Soerenleenbank tEDIKBEURTEN. „BEDIENT UTBEST" P. VIJFHUIZE IJF E. KOOI AAMBEIEN. DE SALAMANDER JL lyerteert in „Onze Eilanden" iddelfiar/iis-Sommelsdijk JOPPE Cz. te Sommelsdijk WOENSDAG 3 September 1930 12e jaargang. - n°. 85 De Personeele belasting. OP EENZAMEN POST. Geeft U op als Abonné. VER SUVGEN J AN DE WEEK. iGGevulde eierenkalfsfricandeau, aardappelen; vruchtensla met DAG: Ham,bloemkool,aardappelen rsaus, vanillerijst. AGi Bloemkoolsoep, spiegeleieren r, komkommersla, gebakken aard- SDAG: Biefstuk, nieuwe capucij- iappelen, bessenvla. 3RDAG: Gehakt, gestoofde tomaten, en, rjjstrand met rabarbercompöte. AG: Gestoofde aal, tomatensla, en, pannekoekjes. LDAG: Gestoofd vleesch met ma- worteltjes, aardappelen; wentelteef- ondag 31 Augustas 1930. &landsch hervormde kerk. vm. dhr. Bouman en 's av. dhr. ijk, vm. leeskerk en 's av. ds. Van (Doop). J vm. ds. v. d. Wal en's av. leeskerk. vm. en 'sav. dhr. O verweel. vm. leeskerk en nm. dhr. Bouman. V 's av. dhr. Bouman. e, vm. leeskerk en nm. ds. Vlasblom. ">ni. en nm. leeskerk. [jrnge, vm. en nm. leeskerk. e, vm. ds. Vlasblom, 'sav. dhr. Dekker. |aat, geen opgaaf. vm. dhr. Vetter, hel, geen opgaaf. I't Haringvliet, vm. leeskerk en nm. Isrweel. luis, vm. en 's av. ds. Timmer, poet, geen dienst. I «orn, vm. ds. Los van Vierpolders. vm. ds. Priester van Nieuw-Helvoet. 5, vm. mej. A. Bos uit Dordrecht. Is, vm. ds. Los. |l, nm. ds. Los. (Afscheid.) jjvm, ds. Moll van Charante. k, vm. ds. Moll van Charante van It. n, vm. ds. Bons. rEREFORMEERDE KERK. his, vm. en 's av. ds. Van Velzen. li, vm. en 's av. dhr. Hoekstra, vm. leeskerk. en nm. dhr. Hoekstra, iaat, vm. en 's av. ds. De Lange, [iel, vm. en 's av. ds. Schaafsma. aringvliet, vm. en 's av. ds. De Graaff. [luis, 'sav. ds. Westerhuijs. boet, vm. ds. Westerhuijs. Gereformeerde gemeente. ïaringvliet, vm., nm. en 's av. leesk. eformeerde gemeenten. lis, vm., nm. en 's av. dhr. Honkoop ?rdara. vm. en 's av. ds. De Blois. j vm., nm. en 'sav. leeskerk. m. en nm. leeskerk. DORDRECHT |EN: WESTDIJK 223 ARNIS :HIE. (Molen). DOGE OPBRENGST 1 11 H.A. CIJFER 10 >1. 'TIS NU NOG DE T1JD. RADICALE GENEZING hardnekkigste Aambeien bi U genezen binnen enkele weken. Kipstraat 59, R'dam let goed, geld terug. [TnnnTTniriTmTTnniHiHiiiiiHiumiiinTniniiaiiiTinmnmmninmnn De bank leent gelden aan leden Ken 4 6 's jaars. Zij neemt (den op tegen 3,84 %'s jaars, ook i niet-leden. Voorschotten kunnen •elijks aangevraagd worden bij een leden van het Bestuur, jelegenheid tot inbrengen en hgbetaling van gelden eiken Maan- avond en Vrijdagavond van 68 ten huize van den kassier Prijs per kwartaal Losse nummers f 1,- 0,07® ADVERTENTIËN van 16 regels 1,20 Elke regel meer 0,20 Bij contract aanzienlijk korting. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen f I,— per plaatsing tot een maximum van 10 regels, elke regel meer 15 cent. Dit blad verschijnt iederen Woensdag- en Zaterdagmorgen. Het wordt uitgegeven door de N.V. Uitgeversmaatschappij „Onze Eilanden", Tel. Int. No. 15 Voorstraat Middelharnis. 't Wil mij voorkomen dat niettegenstaan de het opgemeld wetsartikel reeds jaren lang1 toepassing vindt, nog steeds zeker velen door nonchalance en onkunde in het doen hunner aangifte zich een bezwarend grooten aanslag op den hals halen. Het lijkt mij dan ook niet onnuttig het doen van aangifte voor de verschillende beiastingobjecten der Personeele Belasting, in het bijzonder de mo torrijtuigen in verband met de toepassing van art. 51bis dier wet eens aan een nadere bespreking te onderwerpen. Zoo zijn dan zij, die op 15 Januari van het Belastingjaar be lastingplichtig zijn naar de