Soerenleenbank
tEDIKBEURTEN.
„BEDIENT UTBEST"
P. VIJFHUIZE
IJF E. KOOI
AAMBEIEN.
DE SALAMANDER JL
lyerteert in „Onze Eilanden"
iddelfiar/iis-Sommelsdijk
JOPPE Cz. te Sommelsdijk
WOENSDAG
3 September 1930
12e jaargang. - n°. 85
De Personeele belasting.
OP EENZAMEN POST.
Geeft U op als Abonné.
VER SUVGEN J
AN DE WEEK.
iGGevulde eierenkalfsfricandeau,
aardappelen; vruchtensla met
DAG: Ham,bloemkool,aardappelen
rsaus, vanillerijst.
AGi Bloemkoolsoep, spiegeleieren
r, komkommersla, gebakken aard-
SDAG: Biefstuk, nieuwe capucij-
iappelen, bessenvla.
3RDAG: Gehakt, gestoofde tomaten,
en, rjjstrand met rabarbercompöte.
AG: Gestoofde aal, tomatensla,
en, pannekoekjes.
LDAG: Gestoofd vleesch met ma-
worteltjes, aardappelen; wentelteef-
ondag 31 Augustas 1930.
&landsch hervormde kerk.
vm. dhr. Bouman en 's av. dhr.
ijk, vm. leeskerk en 's av. ds. Van
(Doop).
J vm. ds. v. d. Wal en's av. leeskerk.
vm. en 'sav. dhr. O verweel.
vm. leeskerk en nm. dhr. Bouman.
V 's av. dhr. Bouman.
e, vm. leeskerk en nm. ds. Vlasblom.
">ni. en nm. leeskerk.
[jrnge, vm. en nm. leeskerk.
e, vm. ds. Vlasblom, 'sav. dhr. Dekker.
|aat, geen opgaaf.
vm. dhr. Vetter,
hel, geen opgaaf.
I't Haringvliet, vm. leeskerk en nm.
Isrweel.
luis, vm. en 's av. ds. Timmer,
poet, geen dienst.
I «orn, vm. ds. Los van Vierpolders.
vm. ds. Priester van Nieuw-Helvoet.
5, vm. mej. A. Bos uit Dordrecht.
Is, vm. ds. Los.
|l, nm. ds. Los. (Afscheid.)
jjvm, ds. Moll van Charante.
k, vm. ds. Moll van Charante van
It.
n, vm. ds. Bons.
rEREFORMEERDE KERK.
his, vm. en 's av. ds. Van Velzen.
li, vm. en 's av. dhr. Hoekstra,
vm. leeskerk. en nm. dhr. Hoekstra,
iaat, vm. en 's av. ds. De Lange,
[iel, vm. en 's av. ds. Schaafsma.
aringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff.
[luis, 'sav. ds. Westerhuijs.
boet, vm. ds. Westerhuijs.
Gereformeerde gemeente.
ïaringvliet, vm., nm. en 's av. leesk.
eformeerde gemeenten.
lis, vm., nm. en 's av. dhr. Honkoop
?rdara.
vm. en 's av. ds. De Blois.
j vm., nm. en 'sav. leeskerk.
m. en nm. leeskerk.
DORDRECHT
|EN:
WESTDIJK 223
ARNIS
:HIE. (Molen).
DOGE OPBRENGST 1
11 H.A. CIJFER 10
>1. 'TIS NU NOG DE T1JD.
RADICALE GENEZING
hardnekkigste Aambeien
bi U genezen binnen enkele weken.
Kipstraat 59, R'dam
let goed, geld terug.
[TnnnTTniriTmTTnniHiHiiiiiHiumiiinTniniiaiiiTinmnmmninmnn
De bank leent gelden aan leden
Ken 4 6 's jaars. Zij neemt
(den op tegen 3,84 %'s jaars, ook
i niet-leden. Voorschotten kunnen
•elijks aangevraagd worden bij een
leden van het Bestuur,
jelegenheid tot inbrengen en
hgbetaling van gelden eiken Maan-
avond en Vrijdagavond van 68
ten huize van den kassier
Prijs per kwartaal
Losse nummers
f 1,-
0,07®
ADVERTENTIËN
van 16 regels 1,20
Elke regel meer 0,20
Bij contract aanzienlijk korting.
Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen
f I,— per plaatsing tot een maximum
van 10 regels, elke regel meer 15 cent.
