongenstijd lag hier neer, machteloos en gebroken. -7. De lampen van het rijtuig en de trieste stralen der lantaarns van het huurrijtuigje bleven gloeien voor het ziekenhuis tot de dag aanbrak. Voor het licht was geworden, hadden er zich nog twee paar lantaarns bijgevoegd. Uit elk van deze rijtuigjes was een heer gestapt met een baard. Zij zagen er uit als beroemdheden en hadden een klein zwart doosje bij zich. Dat air van beroemdheid klopte met de haast, waarmede Meredith hen had ont boden en hoorde bij hun reputatie. Zij waren on middellijk gekomen en begaven zich ijlings naar het vertrek aan het eind van den langen gang. Daar had een kort onderhoud plaats met Gay en de verpleegster, terwijl de overigen het vertrek verlieten. De heeren bleven lang in het vertrek, szonder dat de deur werd geopend. Meredith hep op en neer door de gang, zoo nu en dan even pau zeerend om met Warren Smith te praten, doch de politiemannen bleven zonder iets te zeggen voor zich uitstaren. Een slaperig jongniensch, zittend op een bank in de hall, rekte zich uit en keerde naar de wachtkamer terug, vanwaar hij was gekomen. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1