grondslagen", dienstboden, paarden, motorrijtuigen, plezier vaartuigen en biljarten ingevolge art. 44 der wet verplicht voor 1 Februari aangifte te doen, terwjjl zij, die op een later tijdstip belastingplichtig worden, dus die in den loop van het belastingjaar een dienstbode in dienst of een der overige genoemde belastingob jecten in gebruik nemen, verplicht z(jn, binnen veertien dagen daarna aangifte te doen. (art. 55), Wordt deze termijn niet in acht genomen, dan is het gevolg dat tweemaal zooveel be lasting betaald wordt, als bij het doen eener tjjdige aangifte het geval zou zijn. Immers art. 51bis bepaalt o.a. dat voor hen die de vereischte aangifte niet deden, het bedrag der belasting wordt verdubbeld. Hiermede is absoluut gelijk te stellen, h6t doen eener te late aangifte. Zoo overwoog de Hooge Raad bij zijn arrest d.d. 1 Juni 1921, dat voor de toepasselijkheid der ver hooging, geen andere voorwaarde wordt ge steld, dan het niet opgeven van motorrij tuigen in strijd met de bepalingen van hoofd stuk V-III, waartoe ook artikel 45 behoort en hü die dien termijn van veertien dagen laat verstrijken zonder aangifte te doen, in strijd met dit artikel, het motorrijtuig niet opgeeft, m a.w. een te laat gedaue aangifte is geen aangifte. Talloos zijn nog heden ten dage de ge vallen waarin houders van auto's en motor rijtuigen, soms door een kleine nalatigheid soms ook door onkunde zich voor een dub belen aanslag geplaatst zien. Ook de getroffen regeling n.l. het bedruk ken der nummerbewijzen voor motorrijtui gen met de mededeelingen, dat de aangifte binnen veertien dagen behoort te geschieden, blijkt weinig effect te hebben. Nu bepaalt art. 67 wel, dat de Minister bevoegd is in gevallen van dwaling of on willig v> rzuim de opgelegde verhooging kwflt te schelden, doch als dwaling of verschoon baar verzuim, komt nimmer in aanmerking „onkunde" en als regel ziet men dan ook een afwijzende beschikking als resultaat op het ter bekoming van kwijtschelling inge diende verzoek. Alleen bijzondere omstandigheden, zooals het tijdelijk in het buitenland verblijven, ziekte, sterfgeval of het voor zaken afwezig 2tjn e.d. kunnen reden zijn, met hoop op succes een verzoekschrift om kwijtschelding ingevolge artikel 67 in te dienen, doch blijft m.i. deskundige voorlichting in deze wen- schelijk, waarbij niet uit het oog dient ver loren dat ook hier de regel geldt; Voorko men is beter dan genezen. Een voor zakenmenschen belangrijk punt komt hierbij vanzelf naar voren; ik bedoel FEUILLETON. BOOTH TARKINGTON. NAAR HET AMERIKAANSCH DOOR HENRI VAN DE WEG. Geautuitgave van de N.V. Uitgeverij P. D. Bolle.) 37) Een geweer brandde los en Willetts viel waar hij stond, doch het volgende oogenblik kroop hij weer overeind; een roode groef langs het voorhoofd wees aan hoe de kogel had geschampt langs zijn schedel. Als een waaier verspreidden de mannen zich, honderden klauterden over de heg en begonnen den opmarsch dwars door het veld, de hinderlaag aantastend van beide zijden. Mr. Watts waadde door het hooge gras noordelijk van den weg, toen hij een geweerloop zag glinsteren achter een struik, vlak voor zich. Hoewel er op dat oogenblik schijn baar geen wapen was te zien in de hand van dezen man, schoot hij onmiddellijk naar de plaats, waar zich de vijand moest bevinden. Het gevolg was, dat tien of twaalf mannen uit hun schuilplaats achter de heg aan beide zijden van den weg te voorschijn sprongen, om haastig bescherming te zoeken voor de naderende menigte achter de hut ten, waar hun makkers zich reeds hadden ge nesteld. Op beide flanken aangevallen, bleef hun geen andere keus, wilden