Dit blad verschijnt iederen
Woensdag- en Zaterdagmorgen.
Het wordt uitgegeven door de
N.V. Uitgeversmaatschappij
„Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15
Voorstraat Middelharnis.
't Wil mij voorkomen dat niettegenstaan
de het opgemeld wetsartikel reeds jaren lang1
toepassing vindt, nog steeds zeker velen
door nonchalance en onkunde in het doen
hunner aangifte zich een bezwarend grooten
aanslag op den hals halen. Het lijkt mij dan
ook niet onnuttig het doen van aangifte
voor de verschillende beiastingobjecten der
Personeele Belasting, in het bijzonder de mo
torrijtuigen in verband met de toepassing
van art. 51bis dier wet eens aan een nadere
bespreking te onderwerpen. Zoo zijn dan zij,
die op 15 Januari van het Belastingjaar be
lastingplichtig zijn naar de grondslagen",
dienstboden, paarden, motorrijtuigen, plezier
vaartuigen en biljarten ingevolge art. 44 der
wet verplicht voor 1 Februari aangifte te
doen, terwjjl zij, die op een later tijdstip
belastingplichtig worden, dus die in den loop
van het belastingjaar een dienstbode in dienst
of een der overige genoemde belastingob
jecten in gebruik nemen, verplicht z(jn,
binnen veertien dagen daarna aangifte te
doen. (art. 55),
Wordt deze termijn niet in acht genomen,
dan is het gevolg dat tweemaal zooveel be
lasting betaald wordt, als bij het doen eener
tjjdige aangifte het geval zou zijn. Immers
art. 51bis bepaalt o.a. dat voor hen die de
vereischte aangifte niet deden, het bedrag
der belasting wordt verdubbeld.
Hiermede is absoluut gelijk te stellen, h6t
doen eener te late aangifte. Zoo overwoog
de Hooge Raad bij zijn arrest d.d. 1 Juni
1921, dat voor de toepasselijkheid der ver
hooging, geen andere voorwaarde wordt ge
steld, dan het niet opgeven van motorrij
tuigen in strijd met de bepalingen van hoofd
stuk V-III, waartoe ook artikel 45 behoort
en hü die dien termijn van veertien dagen
laat verstrijken zonder aangifte te doen, in
strijd met dit artikel, het motorrijtuig niet
opgeeft, m a.w. een te laat gedaue aangifte
is geen aangifte.
Talloos zijn nog heden ten dage de ge
vallen waarin houders van auto's en motor
rijtuigen, soms door een kleine nalatigheid
soms ook door onkunde zich voor een dub
belen aanslag geplaatst zien.
Ook de getroffen regeling n.l. het bedruk
ken der nummerbewijzen voor motorrijtui
gen met de mededeelingen, dat de aangifte
binnen veertien dagen behoort te geschieden,
blijkt weinig effect te hebben.
Nu bepaalt art. 67 wel, dat de Minister
bevoegd is in gevallen van dwaling of on
willig v> rzuim de opgelegde verhooging kwflt
te schelden, doch als dwaling of verschoon
baar verzuim, komt nimmer in aanmerking
„onkunde" en als regel ziet men dan ook
een afwijzende beschikking als resultaat op
het ter bekoming van kwijtschelling inge
diende verzoek.
Alleen bijzondere omstandigheden, zooals
het tijdelijk in het buitenland verblijven,
ziekte, sterfgeval of het voor zaken afwezig
2tjn e.d. kunnen reden zijn, met hoop op
succes een verzoekschrift om kwijtschelding
ingevolge artikel 67 in te dienen, doch blijft
m.i. deskundige voorlichting in deze wen-
schelijk, waarbij niet uit het oog dient ver
loren dat ook hier de regel geldt; Voorko
men is beter dan genezen.
Een voor zakenmenschen belangrijk punt
komt hierbij vanzelf naar voren; ik bedoel
FEUILLETON.
BOOTH TARKINGTON.
NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR
HENRI VAN DE WEG.
Geautuitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle.)
37)
Een geweer brandde los en Willetts viel waar
hij stond, doch het volgende oogenblik kroop hij
weer overeind; een roode groef langs het voorhoofd
wees aan hoe de kogel had geschampt langs zijn
schedel.
Als een waaier verspreidden de mannen zich,
honderden klauterden over de heg en begonnen
den opmarsch dwars door het veld, de hinderlaag
aantastend van beide zijden. Mr. Watts waadde
door het hooge gras noordelijk van den weg, toen
hij een geweerloop zag glinsteren achter een struik,
vlak voor zich. Hoewel er op dat oogenblik schijn
baar geen wapen was te zien in de hand van dezen
man, schoot hij onmiddellijk naar de plaats, waar
zich de vijand moest bevinden. Het gevolg was,
dat tien of twaalf mannen uit hun schuilplaats
achter de heg aan beide zijden van den weg te
voorschijn sprongen, om haastig bescherming te
zoeken voor de naderende menigte achter de hut
ten, waar hun makkers zich reeds hadden ge
nesteld. Op beide flanken aangevallen, bleef hun
geen andere keus, wilden zij althans voorkomen
ingesloten te worden of neergeschoten als dolles
het doen van een aangifte naar het vermin
derd tarief bedoeld in art. 31bis par. 5 der wet.
Art. 31bis par. 6 doelt op de motorrijtuigen,
die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor
het beroep of bedrijf van den belastingplich
tige worden gebezigd.
Dit artikel moet zeer eng worden geïnter
preteerd.
Zoo mag b.v. iemand die zjjn auto voor
zijn bedrijf en voor J voor privé gebruikt,
geen aangifte doen naar het verminderd
tarief. Geschiedt dit toch, art. 51 komt in
actie en het bedrag der belasting wordt ver
hoogd met het verschil tusschen de belasting
volgens den werkelijken toestand en die vol
gens de gedane aangifte.
Alleen is in toegevenden zin bij resolutie
bepaald, dat wanneer het privégebruik zich
enkel tot de Zondagen beperkt en de overige
dagen uitsluitend voor het bedrjjf wordt
gereden, met een aangifte naar het vermin
derd tarief kan worden volstaan.
Men zij hierin echter voorzichtig en raad
plege eerst een deskundige, want over deze
kwestie bestaat heel wat jurisprudentie en
ieder geval dient op zichzelf beoordeeld te
worden.
Zoo wordt o.a. bij arrest van den Hoogen
Raad d.d. 5 Juni 1929 beslist, dat het ver
minderde tarief niet van toepassing is ten
aanzien van een motorrijtuig, dat door den
louder niet alleen voor beroep of bedrijf doch
vrij geregeld zij het dan ook over kleine
afstanden ook voor privé wordt gebezigd,
zelfs al levert het aantal in privé gebruik
verreden Kilometers slechts een gering per
centage op van het aantal afgelegde Kilo
meters.
Als zeer belangrijk dient ook vermeld, het
arrest van den Hoogen Raad d.d. 26 Juni
1929 waarbij werd te kennen gegeven, dat
voor een gedelegeerd commissaris van twee
Naamlooze Vennootschappen, die zijn motor
rijtuig bezigt om zich te begeven van zijn
woning naar de twee in verschillende ge
meenten gelegen kantoren dier vennootschap
pen te bezoeken, het rijden van zijn woning
naar een der kantoren, volgens art. 3Ibis par.
5 laatste lid Personeele Belasting, te be
schouwen is anders dan voor beroep of bedrijf,
zoodat, komt dit laatste gebruik veelvuldig
voor, geen aanspraak bestaat op verminde
ring van belasting volgens art. 31bis par. 5
letter a.
Verder valt nog uit de bestaande juris
prudentie dienaangaande op te maken, dat
een door een naamlooze vennootschap ge
houden motorrijtuig niet voor het bedrijf
dient, wanneer het wordt gebezigd om de
directeuren van hunne woningen naar het
kantoor der vennootschap te vervoeren en
voorts dat de houder van een motorrijtuig,
die van meening is, dat hij in de Personeele
Belasting moet worden aangeslagen met
toepassing van art, 31bis, par. 5 letter a, dus
naar het verminderd tarief, moet aantoonen,
dat hij op die toepassing aanspraak heeft
Veel ellende had in de meeste gevallen
voorkomen en veel geld had bespaard kunnen
worden, indien en direct na aanschaffing van
het belastingobject en vóór het doen der
vereischte aangifte zich van deskundige voor
lichting had verzekerd.
honden. Toch schenen zij er de voorkeur aan te
geven, zich te laten neerschieten. Met een woest
maar vroolijk geschreeuw, als van een troep jonge
honden, die hun prooi achtervolgen, zetten de
mannen uit Plattville hen na.