zij althans voorkomen ingesloten te worden of neergeschoten als dolles het doen van een aangifte naar het vermin derd tarief bedoeld in art. 31bis par. 5 der wet. Art. 31bis par. 6 doelt op de motorrijtuigen, die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor het beroep of bedrijf van den belastingplich tige worden gebezigd. Dit artikel moet zeer eng worden geïnter preteerd. Zoo mag b.v. iemand die zjjn auto voor zijn bedrijf en voor J voor privé gebruikt, geen aangifte doen naar het verminderd tarief. Geschiedt dit toch, art. 51 komt in actie en het bedrag der belasting wordt ver hoogd met het verschil tusschen de belasting volgens den werkelijken toestand en die vol gens de gedane aangifte. Alleen is in toegevenden zin bij resolutie bepaald, dat wanneer het privégebruik zich enkel tot de Zondagen beperkt en de overige dagen uitsluitend voor het bedrjjf wordt gereden, met een aangifte naar het vermin derd tarief kan worden volstaan. Men zij hierin echter voorzichtig en raad plege eerst een deskundige, want over deze kwestie bestaat heel wat jurisprudentie en ieder geval dient op zichzelf beoordeeld te worden. Zoo wordt o.a. bij arrest van den Hoogen Raad d.d. 5 Juni 1929 beslist, dat het ver minderde tarief niet van toepassing is ten aanzien van een motorrijtuig, dat door den louder niet alleen voor beroep of bedrijf doch vrij geregeld zij het dan ook over kleine afstanden ook voor privé wordt gebezigd, zelfs al levert het aantal in privé gebruik verreden Kilometers slechts een gering per centage op van het aantal afgelegde Kilo meters. Als zeer belangrijk dient ook vermeld, het arrest van den Hoogen Raad d.d. 26 Juni 1929 waarbij werd te kennen gegeven, dat voor een gedelegeerd commissaris van twee Naamlooze Vennootschappen, die zijn motor rijtuig bezigt om zich te begeven van zijn woning naar de twee in verschillende ge meenten gelegen kantoren dier vennootschap pen te bezoeken, het rijden van zijn woning naar een der kantoren, volgens art. 3Ibis par. 5 laatste lid Personeele Belasting, te be schouwen is anders dan voor beroep of bedrijf, zoodat, komt dit laatste gebruik veelvuldig voor, geen aanspraak bestaat op verminde ring van belasting volgens art. 31bis par. 5 letter a. Verder valt nog uit de bestaande juris prudentie dienaangaande op te maken, dat een door een naamlooze vennootschap ge houden motorrijtuig niet voor het bedrijf dient, wanneer het wordt gebezigd om de directeuren van hunne woningen naar het kantoor der vennootschap te vervoeren en voorts dat de houder van een motorrijtuig, die van meening is, dat hij in de Personeele Belasting moet worden aangeslagen met toepassing van art, 31bis, par. 5 letter a, dus naar het verminderd tarief, moet aantoonen, dat hij op die toepassing aanspraak heeft Veel ellende had in de meeste gevallen voorkomen en veel geld had bespaard kunnen worden, indien en direct na aanschaffing van het belastingobject en vóór het doen der vereischte aangifte zich van deskundige voor lichting had verzekerd. honden. Toch schenen zij er de voorkeur aan te geven, zich te laten neerschieten. Met een woest maar vroolijk geschreeuw, als van een troep jonge honden, die hun prooi achtervolgen, zetten de mannen uit Plattville hen na. Het meest oostelijk van de verwaarloosde ge bouwtjes in de nederzetting stond de herberg, die op den westelijken muur het veelzeggende op schrift droeg „de laatste kans" en op den ooste lijken „de eerste kans". Het dichtst bij en slechts gescheiden van de herberg door een kleine met onkruid begroeide ruimte stond een gebouwtje als men het ten minste zoo wilde noemen dat uitzicht