Het meest oostelijk van de verwaarloosde ge
bouwtjes in de nederzetting stond de herberg, die
op den westelijken muur het veelzeggende op
schrift droeg „de laatste kans" en op den ooste
lijken „de eerste kans". Het dichtst bij en slechts
gescheiden van de herberg door een kleine met
onkruid begroeide ruimte stond een gebouwtje
als men het ten minste zoo wilde noemen dat
uitzicht verleende naar alle kanten: het huis van
Robert Skilett, den eigenaar van de herberg. Beide
huizen waren zoo goed mogelijk met planken dicht
gespijkerd. Het meest oostelijk als zij lagen, vorm
den zij een aangewezen schuilplaats, waarom dan
ook de „Witkappen" in deze richting vluchtten om
te trachten het huis van Skiletts als een wal
tusschen zich en hun vervolgers te krijgen. De
aanvallers openden het vuur. De vluchtelingen
hadden echter een voorsprong en wisten ongedeerd
de open ruimte naar hun woningen over te steken.
Elk huis was veranderd in een fort en men zou de
verdedigers een voor een naar buiten moeten
sleuren om den strijd te winnen. Toen de geweren
knalden, begon een vrouw in het krot naast de
smidse te gillen en zij bleef gillen.
Zonder aarzelen naderden de farmers en de
mannen uit Plattville. Zij overrompelden de her
berg in een stormloop, sloegen de deur in met
ijzeren staven en zwermden naar binnen als bijen
in een bijenkorf, doch met de woeste bedoeling
geen stuk heel te laten. Er was niemand, maar zij
loegen en braken en vernielden als kranzinnigen;
VERSLAG van de vergadering van den
Raad der Gemeente OUDBORP, op
Vrydag 29 Augustus, des namid
dags half vier uur.
Voorzitter Burgemeester Gobius du Sart.
Afwezig Padmos.
Opening der vergadering had in het open
baar niet plaats. Notulen werden in het open
baar niet gelezen.
Ingekomen stukken:
Een dankbetuiging van Mej. N. Westhoeve
voor haar benoeming tot onderwijzeres in de
handwerken.
Een begrooting van den keuringsdienst van
Waren te Dordt, waaruit bleek dat de bijdrage
voor deze gemeente over '31 geraamd was
op 507,37.
Deze stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Een verzoek van alle schippers en visschers,
die aan de haven wonen, om de verlichting
van de haveningang te laten zooals zij is en
geen verandering in de kleuren te brengen
B. en W. stelden voor met dit verzoek
rekening te houden en de havenverlichting
aan te brengen zooals de gebruikers dit ver
langen.
Aizoo werd besloten.
Van Van de Klundert was wederom een
verzoek ingekomen om subsidie. O.m. werd
door adressant de concessie gedaan dat de
Zondagsdiensten zullen komen te vervallen,
zoodra hem door Ged. Staten daartoe verlof
is verleend.
B. en W. stelden voor 140,- te geven
voor een jaar.
C. Bosland drong aan dat hem de exploi
tatie-rekening zal worden overlegd.
Voorzitter zeide dat B. en W. bang zjjn
dat, wanneer de gemeenten afzijdig blijven,
de dienst misschien in de toekomst niet van
bijj venden aard zal kunnen zijn.
Het voorstel van B. en W. werd daarna
aangenomen.
Vaststelling GemeeDterekening dienst'28.
Bij monde van den heer T. Tanis deed
de commissie rapport over hare bevindingen
bij het onderzoek.
Het voordeelig saldo bedroeg 13 773,97J.
Het was de commissie opgevallen dat aan
de Burgemeesterswoning verschilderd was
398,— terwijl hiervoor 150,op de
begrooting stond, zij zag gaarne dat voortaan
de raad daarvan op de hoogte werd gehouden.
De rekening van het burgerlijk Armbestuur
sloot met oen nadeelig saldo van 24,08
Verder adviseerde de commissie de rekening
aldus vast te stellen.
De voorzitter deelde mede dat door den
raad een goedkeuring is gegeven voor de
overschrijving van den post onderhoud van
zijn woning. Dankte de commissie voor haar
werk en stelde voor conform het voorstel der
commissie te besluiten, hetgeen aldus ge
schiedde.