verleende naar alle kanten: het huis van Robert Skilett, den eigenaar van de herberg. Beide huizen waren zoo goed mogelijk met planken dicht gespijkerd. Het meest oostelijk als zij lagen, vorm den zij een aangewezen schuilplaats, waarom dan ook de „Witkappen" in deze richting vluchtten om te trachten het huis van Skiletts als een wal tusschen zich en hun vervolgers te krijgen. De aanvallers openden het vuur. De vluchtelingen hadden echter een voorsprong en wisten ongedeerd de open ruimte naar hun woningen over te steken. Elk huis was veranderd in een fort en men zou de verdedigers een voor een naar buiten moeten sleuren om den strijd te winnen. Toen de geweren knalden, begon een vrouw in het krot naast de smidse te gillen en zij bleef gillen. Zonder aarzelen naderden de farmers en de mannen uit Plattville. Zij overrompelden de her berg in een stormloop, sloegen de deur in met ijzeren staven en zwermden naar binnen als bijen in een bijenkorf, doch met de woeste bedoeling geen stuk heel te laten. Er was niemand, maar zij loegen en braken en vernielden als kranzinnigen; VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente OUDBORP, op Vrydag 29 Augustus, des namid dags half vier uur. Voorzitter Burgemeester Gobius du Sart. Afwezig Padmos. Opening der vergadering had in het open baar niet plaats. Notulen werden in het open baar niet gelezen. Ingekomen stukken: Een dankbetuiging van Mej. N. Westhoeve voor haar benoeming tot onderwijzeres in de handwerken. Een begrooting van den keuringsdienst van Waren te Dordt, waaruit bleek dat de bijdrage voor deze gemeente over '31 geraamd was op 507,37. Deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Een verzoek van alle schippers en visschers, die aan de haven wonen, om de verlichting van de haveningang te laten zooals zij is en geen verandering in de kleuren te brengen B. en W. stelden voor met dit verzoek rekening te houden en de havenverlichting aan te brengen zooals de gebruikers dit ver langen. Aizoo werd besloten. Van Van de Klundert was wederom een verzoek ingekomen om subsidie. O.m. werd door adressant de concessie gedaan dat de Zondagsdiensten zullen komen te vervallen, zoodra hem door Ged. Staten daartoe verlof is verleend. B. en W. stelden voor 140,- te geven voor een jaar. C. Bosland drong aan dat hem de exploi tatie-rekening zal worden overlegd. Voorzitter zeide dat B. en W. bang zjjn dat, wanneer de gemeenten afzijdig blijven, de dienst misschien in de toekomst niet van bijj venden aard zal kunnen zijn. Het voorstel van B. en W. werd daarna aangenomen. Vaststelling GemeeDterekening dienst'28. Bij monde van den heer T. Tanis deed de commissie rapport over hare bevindingen bij het onderzoek. Het voordeelig saldo bedroeg 13 773,97J. Het was de commissie opgevallen dat aan de Burgemeesterswoning verschilderd was 398,— terwijl hiervoor 150,op de begrooting stond, zij zag gaarne dat voortaan de raad daarvan op de hoogte werd gehouden. De rekening van het burgerlijk Armbestuur sloot met oen nadeelig saldo van 24,08 Verder adviseerde de commissie de rekening aldus vast te stellen. De voorzitter deelde mede dat door den raad een goedkeuring is gegeven voor de overschrijving van den post onderhoud van zijn woning. Dankte de commissie voor haar werk en stelde voor conform het voorstel der commissie te besluiten, hetgeen aldus ge schiedde. B. en W. stelden voor de kosten van de electrificatie van de gemeentegebouwen uit den loopenden dienst te betalen. Waartoe werd besloten. De Voorzitter zeide dat Bezujjen had ge sproken om zjjn houten huisje in steen op van het schamele interieru bleef niets over. Na enkel oogenblikken kwamen de aanvallers naar buiten, beladen met zegeteekenen ter herinnering aan deze ruïne. Even later steeg een alles over stemmend gejoel op en kronkelde een smalle rook zuil omhoog uit het dak van een winkeltje. Gelijktijdig leidde Wztts den aanval op het belendende perceel een aanval, die plotseling tot slaan werd gebracht, toen schoten klonken van de voorzijde. Een jachtgeweer en een achterlader werden afgevuurd, zoodat de menigte in wanorde terug trok. De hoed van Homer Tibbs vloog hem van het hoofd, doorzeefd met hagel, terwijl mr. Watts peinzend staarde naar een klein gaatje in zijn over hemd ter hoogte van den schouder. Voor een oogen blik althans was, omdat dit huis den weg beheersch- te, de aanval van de menigte op het dorp tot staan gebracht. Een hooge schelf takkenbossen, behoorend bij de woning van Skiiett grensde aan „de laatste kans" van de herberg. Nauwelijks hadden de ge weren van de verdedigers gesproken, of Lige Wil letts sprong met een triomfantelijken kreet uit het bovenraam- van de belendende herberg om te belanden op de takkenbossen. Onmiddellijk klau terde hij tegen het dak van het huis op, zwaaiend met stukken brandend hout. Ross Shofield waagde den sprong eveneens, vlak achter Willetts, met een vaatje whisky in de armen. Niet zonder klaar- blijkelijken tegenzin ledigde hij dit op het bran dende stuk hout, dat Lige op het dak had geworpen Onmiddellijk laaiden de vlammen hoog op en knetterend begon het vuur zijn helsche vernieti ging. Zoodra de brand zich uitbreidde klonk woest te trekken. Het is echter B. en W. gebleken dat het houten gebouwtje nog zoo slecht niet is. B. en W. hebben gelijktijdig gekeken naar de bestrating aan de haven, deze dient ver betering en aanvulling. Zij stellen mitsdien voor hier te bestraten een oppervlakte van 320 Ma., hetgeen zal kosten met Basaltkeien f 1700,— en in klinkersteen f1380, .B. en W. stelden voor gezien het advies dat daar over is ingewonnen het laatste te doen. Waar toe werd besloten. B. en W. stelden daarna voor om ten be hoeve van den havenmeester een steenen gebouwtje te maken ter grootte van 2J x 2| Ma. De kosten hiervan bedragen ongeveer het voordeel dat we gehad hebben met de klinkerbestrating tegenover de keienbestra ting. Het oude schuurtje kan dan als pakhuisje dienst doen en het nieuwe gebouwtje om havengeld te ontvangen en meer als kan toortje te beschouwen. T. Tanis zeide dat de havenmeester dit gebouwtje niet verlangt. Voorzitter meende dat het geen luxe was, wanneer we daar een gebouwtje plaatsen; en wanneer w(j bepalen dat dit als kantoortje gebruikt moet worden, heeft de havenmees ter niets in te brengen. Ten slotte werd besloten tot den bouw over te gaan. B. en W. stelden voor het ambt van ge meente-opzichter met ingang van 1 Jan.'30 op te heffen, dus met terugwerkende kracht. Deze ambtenaar heeft daartoe medegewerkt, en dit werk op te dragen aan het advies bureau Boom en Bieze.veld te Middelharnis. De vergoeding daarvoor te bepalen op ƒ360. Mastenbroek vroeg of Middelharnis ook meedeed aan een gezamenlijk opzichter. Voorzitter: Neen, die heeft zjjn eigen op zichter. Mastenbroek: Als deze dan maar beter zijn werk doet als die de kerk hier heeft ver bouwd, want dat geleek niets. Daarna werd het voorstel van B. en W. aangenomen. B. en W. stelden de gemeente voor de Fondsbelasting te plaatsen in de derdeklas en geen opcenten te heffen. Veor de personeele belasting in de 8ste klas en de opcenten te houden zooals deze voorheen waren. De grondbelasting opcenten ongewijzigd te handhaven en de opcenten op de vermogensbelasting te verlagen van 60 