B. en W. stelden voor de kosten van de
electrificatie van de gemeentegebouwen uit
den loopenden dienst te betalen. Waartoe
werd besloten.
De Voorzitter zeide dat Bezujjen had ge
sproken om zjjn houten huisje in steen op
van het schamele interieru bleef niets over. Na
enkel oogenblikken kwamen de aanvallers naar
buiten, beladen met zegeteekenen ter herinnering
aan deze ruïne. Even later steeg een alles over
stemmend gejoel op en kronkelde een smalle rook
zuil omhoog uit het dak van een winkeltje.
Gelijktijdig leidde Wztts den aanval op het
belendende perceel een aanval, die plotseling
tot slaan werd gebracht, toen schoten klonken van
de voorzijde. Een jachtgeweer en een achterlader
werden afgevuurd, zoodat de menigte in wanorde
terug trok.
De hoed van Homer Tibbs vloog hem van het
hoofd, doorzeefd met hagel, terwijl mr. Watts
peinzend staarde naar een klein gaatje in zijn over
hemd ter hoogte van den schouder. Voor een oogen
blik althans was, omdat dit huis den weg beheersch-
te, de aanval van de menigte op het dorp tot staan
gebracht.
Een hooge schelf takkenbossen, behoorend bij
de woning van Skiiett grensde aan „de laatste
kans" van de herberg. Nauwelijks hadden de ge
weren van de verdedigers gesproken, of Lige Wil
letts sprong met een triomfantelijken kreet uit het
bovenraam- van de belendende herberg om te
belanden op de takkenbossen. Onmiddellijk klau
terde hij tegen het dak van het huis op, zwaaiend
met stukken brandend hout. Ross Shofield waagde
den sprong eveneens, vlak achter Willetts, met een
vaatje whisky in de armen. Niet zonder klaar-
blijkelijken tegenzin ledigde hij dit op het bran
dende stuk hout, dat Lige op het dak had geworpen
Onmiddellijk laaiden de vlammen hoog op en
knetterend begon het vuur zijn helsche vernieti
ging.
Zoodra de brand zich uitbreidde klonk woest
te trekken. Het is echter B. en W. gebleken
dat het houten gebouwtje nog zoo slecht
niet is.
B. en W. hebben gelijktijdig gekeken naar
de bestrating aan de haven, deze dient ver
betering en aanvulling. Zij stellen mitsdien
voor hier te bestraten een oppervlakte van
320 Ma., hetgeen zal kosten met Basaltkeien
f 1700,— en in klinkersteen f1380, .B. en
W. stelden voor gezien het advies dat daar
over is ingewonnen het laatste te doen. Waar
toe werd besloten.
B. en W. stelden daarna voor om ten be
hoeve van den havenmeester een steenen
gebouwtje te maken ter grootte van 2J x
2| Ma. De kosten hiervan bedragen ongeveer
het voordeel dat we gehad hebben met de
klinkerbestrating tegenover de keienbestra
ting.
Het oude schuurtje kan dan als pakhuisje
dienst doen en het nieuwe gebouwtje om
havengeld te ontvangen en meer als kan
toortje te beschouwen.
T. Tanis zeide dat de havenmeester dit
gebouwtje niet verlangt.
Voorzitter meende dat het geen luxe was,
wanneer we daar een gebouwtje plaatsen;
en wanneer w(j bepalen dat dit als kantoortje
gebruikt moet worden, heeft de havenmees
ter niets in te brengen.
Ten slotte werd besloten tot den bouw
over te gaan.
B. en W. stelden voor het ambt van ge
meente-opzichter met ingang van 1 Jan.'30
op te heffen, dus met terugwerkende kracht.
Deze ambtenaar heeft daartoe medegewerkt,
en dit werk op te dragen aan het advies
bureau Boom en Bieze.veld te Middelharnis.
De vergoeding daarvoor te bepalen op ƒ360.
Mastenbroek vroeg of Middelharnis ook
meedeed aan een gezamenlijk opzichter.
Voorzitter: Neen, die heeft zjjn eigen op
zichter.
Mastenbroek: Als deze dan maar beter zijn
werk doet als die de kerk hier heeft ver
bouwd, want dat geleek niets.
Daarna werd het voorstel van B. en W.
aangenomen.
B. en W. stelden de gemeente voor de
Fondsbelasting te plaatsen in de derdeklas
en geen opcenten te heffen.
Veor de personeele belasting in de 8ste
klas en de opcenten te houden zooals deze
voorheen waren. De grondbelasting opcenten
ongewijzigd te handhaven en de opcenten
op de vermogensbelasting te verlagen van
60 op 50.
Gezien reeds daarover anderhalf uur ge
boomd was, voordat de vergadering publiek
werd is daarover niet gediscussieerd en werd
het voorstel zoo aangenomen.
Dan werd de vergadering gesloten, en
kregen de verslaggevers even tijd hun dorst
te lesschen, terwijl de raadsleden bier, spuit
water en limonade zaten te consumeeren
Mijn onversaagde strijd
met tegenspoed.
Een beroemd violist vertelt van de moeilijk
heden van zjjn vroegere loopbaan.
Evenals bij vele musici het geval is, waren
m(jn vroegere levensjaren jaren van worste
lingen. Nog erger, de worsteling was hevig,
en de belooning was gering. Mijn vader was
een muzikant, die de bas bespeelde in Am
sterdam, waar ik geboren ben.
geweervuur uit de omgeving van de heg en meer
dan honderd mannen, die door het veld uit noor
delijke richting waren naderbij geslopen, deden een
aanval. Hun kogeis drongen door de houten wan
den en deden binnen een hartverscheurend angst
geschreeuw opgaan.
De voordeur werd opengeworpen en een mager
meisje, een hakmes in de hand, rende voor het oog
van de menigte naar buiten. De aanval werd nu
met kracht doorgezetHartley Bowlder stond het
dichtst bij het meisje. Onder liet uiten van ver-
wenschingen en ongearticuleerd geschreeuw viel zij
op item aan, het mes in de hand. Zij stak naar hem,
nog eens en nog eens en de haat, welke uit dezen
aanslag sprak, was zoo aangrijpend, dat haar
vrienden er de gelegenheid door kregen, al duurde
die slechts vier of vijf seconden, om te ontsnappen.
Toen rende zij zelf weg, vlak langs de aanvallers;
zij klauterde over de liegen bereikte, loopend langs
het brandende huis, liet veld, dat ziclt uitstrekte
tot het Westen. Maar Willetts had het van zijn
hoogen uitkijkpost opgemerkt.
„Pas op!" schreeuwde hij. „Zij gaan naar links!
Laat niemand ontkomen!"
De „Witkappen" vluchtten overhaast dwars
over het land. Bob Skilett en zijn jongere broer
liepen achteraan, Skilett ernstig gewond. Hij hield
met beide handen zijn kin vast. Het meisje zag hen
en volgde zoo snel haar voeten konden dragen. Zij
was bijn^even snel de lieg over als de voorsten en
nu liep zij verder achter het tweetal aan; haar
onversaagdheid en opoffering waren prachtig om
te zien; zij scheen er op te rekenen, dat men haar
niet zou neerschieten, want voortdurend bleef zij
tusschen de geweeren der tegenstanders en haar
metgezellen, als wilde zij op deze wijze haar vrien
Onze woning bevond zich op de bovenste
verdieping van een huis in een der armoedige
wjjken van de stad. Op de verdieping daar
beneden woonde mtjn vader's zuster met
haar man en twee zoons.
Ik was het eenige kind van mjjn ouders,
en daar deze te arm waren om een dienst
bode te houden, was ik altijd btj m(jn moeder.
Maar kinderen die altijd bp de moeder zijn,
worden een last voor hun volwassen familie,
en ik geloof, dat ik geen uitzondering op
dezen regel maakte.
De man van mijn tante was muziekonder
wijzer en mijn voorliefde voor de viool ont
wikkelde zich, toen ik zes jaar oud was.
Daar mijn vader meende, dat ik talent bezat,
haalde hij mijn oom over mij tezamen met
zijn beide zoons onderwijs te geven. Mijn
oom was een goed onderwijzer, en een eerlijk
man, maar toen ik mij sneller ontwikkelde
dan zijn zoons, werd hjj naijverig, met het
resultaat, dat hij mijn jong leven ellendig
maakte, want ik was zeer gevoelig.
Eens, toen ik ongeveer twaalf of dertien
jaar oud was, hoorde ik mijn vader en mijn
oom over mijn toekomst spreken, en mijn
beker van ellende werd tot overloopens toe
gevuld, toen ik mijn oom hoorde zeggen:
„Htj zal nooit een goed violist worden, laat
hem liever bakker worden."