op 50. Gezien reeds daarover anderhalf uur ge boomd was, voordat de vergadering publiek werd is daarover niet gediscussieerd en werd het voorstel zoo aangenomen. Dan werd de vergadering gesloten, en kregen de verslaggevers even tijd hun dorst te lesschen, terwijl de raadsleden bier, spuit water en limonade zaten te consumeeren Mijn onversaagde strijd met tegenspoed. Een beroemd violist vertelt van de moeilijk heden van zjjn vroegere loopbaan. Evenals bij vele musici het geval is, waren m(jn vroegere levensjaren jaren van worste lingen. Nog erger, de worsteling was hevig, en de belooning was gering. Mijn vader was een muzikant, die de bas bespeelde in Am sterdam, waar ik geboren ben. geweervuur uit de omgeving van de heg en meer dan honderd mannen, die door het veld uit noor delijke richting waren naderbij geslopen, deden een aanval. Hun kogeis drongen door de houten wan den en deden binnen een hartverscheurend angst geschreeuw opgaan. De voordeur werd opengeworpen en een mager meisje, een hakmes in de hand, rende voor het oog van de menigte naar buiten. De aanval werd nu met kracht doorgezetHartley Bowlder stond het dichtst bij het meisje. Onder liet uiten van ver- wenschingen en ongearticuleerd geschreeuw viel zij op item aan, het mes in de hand. Zij stak naar hem, nog eens en nog eens en de haat, welke uit dezen aanslag sprak, was zoo aangrijpend, dat haar vrienden er de gelegenheid door kregen, al duurde die slechts vier of vijf seconden, om te ontsnappen. Toen rende zij zelf weg, vlak langs de aanvallers; zij klauterde over de liegen bereikte, loopend langs het brandende huis, liet veld, dat ziclt uitstrekte tot het Westen. Maar Willetts had het van zijn hoogen uitkijkpost opgemerkt. „Pas op!" schreeuwde hij. „Zij gaan naar links! Laat niemand ontkomen!" De „Witkappen" vluchtten overhaast dwars over het land. Bob Skilett en zijn jongere broer liepen achteraan, Skilett ernstig gewond. Hij hield met beide handen zijn kin vast. Het meisje zag hen en volgde zoo snel haar voeten konden dragen. Zij was bijn^even snel de lieg over als de voorsten en nu liep zij verder achter het tweetal aan; haar onversaagdheid en opoffering waren prachtig om te zien; zij scheen er op te rekenen, dat men haar niet zou neerschieten, want voortdurend bleef zij tusschen de geweeren der tegenstanders en haar metgezellen, als wilde zij op deze wijze haar vrien Onze woning bevond zich op de bovenste verdieping van een huis in een der armoedige wjjken van de stad. Op de verdieping daar beneden woonde mtjn vader's zuster met haar man en twee zoons. Ik was het eenige kind van mjjn ouders, en daar deze te arm waren om een dienst bode te houden, was ik altijd btj m(jn moeder. Maar kinderen die altijd bp de moeder zijn, worden een last voor hun volwassen familie, en ik geloof, dat ik geen uitzondering op dezen regel maakte. De man van mijn tante was muziekonder wijzer en mijn voorliefde voor de viool ont wikkelde zich, toen ik zes jaar oud was. Daar mijn vader meende, dat ik talent bezat, haalde hij mijn oom over mij tezamen met zijn beide zoons onderwijs te geven. Mijn oom was een goed onderwijzer, en een eerlijk man, maar toen ik mij sneller ontwikkelde dan zijn zoons, werd hjj naijverig, met het resultaat, dat hij mijn jong leven ellendig maakte, want ik was zeer gevoelig. Eens, toen ik ongeveer twaalf of dertien jaar oud was, hoorde ik mijn vader en mijn oom over mijn toekomst spreken, en mijn beker van ellende werd tot overloopens toe gevuld, toen ik mijn oom hoorde zeggen: „Htj zal nooit een goed violist worden, laat hem liever bakker worden." Na dit vastgesteld te