Na dit vastgesteld te hebben, plaatste mijn
oom natuurlijk zijn zoon als violist op den
voorgrond, waar dit slechts mogelijk was.
Spoedig na de pessimistische, maar bevoor
oordeelde voorspelling van mijn oom was er
een vergelijkend examen voor twee beurzen
voor vrij onderwijs gedurende vijf jaar door
den hoofd-leeraar van het Amsterdamsche
Conservatorium, Joseph Cramer, die men:
„de Joachim van Holland" noemde.
Ik zeide tot mijn vader, dat ik het oordeel
van Prof. Cramer over mijn toekomstmoge
lijkheden wilde vernemen, en hij stond toe,
dat ik aan het examen mede deed. MLjn oom
vond het ook goed, daar hij dacht, dat wan
neer ik eenig succes had, dit zjjn roem als
onderwijzer zou verhoogendaarom gaf hjj
mjj zes of acht van de beste lessen, die ik
ooit van hem gehad had.
Op den morgen van het examen kwamen
ongeveer 150 aspiranten bijeen. Ik speelde
gedurende tien minuten. Toen deze om waren,
riep Prof. Cramer den Directeur van het Con
servatorium, en moest ik nog eens voor hen
beiden spelen. In een half uur had ik een van
de twee beurzen veroverd.
Dit succes veranderde de houding van mijn
oom volkomen. In plaats van mij tot bakker
te stempelen, verklaarde hp nu, dat ik een
groot violist was. Het zou onmogelijk zp'n
U mijn vreugde te beschrijven, toen men mij
vertelde, dat, ais de vijf jaar aan het Conser
vatorium om waren, ik naar Berlijn gezonden
zou worden, om mijne studiën bp den grooten
Joachim zelf te voltooien.
Ongelukkig had mijn vader een ongeluk,
vóór dit groote oogenblik aanbrak. Hij brak
een arm, toen ik tusschen de 14 en 15jaar
oud was, en de dokter zeide dat het wel eenige
jaren zou duren, eer hij weder spelen kon.
Toen zag ik in, dat het mjjn plicht was,
het noodige geld te verdienen om het huis
houden in stand te houden. In dien tijd gaf
Prof. Cramer mij vrije lessen in de morgen
uren. Ik was te gevoelig om hem uit te leggen,
in welke positie w(j verkeerden, of wat voor
middelen ik wilde aangrijpen om het brood
den beschermen.
„Schiet Lige!" schreeuwde Watts. „Als wij van
hier vuren, raken wij het kind!"
Willetts en Ross Schofield stonden nog op het
dak, te midden van den rook en vuurden tegelijk.
De vluchtelingen keken niet om; zij holden verder
en hadden bijna den overkant van den akker
bereikt, toen plotseling de oude Skilett, zonder
eenig gebaar te maken, voorover viel. De „Wit
kappen" schenen vastbesloten, elkander bij te
staan, want vier of vijf man holden uit één der
nabij gelegen hutten, tilden de roerlooze gestalte
op en trachtten deze mee te nemen. Doch Skilett
leefde; zijn vloeken klonken boven alles uit. Lige
en Schofield schoten opnieuw, één der „Witkappen'
wankelde. Een wilde vlucht ving aan, toen de
beide mannen zicii van het dak lieten glijden;
met woeste triomfantelijke kreten begonnen de
mannen uit Plattville de achtervolging.
Het geschreeuw bereikte den ouden Wilkerson,
die zicli voorzichtig achteraf had gehouden, maar
juist op dit oogenblik vlak bij zich een schot
hoorde. Wikerson nam geen deel aan den aanval.
Hij had het te druk met zijn dronkemanszaken;
alleen het hondje had geprobeerd snuffelend, vol
gens z'n gewoonte, te weten te komen wat er
eigenlijk aan de hand was.
Wilkerson kroop achter de struiken rond en deed
alsof hij op zijn hond schoot; dan sprong hij jui
chend vooruit oin het verschrikte dier vast te
grijpen. Na één van deze vreemdsoortige over
winningen klonk een waarschuwende kreet achter
hem en Wilkerson, begenadigd door god Bacchus
liet zich vallen, juist bijtijds om zijn leven te
redden. Een paatd galoppeerde rakelings langs hem
heen (Wordt vervolgd.)