hebben, plaatste mijn oom natuurlijk zijn zoon als violist op den voorgrond, waar dit slechts mogelijk was. Spoedig na de pessimistische, maar bevoor oordeelde voorspelling van mijn oom was er een vergelijkend examen voor twee beurzen voor vrij onderwijs gedurende vijf jaar door den hoofd-leeraar van het Amsterdamsche Conservatorium, Joseph Cramer, die men: „de Joachim van Holland" noemde. Ik zeide tot mijn vader, dat ik het oordeel van Prof. Cramer over mijn toekomstmoge lijkheden wilde vernemen, en hij stond toe, dat ik aan het examen mede deed. MLjn oom vond het ook goed, daar hij dacht, dat wan neer ik eenig succes had, dit zjjn roem als onderwijzer zou verhoogendaarom gaf hjj mjj zes of acht van de beste lessen, die ik ooit van hem gehad had. Op den morgen van het examen kwamen ongeveer 150 aspiranten bijeen. Ik speelde gedurende tien minuten. Toen deze om waren, riep Prof. Cramer den Directeur van het Con servatorium, en moest ik nog eens voor hen beiden spelen. In een half uur had ik een van de twee beurzen veroverd. Dit succes veranderde de houding van mijn oom volkomen. In plaats van mij tot bakker te stempelen, verklaarde hp nu, dat ik een groot violist was. Het zou onmogelijk zp'n U mijn vreugde te beschrijven, toen men mij vertelde, dat, ais de vijf jaar aan het Conser vatorium om waren, ik naar Berlijn gezonden zou worden, om mijne studiën bp den grooten Joachim zelf te voltooien. Ongelukkig had mijn vader een ongeluk, vóór dit groote oogenblik aanbrak. Hij brak een arm, toen ik tusschen de 14 en 15jaar oud was, en de dokter zeide dat het wel eenige jaren zou duren, eer hij weder spelen kon. Toen zag ik in, dat het mjjn plicht was, het noodige geld te verdienen om het huis houden in stand te houden. In dien tijd gaf Prof. Cramer mij vrije lessen in de morgen uren. Ik was te gevoelig om hem uit te leggen, in welke positie w(j verkeerden, of wat voor middelen ik wilde aangrijpen om het brood den beschermen. „Schiet Lige!" schreeuwde Watts. „Als wij van hier vuren, raken wij het kind!" Willetts en Ross Schofield stonden nog op het dak, te midden van den rook en vuurden tegelijk. De vluchtelingen keken niet om; zij holden verder en hadden bijna den overkant van den akker bereikt, toen plotseling de oude Skilett, zonder eenig gebaar te maken, voorover viel. De „Wit kappen" schenen vastbesloten, elkander bij te staan, want vier of vijf man holden uit één der nabij gelegen hutten, tilden de roerlooze gestalte op en trachtten deze mee te nemen. Doch Skilett leefde; zijn vloeken klonken boven alles uit. Lige en Schofield schoten opnieuw, één der „Witkappen' wankelde. Een wilde vlucht ving aan, toen de beide mannen zicii van het dak lieten glijden; met woeste triomfantelijke kreten begonnen de mannen uit Plattville de achtervolging. Het geschreeuw bereikte den ouden Wilkerson, die zicli voorzichtig achteraf had gehouden, maar juist op dit oogenblik vlak bij zich een schot hoorde. Wikerson nam geen deel aan den aanval. Hij had het te druk met zijn dronkemanszaken; alleen het hondje had geprobeerd snuffelend, vol gens z'n gewoonte, te weten te komen wat er eigenlijk aan de hand was. Wilkerson kroop achter de struiken rond en deed alsof hij op zijn hond schoot; dan sprong hij jui chend vooruit oin het verschrikte dier vast te grijpen. Na één van deze vreemdsoortige over winningen klonk een waarschuwende kreet achter hem en Wilkerson, begenadigd door god Bacchus liet zich vallen, juist bijtijds om zijn leven te redden. Een paatd galoppeerde rakelings langs hem heen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Onze Eilanden | 1930 | | pagina 1